N°. 237.
135" Jaargang.
1898,
Vrijdag
7 October.
Middelburg 6 October.
5 FEUILLETON
Deze courant verschijnt d a g e I k i
met uitzondering van Zon- en Feestdagen}
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco f 2.
Afzonderlijke nommers, met of zonder bijvoegsel,
zijn verkrijgbaar a 6 cent.
Advertentiën20 cent per regel.' Bij abonnement lager.
Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle
dankbetuigingen; van 17 regels 1.50;
iedero regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte}
Telephoonnommer 139.
BEKENDMAKINGEN.
GEMEENTERAAD.
DOOE
HERMAN DUPONT.
Vit het Duitsch.
yDns, dat ia afgesprokenGjj maakt
MIDDELBl IIGMlli: (HUM.
W
w
Thermometer,
j Agente» te Vlissingen: P. G. de Vet Mestdaöh Zooh, te Goes; A A Bollard, te Kruisingen: F. v. d. Piiji,, te Zierikiee: A. C. db Moon, te Tholen: W. A. j
A. dveitenttë»
Middelburg 6 Oct. 8 u, vm. 53 gr. j vah Nieuwehhtjijzee ea te Terneusen: M. de Johse. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën eeb, eveBBl» da moeteB des namiddags te èém nvt
r. 4 u. 60 gr. V. Edvertentie-bnrean'g van Nwbb Vak Ditmae, te Botterdam, de Gsbe. Bbli*ïaeï]i, te Gravenhage, en A. de da Mae Azh., te Amsterdam. j aan het bureau bezorgd spa, willen
ir«Hil TTnoid B mon Ion waak V>a4- D*iÜa>1am^. An Dn«na am T am /I aw ri It- rjnnnemia Ja Dnkl.a.iX XIn T Pa Tattw f 1 awwfi anmnlamm 3 3J- ---
12 u. 57 gr., av.
Verwacht Z. O. wind.
Hoofdagenten voor het Buitenland: te Pary s en Londen, de Compagnie générale de Publieité étrangëre G. L. Daube Crs., Joh* F. Johes, opvolger.
zy des avonds nog worden opgenomen
CHOLERA.
De burgemeester van Middelburg maakt
bekend dat de minister van binnenlandsche
zaken, krachtens art. 8 van het koninklijk
besluit van 4 September 1892 Staatsblad
no 215) tot vaststelling van buitengewone
maatregelen tot afwending der Aziatische
cholera en tot wering harer uitbreiding en
gevolgen, heeft goedgevonden te bepalen, dat
genoemd artikel zal worden toegepast ten
aanzien van personen, komende uit Rusland,
Hamburg, Altona, Antwerpen of Havre,
zoodat ieder, die een of meer personen,
komende nit Rusland, Hamburg, Altona,
Antwerpen of Havre in zijne woning huisvest,
verplicht is, onmiddellijk na aankomst van
dien persoon of die personen daarvan kennis
te geven aan den burgemeester, en evenzoo
kennis te geven aan den burgemeester van
elk verdacht ziektegeval in zijne woning,
mitsgaders van het vertrek van bovenge
noemde personen en van de plaats waarheen
zij alsdan vertrokken zijn.
Middelburg, den 9en September 1892.
De burgemeester voornoemd,
SCHORER.
De burgemeester van Middelburg maakt be
kend dat op Zaterdag den 8 October 1892,
des namiddags te 2 uur, een openbare zitting van
den gemeenteraad zal plaats hebben, ter be
handeling van de onderstaande zaak:
Voorstel van burgemeester en wethouderB
van 5 October 1892, tot het maken van nieuwe
werken aan de duinwaterleiding, met advies
van de commissie van fabricage.
Middelburg, den 6 October 1892.
De burgemeester,
SCHORER.
Het gaat zonderling in het anti-re volntionnaire
kamp.
Toen indertijd in de Tweede kamer deleden
dier partij stemden tegen de belastingwetten
werd dit door de anti-revolutionnaire pers
organen goedgekeurd. Baron ZE. Maokay werd
geprezen om zjjne voorzichtigheid en zyn beleid,
omdat hjj nist wilde voorstemmen, zoolang er
omtrent de indiening en invoering van eene
bedrijfsbelasting niets met zekerheid was te
zeggen; en de minister van financiën zich niet
wilde binden maar het vertrouwen vroeg, dat
hy verdiende en velen hem ook gaarne schonken.
Geheel anders handelde een ander leider
der party, een man, veel meer geprononceerd
BEiN O
in zjjne richting dan baron Maokay, nl. jhr
mr A. F. de Savornin Lobman, de oud-minis
ter en oud-afgevaardigde voor Goes.
Die hield een rede, zoo fraai, zoo interes-
rant, dat de Standaard haar noemde: .haast
te goed voor de Eerste kamer en een gevoel
in u wekkend, dat zoo iets eigeniyk thuis
hoorde aan de overzij van het Binnenhof."
Met andere woorden zocdra er een plaatsje
open is, moeten de mannen-broeders den oud-
minister weer in de Tweede kamer brengen
daar zien wjj, Standaard, hem liever, en hg
zelf zou daar ook niet afkeerig van zjjn.
Nu, wanneer zjj dit gedaan kunnen krijgen,
hebben zjj gelgk dat zjj dit doen. Lohman
behoort tot die mannen, die in de Tweede
kamer een plaats moeten innemen; van hem
geldt het zelfde als in het distriet Middelburg
van mr E. Fokker; hg ton daar nog beter op
zgn plaats zjjn, meer kracht kunnen uitoefenen
en meer deel kunnen nemen aan het politiek
leven dan in de Eerste kamer.
Maar diezelfde jhr mr A. F. de Savornin
Lohman, de raun naar Kuypers harte bjj
uitnemendheid, de leider der ultra-anti-revolu-
tionnairen deed geheel anders dan zgne party
genooten in ons lagerhuishg stemde nl.
voor de vermogensbelasting.
Nu sou men verwachten dat de persorganen,
die eenmaal jubelden over het tegenstemmen
der Tweede kamerleden, jhr De Savornin
Lohman over zgn afwjjken van hun standpunt
zouden hard vallen.
Verre van dien.
Even als eertgds baron Maokay, die een
geheel ander standpunt innam, wordt jhr De
Savornin Lohman geprezen door de Standaard,
die in zgn juichtoon uitroept»De schaduw-
zgden van deze wet komen ten laste van de
liberale party maar haar beginsel is steeds
ook door ons verdedigd, en mocht dies onzer
zijds niet worden gedesavoueerd."
Dat mag met recht eene politiek van geven
en nemen heeten.
Zoo houdt de Standaard alle .mannen broe
ders" te vriend.
In onze oogen deed jhr. De Savornin Lohman
eenvoudig een politieken zet. Hg heeft goed
willen maken wat zgne oollega's .aan de over-
zjj van het Binnenhof" in de oogen van het
Nederlandsche volk hadden bedorven door
tegen eene vermogensbelasting te stemmen,
die zoo zeer gewensoht werd en zoo hoogst
noodig en billgk is.
De Arnk. Ct. wijdt eene besohouwing aan
.de Tweede kamer over de kamers van arbeid
en ngverheid van den heer Pgttersen en de
kamers van arbeid van den heer Schimmel-
penninak van der Oye".
Het slot van dit opstel lnidt als volgt:
.Men heeft in het voorloopig verslag den
Juffrouw Hedwig zag Alfred weifelend aan.
„Gij schertst, mijnheer Vrooi ijk."
„Volstrekt niet", hernam hij en boog in
rijn jjver zoover voorover dat zij een kreet
slaakte. „Ik meen het in vollen ernst. Gij weet,
ik ben hier vreemd. Gij zoudt mg een groot
genoegen doen. Het zou u zoo goed doen en
de kleine ook."
„Dus is het heden uw verjaardag? Dan
feliciteer ik n van harte en wensch n alle
goeds."
„Dank n, juffrouw Hedwig. Maar hoe is
het nu met den tocht
Zjj wreef peinzend een blad tusschen de
vingers fijn.
„Ik weet het nog niet het is heel
vriendelijk maar
„Met uw maarl Zeg nu eenvoudig
ja en daarmede nit. Als gij het niet dadelijk
zegt, spring ik hals over kop in den eersten
besten schoorsteen."
Zg lachte maar bleet nog peinzend.
voorstellers aanbevolen zioh onderling te ver
staan en de twee voorstellen dooréén te kneden
totdat er een nienw uit ontstond. Is dit ernstig
gemeend Wjj meenen eraan te mogen twjjfeleii,
want met de niet geringe verschillen, die in de
beide voorstellen bestaan, is die raad onuitvoer
baar. Zelfs zal het wonderlgk toegaan, wanneer
de twee voorstellers gezamenlgk zullen moeten
antwoorden op dat deel van het voorloopig
verslagdat de beide voorstellen tegeljjk
behandelt. Men kan samen romans schrjjven,
geljjk bet voorbeeld van Erckmann-Ühatrian
heeft geleerdwanneer twee tot dezelfde zaak
samen werken kannen zjj uitstekend samen
reüigeerende samenwerking dient dan weder-
keerig ter aanvulling en verbetering, ten nutte
van hot resultaat. Maar wanneer twee onder
den zelfden, ot nagenoeg denzelfden naam in
derdaad iets anders willen, is dat gemeenschap-
peiyk optreden eene onmogelijkheid. Pyttersen
en Sohimmelpenninok van der Oye zouden,
indien zij het voorloopig verslag over hnnne
voorstellen gingen beantwoorden, zonder fout
gaan kibbelen op het papier. Zjj zonden
elkanders argumenten voor de veelvuldige
afwijkingen in de voorstellen verzwakken zoo
niet afbreken, en by wjjze van beurtzang ant
woorden zon kwaljjk F aan. Maar al was dit
anders, dan nog zien wjj geen kans op eene
samensmelting van de twee voorstellen tot éen
aannemelgk ontwerp. En met het oog op de
vele en gewichtige werkzaamheden, die de
Earner wachten, zouden wjj het monnikenwerk
achten, indien de beide voorstellers bun hoofd
gingen breken met vruohtelooze pogingen om
twee heterogene zaken tot een nieuw organisoh
geheel te maken
Deze opmerking komt ons zeer juist voor.
Wij hu boen intertjjd ook het idee geopperd
dat de regeering en de beide voorstellers in
overleg met eikaar zouden treden. Het was
een stille wenk aan laatstgenoemden om hun
plannen eene eervolle begrafenis te versohafïen
door ze eenvoudig als proeven van hnn goeden
wil te laten rusten in het arohief en aan de
regeering over te laten daarvan al of niet een
of ander te gebruiken bg de ontwerpen, die
zg zelve zal indienen, wanneer de tgd h. i-
daarvoor rjjp is.
Na het voorloopig verslag der Tweede kamer
zouden wg dien wenk willen herhalen.
Er is voor den eersten tijd nog genoeg werk
aan den winkel; en van hnnne plannen zal
toch wel niets komen.
Hunne kiezers hebben nu gezien dat zg wat
doen willen in het belang van de arbeiders.
Laten zg zich met dit bewnstzgn tevreden
Btellen en verder hnn tgd afwachten. De
huidige regeering heeft getoond ook voor die
belangen een open oog te hebben; en zjj zal
zeker, als de tgd daartoe gekomen ie, ook op dit
belangrgk punt zich niet onbetuigd laten.
u reisvaardig, roept Lise en ik klim weer naar
mijn kamer en ga vooruit. Ik geef n een
kwartier en wacht n aan den overkant op den
hoek, waar de rijtuigen staan."
Zonder verder antwoord af te wachten
liep hij als een acrobaat langs de smalle goot,
tot aan zgn raam, knikte haar nog eens toe en
wipte vlug naar binnen.
Zij had hem in groote spanning nageoogd.
Nu herademde zij, en verliet het venster.
Peinzend keek zg naar de uitgeschuurde planken
van den vloer. Er speelde een gelukkig lachje
om hare lippen.
Daar zaten zg met hun drieën op het dek
van de stoomboot. Op de brug was een druk
gewemel van komenden en gaanden; aan het
station van de stadsbaan liepen de treinen
binnen en vertrokken, en op het water, naast
hen krioelden een menigte groote en kleine
vaartuigen door elkaar.
Er kwamen nog eenige passagiers in allerijl
over den loopplank, toen werd deze ingehaald,
de touwen werden losgemaakt, de bel luidde,
een schelle fluit weerklonk, uit den schoorsteen
schoten korte, dikke rookwolken omhoog, en
de boot gleed met gematigde vaart vooruit.
Lise kraaide van de prethaar heele gezichtje
straalde van bigdschap. Zij liep gedurig van
stuurboord naar bakboord heen en weder, maakte
haar zuster telkens opmerkzaam op allerlei merk.
waardigheden, bewonderde den jongen» die bij de
Tegenover het gunstige maar zeer vluchtige
oordeel van de Standaard over het kieBreoht-
ontw. rp zoo vluchtig dat het blad daarbjj
menige fout maakte, dienen wjj ook onzen
leze.s in kennis te stellen van het oordeel over
dit ontwerp van een ander anti-revolutionnair,
doch tevens anti-Kuyperiaansoh blad, nl. de
Vaderlander. Dit blad vraagt, naar aanleiding
van het ontwerp-kiesrecht
»Mag een regeering het land in handen geven
van een menigte, aangaande wier gezindbeid
wjj weinig en keker weinig goeds weten
Wie zjjn toch, zegt het weekblad tot toe
lichting der vraag, de duizenden, die door hun
stemmental de thans stemmenden zullen over-
heersohen Welke waarborgen geven zjj, dat
liefde voor orde, voor vrjjheid, voor het gezag,
voor de dynastie hen bezielen zal Heeft de
regeering daaromtrent eetig licht ontvangen
en te ontsteken Wy betwijfelen dat zeer.
Daar valt van het volk (en het volk zal nu
heer en meester worden) zoo weinig te voor
spellen. Wat wy van de werkende klasBe zien
en hooren, geeft ons geen hoogen dnnk van
hun bereidwilligheid om langs ordelijken weg
onze toestanden te verbeteren."
Niet enkel de sooiaal-demooraten, doch zelfs
de leden van Patrimonium vertrouwt De Vad.
niet en het blad keurt het ten scherpste al
als een daad van lichtzinnigheid, dat aan de
ontzaglijke massa, waarvan wg zoo weinig
zekers weten, het regeeringsbeleid in handen
wordt gegeven.
In de tweede plaats vraagt De Vad. of die
sprong in het duister noodig was, om ons een
zuiveren politieken toestand te. geven.
»Ons is er niets van bekend dat 500.000 man
nelijke Nederlanders hjjgend uitzien naar het
kiesreoht en dat zjj eerst dan tevreden zullen
zjjn, als zjj mede Btemmen mogen.
»Er is onder onze landgenoot, n een luid
ruchtige groep van mannen, die nu eenmaal
hun zinnen er op gezet bebben om kiezer te
worden. Het zjjn er betrekkelijk weinigen,
maar zij zyn roerig en roepen uit koperen
boelen. Zjj houden meetings en optochten en
toonen op allerlei manier, dat zjj het niet
waard zyn eenig gezag uit te oefenen. Ea het
is voor hen, dat de regeering nu uit den weg
gaat; het is aan hen, dat do rast en het behoud
van ons land wordt opgeofferd.
„Maent gjj, dat deze lieden tevreden zullen
zyn als zy het stemrecht verkregen hebben
Meent het niet 1 Achter hen komt het prole
tariaat. Aohter de mannen komen de vrouwen
Spreekt gy er van, dat nu elke verkiezing
bedorven wordt door den eisch van uitbreiding
van het kiesreoht, wy vragen n: wat zal niet
bedorven worden, als de hh. Vitus Bruinsma
c. s. zetelen op het Binnenhof?
Dat het kiesrecht moet uitgebreid worden,
ziet De Vaderlander zeer goed in, maar hieruit
volgt nog niet, dat dit recht op eenmaal aan
500,000 mensehen toegeworpen moet worden.
Hat blad meent te weten, dat een groot
gedeelte van de liberale party er evenzoo over
denkt.
Welnu", zegt bet, »wat het zwaarste is,
moet het zwaarste wegen. Het nu ingediend
ontwerp is voor elk verstandig en vaderlands
lievend man, die niet door party-berekeningen
zich leiden en verblinden laat, onaannemelijk
bel stond, gaf een gil toen de boot onder een
brug door moest en den schoorsteen liet vallen
en klapte in de handen toen die later weer
omhoog rees.
Met versnelde vaart ging het langs groote,
hooge fabrieken, met tallooze gerookte vensters,
en hemelkooge sohoorsteenen, langs houtwerven
en steenhouwerijen, badhuizen, leerlooiergen,
scheeptimmerwerven en de colossale ronde ge
bouwen der gasfabrieken. Langs nette villa's,
met keurige tuinen, sociëteiten der roeivereni
gingen, en restauraties, waar onder het dichte
lommer duizenden Zondagsgasten by elkaar za
ten. De kinderen aan den oever begroetten de
boot en alles wat er voorbij voer met gejuich
en hoera's en Lise gilde terug, tot dat zy be
gon te hoesten verder, verder
De rivier werd breeder, de oever ver wy der
de zich. De zon goot vloeibaar goud over
de golvende oppervlakte uitstoombooten,
sierlyke acht- en vierriems gieken, zeilbooten,
jachten, af en toe een logge schuit, met kalk
en bouwsteenen beladen, gleden voorbij. En
aan weerszijden het geschakeerde groen der
boomen en daarboven het blauw des hemels
en het geroep over het water en de mnziek
en het gezang van verre en naby en het regelma
tige stampen en zuchten dtr stoommachine,
het geklots van de raderen, die het water
doorkliefden, dat als wit schuim naar beneden
viel.
Hedwig leunde achterover op de bank, met
baar parasol over den schouder en staarde met
groote oogen voor zich uit. Zy leefde ais in
een droom,een liefelyken, bedwelmenden droom.
Zy genoot stilzwijgend de schoonheid van dezen
beerlijken zomerdag. Dat was leven 1 Hoe
anders dan hetgeen zij tot nu toe gekeud had
Ook baron Alfred sprak weinig. Hij had
zijn hoed afgezet en liet den koelen wind om
zijn voorhoofd spelen, terwyl hij van tijd tot
tyd een zijdelingsehen blik op het meisje naast
hem wierp. Waarlyk het beloonde de moeite,
om comedie te spelen om harentwil. En bg al
dien eenvoud, hoe smaakvol gekleed 1 Waar
had zy dat geleerd? Het moest aangeboren
zijnl Hg zou zich zelfs bij zyn aristocratische
vrienden niet voor haar behoeven te schamen.
Daar ontmoette zy zijn blik; een donkere
blos steeg baar naar de wangen.
Hij boog tot haar over en zei„Wel,
juffrouw Hedwig, spijt het u dat gij myn uit-
noodiging aangenomen hebt
„Neen", antwoordde zy openhartig, „bet
is alsof ik in den hemel ben."
„Och wat hemel. Wie weet of die u
zooveel moois kan opleveren. Nu, zie my
maar niet zoo verschrikt aan. Gij hebt in
ieder geval een hoogen dnnk van de genoegens
hier namaals, en ik wil u die niet ontnemen.
Ik houd mij liever aan het leven."
Zy zag hem met bevreemding aan. Zijn taal
en de gedaebtenwereid, die hg openbaarde,
hadden voor haar iets aantrekkelijks en toch
>Wil de heer Tak met zjjn ontwerp staan
of vallen, welnn, dan valle hy. Hy is een tak,
geen boom.
»Maar wjj hopen, dat de liberale party op de
regeering zooveel vermogen zal, dat de minister
zyn ontwerp wyzigt. Tot het medewerken aan
zulk een daad van wysheid en beleid, kunnen
en zullen (naar wy hopen) mannen van alle
politi-ke partyen medewerken."
Dezer dagen maakte het Venl. Weelcbld.
melding van een intrige, die in werking sou
zyn met betrekking tot de benoeming vaneen
kolonel van een der in den Haag in garnizoen
liggende regimenten. Die mededealing wordt
door den Haagsohen correspondent van het
D. v. M. aangevuld. Volgens deze sou de
minister van oorlog kolonel Ypey van het 2e
regiment huzaren te Venlo tot kolonel van het
3e regiment in den Haag willen benoemen. In
de hofkringen verlangt men het kommando op
gedragen te zien aan den lnit.-kol. Rangers,wiens
dochter hofdame is by H. M. de koningin
regentes. In dat geval zon kolonel Ypey met
den rang van kolonel aan het hoofd der rysohool
te Amersfoort worden geplaatst, welke betrek
king thans baron Rengers, maar met den rang
van lnit.-kol., bekleedt, terwyl jhr Meyar tot
kolonel van het 2e regiment huzaren zon
worden benoemd. Kolonel van het le regiment
is jhr Gevers.
By kon. besl. is ingesteld eene oommissie
tot het aan de koningin uitbrengen van ver
slagen aangaande de werkzaamheden der
enqaete-oommissie en hetjjdoen van de voor
stellen, waartoe het door die Staatscommissie
gehouden onderzoek haar aanleiding mooht
geven.
In die commissie zyn benoemd tot lid, te
vens voorzitter, jhr mr W. F. Rochussen, lid van
den Raad van state te 's Gravenhage, en tot
leden J. van Alphen, lid van de Tweede kamer
der Staten-generaal te 's GravenhageJ. Bh.
De Bordes, president-directenr van de Zuid
ooster spoorweg-maatschappij te 's Gravenhage;
G. Emants, te 's Gravenhage; J. F. Jansen,
burgemeester te Tilburg; mr A. Kerdjjk, lid
van de Tweede kamer der Staten-generaal, to
's Gravenhage; mr M. J. C. M. Kolkman, lid
van de Tweede kamer der Staten-generaal, te
's Gravenhagedr N. Reeling Bronwer, lid der
Provinciale staten van Friesland en wethouder
te Leeuwardenjhr mr O. Q. van Swinderen,
rechter in de arrondissements-reohtbank te Gro
ningen; mr J. D. Yeegens, lid van de Tweede
kamer der Staten-generaal te 's Gravenhage
W. M. Visser, oud-directeur der Nederlandsche
Stoombootmaatschappij te 's Gravenhage S.
M. van Wjjok, steenfabrikant te Renkum;
tot lid, tevens secretaris dier commissie, mr
J. C. Tb. Heyligers, Oost-Indisch rechterlijk
ambtenaar met verlof, tydelyk verblijf hou-
dende te 's Gravenhageaan de commissie
zyn als adjunet-recretarissen toegevoegdjhr
mr J. A. de Jonge, advocaat by den Hoogen
raad der Nederlanden te 's Gravenhagejhr
mr P. J. A, A. M. van Nispen tot Sevenaer,
advocaat en procureur te Arnhem, en mr W.
H. J. Rojjaards, schoolopziener in het arrond.
Rhenen, wonende te Utrecht.
iets afstootends; in alle geval waren zij nieuw
en vreemd.
„Zeg mij toch eens, mynheer Vroolyk",
zei zij eensklaps, „wat teekent gij eigeniyk?'!
Hij zag ha ir ontsteld aan. Dat was weer
een van die verwarrende vragen, waarin zy
eene specialiteit scheen te zijn.
„Teekenen ik? Nu ja, zoo allerlei.
Dat wil zeggen, modellen, meestal voor meubels."
„Dat wordt zeker heel goed betaald!"
„Zoo tamelyk. Ik heb ten minste myn
brood. Maar" hg stond op, „wg hebben
het doel van onzen tocht bereikt."
De boot legde aan.
„Grünau 1" klonk het van alle zijden. De
meeste passagiers gingen aan wal, evenals
Alfred met Hedwig en Lise. Zy namen plaats
in een tuin, vlak by den oever, onder het
lommer van een eeuwenouden kastanjeboom,
die een natuurlijk prieel vormde. Aan de
andere tafeltjes zaten meestal burgerliedende
mannen speelden kaart en de vrouwen hadden
een handwerkje. Uit de geopende vensters der
restauratie klonk dansmuziek, piano ea viool
en nu en dan bet commando van den dans
meester. Men hoorde ook het doffe rollen der
kegelballen, het omvallen der kegels en het
luide geroep der spelenden, het gerammel van
glazen en kopjes. Doch dit alles klonk zoo
gedempt door de zware, warme zomerlucht, dat
het in het kalme hoekje, waar ons gezelschap
bad plaats genomen, volstrekt niet binderljjk wast