PROVINCIALE STATEN VAN ZEELAND.
ZITTING VAN DINSDAG 1 NOVEMBER 1892.
3
Avondzittiiig van 1 November. Opening der vergade
ring; onderzoek der geloofsbrieven en beëediging nieuwe
leden mededeeling afwezige leden en ingekomen stukken;
voorstellen van Gedeputeerde staten splitsing in afdee-
lingen bepaling der volgende bijeenkomst.
Voorzitter jhr mr W. M. de Brauw.
Tegenwoordig 40 leden, de heerenPompe van
Meerdervoort, Van Uije Pieterse, Dronkers, Heijse,
Tbomaes, Buteux, Fruijtier, Van Waesberghe Janssens,
De Smidt, Van Deinse, Moerdijk, Moes, Van Woelde-
ren, Snijders, M. Bolle, Van Teijlingen, De Jonge,
Hammacher, Den Boer, Lantsheer, Snouck Hnrgronje,
Lucasse, Hollestelle, Fokker, IJsebaert, J. A. Bolle,
Van Buren, Van der Bilt, Van Voorst Vader, Hen-
nequio, Van der Have, Noordijke, Van der Beke
Calleufels, De Bats, Van Rompu, Vader, Huvers, Kake-
beeke, Van der Lek de Clercq en De Casembroot.
De voorzitter opent deze najaarsvergadering in
naam der Koningiu.
De voorzitter stelt aan de orde het onderzoek
der geloofsbrieven van het nieuw gekozen lid in het
kiesdistrict Tholen en benoemt tot leden der commissie
van onderzoek de heeren Van Uije Pieterse, Van
Deinse en Hollestelle.
Gedurende den tijd dat de commissie zich met bet
onderzoek onledig houdt, wordt de vergadering geschorst.
Ter vergadering teruggekeerd, brengt de heer Van
Uije Pieterse namens de commissie rapport uit.
In het hoofdkiesdistrict Titolen werden voor de
vacature, ontstaan door het overlijden van den heer
Wagtho, uitgebracht 873 stemmen, waarvan 8 van
onwaarde. Gekozen werd de heer jhr mr E. A. 0. de
Casembroot met 519 stemmen. Andere heeren ver
kregen 341 ot minder stemmen.
Overeenkomstig dit rapport besluit de vergadering
tot toelating van bet nieuw gekozen lid.
De voorzitter deelt mede, dat de beer Van der Lek
de Clercq, dezen zomer herkozen, in de zomervergade
ring niet aanwezig was en dus de eed nog niet heeft
afgelegd.
Op verzoek van den voorzitter worden de heeren
Van der Lek de Clercq en De Casembroot docr den griffier
binnengeleid en leggen in handen van den voorzitter
de vereischte eeden af.
De voorzitter wenscht den heer Van der Lek de
Clercq met zijn herbenoeming en den heer De Casem
broot met zijn benoeming geluk en uoodigt beiden
uit in het midden der leden plaats te nemen.
Alsnu houdt de voorzitter de volgende toespraak
„Mijne Heeren
Een der leden uwer vergadering is na de zomer-
zitting, die hij nog in gezondheid bijwoonde, uit uw
midden weggenomen. De heer Wagtho zou weldra 25
jaar het district Tholen hebben vertegenwoordigd. Zijne
liefde voor de provincie, zijne bekwaamheid, zijn wel
willend karakter werden door u allen gewaardeerd.
Zijn ijver is u meermalen gebleken. Evenals ik, zult
gij het u nog levendig herinneren, hoe hij eenigen tijd
geleden op zijne eigenaardige wijze van zijn ijver
getuigenis gaf. Eene zaak, die u in deze vergadering
zal bezighouden, de regeling van den Damespolderj
wenschte hij niet door Gedeputeerde staten maar door
Bijvoegsel van de middelburgscbc Courant van Binst
eene commissie uit de Staten te zien voorbereiden, niet
omdat hij die taak bij Gedeputeerde staten niet in
goede handen achtte, maar omdat hij aan de leden
der Staten meer werk verlangde op te dragen. Zal
de heer Wagtho in alle kringen, waarin hij zich be
woog, wegens zijne goede hoedanigheden met leedwezen
worden gemist, dit is ook en niet het minst het geval
met uwe vergadering, in welke zijn naam in dank
bare herinnering zal blijven voortleven."
De leden geven van hunne instemming met het ge
sprokene blijk.
De voorzitter deelt mede dat van den heer Van
Lynden bericht is ontvangen, dat hij deze avondbij
eenkomst en van den heer Risseenw dat hij deze
najaarszitting niet kan bijwonen.
De voorzitter doet mededeeling van de volgende
ingekomen stukken
a. Koninklijk besluit, houdende goedkeuring van het
besluit der Staten tot vaststelling der enkel provinciale
en huishoudelijke inkomsten en uitgaven over 1890.
b. Koninklijk besluit, houdende goedkeuring van
de besluiten der Staten
a. tot wijziging der begrooting van de enkel provin
ciale en huishoudelijke inkomsten en uitgaven voor 1891;
b. tot wijziging der begrooting van de enkel provinciale
en huishoudelijke inkomsten en uitgaven voor 1892;
c. tot het aangaan eener geldleening groot ten hoogste
f 60.000;
d. tot het uitzetten van kasgeld cp prolongatie ten
bedrage van ten hoogste f 50.000;
e. tot verkoop van een gedeelte berm en sloot en
twee daarop staande olmenboomen aan den weg van
Oostburg naar Zuidzande.
c. Koninklijk besluit, houdende goedkeuring der
begrooting van de enkel provinciale en huishoudelijke
inkomsten en uitgaven voor 1893.
d. Koninkljjk besluit, houdende goedkeuring van
het besluit der Staten tot wijziging van de besluiten
der Staten tot regeling van den provincialen water-
staatsdienst en tot vaststelling van regelen voor de
pensioneering van ambtenaren van den provincialen
waterstaat.
Deze stukken worden voor kennisgeving aangenomen.
e. Briet van den minister van binnenlandsche zaken,
houdende mededeeling van hetgeen is uitgetrokken op
de rijksbegrooting voor kosten van het provinciaal
bestuur van Zeeland, voor zooveel het rijksbestuur is
dienst 1893.
Deie brief wordt ter griffie voor de leden ter visie
gelegd.
Nog is ingekomen een briet aan de Staten van den
heer J. van Eaaite, directeur van de Maatschappij
de Schelde te Vlissingen, naar aanleiding van de in
de zomervergadering gevallen beslissing omtrent de
kwijtschelding van korting-
Dezen brief heeit de heer Van Raalte in afschrift aan
de leden der Staten gezonden.
Hij luidt als volgt
Napleiten, in den regel niet wenschelijk, kan boven -
niet ongedaan maken wat eenmaal onherroepelijk
vaststaat.
Wanneer dan ook de ondergeteekende met de hier
volgende opmerking tot de leden der Provinciale staten
de vrijheid neemt zich te wenden, dan spruit dit niet
voort uit zucht tot napleiten, doch geschiedt dit alleen
in het belang der waarheid en om verkeerde indruk
ken weg te nemen, die het debat in de zitting der
Staten van 8 Juli 1892 heeft kunnen doen ontstaan.
In die zitting dan is het voorstel behandeld van
Gedeputeerde staten naar aanleiding van het adres van
g 8 November 1892.