DE MOESIK TAN BERCHTES&ADEK Burgerlijke stand. Gemeenteraad, van Middelburg. 'FEUILLETON. van Richard Vosz. Uit het Duitich. Van 18 en 19 October. Midmlbubg. Befallen W, C. Bruker, geb- Bergman, d. D. J. de Bidder, geb. Kooman, d. C. A. Claasseu, geb. Baale, d. Ueberfeldt, geb. Hecker, d. A. fan Eenennaam, geb Minderhoud, d. L. Polvliet, geb. Sterk, d. OverledenS. E. F. Dormaar, wed" van J. O. van flemert, 76 j. J. M. Yos, z. 8 d. B. L. Scheere, d. 4$ j. Vergadering van heden (Woensdag) mid dag te 1 uur. Voorzitter de heer jhr mr L. Schorer. Afwezig de heeren Van Dunné enKoolemet en Tak zonder kennisgeving. De notulen van het verhandelde in de vorige zitting worden gelezen en goedgekeurd. Hierna wordt mededeoling gedaan van eenige ingekomen stnkkeo. Voor kennisgeving wordt aangenomen de mede* deeliDg van den voorzitter dat in handen der financieele commissie zijn gesteld de volgende stukkeneen adres van J. Augustijn, houdende verzoek om grond te mogen koopen bij de Kalvermarkt met voorstel van burg. en weth.; een adres van Van der Klip en Jolmers om te mogen beschikken over een gedeelte openbare straat met voorstel van burg. en weth.de rekening en begrooting van het concertgebouw; een voorstel van burg. en weth. betreffende het verzoek van W. P. van Pagé om het bouwterrein, gelegen aan de Loskaai tusschen de perceelen P141 en P141 d,te mogen koopen. Aangehouden wordende rapporten van de commissie van financiën betreffende concept besluiten tot wijziging der gemeentebegrooting en tot beschikking over den post voor onvoor zien betreffende het advies van burg. en weth. op bet adres van den aannemer F. Hilarius en inzake beschikking over den post voor onvoor zien ter uitbetaling van een gratificatie aan den onderwijzer G. I. van Endhoven. Eveneens aangehouden worden de voorstellen van burg. en weth. betreffendehet adres van den directeur der Zeeuwsche Spoot bootmaat schappij, wijziging van de instructie van den opzichter en de grafdelvers der gemeentebe graafplaats en de verordening op de begraaf plaats; de toekenning van eervol ontslag aan den leeraar in de geschiedenis aan het gym nasium, den heer H. Snijdersadres van J. Minderhoud betreffende herstelling van een voetpad naar den molen op het Langeviele bolwerk; den rioolwaterboezem bij Veere met advies der commissie van fabricage; het adres van de wed. Verseput betreffende aanleg van trottoirs op het Hofplein; het aangaan eener geldleening ad 85000 ten dienste der gasfa briek en duinwaterleiding; adres van H. J. Looijsen, ontslagen agent van politie, om terug gaaf van betaalde contributie aan het weduwen- en weezenfondswijziging verordeningen inkomstenbelasting met advies van de com missie van financiënvoorshands nog niet toe passen van het tarief betreffende levering van dninwater tot 1 Jannari a.een schrijven van dr J. J. Convée betreffende een door hem inge steld chemisch onderzoek naar het duinwater en een staat van oninbare porten inkomstenbe lasting 1888. De heer Tak komt ter vergadering. Nog wordt overgelegd en gesteld in handen van burg. en wetb. een adres van D. J. Mes, betreffende de ligging van den wissel van de stoomtram op de Pottenmarkt. Overgelegd wordt een adres van W. P. van Pagé, waarin hg zijn leedwezen te kennen geeft naar aanleiding van het raadsbesluit van 28 Sept. jl. betrekkelijk den aanbouw van huizen op de Loskaai en nogmaals verzoekt zijn aanvrage om verlenging van den termijn van bebouwing toe te staan. De voorzitter stelt voor dit adres aan te houden. De heer Van Hoek acht dit niet noodighij meent dat de zaak reeds afgedaan is en de raad dadelijk kan beslissen. Bij de behandeling van het eerste adres is de zaak van alle kanten bekeken en in het tegenwoordige verzoek zijn geene nieuwe ge zichtspunten te vinden. Spreker stelt voor aan adressant te berichten dat aan zijn verzoek niet kan worden voldaan- De heer Jeras meent dat er wel iets te zeggen is voor inwilliging van het verzoek. Er zijn antecedentenindertijd toch is aan den heer i* l r i r 1 ii i NOVELLE Nadat wij aldus den hemel gediend hadden werd het feest op wereldsche wijze voortgezet. Op een aan het klooster toebehoorend weiland, omringd door oude beuken en ahornboomen, verzamelden zich de geestelijken en het volk de abt en de mijnopzichter tot een vroolijk maal. De jongens stapelden droge takkenbos- schen op, staken die aan en boven het flikke rend vuur werd, aan een houten spit, het ge braad gedraaid en in koperen ketels werden de forellen gekookt, terwijl in groote manden tarwebrood en zoetekooken aangedragen werden. Voor den dorst had de abt zoowel gezorgd als de mijnopzichter. Ieder had een groot vat geschonken en die beide monsters lagen ieder onder een lindeboom. Bij het eene tapten de knapen en knechts van den opzichter, bij het andere de keldermeester en wij, jongere broeders. Het geestelijke vat had dit zij ter eere van St. Franciskus gezegd den grootsten om vang maar daarentegen was het bier der mijn werkers nog bitterder. Fokker uitstel gegeven en evenzeer is aan eene andere firma uitstel verleend. Van Pagé wil en zal bonwenwaarom zon men hem nu weigeren wat anderen is toegestaan De heer E. P. Schorer zal, indien de heer Van Pagé motiveert dat uitstel noodig is, gaarne bereid gevonden worden daarvoor te stemmen. Wordt echter toegestaan wat Van Pagé vraagt, dan zal deze vermoedelijk niet bouwen en daarom dient naar sprekers meening het verzoek van de hand gewezen. De heer Jeras wijst er op dat, wanneer het verzoek geweigerd wordt, de heer Van Pagé bouwen zalmaar wordt hem uitstel verleend, dan zal een netter gebouw verrijzen dan in het eerstgenoemd geval. De heer Den Bouwmeester zet het contract met den heer Van Pagé uiteen. Hg heett voor twee derden voldaan aan zijn contract en daarom zou spreker de strafbepaling, die nu slaat op de drie perceelen alleen, van toepassing willen verklaren op bet derde perceel. Hg zou dit billijk achten om daardoor den heer Van Pagé gelegenheid te geven de gestichte huizen te verkoopeu. De heer Snijders meent dat men goed zal doen met op het vroeger genomen besluit terug te komen. De heer Van Pagé zal bouwen, indien hij de reeds bestaande huizen verkoopen kan, doch zal dat waarschgDiyk niet doen, indien zijn verzoek wordt geweigerd. Hierna wordt lecture gegeven van het in de vorige zitting gedaan voorstel van burg. en weth. in den geest als door den heer Den Bouwmeester is uiteengezet. Het voorstel-Van Hoek wordt alsnuin stem ming gebracht en aangenomen met 8 tegen 7 stemmen. T e g en stemmen de heeren Den Bouwmeester, Van der Swalme, Tak, Jeras, jhr mr W. H. Snouck Hurgronje, Snijders en W. J. Sprenger. Alsnu komt in behandeling de begrooting voor de dd. schutterij voor 1891, in ontvang en uitgaaf 3750 bedragende. Op dit cgfer wordt zij goedgekeurd. Eveneens wordt goedgekeurd de begrooting van het burgerlijk armbestuur voor 1893, in ontvang en uitgaaf bedragende f 38154.96 met een subsidie van de gemeente ad 27534. Alsnu wordt overgegaan tot de behandeling van de gemeentebegrooting voor 1893. Die begrooting en de ingediende rapporten vinden onze lezers in het Bijvoegsel van deze courant. Bg de algemeene beraadslagingen licht de heer F. G. Sprenger het standpunt der comm. van financiën toe met betrekking tot de ver hoo ging van den hoofdeigken omslag. Uit de door burg. en wetb. ingediende be grooting blijkt dat de belasting op de inkomsten op een bedrag van 97.000 is uitgetrokken, alzoo 24.000 hooger dan bij verordening is toegestaan. Eene herziening van de verorde ningen is alzoo noodzakelijk, bijaldien door den raad met die verhooging wordt ingestemd. Teneinde althans eene kleine speelruimte te hebben zouden burg. en weth. het maximum bedrag in de verordening in f 100.000 veranderd willen zien. Immers zg staan er niet voor in dat eene heffing van f 97.000 reeds in 1894 voldoende zal blijken. Na rgp beraad zijn burg. en weth. er voorts toegekomen voor te stellen niet alle belasting schuldigen geigkmatig in die verhooging te doen deelen, doch daarmede de inkomens bij wijze van progressie zwaarder te treffen, naarmate deze in eene hoogere klasse zgn gerangschikt, De wijze, waarop dit h. i,, zonder groote sprongen te wagen, zou behooren te geschieden, blijkt uit het voorgesteld art. 6 van het ontwerp luidende „De aanslag wordt berekend naar het met 300 verminderde middencijfer van iedere klasse en wel, door van dat cgfer zooveel percent te heffen als jaarigks door den ge meenteraad zal worden vastgesteld. „Is eene heffing van 3 percent niet voldoende dan wordt hot te heffen bedrag 'omgeslagen in dier voege dat de percentage der opvolgende klassen eene rekenkundige reeks vormen, waar van de reden 0.03 bedraagt." Ook wenschen burg. en weth. van deze gele genheid gebruik gemaakt te zien om enkele verbeteringen aan te brengen in de verordening tot invordering. De commissie van financiën 'rapporteert dat de meerderheid het oogenblik nog niet geko men acht om tot zulk een ingrijpenden maatregel m Onze heilige beeft er zeker zelf schik in gehad, zoo vergenoegd als allen, mannen, vrouwen, monniken en jagers, daar op de weide zaten en eendrachtig aten en dron ken. De abt en de opzichter zaten op bankjes, op een bont tapgt, onder een lichte tent, met een fraai gedekte tafel voor zïcb, waarop vele blinkende schotels en bekers stonden. Bij hen zaten alle voorname gasten en ook de vreemdelingen, die op het feest genoodigd waren, waaronder vele ridders, met vrouwen en dochters. Ik hielp aan tafel de schotels rondgeven en de bekers vallen, en zag heel goed hoe het de heeren smaakte, hoe veel zij van het bruine bier dronken en hoe des opzichters zoon alle vrouwen knipoogjes gaf, 't geen mij zeer ergerde, daar hij toch niet allen trouwen kon, om te beginnen niet die, welke reeds een man hadden. Bij het maal speelden de muzikantenjongens uit het volk, die zich voor hun genoegen op instrumenten oefenden. O, hoe krijschten de fluiten en hoe krasten de strijkstokkenVroohjk mocht die muziek zijn, welluidend was zij niet. Bij het volk was de vreugde onbegrensd, doch alles ging betamelijk en ordelijk toe. Wat kunnen die bergbewoners eten en drinken, vooral drinken. Ik geloof, als ieder zgn eigen vaatje had gehad, zou hg het uitgedronken hebben. De vrouwen en meisjes waren echter des te preut- scher. Eer een jougmensoh dronk hield hg een meisje den beker voorzg zette er even hare van hervorming van de belastingverordening over te gaan. Zij acht het beter eerst de plannen van de regeering ten aanzien van het gemeenteigk financiewezen af te wachten. Voor het geval de raad zich met de voorstel len van de meerderheid der commissie, in haar rapport omtrent de begrooting voorkomende, ten opzichte van den aanleg van nieuwe riolen, bergplaats voor beer en naar aanleiding van het in baar rapport vermelde raadsbesluit van 15 Oct 1890 niet mocht vereenigen en mitsdien het bedrag, door burg. en weth. aangegeven als door nieuwe Delasting te vinden, onveranderd blijft, dan geeft de meerderheid der commissie in overweging de alsdan benoodigde gelden te vinden gedeeltelijk uit verhooging van de be lasting op de inkomsten met de beBtaande schaal, gedeeltelijk uit verhooging van de opcenten op de hoofdsom van de personeele belasting. Art. 1 der verordening tot heffing zoude dan moeien veranderd worden ten einde tot de bedoelde verhooging van het maximum te kunnen geraken. De heer Sprenger zet uiteen dat het der meerderheid van de commissie wenscheigker voorkomt dat het tweede gedeelte der geld leening voor de duinwaterleiding worde uit gegeven. De heer De Stoppelaar is ook huiverig de inkomstenbelasting te verhoogen en hij zou daarom wenschen af te wachten, wat de regee ring ten opzichte van de gemeenten doen zal. Spreker zou bij eene verandering in de hef fing van den hoofdeiyken omslag voor progressie zijn. Hij wijst er verder op dat het kohier niet juist is samengesteld en gelooft dat, wanneer de vermogens- en bedrijfsbelastingen zgn inge voerd, de heffing van de inkomstenbelasting juister en gemakkeigker zijn zal. De heer Tak zet het standpunt der minder heid van de financieele commissie uiteen. Deze kan zich niet met de meerderheid vereenigen en gaat mode met het voorstel van burg. en weth. De omstandigheden zijn veranderd. Meende men in 1890 dat bij het gereed komen der waterleiding geen tegenvallers zouden ontstaan, thans is gebleken dat de zaak niet zoo voor. spoedig gegaan is als men gewenscht beeft. Het is nu gevaarlijk de schuld der gemeente te vergrooten, daar het toch niets anders is dan een uitstel van het verhoogen der inkom stenbelasting, die zoo niet dit jaar, dan toeh een volgend jaar noodig bigken zal. De heer W. J. Sprenger zet het standpunt van burg. en weth. uiteen. De begrooting is precies eender opgemaakt als die voor het loopende jaar. Thans wordt overgegaan tot de artikels- gewijze behandeling, te beginnen met de uit gaven van de begrooting. Bij hoofdst. I afd. 2 art. 13, „toelage voor de uitgaaf van de Handelingen van den ge meenteraad van Middelburg ƒ500", zegt de heer E. P. Schorer hierover het woord te willen voeren. Hij wenscht dit echter, omdat bij deze kwestie personen betrokken zijn, te doen in besloten zitting. De vergadering gaat alsnu over in eene met gesloten deuren. De vergadering heropend zijnde, zegt de heer E, P. Schorer voor te stellen den po3t van f 500 te brengen op 400. Bij de behandeling der vorige begrooting is door sommige leden de wenscheigkheid uitge sproken dat de Handelingen tot lager prijs zouden verkrggbaar worden gesteld. Barg. en weth hebben geïnformeerd bg verschillende drukkers en een hunner heeft zich bereid verklaard de Handelingen te drukken voor 8 per vel en ze voor het publiek verkrggbaar te stellen k f 1. Spreker acht dit een voordeel voor de gemeente en een voordeel voor de ingezetenen. De heer Schorer wenscht daarom-den post op /400 te brengen met de bedoeling dat er niet meer subsidie worde verleend dan 8 per vel en de Handelingen voor f 1 'sjaars verkrggbaar wor den gesteld. De heer Jeras vraagt eene inlichting. Burg. en wetb. rekenen op 40 vel. Maar waar blijft nu de belooning van den redacteur, die zeker tegenwoordig niet te boog is De heer Schorer wijzigt in verband daarmede zgn voorstelhij wenscht 400 uit te trekken voor subsidie aan de drukkers en f 100 voor lippen aan en trok een leelijk gezicht. Maar dat doen andere lieden ook. Na den maaltijd werden er allerlei spelen gespeeld, waarbij de jongelingen hun kracht konden toonen. Wat hebben die voor ledema ten, welke armen, welke nekken! Zij worstel den als beeren met elkaar. Ik werd doods bang, alleen van er naar te zien; want ik dacht niet anders of zg zouden elkaar worgen en dooddrukken. Maar de meisjes keken er onverschillig naar, gichelden en lachten zonder angst of afkeer. Het was ook wonderlijk om te zien hoe zij het hoofd in den nek wierpen en woeste kre ten uitstieten, zoodat mij hooren en zien ver ging- Boven allen muntte de jonge Rochus uit. Hij liep en sprong als een genius, vocht als een razende, brulde als een stier en gedroeg zich onder de jongelingen als een koning, Ik merkte wel dat velen hem zijn kracht en schoonheid benijdden en vijandig jegens hem gezind warendoch iedereen zwichtte voor hem. Ook was het prachtig om te zien, zoo als hij zgn slank figuur bg het spel boog en wrong, zoo als hij het hoofd met de lange lokken schudde, en met gloeiende wangen en schitterende oogen om zich heen zag. Toen het donker werd stonden de abt, de opzichter, de pachters en voorname gasten op; maar ik moest bg den keldermeester blijven, omdat er nog altyd gedronken werd. den redacteur met behoud van de straks ge noemde bedingen. De heer De Stoppelaar verklaart het voorstel niet te begrijpen, daar op 40 vel gerekend is. De heer Schorer meant dat de Handelingen gerust op 50 vel te sohatteu zgn en dan komt men tot 400. Het eerste deel van het voorstel-Scborer wordt verworpen met 11 tegen 4 stemmen. Voor stemmen de heeren Tak, jhr mr W. H. Snouck Hurgronje, Van Hoek en Schorer. Het tweede deel van het voorstel wordt alsnu als vervallen beschouwd. De heer jhr mr W. H. Snouck Hurgronje stelt voor den post met ƒ200 te verhoogen. Nu het voorstel-Schorer verworpen en de ingezetenen niet tot lageren prijs in 't bezit zullen komen van de Eandelingtn en de leden van den raad die ook voor eigen rekening zullen moeten aankoopen, wil hij door dit voorstel daaraan tegemoet komen. De heer Van Hoek zal daartegen stemmen. Hg wil geen privilege voor de leden. Maar hg heeft bezwaar tegen de vele stukken, die in de Handelingen worden opgenomen. Hg zou daarin verandering wenschen te brengen. Zou het geen overweging verdienen vraagt hg de Handelingen tweeledig uitte geven: de beraadslagingen afzonderlijk en de stukken als bylagen? De heer A. P. Snouck Hurgronje zal ook tegen het voorstel stemmen, vooral omdat hij dit jaar op de begrooting geen uitgaaf wil brengeu dan die strikt noodig zgn. Het voorstel van jhr mr W. H. Snouck Hur gronje wordt alsnn in stemming gebracht en verworpen met algemeene stemmen behalve die van den voorsteller en den heer mr E. P. Schorer. Het voorstel van burg. en weth. wordt alsnu aangenomen. De heer Snijders spreekt den weDseh uit dat in het vervolg in de Handelingen geen concept verordeningen en dergelijke worden opgenomen. Bij art. 14 van hetzelfde hoofdstuk en der- zeltde atdeeling „kosten van telephoonaauslui- tingen f 140" vraagt de heer Van Hoek inlich tingen, nl. waartoe de alarmbellen in de stadsschnur dienen. De voorzitter deelt mede dat die noodig zg n om den betrokken ambtenaar, die niet steeds in hetzelfde lokaal zich bevindt, kennis te geven dat men aansluiting wenscht. Verder vraagt de heer Van Hoek of de kosten van de telephoon aan de gasfabriek niet behooren op de kosten dier fabriek. De voorzitter geeft dit toe. De heer W. J. Sprenger is van andere mee ning. De telephoon is in bet belang van de gasverbruikers en burg. en weth. en niet in het belang der fabriek. Het artikel wordt in stemming gebracht en aangenomen met algemeene stemmen behalve die van de heeren Van Hoek en Schorer. Bg hoofdstuk II afd. 1 art. 5 „Vergoeding aan het ryk voor het innen der opcenten 1082.90", stelt de heer De Stoppelaar voor dien post aan te houden tot bet bedrag der opcenten is bepaald. Alzoo wordt besloten. ~Bij hoofdst. III afd. 2 art. 1 „Onderh oud van openbare gebouwen f 4301" stelt de heer W. J. Sprenger voor dien post te verminderen en sommige voorgestelde werken te schrappen. De beer Tak meent dat de kosten van het schilderen van bet kantoor van den gemeente ontvanger zoo gering zgn dat die uit het gewone onderhoud te vinden zgn. De heer Den Bouwmeester acht het noodig dat de voortrap van het stadhuis worde geres taureerd. Dit kan nog wel een jaar uitgesteld worden, maar dan zullen de kosten vermeer deren, waarschijnlijk verdubbelen. De heer jhr mr W. H. Snouck Hurgronje acht den toestand van de trap zóo slecht dat het dringend noodig is dat zg worde hersteld. Spreker wil dien post dus behouden. De heer Snijders vraagt, of het geen over weging verdient den garnizoenscommandant erop te wijzen dat de soldaten de trap veel doen lijden en ot het niet mogelijk is daarin verandering te brengen. De heer Tak wyst er op dat het voornemen bestaat om de oude traden van de trap af te hakken, wijl dit noodig is, maar de commissie vau financiën acht het onnoodig. Voor beklee- ding van die trap met eikenhout 119 uit te geven, dat is luxe. De jonge Rochus bleef ook. Ik weet niet hoe het kwam, maar eensklaps stond bg tegenover mg en er was niemand anders in de nabyheid. Met een somberen blik en een trotsch gelaat nam hij mij van het hoofd tot de voeten op en sprak: „Zijlgy de monnik die zooveel ergernis gegeven heeft?" Ik vroeg bescheiden„Waarvan spreekt gy 1" „Alsof gij dat niet wist snauwde bg „maar onthoud dit goedKrggt het niet weer in het hoofd, vriendelijk te zijn tegen dat meisje gy monniken noemt dat barmhartig. Maar ik ken die barmhartigheid en zal met n geen mededoogen hebben. Onthoud dat wel, jonge huichelaar". Dit zeggende keerde hij zich af en weldra zag ik hem in het dichtste gewoel, bg het wildste spel en hoorde zgn gebiedende stem, zijn schellen lach. Wat was ik geschrikt toen ik begreep dat die drieste knaap zijn oog op de bekoorlgke beulsdochter had laten vallen. Maar zij was nog geheel een kind. De jongelingen wierpen dorre takken op de vuren, zoo dat die boog opflikkerden en de schaduwen van den nacht verdreven. Daarop omvatten zij de meisjes en begonnen met haar te dansen. Zij stampten op den grond, draaiden in de rondte, wierpen de hoeden omhoog, tilden de meisjes op, tot bijna boven hunne hoofden, alsof het veeren ballen waren, gilden en schreeuwden en stelden zich aan als bezetenen, zoodat ik vurig wenschte dat er eeu kudde De heer jhr mrW.H. Snouck Hurgronje wil die som behouden. De heer Den Bouwmeester licht de bedoeling van burg. en weth. toe. Alleen afhakken is niet voldoende, daaruit ontstaan andere werken, die ook uitgaven vereischen. De heer Van der Swalme zal voor de ge- heele uitgaaf stemmen. Hij acht verbetering van de trap volstrekt geen luxe. Tevens wenscht hij de gelegenheid aan te grijpen om de hoop uit te spreken dat de militairen een ander lokaal krijgen dan de groote zaal op het raad huis, die voor andere doeleinden benuttigd zou kunnen worden. De heer Jeras meent dat, als men de 31 voteert voor het afhakken, men ook moet toe staan de overige uitgaven; anders doet men half werk. De heer F. G. Sprenger is van oordeel dat de 31 voldoende zgn. De heer Den Bouwmeester spreekt dit tegen De heer Van Hoek wensoht den post, uitge trokken voor de raadhuistrap en de trap aan de Koepoort, te behouden, Hij zou echter de som voor het schilderen van het kantoor van den ontvanger willen verminderen met f 75. Thans wordt in stemming gebracht de post voor het bekleeden van de voortrap. Die post wordt goedgekeurd met algemeene stemmen behalve die van de heeren F. G. Sprenger, Tak, A. P. Snouck Hurgronje, G.N. de Stoppelaar en W. J. Sprenger. De post voor het sohilderen van het kantoor van den ontvanger wordt van de begrooting afgenomen en die voor de trap aan de Koepoort behouden. Het artikel vermindert nu met 75. Bg hoofdst. Ill afd. II art. 3 „onderhoud van bruggen /2044" stellen bnrg. en woth. voor dien post met ƒ600 te verhoogen. Deze ver hooging is, zooals de heer Den Bouwmeester uiteenzetnoodig voor verbetering van de Dokbrug. Na bet opmaken der begrooting is gebleken dat de voorziening dringend noodig is. De heer Tak heeft daartegen geen bezwaar, maar vraagt of onder art. 3 geen zaken zgn die, tengevolge dezer buitengewone omstandig heden, tot een volgend jaar kunnen worden uitgesteld. De heer Den Bouwmeester zegt dat die post zoo zuinig is geraamd, dat er niets afgenomen kan worden. De toestand der meeste bruggen eischt verbetering. De verhoogiDg wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. By art. 4 van dezelfde afdeeling „onderhoud van riolen enz." vraagt de heer Van Hoek hoe het staat met de waterloozing in de Volde- rijlaagte en of er geen mogelijkheid bestaat om den toestand aldaar, die allertreurigst is, te verbeteren. De voorzitter geeft toe dat de toestand veel te wenschen overlaat maar het is burg. en weth. nog niet gelukt daarin verbetering te brengen. De kwestie is gesteld in handen van de commissie voor de strafverordeningen om advies. De heer jhr mr W. H. Snouck Hurgronje vraagt of er niets te doen is om den stank weg te nemen van het riool bij de Bellinkbrug. 't Zij 't water laag of hoog is, bg welke weers gesteldheid, altyd stinkt het daar ontzettend. De voorzitter deelt mede dat niet alleen te klagen is over dit riool maar dat ook van vele anderen hetzelfde kan gezegd worden. Er is dringend verandering noodig, doch de daar toe noodige gelden kunnen niet op de begrooting gevonden worden. Sedert jaren is hiervoor een memoriepost uitgetrokken. Het is des voorzitters vaste overtuiging dat aan ver betering de hand dient geslagen en daarvoor vrij wat geld beschikbaar moet gesteld worden. De heer Snijders wyst er op dat op de be grooting voorkomt een bedrag voor aankoop van tonnen en geeft den wensch te kennen dat burg. en weth. eens eene proef nemen met een ander systeem tonnen, wijl de tbans gebruikt wordende niet voldoende zgn en slecht gereinigd kunnen worden. Wy moeten hierbij ons verslag afbreken; wij deelen alleen mee dat het voorstel om de Balans te beplanten is verworpen met 11 tegen 4 stemmen. De raad is heden nog niet gereed gekomen met de behandeling der begrooting. Zy is verdaagd tot eene volgende vergadering. zwijnen mocht komen, opdat al die booze geesten daarin konden varen. Het was duideiyk te merken dat de knapen vol waren van het bruine gerstenbier en dat kwam mij, bij den leeiyken bitteren smaak van dien drank, waarhjk dierlijk voor. Het duurde ook niet lang of de stryd barstte los en zg vielen elkaar aan met vuisten en messen en deden alsof zij elkaar wilden worgen. De jonge Rochus bevond zich niet onder de vechtenden; maar stond op een afstand het gewoel aan te zien, evenals, t ot myn ontzetting alle meisjes. Eensklaps sprong hij echter midden in den woesten hoop, pakte er twee bg de haren en stiet hen met de hoofden tegen elkaar, zoodat hun het bloed uit neus en mond spatte. Zij moeten echter zeer dikke schedels gehad hebben daar die geheel ongedeerd bleven. Na veel geraas en getier had de opzichterszoon de vechtenden gescheiden en vrede gesticht, 't geen mij, armen bevreesden monnik, een ware hel dendaad toescheen. TegeHjk begonnen de muzikanten weer te blazen en te stryken en terstond zetten de jongelingen, met geschenrde kleeren en bebloede, geschonden gezichten, den dans 'weer voort. Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1892 | | pagina 2