22 ZITTING VAN VRIJDAG 4 NOVEMBER 1892. plichtingen gerekend van de bedijkers aan het water schap te zijn overgegaan. Art. 46. Ieder werk of iedere levering, waarvan de vermoedelijke kosten de som van éen honderd gulden te boven gaaD, wordt in het openbaar aanbesteed, tenzij de uitvoering geen uitstel kan lijden of mach tiging tot onderhandsche aanbesteding of uitvoering in eigen beheer krachtens art. 60 litt. h verleend zijn. Art. 47. Bij dringend of dreigend gevaar doet het bestuur de nieuwe of buitengewone werken en leve ringen, die in het belang van het waterschap worden vereischt, uitvoeren ook zonder de machtiging bij art. 60 litt. c en de goedkeuring bij art. 88 litt. 6 bedoeld, onder gehoudenheid om daarvan aan de vergadering van stemgerechtigde ingelanden en aan Gedeputeerde staten van Zeeland en Noord-Brabant ten spoedigste kennis te geven. Art. 48. Het is bevoegd, overeenkomstig de be staande wettelijke bepalingen bij dringend of dreigend gevaar, voorwerpen tot waterkeering benoodigd, welke zich in den omtrek bevinden en aan derden toebehooren ten behoeve van het waterschap tot zich te nemen. Art. 49. Het beveelt de uitvoering van alle gewone of buitengewone werken die het in het beiang van het waterschap noodig acht, voor zoo veel ingelanden of andere tot de daarstelling of het onderhoud dier werken verplicht zijn, en is bevoegd om overeenkom stig de daaromtrent bestaande wettelijke bepalingen die werken zoowel bij weigering of nalatigheid, als bp dringend of dreigend gevaar ten koste van hen die daartoe verplicht zijn te doen uitvoeren. Art. 50. Het bepaalt waar de aarde tot het maken, verbeteren of herstellen van dijken moet worden ge haald met inachtneming van de bestaande verordeningen en wettelpke bepalingen. Art. 51. Het beveelt de opruiming van al hetgeen binnen het waterschap, in strijd met de bestaande verordeningen, ten nadeele van den waterstaat, van het waterschap of van aangrenzende waterschappen is gekomen, geplaatst, gemaakt, gedaan of geplant, en is bevoegd om, overeenkomstig de bestaande wettelpke bepalingen, die opruimingen zoowel bij weigering of nalatigheid als bij dringend gevaar ten koste van hen, die daartoe verplicht zijn, te doen uitvoeren. Art. 52. Het beveelt de gerechtelijke invordering van omslagen, pachten en huren en neemt alle maat regelen, vereischt tot bewaring, verzekering en hand having van de rechten en belangen van het waterschap. Art. 53. Het vertegenwoordigt het waterschap bij alle handelingen in en buiten rechten. Art. 54. Het ziet toe op het beheer der inkomsten en uitgaven van het waterschap. Het neemt de boeken en de kas van den secretaris- penningmeester op zoo dikwijls het dit noodig acht. Het zorgt dat hij behoorlijk borg stelle en dat de borgtocht voortdurend voldoende zp. Art. 55. Het bepaalt het bedrag der kosten, die betaald moeten worden ter verkrijging van alle het waterschap rakende stukken. Art. 56. Het zorgt voor de uitvoering van de besluiten, door de vergadering van stemgerechtigde ingelanden genomen, en beslist de geschillen, over die uitvoering ontstaan. Art. 57. Het is belast met de uitvoering en hand having van de wetten, verordeningen en keuren, welke de belangen van het waterschap beheerschen, of daartoe betrekking hebben en met het afkondigen der keuren. Het heeft krachtens de wet van 9 October 1841 (Staatsblad no. 42) de bevoegdheid met bekeurden in schikking te treden. Art. 58. Het is verplicht uitvoering te geven aan de bevelen en beslissingen des konings en van Gede puteerde staten van Zeeland en Noord-Brabant, be houdens beroep op den rechter in de gevallen, voorzien bij de wet van 12 Juli 1855 (Staatsblad no. 102.) Art. 59. Het is gehouden aan de vergadering van stemgerechtigde ingelanden de inlichtingen te geven, welke door haar worden verlangd. Hoofdstuk III. Van de vergadering der stemgerechtigde ingelanden. Art. 60. De vergaderingen van stemgerechtigde ingelanden worden gehouden te Woensdrecht ter plaatse, door den voorzitter te bepalen. Aan de vergadering van stemgerechtigde ingelanden is, onverminderd het bepaalde bp de artt. 3, 15 en 18, opgedragen o. het bepalen van den dag in de maand Mei, waarop de gewone jaarlijksche vergadering wordt gehouden b. het vaststellen der begrooting en der rekening, de beslissing omtrent de bezwaren, daartegen inge bracht, en de bepaling van het bedrag van den jaar- lpkschen omslag c. het bepalen der uitvoering, en der wijze van uitvoering van nieuwe en buitengewone werken be houdens de goedkeuring des konings waar die wordt vereischt 'd. het besluiten tot het doen van aankoopen en geldleeningen ten behoeve van het waterschap, het ruilen, vervreemden, bezwaren of onderhands ver huren van zpne eigendommen en het aaDgaan van dadingen e. het verleenen van machtiging tot het aanvaarden van erfstellingen, legaten of giften f. het toekennen van uitstel, vermindering of kwijt schelding op gronden van billijkheid aan huurders, pachters of bruikers van de eigendommen van het waterschap en aan hen, die hebben aangenomen iets te doen of te leveren ten behoeve van het waterschap; g. de beslissing of van wege het waterschap een rechtsgeding zal worden gevoerd. Die beslissing wordt niet vereischt waar het geldt de invordering van omslagen, pachten of huren, overtredingen van keuren of verordeningen van politie, of het nemen van voor- loopige maatregelen; h. het verleenen van machtiging tot onderhandsche aanbesteding ot uitvoering in eigen beheer in het geval bedoeld bp art. 46 f. de goedkeuring van alle overeenkomsten van blijvenden aard ten behoeve of ten laste van het waterschap. Art. 61. Ieder stemgerechtigd ingeland heeft het recht in het belang van het waterschap voorstellen te doen. Hoofdstuk IV. Van den voorzitter. Art. 62. Aan den voorzitter is het onmiddellpk toezicht en dagelijksch beheer opgedragen. Hij heeft de leiding van alle vergaderingen. Bij afwezigheid, ongesteldheid of ontstentenis wordt hg vervangen door het oudste lid in jaren, tenzp het bestuur daartoe een ander lid aanwpst. Art. 63. Hij is belast met de uitvoering der besluiten van het bestuur, en zorgt, zooveel van hem afhangt, dat de plichten, aan het bestuur opgelegd, worden vervuld. Hp teekent alle stukken, die van het bestuur of van de vergadering van stemgerechtigde ingelanden uitgaan. Art. 64. Hij heeft het toezicht op de beambten en bedienden van het waterschap. Art. 65. Hp is ingevolge de wet van 9 October 1841 (Siaatoblad no 42) belast met de uitvoerbaarver-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1892 | | pagina 26