N°. 279.
135° Jaargang.
1892,
Vrijdag
25 November.
Angstvallige liberalen.
Middelburg 24 November.
Dm® courant verschijnt d g e 1 k
met uitzondering ran Zon- en Feestdagen]
Prfls per kwartaal in Middelburg en per post franco f 8.-
Afzonderlijke nommers, met of zonder bijvoegsel,
zijn verkrijgbaar a 6 cent.
Advertentiën20 cent per regel.' Bij abonnement lagerj
Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle
dankbetuigingen; van 17 regels 1.50;
iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimtes
Telephoonnommer 1S9.
LETTEREN EN KUNST.
ÖIT STAD EN PROVINCIE.
Hos uitstekend zoo's onderlinge verteken* g
IDDELBURGn (OIIUM.
Agente* te Vlissingen: P. G. si Vit Mbstdaoh k Zoon, te Goe». A. a- W.Bolla*»,teEruiningen: F. v.d.Peiji,teZierikzee: A.C.deMoo»,teTholen: W.A.
tas NmncEmium en te TerneuzenM. de Jonei. Verder nenten alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de
advertentie-bnreau'g van Nijoh Vak Ditmaji, te Rotterdam, di Geba Bblikïakïe, te Gravenhage, en A. de da Mail Aek., te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publieité étrangère G. L. Datjbe Cu., Job* F Johei, opvolger.
Thermometer.
Middelburg '24 Nov. 8 u vm. 36 gr.
a. 12 u, 38 gr., av 4 u. 39 gr. F.
Verwacht Z. W. wind
Zdvertentlën
moeten deB namiddags te éém nvt
aan het bureau besorgd sjjn, willen
sy des avonds nog worden opgenomen
„Eindelijk behoort, althans vóórdat de
Tweede kamer voor de eerste maal wordt
vernienwd, de gebrekkige voorloopige rege
ling van het kiesrecht, in de additioneels
artikelen vervat, door een definitieve te
worden vervangen.
„Deze definitieve regeling moet, door vrij
gevige toepassing van het voorschrift der
grondwet, het kiesrecht op breeder en grond
slag vestigen, waarbij tevens persoonlijke
invulling van het stembiljet in het lokaal
der stemming als voorwaarde worde gesteld."
Aldus luidde het in de missive, dt. 19
December 1887 door het bestuur der Liberale
Unie gericht tot de kiesvereenigingen, leden
dier Unie, en hare afgevaardigden.
„De Kiesbevoegdheid voor de Tweede
kamer der Staten-generaal worde door onbe
krompen toepassing van het voorschrift der
grondwet uitgebreid ook tot den kring der
werklieden die reeds te lang daarvan ver
stoken bleef. De wetgever ga aanstonds
zoover, als eene eerlijke uitlegging der
grondwet hem veroorlooft. Persoonlijke en
geheime invulling van het stembiljet in het
lokaal der stemming worde voorgeschreven."
Met deze woorden gaf in 1891 de Liberale
Unie haar gevoelen omtrent dit belangrijk
pant van staatsbeleid te kennen.
Die aanhalingen zijn zeker in deze dagen
niet overbodig. Wij zien daaruit de richting,
"welke de Liberale Unie van het begin af aan
•heeft aangewezen, en komen, voor zoover
wij dit niet wisten, tot de verblijdende ont
dekking, dat de minister Tak van Poortvliet
met zijn kiesrecht-ontwerpen zich geheel
stelde op het standpunt, door de Unie aan
gegeven, en zelfs zoo ver gaat als het bestuur
daarvan, blijkens het oorspronkelijk manifest,
dit in 1891 verlangde.
Is er dan niet terecht zooals een der
leden van de kiesvereeniging Eendracht
maakt macht alhier het op zijne gewone ronde
•manier uitdrukte reden tot groote ver
wondering over de houding van sommige
liberalen
Wij willen niet spreken over persoonlijke
bezwaren, die altijd, tegenover elk wetsont
werp, zulk een belangrijk punt rakende,
zullen blijven bestaan al schijnt het ons
toe dat waar eene meerderheid in een
partjj zich eenmaal in een bepaalden geest
uitsprak het een daad van goede, beleid
volle politiek is om zich bij zulk een uit
spraak neer te leggen.
De liberale partij, nog verre van krachtig,
heeft al leergeld genoeg betaald met dat
styf vasthouden aan eigen ideeën, zonder
eenig begrip te toonen van zelfverloochening.
Maar waar wij ons vooral over verbaasden
was dat in onze nabijheid een kring van
mannen, die steeds de vrijzinnige vaan hoog
bielden, zich unaniem achter opportuniteits-
argumenten verschuilde om een maatregel,
door de partij reeds in 1887 gewenscht, tegen
te houden.
Daar sprak men van ontijdigheiddaar
beweerde men dat behandeling van het
ontwerp niet in 's lands belang is.
En dit alles op het oogenblik dat het
ontwerp reeds in onderzoek is in de afdee-
lingen der Tweede kamer, en nadat ampel
en breed reeds de kwestie van prioriteit
Van alle kanten is bekeken en als afgehan
deld beschouwd kan worden.
Wij durven te geruster hierover den staf
breken, omdat wij steeds de meening hebben
verdedigd en wij zijn daarin in den
laatsten tijd, na herhaalde lezing van stuk
ken, uitgegaan van de Liberale Unie, versterkt
dat het kiesrecht-vraagstuk eene rege
ling van ons belastingstelsel niet in den
weg behoefde te staan.
Maar om zooals men daar aan den over
kant der Schelde wenscht de kwestie om
te keeren, en de belastinghervorming als
kapstok te gebruiken, waaraan men de lang
gewenscbte verbetering van ons kiesstelsel
ophangt, dat komt ons onverantwoord
voor.
Beide hervormingen knnnen gerust hand
aan hand gaanen thans te eerder nu
wij met een belastinghervorming reeds een
goeden stap voorwaarts deden.
Men vergete niet dat, vóór die kiesrecht-
ontwerpen zijn behandeld, en stel dat
ze aangenomen worden vóór zij ter uit
voering gereed zijn, er nog zooveel tijd
voorbijgaat dat middelerwijl de minister van
financiën zijn plannon met ons belasting
wezen gemakkelijk zal kunnen uitvoeren.
Maar zal men beweren die kies-
rechtontwerpen kunnen ook verworpen wor
den en wat dan
Laat ons daartegenover stellen, dat het
van liberale zijde niet aangaat om nu
de ontwerpen, ingediend door een eerlijk
man als Tak van Poortvliet, die zich trouw
aan de hoofdbeginselen heeft gehouden,
welke de Liberale Unie heeft uitgesproken,
reeds in onderzoek zijn, door vrees zich
te laten leiden.
Er moet juist van onzen kant kracht uit
gaan, die zich in Den Haag moet doen
gevoelen.
Want men vergete niet de liberale
partij speelt ditmaal hoog spel. Komen
die ontwerpen door de schuld van hare
leden in de kamers te vallen, dan heeft zij
bij een zeer groot deel van het Nederland-
sehe volk haar prestige voor gernimen tijd,
zoo niet voor goed, verloren.
En juist de liberalen hebben het in hun
hand om in deze eene beslissing te provo-
ceeren.
België leert ons welke beroeringen ont
staan, als men aan een rechtmatigen volks-
wensch niet voldoeten znlk een spel zal
men toch vooral van vrijzinnigen kant in
ons land wel niet willen spelen.
Doch, al wordt die vrees bewaarheid, dan
nog heeft, dunkt ons, minister Pierson vóór
dien tijd ruimschoots gelegenheid gehad om
zijne plannen uit te voeren. Dat is trouwens
eene kwestie van regeling van werkzaam
heden, waaromtrent thans niet meer het
woord is aan de kiesvereenigingen maar
aan de Tweede kamer zelve.
En hoezeer wij volstrekt niet angst
vallig zijn om onze vertegenwoordiging, waar
het noodig is, wenken te ge ven,wij gelooven
dat de kiesvereeniging, die zioh in deze
uitte, niet alleen met haar wenk vrij wel
achteraan kwam maar ook geheel bniten de
orde was.
Heeft de vrees voor de gevolgen van de
kiesrechtregeling, zooals zij wordt t oorgesteld,
is zij eenmaal ingevoerd, de mannen van
over de Schelde soms te veel beheerscht bij
de uitspraak, door hen gedaan
Wij zouden het haast gelooven 1
Maar is het dan een verstandige politiek
daarvoor eene goede, eene billijke, eene door
eigen partijgenooten lang gevraagde regeling
tegen te houden
Is dit geen party-politiek van het slechtste
soort
Getuigt het niet van twijfel aan de kracht
van de beginselen, die men voorstaat
Laten wy als liberale partij ten onder
gaan, onze beginselen, die toch in de eerste
plaats ons zeggen rechtvaardigheid te betrach
ten, zullen in ons land toch zegevieren 1 Dit
hebben de laatste jaren op politiek gebied
duidelijk ons geleerd.
Maar wij weten ook niet, of die vrees
wel gegrond is.
Waarom zouden de katholieke organen
zoo weinig ingenomen zijn met de ont
werpen.
Waarom kan een der veteranen van de
anti-revolutionnaire partij, jhr mr A. F. de
Savornin Lohman, zich niet vereenigen met
eene uitbreiding van het kiesrecht.
Als zjj van de nieuwe regeling voordeel
verwachten men rekene er op, zij
zouden hun invloed wel gebruiken om haar
tot stand te doen komen.
Over hare gevolgen valt dns niets met
zekerheid te zeggen; maar in elk geval
moeten wij, liberalen, ze buiten rekening
laten, waar wy eenmaal beslisten dat zulk
eene regeling dringend noodig is en de
grenzen aangaven, waarbinnen zij zich moet
bewegen.
Er is nog een ander soort angstvallige
liberalen. Zij worden gevonden in de def
tige kiesvereeniging de Grondwet te Amster
dam, den z. g. hoofdader van ons politiek
leven, die in de laatste jaren evenwel ver
bazend flauw klopt.
Daar wil ipen ons leeren hoe voorzichtig
wij moeten zijn, hoe deftig politiek wij ons
moeten gedragen tegenover onze vertegen
woordiging.
Vooral moet de Liberale Unie zich wachten
een voorparlement te worden.
Alles wat slechts den schijn heeft pressie
te willen uitoefenen op de afgevaardigden
ter Tweede kamer moet vermeden worden.
Ziedaar het standpunt, daar aangegeven.
Van krachtig politiek leven getuigt zeker
zulk eene angstvalligheid niet.
Dan begrijpt men in Engeland, het land
van politiek leven bij uitnemendheid, het
anders. Daar durft men zijn afgevaardig
den wel degelijk kenbaar maken, hoe men
over belangrijke wetsontwerpen denkt.
En men beschouwt de kwestie, dunkt ons,
te Amsterdam dan ook van geheel verkeer
den kant.
Een voor-parlement wil de Liberale Unie
allerminst zijn. Zij is niet anders dan een
lichaam, gevormd door de liberale kiesver
eenigingen uit ganseh Nederland. Zij wil
hun gelegenheid geven door haar zich te
uiten en samenwerking ond6i eigen partij
genooten te bevorderen.
Tot die vereenigingen behooren ook zij,
gevestigd in districten, zooals Middelburg
en Goes, op wier afgevaardigden een stem
van liberalen kant helaasallerminst eenigen
invloed zal uitoefenen. Van pressie op hunne
afgevaardigden kan dus geen sprake zijn;
en juist met het oog hierop verliest de
redeneering over een voor-parlement al heel
wat van haar kracht.
De Liberale Unie heeft, waar het een
belangrijk wetsontwerp geldt, dat op het
politiek leven van gansch Ne
derland van grooten invloed zal zyn
dat in zijne gevolgen niet te overzien is,
het nuttig geoordeeld daarover eene „bespre
king" te openen, opdat het liberale Neder
land daarover van zijne meeniDg zou kunnen
doen blijken. De Unie wenscht zich, blijkens
de missive van het bestuur, bij die bespreking
„te bepalen tot de hoofdpunten der voorge
stelde hervorming, tot de beginselen, waar
van zy uitgaat, en hare hoofdstrekking, zonder
tot alle details, hoe belangrijk op zichzelf
ook, af te dalen of over dë redactie der in
gediende wetsontwerpen een oordeel uit te
spreken."
De Liberale Unie mag toch wel aan eene
regeering of aan eene vertegenwoordiging,
even goed als elke vereeniging van gelijk
gezinde mannen, haar gevoelens openbaren
over den arbeid, die gedaan werd of te wach
ten is.
Waarom op dit punt zoo angstvallig te
werk gegaan
Voor een minister kan het niet anders
dan welgevallig zijn en nuttig tevens, wan
neer hij weet dat hij bij zijn arbeid een
krachtigen steun vindt bij dat deel van het
volk, dat, evenals hij, liberaal denkt en
liberaal gevoelc.
En de vertegenwoordiging
Zoolang zij niet bestaat uit volmaakte
mannenzoolang daarin zitting hebben per
aonen, die ook van gedachten kunnen ver
anderen wier meening niet onwrikbaar vast
staat en die niet altijd vatbaar zijn voor
het begrip, dat in 1848 zoovelen, echter ook
na lang aarzelen wellicht, bewoog om hunne
bijzondere gevoelens te offeren op het altaar
des vaderlands, zoolang is het, dunkt
ons, in een constitntioneel land als het onze
volstrekt geen ongeoorloofde daad, langs den
weg, dien de Liberale Unie inslaat, hunne
oogen eens te openen voor hetgeen er om
gaat onder het vrijzinnige deel van ons volk
En hoe krachtiger, vooral bij het kies
recht-vraagstuk, waaromtrent nog zooveel
fossiele ideeën heerschen, en van hoe meer
verschillende kanten het Nederlandsche volk
zich doe hooren, hoe meer kans er is dat
menigeen ontwake uit den zoeten, maar voor
krachtige hervormingen doodenden waan dat
men alleen de zaken goed inziet en
daarom straffeloos kan weerstaan den drang
van een groot deel van het volk.
Dan zullen zij van zelf wel een oogenblik
nadenken en zich de vraag stellen of zij
soms bleven stilstaan.
Wil men nu zulk een zachten drang een
ongeoorloofde pressie noemenons wel. Wij
heeten het een geoorloofd middel om zijn
vertegenwoordiging te waarschuwen te letten
op de teekenen des tijdsen niet een stroom
te weerstaan, die de kamerleden zeiven ten
slotte wel eens zou kunnen meesleepen en
dringen van hun zetel, waarop zij zich met
zeker welbehagen en met zelfgenoegzaam
heid mochten hebben neergevleid.
De St. Crt. bevat een kon. besl. tot aanvul
ling va*i bet koninklijk besluit van 27 Ma-rt
1888 {Stil. no 67), waarbjj nader wordt bepaald,
welke ziekten van het vee voor besmettelijk
worden gehouden, en w lke der in de wet van
20 Juli 1870 (Sibl. no 131) genoemde maatre
gelen by het dreigen of heerschen van elke
dier riekten moeten toegepast worden, gewyzigd
<loor de kon. besluiten van den 12 m Mei en
uen 9en October 1889 (Sibl. no 62 en 128) en
aangevuld door het kon. beslnit van den 20en
Mei 1890 (Stbl. no 92.)
Daar by wordt een nieuw artikel ingevoegd,
te weten art. 33 bis, lnidende als volgt
>Iq bij rondere gevallen, ter beoordoeling
van den distrietsveearts kan afmaking van
zieke of verdachte dieren worden bevolen. Te»
aanzien van de uitoefening van deze bevoegd
heid volgt de distriotsveearis de bevelen van
den minister van binnenlandsohe zaken.
De huiden, hoornen, hoeven eu klauwen der
afgemaakte of vordaihte dieren moeten worden
ontsmet. De berst- en baikiugewanden en,
wnnneer dit door den distrietsveearts noodig
wordt geacht, ook de Koppen der afgemaakte
zieke of van ziekte verdachte dieren moeten
worden verbrand of begraven."
In de St. Ct. is een kon. besluit opgenomen
tot aanvulling van het honinklyk besluit van
27 Jnni 1892 (St. bid. no. 167), waarbjj nadei»
bepalingen worden vastges>.eld tot het tegen
gaan van de verbreiding van het mond- en
klauwzeer onder het vee.
Daarbjj wordt een nieuw artikel ingevoegd,
3 bis luidende
„Waar dit door den distrietsveearts, ter
voorkoming van de verbreiding van het mond
en klauwzeer, noodzakelyk wordt geacht, moeten
de veehouders hun vee, dat zich in weiden ot
andere opene plaatsen bevindt, op last van
den burgemeester opstallen ot ophokken.
Ten aanzien van de uitoefening van deze
bevoegdheid volgt de discrictsveeaus de bevelen
van den minister van bmnenlandsche zaken.''
By kon. besl.:
is aan D. Stigter, op zyn daartoe gedaan
verzoek, eervol ontslag verleend als Kanton-
reehter-plaatsvervanger in bet kanton Goes en
is, met ingang van 1 December 1892, benoemd
tot Kantonrechter-plaatsvervanger in het kanton
Gü6B W. E. Lewe van Nyanstein, burge
meester te 's Heer Arendzkerke;
is op zyn verzoek eervol onts.ug verleend
als 2 e luit. by het óe bat. rustende schnttery
in Zeeland aan L. J. Blankenbijl
is aan S. J. Hos-ng, op zyn verzoek, eervol
ontslag verleend nit zijne betrekking van ont
vanger der registratie voor de gerechtelijke
en administratieve akten en der domeinen te
Botterdam, behoudens aanspraak op pensioen,
en met dankbetuiging voor de in gemelde be
trekking bewezen diensten; en
is benoemd tot commies der telegrapbie 2e kl.
D. B. van Urk, thans oommies der telegraphic
3ie kl.
verwachte omstandigheden daargelaten stel®
lig morgen hier zal optreden.
Heden (Donderdag) avond speelt hji te Gouda
dezelfde rol van Robert Fiedler in De reis near
Turkije.
Het Woordenboek der Nederlandsche Taal
is weer een aflevering rjjker geworden. Deze
bsgint met »Onvast" en eindigt met zOnzin."
Haar men verneemt zullen er in .893"-.
geen Wagner-uitvoeringen te Bayreuth plaats
vinden.
Iu verband met esno mededeling in de
Rotterdamsche bladen dat de heer Willem va»
Zuyien naar Berlyn was gegaan om een nieuwe
rol te bestudeeren, vroeg men in Middelburg
ofbijdanwbl Vrjjdag bier zou kunnen spelen
Wy kunnen die vragers gerust stellen mei
de mededeeliog dat de gevierds aoteur on
Gevolg gevend aan de ons toegezonden
vriendelijke uitnoodiging, braobten wy een be
zoek aan de Kunstbeschouwing van
d,n heer C. H. J. van Bentbem Jatting in de
St. Pieterstraat alhier. Evenals elk jaar vindt
man aldaar een groote verscheidenheid van
kunstzak m.
Exposeerde de heer Van Banthem Jatting
in 1891 als parel onder al het sohoone een
mooi stuk van Jaoob M.;ris, ditmaal biedt hy
o. a. ter bezichtiging een sohilderjj van Josef
Israëls vol poëzie, dat den bezoeker reeds
onmiddelyk by het binnentreden van het ver
trek treft. Onder de overig., tentoongestelde
schilderyen vestigen wy nog de aauoaoht Op
de Oude Vrouw van Artz, een Zeegezicht van
H. W. Mesdag, Aan de Vecht van N. Bastect
en den Vioolspeler van Bink.
Zoowel om den voorgestolden persoon als om
de kunstwaarde zal menig oog lang geboeid
worden door de gioote ets van prof. O. L Dake,
de beeltenis van koningin Wilhelmina. Er is
over de artistieke waarde deser ets door de
ciitiek algemeen een zoo gunstig oordeel geveld,
dat wy kunnen volstaan met ieaer aan te
sporen deze ongezochte gelegenheid aan te
grypen om het kunstwerk van prof. Dake in
oogenscbonw te nemen.
Het ligt niet in onze bedoeling alle etsen
en aquarellen afzonderlijk te noemen, in de
zaal van den heer Van Banthem Jotting to
vinden, alleen mogen wy niet onopgemerkt
laten een drietal aquarellen van mej. A. Vee-
gene, waarvan vooral de krachtige zonnebloemen
van een zioh even snel als ïyk ontwikkelend
talent getuigen.
Voorts bevinden zich onder de nouveautés
1892 nog een tal van cqnarel-gravures, photo-
en staalgravuies, photographieën en verder
prachtwerken, rjjk geïllustreerd.
Wie eenige belangstelling koestert voor
onze Hollandsche knust verzuime niet de
Kunstbeschouwing van den heer Van
Benthem Jutting een bezoek te brengen. Onze
stadgenoot, zelf een wirm kunstvriend, stelt
gaarne het geëxposeerde ter vrye bezichtiging
van kunstliefhebbers en belangstellenden. Men
galoovo niet dat het hem vóór alles te doen
is om kooptrs te lokken aangenaam is hem
eder bezoeker, die bljjk geeft van ingenomen
heid met zjjnjaarlykscbe Kunst beschou
wing. Het woord zpreekt voor zioh zelve.
Te 's Hertogenbosch is heden geslaagd
voor het examen van apothekers-bediende de
heer A. van de Poll te Middelburg.
Woensdag avond geraakte de 2e stuurman
V. d. G. van het aan de Kolenkade te Vlis-
zingen liggende stoomschip Prinses Marie te
water. Door eenige werklieden op 't droge
gehaald, bleek dat hy eene vrjj ernstige wonde
aan 't boold had bekomen, waarvoor genees
kundige hulp werd ingeroepen.
Dat er tengevolge der slechte verliohtiDg op
die plaats niet meer ongelukhen gebeuren, ie
te verwonderen, zegt onze oeriohtgever.
Uit Koudekerke wordt ons gesohreveni
Nog voortdurend maakt de reeds meer dan
vyt maanden hier heersohende vlekziekte onder
de varkens hare slaohtoffers, alhoewel in veel
minder groote getalen, dan by het uitbreken
Ier epidemie. Reeds ver over de honderd
mestputloopers zyn door de ziekte aangetast
geworden de sohade, daardoor teweeggebraoht,
zou, voornamolyk voor de arbeidersbevolking,
verbazend groot zyn, indien hier niet eene
voor alle gemeenten zeer aan te bevolen onder
linge verzekeringsmaatschappij bestond, waarvan
de meeste bezitters van varhecs lid zyn.
Ieder lid is verplicht, zoo het ijjJende dier
tydig genoeg is afgemaakt en het vleesoh ter
consumptie is goedgekeurd, zjj a aandeel te
comen afhalen tegen een vastgestelde* prjjs per
kilo. Verzuimt hy zulks, zoo betaalt hy, boren
het verschuldigds bidrag, boete en komt zyn
portie ten bate der bewoners van het armhois.
Sterft een dier zyn natanrlyken dood, zoo
wordt den eigenaar 2/3 van de waarde door
(onderlinge by dragen vergoed,