DE MOESIK TAN BERCHTES&ADEK
Burgerlijke stand.
Gemeenteraad, van Middelburg.
'FEUILLETON.
van Richard Vosz.
Uit het Duitich.
Van 18 en 19 October.
Midmlbubg. Befallen W, C. Bruker, geb-
Bergman, d. D. J. de Bidder, geb. Kooman, d.
C. A. Claasseu, geb. Baale, d. Ueberfeldt,
geb. Hecker, d. A. fan Eenennaam, geb
Minderhoud, d. L. Polvliet, geb. Sterk, d.
OverledenS. E. F. Dormaar, wed" van
J. O. van flemert, 76 j. J. M. Yos, z. 8 d.
B. L. Scheere, d. 4$ j.
Vergadering van heden (Woensdag) mid
dag te 1 uur.
Voorzitter de heer jhr mr L. Schorer.
Afwezig de heeren Van Dunné enKoolemet
en Tak zonder kennisgeving.
De notulen van het verhandelde in de vorige
zitting worden gelezen en goedgekeurd.
Hierna wordt mededeoling gedaan van eenige
ingekomen stnkkeo.
Voor kennisgeving wordt aangenomen de mede*
deeliDg van den voorzitter dat in handen der
financieele commissie zijn gesteld de volgende
stukkeneen adres van J. Augustijn, houdende
verzoek om grond te mogen koopen bij de
Kalvermarkt met voorstel van burg. en weth.;
een adres van Van der Klip en Jolmers om te
mogen beschikken over een gedeelte openbare
straat met voorstel van burg. en weth.de
rekening en begrooting van het concertgebouw;
een voorstel van burg. en weth. betreffende
het verzoek van W. P. van Pagé om het
bouwterrein, gelegen aan de Loskaai tusschen
de perceelen P141 en P141 d,te mogen koopen.
Aangehouden wordende rapporten van de
commissie van financiën betreffende concept
besluiten tot wijziging der gemeentebegrooting
en tot beschikking over den post voor onvoor
zien betreffende het advies van burg. en weth.
op bet adres van den aannemer F. Hilarius en
inzake beschikking over den post voor onvoor
zien ter uitbetaling van een gratificatie aan
den onderwijzer G. I. van Endhoven.
Eveneens aangehouden worden de voorstellen
van burg. en weth. betreffendehet adres van
den directeur der Zeeuwsche Spoot bootmaat
schappij, wijziging van de instructie van den
opzichter en de grafdelvers der gemeentebe
graafplaats en de verordening op de begraaf
plaats; de toekenning van eervol ontslag aan
den leeraar in de geschiedenis aan het gym
nasium, den heer H. Snijdersadres van J.
Minderhoud betreffende herstelling van een
voetpad naar den molen op het Langeviele
bolwerk; den rioolwaterboezem bij Veere met
advies der commissie van fabricage; het adres
van de wed. Verseput betreffende aanleg van
trottoirs op het Hofplein; het aangaan eener
geldleening ad 85000 ten dienste der gasfa
briek en duinwaterleiding; adres van H. J.
Looijsen, ontslagen agent van politie, om terug
gaaf van betaalde contributie aan het weduwen-
en weezenfondswijziging verordeningen
inkomstenbelasting met advies van de com
missie van financiënvoorshands nog niet toe
passen van het tarief betreffende levering van
dninwater tot 1 Jannari a.een schrijven van
dr J. J. Convée betreffende een door hem inge
steld chemisch onderzoek naar het duinwater
en een staat van oninbare porten inkomstenbe
lasting 1888.
De heer Tak komt ter vergadering.
Nog wordt overgelegd en gesteld in handen
van burg. en wetb. een adres van D. J. Mes,
betreffende de ligging van den wissel van de
stoomtram op de Pottenmarkt.
Overgelegd wordt een adres van W. P. van
Pagé, waarin hg zijn leedwezen te kennen
geeft naar aanleiding van het raadsbesluit van
28 Sept. jl. betrekkelijk den aanbouw van
huizen op de Loskaai en nogmaals verzoekt
zijn aanvrage om verlenging van den termijn
van bebouwing toe te staan.
De voorzitter stelt voor dit adres aan te
houden.
De heer Van Hoek acht dit niet noodighij
meent dat de zaak reeds afgedaan is en de
raad dadelijk kan beslissen.
Bij de behandeling van het eerste adres is
de zaak van alle kanten bekeken en in het
tegenwoordige verzoek zijn geene nieuwe ge
zichtspunten te vinden.
Spreker stelt voor aan adressant te berichten
dat aan zijn verzoek niet kan worden voldaan-
De heer Jeras meent dat er wel iets te zeggen
is voor inwilliging van het verzoek. Er zijn
antecedentenindertijd toch is aan den heer
i* l r i r 1 ii i
NOVELLE
Nadat wij aldus den hemel gediend hadden
werd het feest op wereldsche wijze voortgezet.
Op een aan het klooster toebehoorend weiland,
omringd door oude beuken en ahornboomen,
verzamelden zich de geestelijken en het volk
de abt en de mijnopzichter tot een vroolijk
maal. De jongens stapelden droge takkenbos-
schen op, staken die aan en boven het flikke
rend vuur werd, aan een houten spit, het ge
braad gedraaid en in koperen ketels werden
de forellen gekookt, terwijl in groote manden
tarwebrood en zoetekooken aangedragen werden.
Voor den dorst had de abt zoowel gezorgd
als de mijnopzichter. Ieder had een groot vat
geschonken en die beide monsters lagen ieder
onder een lindeboom. Bij het eene tapten de
knapen en knechts van den opzichter, bij het
andere de keldermeester en wij, jongere broeders.
Het geestelijke vat had dit zij ter eere van
St. Franciskus gezegd den grootsten om
vang maar daarentegen was het bier der mijn
werkers nog bitterder.
Fokker uitstel gegeven en evenzeer is aan eene
andere firma uitstel verleend.
Van Pagé wil en zal bonwenwaarom zon
men hem nu weigeren wat anderen is toegestaan
De heer E. P. Schorer zal, indien de heer
Van Pagé motiveert dat uitstel noodig is,
gaarne bereid gevonden worden daarvoor te
stemmen. Wordt echter toegestaan wat Van
Pagé vraagt, dan zal deze vermoedelijk niet
bouwen en daarom dient naar sprekers meening
het verzoek van de hand gewezen.
De heer Jeras wijst er op dat, wanneer het
verzoek geweigerd wordt, de heer Van Pagé
bouwen zalmaar wordt hem uitstel verleend,
dan zal een netter gebouw verrijzen dan in
het eerstgenoemd geval.
De heer Den Bouwmeester zet het contract
met den heer Van Pagé uiteen. Hg heett voor
twee derden voldaan aan zijn contract en daarom
zou spreker de strafbepaling, die nu slaat op
de drie perceelen alleen, van toepassing willen
verklaren op bet derde perceel. Hg zou dit
billijk achten om daardoor den heer Van Pagé
gelegenheid te geven de gestichte huizen te
verkoopeu.
De heer Snijders meent dat men goed zal
doen met op het vroeger genomen besluit terug
te komen. De heer Van Pagé zal bouwen,
indien hij de reeds bestaande huizen verkoopen
kan, doch zal dat waarschgDiyk niet doen,
indien zijn verzoek wordt geweigerd.
Hierna wordt lecture gegeven van het in de
vorige zitting gedaan voorstel van burg. en
weth. in den geest als door den heer Den
Bouwmeester is uiteengezet.
Het voorstel-Van Hoek wordt alsnuin stem
ming gebracht en aangenomen met 8 tegen
7 stemmen.
T e g en stemmen de heeren Den Bouwmeester,
Van der Swalme, Tak, Jeras, jhr mr W. H.
Snouck Hurgronje, Snijders en W. J. Sprenger.
Alsnu komt in behandeling de begrooting
voor de dd. schutterij voor 1891, in ontvang en
uitgaaf 3750 bedragende. Op dit cgfer wordt
zij goedgekeurd.
Eveneens wordt goedgekeurd de begrooting
van het burgerlijk armbestuur voor 1893, in
ontvang en uitgaaf bedragende f 38154.96 met
een subsidie van de gemeente ad 27534.
Alsnu wordt overgegaan tot de behandeling
van de gemeentebegrooting voor 1893.
Die begrooting en de ingediende rapporten
vinden onze lezers in het Bijvoegsel van deze
courant.
Bg de algemeene beraadslagingen licht de
heer F. G. Sprenger het standpunt der comm.
van financiën toe met betrekking tot de ver hoo
ging van den hoofdeigken omslag.
Uit de door burg. en wetb. ingediende be
grooting blijkt dat de belasting op de inkomsten
op een bedrag van 97.000 is uitgetrokken,
alzoo 24.000 hooger dan bij verordening is
toegestaan. Eene herziening van de verorde
ningen is alzoo noodzakelijk, bijaldien door den
raad met die verhooging wordt ingestemd.
Teneinde althans eene kleine speelruimte te
hebben zouden burg. en weth. het maximum
bedrag in de verordening in f 100.000 veranderd
willen zien. Immers zg staan er niet voor in
dat eene heffing van f 97.000 reeds in 1894
voldoende zal blijken.
Na rgp beraad zijn burg. en weth. er voorts
toegekomen voor te stellen niet alle belasting
schuldigen geigkmatig in die verhooging te
doen deelen, doch daarmede de inkomens bij
wijze van progressie zwaarder te treffen, naarmate
deze in eene hoogere klasse zgn gerangschikt,
De wijze, waarop dit h. i,, zonder groote
sprongen te wagen, zou behooren te geschieden,
blijkt uit het voorgesteld art. 6 van het ontwerp
luidende
„De aanslag wordt berekend naar het met
300 verminderde middencijfer van iedere
klasse en wel, door van dat cgfer zooveel
percent te heffen als jaarigks door den ge
meenteraad zal worden vastgesteld.
„Is eene heffing van 3 percent niet voldoende
dan wordt hot te heffen bedrag 'omgeslagen in
dier voege dat de percentage der opvolgende
klassen eene rekenkundige reeks vormen, waar
van de reden 0.03 bedraagt."
Ook wenschen burg. en weth. van deze gele
genheid gebruik gemaakt te zien om enkele
verbeteringen aan te brengen in de verordening
tot invordering.
De commissie van financiën 'rapporteert dat
de meerderheid het oogenblik nog niet geko
men acht om tot zulk een ingrijpenden maatregel
m
Onze heilige beeft er zeker zelf schik in
gehad, zoo vergenoegd als allen, mannen,
vrouwen, monniken en jagers, daar op de
weide zaten en eendrachtig aten en dron
ken. De abt en de opzichter zaten op
bankjes, op een bont tapgt, onder een
lichte tent, met een fraai gedekte tafel
voor zïcb, waarop vele blinkende schotels en
bekers stonden. Bij hen zaten alle voorname
gasten en ook de vreemdelingen, die op het
feest genoodigd waren, waaronder vele ridders,
met vrouwen en dochters. Ik hielp aan tafel
de schotels rondgeven en de bekers vallen, en
zag heel goed hoe het de heeren smaakte, hoe
veel zij van het bruine bier dronken en hoe
des opzichters zoon alle vrouwen knipoogjes
gaf, 't geen mij zeer ergerde, daar hij toch
niet allen trouwen kon, om te beginnen niet
die, welke reeds een man hadden.
Bij het maal speelden de muzikantenjongens
uit het volk, die zich voor hun genoegen op
instrumenten oefenden. O, hoe krijschten de
fluiten en hoe krasten de strijkstokkenVroohjk
mocht die muziek zijn, welluidend was zij niet.
Bij het volk was de vreugde onbegrensd,
doch alles ging betamelijk en ordelijk toe. Wat
kunnen die bergbewoners eten en drinken,
vooral drinken. Ik geloof, als ieder zgn eigen
vaatje had gehad, zou hg het uitgedronken hebben.
De vrouwen en meisjes waren echter des te preut-
scher. Eer een jougmensoh dronk hield hg een
meisje den beker voorzg zette er even hare
van hervorming van de belastingverordening
over te gaan.
Zij acht het beter eerst de plannen van de
regeering ten aanzien van het gemeenteigk
financiewezen af te wachten.
Voor het geval de raad zich met de voorstel
len van de meerderheid der commissie, in haar
rapport omtrent de begrooting voorkomende,
ten opzichte van den aanleg van nieuwe riolen,
bergplaats voor beer en naar aanleiding van
het in baar rapport vermelde raadsbesluit van
15 Oct 1890 niet mocht vereenigen en mitsdien
het bedrag, door burg. en weth. aangegeven
als door nieuwe Delasting te vinden, onveranderd
blijft, dan geeft de meerderheid der commissie
in overweging de alsdan benoodigde gelden te
vinden gedeeltelijk uit verhooging van de be
lasting op de inkomsten met de beBtaande schaal,
gedeeltelijk uit verhooging van de opcenten op
de hoofdsom van de personeele belasting.
Art. 1 der verordening tot heffing zoude
dan moeien veranderd worden ten einde tot
de bedoelde verhooging van het maximum te
kunnen geraken.
De heer Sprenger zet uiteen dat het der
meerderheid van de commissie wenscheigker
voorkomt dat het tweede gedeelte der geld
leening voor de duinwaterleiding worde uit
gegeven.
De heer De Stoppelaar is ook huiverig de
inkomstenbelasting te verhoogen en hij zou
daarom wenschen af te wachten, wat de regee
ring ten opzichte van de gemeenten doen zal.
Spreker zou bij eene verandering in de hef
fing van den hoofdeiyken omslag voor progressie
zijn.
Hij wijst er verder op dat het kohier niet
juist is samengesteld en gelooft dat, wanneer
de vermogens- en bedrijfsbelastingen zgn inge
voerd, de heffing van de inkomstenbelasting
juister en gemakkeigker zijn zal.
De heer Tak zet het standpunt der minder
heid van de financieele commissie uiteen. Deze
kan zich niet met de meerderheid vereenigen
en gaat mode met het voorstel van burg. en
weth.
De omstandigheden zijn veranderd. Meende
men in 1890 dat bij het gereed komen der
waterleiding geen tegenvallers zouden ontstaan,
thans is gebleken dat de zaak niet zoo voor.
spoedig gegaan is als men gewenscht beeft.
Het is nu gevaarlijk de schuld der gemeente
te vergrooten, daar het toch niets anders is
dan een uitstel van het verhoogen der inkom
stenbelasting, die zoo niet dit jaar, dan toeh
een volgend jaar noodig bigken zal.
De heer W. J. Sprenger zet het standpunt
van burg. en weth. uiteen. De begrooting is
precies eender opgemaakt als die voor het
loopende jaar.
Thans wordt overgegaan tot de artikels-
gewijze behandeling, te beginnen met de uit
gaven van de begrooting.
Bij hoofdst. I afd. 2 art. 13, „toelage voor
de uitgaaf van de Handelingen van den ge
meenteraad van Middelburg ƒ500", zegt de heer
E. P. Schorer hierover het woord te willen
voeren. Hij wenscht dit echter, omdat bij deze
kwestie personen betrokken zijn, te doen in
besloten zitting.
De vergadering gaat alsnu over in eene met
gesloten deuren.
De vergadering heropend zijnde, zegt de heer
E, P. Schorer voor te stellen den po3t van
f 500 te brengen op 400.
Bij de behandeling der vorige begrooting is
door sommige leden de wenscheigkheid uitge
sproken dat de Handelingen tot lager prijs
zouden verkrggbaar worden gesteld. Barg. en
weth hebben geïnformeerd bg verschillende
drukkers en een hunner heeft zich bereid
verklaard de Handelingen te drukken voor 8
per vel en ze voor het publiek verkrggbaar
te stellen k f 1.
Spreker acht dit een voordeel voor de gemeente
en een voordeel voor de ingezetenen. De heer
Schorer wenscht daarom-den post op /400 te
brengen met de bedoeling dat er niet meer
subsidie worde verleend dan 8 per vel en de
Handelingen voor f 1 'sjaars verkrggbaar wor
den gesteld.
De heer Jeras vraagt eene inlichting. Burg.
en wetb. rekenen op 40 vel. Maar waar blijft
nu de belooning van den redacteur, die zeker
tegenwoordig niet te boog is
De heer Schorer wijzigt in verband daarmede
zgn voorstelhij wenscht 400 uit te trekken
voor subsidie aan de drukkers en f 100 voor
lippen aan en trok een leelijk gezicht. Maar
dat doen andere lieden ook.
Na den maaltijd werden er allerlei spelen
gespeeld, waarbij de jongelingen hun kracht
konden toonen. Wat hebben die voor ledema
ten, welke armen, welke nekken! Zij worstel
den als beeren met elkaar. Ik werd doods
bang, alleen van er naar te zien; want ik
dacht niet anders of zg zouden elkaar worgen
en dooddrukken. Maar de meisjes keken er
onverschillig naar, gichelden en lachten zonder
angst of afkeer.
Het was ook wonderlijk om te zien hoe zij
het hoofd in den nek wierpen en woeste kre
ten uitstieten, zoodat mij hooren en zien ver
ging-
Boven allen muntte de jonge Rochus uit.
Hij liep en sprong als een genius, vocht als
een razende, brulde als een stier en gedroeg
zich onder de jongelingen als een koning, Ik
merkte wel dat velen hem zijn kracht en
schoonheid benijdden en vijandig jegens hem
gezind warendoch iedereen zwichtte voor
hem. Ook was het prachtig om te zien, zoo
als hij zgn slank figuur bg het spel boog en
wrong, zoo als hij het hoofd met de lange
lokken schudde, en met gloeiende wangen en
schitterende oogen om zich heen zag.
Toen het donker werd stonden de abt, de
opzichter, de pachters en voorname gasten op;
maar ik moest bg den keldermeester blijven,
omdat er nog altyd gedronken werd.
den redacteur met behoud van de straks ge
noemde bedingen.
De heer De Stoppelaar verklaart het voorstel
niet te begrijpen, daar op 40 vel gerekend is.
De heer Schorer meant dat de Handelingen
gerust op 50 vel te sohatteu zgn en dan komt
men tot 400.
Het eerste deel van het voorstel-Scborer wordt
verworpen met 11 tegen 4 stemmen.
Voor stemmen de heeren Tak, jhr mr W. H.
Snouck Hurgronje, Van Hoek en Schorer.
Het tweede deel van het voorstel wordt
alsnu als vervallen beschouwd.
De heer jhr mr W. H. Snouck Hurgronje
stelt voor den post met ƒ200 te verhoogen.
Nu het voorstel-Schorer verworpen en de
ingezetenen niet tot lageren prijs in 't bezit
zullen komen van de Eandelingtn en de leden
van den raad die ook voor eigen rekening
zullen moeten aankoopen, wil hij door dit
voorstel daaraan tegemoet komen.
De heer Van Hoek zal daartegen stemmen.
Hg wil geen privilege voor de leden. Maar hg
heeft bezwaar tegen de vele stukken, die in
de Handelingen worden opgenomen. Hg zou
daarin verandering wenschen te brengen.
Zou het geen overweging verdienen vraagt
hg de Handelingen tweeledig uitte geven:
de beraadslagingen afzonderlijk en de stukken
als bylagen?
De heer A. P. Snouck Hurgronje zal ook
tegen het voorstel stemmen, vooral omdat hij
dit jaar op de begrooting geen uitgaaf wil
brengeu dan die strikt noodig zgn.
Het voorstel van jhr mr W. H. Snouck Hur
gronje wordt alsnn in stemming gebracht en
verworpen met algemeene stemmen behalve
die van den voorsteller en den heer mr E. P.
Schorer.
Het voorstel van burg. en weth. wordt alsnu
aangenomen.
De heer Snijders spreekt den weDseh uit dat
in het vervolg in de Handelingen geen concept
verordeningen en dergelijke worden opgenomen.
Bij art. 14 van hetzelfde hoofdstuk en der-
zeltde atdeeling „kosten van telephoonaauslui-
tingen f 140" vraagt de heer Van Hoek inlich
tingen, nl. waartoe de alarmbellen in de
stadsschnur dienen.
De voorzitter deelt mede dat die noodig zg n
om den betrokken ambtenaar, die niet steeds
in hetzelfde lokaal zich bevindt, kennis te
geven dat men aansluiting wenscht.
Verder vraagt de heer Van Hoek of de
kosten van de telephoon aan de gasfabriek niet
behooren op de kosten dier fabriek.
De voorzitter geeft dit toe.
De heer W. J. Sprenger is van andere mee
ning. De telephoon is in bet belang van de
gasverbruikers en burg. en weth. en niet in
het belang der fabriek.
Het artikel wordt in stemming gebracht en
aangenomen met algemeene stemmen behalve
die van de heeren Van Hoek en Schorer.
Bg hoofdstuk II afd. 1 art. 5 „Vergoeding
aan het ryk voor het innen der opcenten
1082.90", stelt de heer De Stoppelaar voor
dien post aan te houden tot bet bedrag der
opcenten is bepaald.
Alzoo wordt besloten.
~Bij hoofdst. III afd. 2 art. 1 „Onderh oud
van openbare gebouwen f 4301" stelt de heer
W. J. Sprenger voor dien post te verminderen
en sommige voorgestelde werken te schrappen.
De beer Tak meent dat de kosten van het
schilderen van bet kantoor van den gemeente
ontvanger zoo gering zgn dat die uit het
gewone onderhoud te vinden zgn.
De heer Den Bouwmeester acht het noodig
dat de voortrap van het stadhuis worde geres
taureerd. Dit kan nog wel een jaar uitgesteld
worden, maar dan zullen de kosten vermeer
deren, waarschijnlijk verdubbelen.
De heer jhr mr W. H. Snouck Hurgronje acht
den toestand van de trap zóo slecht dat het
dringend noodig is dat zg worde hersteld.
Spreker wil dien post dus behouden.
De heer Snijders vraagt, of het geen over
weging verdient den garnizoenscommandant
erop te wijzen dat de soldaten de trap veel
doen lijden en ot het niet mogelijk is daarin
verandering te brengen.
De heer Tak wyst er op dat het voornemen
bestaat om de oude traden van de trap af te
hakken, wijl dit noodig is, maar de commissie
vau financiën acht het onnoodig. Voor beklee-
ding van die trap met eikenhout 119 uit te
geven, dat is luxe.
De jonge Rochus bleef ook.
Ik weet niet hoe het kwam, maar eensklaps
stond bg tegenover mg en er was niemand
anders in de nabyheid. Met een somberen blik
en een trotsch gelaat nam hij mij van het hoofd
tot de voeten op en sprak: „Zijlgy de monnik
die zooveel ergernis gegeven heeft?"
Ik vroeg bescheiden„Waarvan spreekt gy 1"
„Alsof gij dat niet wist snauwde bg
„maar onthoud dit goedKrggt het niet weer
in het hoofd, vriendelijk te zijn tegen dat
meisje gy monniken noemt dat barmhartig.
Maar ik ken die barmhartigheid en zal met n
geen mededoogen hebben. Onthoud dat wel,
jonge huichelaar".
Dit zeggende keerde hij zich af en weldra
zag ik hem in het dichtste gewoel, bg het
wildste spel en hoorde zgn gebiedende stem,
zijn schellen lach. Wat was ik geschrikt toen
ik begreep dat die drieste knaap zijn oog op
de bekoorlgke beulsdochter had laten vallen.
Maar zij was nog geheel een kind.
De jongelingen wierpen dorre takken op de
vuren, zoo dat die boog opflikkerden en de
schaduwen van den nacht verdreven. Daarop
omvatten zij de meisjes en begonnen met haar
te dansen. Zij stampten op den grond, draaiden
in de rondte, wierpen de hoeden omhoog, tilden
de meisjes op, tot bijna boven hunne hoofden,
alsof het veeren ballen waren, gilden en
schreeuwden en stelden zich aan als bezetenen,
zoodat ik vurig wenschte dat er eeu kudde
De heer jhr mrW.H. Snouck Hurgronje wil die
som behouden.
De heer Den Bouwmeester licht de bedoeling
van burg. en weth. toe. Alleen afhakken is niet
voldoende, daaruit ontstaan andere werken, die
ook uitgaven vereischen.
De heer Van der Swalme zal voor de ge-
heele uitgaaf stemmen. Hij acht verbetering
van de trap volstrekt geen luxe. Tevens
wenscht hij de gelegenheid aan te grijpen om de
hoop uit te spreken dat de militairen een ander
lokaal krijgen dan de groote zaal op het raad
huis, die voor andere doeleinden benuttigd
zou kunnen worden.
De heer Jeras meent dat, als men de 31
voteert voor het afhakken, men ook moet toe
staan de overige uitgaven; anders doet men
half werk.
De heer F. G. Sprenger is van oordeel dat
de 31 voldoende zgn.
De heer Den Bouwmeester spreekt dit tegen
De heer Van Hoek wensoht den post, uitge
trokken voor de raadhuistrap en de trap aan
de Koepoort, te behouden, Hij zou echter de
som voor het schilderen van het kantoor van
den ontvanger willen verminderen met f 75.
Thans wordt in stemming gebracht de post
voor het bekleeden van de voortrap. Die
post wordt goedgekeurd met algemeene
stemmen behalve die van de heeren F. G.
Sprenger, Tak, A. P. Snouck Hurgronje, G.N.
de Stoppelaar en W. J. Sprenger.
De post voor het sohilderen van het kantoor
van den ontvanger wordt van de begrooting
afgenomen en die voor de trap aan de Koepoort
behouden.
Het artikel vermindert nu met 75.
Bg hoofdst. Ill afd. II art. 3 „onderhoud van
bruggen /2044" stellen bnrg. en woth. voor
dien post met ƒ600 te verhoogen. Deze ver
hooging is, zooals de heer Den Bouwmeester
uiteenzetnoodig voor verbetering van de
Dokbrug. Na bet opmaken der begrooting is
gebleken dat de voorziening dringend noodig is.
De heer Tak heeft daartegen geen bezwaar,
maar vraagt of onder art. 3 geen zaken zgn
die, tengevolge dezer buitengewone omstandig
heden, tot een volgend jaar kunnen worden
uitgesteld.
De heer Den Bouwmeester zegt dat die post
zoo zuinig is geraamd, dat er niets afgenomen
kan worden. De toestand der meeste bruggen
eischt verbetering.
De verhoogiDg wordt zonder hoofdelijke
stemming goedgekeurd.
By art. 4 van dezelfde afdeeling „onderhoud
van riolen enz." vraagt de heer Van Hoek
hoe het staat met de waterloozing in de Volde-
rijlaagte en of er geen mogelijkheid bestaat om
den toestand aldaar, die allertreurigst is, te
verbeteren.
De voorzitter geeft toe dat de toestand veel
te wenschen overlaat maar het is burg. en
weth. nog niet gelukt daarin verbetering te
brengen. De kwestie is gesteld in handen van
de commissie voor de strafverordeningen om
advies.
De heer jhr mr W. H. Snouck Hurgronje
vraagt of er niets te doen is om den stank
weg te nemen van het riool bij de Bellinkbrug.
't Zij 't water laag of hoog is, bg welke weers
gesteldheid, altyd stinkt het daar ontzettend.
De voorzitter deelt mede dat niet alleen te
klagen is over dit riool maar dat ook van vele
anderen hetzelfde kan gezegd worden. Er is
dringend verandering noodig, doch de daar
toe noodige gelden kunnen niet op de
begrooting gevonden worden. Sedert jaren is
hiervoor een memoriepost uitgetrokken. Het is
des voorzitters vaste overtuiging dat aan ver
betering de hand dient geslagen en daarvoor
vrij wat geld beschikbaar moet gesteld worden.
De heer Snijders wyst er op dat op de be
grooting voorkomt een bedrag voor aankoop
van tonnen en geeft den wensch te kennen dat
burg. en weth. eens eene proef nemen met een
ander systeem tonnen, wijl de tbans gebruikt
wordende niet voldoende zgn en slecht gereinigd
kunnen worden.
Wy moeten hierbij ons verslag afbreken;
wij deelen alleen mee dat het voorstel om de
Balans te beplanten is verworpen met 11 tegen
4 stemmen.
De raad is heden nog niet gereed gekomen
met de behandeling der begrooting. Zy is
verdaagd tot eene volgende vergadering.
zwijnen mocht komen, opdat al die booze
geesten daarin konden varen. Het was duideiyk
te merken dat de knapen vol waren van het
bruine gerstenbier en dat kwam mij, bij den
leeiyken bitteren smaak van dien drank, waarhjk
dierlijk voor.
Het duurde ook niet lang of de stryd barstte
los en zg vielen elkaar aan met vuisten en
messen en deden alsof zij elkaar wilden worgen.
De jonge Rochus bevond zich niet onder de
vechtenden; maar stond op een afstand het
gewoel aan te zien, evenals, t ot myn ontzetting
alle meisjes. Eensklaps sprong hij echter midden
in den woesten hoop, pakte er twee bg de
haren en stiet hen met de hoofden tegen elkaar,
zoodat hun het bloed uit neus en mond spatte.
Zij moeten echter zeer dikke schedels gehad
hebben daar die geheel ongedeerd bleven. Na
veel geraas en getier had de opzichterszoon de
vechtenden gescheiden en vrede gesticht, 't geen
mij, armen bevreesden monnik, een ware hel
dendaad toescheen. TegeHjk begonnen de
muzikanten weer te blazen en te stryken en
terstond zetten de jongelingen, met geschenrde
kleeren en bebloede, geschonden gezichten, den
dans 'weer voort.
Wordt vervolgd.)