had afgezet. De analyse van een zoodanig bezinksel zou in deze kwestie zeer zeker van groot belang zijn geweest. Door de analyse van de waters met elkaar te vergelijken, komt de heer Convée opnieuw tot de conclusie dat het leidingswater bestand- deelen van de buizen opneemt, van daar een hooger gehalte aan vaste stoffen, aan gloei- verlies, aan oxydeerbare stoffen door overman- gaanzure kali en een sterker gehalte aan z. g. n. Albuminoidale ammoniak (aaphalt-bestand- deelen), terwijl het ijzergehalte, door afzetting op de filters, in het leidingswater minder is dan in dat uit de prise d\au. Zoo blijft de heer Couvée zijne meening gestand, dat het duinwater, hoewel vrij van dierlijke stoffen, niet voldoet aan de eisehen, die men billijkerwijze aan duinwater stellen kan. Overgelegd wordt ook een schrijven van den directeur der gasfabriek en duinwaterleiding, gericht aan burg. en weth. Daarin zegt de heer Polet dat hij, zich vleiende binnen enkele dagen het rapport, met de verdere bijlagen, betreffende de plaats ge had hebbende grondboringen in de duinen aan de Oranjezon in te leveren, reeds bij voorbaat de daarbij verzamelde monsters van grond en water bij burg. en weth. overbrengt. Een kistje, gemerkt A, bevat de aardmonsters, bij de boringen van wege den heer Stang ver kregen terwijl twee andere kistjes de aard- monsters bevatten bij de officieele boringen in den g. Nieuwen Princopolder, alsmede die in het voorste dal verzameld. De monsters water zijn getrokken uit den z g. «Nieuwen Princepolder", en uit het voor ste dal. Deze watermonsters zijn uitsluitend genomen voor het pbysisch onderzoek, nam. ter bepa ling van het voorkomen of de al of niet kleur loosheid van het water. Ten einde den chemischen aard van het water, zoowel van het voorste dal, als dat van den xg. Nieuwen Princepolder te kennen, welk water voor het chemisch onderzoek onmid dellijk nadat het uit den grond gekomen is, onderzocht moet worden, heeft de heer Polet, zoowel in het voorste dal als in den zg. «Nieu wen Princeplder" de pompbuis tijdelijk laten staan. De in dit schrijven bedoelde 3 kisten en 36 fiesschen waren voor de raadsleden vóór de zitting ter bezichtiging gesteld. Beide stukken worden voor kennisgeving aangenomen. Alsnu komt aan de orde een adres van J. K. van der Veer en twee anderen betreffende de heerscbende werkloosheid van sommige werklieden in de gemeente Het luidt als volgt: Aan den gemeenteraad van Middelburg. Geven met verschuldigden eerbied te kennen, de ondergeteekenden, namens vele werkeloozen te Middelburg, dat, tengevolge de slapte van werkzaamheden op de koninklijke fabriek de Sehelde te Vlissingen, evenals op andere werk plaatsen en bij andere patroons, vele personen, meest hoofden van gezinnen, soms van 8 a 10 personen, in deze gemeente, zonder werk, daardoor met vrouw en kinderen vervallen zijn tot een toestand van verschrikkelijk lijdenen, daar er nog weinig uitzicht is op werk op genoemde werkplaatsen, honderde gezinnen dus een bangen verschrikkelijken winter te gemoet gaan! Dat de werkeloosheid van deze menschen terugwerkt op den toestand van vele nering doenden en kleine burgers, zoodat allerwege malaise en achteruitgang bestaat 1 Dat op de openbare vergadering van wer keloozen op Maandag 7 November 11. in V Schuttershof alhier, o. m. werd besloten op audiëntie te gaan bij Z. Ed. den heer burgemeester om met Z. Ed. de voorstellen te gaan bespreken, in die vergadering gedaan, welke aan vele mannen werk, daardoor aan hun gezin onderhoud, gedurende eenigen tijd kan verzekeren, bijaldien de voorstellen aange nomen, eu de daarin bedoelde werken uitge voerd worden. Daar het bespreken en behandelen van der gelijke voorstellen ligt op den weg van den Raad der gemeente, zoo richten wij bij dezen ons, namens de vele werkeloozen, tot u met genoemde voorstellen, in de hoop dat deze in uwe vergadering besproken en de daarin be doelde werken geaccepteerd mogen worden, tot heil van honderde noodlijdende gezinnen in uwe gemeente! De voorstellen betreffen: lo Het uitdiepen van een gedeelte der veste, om met het uitgediepte Blijk een ander gedeelte te dempen. Daar dit werk bij contract reeds is opge dragen aan 't polderbestuur van Walcheren, zoo dringen wij bij den raad aan, haren invloed op genoemd bestuur aan te wenden tot een spoedige uitvoering van dit werk 1 2o Het bestraten van de Yolderijlaagte en een opbreken en opnieuw bestraten in verschil lende achterbuurten, welke in een ellendigen toestand verkeeren, o. a. de Geere, Bagijnhof, Molenberg, Nieuw Oosterstraat enz. 3o Het van gemeentewege bouwen van flinke en naar de eiscben der hygiène ingerichte arbeiderswoningen, b. v. aan de Loskade't welk eenerzijds aan vele werkeloozen werk en aan vele arbeiders, welke thans in achterbuur ten in ellendige, ongezonde krotten gehuisvest zijn, een flinke woning kan bezorgen. Dit voorstel is daarom van groot gewicht, dat het een groote stap is in de goede rich ting, door velen gewenscht, dat de gemeente zorg draagt voor de woningen der arbeiders. Daar vooral hiervoor veel geld wordt ver- eischt en wij niet gaarne de belasting zwaar der zouden doen drukken op de mindergegoeden, stellen wij den raad voor, voor dit doel een, zoo mogelijk rentelooze geldleening uit te schrevenen daar dit voorstel de sympathie zal wegdragen van de ingezetenen naar wij vertrouwen, zal dit door Gedeputeerde niet geweigerd worden. In 't volle vertrouwen dat de raad deze voor stellen ernstig zal overwegen en daarna uit voeren, tot heil van vele ingezetenen, teekenen wij, namens vele werkeloozen (Get.) J. K. van der Veer. J. Sinke en P. van der Plank. Burg. en weth. adviseeren omtrent dit adres als volgt: Den 12 dezer ontving uw voorzitter het tot u gericht adres van J. K, van der Veer, J. Sinke en P. van der Plank, waarbij zij zich namens vele werkeloozen te Middelburg tot u wendden met eenige in de op 7 November jl. in het Schuttershof gehouden vergadering en den volgenden morgen met uwen voorzitter besproken voorstellen. Hebben die voorstellen naar uw oordeel de beteekenis van een verzoek, dan maken wij u aanstonds attent op art. 8 der grondwet, waarin is bepaald dat onderteekening van door ingezetenen namens anderen aan de bevoegde macht gerichte verzoeken alleen kan geschieden krachtens schiiftelijk bij het verzoek overge legde volmacht. Het spijt ons dat deze vol macht ontbreekt of althans het adres niet door degenen is geteekend, namens wie Van der Veer c. s. beweren dat stuk in te dienen, om dat wij dan den aard en omvang van de wer keloosheid zouden kannen beoordeelen. Wij willen echter die begane informaliteit daarlaten en evenmin er op letten dat een van die onderteekenareu van het adres niet werkeloos is, en de in het adres genoemde voorstellen nader beschouwen. Wat het uitdiepen van vesten betreft, bren gen wij u in herinnering dat te dien aanzien met het polderbestuur van Walcheren den 12 December 1888 eene overeenkomst is gesloten, die is te vinden op bladz. 268 tot 270 der Handelingen van dat jaar, volgens welk con tract tot de verdieping slechts wordt overge gaan, indien dit door genoemd bestuur voor de afwatering van den polder wordt noodig geoordeeld en dan nog niet voordat door een alsnog te nemen proef is gebleken dat het niet mogelijk is een geul op kleine afmetingen te maken, terwijl eindelijk uitdrukkelijk is overeengekomen, dat de uitvoering der werken in het openbaar moet worden aanbesteed. Een en ander en bovendien ons vermoeden, dat voor de uitdieping slechts weinig werklieden noodig zijn, schijnen ons een beletsel om eene in het belang van de werkeloozen zijnde spoe dige en inderdaad voor hen baatgevende uitvoe ring te kunnen verwachten. Wat het bestraten van de door adressanten genoemde dealen der gemeente aangaat, zulks kan nog daarlatende dat aanleg en onderhoud van de bestratingen hier zijn aanbesteed wel niet wprden opgedragen aan werklieden, die dat vak niet verstaan, terwijl het geld, dat aan de bij de herbestrating noodige opperlieden ten goede zou komen, gering is in vergelijking van het geld, dat benoodigd is voor den aankoop van keien. In het van gemeentewege bouwen van arbei derswoningen kan ons inziens niet worden ge treden. Immers, gesteld al eens dat u meenen mocht dat zulks op uwen weg lag, dan nog zouden de gelden, besteed aan de stichting, maar be trekkelijk weinigen werkeloozen, (waaronder uit den aard der zaak zeker niet de bekwaamste timmerlieden en metselaars behooren), werk verschaffen. De gestichte woningen, waarmede worden bedoeld dezulke, voor welke een we- kelijksche huur vau ƒ0,80 wordt gevorderd, zouden wellicht spoedig bewoond zijn, doch daarmede zonden niet duurzaam onbewoond geraken de «ellendige ongezonde krotten," die adressanten op het oog hebben, want spoedig zouden die door andere aanstaande werkeloozen worden betrokken, zoodoende zou het algemeen belang van de gemeente eerder worden geschaad dan gebaatimmers het aantal werkeloozen zou toenemen en de tegenwoordige werkeloozen zou den in nog slechter conditie geraken. De voorstellen van adressanten kunnen alzoo onze sympathie niet wegdragen, als zullende, naar het ons wil toeschijnen, de resultaten, welke men van aanneming daarvan verwacht, niet in verhouding zijn tot de financieele opof feringen, daaraan verbonden, en niet leiden tot voldoende voorziening in gebrek aan werk voor menschen als welke thans werkeloos zijn. Dit neemt echter niet weg, dat wij er verre de voorkeur aan geven dat gelegenheid worde geschapen tot eenige verdiensten in plaats van valiede menschen, die werken willen, te nood zaken om bedeeling te vragen. En dan weten wij op dit oogenblik niets beters dan het doen kloppen van oude steen ten dienste der wegen, en kunnen wij u niet anders voorstellen, het geen wg bij deze de eer hebben te doen, dan ons daartoe een onbepaald crediet te openen. Wij geven daarbij de verzekering dat daarvan door ons niet zal worden gebruik gemaakt, zoodra particulieren werk verschaffen en anders niet meer dan volstrekt noodig is, want, alhoe wel de geklopte steen natuurlijk nuttig kan worden aangewend, bepaalde behoefte daaraan bestaat voor de gemeente slechts in zeer geringe mate." De beraadslaging hieromtrent geopend zijnde, zegt de heer Van Dunné dat, als hij goed is ingelicht, dit adres uitgaat van de commissie, die met den burgemeester een onderhoud heeft gehad. Spreker wil niet vragen of die commissie daartoe een mandaat heeft, want vermoedelijk zal de voorzitter daarvan overtuigd zijn, terwijl, zooals uit de courant gebleken is, de voorzitter den adressanten aangeraden heeft een adres in te dienen. Maar toch wil spreker vragenwie waren de werkloozen; waren het kostwinners van gezinnenwelk vak beoefenden zij en hoe gioot is hun aantal? De heer Van Dunné stelt in het licht dat niet alle werkloozen behoefte aan werk hebben want er zijn er die, toen zij een hoog daggeld genoten, get paard hebben. Natuurlijk kunnen werklieden niet zooveel sparen dat zij steeds bij voortdurend gebrek aan werk in hunne be hoeften kunnen voorzien, maar de door hem bedoelden hebben bewijs geleverd het goede te willen en dezen zou spreker het eerst voor werkverschaffing willen doen in aanmerking komen. De voorzitter verklaart den heer Van Dunné de gewenschte inlichtingen niet te kunnen geven; hg heeft die vragen niet aan de com missie voorgelegd. De heer Van Dunné wijst verder op de door den voorzitter in de vorige zitting gedane mededeelingen en acht zich bezwaard met het advies, door den burgemeester aan de commissie gegeven, om zich tot den raad te wenden, wijl het dag. bestuur weet dat de raad in behoefte aan werk niet kan voorzien, zoo burg. en weth. daartoe niet het initiatief nemen. Spreker meent dan ook dat de voorzitter zich zoodoende gemakkelijk van de zaak heeft afgemaakt en vindt de houding van den bur gemeester allerzonderlingst. Zonderling vindt hij ook de houding van den burgemeester op den avond dat de vergadering in het Schuttershof werd gehouden, toen deze op grond van een loopend gerecht op het stad huis zich door politiemacht en militairen liet beschermen maar geen zorg droeg voor de belangen der ingezetenen. Ten opzichte van het adres laadt het dag. bestuur de geheele verantwoordelijkheid op den raad. De voorzitter verdedigt zijne houding, zoowel ten opzichte van den raad, door hem aan de commissie gegeven, al3 ten opzichte van zijne handelingen als hoofd der politie. Hij wijst er verder op dat, ook al hadden burg. en weth. een ander voorstel gedaan thans de volle verantwoordelijkheid aan den raad bleef. De heer Snijders kan niet voor het voorstel van burg. en weth. stemmen, zoolang hij niet weet hoevelen en welk soort menschen werk loos zijn. Wist hij dit, dan zou hg misschien wel werk kunnen aanwijzen, b. v. het vastleggen der duinen aan de Oranjezon door het poten van helm. Hij geeft daarom burg. en weth. in overwe ging te onderzoeken, wie werkloos zijn. De gemeente mag niet als phila ntropische inrichting optreden, maar kan wel werken doen uitvoeren in het belang der gemeente. De heer Koole wijst er op dat bg de indiening van het adres gezondigd is tegen een der be palingen van de grondwet. Het verwondert hem dat het gezond verstand den Middelburg- schen werkloozen zoo heeft ontbroken dat zg den heer Van der Veer als hun woordvoerder kozen. Hg had gewenscht dat Middelburgsche werkeloozen zeiven geteekend hadden. Wat heeft de raad met Van der Veer te maken? Hg is geen werklooze, hg is geen ontslagen scheepmaker. Spreker zou uit den aard der zaak zich de belangen van zijn vroegere ambtsbroeders, de scheepmakers, aan trekken, maar het is hem niet gelukt er een te ontdekken onder hen, die op de Markt den uitslag der conferentie tusschen Van der Veer en den burgemeester afwachtten. Hij acht het afkeurenswaard dat de Mid delburgsche werklui door een adressant van kwade zaken hunne belangen hebben willen laten bepleiten. Spreker wijst op de oorzaken van het af danken van werklieden op de Schelde en meent dat de Middelburgsche ingezetenen toch niet geroepen zgn om in de daardoor bestaande behoefte te voorzien. Z. i. kan de raad op dit adres niet ingaan. Van der Veer toont van de plichten van het gemeentebestuur volstrekt niet op de hoogte te zijn, wat de heer Koole uit het adres en de gedane uitingen van dien persoon bewgst. De eisehen, die gesteld zijn, zijn van dien aard dat er geen vruchtbare discussie overgevoerd kan worden. Spreker zou daarom wenschen dat het adres terzijde werd gelegd totdat werkeigk echte Middelburgers, die werkloos zgn, bg de ge meente aankloppen. De heer Koole ziet niet veel heil in steen- kloppen maar zal zich daartegen niet verklaren, hoewel hg vreest dat er weinig personen door geholpen zullen worden. De heer E. P. Schorer stelt in het licht dat in verband met het request heel wat vragen te doen zijn, die onbeantwoord bigven. Het aantal werkloozen wordt niet genoemd, zelfs niet peu prés-, ook zijn de oorzaken, waardoor de werkloosheid ontstaan is, niet aangegeven en mist men controle over het soort werklieden, wgi men niet weet welk werk door hen kan worden gedaan. Op grond van een en ander gaat spreker volkomen mede met het denkbeeld van burg. en weth., waar deze opmerken dat bgv. voor straatmaken en bouwen geschikt, der zake kundig personeel zou te vinden zgn. Hebben de werkloozen, uit wier naam ge sproken wordt, zich aangemeld bg het bureau voor werkverschaffing vraagt de heer Schorer, omdat het zoo voor de hand ligt, dat men daar het eerst terecht komt. Daarvan is spreker niets gebleken. Hij meent dat de werkloozen zich eerst daar heen te wenden hebben, Waar echter burg. en weth. voorstellen werk te verschaffen door middel van steenkloppen, waarvan de gemeente profgt trekken kan, heeft hg daartegen geen bezwaar, omdat voor dat werk bijna ieder werkman geschikt is te achten. De heer Tak verklaart in het voorstel van burg. en weth. iets gemist te hebben, dat hg gaarne daarin had zien opgenomen. Ook hg had gewenscht dat burg. en weth. door bewg- zen hadden gestaafd dat er werkloosheid heerscht. Zy nemen dat aan maar officieele gegevens ontbreken. De voorzitter wijst op bet bedanken van vele, een 50tal, Middelburgers, die als losse werklieden aan de Schelde werkzaam geweest zijn; daaruit blijkt van behoefte aan werk. De heer F. G. Sprenger zal voor het voorstel van burg. en weth. stemmen. Het onderzoek, dat sommige leden wenschen, is ingesteld door den Chriitelijken Volksbond; die heeft de ledig loopende werklieden opgeroepen en de opge- komenen geclassificeerd. Waar die Bond echter geen voldoende middelen heeft om allen te werk te zetten, kan hg zich vereenigen met het denkbeeld van burg. en weth. om door steenkloppen werk te verschaffen. De heer De Stoppelaar zal voor het voorstel stemmen, echter niet met het oog op het adres maar om in voorkomende gevallen werk te kunnen geven. De heer Den Bouwmeester is tegen het voorstel van burg. en weth., omdat hg er tegen is dat werken worden voorgesteld, die niet noodig, ja bgna overbodig zijn. De gemeente heeft geen geklopte steen noodig. Waar het belang der gemeente niet bij het werk betrokken is, kan spreker zijne stem niet geven tot het voteeren van een blanco crediet voor zulk een doel. De heer Jeras wijst erop dat de werkloos heid thans niet zoo erg is als wordt beweerd. In sommige tg den was de schaarschte aan werk vrij wat grooter; en zoo geen volksmenner, die hier niet woonde en de omstandigheden niet kent,|was opgetreden, zou het adres niet zijn ingekomen. Spreker acht het gevaarlijk een crediet voor steenkloppen te verleenen, een maatregel, die niet noodig is en ook geen voldoend werk geven zal. De heer Tak kan, waar hem de noodige gegevens ontbreken, zijn stem niet aan het voorstel geven. Alleen wanneer hg met kennis van den toestand oordeelen kan, acht hij zich gerechtigd voor het voorstel te stemmen. De heer De Stoppelaar acht het na het ge sprokene toch ook gevaarigk een blanco crediet te geven en zal daarom thans ook zijne stem aan het voorstel onthouden. Ook de heer Van der Swalme zal tegen het voorstel stemmen op grond dat geen voldoend onderzoek heeft plaats gehad. De voorzitter toont aan dat de overtuiging van burg. en weth. voldoende blijkt uit hun preadvies; zij achten meerdere onderzoekingen onnoodig. Het voorstel, alsnu in stemming gebracht, wordt met 10 tegen 7stemmen verworpen. Voor stemmen de heeren jhr mr W. H. Snouck Hurgronje, J. J. van der Harst, Van Voorst Vader, W. J. Sprenger, Van Hoek, F. G. Sprenger en E. P. Schorer. Alsnu wordt overgegaan tot de verdere be handeling van de verordening op de inkomsten belasting. Van den heer Den Bouwmeester is eene nota ingekomen, waarin hg het volgende mededeelt1 Teneinde een duidelijk overzioht te verkrg- gen van de gevolgen der al of niet invoering der voorgestelde progressieve inkomsten-belas ting heb ik 2 vergelijkende staten opgemaakt, aangevende welke bedragen van de belasting schuldigen zouden moeten geheven worden: lo ter verkrgging van het bedrag, op de gemeente- begrooting voor 1893 voorgesteld en 2o ter verkrgging van het maximum bedrag, in de voorgestelde belasting-verordening genoemd en aan beide staten toegevoegd eene kolom, waarin het bedrag voor iedere klasse is ver meld berekend tegen den vorm van 3 Onder meer zal er hieruit bhjken dat bg aanneming der voorgestelde schaal van pro gressie de 15 laagste klassen over het dienst jaar 1893 minder zullen hebben bij te dragen dan bij verwerping der progressie bet geval zoude zijn en zelfs de 7 laagste klassen minder zwaar zullen gedrukt worden dan bij de tegenwoordige norm van 3 het geval is, terwijl bg eene heffing van het maximum bedrag, dat de voorgestelde verordening toelaat respectieveigk 15 en 2 klassen worden ontlast. Bij eene heffing van 81.000 is de aanslag in de eerste kl.zonder progressie f 1.61% met progressie ƒ1.40; in de vgfderesp. 14.53" en f 13.14; in de dertigste resp. 1443.81 en 1640.49, Bg eene heffing van f 85.000 zgn die cijfers respectieveigk 1.69 en 1.47", f 15.21 en f 13.81', f 1510.86 en 1707.54. In de zitting van 9 November staakten de stemmen over art. 6, waarbij beslist moest worden of de belasting al dan niet progressief zal zgn. Te gen progressie stemden toen de heeren Schorer, A. P. Snouck Hurgronje, Van Dunné, De Stoppelaar, F. G. Sprenger, Tak, W. H, Snouk Hurgronje en Van der Swalme. De beer Jeras vraagt het woord om, aange zien bg de vorige zitting niet tegenwoordig was, te verklaren dat hg het geheel eens is met den heer Den Bouwmeester en dus voor het artikel stemmen zal. Het artikel wordt alsnu goedgekeurd met 10 tegen 7 stemmen. Tegen stemmen de heeren A. P. Snouck Hurgronje, Tak, De Stoppelaar, Van Dunné, F. G. Sprenger, Van der Swalme en E. P. Schorer. De verordeningen in haar geheel worden alsnu goedgekeurd. Nadat goedgekeurd is eene door burg. en weth. voorgestelde af- en overschrijving op dé gemeentebegrootlng voor 1892 komt de begroo ting voor 1893 van den MiddelburgVlissing- schen rijweg, in ontvang en uitgaaf op/1192.15 met een vermoedelijk goed slot van ƒ449.65, ter tafel. Met het oog op het goed slot dezer begroo ting stelt de heer Van Hoek voor de uitgaven te vermeerderen met een som van 40 voor het aanschaffen of heratellen van banken op bedoelden weg. Wijl die weg 's zomers eene aangename wan deling oplevert, zou spreker gaarne zien dat den personen, die daar wandelen, gelegenheid werd gegeven om nu en dan eens uit te rusten zonder dat zij daarvoor eene herberg behoeven binnen te gaau. De heer jhr mr W. H. Snouck Hurgronje heeft tegen bet voorstel geen bezwaar, maar vraagt of van den bewusteu weg wel ala wan delweg wordt gebruik gemaakt; hij meent dat dit niet het geval is. De voorzitter wijst er op dat hier en daar nog overbigfsels van banken staan en dat de commissie ook wenscht op geschikte punten banken te plaatsen, bijv. bij het zgn. ronde putje en op andere plaatsen waar dit zonder schade voor het plantsoen kan geschieden. De heer Van Hoek meent dat meer gelet moet worden op de belangen der wandelaars dan op het belang van het plantsoen. Hij meent dat de eersten meer recht hebben. Dit bestrijdt de voorzitterde commissie is z. i. verplicht voor het plantsoen te waken. De heer Tak stelt in het licht dat de be grooting van den weg door de raden van Mid delburg en Vlissingen moet goedgekeurd worden en vraagt of het wel wenscheigk is thang reeds een besluit te nemen. De voorzitter geeft den heer Van Hoek in overweging om zijn voorstel te wgzigen en dit in dien vorm te kleeden dat de commissie ver zocht wordt hare aandacht aan deze zaak te wgden en de begrooting daarom aan de com missie te renvoyeeren. De heer Van Hoek heeft daartegen geen bezwaar mits de raad zich principieel maar uitspreke. Conform dit gewijzigde voorstel wordt be sloten met 14 tegen 3 stemmen. Tegen stemmen de heeren W. G. Sprenger, Van Dunné en Van der Swalme. Alsnu komt in behandeling een adres van den heer dr A. van der Swalme, waarbg hg, verlangende af te treden als lid der commissie van toezicht op de gemeente-gymnastiekscholeu als zoodanig met ingang van of nog vóór 1 Januari ontslag verzoekt. De voorzitter stelt voor dat ontslag te ver leenen met 1 Januari a„ onder dankbetuiging aan den heer Van der Swalme voor de in die betrekking bewezen diensten. Conform dit voorstel wordt besloten. Van W. P. van Pagé ia een adres ingekomen om het bouwterrein tusschen de perceelen P 141 en P 141 d aan de Loskaai voor f 10 te mogen koopen. Naar aanleiding hiervan zeggen burg. en weth. Ten einde althans eenigen waarborg te heb ben dat door W. P. van Pagé inderdaad woon huizen op het bouwterrein aan de Loskaai voor 1896 zullen worden gebouwd, hebben wg, in verband met de geboden zeer geringe koopsom van f 10 (voor het geheele terrein) en den langen termgn van 3 jaren binnen welken de huizen zouden verrgzen, aan adressant gevraagd of hg genoegen zou kunnen nemen met de eventueel te stellen voorwaarde dat, bg aldien hg de woningen niet vóór einde 1895 zal hebben gebouwd, alsdan niet alleen het terrein weder aan de gemeente kosteloos vervalt, maar hg dan tevens in de gemeentekas eene boete betalen zal van ƒ1000. Adressant heeft ep die vraag in ontkennen den zin geantwoord en het is hierom dat wij meenen te moeten voorstellen hem te kennen te geven dat zgn verzoek niet kan worden ingewilligd, doch dat het in gunstige overweging zal worden genomen, indien hij den bedoelden termgn van 3 jaren op 1 jaar brengt. De commissie voor de financiën heeft tegen dit voorstel geen bezwaar. De heer Koole vraagt of nu het alternatief niet al te groot is, nu men vaD drie op een jaar komt. Kan de termijn niet wat verlengd ot de boete niet wat verminderd worden Bg den heer Van Pagé bestaat het va3te voornemen om te bouwen, maar wanneer hem het ongeluk treft te overigden is de bepaling voor zgne nakomelingschap zeer bezwarend- Spreker meent dat hier wel wat meer faciliteit kon gegeven worden. De heer Jeras heeft, toen hij het adres van den heer Van Pagé las, zich afgevraagd of hij daarom moest lachen of zich bedroeven. De koopprgs is bespottelijk laagnu zal er waarscbgnlijk op het terrein geheid moeten worden, maar al geschiedt dit, dan wordt daar door de koopprijs nog niet te duur. Het voorstel van burg. en weth. wordt alsnn in stemming gebracht enaangenomen met 14 tegen 3 stemmen. Tegen stemmen de heeren jhr mr W. H. Snouck Hurgronje, Van Voorst Vader en Koole. Thans komt in behandeling een voorstel van burg. en weth. tot aankoop van een stukje grond aan de Loskaai. Gaandeweg is h9t door ruiling van grond als anderzins gelukt het trottoir aan de Loskaai in de rooilijn, waarin de huizen aldaar zijn gebouwd, door te trekken. Een laatste hinderpaal vormde de vooruit springende muur van het perceel op den hoek der Loskaai en de Goesche Korenmarkt wgk P no. 142. Die muur echter werd bouwvallig en moest worden vernieuwd. Burg. en weth. hebben het daarheen geleid dat bg deze vernieu wing ook de muur in de rooiign zou worden gebracht en den eigenaar belooft den raad voor te stellen zijn gedeelte gronl, dat zoo doende in het trottoir zou vallen, van hem te koopen voor eene som, overeenkomende met het bedrag van 128,82, dat de vernieuwing van den muur heeft gekost. Burg. en weth. stellen voor tot dien aan koop te besluiten. De commissie van financiën heeft tegen dit voorstel geen bezwaar. Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt het aangenomen. Van P. Cevaal Az., tegenwoordige huurder van een stuk grond groot 525 centiaren, gele gen aan het Veersche bolwerk, welke huur 31 Dec. eindigt, is eeu verzoek ingekomen om dien grond opnieuw onderhands te mogen huren. Thans wordt voor dien grond/ 10.50'sjaar betaald, doch aangezien burg. en weth. dit bedrag te laag voorkomt, stellen zg voor den grond voor 10 jaar aan adressant te verharen tegen 15 'sjaars. De commissie van financiën heeft tegen aan neming van dit voorstel geen bezwaar, mits bg de huurovereenkomst wordt bedongen dat

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1892 | | pagina 2