24 ZITTING VAN VRIJDAG 4 NOVEMBER 1892. het bestuur, dat tevens de betalingstermijnen regelt, invorderbaar verklaard en aan den secretaris-penning meester ter invordering gegeven. Art. 82. Aan iederen scbuldpliehtige wordt door den secretaris-penningmeester een aanslagbiljet gezon den, of, indien hij niet in een der gemeenten, waarin het waterschap gelegen is, woont, aan zijnen gemach tigde, pachter of bruiker. Het aanslagbiljet moet behelzen le het dienstjaar en het ontwerp van den aanslag; 2e de oppervlakte waarover de aanslag wordt ge vorderd, den aanslag per hectare en het geheel bedrag van het verschuldigde 3e de termijnen binnen welke de aanslag moet worden voldaanen 4e de plaats, den dag en de uren, op welke de secre taris-penningmeester tot het ontvangen zitting houdt. 3. Van de begrooting en de rekening. Art. 83. Hst dienstjaar van het waterschap loopt van den eersten Januari tot den laatsten December. Jaarlijks wordt door het bestuur eene begrooting van inkomsten en uitgaven opgemaakt en in de in Mei te houden vergadering aan stemgerechtigde ingelanden ter vaststelling aangeboden. Art. 84. De rekening van het afgeloopen dienstjaar wordt mede in de vergadering van Mei aan stemge rechtigde ingelanden gedaan. Art. 85. De begrooting en de rekening vermelden alle ontvangsten en uitgaven van het dienstjaar. Zij worden vóór de vaststelling gedurende veertien dagen ter inzage van ingelanden nedergelegd. Hiervan geschiedt openbare kennisgeving. Afschriften worden uitgereikt ten koste van hem, die ze verlangt. Hoofdstuk VII. Van het toezicht van Gedeputeerde staten van Zeeland en Noord-Brabant. Art. 86, Het bestuur tot de vergadering van stem gerechtigde ingelanden zijn verplicht aan Gedeputeerde staten van Zeeland en Noord-Brabant de inlichtingen te geven en de smukken of bescheiden over te leggen, welke door deze in het belang van het hun opgedragen toezicht worden gevorderd. Art. 87. Alle besluiten van het bestuur en der vergadering van stemgerechtigde ingelanden, welke met de wet, met dit reglement of andere wettig bestaande verordeningen in strijd zijn, of kunnen strekken ten nad eele van den algemeenen waterstaat, van dien van het waterschap of van andere waterschappen, cf waarbij het belang van een gedeelte der ingelanden ten behoeve van een ander deel blijkbaar wordt benadeeld, kunnen door Gedeputeeerde staten van Zeeland en Noord- Brabant worden geschorst of vernietigd. Art. 88. Aan de goedkeuring van Gedeputeerde staten van Zeeland en Noord-Brabant zijn onderworpen: a. de keuren of verordeningen van politie; b. de daarstelling van nieuwe zee- en rivierwater- keerende werken of verandering in de bestaande, voor zooverre de machtiging van het hooger bestuur daar toe niet wordt vereischt; c. het aangaan van geldleeningen d. het voeren van rechtsgedingen en het aangaan van dadingen, in art. 60 bedoelden e. de overeenkomsten met andere waterschappen of met gemeentebesturen, betreffende den waterstaat van het waterschap, het onderhoud van werken of gemeen schappelijke belangen. Art. 89. De geschillen omtrent de toepassing van dit reglement, die over het daarstellen of onderhouden van werken, en die tusschen het bestuur en de verga dering van stemgerechtigde ingelanden of met de besturen van andere waterschappen worden door Gede puteerde staten van Zeeland en Noord-Brabant beslist, voor zoover die niet bij de wet aan den rechter zijn overgelaten. Art. 90. Gedeputeerde staten van Zeeland en Noord- Brabant zijn bevoegd om, wanneer de voorzitter, het bestuur of de vergadering ven stemgerechtigde inge landen weigert of nalatig is gevolg te geven aan de voorschriften, bij dit reglement, bij wetten en algemeene maatregelen van inwendig bestuur of andere wettelijke verordeningen vastgesteld, tot welker uitvoering zij verplicht zijn, die te doen uitvoeren. Art. 91. De beschikkingen van Gedeputeerde staten van Zeeland en Noord-Brabant, waarbij zij een benoe ming, een besluit van het bestuur of van de vergade ring van stemgerechtigde ingelanden schorsen, of vernietigen, een gevraagde goedkeuring weigeren of omtrent een geschil uitspraak doen, worden met redenen omkleed. Van die beschikkingen en tegen door hen verleende goedkeuringen kan binnen veertien dagen na de ken nisgeving beroep bij den koning worden ingesteld. Art. 92. Gedeputeerde staten van Zeeland en Noord- Brabant zijn bevoegd, onverminderd het bepaalde bij art. 11, het ontslag van den voorzitter en de leden van het bestuur aan den koniDg voor te dragen op grond van a. aanhoudend of verregaand plichtverzuim b. weigering of nalatigheid om zich overeenkomstig de beschikkingen, door den Koning of Gedeputeerde staten van Zeeland en Noord-Brabant tot uitvoering van wetten, algemeene maatregelen van inwendig bestuur of verordeningen genomen, te gedragen, ofdaaraan gevolg te geven, uitgezonderd in de gevallen, voorzien bij de wet van 12 Juli 1855 Staatsblad no. 102). Den belanghebbende moet gelegenheid worden gegeven om vooraf te worden gehoord. Hoofdstuk VIII. Algemeene bepalingen. Art. 93. Alle aankondigingen, kennisgevingen en bekendmakingen geschieden door aanplakking ter plaatse, daartoe bestemd in de gemeenten Rilland Bath en Woensdrecht. De stukken, welke bestemd zijn ter inzage van ingelanden, worden tot dat einde nedergelegd ten kantore van den secretaris-penningmeester. Art. 94. De politieverordeningen van de provincie Zeeland of van de provincie Noord-Brabant zijn op het waterschap van toepassing voor zoover de landen in die provinciën zijn gelegen. Slotbepalingen. Art. 95. De Gedeputeerde staten van Zeeland en Noord-Brabant nemen de noodige voorziening tot het in werking stellen van dit reglement. Zij benoemen daartoe binnen eene maand na afkondiging van hetzelve een voorloopig bestuur, dat in bediening blijft tot het, overeenkomstig het bepaalde bij art. 5 van dit reglement, door een door den Koning, op voordracht van stemgerechtigde ingelanden, benoemd bestuur zal zijn vervangen. Art. 96. Binnen een jaar nadat het definitieve bestuur zal zijn in functie getreden wordt door het zelve bij keur of door politieverordening geregeld al hetgeen betrekking heeft op de politie, het onderhoud en de instandhouding der waterkeerende werken, der waterleidingen en der wegen in het waterschap gelegen zoomede op de havens en aanlegplaatsen en de buiten- kil tot in de Oosterschelde. Het Gedeputeerd college te Middelburg schreef op 12 Juli het volgende aan Gedeputeerde staten van Noord-Brabant.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1892 | | pagina 28