N°. 285.
135° Jaargang.
1892,
Yrijdag
2 December.
MINDER GELUKKIG.
Middelburg 1 December,
Dezo courant verschijnt d a g e 1 Q[k a J
met uitzondering van Zon- en Feestdagen]
PrQs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.
Afzonderlijke nommers, met of zonder bijvoegsel,
zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën20 cent per regel] Bij abonnement lagerj
Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens all#,, 'l
dankbetuigingen; van 17 regels 1.50;
iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte]
Telephoonnommer 139.
LETTEREN EN KUNST.
Hill Milt I HGSdlK (IIIR1M.
VfcevmaiBeter,
Middelburg 1 Deo. 8 n. Tm. 37 gr.
n. 12 u, 45 gr., av 4 u. 45 gr. F.
Verwacht 'L. W. wind.
Agente» te Vlissingen: F. G. bi Vit Mxstbash k Zoox, te Goes» A. A WBolland, teKruixixgen: F.y. d.Pnul, teZierikzee: A.C.de Mooij, te Thole»: W. A. j Idrertcntlëx
tax Nixuwxxhvuzxx ex te TernensenM. bi Joxex. Verder xemex alle postkxxtorex ex boekhandelaren abonnementen en adyertentië» aan, eyexal» de j moeten des namiddags te ééai u»r
advertentie-bureau's yxn Nubh Van Ditmar, te Botterdam, bi Gxbx. Bblotanii, te Grayexhage, en A. de la Mak Aix., te Amsterdam. j aan het bureau beiorgd zyn, willtn
Hoofdagenten yoor het Buitenland: te Parjjs ex Loxdex, de Compagxie générale de Pnblieité étraxgère G. L. Daxjbe k Cu., John F. Joxxi,opvolger. zjj des xvoxdsxog wordex opgexomex
De heer Henry Tindal heeft zich wederom
tot de Tweede kamer gewend met een
adres; thans een gansch andere kwestie
betreffende dan waarover hij tot heden zijn
stem liet hooren.
Hij heelt zich na de belangen aangetrok
ken van de werkloozen.
Zijn adres, waarvan wij slechts den korten
inhoud meedeelden, luidt in zijn geheel als
volgt J
„Mijne Heerenl
£r zullen weinig Nederlanders zijn, die
zoo dikwijls met verzoekschriften tot U
komen, als de onaergeteekende.
Tot nu toe hadden mijne requesten ten
doel, Uwe aandacht te vestigen op de ge
wichtigste punten van Staatsbeleid thans
word ik door nog hoogere belangen genood
zaakt mij weder tot U te wenden.
Dagelijks ontvang ik bezoeken en brieven
van weikltedeu, die mijne hulp komen in
roepen en die my om bijstand, liefst om werk,
verzoeken, want zij zijn werkeloos.
Enkelen van ben zijn my persoonlijk
bekend als brave en oppassende menscben,
van vele anderen vernam ik dit, na inlich
tingen omtrent hen ingewonnen te hebben.
Daar het my natuurlijk niet mogelijk is,
allen te helpen, die my zulks vragen, acht
ik het mijn plicht als Nederlander, U met
dezen toestand in kennis te stellen.
Honderden oppassende mannen, die goed
kunnen werken, en gaarne werken willen,
kunnen geen werk bekomen. De meesten
van hen zijn gehuwd en vaders van huisge
zinnen. Zy moeten thans buiten hunne
schuld met buune gezinnen armoede en ge
brek, misschien zells honger lijden.
Mogen dergelyke toestanden blijven voort
bestaan
Gij vraagt een middel er tegen
Ik kan er u geen met een paar woorden
aangeven. Het vraagstuk is zeer ingewikkeld,
doch erscht dringend oplossing. Maar boven
dien, al kon ik 't u aangeven, wat zou dat
baten Hebt gij ooit naar mij geluisterd,
als ik u teu goede raadde?
Het doei vau dit verzoekschrift is dan
ook geen ander, dan uw aandacht te vestigen
Op den verschrikkelyken toestand. Gij, die
zyt aangewezen, om de belangen van alle
Nederlanders te behartigen, zult moeten
beraadslagen, hoe zoo spoedig mogelijk ver
betering kan worden aangebracht. Ik zeg
zoo spoedig mogelijkomdat de tijd. dringt
de winter staat voor de deur. Werkeioosheiu
en ellende zullen stellig vermeerderen. <~y
moet dus suei beraadslagen en spoedig
beslissen. Laat in deze benarde omstan
digheden het volk eens zien, dat gij dit
kunt.
Gij zult zeggen, dat ik met myn request
zeer ongelegen kom dat gy bezig zyt met
de begrooiuigsdebatten, en dat tal van
politieke wetten uw tijd in beslag nemen,
't Is alles waar, maar wat 't zwaarst is,
moet 't zwaarst wegen. Lom ik met myn
request ongelegen, geloof my, 't hougerlyden
komt den werkeloozen nog veel meer
ongelegen.
Toevallige omstandigheden zijn oorzaak,
dat ik wellicht beter omtrent deze toestanden
ingelicht hen dan de meesten uwer. Zieude,
dat het bepaald onmogelijk is, alleen, ol
met behulp van myne bekenden, ook maar
gedeeltelyk in den nood te voorzien, gevoel
ik my verplicht, de zaak geheel in uwe
handen te stellen, met het eerbiedig verzoek,
ze spoedig te behandelen en tot een oplos
sing te brengen."
Hebben wy steeds met belangstelling
met waardeering zyn rond en openlijk
optreden, zyn niemand en niets ontziend
pogen om verkeerde toestanden te verbeteren,
gadegeslagen, ditmaal kunnen wy niet zeggen
dat wy het optreden van den heer Tindal
gelukkig vinden.
Wij willen niets afdingen op zyne goede
bedoeling hgm *eer zeker ingegeven door
medelijden met de betrokken personen, voor
wie hij zich op de bres stelt.
Maar zijn goed hart speelt hem, dunkt
ons, parten.
Eerst meenden wij dat zijn adres, gedag-
teekend „Amsterdam 28 November 1892,12
Sarphatikade," verkeerd was geadresseerd.
Het had, dachten wij, gericht moeten zyn
tot den gemeenteraad van de hoofdstad op
het voetspoor van meer dergelijke pogingen,
die tegenwoordig aan de orde van den dag zijn.
Maar het is al te duidelijk geadresseerd:
„Aan de Tweede kamer der Staten-generaal",
om daaromtrent lang in twijfel te verkeeren.
De heer Tindal vraagt hulp voor de werk
loozen by een tak van onze volksvertegen
woordiging.
En uit dat oogpunt bezien, vinden wy
zijn verzoek vrij zonderling en ongemotiveerd.
Waarom vraagt de heer Tindai?
Omdat naar hij zegt hy dagelijks
bezoeken en brieven ontvangt van werklieden,
die zyne hulp komen inroepen en die hem
om bijstand, liefst om werk verzoeken. Enkele
daarvan zyn hem persoonlijk bekend als brave
en oppassende menscbenvan vele andere
vernam by dit, na inlichtingen omtrent hen
ingewonnen te hebben. Daar het hem
natuurlijk niet mogelijk is allen te helpen,
die hem zulks vragen, acht hy het zyn
plicht als Ncderian^.r de kamer met dezen
toestand u kennis te stellen.
Nu vinden wy dit alles nog geen gegrond
motief om de kamer met zulk een verzoek
lastig te vallen.
Hoevele Nederlanders verkeeren niet in
hetzelfde geval als de heer Tindal. 1 Hoe-
veien, in groote en kleine gemeenten, ont
vangen dergelyke bezoeken en verzoeken
en kennen tal van personen, oppassende,,
brave menschen, die werk verlangen en het
met krijgen kunnenl Als die allen zich, elk
afzonderlijk, per adres tot de Tweede kamer
wendden, dan zou de papieren-berg, die daar
nu reeds eeu aanzienlijke hoogte bereikt
heeft, onrustbarend vergroot worden. En dat
alles zonder eenig practised nut, wanneer zy
ten minste het voetspoor van den heer
Tiudal volgden.
Had adressant eeu algemeen petitionnement
op touw gezetalle belanghebbenden en
belangstellenden opgewekt zich daartoe met
hem te vereenigen, hy had dan ten minste
een ernstiger betooging m het leven geroepen
dan nu zijn optreden mag genoemd woruen.
Maar dan had het geheel een ander karakter
moeten dragenen vooral dan hadden de
middelen aangetoond moeten zijn, die tot
herstel kunnen leiden.
De heer Tindal is te verstandig om zich
een «ogenblik te vleien met de gedachte dat
hy den leden der kamer van honderd iets
nieuws vertelt. Elk hunner kent bij ervaring
zeker wat de heer Tindal huu meedeelt. De
positie van een lid der Tweede kamer is
wel van dien aard dat werk-behoevenden het
allereerst aan hen denken, wanneer zy hulp
zoenen. De toestand in hun woonplaats en
hare omgeving kennen zij van eigen aan-
scnouwingen als zy dan te 's Gravenhage
te zaïneu bomen, kunnen en zullen zy elka.r
zeker genoeg op de hoogte brengen van
hetgeen er op het gebred der werkloosheid
voorvaltgrondiger voorzeker dan de heer
Tindal dit doet in de enkele regelen van
zyn adres.
Want al hult adressant zich ook in eene
zekere geheimzinnigheid door de verklaring
dat hij wellicht beter omtrent deze toestan
den ingelicht is dan de meeste der kamer
leden, zoolang hy zyn licht niet ten volle
doet schijnen, en die bewering niet nader
staaft, heeft zij hoegenaamd geen waaide en
maakt zy de kamerleden niet het allerminst
wijzer dan ze zijn. Uit dat oogpunt verliest
dus ziju adres alle beteekenis.
Waar de heer Tindai nu verder der
Tweede kamer vraagt: Mogen dergelijke
toestanden blijven voortbestaan daar houden
wij ons overtuigd dat niet een lid op die
vraag een bevestigend antwoord zal geven,
doch wel dat allen uit een mond zuilen
zeggen: geef ons het middel aan de hand,
dat, al ware het slechts tydelijk, verbetering
kan br$spth Dit gevoelt de heer Tindai
dan ook zelf, want hij legt den leden die
vraag in den mond, doch antwoord geeft
hy daarop niet.
Over zijne bewering dat hij niet met een
paar woorden een middel kan aangeven,
straks naderthans eene enkele opmerking
in verband met zijne scherpen uitval aan het
adres der Kamer.
Het is waar: de heer Tindal heeft geen
reden om tegenover haar by zonder wei-
willend gestemd te zijnedoch wy willen
uit een ander oogpunt zyne bewering eens
beschouwen en hem in gemoede afvragen
Moogt gij bij zoo'n belangrijke kwestie aan
uwe rancune wei botvieren Als gij een
middel kondet aangeven, zoudt gy dan wel
tegenover hen, voor wier belangen gij opkomt,
verantwoord zyn met aldus te spreken
Ons dunktverre van dien.
Ais bittere ironie moeten hun zijne woor
den in de ooren klinkenen met het volste
recht zouden zy hem kunnen toeroepen
wat hebben wy aan een pleitbezorger die
onze ellende kent, die een middel weet
maar dit niet zegt, omdat hy op een minder
goeden voet staat met hen, van wie ny voor
ons hulp verlangt.
Wat hebben wij aan zulk eene platonische
belangstelling
Het verwondert ons dat de heer Tindal,
met zyn ridderlijk karakter, aan dat bezwaar
niet heeft gedacht; en geen bewjjs van
zelfverloochening heeft willen geven, door te
toonen hoe hij, wat anderen hem misdeden,
met wilde wreken op onschuldige derden.
En dat hy dit niet doet is dubbel onver
antwoord, omdat uit zijne woorden valt op
te maken dat hij meer dan éen middel weet,
al kan hij er geen met een paar woorden
aangeven. Welnu, had bij het dan gedaan
met bonderd, met duizend woorden, desnoods
met meer dan een vel druks.
Wij en de volksvertegenwoordigers niet
het minst voorzeker snakken naar ue
oplossing van het zeer ingewikkeld vraag
stuk en daarom zou men den beer Tindai
zoo dankbaar zijn als hy die oplossing in
de hand wilde werken.
Maar in die ingewikkeldheid zit juist de
groote kneep.
Wy hebben steeds met waardeering den
heer Tindal gadegeslagen in zijn pogen om
verkeerde toestanden en wondeplekken op
militair gebied bloot te leggen. Hij deed dit
dan duidelijk en zag tegen het schrijven van
een uitvoerig stuk niet op.
Hij beriep zicb op toestanden en op feiten
en waar hij ons soms uit voorzichtigheid
gissen liet, daar bewezen toch zijne woorden
dat hij, wanneer men hem daartoe dwong,
gereed was zijne beweringen te staven met
z. i. onomstootelijke bewijzen.
Waarom is nu waar het zulk eeue
ernstige zaak geldt als de nood en jammer
van zoovelen de heer Tindal zoo geheim
zinnig, zoo vaag in zijne woorden, zoo
weinig afdoende, zoo onpractisch?
Wy weten op die vraag geen ander ant
woord dan dit, dat ook hem de kwestie te
moeilijk is om eene goede oplossing aan te
geven.
En juist daarom vinden wy zyn optreden
in deze verre van gelukkig.
Het is zeker heel gemakkelijk tot eene
volksvertegenwoordiging te zeggenik,
Henry Tindai, zeg uer is een verschrik
kelijke toestand er is periculum in mora gy
moet trachten zoo spoedig mogelijk daarin
verbetering te brengen. Gij moet snel be
raadslagen en spoed,g beslissen. Maar een
andere en vrij wat moeilijker taak is bet
om zij 't slechts éen lichtpuntje aan te geven,
waarop een volksvertegenwoordiging kan
afsturen*
Wat moet eene regeering, wat moet eene
vertegenwoordiging doen
Werk scheppen?
Wijs haar den weg.
Een adres, als de kamer van koophandel
te Middelburg ons lagerhuis inzake den
scheepsbouw zond, heeit eene practische
strekking. Daarin wordt ten minste eeu
weg aangewezen.
Maar dat is by den heer Tindai niet bet
„yaL fin ywt het overige ma wy op
dit oogenblik ook geen enkel gezichtspunt
om in ons land van regeeringswege iets
te doen, dat d a d e 1 ij k het gewenschte
resultaat kan opleveren.
Laat men liever zooals ook geschiedt
in eiken, meer kleinen kring zich beijve
ren den toestand te leeren kennen, en han
delen naar bevind van zaken-
De omstandigheden zijn zoo verschillend
dat een algemeen geneesmiddel nog niet is
aan te wijzen.
Wil de vertegenwoordiging der regeering
een groote som geld toestaan om onder de
werkloozen te verdeelen, dan betreedt zij,
dunkt ons, een gevaarlijk en door de nijvere,
arbeidzame werkloozen, die werk vragen en
geen aalmoes, niet gewenscht terrein. Weet
de heer Tindal een ander middel; dat hij
dan spreke.
Zoolang bij dit niet doet, geeft zyn jongste
adres van zelf grond tot allerlei verkeerde
vermoedens, waarvoor hij veel te goed is.
Zeker is het echter dat hij zich te ge
makkelijk heeft afgemaakt van een kwestie,
die niet met enkele woorden is te behan
delen. En dit is jammer voor hem, die in
andere opzichten zoo ferm als deskundige
optrad, maar nog te meer voor de velen,
die in hem hun beschermer meenen te zien
doch die niet anders dan bitter teleurgesteld
moeten worden door zyn optreden.
Na de behandeling der Indiseha beg tooting
werd in de WoeiiBdag middag gehcuden zitting
der Tweede kamer mes nog andere ont
werpen aangenomen het wetsvoorsteHot verkoop
«an grond te Vlissmgea.
Daarna mteipeiieerde de heer Buys van
Beerenbroek den minister van wateistaetove.
uea toestand van den sta^tstpooiweg tussohen
ue stations Deek— Easxoo en Dunde en ae daar
mede in verband st-iande oniangs plaats gehau
neOOende alsonuiving van een gedeelte van
een spoorweguam in dat baanvak.
De minister deelde, in antwoord daarop,
den interpelLnt mede dat het ondersoek
naar de oorzaak van de reisohuiving en naar
uea toestand van het aangrenzenae b&anvaa
nog niet is afgcloopen.
Da het ongeval zyn alle maatregelen genomen
om het venteer te verzekeren en is het aan
grenzende baanvak nauwkeurig opgenomen,
vongevolge waarvan de Ezpioitaue-mauischappy
belast is met het vervaardigen van een out
w-rp tot verbetering van het baanvak.
Dit ontwerp zal worden onderzoent, en daarby
-ai wn het deskundig advies, ook van geologen,
party getrokken wor-ien.
Tot dusver echter is nog geen beslissing
omtrent de noouige maatregelen genomen,
hoewel reeds nu is te zeggen dat van een-
toudige herstelling van tien weg geen sprake
is, maar aidoende maatregelen noouig zyn om
de veiligheid blyvend te verzekeren.
Daarnaar wordt een onderzoek ingesteld, en
uet is niet onmogelyk dat men tot verlegging
van een groot deel van het baanvak zal moeten
ocsluiten. De minister noopt dat de oeshssing
verrang zal kunnen genomen worden.
In ae avondzitting zyn de beraadslagingen
aangevangen over net webontwerp tot pere
quatie uer grondbelasting.
De artike.en werden tegelyk met de a ge-
rneene beraadslaging aan ue orde gesteld, »uo-
dat Uadeiyk door den h«er Buys van Beeren-
oroek werd toeg«lioat eeu amtndemeui,
voorgesteld door nem en de heeren Van der
Borou van V er wol do en Zyp om in plaats van
o geiyk de regeenng voorstelt, 5 van
ue belastbare opbrengst eer grondbelasting op
->b ongebouwde eigendommen te heden. Het
amendement wera aanbevolen als hoogst ge-
wsnioht voor ae kleine grondeigenaren, terwyi
ae grootere tooh ia de vermogensbelasting
woruen getredenbillyk ornaat van ue ver
laging der mutatierechten het ongebouwd
eigendom slechts voor 2/5 zal profiieereu
cn de positie van ae landbouwers, voorsi
de kleinere, zeer veel te wensenen overlaat}
dU noodzakelyk omdat aan gemeenten en
provinciën meerdere vryheiu zal moeten
worden gegeven rot ueüLg van opoenten op
ue „rondbelasting. Het amendement heelt geen
afbrekende strekking. Door aanneming zal het
ijjk 960,900 mindu' ontvangen. Hiervan kan
51 ton gevonden worden door niet over te
gaan tot atschnlfiug der tollen, wait mede de
landbouw tooh weinig zal worden gebaat,
terwyi de overige 4 ton door besparing op da
begrooting was te vinden, terwyi men ook het
successierecht zou kunnen Vcrhoogeu oi eéOO
octeie regeling zou kunnen maken van de
tarieven.
De heer Zyp betoogde ook dat verlaging
der pereentage tot 5 net eenig aldoend mid-
uel is om de agrarisone toestanden te helpen
verbeteren, daar door de heffing van 6 pot.
zy zullen getroffen worden die alles gedaan
neoben om han grond te verbeteren, terwyi
zy, oie han lanleiyeu hebben uitgeput, bevoor
deeld zullen worden. Dit strooat niet met da
sociale ïeohtvaardigheid. Wei wil de minister
m art. 2 den druk verzachten daar waar 25
pet. meer betaald zal worden, maar dit ia zeer
onbinyk voor non die uoor de perequatie den
uiuk met 15 oi 20 pot. zullen zien verhoogd.
De heer Feil kon ook niet meegaan met
het ontwerp, tenzy het amendement werd
aangenomen, dat ny ten daad van recht
noemde vooral voor uea kleinen man.
De heer Van der Kuay betoogde dat ver*
uooging van opcenten ten behoeve der gemeenten
onmogelyk is ais ae gronaoeiazting op net
ongebouwd te laag is. 's Mm' voorstel behartigt
uus niet de belangen der gemeenten. De mi*
uis.er is verpucn. licht te Verschaffen omtrent
ue wyze, waarop by ue gemeenten wu helpen,
wat van overwegend belang is voor do beoor-
deeiing van dit ontwerp.
De beraadslagingen zyn verdaagd tot heden
(Donderdag.)
De minister van buitenlandsehe zaken brengt
ter keunis van belanghebbenden, dat de invoer
m Griekenland van gemoogde huiden, post
pakketten en mui,iters zonder waarde, ait van
onolcra besmet verklaarde landen wederom ia
geoorloofd en dat invoer van bereide en ge*
tooide huiden in Tnrkye wederom is toege
laten.
Verder geelt genoemde minister kennis dat
ae Fortugeesoae regeering alle Dederlaadsche
havens wederom besmet heeit verklaard met
Aziatische caolera.
Dy kon. btsi.
is benoemd tot notaris binnen het &rr. Assen
ter standplaats de gemeente Doogeveen, P. van
-a-naei, thans candiuaat notaris te Warns veld)
zyn by aen waarborg en de belasting der
gouden en ziiveien weiken benoemd tot essa/etui
te 's Dertogcnboech J. P. Wieling, thans to
Utrecht; te Utrecht L. Pronk, than, te Arnhem;
te Arnhem Fn. F. Doef, thans te Booseuuaai)
te Bcosenuaai B. J. ue Buiter, thans commies*
stempelaar te Amsterdam; tot commies-stem*
pai.urte Amsterdam S. F. J. Doet kent, thrni
te Bottcidam; te But to. dam B. UJ. Guppertz,
tnans te Arnhemte Arnhem B. N. zat Maaien,
thans te Dunoonhoven; te Dohoonhovea G. F.
0. baron van Till, tüana aide-össajreur to
Uneont;
is pensioen verleend aan W. Koster, conduc
teur der brievenmalen 1ste ki., ad f 840W,
ue Jong, brievengaarder, ad -.5; J. Du Clank,
brievengaarder, ad f 116; J. D. C. Crane,
conducteur aer brievenmalen 8ue kl., ad f 417,
J. G. Lugten, opzichter van den rykgwateretaat
lste kl., ad 835 en
is de telegrafist 2de kl. by de rykstelegraaf,
mejuffrouw J. W. Kooiman, wegens zielsziekte,
oer vei ontsiag verleend uit 's ryks dienst.
Wy neb oen nog etn allernetst kinder*
boekje ontvangen, waarop wy ons haasten xog
tydig vóór iot N.colaas de aandaoht te vestigen*
Uet neet Kmdenersjet, Winkeltje spelen txz.,
ue. r A. C. Cauen/els en versonuen hy aeaheet
J. F. van Druten te Sneek.
De daarin voorkomende versjes zyn kinderlyk,
zonder kinderachtig te zyn, en in goeden toon
geschreven. En ae plaatjes zyn zoo keurig,
dat wy uit ingenomenheid met zulk een goed
geheel volgaarne de aandaoht der moeders op
ait prentenboek vestigen.
De uoor de firma Gebs. E. en M. Oohea
te Arnhem en Nymegen ondernomen gtlllue*
treerde uitgave van mevr. Deecher-Dtowe's
Steger hut vordert geleidelyk. Thans ontvingen
wy de afleveringen 5 tot en met 8.
Ook van den A. B, C. oi alphabetisohen
reisgids, de bekende uitgave van de
boek- en Bteenurukkery, v/n Eilerman, Harms
en Co te Amsteruam, is de nteawe dienstrege
ling op ae spoorwegen, noden aangevangen,
verschenen.
De baste van Jonathan (Haze broek) Iftl
door Joban Keiler worden gemaakt.-