Donderdag
29 December.
N°. 307.
135° Jaargang.
1892,
Middelburg 28 December;
FEUILLETON
Se iesclMenis van mijnheer VilDtali
en
Drae courant verschijnt d a g e 1 Jj k
met uitzondering van Zon- en Feestdagen!
PrQs per kwartaal in Middelburg en per post franco f 2.
Afzonderlijke nommers, met of zonder bijvoegsel,
zijn verkrijgbaar a 5 cent;
Advertentiën20 cent per regel; Bij abonnement lagerj
Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle
dankbetuigingen; van 17 regels f 1.50;
iedere regel meer /0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimtes
Telephoonnommer 189.
LETTEREN EN KUNST.
IDDELBllGSCHE HI HUM.
Thermometer.
Middelburg 28. D«c. 8 u Tm 32 gr.
m. 12 36 gr., av 4 u. 37 gr. F.
Verwacht verand. wind.
j Agente* te Vlissingen: P. G. dj Vjst Mestdaoh b Zooh, te Goes» A. A- ?vBüliakd, te Emit ingenF. v. d.Peiji, teZierikzee: A.C.dbMooij, teTholen: W.A. I Advertentiën
i van Nuuwxnhumzin en te TerneuzenM. de Jongi. Verder mesne» alle posfkaatoria ea boekhandelaren abonnementen en advertentië» aas, ®ve*ah d© moeten des namiddags te één uur
advertentie-bureau'B van Nijge Van Ditmar, te Rotterdam, bi Gibs. Bslxs'^anïb, te ?s Gmvenhage, en A. de ba Mas Azn., te Amsterdam. Ban het bureau bezorgd zyn, willen
Hooidagenten voor het Buitenland: te Parys en Londen, de Compagnie générale de Publïeité étrangère G. L. Datjes Ces., Jobs F. Josss, opvolger. zjj des avonds nog worden opgenomen
De Haagsche briefschrijver der Zutph. Crt
wyst er op, hoe de Tweede kamer in de laatste
jaren bjjna altyd vóór Kerstmis met gebrek
aan tjjd sukkelde, en daar de begrooting van
Waterstaat steodg achteraankomt, wordt die
begrooting altgd het kind van de rekening.
Er is eohter geen enkele reden om juist het
hoofdstuk van Waterstaat het laatst te be
handelen. Indien men dat deed volgens een
rooster, zoodat elk hoofdstuk op zjjn beurt het
erst aan de orde kwam, zou tenminste
Waterstaat en wat daar by behoort op zyn beurt
cok tot lijn recht kannen komen.
Verder schryft hy
Uit de rede van den minister is gebleken
dat hy ook geen groot bewonderaar is van de
spoorwegovereenkomsten en dat hy er als
minister al den last van ondervindt. Millioenrn
worden er in de beide laatste jaren door de
groote spoorwegmaatschappijen uitgegeven voor
allerlei werken, die ds Staat straks by naasting
alle tegen kostenden prijs zal moeten terug-
naman. Eu voor de noodzakelijkheid van naasting
kan de Staat onverwachts staan, want volgens
de overeenkomst kunnen de maatschap; y sn den
Staat tot overname dwingen, zoodra zij twee
jaren aohtereen geen 4 pet dividend kunnen
uitkeeren. Welnu, over 1891 bv. keerde de
Hollandsohe spoorwegmaatschappij circa 2 pet
uit, an over 1892 zal de winst waarscbynlyk
weinig grootsr zyn. Trouwens die naasting
sou wel veel geld kosten voor de schatkist,
maar sou overigens geen ramp zyn, vooral als
het waar ia wat de minister beweerde, dat hy
tegenwoordig niet de noodige macht heeft om
de maatschappijen tot haar plicht te brengen.
Da heer Van Bsuningen had nl. gewezen
op het plan van de Exploitatie-Maatschappij
om met 1 Januari a. s. een speciaal tarief in
te voeren, volgens welk tarief de goederen van
alle havens nit voor denzelfden prys naar
Twenthe zullen worden vervoerd. Tot na toe
is het traject Vlissingen—Twenthe byna de
helft dnnrder dan het traject Harlingen
Twenthe, omdat de afstand zooveel grooter is.
By het vernemen van dat plan kwam er een
noodkreet nit Harlingen, en de heer V. Beunin-
gen maakte zioh daarvan tot tolk. Wat men
doen wil is des te onrechtvaardiger, zeide hy,
omdat men in dat nienwe systeem ook de
vrachten van Vlissingen—Tilburg en Harlin.
gen—Tilbnrg behoorde gelyk te stellen; maar
daarvan is in 't geheel geen sprake. Blykbaar
is het te doen om het vervoer van nit de
haven van Vlissingen, waarbij de Exploitatie-
Maatschappij het meeste belang heeft, boven
anderen te bevoordeelen.
De minister ontkende dit niet, maar zeide
er niets aan te kannen doen, omdat hy de
goedkeuring der tarieven alleen kon weigeren,
indien daarbjj de vastgestelde maximum-
tarieven werden overschreden. Zóo machteloos
als de minister het deed voorkomen, staat hij
echter tegenover de spoorwegmaatschappijen
Uit het Dvitsch, van
PAUL HEYSE.
Het houtwerk in het oude huiaje zat even
wel niet zóo hecht in elkaar dat er niet door
een reet in de dear een lichtstraal op het portaal
viel, waaraan mijnbeer Wfiiibald merkte dat
zijn buurtje nog niet ter ruste was gegaan, doch
zich alleen had willen onttrekken aan deze:
weinig op Kerstavond passende gesprekken
Na de eerste teleurstelling schikte hij zich in
zyn lot en vond haar gedrag [als altijd geheel
zoo als het behoorde. Waartoe zou het dieoen
als zij na deze zonderlinge bekentenissen
nog langer bij elkaar bleveD, te meer daar
Haasje nog lang niet scheen te ontwaken?
Met stille berusting bekeek hij de klaargezette
geschenkenwierp nog een blik op de reet in
de deur, waar achter geen geluid te vernemen
was, slaakte een zncht en liep opj de tooneu
naar zyn kamer terug, die door de tegenwoor.
digbeid van Frosientje zóó gezellig was ge'
weest en hem nu nog veel eenzamer voorkwam
dan anders. Zijn thee was koud geworden
toch dronk hjj het kopje langzaam leeg
niet. Reeds wees de heer Borgesius er op, dat
de minister bevoegd is de maxima naar goed
vinden te wyzigen en dat hy daardoor misbruik
van macht by de spoorwegmaatschappijen te
keer kan gaan. Ik kan my echter zeer gojd
vooretellen, dat de minister van dat middel
niet dan in de uiterste noodzakelijkheid wil
gebruik maken.
Naar de Standaard meldt is Zaterdag prof.
M. Noordtzy nit Kampen, van volmacht voor
zien, naar Colorado vertrokken, teneinde de
belangen der emigranten met kracht te be
vorderen, indien blyken mocht, dat hun be
hartiging iets te wanschen overliet.
Voordat er nader bericht van den heer
Noordtzy is, beslist de directie der Nederlandsch
Amerikaansche Land- en emigratie-maatschappij
te Utrecht niets difiaitiefs ten opzichte van
het vertrek van nieuwe emigranten.
De Haagsche correspondent der 2V. üron. Ct.
schrijft
Een der by oorlog genomen beslissingen
verdient een oogenblik bespreking. Het is de
verlaging van den post voor den grooten staf.
Eindelyk hebben de heeren Van K6rkwyk o.a.
dan toch gezegevierd en een schotje gestoken
voor de bevordering van officieren, die aan 't
huis der koningin zyn verbonden. Ik wensch
er dien heeren van harte gelnk mee. Het is
geen kleinigheid, zoo'n zegepraal.
»Want ge moet wel weten, dat de beslissing
a. den particulieren secretaris van H. M.
de Koningin-regentes, jhr de Ranitz, treft. Hy
is aan de beurt om tot den majoorsrang te
worden bevorderd en hij staat als een flink
officier bekend, zoodat er geen enkele reden
zou zyn, om hem te paeseeren. Indien men
eohter de noodige gelden weigert tot zyn be
vordering by den grooten staf, dan moet hjj
öf in zyn kapiteinsrang aan het hof verbonden
blyven, 5f zyn werkkring aan dat hof verlaten
en naar zyn korps terngkeeren.
>Het spreekt van zelf, dat het een zoowel
als het andere onaangenaam zou zyn. Om het
secretariaat van H. M. kapitein te blyven als
men majoor kan worden, is even weinig aan
trekkelijk als uit een positie te worden ge
drongen, die even eervol als nattig is en
waarin een ander hem ook, na zoovele jaren,
moeilijk waardig kan vervangen. Er komt by
dat H. M. in den heer De Ranitz veel ver
trouwen stelt, wat door zyn kennis en karak
ter verklaarbaar is; het votum der kamer is
dan ook een onaangename verrassing geweest
voor de regentes en de heeren Huber en an
deren mogen or nn met veel ophef tegen
opgekomen zyn, dat de minister dit rondweg
zeide en zoo den naam van de koningin
regentes in 't debat bracht, het feit is niet
weg te redeneeren, dat men door het genomen
besluit een bljjk van gemis aan deferentie
voor H. M. gaf. Dit is even stnitend als
kleinen als 't nit principe is geschied, dan
acht ik zulk een prinoipien-reiterei eenvoudig
bespottelijk."
Hierbjj teekent de Amst. (2). N.) aan:
Er znllen er zyn, die dit niet zoo bespottelijk
aahten. In een constitutioneelen staat zyn
tuurde een poos door de beslagen ruiten en
begaf zich eindelijk weer naar de voorkamer.
Hier, naast het rustig slapende kind over
meesterde hem het gevoel zijner verlatenheid
met znlk een kracht, dat zelfs de nabijheid
van zijn lieveling hem geen troost verleende.
Zijn ziel snakte naar mnziek en hij opende
zacht de piano, ging er voor zitten en begon,
de toetsen nauwelijks aanrakende, het Kerstlied
te Bpelen, waarmede hij gehoopt had den
feestavond zooveel luider en opgewekter te
verheerlijken.
Toen hij de melodie een paar maal gespeeld
had en toevallig omkeek, zag hij den knaap
overeind zitten en met groote oogen luisteren.
Onmiddelijk was hij bij hem, nam op een der
lage stoelen plaats en sloeg zijne armen om
hem heen. Het kind meende blijkbaar nog dat
het droomde, daar het zich op een vreemde
legerstede bevond, niet in de holle donkere
kamer van grootvader, maar te midden van
licht en warmte; en nadat het geheel wakker
was en zich had laten vertellen dat het voor
taan altijd bij oom Willibald mocht big ven
daar grootvader weggegaan was en niet terug
kwam, vroeg het met een zekere gemelijkheid
of tante Frosientje niet kwam, daar zij hem
een Kerstgeschenk beloofd had. Zij wa reeds
naar bed gegaan, daar zij dacht dat Hans den
heelen nacht zou doorslapen, heette het, maar
zij had toch iets voor hem achtergelaten, op
dat hjj vast eens ?oepen kon. Daarop haalde
nog hoogar belangen te verdedigen dan »de
de ferentie voor H. M." Het is geen prinoipiën-
reiterci, te meenen, dt>t men leden van het
Militair Hnis, die builen aotieven dienst zyn,
niet moot bbvordeien, en het spreekt tooh wel
van zelf, dat iemand als de heer De Ranitz;
door de koningin ztlve als particulier secretaris
bezoldigd, niet in het leger behoeft te blyven.
De heer Ds Ranitz kan zoo min als iemand
anders tw*e heeren dienen.
Het geheele Militaire Huis is een onditg,
dit is genoeg bekend; en hoe zou men nu
volksvertegenwoordigers het kwalyk willen
nemen, dat zy er niet nog meer geld voor
willen toestaan dan reads daarvoor wordt
verspild.
Esn particulieren secretaris heeft H. M. zeker
noodig. Niemand misgunt haar dien. Ook
statt het geheel aaa H. M. te beslissen ot de
heer Da Ranitz daarvoor de meest geschikte
persoon is. Ms ar twee zaken zyn dan te
vorderen le dat H. M. zelve haar particulieren
seoretaris bezoldigt, en 2e dat de man, die
zulk een veelbeteekenend ambt bekleedt, niet
tegelijk by hot leger zonder dienst te ver-
riohten in rang wordt verhoogd. Bare aan
die Kamerleden, die in dit geval het belang
van het land en leger hooger hebben gesteld
dan de zoogenaamde deferentie voor de regentes.
By kon. besluit
is benoemd tot ambtenaar van het openbaar
ministerie by de kantongerechten in het ar
rondissement Amsterdam, voor de kantons
Amsterdam no S en Hilversum, ter standplaats
Amsterdam, mr W. J. van Dam, advocaat en
piooureur te 's HertogenbOBoh
i« by het personeel van den genecsk. dienst
der landmacht benoemd tot paardenarts lekl.
de paardenarts 3e kl. L. J. van Rhjjn, van dat
personeel
is de kapitein-magazijnmeester der artillerie
J. M. Smests, op zijn© aanvrage, op pensioen
geBteld ad 1300 's jaars.
De gewone audiëntie van de ministers van
financiën en oorlog zullen Donderdag 29 en
die van den minister van binnenlandsohe zaken
zal op Zaterdag 31 December niet plaats hebben.
De minister van binneBlandsohe zaken
Brengt ter algemeene kennis, dat by zyn
departement geene ambtsberichten zyn inge
komen omtrent in de afgeloopan week aan
Aziatische cholera overledenen.
De opgave omtrent de in do week van 13
tot en met 19 November jl. overledenen be
hoort, volgens ingekomen ambtsbericht, nog
aangevuld te worden met: Boskoop (Zuid-
Holland), 1 persoon.
Op Zondag 1 Januari a. zullen alle ryksta-
legraafkantoren, uitgenomen die met tele-
phoondienst, welke (voor zooveel zy niet door
gaand op die dagen gesleten blyven) den
gewonen Zondagdienst honden,— op het midden
van den dag van 11$ tot 2$ uur (spoortjjd)
open zyn, onverminderd ds morgen- en avond
uren, gedurende welke zy op gewone Zondagen
dienst doen.
zijn pleegvader een stuk koek en een appel
van het portaal de lichtstreep was nog niet
verdwenen en ging weer bij den knaap
zitten, beantwoordde zijne vragen en verheugde
zich dat zijne oogjes zoo helder glinsterden,
terwijl hij zijn lekkers nuttigde en zich liet
vertellen van al de heerlijkheden, die hem
wachtten. Mynheer Willibald vond het eigen
lijk jammer dat hij hier alleen van genoot
maar hij durfde toch niet aankloppen aan die
deur, die zoo onverbiddelijk voor hem gesloten
was. Ook schudde hg het hoofd toen Hansje
wilde opstaan en naar tante Frosientje gaan,
en overreedde hem, een zoete jongen te
zijn en weer kalm te gaan slapen, totdat
de oogjes weer kleiner werden en het krulle-
bolletje zacht op het kussen viel; toen
streelde hij hem nog eens liefkoozend het gelaat,
nam de lamp op en verliet de kamer. Zijn
blik viel terstond op iets wits dat vlak bij
den drempel lag; een beschreven blad papier,
dat zeker van zyn schrijftafel gevallen was-
Daar hij zeer netjes van aard was, raapte hij
het op en bekeek het neen, dat was zijn
schrift niet het waren kleine letters met
een ietwat ongeoefende hand geschreven, vier
zijdjes, geteekend: Euphrosine. De lamp trilde
in zijn hand, bij zette baar snel op tafel en
ging zitten op den stoel, waarvan het meisje
zoo verschrikt opgesprongen was. Zij moest
1 dezen brief zoo even geschreven en door de
reet, die ook in zijn deur niet ontbrak, in zyn
In de St. Ct. is opgenomen de wet van den
12en December 1892, tot goedkeuring van den
onderhandsehen verkoop van een stuk grond
op het Eiland te Vlissingen, aan de gemeente
Vlissingen.
Op de met KerstmiB te Zwoll© gehouden
vergadering van den Sociaal-democratischen bond
werd met 89 tegen 5 stemmen ten aanzien
van de taktiek besloten dat de Sociaal-demo
cratie niet uitsluitend eene economische maar
ook eene politieke party zal sjjn.
Met algemeene stemmen werd eene (in het
dobat gewyzigde) motie van Domsla Nieuwen-
buis aangenomen, luidende
„Dat de S. D. party een revolutionaire party
ie, omdat zy zich plaatstop het standpunt van
afschaffing van het privaat bezit, waardoor
aan de wanverhoudingen een einde kan wor
den gemaakt, en
„dat de taktiek der party revolntionair is,
omdat de party niet gelooft aan geleidelyke
vergroeiing van den bestaanden staat tot een
sociaal-demooratiscben, maar de omverwerping
beoogt van de bestaande orde, met &lle ten
dienste staande wettige of onwettige middelen."
Een voorstel werd aangenomen, de wensohe-
lybheid uitsprekende om het niet betalen van
rijksbelastingen aan te moedigen.
Op voorstel van Franeker werd besloten met
de Meibeweging ten gunste van den achturigen
werkdag zooveel mogelyk plaatselijke meetings
te houden.
Een voorstel om op Hemelvaartsdag door alle
afdeelingen een landelyken propagandatocht
te organiseeren, werd verworpen.
Langdurig werd beraadslaagd over het blad
Recht voor Allen, dat Bteeds tekorten oplevert.
Een besluit werd niet genomenmaar de zaak
naar de huishoudelijke vergadering verwezen.
De centrale raad had zich verklaard tegen
soc.-dem. vrouwen-, jongelings- en jonge doeh-
ters vereenigingen. De meerderheid der ver
gadering verklaarde er zich eohter voor.
By acclamatie werd besloten tot oprichting
van een weerstandakes ten behoeve der slacht
offers van de fclassen-justitie, waarvoor ieder
lid een halve cent zal bydragen.
Met levendige toejuiching werd een voorstel
begroet om zooveel mogelyk geld te besparen
voor de wapening der party. Nymegen ver
langde dat elk socialist een revolver en zelfs
dynamiet hebbe. Fortuyn vond het gevaarlijk
tegenover de kl&sse-jnstitie dit voorstel aan te
nemen en meende, dat het beter was alles
over te laten aan het particulier initiatief.
Dienovereenkomstig werd besloten.
Verworpen werd het voorstel om volapfik als
taal voor ket internationaal verkeer aan te
nemen.
De vergadering op den eersten dag dunrde
met twee pauzen, elk van een uur, van 's mor
gens tien tot 's avonds half elf.
De zitting op tweeden Kerstdag werd geheel
gswjjd aan hst vaststellen van een programma
ws ar voor drie ontwerpen werden gegeven
een beginsel-verklaring en een strjjdpro-
gramma. De behandeling van het laatste
werd uitgesteld tot een volgend congres.
Die nieuwe beginselverklaring" luidde aldus:
Sociaal is elkeen, die ovettuigd is:
1. dat ongelijkheid en ellende in de maat
schappij bestaan;
2. dat de sociale ongelijkheid, de ellende der
groote menigte aan de óene zijde en de bevoor
rechte toestand van enkelen aan de ander©,
hot noodzskelyk gevolg zyn der bestaande
economisohe wanverhoudingen
3. dat het wezen dier wanverhoudingen
daaiin bestaat, dat de groote menigte des
volks, de arbeidersklasse alle goederen voort
brengt, terwyl een kleine minderheid van niet-
arbeiders daarover beschikt en de verdeeling
der goederen beheersoht;
4. dat het toonstelsel is de grondslag van
alle bestaande vormen van heerschappij
5. dat deze slechts mogelyk zyn, doordat
alle middelen van voortbrenging en verdeeling
aan de heersohende minderheid toebehooren,
die als klasse in het bezit daarvan is gekomen
6. dat de maatschappij een grondige ver
andering in haar verhoudingen te gemoet
gaat, die daaiin bestaat, dat in plaats der
verschillende klassen éen enkele gemeenschap tot
stand komt, die in het bezit is der middelen
van voortbrenging en verdeeling en die deze
aanwendt op planmatige, genootschappelijke
wyze;
7. dat het hedendaagsohe proletariaat op
den grondslag der maatschappij geen duurzame
verbetering kan verwachten en dat het slechts
het werk der proletariërs kan zyn, zioh zelf
en daardoor de geheele maatecbappy te bevrijden
van bet juk der heerschende klasse;
8. dat de klassenstrijd, dien de arbeiders
klasse heeft te voeren, allereerst is een eoono-
misohe stryd, waaraan de Btrjjd om politieke
reohten ondergeschikt is;
9. dat in dezen stryd de arbeiders znllen
moeten stryden met alle hun ten dienste staande
wettelijke of onwettelijke, vredelievende of ge-
weldadige middelen
10. dat in dezen stryd de socialisten aller
landen zioh met elkander solidair moeten ge
voelen."
Maandagavond werd aan de kcninklyke
muziekschool te 's Gravenhage, zooals jaarljjks
de gewoonte ir, door de meest gevorderde
leerlingen der school, en zy die deze inrichting
met een diploma verlaten, in hef openbaar
proeven van vordering" afgelegd voor een
aanzienlijk en talryk gehoor.
Volgens het Dagblad van Zuid-Holland
verschaften die voordrachten een werkelyk
kunstgenotde meeste stonden boven het
niveau van hetgeen men van leerlingen ver
wacht, waartoe de omstandigheid bydroeg, dat
ditmaal allen, die als solisten optraden, hnn
leertjjd hadden volbracht en derhalve aan hoog
gestelde eisohen moesten voldoen.
Eindgetnigsehrift werd o. a. uitgereikt voor
piano-spel en piano-onderwys aan mejuffrouw
A. C. S. Faro.
Omtrent haar schryft het Dagblad t «Mejuf
frouw A. C. S. Faro uit Middelburg bewees
door haar uitstekenden leermeester, den heer C.
kamer geschoven hebben. Maar wat had zij
hem te schrijven, dat zij hem niet durfde
zeggen
Met een van ontroering kloppend hart las
hy het volgende:
„Zeer geëerde mijnheer Willibald!
„Vergeef mij dat ik u nog zoo laat met dit
schry ven lastig val, msar ik kan niet tot morgen
wachten en zou het u ook niet mondeling
kunnen zeggen ik zou geen woord kunnen
uitbrengen als gy er mij bij aanzaagt. Ohet
valt my zoo zwaar! Ik daeht dat gij bet
nooit zoudt behoeven te vernemen, want als
gij het weet, zult gij niet meer zoo goed over
mij denken, als tot nu toe, en al verdiende
ik dat niet, ik was toch zoo gelukkig als gij
my uw vriendinnetje noemdet; maar het was
toch niet goed van mij dat ik uwe goedheid
en vriendelijkheid aannam, die ik niet waard
ben, en hetgeen gij mij zooeven gezegd hebt,
mijnheer Willibald, o 1 dat heeft mij zoo be1
schaamd, want zoo iets zou zelfs in mijn
droom niet bij mij opgekomen zijnik heb u
altijd zoo vereerd en het heeft mij steeds ver
wonderd, hoe gij met znlk een onbeduidend,
onontwikkeld meisje wildet praten, en dat gy
my voor beter hieldt dan ik ben. Maar dat
gij zoudt kunnen denken aan hetgeen gy van
avond gezegd hebt en dat ik nog altijd
niet kan gelooven, neen, mijnheer Willibald
dat heeft mij diep beschaamd, al weet ik dat
bet meer uw medelijden met mijn eenzaam
heid is, dangij weet wat ik bedoel,
en omdat Hansje nog vrouwelijke hulp
noodig heeft, al kan hy geen beteren vader wen-
schen —maar neen, het isonmogeiyk, mynheer
Willibald, en niet, zooals gij denkt, omdat ik
u niet kan liefhebben, dat zou een veel betere,
mooiere en knappere dan ik wel moeten doen
als zij u kende zooals ik, want gij zijt de
beste, de goeihartigste man die er bestaat, en
hebt zulke verheven denkbeelden en zyt toch
zoo weinig trotsch, en als ik met u ben komt
het my altijd voor dat ik zelf beter word en
dan voel ik mij zoo gelukkig dat ik my geen
ander geluk kan voorstellen, dan dat het altijd
zoo blyven mocht en ik u kon toonen, hoe
daokbaar ik ben als gy my de hand geeft en
mij vriendelijk aanziet.
„Ach, dat zal nu nooit weer gebeuren. Maar
eerst moet het my van het hart. Want ik wil
liever „dat gy my slecht vindt, dat wil zeggen
zoo als ik het verdien, dan dat gij bedroefd
wordt, en denkt dat ik het geluk, dat gij mij
voorspiegelt, niet weet te waardeeren en dat
gij in het geheel geen meisje gelukkig zoudt
kunnen maken."
(Slat volgt.)