N°. 70. 136e Jaargang. 1893. Donderdag 23 Maart. Middelburg 22 Maart. Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2. Afzonderlijke nommers, met of zonder bijvoegsel, zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën 20 cent per regel. Bij abonnement lager. Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle dankbetuigingen, van 17 regels f 1.50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Telephoonnommer 139. UIT STAD EN PROVINCIE. iiiiiiiiuii i;(.sf in: mi rant. Thermometer. Agenten te Vlissingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen F. v. d. Peijl, te Zierikzee A. C. de Mooij, te Tholen W. A. Advertentiën Middelburg 22 Maart 8 u. vm. 40 gr. van Nieuwenhuijzen en te TerneuzenM. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de j moeten des namiddags te één uur m. 12 u. 55 gr., av. 4 u. 54 gr. P. j advertentie-bureau's van Nijgii Van Ditmar, te Rotterdam, de Gebr. Belineante, te 's Gravenhage, en A. de La Mar Azn., te Amsterdam. j aan het bureau bezorgd zijn, willen Verwacht Z. O. wind. j Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cle., John P. Jones, opvolger. zij des avonds nog worden opgenomen. By kon. besluit: is, op zjjn verzoek, eervol ontslagen als 2e luit. bij het le bat. rust. schutterij in Zeeland jhr A. M. van Doorn; is benoemd tot president der arr.-rechtbank te Dordrecht mr W. Gorter, thans raadsheer in het gerechtshof te 's Hertogenbosch zjjn benoemd tot substituut-offieier van justitie bjj de arr.-rechtbank te Rotterdam mr H. J. K. Djjckmeester, thans subst.-officier van justitie bjj de arr.-rechtbank te Alkmaar; tot substituut-officier van justitie bjj de arr.recht- bank te Alkmaar mr H. J. van Lulofs Umb- grove, thans ambtenaar van het O. M. bij de kantongerechten in het arr. 's Gravenhage tot ambtenaar van het O. M. bjj de kanton gerechten in het arrondissement 's Gravenhage voor de kantons Leiden en Alphen, ter stand plaats Leiden, mr R. B. Ledeboer, advocaat en procureur te Amsterdam, tevens beëedigd klerk ter griffie van de arr.-rechtbank aldaar; zjjn benoemd tot substituut-griffier bjj het gerechtshof te 's Hertogenbosch mr J. F. Ingen Housz, thans griffier bjj het kantongerecht te Zevenbergentot griffier bjj het kantongerecht te Zevenbergen jhr mr A. Th. J. Schade van Westrum, advocaat en procureur te Arnhem, tevens beëedigd klerk ter griffie van de arr.- rechtbank aldaartot substituut-griffier bjj de arr.-rechtbank te 's Hertogenbosch mr P. H. Smits, thans griffier bjj het kantong. te Goor; tot griffier bjj het kantongerecht te Goor mr L. J. Bljjdenstein, advocaat en procureur te Amsterdam tot kantonrechter te Enschedé mr R. P. Cleveringa Az., thans kantonrechter te Bolsward; is voor den tjjd van vjjf jaren gedetacheerd bjj het leger in N.-L de le luit. W. van Op pen, van het instructie-bataljonen is het kon. besluit, waarbjj is bepaald dat in den loop van het jaar 1893, bjj het leger in N.-I. o. a. zal worden gedetacheerd de le luit. O. W. Gobius, van het 5e reg. inf., voor zooveel dien officier betreft, op diens verzoek ingetrokken en buiten werking gesteld. Door de arr.-rechtbank te Amsterdam is, ter vervulling van de vacature van kantonrechter in het eerste kanton aldaar, opgemaakt de navolgende alphabetische lijst van aanbeveling: mr H. Pouw, rechter-plaatsvervanger in ge melde rechtbank, advocaat en procureur te Amsterdammr P. J. J. Ras, substituut-griffier bjj gemelde rechtbank, en mr F. Taunay, kantonrechter te Hoorn. De St. Ct. bevat een kon. besluit van den 22sten Februari 1893, tot vaststelling van een reglement voorde rjjksacademie van Beeldende Kunsten, en zulks met intrekking van het koninkljjk besluit van 9 April 1873 (Stbl. no. 41.) Bjj de Tweede kamer zjjn gisteren zooals in een deel der oplaag van ons vorig nommer nog is gemeld ingekomen wetsontwerpen tot afschaffing der registratie-rechten op de akte van aanstelling voor ambtenaren en tot nadere regeling der heffing van kanselarjj-leges. Donderdag zjjn verschillende ontwerpen aan de orde, ook dat tot wijziging van de rege ling der spoorwegdiensten en eventueel dat tot wjjziging der wet betreffende de besmet- teljjke ziekten en dat tot wjjziging der wet •omtrent de quarantaine-maatregelen. Er zjjn drie interpellaties aangekondigd en toegestaan en wel van den heer Pyttersen om de regeering te vragen of van haar maatregelen zijn te wachten om door middel van grondonteigening door- gemeentebesturen, zoo noodig met financieelen steun van het rijk, mee te werken tot ver betering van den toestand der arbeidende klasse, voornameljjk ten plattelande; den heer Schepel betreffende den toestand van de zeehaven der Eems en de haven te Delfzijl; en den heer Tydens om den minister van binnenl. zaken te vragen wat hjj voornemens is te doen om voor den volgenden winter in de groote werkloosheid te voorzien, welke zich ook dan weêr doet verwachten. De dag voor deze interpellaties zal later worden bepaald. In de Dinsdag door de Kamer van koop handel en fabrieken te Rotterdam gehouden vergadering is door den heer Mees, bljjkens verslag in de N. R. Crt., het volgende gezegd »In de Nederlandsche Kamer van koophandel te Londen hield op 1 Maart de voorzitter, de heer Adolf Boissevain, een toespraak, waarin hjj een vergeljj king maakte tusschen de Ylis- sing8che lijn naar Londen en die van de G-reat Eastern van Rotterdam. Over de voor- of na doelen van die beide Ijjnen kan natuurlijk iedereen zjjn eigen meening hebben. Maar die heer zeide onder anderen het volgende Bjj de Queensboroljjn, »geen banken voor de havenmonden te Vlissingen, zooals gene welke bij den Hoek van Holland den toegang tot den haven bjj nevel onmogeljjk maken." »Dat is geen appreciatie van eene lijn, maar van eene haven. Nu neem ik aan, mijnheer de voorzitter, dat de heer Boissevain, die vol gens zjjn eigen opgaaf in 7 jaar 550 keeren van Vlissingen na-ar Londen gegaan is, dat traject wel zal kennen. Toch bljjkt hiervan niet uit hetgeen hij zeide, dat er geen banken voor de haven van Vlissingen zijn. Want uit gaande van die plaats, gaan de booten tus schen de banken door naar het lichtschip Wielingen onder de Belgische kust, van daar naar het lichtschip Wandelaaren eerst dan zjjn zij in volle zee buiten de banken. Van den Hoek van Holland uitgaande, vinden de booten geen banken; wellicht ten Zuiden van den Waterweg, tegen de kust aan, de Maas vlakte, doch de schepen hebben daar niets te maken, daar zij rechtuit loopen in volle zee. Wanneer de Harwichbooten binnen komen en het is dik van mist, dan hebben zjj ten Noorden van den Waterweg eene schoone kust, waar zjj de lichten kunnen zoeken, en waar zjj op het lood den mond van den Waterweg kunnen binnengaan. »Mjjnheer de voorzitter, daar het schijnt, dat de heer Boissevain voor den Waterweg banken ontdekt heeft, die wij niet kennen, zou ik willen voorstellen, dat door onze kamer een schrijven gericht werd aan de Holl. kamer van koophandel te Londen, waarin gewezen werd op de toepraak van haren voorzitter, en waarbij verzocht werd, dat in het belang van de scheepvaart werd opgegeven, waar die bespro ken banken liggen." Op voorstel van den voorzitter werd besloten de zaak ter afdoening te stellen in handen van de commissie van Reeders. Naar de Londensche correspondent van het zelfde blad schrijft, zjjn de beschikkingen tus schen de Great Eastern spoorwegmaatschappij, de Hollandsche spoorwegmaatschappij en de Zuidduitsche spoorwegondernemingen betref fende de nieuwe mailroute over den Hoek van Holland thans beklonken, maar laat eene be slissing in de schikkingen met de Noordduitsche spoorwegadministratie nog op zich wachten. Het plan bestaat om de inwjjding der nieuwe Ijjn met een passend feest te vieren, zoowel te Parkeston Kade als aan den Hoek, waar men van plan moet zjjn een monsterlogement neer te zetten. Het Maartnummer van het Tijdschrift voor Posteiijen en Telegraphic is bjj na geheel ge wijd aan de nagedachtenis van den overleden hoofddirecteur der posteryen, den heer J. P. Hofstede. Men vindt er een woord van dank bare herinnering van de redactie, een woord over Hofstede's karakter van een zjjner oudste vrienden, dichtregelen aan zjjne nagedachtenis gewjjd, telegrammen van buitenlandsche ad- ministratiën, bjj het overljjden ontvangen, de eerste en laatste redevoering, door den heer Hofstede gehouden op het postcongres te Weenen in 1891, en eindeljjk een gedeelte van eene redevoering, bij de behandeling der postwet van 1891 in de Tweede kamer uitge sproken door mr H. Goeman Borgesius, die daarin hulde bracht aan den heer Hofstede, den Nederlandschen Stephan. De heer Von Stephan, chef van het Duit- sche postdepartement, seinde, toen hjj de doods- tjjding ontving: Douloureusement affecté de la perte irreparable de mon ancien ami et cher collègue Hofstede, le digne dogen de tant de congres internationaux et le promoteur infatigable de tant de progrès importants, je m empress e d'exprimer a votre administration ■mes vives condoléances. Als opvolger van wjjlen den heer Hofstede worden nog genoemd de heeren mr A. Kerdijk en mr W. Vissering, secretaris van den Raad van toezicht op de spoorwegdiensten. Wjj herinneren contribuanten aan het fonds ten behoeve van het muziekkorps der dd. schutterjj te Middelburg aan de vergadering, morgen (Donderdag), te half vier uur, op het stadhuis alhier te houden. Dinsdag middag had, zooals nog in een deel der oplaag van ons vorig nommer werd mede gedeeld, op plechtige doch eenvoudige wijze de begrafenis plaats van wjjlen den heer J. C. Lantsheer, Het Ijjk dat, van Mentone naar Middelburg overgevoerd, uit de woning van den overledene op den Dam alhier werd gedragen, werd naar zjjne laatste rustplaatsden familie-graf kelder te Oostkapelle, vergezeld door een groot aantal familieleden, vrienden, bekenden en oud collega's van den overledene. Naar men ons uit Oostkapelle meldde, waren bij de plechtigheid tegenwoordig de commis saris der koningin in Zeeland en onderschei dene leden der Provinciale staten, de president en eenige leden van het polderbestuur van Walcheren, de leden van het dageljjksch be stuur en de secretaris van Domburg, eene deputatie van de Domburgsche badcommissie, leden van de Vereeniging van burgemeesters en secretarissen op Walcheren en vele belang stellenden uit Domburg en Oostkapelle. De heer jhr A. van Reigersberg Verslujjs bracht hulde aan het karakter en de eigen schappen van den overledene en dankte, namens de weduwe en de overige familie, voor de betoonde belangstelling. Dinsdagavond werd op de bovenzaal der sociëteit de Vergenoeging alhier eene alge- meene vergadering gehouden van de leden der afdeeling Middelburg van de Vereeniging tot bevordering van fabrieks- en handwerksnij- verheid in Nederland. De vergadering, die gepresideerd werd dooi den heer mr E. Fokker, was als naar gewoonte niet druk bezochtbehalve een vjjftal bestuurs leden, waren slechts zeven heeren aanwezig. De voorzitter deelde mede dat, aangezien de heer K. Baart zjjn betrekking als voorzitter heeft nedergelegd, in de vacature is moeten voorzien wordendat is geschied door zjjne benoeming en hjj heeft die betrekking aan vaard. De heer Baart is echter bereid gevon den eene plaats in het bestuur te bljjven in nemen. Aan het bestuur der afdeeling is een erediet verleend van f 50 om te pogen in Goes en Vlissingen afdeelingen te vestigen. Bljjkens de door den penningmeester gedane rekening over het afgeloopen jaar levert die een goed saldo op van f 5.435. De rekening werd goedgekeurd. De punten van beschrjjving voor de aan staande algemeene vergadering, die daarna aan de orde kwamen, waren in verband met het voornemen van het hoofdbestuur om reeds in het laatst van het vooijaar, in Mei of Juni, de algemeene vergadering te doen houden slechts weinige. De twee eerste zjjna Is gas of elec- triciteit voor verlichting van fabrieken en werkplaatsen het meest aan te bevelen Welke redenen pleiten voor een en ander? Welke omstandigheden geven den doorslag bjj de keuze en b In hoeverre is invoering eener rijkswet wenscheljjk tot pensioneering van arbeiders, werklieden, klerken, dienstboden enz. van beiderlei kunne Voor het geval een wetteljjke maatregel te dien einde door de algemeene vergadering wenscheljjk wordt geacht, wordt aan het hoofdbestuur opgedragen zich tot de regeering te wenden met verzoek het tot stand komen eener dergeljjke rjjkswet te willen bevorderen, Omtrent deze punten worden nog steeds rapporten ingewacht van door het hoofdbe stuur benoemde commissiën. Het derde puntRust op de overheid de plicht er voor te zorgen, dat de werklieden verzekerd worden tegen de gevolgen van on gelukken bjj werken, die van overheidswege worden aanbesteed Zoo ja, welke is de beste wjjze waarop dit kan geschieden is reeds in eene vorige vergadering besproken en die bespreking zal op de aanstaande vergadering worden voortgezet. Het vierde punt luidt Hoe is het arbeiderscontract in onze wet geving te verbeteren (Ter bepaling der ge dachte worden hierbjj de volgende punten aangegeven zonder andere uit te sluitenaan- sprakeljjkheid der werkgevers voor ongelukken en ziekten tengevolge van het werkbedrag en uitbetaling van loon en winstuitkeering arbeidstjjdenboeten en loonsverbeuring bjj nalatigheid of contractbreukopzeggingster- mjjnen van het contractaansprakeljjkheid van dengene, die werk aanbesteedtberechting van geschillen; bewjjs van hetgeen overeen gekomen is; enz. Wetgeving o. a. in België en Duitschland). Hieromtrent heeft het bestuur geen pread vies te geven. Het wenscht den afgevaardigde vrjjheid te laten hoe daaromtrent te handelen. Punt vjjf luidt Houdt vooruitgang van de toepassing der ëleetriciteit in ons land geljjken tred met de vorderingen buitenslands? Is onze njjverheid voldoende op de hoogte van de electrotech- »iek Zoude» voortbrenging va» electriciteit en toepassing van hare kracht op verkeer en njjverheid niet belangrijk bevorderd en ver beterd worden, bjjaldien aan onze polytechni sche school voldoende hulpmiddelen voor het onderwijs in de electrotechniek aanwezig waren? Dat vraagpunt werd door den heer C. Bou- dewjjnse toelicht. In een breedvoerig rapport beantwoordde de spreker het eerste deel ervan ontkennend. Eenzelfde meening was de heer Boudewjjnse toegedaan, wat betreft het tweede deel van het vraagpunt, vooral omdat ons land, door zjjn ligging en zjjn voortbrengselen, niet in dezelfde gunstige omstandigheden verkeert als andere landen, de electrotechniek niet, even als in het buitenland, op technicums geschiedt, voldoende wordt onderwezen en de njjverheid ten deze niet zoo uitgebreid is als in grootere rijken. Op het derde gedeelte van het vraagpunt luidde het antwoord van den spreker toe stemmend. Beter echter zou hjj het achten dat naast de bestaande inrichting eene nieuwe werd gesticht, waar men zich speciaal voor het eene of het andere vak, ook dat der elec triciteit, zou kunnen bekwamen. Het bestuur werd uitgenoodigd naar aanlei ding van het gehoorde een rapport saam te stellen en aan het hoofdbestuur in te zenden- Met de hoofdzaken toch kon de vergadering zich vereenigen. Het laatste vraagpunt was van den volgen den inhoud: In hoeverre zou aan de 's winters dikwjjls heerschende werkloosheid tegemoet te komen zijn door het werk, dat zoowel de particulieren als de overheid hebben te laten uitvoeren, beter over het gansche jaar te verdeelen Hieromtrent was een rapport uitgebracht door de heeren H. P. van de Ree, P. Ragut en W. He jj boer. Deze commissie meende de oorzaak der 's winters heerschende werkloosheid te moeten toeschrjjven aan de toeneming van den machi- nalen arbeid, die veel sneller en met minder werkkrachten het werk verricht dan wanneer dit door handenarbeid geschiedt. Werk verschaffing, kindervoeding en bedeeling nemen de kwaal van werkloosheid niet weg, dit zou eerder het geval zjjn indien het werk beter over het gansche jaar werd verdeeld, wat naar de commissie meent practisch uitvoerbaar wezen zou. Een ander middel zou kunnen zjjn vermindering van werkuren, b. v. tot hoogstens 10 uren, beperking van de aanbe stedingkoorts enz. De denkbeelden van de commissie vonden zoowel instemming als tegenspraak. Eerstens werd door de tegenstanders beweerd dat de machines in het voordeel van den werkman zjjn en het werk verlichten, terwjjl m de tweede plaats werd aangevoerd dat verdeeling van het werk over het gansche jaar veelal onmogeljjk is. De voorzitter meende dat de beantwoording van het vraagpunt eigenlyk in localen zin dient te geschieden. Om tot een goed resul taat te komen en verdeeling van den arbeid te bereiken zou samenwerking van de burgerij met de patroons noodig zjjn, maar in de tweede plaats ook samenwerking tusschen patroons en werklieden. Op voorstel van het bestuur vereenigde de vergadering zich in hoofdzaak met de conclusie van het rapportmet meerderheid van stem men, 8 tegen 2, werd goedgevonden de con clusie tot invoering van een normalen arbeids dag te doen vervallen. Verder werd nog de wenscheljjkheid uitge sproken om pogingen aan te wenden, de dooi sommigen noodig geachte, doch door anderen moeilijk tot stand te brengen geoordeelde, samenwerking tot werkverdeeling te verkrijgen. Omtrent dit laatste werd echter geen defi nitief besluit genomen. Eindeljjk werd overgegaan tot de benoeming van een afgevaardigde ter algemeene verga dering, waarvoor door het bestuur werden aanbevolen de heeren C. Boudewjjnse en H. P. van de Ree. Eerstgenoemde werd met meerderheid van stemmen 9 van de 11 tot afgevaardigde benoemd. Als plaatsvervangend afgevaardigde werden door het bestuur aanbevolen de heeren D. G. Kröber jr. en P. Ragut. Eerstgenoemde werd met 7 stemmen benoemd. Nadat de voorzitter nog had medegedeeld dat binnenkort waarschjjnlijk den leden de gelegenheid zal kunnen geboden worden om de teekeningen der leerlingen van de burger avondschool te bezichtigen, werd de bjj een-1 komst gesloten. Door Z. D. H, de bisschop van Haarlem is benoemd tot kapelaan te Vlissingen de heer J, M, J, va» Kooy, Naar men ons meldt is het gebouw der Bank van Leening te Goes door de gemeente ter beschikking van het rijk gesteld, voor den aldaar te vestigen landbouwcursus. Genoemd gebouw moet daarvoor uitstekend geschikt zjjn. Tegen 1 April a. s. is benoemd tot post bode te Gamperland A. J. van der Graait te Scherpenisse. De liberale kiesvereeniging te Zierikzee hield Maandagavond eene vergadering, waarin een vijftigtal leden aanwezig waren. Na de mededeeling van den voorzitter, mr A. J. F. Fokker, dat het bestuur zich sedert de vorige vergadering had geconstitueerd en dat mr Van Geuns voor zijne benoeming had bedankt, terwjjl het bestuur gemeend had deze vacature tot de Aprilvergadering te moeten aanhouden, gaf hjj het woord aan den heer P. van der Have, hoofd eener openbare lagere school te Zierikzee, die, op uitnoodiging van het bestuur, dien avond zou spreken over Leerplicht". Allereerst stond spreker stil bjj den tegen- woordigen toestand van het lager onderwjjs, die, volgens hem, treurig is te noemen, ten gevolge van het absolute en meer nog door het relatieve schoolverzuim. Wel werden en worden nog sedert de wetten van 1878 en 89 scholen gebouwd, onderwjjzers aangesteld, schoolmeubelen en leermiddelen verschaft en millioenen voor dat onderwjjs uitgegeven, maar wat baat dit alles, vroeg spreker, waar de leerlingen ontbreken en waar van 50 tot 75 procent der kinderen de school verzuimen of die verlaten zonder den cursus volledig te hebben doorloopen Slechts aan een betrek- keljjk klein deel der leerlingen draagt dit onderwjjs vrucht, terwjjl het schoolverzuim verlammend werkt èn op het onderwjjs èn op den onderwjjzer. Men dweept in ons Nederland met de vrjj heid en diezelfde vrjjheid wordt gebezigd als een voorwendsel om de invoering van leer» plicht, die reeds in andere landen, met name in Duitschland, Zwitserland, Groot-Brittanje en elders met succes bestaat, tegen te houden. Waarom toch, vroeg spreker, zou leerplicht de vrjjheid meer belemmeren dan b. v. de militiewet, de belastingwetten en zoovele an- dere Voorts deed hjj eenige grepen uit het school leven, met betrekking tot het schoolverzuim, uit eigen ervaring en volgens mededeeling van collega's, waarvan vele, indien 't niet zoo bedroevend was, den lachlust zouden opwek ken om daarna een en ander mede te deelen omtrent sommige gemeenten en inrichtingen in ons land, waar feiteljjk leerplicht is inge voerd, en omtrent de uitstekende resultaten, daarmede verkregen. Eindeljjk leverde spreker een warm pleidooi voor de invoering van sleerplicht", die, Vat tegenstanders van liberale en anti-liberale zjjde daartegen ook mogen aanvoeren, zeer goed uitvoerbaar en in ons land bestaanbaar is, terwjjl leerplicht alleen in staat is het onder wjjs werkelijk te verbeteren en meer vrucht baar te maken. De vergadering dankte den spreker met een warm applaus, terwjjl de voorzitter daaraan toevoegde den dank van bet bestuur en der vergadering voor de heldere en breeds uiteenzetting van bet onderwerp, terwjjl hjj zich overtuigd hield, dat, mocht er soms iemand in de vergadering geweest zjjn, die niet mocht geweten hebben dat de heer Yan der Have met hart en ziel onderwjjzer is, deze dit dan zeker dien avond wel zal hebben ontdekt. De voorzitter deelde daarna mede, dat de heer Van der Have bereid was om in debat te treden. Niemand maakte daarvan echter gebruik, waarna de voorzitter aan spreker nog een paar vragen deed, voornameljjk den landbouwers stand betreffende. Hjj vroeg ook of spreker werkeljjk van oordeel is, dat het onderwjjs bjj invoering van leerplicht zooveel meer vruchten zou dragen dan thans, daar hjj meent, dat het tegenwoordig onderwjjs voor een groot deel meer op de theorie dan op de practjjk geba seerd is. De heer Van der Have antwoordde hierop, dat overal, waar leerplicht ingevoerd is, reke ning wordt gehouden met den arbeid, ook met die van den landbouw en dat, naar gelang van de plaatseljjke omstandigheden, daarnaar de vacantiën worden geregeld, zoodat het nadeel, dat daaruit voor den landbouw zou kunnen voortspruiten, gering kan zjjn, terwijl hjj, wat het laatste punt betreft, aanvoerde dat hjj het met mr Fokker volkomen eens is, dat het lager onderwjjs, zooals het thans is inge richt, bjj invoering van leerplicht niet in alle opzichten zou blijken te voldoen, doch dat hjj het reeds ee» greets» stap vpomartf se»

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1893 | | pagina 1