N°. 30.
136° Jaargang.
1893.
Zaterdag
4 Februari.
Deze courant verschijnt dagelijks;
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.'
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.
Afzonderlijke nommers, met of zonder bijvoegsel,
zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën 20 cent per regel. Bij abonnement lager.
Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle
dankbetuigingen, van 17 regels 1.50
iedere regel meer ƒ0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte;
Telephoonnommer 139.
Middelburg 3 Februari.
UIT STAD EN PROVINCIE.
Tlierm ometer.
Middelburg 3 Febr. 8 u. rm. 39 gr.
a. 40 gr., ar. 4 u. 40 gr. F.
!2
Verwacht N.
O. wind.
Agenten te Vlissingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen F. v. d. Peijl, te Zierikzee A. C. de Mooij, te TholenW. A.
yan Nietjwenhuijzen en te TerneuzenM. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, eTenals de
advertentie-bureau's Tan Nijgh Van Ditmak, te Botterdam, de Gebk. Belinfante, te 's Gravenhage, en A. de La Mar Azn., te Amsterdam.
Hoofdagenten roor het Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger.
Advertentiën
moeten des namiddags te één uur
aan het bureau bezorgd zijn, willen
zjj des avonds nog worden opgenomen.
Bij de algemeene beschouwingen over
de staatsbegrooting in de Eerste kamer
trad nogal op den voorgrond de vraag, in
hoeverre onderwijzers der openbare school
aandeel hebben in de rustverstoring, die hier
en daar in de noordelijke provinciën heeft
plaats gehad. In het voorloopig verslag en
naderhand door onderscheidene sprekers werd
geklaagd over onderwijzers, die buiten de
school propaganda maakten voor het socialisme,
ook in zijn revolutionnairen vorm, en zoo
doende tot storing der openbare orde door
opstand en geweld aanspoorden en medewerk
ten. Men verlangde dat daartegen krachtig
zoude opgetreden en zulke onderwijzers zouden
ontslagen worden.
Het iB klaar, zegt de Opr. Haarl. Crt. in
haar, voortdurend met talent geschreven wor
dend, pers-overzicht dat, waar zulk eene be
schuldiging en een dergelijk verlangen geuit
worden, er zich twee quaestiën voordoen. De eer
ste is, of de beschuldiging waar is; de tweede
in hoeverre de onderwijzer buiten de school
uren vrjjheid heeft om te doen en te zeggen
wat hij wil. Eerst de quaestie dus der feiten;
daarna de vraag wat, zoo er zulke feiten zjjn,
geschieden moeten.
Met de quaestie der feiten begon de minister
van binnenlandsche zaken natuurlijk in zijn
antwoord op de geuite klachten en op het
verwijt, dat hij in zijn Memorie van Antwoord
op het voorloopig verslag ten deze te opti
mistisch geweest was.
De minister verklaarde dat hij wegens de
algemeenheid der beschuldiging en niet uit
optimisme zoo bepaald de waarheid der klacht
had ontkend. Biet op optimisme, maar op
een zeer bepaald onderzoek der feiten was,
Verklaarde hjj, zijn oordeel gegrond dat het
ëuvel sterk overdreven werd voorgesteld en
de meest stellige verzekering gafbjj, dat door
het schooltoezicht met kracht en klem tegen
Onbehoorlijkheden wordt gewaakt.
Van de openbare onderwijzers in het alge
meen te zeggen, dat zjj leeringen in strijd
met de goede zeden of aansporend tot onge
hoorzaamheid aan de wetten des lands ver-
Spreiden, ging, zoo de minister aanmerkte, in
het geheel niet aan. De beschuldiging was
dan ook, geljjk de minister deed uitkomen,
zeer geslonken. Velen heette het eerst, som
migen gisteren, enkelen thans. En in dien
meest geslonken vorm wilde de minister de
juistheid van de bewering niet loochenen. Er
heeft zich wel eens een zoodanig geval voor
gedaan, maar dan ook trad het schooltoezicht
op met al de macht, die het ten dienste staat
om den schuldige te treffen.
Dat de minister zich terecht krachtig tegen
het generaliseeren van zulke aanklachten aan
kant, wordt door bijna alle bladen erkend.
Daarmede werd de kwestie der feiten tot be
scheidener proportiën teruggebracht. En tevens
werd, zooals de AL Rott. Ort aanmerkt, dooi
den heer Alberda vau Ekenstein terecht be
vestigd de verzekering des ministers, dat het
schooltoezicht in dezen waakzaam is. Deze
spreker beriep zich o. a. op de circulaire van
het schooltoezicht in Friesland, uitgevaardigd
voordat in de Kamer de zaak te berde kwam.
Maar daarom vond de minister het dan ook
zoo verkeerd te generaliseeren en zoodoende
op den onderwijzersstand een smet te werpen
dien deze volstrekt niet verdient. Wilde men
hem bepaalde feiten aanwijzen, hij zou ze streng
onderzoeken, maar een bijzonder onderzoek in
de derde inspectie, in Friesland en Groningen,
had de autoriteiten eenstemmig doen verklaren,
dat de beschuldiging in hare algemeenheid
ten volle onverdiend en ongegrond was.
De Tijd merkt evenwel naar aanleiding
juist van die circulaire, waarop de heer Al
berda zich beriep, aan, dat dan toch de
schoolopzieners in het district Leeuwarden
tot de overtuiging schijnen gekomen te zijn,
dat alles niet is pour le mieux dans le meil-
leur des mondes. Want waarom zouden zjj
anders de onderwjjzers in hun ressort met
ontslag dreigen, indien zij den Sociaal-
Democratischem Bond middellijk of onmiddel
lijk steunen
Zoo komen wij van de feitenkwestie tot de
tweede vraagwat er geschieden moet, als
een onderwijzer huiten de school propaganda
maakt voor revolutionair socialisme en aan
spoort tot verzet tegen de wet en storing der
openbare orde. Uitvoerig sprak de minister
over dit punt niet, maar toch zoo, dat de heer
Wertheim kon verklaren met genoegen ge
^$ord te hebben, dat dé minister niet zou
dulden het plegen van dergeljjke handelingen
door openbare onderwijzers. In hoofdzaak
bestond er, naar het Hdbld. aanmerkt, over
de werkeljjk geconstateerde gevallen, waarin
openbare onderwjjzers propaganda maken voor
revolutionaire leerstellingen en zelfs practisch
als leiders van oproerige meetings en mani-
festatiën optreden, geen verschil van gevoelen.
En dit was, zegt het Hdbld., ook niet te ver
wachten. Over hetgeen in dergeljjke gevallen
gedaan moet worden, kon tusschen de regee
ring en de Eerste kamer moeielijk een ernstig
verschil van gevoelen bestaan.
»De vraag is echter, voegt het Hbld. erbij,
of het in het belang der maatschappeljjke orde
voldoende is, dat de onderwjjzer aan die orde
geen schade toebrengt, en of niet veeleer van
den onderwijzer positieve medewerking in het
belang der maatschappelijke en staatkundige
instellingen mag gevorderd worden. De oplei
ding o. a. tot maatschappelijke deugden be
hoort tot de taak der onderwijzers en daartoe
zal toch wel behooren de eerbied voor een
anders goed, gehechtheid aan de vaderlandsche
instellingen. Bestaat er niet gegronde vrees,
dat veel meer onderwijzers in dit opzicht te
kort schieten dan het schooltoezicht door de
constateering van welbewezen feiten van in
breuk op de maatschappelijke orde aan het
licht kan brengen
Het blad gevoelt evenwel, dat, althans
wanneer men haar zoo opvat, de quaestie nog
al netelig wordt.
»De regeering, zegt het nog, dient deze
quaestie, welke inderdaad niet zoo gemakke
lijk is op te losssen, met ernst onder de oogen
te zien. Zjj raakt de opleiding, de aanstelling
en de bezoldiging der onderwijzers. Er is in
deze dingen op karaktereigenschappen te let
ten, die moeiljjker zijn te constateeren dan
het bezit van eenige kundigheden meer of
minder."
Maar ook als men zich louter bepaalt tot
de vraag, wat tegengegaan moet worden, dan
zijn er, zoo als indertjjd de Perspolemiek over
gevallen waarin werkeljjk een onderwijzer
ontslagen was, genoegzaam geleerd heeft al
lerlei haken en oogen in deze quaestie. Dit is
niet onnatuurlijk, daar het hier eene vrijheids
beperking geldt. Het Vaderland zegt in zijn
kameroverzieht o. a.
>Nu is zeker de vraag, in hoeverre de
ambtenaar-onderwjjzer buiten de school
heel vrij kan worden gelaten in zijn optreden,
een bjj uitstek moeielijke vraag, waaromtrent
de minister wijselijk naliet zich in theoretische
bespiegelingen te verdiepen. Den heer Wert
heim zal men moeten toegeven, dat het
niet aangaat, dat de onderwijzer 's avonds op
een meeting bestrijdt, wat hij des ochtendsin
de school heeft geleerd, maar aan den anderen
kant gaat men toch zeker te ver, als men
met den heer Yan Lynden hem er reeds een
grief van maakt, als hij critiek oefent op de
wetten en de maatschappeljjke instellingen.
Het veiligst is, aan den tact van het schooltoe
zicht over te laten, de onderwjjzers binnen
de perken te houden en daartoe de geschikte
middelen aan te grijpen. De heer Alberda kon
zich met succes beroepen op de circulaire der
Friesche schoolopzieners, die tot uitgangspunt
neemt de besluiten van het sociaal-democra
tische congres te Zwolle. Inderdaad het aan
hangen en bepleiten van sociaal-democratische
leerstellingen kan den onderwijzer kwalijk
worden verboden, en zoolang op de lagere
school geen cursus in staatsrecht en oeconomie
wordt gegeven, komt hij dan ook met zijn
positie in school niet in strjjd, maar waar
eenmaal de sociaal-democratische partij als
beginsel heeft aangenomen te streven naar
bestrijding onzer maatschappelijke ordening
met alle wettige en onwettige middelen, kan
het partijkiezen voor die partij in een dienaar
van het staatsgezag niet worden geduld."
Minder op den voorgrond kwam bij het
algemeen debat de aandrang, naar aanleiding
der rustverstoringen geuit door sommige leden
tot versterking der rijkspolitie, tot eene wet
op den staat van beleg en tot krachtiger op
treden van de rijksoverheid, Wat het laatste
betreft vereenigde zich de minister van justitie
geheel met het protest, dat de heer Wertheim
terstond had doen hooren tegen beperking van
het gezag en de autonomie der gemeentelijke
overheid. Dat de behandeling der reeds lang
aanhangig geweest zjjnde wet, waarbij
wenschte bepalingen omtrent den staat van
beleg gemaakt worden, door de regeering zou
worden bevorderd werd door den minister
verklaard.
Het Vaderland schrijft naar aanleiding van
de discussies over deze punten
Wjj voor ons waardeeren het, dat het debat
er verder toe heeft geleid, dat de ministers
van buit-enlandsche zaken en justitie duidelij
ker dan in de Tweede kamer de positie van
het centraal gezag ten opzichte der handha
ving van de orde hebben geteekend. De
autonomie van het gemeentegezag en de
zelfstandigheid des burgemeesters blijven zij
hoog houden, maar ditmaal deed de minister
Tak zeer duidelijk gevoelen, dat de burge
meester heeft te letten op en zich te gedra
gen naar wenken van hooger gezag en erkende
minister Smidt ten volle, dat ook de commis
sarissen der koningin en de centrale regeering
voor handhaving der openbare orde aanspra
kelijk zijn.
Woensdag is, onder voorzitterschap van
den heer mr H. Smeenge, te Zwartsluis de
algemeene vergadering der schippersvereeni-
ging Schuttevaer gehouden.
De vereeniging leeft, blijkens mededeeling
van den voorzitter, onder gunstige omstandig
heden. Immers nog kort geleden werd zjj met
drie afdeelingen, waaronder Terneuzen met 70
leden, verrijkt.
Een voorstel van de afdeeling Hoogeveen
om pogingen aan te wenden, dat op ieder
schip een bekwaam en ervaren stuurman moet
aan het roer staan, opdat niet, als tot dusver,
waar dit dikwijls aan jongens wordt toever
trouwd, aanvaringen en ongelukken daarvan
het gevolg zijn, gaf tot veel discussie aanlei
ding. Hoewel men algemeen de wenscheljjk-
heid erkende, dat een ervaren stuurman zich
aan het roer bevond, toch bestonden tegen
het voorstel onderscheiden bedenkingen. De
secretaris, de heer J. Varenkamp, deed op
merken, dat men dan de kleine schippers, die
geen knecht op na kunnen houden, het
leven totaal onmogelijk maakte. Van andere
zijde werd er de aandacht op gevestigd, dat
men zoo moeilijk de geschiktheid door een
uiterlijken grens kon aanwijzen, Hoeveel
jongens zijn en niet, die men het hanteeren
van 't roer veel liever toevertrouwt dan vol
wassenen. Ten slotte werd goedgevonden om
het punt te laten rusten en nog maar eens
eerst in de afdeelingen te overwegen.
De twee aan de beurt van aftreding zjjnde
bestuursleden de heeren G. Tetenburg te
s Gravenhage en J. IJmker Hz. werden her
kozen.
Uit de rekening en verantwoording over het
afgeloopen jaar bleek dat die sloot met een
batig saldo van f 6.75. Het geheele kapitaal
bedroeg thans f 587.83. Omtrent een nota,
door de afd. Zwolle ingediend betreffende de
onderhoudskosten van het monument Schutte
vaêr op het Zwolsche kerkhof, werd besloten
deze te voldoen en een verzoek te richten
aan het gemeentebestuur van Zwolle om, in
navolging van Bolsward, dat het graf van
wjjlen den voorzitter De Jong onderhoudt,
die kosten voortaan voor zjjne rekening te
nemen.
Ten slotte werd nog gesproken over een aange
legenheid, wier grondige behandeling, naar de
secretaris opmerkte, eenige dagen zou vorderen.
Het betrof nl. de vraag op welke wjjze de
scheepvaart uit haar kwjjnenden toestand kon
worden opgeheven. De afdeeling Hasselt
meende dat daaraan bevorderljjk zou zjjn als
men slechts wist te bewerken, dat de ruwe
grondstoffen door de spoorwegmaatschappjjen
niet tegen verlaagde tarieven werden vervoerd.
Tot ondersteuning daarvan kon gewezen worden
op den tijd, die der scheepvaart door de sluiting
der spoorwegbruggen ontroofd werd. De secre
taris, de heer Varekamp, merkte echter op,
dat de kwestie al heel moeiljjk voor oplossing
vatbaar was. Diende men de scheepvaart door
het vaststellen van een minimum-tarief, dan
verloor men anderzjjds de belangen der maat-
chappjj uit 't oog. Het was dan ook een
juiste opmerking van een der leden, dat men
zich niet slechts vertegenwoordigers der scheep-
vaartbelangen mocht rekenen, neen, dat be
vordering van het maatschappeljjk belang als
eerste en hoogste plicht diende te gelden.
Ook werd er o. m. nog van gedachten ge
wisseld over de scheepvaart in betrekking tot
de droogmaking der Zuiderzee. Het bleek dat
omtrent dit punt, door de afdeeling Hoogeveen
op de agenda gebracht, maar tot het laatste
aangehouden, de leden nog niet tot een ge
vestigde opinie waren gekomen. De voorzitter
verzocht dan ook, dat men de zaak nog eens
nauwgezet zou overwegen en het resultaat hem
daarvan mededeelen, opdat hjj de belangen
der scheepvaart naar eisch kon dienen in de
commissie tot droogmaking der Zuiderzee, als
wier lid hij was benoemd.
Bij kon, besluit
zjjn bjj de Algemeene rekenkamer bevor
derd tot hoofdcommies, P. C, G, Engelbregt
thans commiestot commies, J. de Vries, A.
F. Gerretsen, F. J. Mondt en J. H. Hansen,
thans adjunct-commiezentot adjunct-com
mies, J. van Engelen jr., W. F. Beck, F. W.
van Loon en A. Ossenwaarde, thans eerste
klerken
benoemd tot jjkers der maten en gewichten,
de adjunct-ij kers der maten en gewichten J.
G. Berck en J. M. Manders
benoemd tot directeur van het post- en te
legraafkantoor te Hoogeveen O. Fransen,
thans in geljjke betrekking te Nieuwe-Pekela.
Door den minister van koloniën is de
heer dr E. C. de Vries gesteld ter beschikking
van den gouverneur-generaal van Neder-
landsch-Indië om te worden benoemd tot
leeraar in de wis- en natuurkunde aan de
hoogere burgerschool te Samarang,
In een hjj voegsel tot de Staatscourant van
dezer zjjn opgenomen eenige staten betref
fende de Ned. koopvaardijvloot. Daaruit
bljjkt het volgende
Voor de eerste maal zjjn in 1892 Ned. zee
brieven uitgereikt aan 30 schepen, netto-inhoud
43.194.26 M3 of 15.248.15 tonnen, tegen 63
chepen, netto-inhoud 156.558.77 Ma of
55.453.04y2 tonnen in 1891.
In 1892 zjjn gesloopt, verongelukt, buiten
slands verkocht of op andere wijze uit de
vaart geraakt 54 schepen, netto-inhoud
43.367.32 M3 of 15.312.29 tonnen, tegen 60
schepen, netto-inhoud 54.364.37 M3 of 19.191.54
tonnen in 1891.
De vloot bestond op 31 Dec. 1892 uit9
fregatten. 89 barken, 21 brikken, 29 schooner-
brikken, 54 schooners, 11 galjoten, 11 koffen»
199 tjalken, 24 andere soorten van zeilschepen
150 stoomschepen, totaal 597, netto-inhoud
828.520.56 M3, of 290.533.977, tonnen, tegen
621 schepen, netto-inhoud 827.211.10 M3 of
290.076.627, tonnen, op 31 Dec. 1891. De
vloot is dus met 24 schepen verminderd, maar
heeft, wat den tonnen-inhoud betreft, geen
belangrijke verandering ondergaan.
De ronddeeling van het verslag over de
kieswet-ontwerpen wordt, volgens bericht in
de Hollandsche bladen, in de tweede helft
dezer maand verwacht, wellicht in den tijd
dat de Tweede kamer weder bjj een is.
Officieus wordt als datum van de hervatting
der werkzaamheden Dinsdag, 21 dezer genoemd.
Nog altjjd geldt tot dusver de bepaling,
dat algemeene maatregelen van bestuur eerst
werking treden vjjf dagen na hun afkon
diging in het Staatsblad en de Staatscouratit.
Deze wetsbepaling dateert van 1852; en toen
was zjj noodig. Want in die dagen was vjjf
dagen werkelijk niet te lang, om algemeene
bekendheid van den maatregel ook in de af-
gelegenste deelen des lands te kunnen onder
stellen. Thans is er geen sprake meer van,
dat daar vijf dagen voor noodig zouden zijn;
en zoo is dus de verouderde besparing vanzelf
een hinderljjke sta-in-den-weg geworden voor
onverwjjlde invoering van dringende maatre
gelen. Bjj de jongste cholera-epidemie is dat
maar al te zeer gebleken.
Daarom heeft nu de regeering voorgesteld,
dien termjjn in de desbetreffende wet van
1852 in te korten tot op tivee dagen.
delen, hongerljjden of stelen en aan het arme
meisje de prostitutie."
De schrjjver acht den toestand eenen, die
in de 'toekomst een niet gering gevaar oplevert.
Letteren en Kunst.
De Vereeniging voor Instrumentale muziek
alhier verschafte Donderdag aan de velen, die
de Concertzaal vulden, een in menig opzicht
genotvollen avond.
Terwjjl in een volgend nominer de schrjjver
van Musicalia het concert meer uitvoerig be
spreken zal, stippen wjj aan dat de heer Joh.
M. Messchaert een buitengewoon succes had
met de ballade van Löwe Archibald Douglas
en de Liederreihe op. 35 van Schumann.
Door herhaalde en zeer harteljjke toejuichin
gen werd hem hulde gebracht voor zjjn zang,
een hulde, waarin hij den heer Joh. Cleuver,
directeur der Vereeniging, liet deelen welke
attentie zeer gewaardeerd werd en wij mogen
ook wel zeggen zeer verdiend tevens voor diens
uitstekend accompagnement en de verdienste
lijke leiding van het geheel.
Mevr. Snjjder van Wissekerke, geb. Clant
d. Mjjll, schrjjfster van Lotos, ontving
Woensdag, bjj de opvoering van dat stuk in
de residentie, namens de Uitgevers-Maatschappjj
Elsevier en de Zuid-Hollandsche Boek- en
Handelsdrukkerij eenige geïllustreerde pracht
exemplaren van het opgevoerde stuk, dat in
de Febrnari-aflevering van Elsevier's Maand
schrift is opgenomen, met tien illustraties
naar teekeningen van P. de Josselin de Jong.
Aan den heer Schlegel en aan mej. Pia
Von Sicherer is het eere-lidmaatschap der
Bach-vereenigmg te Amsterdam aangeboden.
In de Soerabaya Ct wordt in schrille kleuren
de armoede geschilderd, die door sommige
Europeanen in Indië geleden wordt.
Na melding gemaakt te hebben van een
Bede om hulp", welke onlangs uitging van
de Vereeniging tot uitoefening van Christe
lijke liefdadigheid te Batavia, »omdat in die
hoofdstad tal van Europeanen gebrek ljjden
en zelfs het hoogst noodige voedsel, een bord
droge rijst, moeten ontberen, als de partiou
liere liefdadigheid hun niet te hulp komt",
betoogt O. in genoemd blad, dat ook hier
van staatswege in de verschaffing van hulp
moet voorzien worden, evenals dat voor nood-
ljjdende inlanders geschiedt.
»Voor Europeanen en Indo-Europeanen, die
aan lager wal geraken zoo wordt vervolgd
wordt echter van staatswege nooit iets ge
daan en toch is de ellende, die deze ljjden
zachtst zoo nijpend als in Europa; zij zjjn in
Indië ook minder in staat zich nog eenig on
derhoud te verschaffen, omdat zij niet alles
kunnen aanpakken wat den inlander v
dienste aanbrengt.
Geen Europeaan zal zjjn rasgenoot gebrui
ken om pakjes te doen dragen, koeliewerk
aan wegen of sloten te doen verrichten. Een
storm van publieke verontwaardiging zou, deed
hjj het wel, over zulk een tekortkoming aan
het »prestige over zjjn hoofd losbarsten en al
dus bljjft den armen man wejnig <?ver da» he
Aan het examen, om ingeljjfdte worden
bjj het korps en in het garnizoen hunner
keuze werd te Middelburg door 6 miliciens
der lichting 1893 deelgenomen.
Twee hunner uit de gemeenten Goes en
Zierikzee werden wegens onvoldoende kennis
afgewezen.
De 537 miliciens der lichting 1893 uit de
provincie Zeeland zullen worden ingedeeld als
volgt125 bij de bataljons te Bergen op Zoom,
175 bjj het 2e bataljon te Middelburg, 175 bjjk
het 4e bataljon te Vlissingen, 40 bjj het 3e
regiment veld-artillerie te Bergen op Zoom,
bjj het korps pontonniers te Dordrecht, 10
bjj het korps torpedisten te Brielle en 7 bjj
het korps genietroepen te Utrecht.
Aan den kommies-verificateur le categorie
der directe belastingen enz. te Middelburg
D. F. H. van Esseveld is, op zjjn verzoek, met
ingang van 1 Mei a. s. eervol ontslag ver
leend, behoudens aanspraak op pensioen.
Door de politie alhier werd Donderdagavond
aangehouden en naar het huis van bewaring
alhier overgebracht zekere W. S. van Amster
dam, wiens opsporing en aanhouding door den
officier van justitie te Amsterdam was verzocht,
ter zake van opruiing tot eenig strafbaar feit.
De door het volk verlaten Eng. schoener
of ketch Volzy is Donderdag avond door de
sleepboot Washington van Westkapelle naar
binnen en te Vlissingen op de Westerhaven
gesleept. Het vaartuig, dat zwaar lek is en een
van de masten verloren heeft, kwam van
Portsmouth en was bestemd naar Amsterdam.
's Middags werd het wrak te Zoutelande
opgemerkt, waarop onmiddeljjk per telephoon
naar Vlissingen bericht werd gezonden.
Weldra echter kwam uit zee de Washington,
die waaischjjnljjk op verkenning was uitge
zonden, en het vaartuig op sleeptouw nam.
In de Woensdag te Biggekerke gehou
den raadsvergadering is, in plaats van den
heer W. Slimmen, die wegens gevorderden
leeftijd zijn ontslag had genomen, met alge
meene stemmen, tot gemeente-secretaris be
noemd de heer P. Florusse te Westkapelle.
Met 11 dezer is de rjjksveldwachter G.
Schilleman van Nieuwenhagen naar Bigge
kerke verplaatst.
Te 's Heerenhoek is tegen een handelaar
in boter proces-verbaal opgemaakt wegens het
in den winkel voorhanden hebben van kunst*
boter zonder het vereischte kenmerk,
Donderdag middag is eene vrouw van
middelbaren leeftjjd na het uitgaan derR. K.
kerk te Heinkenszand, waarheen zjj gezond
gegaan was, plotseling dood gebleven.
Donderdag werd te Goes de gelegenheid
aangegrepen om een algemeen geacht stadge-"
noot, die zich steeds beijverde, waar hjj in
een of ander opzicht de belangen zjjner mede»
buygera kon «f kun geyasj