N°. 53. 136e Jaargang. 1893. Yrijdag 3 Maart. Middelburg 2 Maart. Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2. Afzonderlijke nommers, met of zonder bijvoegsel, zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën 20 cent per regel. Bij abonnement lager. Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle dankbetuigingen, van 17 regels 1.50 iedere regel meer ƒ0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte^ Telephoonnommer 139. ttiDiiniii ii(.s(in courant. Thermometer. Advertentiën Agenten te Ylissingen P. G. de Vey Mestdagh Zoon, te Goes A. A. W. Bolland, te Kruiningen F. v. d. Peijl, te Zierikzee A. C. de Mooij, te Tholen W. A. Middelburg 2 Maart 8 u. vm. 47 gr. j van Nieuwenhuijzen en te TerneuzenM. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de moeten des namiddags te één uur m. 12 u. 51 gr., av. 4 u. 49 gr. F. advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmar, te Rotterdam, de Gebe. Belinïante, te 's Gravenbage, en A. de La Mas Azn., te Amsterdam. j aan bet bureau bezorgd zijn, willen Verwacht W. wind. Hoofdagenten voor bet Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., Joiin F. Jones, opvolger. zjj des avonds nog worden opgenomen. üroninger toestanden, lie (elmwde veldarbeider. In het tweede gedeelte van het Centraal F apport betreffende den toestand der arbei dende bevolking in het kiesdistrict Appin- gedam, waaruit wij in ons vorig artikel eenige gegevens ontleenden ter kenschetsing van den toestand der ongehuwden, vinden wij mededeelingen omtrent de gehuwde gezinnen. Wij meenen hier niet beter te kunnen doen, dan de rapporteurs zelven te laten spreken. Op p. 3233 zeggen zij „Over 't geheel vangen de huwelijken op veel le jeugdigen, d. i. op 18, 19 k 20, ja soms reeds op 17jarigen leeitijd aan. Zulke huwe lijken zijn bijna alle gedwongen, als gevolg van de hoogst onzedelijke en losbandige leef wijze, die men vóór het huwelijk beeft geleid Want hoe gaat het menig jongeling en jonge dochter Nauwelijks hebben zij op 13 k 14 jarigen leeftijd de ouderlijke woning verlaten en zijn ze „bij den boer", of ze gevoelen zich geheel vrij van de tucht der ouders, terwijl bovendien vele ouders zich om bet zedelijk leven hunner kindoren, die „bij den boer"zjjn, niet bekommeren. Ach t zij hebben vóór ban huwelijk zelf ook zoo geleefd. Een onvermijdelijk gevolg hiervan is dan ook dat er bij het sluiten van het huwelijk weinig of niets is overvcrdiend, om zich het noodige huisraad aan te schaffen. Het huwelijk vangt vaak met schulden aan. Vele znlke mannen verstaan hun werk nog niet volledig. Zij zijn te jong. Zij hebben nog niet lang genoeg gediend, om die be kwaambeden en die ervaringen op te doen, die van «en flinken arbeider mogen worden geëischt. Zy zijn niet bekwaam om als kostwinner voor een huisgezin op te treden. Vele zulke jonge vrouwen weten nog niet wat huishouden is; zij hebben het niet geleerd. Heeft zou'n jonge vrouw van nature een netten en ordelijken aard; maar al te vaak ontbreekt haar de lust en de macht, om in haar bijeengescharreide huishouding in een enkel vertrek, of kamer, soms een afdakka mer, eenige orde te scheppen, of er eene ge zellige huiselijkheid in aan te brengen. Trou wens ze heeft daartoe ook geen tijd of ge legenheid, want nauwelijks zijn de wittebroods weken voorbij, of er komt retds een kleine spruit kijken, om moeder voor goed de handen te binden. Hot volgend jaar komt er weer een, en zoo gaat het tot op zekeren teeltijd voort. Man Doch vrouw zijn zich bewust van de dure plichten, die er voor de opvoeding van hunne kinderen op hen rusten. Zuinigheid, vlijt, netheid en orde, alle noodzakelijke ver- eischten voor mensohen, die van betrekkelijk geringe inkomsten moeten leven, ontbreken meestal. Kortom zij kennen de practische zijde van bet leven nog niet genoeg, om de ge wichtige taak van man en vrouw te aanvaarden. De zorg voor een redelijk goede toekomst treedt bij hen te weinig op den voorgrond. Hierbij komt nog, dat zulke vroeg, te vroeg gesloten huwelijken doorgaans met een talrijk kroost worden gezegend. Is het wonder, dat bij znlke huwelijken al dadelijk de grondslag wordt gelegd voor toekomstige ellende Komt er ziekte, of gebrek aan werk, dan staat spoedig de bitterste armoede voor de deur en is men genoodzaakt, om bij gemeente-, of armbesturen aan te kloppen, om werk te erlangen, zij om beueeling en is in de wintermaanden dan door gaans het keien kloppen voor hen nog het eenige middel, om zich eene sobere verdienste te verschaffen." Een droevige opvolging van schakels eener ketting sans fin.- Verwaarloosde jeugd vroeg aan 't werk vroeg bedorven losbandigheid verplicht huwelijk kind op kind armoede en bedeeling voor de kinderen verwaarloosde jeugd en zoo weer van voren af aan. Dat is de breede weg, dien de meerder heid bewandelt. Troostrijk is echter, dat er ook een smalle weg is, langs welke men uit dezen vicieusen cirkel ontkomen kan, en die mocht herhaald onderzoek aantoonen in toe nemende mate bewandeld wordt door hen, die nadenken en hunne driften in toom houden. Wat omtrent de loonen gezegd wordt toont, dat door hen, die slechts voor zich zeiven hebben te zorgen, in de jongelingsjaren ^enige besparingen kunnen worden gemaakt. „Wat bei loon betreft; dit is van dien aard en van zoodanig een bedrag, dat een boeren knecht van 23 jaar en onder, bij eenigen goeden wil en behoorlijke spaarzaamheid, jaarlijks 70 k 80 gulden zon kunnen opleggen van het door hem verdiende loon, dat gemiddeld op 170 a 180 gulden mag worden gerekend; terwijl eene dienstmeid van denzelfden leeftijd, eveneens onder dezelfde voorwaarden, gemakkelijk jaar lijks 30 k 40 gulden zon kunnen overhouden van haar loon, dat gemiddeld 80 a 90 gulden bedraagt." (p. 17). Ofschoon de regel is dat de dienstbaren losbandig en onverschillig zijn, zijn er ook „die van wege hunne beschaafdheid, zuinig heid, ordelijkheid en zedelijkheid ieder welden kende eerbied afdwingen." (p. 25). Ook vooral met betrekking tot het huwe lijksleven zijn zij meer op de toekomst bedacht. Over 't geheele district zijn de huwelijken) op lateren leeftijd, van 2530 jaar, gesloten, meestal het gevolg van een bedaarder en zediger leven, door de betrokken personen vóór hun huwelijk geleid. Hun wacht dan ook een beter lot. Zij verstaan bun werk. Zij hebben veelal gezamenlijk zooveel overdiend, dat ze eene goede, nette, voor hun stand passende huishouding kunnen oprichten, terwijl ze vaak bovendien nog een huisje met een lapje grond kunnen koopen, 't zij geheel vrij, 't zij gedeel telijk bezwaard. Ook worden ze doorgaans niet met een zoo talrijk kroost gezegend. Zij gaan dan ook met een zekere gerustheid de toekomst te gemoet. (p. 33). Hier moeten de centrale rapporteurs echter blijkbaar de mededeelingen der plaatselijke commissiën met gissingen aanvullen. Immers zij voegen hieraan toe „Wij meenen dat in elke afdeeling wel zoodanige arbeiders-gezinnen zouden zijn aaD te wijzen, al wordt er ook slechts in een paar rapporten op gewezen." Zij, die er niet tegen opzien de menschen tot het goede te dwingen, moeten, bij ver gelijking van 't geen wij boven den breeden en den smallen weg noemden, bijna onweer staanbaar de begeerte in zich voelen opkomen den breeden weg af te sluiten. Natuurlijk al dadelijk door leerplicht ter beperking van den veldarbeid van kinderen. Op dezen reeds lang als noodzakelijk erkenden maat regel wordt in de eerste plaats door het rapport gewezen. Wij verblijden ons erover dat het onderzoek van den toestand de bestuurders van een centrale kiesvereeniging in een landbouwend district tot dezen aan drang heeft geleid. Kon men daaraan nu verder toevoegendwang tot spaarzaamheid, tot kuischheid, tot uitstel van het huwelijk of bij vroeg huwelijk tot beperking van het aantal kinderen op andere wijze, dan werd in één menschenleven de toestand g zond. Dan zouden de getrouwde vrouwen niet meer uit werken behoeven te gaan, althans zich tot halve dagen kunnen bepalendan zou er voor het opkomend geslacht worden ge zorgd dan zou er voor den ouden dag een pensioen kunnen worden gekocht. Weder staan wij hier voor het bekende opvoedkundige vraagstukhoe moet men iemand behandelen in de vlegeljaren der vrijheid? Wat van een pupil geldt, geld; ook van deze bevolking. Wij blijken hier te staan voor de eerste periode der feitelijke emancipatie van den ar beidenden stand. Vroeger, toen men een eigen dienstbodenrecht had, stonden de knechten en meiden behoorlijk onder tucht, nu niet meer. De werkgevers bemoeien zich niet met hunne dienstbarenmaar achten dezen zich niet op hunne beurt aan zulke opgedrongen voogdij ontgroeid Het rapport zegt bij de aansporing der werkgevers om voor de dienstbaren te zorgen „Men zal aanvankelijk, wegens gebrek aan ontwikkeling en zedelijk gevoel bij den dienst bare, van die zijde veel tegenkanting ontmoeten en in menig opzicht door onverstandige en onontwikkelde ouders in zijne goede bedoelingen worden gedwarsboomd. Men zal worden be schouwd als iemand, die inbreuk wil maken op de vrijheid van het individu en op de rechten der ouders, daar de ergdenkendheid en het wantrouwen groot zijn en helaas nog hand over hand toenemen." (p. 30), De arbeidende klasse wil blijkbaar, even als de jongelieden uit de hoogere klassen, haar ervaring zelve koopen. Of dit de beste weg is, laten wij voor 't oogenblik onbe sproken. Slechts eische zij niet, dat latei- de maatschappij de gevolgen drage. Een van beidenvrijheid met verantwoordelijk heid, of afschuiving dor verantwoordelijkheid op anderen, maar dan ook levenslange on mondigheid en onderwerping aan de nood zakelijke tucht. Dit is een der vraagstukken, waarover het moeilyk is voor anderen te beslissen. Er z'ijn er ook onder de meer gegoede klassen, die jaren lang gebukt gaan onder de ge volgen van jeugdige loszinnigheid en die zich toch eenigermaie weten te troosten met de herinneringen aan vroegere genoegens Anderen, die op rijpen leeftijd klagen dat zij van de goede jonge dagen geen genot hebben gehad, omdat zij te zeer aan hun toekomst hebben gedacht. Zoo verdeelt de een de versnaperingen, die zijn beurs hem veroorlooft, zóo, dat hij eiken dag iets heeft, de ander verkiest liever langen tijd alles te ontberen, om daarna een dag tegen den koning te kunnen teren. Zou de ondervinding ook niet de arbei dende klasse wijzer maken en maat leeren houden Immers, als men het verslag nauwkeurig nagaat, lijdt zij minder door losbandigheid dan door vruchtbaarheid. Lichtzinnig is bet, nog haast in de kinderschoenen reeds ouder plichten op zich te laden, maar geenszins als los van banden gevoelt en gedraagt zich de jongelingschap, die door een huwelijk onder zoo ongunstige omstandigheden, als in den aanhef dezes zijn geschetst, tegen over meisje en kind tracht goed te maken wat goed te maken is. In dit opzicht doen de rapporteurs der bevolking onrecht. Si j'ai des enfantsje I'ignore is het devies der los bandigheid. Aan de arbeidende bevolking, zooals zij hier geschetst is, ontbreekt meer dan iets anders de nuttige kennis, die haar artsen haar konden verschaffen, indien deze niet liever verkozen, de vooroordeelen der geestelijkheid te ontzien. In het verslag der Tweede kamer over de kies wet komt de bewering voor, dat het getal kiezers, volgens het voorstel der regeering, in de eerste jaren niet boven de 500.000 zal sty gen, dus 300.000 minder dan de minister Tak onderstelt. Men kwam daartoe door de volgende becijfering. De minister stelt het aantal dergenen, die niet kunnen lezen en schi-yven en die bedeeld zyn, op 200.000. Daarbp komen dan nog 22.000 wegens andere reden van uitsluiting (wanbe taling bp belastingen, verlies van beschikking over het vermogen, krankzinnigen, enz.) Yan de 1.083.528 mannelijke meerderjarige ingeze tenen, tevens Nederlanders, blpven dus 861.000 over, of ruim 79 pet. Daarvan gaan echter, meenden vele leden, nog een groot aantal af. Eerst de gevangenen, die de minister niet in rekening heeft gebracht. Voorts zal het aantal sanalphabeten" (niet lezen en schrpven) veel grooter zpn. De minister rekent toch op slechts 5.4 pet der lotelingen, het cyfer van 1892, maar de oudere personen vallen onder de per centages van 23, 19, 12 en 10 pet., die 40, 30,15 en 10 jaren geleden niet konden lezen en schre ven. De statistiek der miliciens, die tot de korps- scholen werden toegelaten, leert dat er in 1875 nog 32 pet., in 1890 nog 24 pet. waren, die niet of gebrekkig konden lezen en schry ven. Daarbp komen dan degenen die het lezen en schrpven hebben verleerd na het verlaten der school. In België is daarvan een statistiek gemaakt, die leert dat het getal »ongeletter- den" onder de 70-jarigen 49 pet, bedraagt, en voor de 4549 jarigen wel daalt tot 34 pet, maar voor de 35—39-jarigen nog 27 en voor de 2529-jarigen nog 20 pet is. Dan betwpfelde men, of de thans verstrekte opgaven, vooral wat de tpdelpke bedeelden betreft, wel volledig zpn. Onder de strengere strafbedreiging van het ontwerp zouden de staten der armbesturen een veel grooter aantal bedeelden omvatten dan de minister voorziet Zoo kwam men tot een aantal van 400,000, die de kenteekenen van geschiktheid en welstazjd van het ontwerp zouden missen. Voegt men daarbp degenen, die uit gebrek aan belang stelling geen aanvraag zouden inleveren zooals by de lodgers is gebleken en het verschil tusschen bevolkingsregisters en ver- biyRegisters, dan komt men, volgens het ver slag, tot de slotsom dat het getal kiezers in de eerste jaren niet boven 500.000 zal zpn (thans 300.000), wellicht nog minder. Zooals wij meldden zpn bp het voorloopig verslag gevoegd drie nota'sen wel I. Van den heer Schepel, bezwaar makende tegen de voorgestelde kiestabel, die geen reke ning houdt met den eisch der grondwet, dat voor de indeeling van het rpk in kiesdistricten zoowel het grondgebied als de bevolking, ol wel beiden, maatstaf moeten zpn. Bp onver anderde aanneming van dit ontwerp zou het gevolg zpn, dat twee provinciën 3/s> en de negen overige slechts 3/6 van de leden dei- Tweede kamer zouden kiezen. II. Van den heer Vrolik, meerstemmig kies recht voorstaande. Zp, die zekeren graad van ontwikkeling bezitten, door de wet te bepalen, zouden eene dubbele of drievoudige stem mogen uitbrengen, doch niemand hebbe recht op meer dan drie stemmen. Gegradueerden, kooplieden, enz., hebben veel kans ook over drie stemmen te beschikken. De overige tegenwoordige kie zers zullen het allicht brengen tot twee stem men, met uitzondering van hen, die blpken mochten hunne bevoegdheid tot kiezen niet te kunnen uitoefenen, wegens achterlpkheid in het lezen en schrpven. Onder de nieuwe kiezers zullen er velen zpn, die het ook bren gen tot twee stemmen. De overige nieuwe kiezers zpn nog zoo groot in aantal, dat de amenstelling der individueel enkelvoudige stemmen hun toch het overwicht in handen geeft. III. Van den heer Levy. Deze is van oor deel, dat aan ons volk het politieke kiesrecht moet worden verleend, zoover de grondwet het gedoogt. Het besturende kiesrecht daar entegen, waaronder hp het kiesrecht voor de plaatselijke vertegenwoordiging verstaat, heeft innerlpk andere eischen, uiterlijk dezelfden vorm en samenhang. (Art. 143, Grondwet) Juist om die reden betreurt de heer Levy ten zeerste, dat de regeering die beide grondwet- telpke op éene lpn gestelde bemoeiingen des staatsburgers heeft gehalveerd en uiteenge- scheurd. De beweging te Utrecht tegen de aan hangige kieswetten gaat ook uit van een gepensioneerde, namelijk den oud-raadsheer Van Nooten van het oud-gerechtshof van Utrecht, tevens oud-lid van Utrecht's gemeen teraad. Zooals men zich herinneren zal zegt het Vad. hebben onze troepen reeds driemaal te vergeefs een aanval gewaagd op de Atjeh- sche versterking Kaloet, en verkregen de onzen daarbp de laatste maal 7 dooden en 32 ge wonden. Thans vernemen wp uit een parti culier schrpven uit Kota-Radja, dat er plan bestaat andermaal te beproeven die sterkte te nemen. Het tpdstip, waarop die aanval zou plaats hebben, was onbekend, wellicht in den loop dezer maand, In ieder geval zullen er veel troepen aan deelnemen. Bp kon. besluit is benoemd tot notaris binnen het arr. 's Hertogenbosch, ter standplaats Nuenen, J. J, Scholtens, candidaat-notaris te Ravenstein is bevorderd tot commies hij 's rpks werven de adjunct-commies F. J. Kloprogge, en be noemd tot adjunct-commies bp 's rpks werven de klerk A. H. de Hart. Bp koninklpk besluit is een verhooging van vast traktement vastgesteld voor de officieren- machinist der le klasse, na vpf en natiën ja ren dienst in dien rang. Besmettelijke ziekten. De regeering heeft de volgende wpzigingen voorgesteld op de wet van 1872, tot voorziening tegen besmettelpke ziekten. Ten eerste wordt (in art. 16) den burge meester opgedragen om van de verplichte kennisgeving,door den geneeskundige, die een lp der aan Aziatische cholera of pokken waar neemt, hem binnen 24 uren te doen, onver- wpld een afschrift te doen toekomen aan den geneeskundigen ambtenaar. (Thans bestaat de mogelpkheid dat die ambtenaar, op grond van de geneeskundige wetten, eerst den derden dag na het ziektegeval kennis krpgt). Ten 2e wil de regeering doen vervallen de ■wekelpksche bekendmaking van het cpfer, der in elke gemeente aan cholera overledenen in de Staatscourant. Zp is van oordeel dat de bepalingen van de artt. 21 en 24 der wet genoegzame waarborgen opleveren voor een gewenschte publiciteit, terwpl de bedoelde bekendmaking, door de samenvoeging van alle gemeenten, waar gevallen voorkomen, een zeer onjuist beeld geeft van den stand der ziekte. Eene dergelpke publicatie behoort h. i. in elk geval afhankelpk te zpn van eene internatio nale regeling, waarbp de regeeringen dei- onderscheidene staten de verplichting op zich nemen elkander wederkeerig in te lichten om trent het voorkomen der ziekte in elk land- Ten derde wenscht de regeering eene be paling in het leven te roepen, waardoor de burgemeester verplicht wordt om, wanneer hp bij het heerschen van besmettelpke ziek ten aan het advies van den geneeskundigen ambtenaar geen of geen volledig gevolg geeft, de bezwaren mede te deelen, die hem weer houden van zpue bevoegdheid gebruik te ma ken, maatregelen te nemen of voorschotten te verordenen, die door dezen ambtenaar nood- zakelpk worden geacht. Alsdan kunnen dia bezwaren worden overwogen, kan worden na gegaan, wat tot hunne wegneming ware te verordenen, en, zoo noodig, door de regeering worden tusschenbeide getreden. Wering van besmetting door uit zee aankomende schepen. Ten einde eene eenvormige toepassing der wet van 28 Maart 1877, overeenkomstig hare bedoeling, te verzekeren, voor het geval dat een schip, wanneer het bp het door de wet voorgeschreven gezondheids onderzoek in een. toestand gevonden wordt, die gevaar voor de gezondheid voor de opvarenden of van ande ren oplevert, komt het der regeering wen- schelijk voor, gelet op de ervaring van het vorige jaar, eene duidelpke bepaling in het leven te roepen, krachtens welke de schepen, die sedert een minder aantal dagen dan het incubatietpdperk van eene der in art. 2 der wet bedoelde ziekten wordt aangenomen te duren, eene wegens die ziekte besmet ver klaarde haven verlaten hebben of een geval van die ziekte aan boord hebben gehad, reeds om die reden alleen buiten gemeenschap met den wal gehouden en aan de noodig ge achte gezondheidsmaatregelen, zp het slechts aan enkele dagen observatie, onderworpen kunnen worden. Volgens art. 10 der bestaande wet, worden de opvarenden, die bevonden worden niet te lijden aan eenige besmettelpke ziekte, terstond onbelemmerd aan den wal gelaten. De er varing heeft de wenschelpkheid aangetoond die toelating afhankelpk te maken van de toestemming van den met het gezondheids onderzoek belasten geneeskundige. Tot het aanbrengen van bedoelde wpzigin gen strekt e'en door de regeering ingediend wetsontwerp. Het wetsontwerp tot goedkeuring der over eenkomst met België, betreffende de grens regeling tusschen Baarle-Nassau en Baarle- Herzog, dat voor het sectieonderzoek was aangewezen, is op verzoek van de regeering voorloopig van de agenda van den sectiearbeid genomen. Letteren en Kunst, Het reeds een paar malen uitgestelde concert, alhier te geven door den heer en mevrouw BosmansBenedicts van Amsterdaih en onzen stadgenoot; den heer A, de Jong, zal dan toch eindelijk plaats hebben op Dinsdag a., den 7en Maart. Dat dit met belangstelling wordt tegemoet gezien blpkt uit meer dan een feit, ons bekend, en niet het minst uit de in- teekening op een lpst, die heeft gecirculeerd. En geen wonder 1 Een drietal, van zoo goeden naameen eenig violoncellist als de heer Bosmans, eene pia niste als mevrouw BosmansBenedicts, en een violist zoo gunstig bekend als de heer A, de Jonghet kan niet anders of het mu- zieklievend publiek moet met verlangen den avond verbeiden, waarop zp hunne talenten ten beste zullen geven. Het programma voor Dinsdag is bovendien alleruitlokkendst. Het is samengesteld ala volgtTrio op. 80 in F, voor piano, viool en violoncel, SchumannConcerto op. 42 voor viool, Gernsheima. Etude, Chopin, b. 12e Bhapsodie, Liszt, beide voor pianoa. Air, Bach, b. Le Cygne, Saint-Saëns, c. Beigent Popperalle voor violoncelFantaisie Ca- price, voor viool, Vieuxtempsen Trio op. 99 in Bes, voor piano, viool en violoncel, Schubert, Vooral in het laatste nommer, Trio van Schubert, werd door den heer Daniel de Lange het spel van den heer Bosmana zee? geprezest

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1893 | | pagina 1