N°. 70.
136e Jaargang.
1893.
Donderdag
23 Maart.
Middelburg 22 Maart.
Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.
Afzonderlijke nommers, met of zonder bijvoegsel,
zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën 20 cent per regel. Bij abonnement lager.
Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle
dankbetuigingen, van 17 regels f 1.50
iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Telephoonnommer 139.
UIT STAD EN PROVINCIE.
iiiiiiiiuii i;(.sf in: mi rant.
Thermometer. Agenten te Vlissingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen F. v. d. Peijl, te Zierikzee A. C. de Mooij, te Tholen W. A. Advertentiën
Middelburg 22 Maart 8 u. vm. 40 gr. van Nieuwenhuijzen en te TerneuzenM. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de j moeten des namiddags te één uur
m. 12 u. 55 gr., av. 4 u. 54 gr. P. j advertentie-bureau's van Nijgii Van Ditmar, te Rotterdam, de Gebr. Belineante, te 's Gravenhage, en A. de La Mar Azn., te Amsterdam. j aan het bureau bezorgd zijn, willen
Verwacht Z. O. wind. j Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cle., John P. Jones, opvolger. zij des avonds nog worden opgenomen.
By kon. besluit:
is, op zjjn verzoek, eervol ontslagen als 2e
luit. bij het le bat. rust. schutterij in Zeeland
jhr A. M. van Doorn;
is benoemd tot president der arr.-rechtbank
te Dordrecht mr W. Gorter, thans raadsheer
in het gerechtshof te 's Hertogenbosch
zjjn benoemd tot substituut-offieier van
justitie bjj de arr.-rechtbank te Rotterdam mr
H. J. K. Djjckmeester, thans subst.-officier van
justitie bjj de arr.-rechtbank te Alkmaar; tot
substituut-officier van justitie bjj de arr.recht-
bank te Alkmaar mr H. J. van Lulofs Umb-
grove, thans ambtenaar van het O. M. bij
de kantongerechten in het arr. 's Gravenhage
tot ambtenaar van het O. M. bjj de kanton
gerechten in het arrondissement 's Gravenhage
voor de kantons Leiden en Alphen, ter stand
plaats Leiden, mr R. B. Ledeboer, advocaat en
procureur te Amsterdam, tevens beëedigd klerk
ter griffie van de arr.-rechtbank aldaar;
zjjn benoemd tot substituut-griffier bjj het
gerechtshof te 's Hertogenbosch mr J. F. Ingen
Housz, thans griffier bjj het kantongerecht te
Zevenbergentot griffier bjj het kantongerecht
te Zevenbergen jhr mr A. Th. J. Schade van
Westrum, advocaat en procureur te Arnhem,
tevens beëedigd klerk ter griffie van de arr.-
rechtbank aldaartot substituut-griffier bjj de
arr.-rechtbank te 's Hertogenbosch mr P. H.
Smits, thans griffier bjj het kantong. te Goor;
tot griffier bjj het kantongerecht te Goor mr
L. J. Bljjdenstein, advocaat en procureur te
Amsterdam tot kantonrechter te Enschedé mr
R. P. Cleveringa Az., thans kantonrechter te
Bolsward;
is voor den tjjd van vjjf jaren gedetacheerd
bjj het leger in N.-L de le luit. W. van Op
pen, van het instructie-bataljonen
is het kon. besluit, waarbjj is bepaald dat
in den loop van het jaar 1893, bjj het leger
in N.-I. o. a. zal worden gedetacheerd de le
luit. O. W. Gobius, van het 5e reg. inf., voor
zooveel dien officier betreft, op diens verzoek
ingetrokken en buiten werking gesteld.
Door de arr.-rechtbank te Amsterdam is, ter
vervulling van de vacature van kantonrechter
in het eerste kanton aldaar, opgemaakt de
navolgende alphabetische lijst van aanbeveling:
mr H. Pouw, rechter-plaatsvervanger in ge
melde rechtbank, advocaat en procureur te
Amsterdammr P. J. J. Ras, substituut-griffier
bjj gemelde rechtbank, en mr F. Taunay,
kantonrechter te Hoorn.
De St. Ct. bevat een kon. besluit van den
22sten Februari 1893, tot vaststelling van een
reglement voorde rjjksacademie van Beeldende
Kunsten, en zulks met intrekking van het
koninkljjk besluit van 9 April 1873 (Stbl. no. 41.)
Bjj de Tweede kamer zjjn gisteren zooals
in een deel der oplaag van ons vorig nommer
nog is gemeld ingekomen wetsontwerpen
tot afschaffing der registratie-rechten op de
akte van aanstelling voor ambtenaren en tot
nadere regeling der heffing van kanselarjj-leges.
Donderdag zjjn verschillende ontwerpen aan
de orde, ook dat tot wijziging van de rege
ling der spoorwegdiensten en eventueel dat
tot wjjziging der wet betreffende de besmet-
teljjke ziekten en dat tot wjjziging der wet
•omtrent de quarantaine-maatregelen.
Er zjjn drie interpellaties aangekondigd en
toegestaan en wel van
den heer Pyttersen om de regeering te
vragen of van haar maatregelen zijn te wachten
om door middel van grondonteigening door-
gemeentebesturen, zoo noodig met financieelen
steun van het rijk, mee te werken tot ver
betering van den toestand der arbeidende
klasse, voornameljjk ten plattelande;
den heer Schepel betreffende den toestand
van de zeehaven der Eems en de haven te
Delfzijl; en
den heer Tydens om den minister van binnenl.
zaken te vragen wat hjj voornemens is te doen
om voor den volgenden winter in de groote
werkloosheid te voorzien, welke zich ook dan
weêr doet verwachten.
De dag voor deze interpellaties zal later
worden bepaald.
In de Dinsdag door de Kamer van koop
handel en fabrieken te Rotterdam gehouden
vergadering is door den heer Mees, bljjkens
verslag in de N. R. Crt., het volgende gezegd
»In de Nederlandsche Kamer van koophandel
te Londen hield op 1 Maart de voorzitter, de
heer Adolf Boissevain, een toespraak, waarin
hjj een vergeljj king maakte tusschen de Ylis-
sing8che lijn naar Londen en die van de G-reat
Eastern van Rotterdam. Over de voor- of na
doelen van die beide Ijjnen kan natuurlijk
iedereen zjjn eigen meening hebben. Maar
die heer zeide onder anderen het volgende
Bjj de Queensboroljjn, »geen banken voor de
havenmonden te Vlissingen, zooals gene welke
bij den Hoek van Holland den toegang tot
den haven bjj nevel onmogeljjk maken."
»Dat is geen appreciatie van eene lijn, maar
van eene haven. Nu neem ik aan, mijnheer
de voorzitter, dat de heer Boissevain, die vol
gens zjjn eigen opgaaf in 7 jaar 550 keeren
van Vlissingen na-ar Londen gegaan is, dat
traject wel zal kennen. Toch bljjkt hiervan
niet uit hetgeen hij zeide, dat er geen banken
voor de haven van Vlissingen zijn. Want uit
gaande van die plaats, gaan de booten tus
schen de banken door naar het lichtschip
Wielingen onder de Belgische kust, van daar
naar het lichtschip Wandelaaren eerst dan
zjjn zij in volle zee buiten de banken. Van
den Hoek van Holland uitgaande, vinden de
booten geen banken; wellicht ten Zuiden van
den Waterweg, tegen de kust aan, de Maas
vlakte, doch de schepen hebben daar niets te
maken, daar zij rechtuit loopen in volle zee.
Wanneer de Harwichbooten binnen komen
en het is dik van mist, dan hebben zjj
ten Noorden van den Waterweg eene schoone
kust, waar zjj de lichten kunnen zoeken, en
waar zjj op het lood den mond van den
Waterweg kunnen binnengaan.
»Mjjnheer de voorzitter, daar het schijnt, dat
de heer Boissevain voor den Waterweg banken
ontdekt heeft, die wij niet kennen, zou ik
willen voorstellen, dat door onze kamer een
schrijven gericht werd aan de Holl. kamer van
koophandel te Londen, waarin gewezen werd
op de toepraak van haren voorzitter, en waarbij
verzocht werd, dat in het belang van de
scheepvaart werd opgegeven, waar die bespro
ken banken liggen."
Op voorstel van den voorzitter werd besloten
de zaak ter afdoening te stellen in handen
van de commissie van Reeders.
Naar de Londensche correspondent van het
zelfde blad schrijft, zjjn de beschikkingen tus
schen de Great Eastern spoorwegmaatschappij,
de Hollandsche spoorwegmaatschappij en de
Zuidduitsche spoorwegondernemingen betref
fende de nieuwe mailroute over den Hoek van
Holland thans beklonken, maar laat eene be
slissing in de schikkingen met de Noordduitsche
spoorwegadministratie nog op zich wachten.
Het plan bestaat om de inwjjding der nieuwe
Ijjn met een passend feest te vieren, zoowel te
Parkeston Kade als aan den Hoek, waar men
van plan moet zjjn een monsterlogement neer
te zetten.
Het Maartnummer van het Tijdschrift voor
Posteiijen en Telegraphic is bjj na geheel ge
wijd aan de nagedachtenis van den overleden
hoofddirecteur der posteryen, den heer J. P.
Hofstede. Men vindt er een woord van dank
bare herinnering van de redactie, een woord
over Hofstede's karakter van een zjjner oudste
vrienden, dichtregelen aan zjjne nagedachtenis
gewjjd, telegrammen van buitenlandsche ad-
ministratiën, bjj het overljjden ontvangen, de
eerste en laatste redevoering, door den heer
Hofstede gehouden op het postcongres te
Weenen in 1891, en eindeljjk een gedeelte
van eene redevoering, bij de behandeling der
postwet van 1891 in de Tweede kamer uitge
sproken door mr H. Goeman Borgesius, die
daarin hulde bracht aan den heer Hofstede,
den Nederlandschen Stephan.
De heer Von Stephan, chef van het Duit-
sche postdepartement, seinde, toen hjj de doods-
tjjding ontving: Douloureusement affecté de
la perte irreparable de mon ancien ami et
cher collègue Hofstede, le digne dogen de
tant de congres internationaux et le promoteur
infatigable de tant de progrès importants, je
m empress e d'exprimer a votre administration
■mes vives condoléances.
Als opvolger van wjjlen den heer Hofstede
worden nog genoemd de heeren mr A. Kerdijk
en mr W. Vissering, secretaris van den Raad
van toezicht op de spoorwegdiensten.
Wjj herinneren contribuanten aan het
fonds ten behoeve van het muziekkorps der dd.
schutterjj te Middelburg aan de vergadering,
morgen (Donderdag), te half vier uur, op
het stadhuis alhier te houden.
Dinsdag middag had, zooals nog in een deel
der oplaag van ons vorig nommer werd mede
gedeeld, op plechtige doch eenvoudige wijze
de begrafenis plaats van wjjlen den heer J. C.
Lantsheer,
Het Ijjk dat, van Mentone naar Middelburg
overgevoerd, uit de woning van den overledene
op den Dam alhier werd gedragen, werd naar
zjjne laatste rustplaatsden familie-graf
kelder te Oostkapelle, vergezeld door een
groot aantal familieleden, vrienden, bekenden
en oud collega's van den overledene.
Naar men ons uit Oostkapelle meldde, waren
bij de plechtigheid tegenwoordig de commis
saris der koningin in Zeeland en onderschei
dene leden der Provinciale staten, de president
en eenige leden van het polderbestuur van
Walcheren, de leden van het dageljjksch be
stuur en de secretaris van Domburg, eene
deputatie van de Domburgsche badcommissie,
leden van de Vereeniging van burgemeesters
en secretarissen op Walcheren en vele belang
stellenden uit Domburg en Oostkapelle.
De heer jhr A. van Reigersberg Verslujjs
bracht hulde aan het karakter en de eigen
schappen van den overledene en dankte,
namens de weduwe en de overige familie,
voor de betoonde belangstelling.
Dinsdagavond werd op de bovenzaal der
sociëteit de Vergenoeging alhier eene alge-
meene vergadering gehouden van de leden der
afdeeling Middelburg van de Vereeniging tot
bevordering van fabrieks- en handwerksnij-
verheid in Nederland.
De vergadering, die gepresideerd werd dooi
den heer mr E. Fokker, was als naar gewoonte
niet druk bezochtbehalve een vjjftal bestuurs
leden, waren slechts zeven heeren aanwezig.
De voorzitter deelde mede dat, aangezien de
heer K. Baart zjjn betrekking als voorzitter
heeft nedergelegd, in de vacature is moeten
voorzien wordendat is geschied door zjjne
benoeming en hjj heeft die betrekking aan
vaard. De heer Baart is echter bereid gevon
den eene plaats in het bestuur te bljjven in
nemen.
Aan het bestuur der afdeeling is een erediet
verleend van f 50 om te pogen in Goes en
Vlissingen afdeelingen te vestigen.
Bljjkens de door den penningmeester gedane
rekening over het afgeloopen jaar levert die
een goed saldo op van f 5.435. De rekening
werd goedgekeurd.
De punten van beschrjjving voor de aan
staande algemeene vergadering, die daarna
aan de orde kwamen, waren in verband met het
voornemen van het hoofdbestuur om reeds in
het laatst van het vooijaar, in Mei of Juni, de
algemeene vergadering te doen houden slechts
weinige.
De twee eerste zjjna Is gas of elec-
triciteit voor verlichting van fabrieken en
werkplaatsen het meest aan te bevelen
Welke redenen pleiten voor een en ander?
Welke omstandigheden geven den doorslag bjj
de keuze en b In hoeverre is invoering eener
rijkswet wenscheljjk tot pensioneering van
arbeiders, werklieden, klerken, dienstboden
enz. van beiderlei kunne Voor het geval een
wetteljjke maatregel te dien einde door de
algemeene vergadering wenscheljjk wordt
geacht, wordt aan het hoofdbestuur opgedragen
zich tot de regeering te wenden met verzoek
het tot stand komen eener dergeljjke rjjkswet
te willen bevorderen,
Omtrent deze punten worden nog steeds
rapporten ingewacht van door het hoofdbe
stuur benoemde commissiën.
Het derde puntRust op de overheid de
plicht er voor te zorgen, dat de werklieden
verzekerd worden tegen de gevolgen van on
gelukken bjj werken, die van overheidswege
worden aanbesteed Zoo ja, welke is de beste
wjjze waarop dit kan geschieden is reeds in
eene vorige vergadering besproken en die
bespreking zal op de aanstaande vergadering
worden voortgezet.
Het vierde punt luidt
Hoe is het arbeiderscontract in onze wet
geving te verbeteren (Ter bepaling der ge
dachte worden hierbjj de volgende punten
aangegeven zonder andere uit te sluitenaan-
sprakeljjkheid der werkgevers voor ongelukken
en ziekten tengevolge van het werkbedrag
en uitbetaling van loon en winstuitkeering
arbeidstjjdenboeten en loonsverbeuring bjj
nalatigheid of contractbreukopzeggingster-
mjjnen van het contractaansprakeljjkheid
van dengene, die werk aanbesteedtberechting
van geschillen; bewjjs van hetgeen overeen
gekomen is; enz. Wetgeving o. a. in België
en Duitschland).
Hieromtrent heeft het bestuur geen pread
vies te geven. Het wenscht den afgevaardigde
vrjjheid te laten hoe daaromtrent te handelen.
Punt vjjf luidt
Houdt vooruitgang van de toepassing der
ëleetriciteit in ons land geljjken tred met de
vorderingen buitenslands? Is onze njjverheid
voldoende op de hoogte van de electrotech-
»iek Zoude» voortbrenging va» electriciteit
en toepassing van hare kracht op verkeer en
njjverheid niet belangrijk bevorderd en ver
beterd worden, bjjaldien aan onze polytechni
sche school voldoende hulpmiddelen voor het
onderwijs in de electrotechniek aanwezig waren?
Dat vraagpunt werd door den heer C. Bou-
dewjjnse toelicht.
In een breedvoerig rapport beantwoordde
de spreker het eerste deel ervan ontkennend.
Eenzelfde meening was de heer Boudewjjnse
toegedaan, wat betreft het tweede deel van
het vraagpunt, vooral omdat ons land, door
zjjn ligging en zjjn voortbrengselen, niet in
dezelfde gunstige omstandigheden verkeert als
andere landen, de electrotechniek niet, even
als in het buitenland, op technicums geschiedt,
voldoende wordt onderwezen en de njjverheid
ten deze niet zoo uitgebreid is als in grootere
rijken.
Op het derde gedeelte van het vraagpunt
luidde het antwoord van den spreker toe
stemmend. Beter echter zou hjj het achten
dat naast de bestaande inrichting eene nieuwe
werd gesticht, waar men zich speciaal voor
het eene of het andere vak, ook dat der elec
triciteit, zou kunnen bekwamen.
Het bestuur werd uitgenoodigd naar aanlei
ding van het gehoorde een rapport saam te
stellen en aan het hoofdbestuur in te zenden-
Met de hoofdzaken toch kon de vergadering
zich vereenigen.
Het laatste vraagpunt was van den volgen
den inhoud:
In hoeverre zou aan de 's winters dikwjjls
heerschende werkloosheid tegemoet te komen
zijn door het werk, dat zoowel de particulieren
als de overheid hebben te laten uitvoeren,
beter over het gansche jaar te verdeelen
Hieromtrent was een rapport uitgebracht
door de heeren H. P. van de Ree, P. Ragut
en W. He jj boer.
Deze commissie meende de oorzaak der
's winters heerschende werkloosheid te moeten
toeschrjjven aan de toeneming van den machi-
nalen arbeid, die veel sneller en met minder
werkkrachten het werk verricht dan wanneer
dit door handenarbeid geschiedt.
Werk verschaffing, kindervoeding en bedeeling
nemen de kwaal van werkloosheid niet weg,
dit zou eerder het geval zjjn indien het werk
beter over het gansche jaar werd verdeeld, wat
naar de commissie meent practisch uitvoerbaar
wezen zou. Een ander middel zou kunnen
zjjn vermindering van werkuren, b. v. tot
hoogstens 10 uren, beperking van de aanbe
stedingkoorts enz.
De denkbeelden van de commissie vonden
zoowel instemming als tegenspraak. Eerstens
werd door de tegenstanders beweerd dat de
machines in het voordeel van den werkman
zjjn en het werk verlichten, terwjjl m de
tweede plaats werd aangevoerd dat verdeeling
van het werk over het gansche jaar veelal
onmogeljjk is.
De voorzitter meende dat de beantwoording
van het vraagpunt eigenlyk in localen zin
dient te geschieden. Om tot een goed resul
taat te komen en verdeeling van den arbeid
te bereiken zou samenwerking van de burgerij
met de patroons noodig zjjn, maar in de
tweede plaats ook samenwerking tusschen
patroons en werklieden.
Op voorstel van het bestuur vereenigde de
vergadering zich in hoofdzaak met de conclusie
van het rapportmet meerderheid van stem
men, 8 tegen 2, werd goedgevonden de con
clusie tot invoering van een normalen arbeids
dag te doen vervallen.
Verder werd nog de wenscheljjkheid uitge
sproken om pogingen aan te wenden, de dooi
sommigen noodig geachte, doch door anderen
moeilijk tot stand te brengen geoordeelde,
samenwerking tot werkverdeeling te verkrijgen.
Omtrent dit laatste werd echter geen defi
nitief besluit genomen.
Eindeljjk werd overgegaan tot de benoeming
van een afgevaardigde ter algemeene verga
dering, waarvoor door het bestuur werden
aanbevolen de heeren C. Boudewjjnse en H.
P. van de Ree. Eerstgenoemde werd met
meerderheid van stemmen 9 van de 11 tot
afgevaardigde benoemd.
Als plaatsvervangend afgevaardigde werden
door het bestuur aanbevolen de heeren D. G.
Kröber jr. en P. Ragut. Eerstgenoemde werd
met 7 stemmen benoemd.
Nadat de voorzitter nog had medegedeeld
dat binnenkort waarschjjnlijk den leden de
gelegenheid zal kunnen geboden worden om
de teekeningen der leerlingen van de burger
avondschool te bezichtigen, werd de bjj een-1
komst gesloten.
Door Z. D. H, de bisschop van Haarlem
is benoemd tot kapelaan te Vlissingen de heer
J, M, J, va» Kooy,
Naar men ons meldt is het gebouw der
Bank van Leening te Goes door de gemeente
ter beschikking van het rijk gesteld, voor den
aldaar te vestigen landbouwcursus. Genoemd
gebouw moet daarvoor uitstekend geschikt zjjn.
Tegen 1 April a. s. is benoemd tot post
bode te Gamperland A. J. van der Graait te
Scherpenisse.
De liberale kiesvereeniging te Zierikzee
hield Maandagavond eene vergadering, waarin
een vijftigtal leden aanwezig waren.
Na de mededeeling van den voorzitter, mr
A. J. F. Fokker, dat het bestuur zich sedert
de vorige vergadering had geconstitueerd en
dat mr Van Geuns voor zijne benoeming had
bedankt, terwjjl het bestuur gemeend had deze
vacature tot de Aprilvergadering te moeten
aanhouden, gaf hjj het woord aan den heer
P. van der Have, hoofd eener openbare lagere
school te Zierikzee, die, op uitnoodiging van
het bestuur, dien avond zou spreken over
Leerplicht".
Allereerst stond spreker stil bjj den tegen-
woordigen toestand van het lager onderwjjs,
die, volgens hem, treurig is te noemen, ten
gevolge van het absolute en meer nog door
het relatieve schoolverzuim. Wel werden en
worden nog sedert de wetten van 1878 en
89 scholen gebouwd, onderwjjzers aangesteld,
schoolmeubelen en leermiddelen verschaft en
millioenen voor dat onderwjjs uitgegeven,
maar wat baat dit alles, vroeg spreker, waar
de leerlingen ontbreken en waar van 50 tot
75 procent der kinderen de school verzuimen
of die verlaten zonder den cursus volledig te
hebben doorloopen Slechts aan een betrek-
keljjk klein deel der leerlingen draagt dit
onderwjjs vrucht, terwjjl het schoolverzuim
verlammend werkt èn op het onderwjjs èn op
den onderwjjzer.
Men dweept in ons Nederland met de vrjj
heid en diezelfde vrjjheid wordt gebezigd als
een voorwendsel om de invoering van leer»
plicht, die reeds in andere landen, met name
in Duitschland, Zwitserland, Groot-Brittanje
en elders met succes bestaat, tegen te houden.
Waarom toch, vroeg spreker, zou leerplicht
de vrjjheid meer belemmeren dan b. v. de
militiewet, de belastingwetten en zoovele an-
dere
Voorts deed hjj eenige grepen uit het school
leven, met betrekking tot het schoolverzuim,
uit eigen ervaring en volgens mededeeling
van collega's, waarvan vele, indien 't niet zoo
bedroevend was, den lachlust zouden opwek
ken om daarna een en ander mede te deelen
omtrent sommige gemeenten en inrichtingen
in ons land, waar feiteljjk leerplicht is inge
voerd, en omtrent de uitstekende resultaten,
daarmede verkregen.
Eindeljjk leverde spreker een warm pleidooi
voor de invoering van sleerplicht", die, Vat
tegenstanders van liberale en anti-liberale zjjde
daartegen ook mogen aanvoeren, zeer goed
uitvoerbaar en in ons land bestaanbaar is,
terwjjl leerplicht alleen in staat is het onder
wjjs werkelijk te verbeteren en meer vrucht
baar te maken.
De vergadering dankte den spreker met een
warm applaus, terwjjl de voorzitter daaraan
toevoegde den dank van bet bestuur en der
vergadering voor de heldere en breeds
uiteenzetting van bet onderwerp, terwjjl hjj
zich overtuigd hield, dat, mocht er soms iemand
in de vergadering geweest zjjn, die niet mocht
geweten hebben dat de heer Yan der Have
met hart en ziel onderwjjzer is, deze dit dan
zeker dien avond wel zal hebben ontdekt.
De voorzitter deelde daarna mede, dat de
heer Van der Have bereid was om in debat te
treden.
Niemand maakte daarvan echter gebruik,
waarna de voorzitter aan spreker nog een paar
vragen deed, voornameljjk den landbouwers
stand betreffende. Hjj vroeg ook of spreker
werkeljjk van oordeel is, dat het onderwjjs bjj
invoering van leerplicht zooveel meer vruchten
zou dragen dan thans, daar hjj meent, dat het
tegenwoordig onderwjjs voor een groot deel
meer op de theorie dan op de practjjk geba
seerd is.
De heer Van der Have antwoordde hierop,
dat overal, waar leerplicht ingevoerd is, reke
ning wordt gehouden met den arbeid, ook met
die van den landbouw en dat, naar gelang
van de plaatseljjke omstandigheden, daarnaar
de vacantiën worden geregeld, zoodat het
nadeel, dat daaruit voor den landbouw zou
kunnen voortspruiten, gering kan zjjn, terwijl
hjj, wat het laatste punt betreft, aanvoerde dat
hjj het met mr Fokker volkomen eens is, dat
het lager onderwjjs, zooals het thans is inge
richt, bjj invoering van leerplicht niet in alle
opzichten zou blijken te voldoen, doch dat hjj
het reeds ee» greets» stap vpomartf se»