14 ZITTING VAN VRIJDAG 4 NOVEMBER 1892. Art. 36. Het bestuur mag geen besluit nemen, zoo niet meer dan de helft der leden tegenwoordig is. In eene vergadering van stemgerechtigde ingelanden mag niet beraadslaagd, geen besluit genomen, noch eene benoeming gedaan worden, zoo niet meer dan een derde der in bet waterschap geldende stemmen vertegenwoordigd wordt. Art. 37. Wanneer het bij art. 36 gevorderde getal leden niet is opgekomen, of het vereischte getal stemmen niet is vertegenwoordigd, wordt ter behan deling van de zaken, waartoe de vergadering was bijeengeroepen, een nieuwe vergadering belegd. In deze tweede vergadering wordt door de tegen woordig zijnde stemgerechtigden over de bedoelde onderwerpen beslist. Art. 38. In alle vergaderingen wordt over zaken mondeling gestemd, over personen met gesloten en ongeteekende briefjes. Over zaken, daaronder begrepen schorsing of ontslag, wordt beslist door de meerderheid der uitgebrachte stemmenindien de stemmen staken, beslist de voor zitter. Bij stemming over personen ontvangen zij, die meer dan éen stem mogen uitbrengen, zooveel afzonderlijke briefjes als steramen door hen uit te brengen zijn. Voor ieder persoon wordt afzonderlijk gestemd. Bij eerste stemming wordt de volstrekte meerderheid der uitgebrachte geldige stemmen gevorderd. Is die niet verkregen, dan heeft een tweede vrije stemming plaats. Is ook bij deze geen volstrekte meerderheid der uitgebrachte geldige stemmen verkregen, dan wordt de stemming bepaald tot de twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen hebben verkregen, of, zijn de meeste stemmen tusschen meer personen verdeeld, tot allen die aldus de meeste stemmen heb ben erlangd. Is ook dan geen volstrekte meerderheid der uitgebrachte geldige stemmen verkregen, zoo heeft er eene vierde stemming plaats over de twee personen, die bij de derde stemming de meeste stemmen hebben erlangd. Indien bij de derde of vierde stemming de stemmen staken, beslist het lot. Art. 39. Van loop en uitslag der stemming moet blijken, hetzij uit de notulen, hetzij uit een afzonderlijk proces-verbaal; het getal der briefjes, die na aftrek der van onwaarde verklaarde in aanmerking komen, en het getal stemmen, op eiken persoon uitgebracht, worden in de notulen of in het proces-verb aal vermeld. Een lijst der gestemd hebbende ingelanden met vermelding van de namen der vertegenwoordigers wordt bij het proces-verbaal gevoegd. Art. 40. De voorzitter wijst twee personen aan, uit het bestuur of uit de stemgerechtigden, die met hem het bureau van stemopneming uitmaken. De vergadering beslist de geschillen, die zich bij de stemming opdoen. Art. 41. De benoemde, die bij de stemming tegen woordig is, verklaart binnen acht dagen, en hij, die niet tegenwoordig is, binnen veertien dagen na ontvangst van het bericht zijner benoeming, of hij die aanneemt. Hij wordt, laat hij dien tijd zonder kennisgeving voorbijgaan, geacht de benoeming niet aan te nemen. Art. 42. Ieder stemgerechtigde kan wegens onre gelmatigheden, die bij eene verkiezing mochten plaats hebben, binnen acht dagen na de verkiezing, schrif telijk voorziening vragen aan Gedeputeerde staten. Hij heeft daarvan, op straffe van niet-ontvankelijk- heid, binnen drie dagen na de dagteekening van zijn bezwaarschrift, kennis aan het bestuur. Worden de bezwaren gegrond bevonden en zijn de gebleken onregelmatigheden van invloed geweest op de keuze, dan wordt deze door Gedeputeerde staten vernietigd bij een met redenen omkleed besluit. De belanghebbende kau binnen acht dagen na het ontvangen van hunne beslissing in hooger beroep komen bij de koningin. Hij geeft op straf van niet-ontvankelijkheid van bet ingesteld hooger beroep kennis aan het bestuur vau het waterschap binuen drie dagen na de dagteekening van zijn bezwaarschrift. Art. 43. De verkiezingen hebben plaats die ter vervulling van plaatsen, welke door aftreding openvallen, op de voor het doen der rekening te houden vergadering van stemgerechtigde ingelanden; die ter vervulling van tusschentijds opengevallen plaatsen binnen zes maanden na dat openvallen op een door het bestuur te bepalen dag die, welke noodig zijn iu het geval, bedoeld iu art. 42, binnen vier weken na de dagteekening van het besluit van Gedeputeerde staten of na de dagteekening van het koninklijk besluit. Art. 44. De voorzitter en de leden der vergade ring onthouden zich van stemming over de zaken, die hen, hunne echtgenooten, of hunne bloed- of aanver wanten, tot den derden graad ingesloten, persoonlijk aangaan ot waarin zij als gelastigde zijn betrokken. Deze bepaling geldt ook voor de personen, die als vertegenwoordigers optreden ter vergadering van ingelanden, zoowel ten aanzien van hunne echtgenoo ten en bloed- en aanverwanten, als van die, voor wie zij optreden als vertegenwoordigers. Hoofdstuk II. Van het bestuur. Art. 45. De regeling en besturing van het huishouden van het waterschap is opgedragen aan het bestuur, dat voorziet in alles, waarvan de beslissing en regeling niet is voorbehouden aan anderen. Art. 46. Het maakt de keuren of politieverordenin- .gen, die in het belang van bet waterschap vereischt worden. Art. 47. Het is belast met het beheer en de zorg voor het onderhoud van alle werken en eigendommen van het waterschap, en met de uitvoering van alle nieuwe of buitengewone werken, met het toezicht en het schouwvoeren over alle werken, die den waterstaat of de belangen van het waterschap raken, onverschillig door wien of te wiens kosten zij worden onderhouden, behoudens het toezicht daarover, aan andere autoriteiten opgedragen. Art. 48. Ieder werk of iedere levering, waarvan de vermoedelijke kosten de som van éen honderd gulden te boven gaan, wordt in het openbaar aanbesteed, tenzij de uitvoering geen uitstel kan lijden of machti ging tot onderhandsche aanbesteding of uitvoering in eigen beheer krachtens art. 58 litt. g verleend zij. Art. 49. Bij dringend of dreigend gevaar doet het bestuur de nieuwe of buitengewone werken en leve ringen, die in het belang van het waterschap worden vereischt, uitvoeren ook zonder de machtiging, bij art. 58 litt. b, en de goedkeuring, bij art. 91 litt. b bedoeld, onder gehoudenheid om daarvan aan de vergadering van stemgerechtigde ingelanden en aan Gedeputeerde staten ten spoedigste kennis te geven. Art. 50. Het neemt alle maatregelen, welke tot bewaring, verzekering en handhaving van de rechten en belangen van het waterschap vereischt worden. Art. 51. Het vertegenwoordigt het waterschap bij alle handelingen in en buiten rechten. Art. 52. Het ziet toe op het beheer der inkomsten en uitgaven van het waterschap. Het neemt de boeken en de kas van den seeretaris- penningmeester op, zoo dikwijls het dit noodig acht. Het zorgt, dat hij behoorlijk borg stelle en dat de borgtocht voortdurend voldoende zij. Art. 53. Het bepaalt het bedrag der kosten, di&

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1892 | | pagina 18