N°. 284. 135" Jaargang. 1892, Donderdag 1 December. 1852-1 December-1892, Middelburg 30 November. letteren en kunst. onderwijs. arr stad en provincie. Deze courant verschijnt d a g e 1 §"k met uitzondering van Zon- en Feestdagen] PrQs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.- Afzonderlijke nommers, met of zonder bijvoegsel, zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën20 cent per regelj Bij abonnement lager] Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle dankbetuigingen; van 17 regels 1.50; iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimtes Telephoonnommer 139. HI II I) Mill l((,S(lli: COURANT. Thermometer, Agentes te VlissingenP. G. dï Vit Msstdash k Zoo», te Goes: A. A. W Bollaitd, te KruiningenF. v. d.Pmjl, te Zierikzee: A. C. dïMooh, teTholen: W. A. i Jdïertentlën Middelburg 30 Kot. 8 o nn. 43 gr. va* Nrstrwranrowa:** es te TerneuzenM. ds Jones. Verder nemen alle postkantoren ea boekhandelaren abonnementen en advertentië* aam, evemali de j moeten des namiddags te ééa uv •u 12 u. 44 gr., ar 4 u. 42 gr. 1'. j advertentie-bureau^ van Nijoe Va» Ditmab, te Rotterdam, pi Gibk. Bbümïii, te 's Graveahage, ea A. de la Mae Az*., te Amsterdam. j aan het bureau besorgd zjjn, willen Verwacht W. wind. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjg ea Londen, de Comprgaie jréaéralo de Publieité étrangère G. L. Daube Cu., Job* F. Jonas, opvolger.j zjj des avonds aog worden opgenomen Morgen, 1 December, is bet 40 jaar ge leden dat de eerste rijkstelegraafkantoren in Nederland voor het publiek verkeer werden opengesteld. Is deze dag gedenk waardig voor de ambtenaren van dezen tak van dienst, hij is bet niet minder voor allen, die belang stellen in handel en nijverheid, in kunst en wetenschap, in den vooruitgang en de ontwikkeling der menschheid in het algemeen. Groot en vele toch zijn de diensten, die de telegraphie allen bewijst. Onmisbaar als zij zich gemaakt heeft voor den handel in al zijne vertakkingen, helpt zij de wetenschap hare wegen vinden, verschaft zij den mensch hnlp bij ziekte en gevaar, is zij een onwaardeerbare steua bij de verdediging des lands. Niemand, arm of rijk, of hij heeft van hare hulp gebruik gemaakt. En waar die hulp wordt verleend, ge lijk de Nederlandsche rijkstelegraaf dit doet, daar mag zeker deze gedenkwaardige dag niet met stilzwijgen worden voorbijgaan. Nederig is de rijkstelegraaf begonnen. Op 1 December 1852 telde zij vijf kan toren en tien telegrafisten, welke getallen na zjjn geklommen tot 473 rijkskantoren en 991 kantoorambtenaren. Langzaam maar zeker is zij vooruitgegaan, steeds gebruikmakende van alles, wat de wetenschap haar leerde tot betere bereiking van haar doel. Treedt zij met eere op naast hare oudere zuster, de Post, met vertrouwen aiet zy de nit haar voorgekomen spruit, de Telephonic, bestemd om haar te steunen en aan te vullen, naast haar opgroeien. De stichting van de Nederlandsche Rijks telegraaf nam haren aanvang met de benoe ming in 1850 door den Minister Thorbecke van eene Commissie tot overweging van de Vraag; „of het belang van den Staat niet medebrachtelectro-magnetische telegrafen op rijkskosten aan te leggen en te bedienen." Zij werd ingesteld, nadat, ten gevolge van het Koninklijk besluit van 8 December 1847 Staatsblad no. 72), de voorwaarden rege lende, waarop door particulieren telegraphi- sche verbindingen tot stand zouden kannen worden gebracht, in dat zelfde jaar door de Hollandsch ijzeren spoorweg-maatschappij de eerste telegraaf! jn tusschen Amsterdam en Haarlem voor het algemeen verkeer was opengesteld, welke lijn later tot Rotterdam werd verlengd. De Nederlandsche Tele- graafmaatschappij volgde met de lijn Amster damDen Heider, de Rotterdamsche met RotterdamBrouwershaven. Toen begreep Thorbecke, dat, wilde de Telegraaf worden wat zjj wezen moest, de Staat moest ingrij pen, en de benoeming der genoemde Com missie was daarvan het gevolg. Zij bestond uit de heeren L. J. A. van der Kun, F. W. Conrad en E. Wenckebach, welke reeds in hetzelfde jaar in hun rapport de hun voor gelegde vraag toestemmend beantwoordden. Zich hiermede vereenigende, diende de Mi nister Thorbecke zijn Telegraalwet in, die reeds in het Staatsblad van 7 Maart 1852, no. 48, kon worden opgenomen, en nog steeds de wet is, waarop de Rijkstelegraaf steunt. Zij beveelt den aanleg en het onder houden van Staatswege van de noodige electro- magnetische telegraphen tusschen 's Graven hage en de voornaamste steden, havens en vestingen des Rijks. Even vlug als de wet was voorbereid, even krachtig werd hare uitvoering ter hand genomen. Onmiddellijk na hare uitvaardiging werd eene Commissie voor de zaken van de Rijkstelegraaf benoemd, bestaande uit de heeren L. J. A. van der Kun, F. W. Conrad en W. C. A. Staring, wien als Ingenieur van de Rijkstelegraaf de heer E. Wenckebach, en als zijn adsistent de heer A. F. Ooudriaan werd toegevoegd. Hun was de aanleg der eerste lijnen en de inrichting van den dienst opgedragen. Hoe zij die taak opvatten, blijkt wel hieruit, dat reeds op 1 December 1852 de eerste kantoren, AmsterdamRotterdam, 't Gravenhage, Dordrecht en Breda konden Worden geopend. Van de tien toen aanwezige telegrafisten, de heeren W. Brinck, H. Smit, y. de Jager, W. Sloet tot Westerholt, W. E Ringer, H. B. Goudriaan, G. van der Feen, K. Schraver, C. Brieve en H. J. van der Linde maken nog slechts de heeren W. Brinck, als Directeur van het Rijkstelegraaf kantoor te Hoorn, en T. de Jager, als In specteur der Telegraphie te Zwolle, deel uit van het korps. Dat door het geheele gemis aan onder vinding hunne taak niet gemakkelijk was, kan hieruit worden nagegaan, dat op den dag der opening door drie ambtenaren te Amsterdam 15 uren werd gezwoegd tot het overbrengen van 37 telegrammen. Hunne namen worden daarom hier met eer en dank baarheid genoemd. Het „al doende leert men" gold echter ook hier. Niettegenstaande alle moeilijkheden bleven zij aan het werkde ondervinding hielp hen, en zoo konden de grondslagen eener regeling worden gelegd, die het hoofd kon bieden aan de enorme uitbreiding, welke deze tak van dienst verkreeg, en haar steeds meester van het terrein deed blijven. Wat die uitbreiding beteekende, laten de volgende getallen zien, genomen op 1 Januari van elk der daarbij genoemde jaren 1854 1877 1892 Kilom. lijn 873.5 3 469.8 5.328.7 draad 1.145.5 12.666.118.967.5 rijkskantoren 6 162 452 kantooramb tenaren 19 723 955 aantal tele grammen 47.107 2.405.240 4 521.560 Dat, niettegenstaande deze toename, de Nederlandsche Rijkstelegraaf is wat zij is; dat zij steeds met eere wordt genoemd, ook over de grenzen, heeft zij, naast allen, die met hem werkten, in hoofdzaak te danken aan den heer A. H. van Thiel, thans Hoofd inspecteur der Telegraphie, die ook 1 Dec. het feest zijner 40-jarige dienstvervulling bij dezen tak van dienst viert. Als Adjunct-Commies bij het Departement van Binnenlandsche Zaken toch, werd hij op 29 November 1852 toegevoegd aan de laatstgenoemde commissie, ten einde zich, reeds twee dagen later, te belasten met de opening van het Rijkstelegraaf kantoor te Amsterdam. Lang bleef hij daar echter niet werkzaam. Reeds spoedig bij de Hoofd administratie der Rijkstelegraaf geroepen, waar hij 1 April 1853 als Controleur der Rijkstelegraaf optrad, verliet hjj deze niet meer. Hier had de heer Van Thiel zijn werkkring gevonden. Geroepen om hooger autoriteit van advies te dienen, of regelingen voor te stellen omtrent alle onderwerpen betreffende de dagelij ksche uitoefening van den dienst, en de verantwoording der ont vangsten en uitgaven, heeft hij deze admi nistratie zoodanig weten te organiseeren, dat zij voldoet aan alle eischen, die men haar stellen mag. Uitgaande van het beginsel, dat vlugheid en nauwkeurigheid in het over brengen van de telegrammen het hoofddoel moeten zijn, heeft hij een corps van ambtenaren weten te vormen, die met ijver en toewijding hunne taak vervullen, en, evenals hij, de over tuiging in zich omdragen, dat de Telegraaf voor het publiek, en niet het publiek voor de Telegraaf is; zoodat, indien het publiek met volle vertrouwen zijne belangen in hunne handen legt, hem daarvan de eer toekomt. Steeds bleef de heer Van Thiel aan het hoofd van het zooeven genoemde deel der Rijkstelegraaf, het rekenplichtig beheer, staan, werkende met stalen ij ver, stipte onpartijdig heid en nauwkeurigheid. In 1870 werd hij benoemd tot Inspecteur van de Rijkstelegraaf, terwijl het vorig jaar zijne verdiensten werden erkend door zjjne benoeming tot Hoofdin specteur der Telegraphie, in welke betrekking hij, naast den Hoofddirecteur der Poste.ijen en Telegraphie, den heer J. P. Hofstede, nog steeds werkzaam is. 12 Mei 1874 werd hij benoemd tot Ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw. Op dezen herdenkingsdag mag zeker aan den heer A. H. van Thiel een woord van dank gebracht worden voor al hetgeen hij voor de ontwikkeling en organisatie van de Rijkstelegraaf heeft gedaan en aan zijn adres de hoop geuit, dat bet hem nog vele jaren gegeven zij, zijne talenten en krachten te wijden aan den dienst, dien hij heeft helpen groot maken. Bovenstaande herinneringen danken wij aan de vriendelijke toezending van bevoegde zijde. Wij gaven haar gaarne eene eerste plaats in ons blad, omdat zij betreffen een der nuttigste instellingen, die onze maat schappij bezit. Wie kent niet het gemak en het gewicht der telegraaf 1 Wie heeft niet daarvan diensten gehad? Wat machtigen invloed oefent de telegraaf uit op velerlei gebied Welk een ommekeer bracht zij te weeg, niet het minst ook op journalistiek terrein! Onzerzijds voegen wij, die dagelijks van haar belangrijke diensten ondervinden, en het voordeel, dat zij oplevert, hoogelijk waar- deeren, gaarne onze hulde bij die van den schrijver van dit herinneringswoord. Het Handelsblad maakt de volgende o. i zeer j uiste opmerking. De Heder'andtche Bond tot bestriding van overdreven Zondagsrust op het gebied van Post en 7 elegraa, verkeer beoogt ondanks zjjn langen ■tam een goed werk. Tegon de beredeneering van zjjn aan den minister van waterstaat te zeulen verdoek om uitbreiding der dienstaren op Zon- en feestdagen van post- tn telegraaf i» in beginsel niets te zeggen. De staat, die zich bet monopolie toeeigent van het vervoer van berichten, moet daarby ook zorgen dat dit vervoer op de baste, veiligste ea vlugsie manier geschiedt. Et worden tegenwoordig pogingen gedaan om het postverkeer op dergaljjVe dagen zooveel mogelyk in te krimpen. De noodzakelijkheid van een wekeiyfcschen rustdag is alle eeuwen door gebleken, maar net is onmogelyk, in den tegenwoerdigen tjjd, dien rustdag ea den Zondag voor ieder tot éjn te maken. De bediening van hot veevoer en hon derd andere takkea van badrjjf zjjn op Zondag onm sbaar. Zelfs in Engeland, waar de stilstand van bet postverkeer op Zindag een bljj-ende grief en ongerief is, gaat bet vervoer zjjn gang. Niets verbinde t voor den Zondag bnlppei smeai in dienst te nemen, dat desnoods nit een extra-heffing betaald kan worden. In Londen berekent bet postbestnn een hoogere vracht voor brieven, die na het gewone postuur in sommige bassen geworpen worden en waarvan het vervoer dns meer werk vereischt. Ran men brieven, oie duurder werk vorderen, niet evenzoo belasten door bjjv een ix'ra-port to heffen als ze op Zon- ol 1 estdagen bezorgd moeten worden Op dezelfde wjjs zou men perk kannen stellen aan hot misbruik van het zenden van kaartjes en aider drukwerk op den Nieuwjaarsdag. Er zjjn handels- en andere kantoren, die een paar duizend reclamecuoulaires by wjjze van be loeidbeid op Nieuwjaarsdag verzenden. Hier, evenals bij bet zenden van telicitatiekaartjes, helpt een beroep op de welwillendheid van net publiek niets. Waarom niet ren extra recht geheven voor het drukwerk, dat byv. tusschen 31 Dec. en 2 Jan. vervoerd mod worden. Het is opmorkeljjk dat de klachten van werkloosheid geljjken tred houden met het aandringen op minder werk. Niemand sehjjut er aan te denken, de overvloedige arbeids krachten iu de plaats te stellen voor hen die meer rust verlangen, b het onmogelijk hieraan te voldoen zonder meer kosten te maken, dat deze dan betaald worden door hen, die vai« de postadministratie meer werk vorderen dan waarvoor zy feitelijk is aangewezen. Eene beschuldiging, een jaar geleden tegen ie liberale pers geuit, als zoude deze alleen Qulp verleunen wanneer Joden in gevaar zjjn, an toen door ons op afdoende wjjze weerlegd, wordt weer door ds. De Jonge in zijn blad *de Christelijke Volksbode* aangeheven. Deze doet dit thans waar bij msldiog maakt van de ver volgingen waaraande Stnadisten in Rusland blootstaan en aan de grootste gewelddaden van de overheid zjjn overgeleverd. Ds De Jonge sobjjnt weinig liberale couranten te lezen. Hjj zou aaders gezien hebben dat deze hem in de sohildering der gruwelen, te geuorei cU S.undisUu gepleegd, zjjn vdórge. gaan. Dat wy er nu weder melding v..n maken, zal hem het beste bewys zjjn, dat de liberale perg ztker voor de vervulgde Stnndistei met evenveel belangstelling vervuld is als destijds voor de Russischen Joden. Wat het inroepen van hulp beuelt, dit zou tegenover lieden, die nog in Rusland wonen, weinig baten, daar de -{lOotste sommen goics in niets hun verdrnk- King zal aunnen verminderen. Vandaar dat de liberale pers ook voor de Russische Joden niet eerder stofftljjke hulp kon inroepen, dan nadat deze hun land ver'ietjn en de aangebrachte nulp konden gebrniken, wat by menscben, die a g in Rusland zyn, onmogulyk is. W y gelooven dan ook dat de heele beschuldiging van ds De Jonge slechts nit haat tegen de liberale pers voorsproit. Zyn schrjjven eindigt immers met de volgende woorden: »Is het geen schande voor de gtnschu Christenheid, dat de geloovigen in Europa zich met als een eemg man in de ar.s steil n voor die arme, weerlooze broeders m Rusland 1 Waar men dus onder de partjjgenootcn van ds De Jonge nog zoozeer te kort schiet, gaat net zeker niet aan de liberale pers daarvoor verantwoordelijk te stellen. ArnhCrtj Door den heer Henry Tindal is weê.' een adres aan de Tweede kamer gezonden, nu een over een ander onderwerp dan by tot nu toe meestal beup ak. Hy vestigt nl- thans de aandacht der Kamer op den varschiikkelyaen toestand, waarin vele werklieden verk eren, zooals hem uit eigen onderzoek tieke ,d is. Een middel weet by niet met een paar woorden aan te geven; het vraagstuk is zeer ingewik keld, doch eischt dringend oplossing. Maar oovendien vraagt njj al kon ik 't u aangaven, wat zon dat baten Hebt gjj ooit naar my geluisterd, als ik u tun guede raadde De neer T-ndai is overtuigd, dat de K .mer, aangewesen om de belangen van alle Neder landers te behartigen, spoedig moet beraad slagen over deze ernstige zaak, zoo spoedig mogeljjk, omdat de tjjd dringt en de winter voor de deur Btaat. „Gy mout dus snel be raadslagen schrylt by en Bpceciig beslissen. E at in deze benarde omstandigheden het v. lk eens zi-n, dat gy dit kunt." Iu de Batuviasche kroniek van de Deli Ct. la.et men: »Hjt telog'am uit Batavia in de D.li Courant oegin September, over het vervroegd jen spoedige vertrek van den tegen woordigun goaverneur- gener .al neeft tegenspraak uitgelokt, en het batav. Hieuwsblad bevatte er zelts een telegram over uit uen Haag. Ik bljjt echter pertinent do peisoons ,eiwisseling te buitenzorg als zjer aanstaande tegemoet zien. Hst uitspreken op 31 Augustus li. van eene langere redevoering aan gewooniyk, waaraan volgens het JSieuwtblau net gerucht zyn ont» .aan te danken heeft, was aan de mededeeling in de Dell Courant geheel onschuldig, lk ben heusoh niet zoo naïef aan zuike teekenen te hechtenhet is echter weinig een geheim meer, dat naar ik zelfs vernam ook te Buitenzorg niet onder stoelen of banken gestoken worut, dat Z. Exc. weg wil en in net voorjaar weggaathy zelf zoowel als zjjne familie zjju 'beu van iudië." By kon. besluit: i3 benoemd tot plaatsve vangend djjkgraal van den Karelpolaer, provincie Zee and, J van Liere; is benoemd tot notaris binnen het arr. Utrecht, uet standplaats de gemeente Utrecht, rnr T. W. u.. Bremmer, caadida&t-notaris te 's Gravenhage; is een pensioen van 1007 verleend aan G. L. L. Motké, gewezen ontvanger der directe belastingen en aocynzen is de kapitein H. J. Hoogeveen, van het 8e regiment infanterie, op pensioen gesteld, en het bedrag van het pensioen bepaald op ƒ1580 '*j«,&is en dien kapitein, te rekenen van den dag waarop zyn pensioen ingaat, den rang verleend van m»joor; zyn benoemd tot commiezen der posteryan vau de 4de kl. M. J. D. Meren», G. J. van Mans velt, jhr J. de Casembr mej. G. W. A A. van der Eat en mej. L. C. Cucbios, thans surnumerair» der posteryen, eu zyn, met ingang van dien datum, bevorderd tot com miezen der posteryen 3de kl. L. H. Bartelink en J. H. Acker, thans commiezen 4de kl; en is benoemd tot directeur van het postkan toor te Olst J. Mouljjn, thans commies der posteryen 4de k'., en tot commies der posteryen 4 le kL L. Witmaar, thans surnumerair. De oommissie uit de Tweede kamer, die kenni» heeft genomen van de inlichtingen op een adres van den gepen, majoor der infan* terie van de landmacht in West-Indië A. Boom- gaart, zich beklagende dat dior den oud gouverneur jhr De Savornin Lobman een ongeoorloofde moreels pressie op hem is nit- geoefend, is van oordeel, dat die bewering uit niets bljjkt en dat van een voldoen aan rdressants veno.k, dat de Kamer hare afkeu ring uitsprtke over de handelingen van den gouverneur jegens rekwestrant, geen sprak* Wenn gemand eins heise thut, So conn er was verzdhlin, zoo heeft, met den goeden vader Ctauoiu», Monttph lus gedacht en wat hjj ia verre landen, aan den voet van den Moat- Blane en in Tirol zag aan de drukpers toe vertrouwd. bergen en Dalensohetaen ea vertellingen, is de titel van zyn boek, dat bjj den uitgever J. P. Revers te Dordrecht, die uet fraai en flink uitrus te, het licht zag. Er behoort zekere moed toe om over snlka door toeristen plat getreden berglanden als Zwitserland nog reisschetsen stam te stellen, maar Monttphilus bezit de gave om aangenaam m opgewekt te vertellen, zoodat men gaarne aog eens met hem de bergpaden bewandelt en ie maren bevaart, wier natnursohoon men met even veel geestdrift hecit b wonderd als da sahrjjver. Mon iph lus behoort tot die gelukkige men- sohenkinderen, die in onzen iturmachtigea, zorganvellen tjjd met dtn dag zeldzamer wor den: zjj, die met een benijdenswaardig kalm gemoed en opgernimden geest alles Tan do goede zjj de bekyfcen en tevreden de wereld doorwandelen. De een noemt iets mooi; do ander ziet bet mooi niet. »Zoo gaat het met alle aarasohe zaken, verzekert Herr Miilier (bid. 140); het is maar de vraag, in wat licht, in wa toon wy se zien". Nu, Aloniiphilus ziet mensohen en wereld ?n maatscnappy in een ro .ig liohtl Een witte raat inderdaad te midden van ons fin de siècle pasimisme! Eén ding trof ons in deze schetsen: do wy zouden het willm noemen bjjna nuchtere opmerkingen over kunst, op een enkele plaats door Montiphilus gemaakt, wat to icbetper opvalt naast zyn groote liet de voor ie natuur en zyn blyde bewondering voor hot aatuuiscuoon. Wie voor ee ige oogenblikken sioh laven wil aan onverstootbare ulymocdigheiden warme uattelyke monschenlietde zal gaarne, al heelt njj ook niet ue grootsohe, geweldige Alpen- natuur met eigen oog aanBCUonwd Monti- phUus op zyn tochten door Bergen en Dalen tot gids nemen. Wy meenen van ons lezend publiek te mogen verwuchten, dat deze een voudige, iris ohe schetsen en vertellingen een goed onthaal zullen vinden. Eenige kunstvrienden willen den verdien* steljjken Amsterdamschea toonoelspeler L. J< Veltman bjj gelegenheid van zyn 75sten ver jaardag op 29 Deo. a. a, een eigenaar- uge hulde brengen. De heer Israels zal zjjn portret schilderen en men zal dit een plhatl geven in xyksmuseum. Yoor de akte M. O. Ned. taal en letter kunde is te 's Gravenhage geslaagd de heer ih. Allan, vaa Goes. Bjj het te 's Bosch afgenomen examen voor apotaekersbeiiende is, geljjk ia ee.i deel der oplaag van ons vorig nommer werd gemeld, o. a. geslaagd mej. E. C. Plugga te O. en W. Souburg. Da in ons nommer van beden voorkomende opgaaf van het vertrek en de aankomst van spoorwegen is aangevuld en in overeenstem ming gebracht met de morgen, Donderdag 1 Dec., in werking komende nieuwe dienstre geling. Ia den tuin van het Gasthuis is, door de goede zorg van de atdeeling Middelburg der vsresniging Het Roode Kruiseen net gebonwtje opgerient, dat gelukkig tot nutoe ongebrnikt is gebleven en naar zektr ieder met ons hopen zal liefst maar altjjd doelloos moge bljjven. Wjj bedoelen de cholera-barak die, toen do gevreisle ziekte dreigde zich alom in den lande te verspreiden, werd gesticht en vuor opname van eventu ele lyders in gereedheid gebracht. Het stemmig geschilderde, aan beide aydes met een lood krnn geteekend gebonwtje ie door asphalt bedekt os v&n ses dnbbslos

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1892 | | pagina 1