N°. 53.
136e Jaargang.
1893.
Yrijdag
3 Maart.
Middelburg 2 Maart.
Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.
Afzonderlijke nommers, met of zonder bijvoegsel,
zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën 20 cent per regel. Bij abonnement lager.
Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle
dankbetuigingen, van 17 regels 1.50
iedere regel meer ƒ0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte^
Telephoonnommer 139.
ttiDiiniii ii(.s(in courant.
Thermometer.
Advertentiën
Agenten te Ylissingen P. G. de Vey Mestdagh Zoon, te Goes A. A. W. Bolland, te Kruiningen F. v. d. Peijl, te Zierikzee A. C. de Mooij, te Tholen W. A.
Middelburg 2 Maart 8 u. vm. 47 gr. j van Nieuwenhuijzen en te TerneuzenM. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de moeten des namiddags te één uur
m. 12 u. 51 gr., av. 4 u. 49 gr. F. advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmar, te Rotterdam, de Gebe. Belinïante, te 's Gravenbage, en A. de La Mas Azn., te Amsterdam. j aan bet bureau bezorgd zijn, willen
Verwacht W. wind. Hoofdagenten voor bet Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., Joiin F. Jones, opvolger. zjj des avonds nog worden opgenomen.
üroninger toestanden, lie
(elmwde veldarbeider.
In het tweede gedeelte van het Centraal
F apport betreffende den toestand der arbei
dende bevolking in het kiesdistrict Appin-
gedam, waaruit wij in ons vorig artikel
eenige gegevens ontleenden ter kenschetsing
van den toestand der ongehuwden, vinden
wij mededeelingen omtrent de gehuwde
gezinnen. Wij meenen hier niet beter te
kunnen doen, dan de rapporteurs zelven te
laten spreken. Op p. 3233 zeggen zij
„Over 't geheel vangen de huwelijken op veel
le jeugdigen, d. i. op 18, 19 k 20, ja soms
reeds op 17jarigen leeitijd aan. Zulke huwe
lijken zijn bijna alle gedwongen, als gevolg
van de hoogst onzedelijke en losbandige leef
wijze, die men vóór het huwelijk beeft geleid
Want hoe gaat het menig jongeling en jonge
dochter Nauwelijks hebben zij op 13 k 14
jarigen leeftijd de ouderlijke woning verlaten
en zijn ze „bij den boer", of ze gevoelen zich
geheel vrij van de tucht der ouders, terwijl
bovendien vele ouders zich om bet zedelijk
leven hunner kindoren, die „bij den boer"zjjn,
niet bekommeren. Ach t zij hebben vóór ban
huwelijk zelf ook zoo geleefd.
Een onvermijdelijk gevolg hiervan is dan
ook dat er bij het sluiten van het huwelijk
weinig of niets is overvcrdiend, om zich het
noodige huisraad aan te schaffen. Het huwelijk
vangt vaak met schulden aan.
Vele znlke mannen verstaan hun werk
nog niet volledig. Zij zijn te jong. Zij hebben
nog niet lang genoeg gediend, om die be
kwaambeden en die ervaringen op te doen, die
van «en flinken arbeider mogen worden geëischt.
Zy zijn niet bekwaam om als kostwinner voor
een huisgezin op te treden.
Vele zulke jonge vrouwen weten nog niet
wat huishouden is; zij hebben het niet geleerd.
Heeft zou'n jonge vrouw van nature een
netten en ordelijken aard; maar al te vaak
ontbreekt haar de lust en de macht, om in
haar bijeengescharreide huishouding in een
enkel vertrek, of kamer, soms een afdakka
mer, eenige orde te scheppen, of er eene ge
zellige huiselijkheid in aan te brengen. Trou
wens ze heeft daartoe ook geen tijd of ge
legenheid, want nauwelijks zijn de wittebroods
weken voorbij, of er komt retds een kleine
spruit kijken, om moeder voor goed de handen
te binden. Hot volgend jaar komt er weer
een, en zoo gaat het tot op zekeren teeltijd
voort.
Man Doch vrouw zijn zich bewust van de
dure plichten, die er voor de opvoeding van
hunne kinderen op hen rusten. Zuinigheid,
vlijt, netheid en orde, alle noodzakelijke ver-
eischten voor mensohen, die van betrekkelijk
geringe inkomsten moeten leven, ontbreken
meestal. Kortom zij kennen de practische zijde
van bet leven nog niet genoeg, om de ge
wichtige taak van man en vrouw te aanvaarden.
De zorg voor een redelijk goede toekomst
treedt bij hen te weinig op den voorgrond.
Hierbij komt nog, dat zulke vroeg, te vroeg
gesloten huwelijken doorgaans met een talrijk
kroost worden gezegend.
Is het wonder, dat bij znlke huwelijken al
dadelijk de grondslag wordt gelegd voor
toekomstige ellende Komt er ziekte, of gebrek
aan werk, dan staat spoedig de bitterste
armoede voor de deur en is men genoodzaakt,
om bij gemeente-, of armbesturen aan te
kloppen, om werk te erlangen, zij om
beueeling en is in de wintermaanden dan door
gaans het keien kloppen voor hen nog het
eenige middel, om zich eene sobere verdienste
te verschaffen."
Een droevige opvolging van schakels eener
ketting sans fin.- Verwaarloosde jeugd
vroeg aan 't werk vroeg bedorven
losbandigheid verplicht huwelijk kind
op kind armoede en bedeeling voor de
kinderen verwaarloosde jeugd en zoo weer
van voren af aan.
Dat is de breede weg, dien de meerder
heid bewandelt.
Troostrijk is echter, dat er ook een
smalle weg is, langs welke men uit dezen
vicieusen cirkel ontkomen kan, en die
mocht herhaald onderzoek aantoonen in toe
nemende mate bewandeld wordt door
hen, die nadenken en hunne driften in toom
houden.
Wat omtrent de loonen gezegd wordt toont,
dat door hen, die slechts voor zich zeiven
hebben te zorgen, in de jongelingsjaren
^enige besparingen kunnen worden gemaakt.
„Wat bei loon betreft; dit is van dien aard
en van zoodanig een bedrag, dat een boeren
knecht van 23 jaar en onder, bij eenigen goeden
wil en behoorlijke spaarzaamheid, jaarlijks 70 k
80 gulden zon kunnen opleggen van het door
hem verdiende loon, dat gemiddeld op 170 a
180 gulden mag worden gerekend; terwijl eene
dienstmeid van denzelfden leeftijd, eveneens
onder dezelfde voorwaarden, gemakkelijk jaar
lijks 30 k 40 gulden zon kunnen overhouden
van haar loon, dat gemiddeld 80 a 90 gulden
bedraagt." (p. 17).
Ofschoon de regel is dat de dienstbaren
losbandig en onverschillig zijn, zijn er ook
„die van wege hunne beschaafdheid, zuinig
heid, ordelijkheid en zedelijkheid ieder welden
kende eerbied afdwingen." (p. 25).
Ook vooral met betrekking tot het huwe
lijksleven zijn zij meer op de toekomst
bedacht.
Over 't geheele district zijn de huwelijken)
op lateren leeftijd, van 2530 jaar, gesloten,
meestal het gevolg van een bedaarder en
zediger leven, door de betrokken personen vóór
hun huwelijk geleid. Hun wacht dan ook een
beter lot. Zij verstaan bun werk. Zij hebben
veelal gezamenlijk zooveel overdiend, dat ze
eene goede, nette, voor hun stand passende
huishouding kunnen oprichten, terwijl ze vaak
bovendien nog een huisje met een lapje grond
kunnen koopen, 't zij geheel vrij, 't zij gedeel
telijk bezwaard. Ook worden ze doorgaans
niet met een zoo talrijk kroost gezegend. Zij
gaan dan ook met een zekere gerustheid de
toekomst te gemoet. (p. 33).
Hier moeten de centrale rapporteurs echter
blijkbaar de mededeelingen der plaatselijke
commissiën met gissingen aanvullen. Immers
zij voegen hieraan toe
„Wij meenen dat in elke afdeeling wel
zoodanige arbeiders-gezinnen zouden zijn aaD
te wijzen, al wordt er ook slechts in een paar
rapporten op gewezen."
Zij, die er niet tegen opzien de menschen
tot het goede te dwingen, moeten, bij ver
gelijking van 't geen wij boven den breeden
en den smallen weg noemden, bijna onweer
staanbaar de begeerte in zich voelen opkomen
den breeden weg af te sluiten. Natuurlijk
al dadelijk door leerplicht ter beperking van
den veldarbeid van kinderen. Op dezen
reeds lang als noodzakelijk erkenden maat
regel wordt in de eerste plaats door het
rapport gewezen. Wij verblijden ons erover
dat het onderzoek van den toestand de
bestuurders van een centrale kiesvereeniging
in een landbouwend district tot dezen aan
drang heeft geleid. Kon men daaraan nu
verder toevoegendwang tot spaarzaamheid,
tot kuischheid, tot uitstel van het huwelijk
of bij vroeg huwelijk tot beperking van het
aantal kinderen op andere wijze, dan werd
in één menschenleven de toestand g zond.
Dan zouden de getrouwde vrouwen niet meer
uit werken behoeven te gaan, althans zich
tot halve dagen kunnen bepalendan zou
er voor het opkomend geslacht worden ge
zorgd dan zou er voor den ouden dag
een pensioen kunnen worden gekocht.
Weder staan wij hier voor het bekende
opvoedkundige vraagstukhoe moet men
iemand behandelen in de vlegeljaren der
vrijheid? Wat van een pupil geldt, geld;
ook van deze bevolking. Wij blijken
hier te staan voor de eerste periode
der feitelijke emancipatie van den ar
beidenden stand. Vroeger, toen men een
eigen dienstbodenrecht had, stonden de
knechten en meiden behoorlijk onder tucht,
nu niet meer. De werkgevers bemoeien zich
niet met hunne dienstbarenmaar achten
dezen zich niet op hunne beurt aan zulke
opgedrongen voogdij ontgroeid Het rapport
zegt bij de aansporing der werkgevers om
voor de dienstbaren te zorgen
„Men zal aanvankelijk, wegens gebrek aan
ontwikkeling en zedelijk gevoel bij den dienst
bare, van die zijde veel tegenkanting ontmoeten
en in menig opzicht door onverstandige en
onontwikkelde ouders in zijne goede bedoelingen
worden gedwarsboomd. Men zal worden be
schouwd als iemand, die inbreuk wil maken
op de vrijheid van het individu en op de
rechten der ouders, daar de ergdenkendheid
en het wantrouwen groot zijn en helaas nog
hand over hand toenemen." (p. 30),
De arbeidende klasse wil blijkbaar, even
als de jongelieden uit de hoogere klassen,
haar ervaring zelve koopen. Of dit de beste
weg is, laten wij voor 't oogenblik onbe
sproken. Slechts eische zij niet, dat latei-
de maatschappij de gevolgen drage. Een
van beidenvrijheid met verantwoordelijk
heid, of afschuiving dor verantwoordelijkheid
op anderen, maar dan ook levenslange on
mondigheid en onderwerping aan de nood
zakelijke tucht.
Dit is een der vraagstukken, waarover het
moeilyk is voor anderen te beslissen. Er
z'ijn er ook onder de meer gegoede klassen,
die jaren lang gebukt gaan onder de ge
volgen van jeugdige loszinnigheid en die
zich toch eenigermaie weten te troosten met
de herinneringen aan vroegere genoegens
Anderen, die op rijpen leeftijd klagen dat
zij van de goede jonge dagen geen genot
hebben gehad, omdat zij te zeer aan hun
toekomst hebben gedacht. Zoo verdeelt de
een de versnaperingen, die zijn beurs hem
veroorlooft, zóo, dat hij eiken dag iets heeft,
de ander verkiest liever langen tijd alles te
ontberen, om daarna een dag tegen den koning
te kunnen teren.
Zou de ondervinding ook niet de arbei
dende klasse wijzer maken en maat leeren
houden
Immers, als men het verslag nauwkeurig
nagaat, lijdt zij minder door losbandigheid
dan door vruchtbaarheid. Lichtzinnig is bet,
nog haast in de kinderschoenen reeds ouder
plichten op zich te laden, maar geenszins
als los van banden gevoelt en gedraagt zich
de jongelingschap, die door een huwelijk
onder zoo ongunstige omstandigheden, als
in den aanhef dezes zijn geschetst, tegen
over meisje en kind tracht goed te maken
wat goed te maken is. In dit opzicht doen
de rapporteurs der bevolking onrecht. Si j'ai
des enfantsje I'ignore is het devies der los
bandigheid. Aan de arbeidende bevolking,
zooals zij hier geschetst is, ontbreekt meer
dan iets anders de nuttige kennis, die haar
artsen haar konden verschaffen, indien deze
niet liever verkozen, de vooroordeelen der
geestelijkheid te ontzien.
In het verslag der Tweede kamer over de
kies wet komt de bewering voor, dat het getal
kiezers, volgens het voorstel der regeering, in
de eerste jaren niet boven de 500.000 zal
sty gen, dus 300.000 minder dan de minister
Tak onderstelt. Men kwam daartoe door de
volgende becijfering.
De minister stelt het aantal dergenen, die
niet kunnen lezen en schi-yven en die bedeeld
zyn, op 200.000. Daarbp komen dan nog 22.000
wegens andere reden van uitsluiting (wanbe
taling bp belastingen, verlies van beschikking
over het vermogen, krankzinnigen, enz.) Yan
de 1.083.528 mannelijke meerderjarige ingeze
tenen, tevens Nederlanders, blpven dus 861.000
over, of ruim 79 pet. Daarvan gaan echter,
meenden vele leden, nog een groot aantal af.
Eerst de gevangenen, die de minister niet
in rekening heeft gebracht. Voorts zal het
aantal sanalphabeten" (niet lezen en schrpven)
veel grooter zpn. De minister rekent toch op
slechts 5.4 pet der lotelingen, het cyfer van 1892,
maar de oudere personen vallen onder de per
centages van 23, 19, 12 en 10 pet., die 40, 30,15
en 10 jaren geleden niet konden lezen en schre
ven. De statistiek der miliciens, die tot de korps-
scholen werden toegelaten, leert dat er in
1875 nog 32 pet., in 1890 nog 24 pet. waren,
die niet of gebrekkig konden lezen en schry ven.
Daarbp komen dan degenen die het lezen
en schrpven hebben verleerd na het verlaten
der school. In België is daarvan een statistiek
gemaakt, die leert dat het getal »ongeletter-
den" onder de 70-jarigen 49 pet, bedraagt, en
voor de 4549 jarigen wel daalt tot 34 pet,
maar voor de 35—39-jarigen nog 27 en voor
de 2529-jarigen nog 20 pet is.
Dan betwpfelde men, of de thans verstrekte
opgaven, vooral wat de tpdelpke bedeelden
betreft, wel volledig zpn. Onder de strengere
strafbedreiging van het ontwerp zouden de
staten der armbesturen een veel grooter aantal
bedeelden omvatten dan de minister voorziet
Zoo kwam men tot een aantal van 400,000, die
de kenteekenen van geschiktheid en welstazjd
van het ontwerp zouden missen. Voegt men
daarbp degenen, die uit gebrek aan belang
stelling geen aanvraag zouden inleveren
zooals by de lodgers is gebleken en het
verschil tusschen bevolkingsregisters en ver-
biyRegisters, dan komt men, volgens het ver
slag, tot de slotsom dat het getal kiezers in de
eerste jaren niet boven 500.000 zal zpn (thans
300.000), wellicht nog minder.
Zooals wij meldden zpn bp het voorloopig
verslag gevoegd drie nota'sen wel
I. Van den heer Schepel, bezwaar makende
tegen de voorgestelde kiestabel, die geen reke
ning houdt met den eisch der grondwet, dat
voor de indeeling van het rpk in kiesdistricten
zoowel het grondgebied als de bevolking, ol
wel beiden, maatstaf moeten zpn. Bp onver
anderde aanneming van dit ontwerp zou het
gevolg zpn, dat twee provinciën 3/s> en de
negen overige slechts 3/6 van de leden dei-
Tweede kamer zouden kiezen.
II. Van den heer Vrolik, meerstemmig kies
recht voorstaande. Zp, die zekeren graad van
ontwikkeling bezitten, door de wet te bepalen,
zouden eene dubbele of drievoudige stem mogen
uitbrengen, doch niemand hebbe recht op meer
dan drie stemmen. Gegradueerden, kooplieden,
enz., hebben veel kans ook over drie stemmen
te beschikken. De overige tegenwoordige kie
zers zullen het allicht brengen tot twee stem
men, met uitzondering van hen, die blpken
mochten hunne bevoegdheid tot kiezen niet
te kunnen uitoefenen, wegens achterlpkheid
in het lezen en schrpven. Onder de nieuwe
kiezers zullen er velen zpn, die het ook bren
gen tot twee stemmen. De overige nieuwe
kiezers zpn nog zoo groot in aantal, dat de
amenstelling der individueel enkelvoudige
stemmen hun toch het overwicht in handen
geeft.
III. Van den heer Levy. Deze is van oor
deel, dat aan ons volk het politieke kiesrecht
moet worden verleend, zoover de grondwet
het gedoogt. Het besturende kiesrecht daar
entegen, waaronder hp het kiesrecht voor de
plaatselijke vertegenwoordiging verstaat, heeft
innerlpk andere eischen, uiterlijk dezelfden
vorm en samenhang. (Art. 143, Grondwet)
Juist om die reden betreurt de heer Levy ten
zeerste, dat de regeering die beide grondwet-
telpke op éene lpn gestelde bemoeiingen des
staatsburgers heeft gehalveerd en uiteenge-
scheurd.
De beweging te Utrecht tegen de aan
hangige kieswetten gaat ook uit van een
gepensioneerde, namelijk den oud-raadsheer
Van Nooten van het oud-gerechtshof van
Utrecht, tevens oud-lid van Utrecht's gemeen
teraad.
Zooals men zich herinneren zal zegt het
Vad. hebben onze troepen reeds driemaal
te vergeefs een aanval gewaagd op de Atjeh-
sche versterking Kaloet, en verkregen de onzen
daarbp de laatste maal 7 dooden en 32 ge
wonden. Thans vernemen wp uit een parti
culier schrpven uit Kota-Radja, dat er plan
bestaat andermaal te beproeven die sterkte te
nemen. Het tpdstip, waarop die aanval zou
plaats hebben, was onbekend, wellicht in den
loop dezer maand, In ieder geval zullen er
veel troepen aan deelnemen.
Bp kon. besluit
is benoemd tot notaris binnen het arr.
's Hertogenbosch, ter standplaats Nuenen, J. J,
Scholtens, candidaat-notaris te Ravenstein
is bevorderd tot commies hij 's rpks werven
de adjunct-commies F. J. Kloprogge, en be
noemd tot adjunct-commies bp 's rpks werven
de klerk A. H. de Hart.
Bp koninklpk besluit is een verhooging van
vast traktement vastgesteld voor de officieren-
machinist der le klasse, na vpf en natiën ja
ren dienst in dien rang.
Besmettelijke ziekten.
De regeering heeft de volgende wpzigingen
voorgesteld op de wet van 1872, tot voorziening
tegen besmettelpke ziekten.
Ten eerste wordt (in art. 16) den burge
meester opgedragen om van de verplichte
kennisgeving,door den geneeskundige, die een
lp der aan Aziatische cholera of pokken waar
neemt, hem binnen 24 uren te doen, onver-
wpld een afschrift te doen toekomen aan den
geneeskundigen ambtenaar. (Thans bestaat de
mogelpkheid dat die ambtenaar, op grond van
de geneeskundige wetten, eerst den derden
dag na het ziektegeval kennis krpgt).
Ten 2e wil de regeering doen vervallen de
■wekelpksche bekendmaking van het cpfer,
der in elke gemeente aan cholera overledenen
in de Staatscourant. Zp is van oordeel dat
de bepalingen van de artt. 21 en 24 der wet
genoegzame waarborgen opleveren voor een
gewenschte publiciteit, terwpl de bedoelde
bekendmaking, door de samenvoeging van alle
gemeenten, waar gevallen voorkomen, een zeer
onjuist beeld geeft van den stand der ziekte.
Eene dergelpke publicatie behoort h. i. in elk
geval afhankelpk te zpn van eene internatio
nale regeling, waarbp de regeeringen dei-
onderscheidene staten de verplichting op zich
nemen elkander wederkeerig in te lichten om
trent het voorkomen der ziekte in elk land-
Ten derde wenscht de regeering eene be
paling in het leven te roepen, waardoor de
burgemeester verplicht wordt om, wanneer
hp bij het heerschen van besmettelpke ziek
ten aan het advies van den geneeskundigen
ambtenaar geen of geen volledig gevolg geeft,
de bezwaren mede te deelen, die hem weer
houden van zpue bevoegdheid gebruik te ma
ken, maatregelen te nemen of voorschotten te
verordenen, die door dezen ambtenaar nood-
zakelpk worden geacht. Alsdan kunnen dia
bezwaren worden overwogen, kan worden na
gegaan, wat tot hunne wegneming ware te
verordenen, en, zoo noodig, door de regeering
worden tusschenbeide getreden.
Wering van besmetting door uit zee
aankomende schepen.
Ten einde eene eenvormige toepassing der
wet van 28 Maart 1877, overeenkomstig hare
bedoeling, te verzekeren, voor het geval dat
een schip, wanneer het bp het door de wet
voorgeschreven gezondheids onderzoek in een.
toestand gevonden wordt, die gevaar voor de
gezondheid voor de opvarenden of van ande
ren oplevert, komt het der regeering wen-
schelijk voor, gelet op de ervaring van het
vorige jaar, eene duidelpke bepaling in het
leven te roepen, krachtens welke de schepen,
die sedert een minder aantal dagen dan het
incubatietpdperk van eene der in art. 2 der
wet bedoelde ziekten wordt aangenomen te
duren, eene wegens die ziekte besmet ver
klaarde haven verlaten hebben of een geval
van die ziekte aan boord hebben gehad, reeds
om die reden alleen buiten gemeenschap met
den wal gehouden en aan de noodig ge
achte gezondheidsmaatregelen, zp het slechts
aan enkele dagen observatie, onderworpen
kunnen worden.
Volgens art. 10 der bestaande wet, worden
de opvarenden, die bevonden worden niet te
lijden aan eenige besmettelpke ziekte, terstond
onbelemmerd aan den wal gelaten. De er
varing heeft de wenschelpkheid aangetoond
die toelating afhankelpk te maken van de
toestemming van den met het gezondheids
onderzoek belasten geneeskundige.
Tot het aanbrengen van bedoelde wpzigin
gen strekt e'en door de regeering ingediend
wetsontwerp.
Het wetsontwerp tot goedkeuring der over
eenkomst met België, betreffende de grens
regeling tusschen Baarle-Nassau en Baarle-
Herzog, dat voor het sectieonderzoek was
aangewezen, is op verzoek van de regeering
voorloopig van de agenda van den sectiearbeid
genomen.
Letteren en Kunst,
Het reeds een paar malen uitgestelde
concert, alhier te geven door den heer en
mevrouw BosmansBenedicts van Amsterdaih
en onzen stadgenoot; den heer A, de Jong, zal
dan toch eindelijk plaats hebben op Dinsdag
a., den 7en Maart. Dat dit met belangstelling
wordt tegemoet gezien blpkt uit meer dan een
feit, ons bekend, en niet het minst uit de in-
teekening op een lpst, die heeft gecirculeerd.
En geen wonder 1
Een drietal, van zoo goeden naameen eenig
violoncellist als de heer Bosmans, eene pia
niste als mevrouw BosmansBenedicts, en
een violist zoo gunstig bekend als de heer A,
de Jonghet kan niet anders of het mu-
zieklievend publiek moet met verlangen den
avond verbeiden, waarop zp hunne talenten
ten beste zullen geven.
Het programma voor Dinsdag is bovendien
alleruitlokkendst. Het is samengesteld ala
volgtTrio op. 80 in F, voor piano, viool en
violoncel, SchumannConcerto op. 42 voor
viool, Gernsheima. Etude, Chopin, b. 12e
Bhapsodie, Liszt, beide voor pianoa. Air,
Bach, b. Le Cygne, Saint-Saëns, c. Beigent
Popperalle voor violoncelFantaisie Ca-
price, voor viool, Vieuxtempsen Trio op. 99
in Bes, voor piano, viool en violoncel, Schubert,
Vooral in het laatste nommer, Trio van
Schubert, werd door den heer Daniel de
Lange het spel van den heer Bosmana zee?
geprezest