HieitaisclB Com
Ids. PETRUS SANTVOORT. TM. dr.,
BIJVOEGSEL
Middelburg 19 September.
8 FEUILLETON
Dinsdag 20 September 1892, no. 222.
BEKENDMAKINGEN.
H e r h a 1 i n g s o n d e r w y s.
DE LEGENDEN
Predikant te Middelburg
van 1700—1703;
ONDERWIJS.
KERKNIEUWS.
VAN DB
VAN
De burgemeester en wethouders van Mid
delburg maken bekend
dat op Dinsdag den 20en September a. s.
des avonds tusschen 7 en 9 uren voor Jon
gens en op Donderdag den 22 September
a. s. des avonds op dezelfde nren voor meis
jes gelegenheid zal bestaan, om zich aan te
melden voor leerling der herhalingsklasaen, ver
bonden aan school B op de Nieuwe haven.
Middelburg, den 19en September 1892.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
SCHOBEB,
De secretaris,
A. DE VULDER VAN NOORDEN.
CHOLERA.
De burgemeester van Middelburg maakt
bekend dat de minister van binnenlandsche
zaken, krachtens art. 8 van het koninklijk
besluit van 4 September 1892 Staatsblad
no 215) tot vaststelling van buitengewone
maatregelen tot afwending der Aziatische
cholera en tot wering harer uitbreiding en
gevolgen, heeft goedgevonden te bepalen, dat
genoemd artikel zal worden toegepast ten
aanzien van personen, komende uit Rusland,
Hamburg, Altona, Antwerpen of Havre,
zoodat ieder, die een of meer personeD,
komende uit Rusland, Hamburg, Altona,
Antwerpen of Havre in zijne woning huisvest,
verplicht is, onmiddellijk na aankomst van
dien persoon of die personen daarvan kennis
te geven aan den burgemeester, en evenzoo
kennis te geven aan den burgemeester van
elk verdacht ziektegeval in zijne woning,
mitsgaders van het vertrek van bovenge
noemde personen en van de plaats waarheen
zij alsdan vertrokken zijn.
Middelburg, den 9en September 1892.
De burgemeester voornoemd,
SCHORER.
Hoe weinig men buitenaf de kwestie be-
grjjpt, die thans in zake Domburg en dr
Mezger bestaat, blijkt wel uit een ingezonden
stuk in de Baarl. Crt., waarvan de echrjjver
aanraadt nu werk te maken dat genoemde
dooter Haarlem tot verbljjf kieze in plaats
van Domburg. Yooral nu die stad een staal-
waterbron verkrygt, meent hjj haar uitstekend
geschikt als woonplaats van den medicus, die
van elders ook allerlei aanbiedingen ontving.
De scbrjjver schijnt niet te weten dat wat
hjj aanbiedt eene concurrentie zou wezen met
Wiesbaden. Domburg is voor dr Mezger een
retraite gedurende éen of twee zomermaanden.
Daar houdt hij vacantieen die brengt hij
liefst door op eene aangename badplaats. En
dat kan Haarlem nooit zyn. In Domburg
komt dr Mezger stellig terug de groote vraag
betreffende
DOOS
J. G. FREDERIKS.
Den 16 Augustus (1682) werd Santvoort als
leeraar ingezegend door zijn broeder Nicolaas,
sinds vijl jaar predikant te 's Gravenmoer. Den
zelfden dag vierde hij met de gemeente het
Avondmaalden volgenden keer, op Kerstdag,
zou daaraan deelnemen zijne reeds vermelde
zuster Geertruijt, die het bestier zal gehad
hebben over zijne jonkmanshuisbouding.
Twintig maanden had hij de gemeente be
diend tot hare groote tevredenheid, gelijk wij
bewezen zien, toen er eene klacht tegen hem
werd ingebracht. Maria van der Mast, „be-
jaerde dogter van Delft," de juffer met wie de
dominee „verkeer had gehad," „kennis onder
houden" en „vrijage gedaan" dat waren zoo
de termen van die dagen, nam het zeer
kwalijk, dat haar aanstaande „haar had laten
zitten" ook dat werd toen en veel vroeger
zoo uitgedrukt en hoopte dat de trouwlooze,
dat is de niet-trouwende, zou gestraft worden
met al de folteringen, die in alle wetboeken
der wereld geëischt worden tegen de menscbe-
lijke boosheden. Niets was ongewoon in haren
eisch. Aan klachten als van Bardell versus
Piokwick, schennis eener trouwbelofte, is even
min gebrek geweest, als aan eeae beschuldiging,
ter zake waarvan het onderzoek verboden is
in art. 342 van ons Burgerlijk Wetboek. Dns.
W. Storm, predikant te Delft, heeft over dit
onverkwikkelijk kerkelijk en wereldlijk rechts
geding geschreven in hetzefde deel van het
Hieuw Archief van Kist en Roijaards, dat
is alleenzal hjj daar patiënten behandelen
Haarlem in plaats van Dombnrg te kiezen
ligt zeker allerminst in zijne bedoeling.
De minister van binnenlandsche zaken heeft,
Zaterdag by het sluiten der zitting van de
Staten-generaal het volgende gezegd
»Myne heeren
Het afgeloopen zittingjaar was hoofdzakelijk
een tydperk van voorbereiding.
Toch kwamen gewichtige maatregelen door
nwe medewerking tot stand; zoo werd de
uitbreiding van bet landbouw- en van het
ambacbtsonderwys door ondersteuning uit
'a ryks schatkist bevorderd.
Tijdeljjke maatregelen zjjn getroffen tot on
dersteuning van te zwaar belaste gemeenten.
In de versterking der nationale militie werd
tijdelijk voorzien.
Tot verbetering van 's ryks belastingstelsel
zjjn wetsontwerpen ter invoering eener nieuwe
directe belasting en ter afschaffing of vermin
dering van sohadelijke helfingen door de
Tweede kamer der Staten-generaal goedgekeurd,
Zy wachten thans verdere afdoening.
De Koningin-Weduwo-regentes heeft my op
gedragen aan u, mjjne herren, haren dank te
betuigen voor den ijver, door u op nieuw ten
koste gelegd aan de bevordering van 'a lands
belangen.
Door de Koningin-Weduwe-regentes daartoe
gemaohtigd, verklaar ik deze zitting der Staten-
generaal in naam der Koningin te zijn gesloten".
De minister werd ontvangen en hem werd
uitgeleide gedaan door eene commissie, bestaan
de uit de heeren J. Piine, Vlielander Hein,
Van Alphen, Nebbens Sterling, leden van de
Eerste kamer Goekoop, Van Löben Seis en
Van den Berob van Heemstede, leden van de
Iweede kamer.
Uit 'sGiavenhage Bchryft men ons;
Op een omheind terrein eenige honderden
meters in 't vierkant groot en niet onaardig
gedrapeerd met roode en witte vlagg9n en
chassinetten met gevleugelde woorden van prof.
Boijs en Opzoomer had Zondag aan den
Loosduinschen weg da meeting voor algemeen
kies- en stemrecht plaats. Er waren 5630
menschen (mannen en vrouwen) op het terrein.
105 vereenigingen uit verschillende deelen des
lands waren vertegenwoordigd. Alles ging zeer
ordelijk en zonder eenig verzet toe. Op het
terrein, vcor eene groote bestuurstribune, waren
vier spreekplaatsen. Op eene verhevenheid
van aangrenzende gebouwen had een fanfare
corps en een zangkoor van mannen en vrouwen
plaats genomen. Op een der vaandels stond
Sluit Schiedam, terwyl alle eenigszins beschon-
kenen van het terrein werden geweerd. De
muziek opende de bijeenkomst. Zy werd
ingeleid door Bajje, die, het goed recht der
beweging voor algemeen kies- en stemrecht
betoogenda, wees op het algemeen nationaal
karakter dezer demonstratie. Had de intoriteit
belemmeringen in den weg gelegd op grond
van zoogenaamde" cholera-epidemie in den
lande, de manifestanten zouden zich aan
de wettige voorschriften onderwerpen, dus geen
debat voeren, maar 's avonds zou er eene
vergadering plaats hebben, waarin een motie
zal worden behandeld en aangenomen ten
gunste van het algemeen kies- en stemrecht.
Nadat het koor een vrijheidslied fraai had
ten gehoore gebracht, werd van de spreek
plaatsen het woord gevoerd door mevr. Th. P.
B. Sohroob—Ha^er en mej. C. van Hoogstraten
en verder door A. H. Gerhard van Amsterdam,
F. Domela Nieuwenhuis, dr Vitus Bruinsma>
W. H. Vliegen, A. van Emmenes, J. H. Schaper
Gron.), mr. P. J. Troelstra, van Leeuwarden.
De manifestanten waren van de stations
in groepen gegaan met opgerolde banieren.
Van politie of gewapende macht was op den
weg of op het terrein niets te zien.
reeds genoemd is. Het begon in April 1684
en de zaak werd geacht afgeloopen te zijn 4
October 1683. De juffrouw ging met groote
onstuimigheid te werk; op sommige punten
was de classis lastig tot in 't kinderachtige,
terwijl zij aan den anderen kant overliep van
rechtvaardigheid. De oudste broeder van den
beklaagden, predikant te Ginneken, en die zijn
voogd was geweest, vervulde de classis met
eene „langwijlige narrée" en stond er op dat
hij kennis van al de stukken mocht nemen,
en dat de zaak publiek zou behandeld worden;
de beklaagde bracht de zaak voor 't hot, en
was wat los in den mond tegenover de classis,
hetgeen de eerwaarde heeren niet mochten lijden.
Dat juffrouw Maria van der Mast haren vriend
van 't Woud geld zou gegeven hebben, om er
goed van te leven, moet ter eere van haar of
hare raadslieden gezegd worden bier niet
vermeld te zijn, en zeker zou Maria zich ge
kwetst hebben met hare eigene wapsns. Maar
Dns. Petrus was heel lastig, zoodat hij 't niet
alleen te kwaad kreeg met de Delftsche Schoone,
maar ook met de Classis. Deze had drie punten
tegen hem in te brengen op zijne uitdrukkingen
in hare vergaderingen
1°. „De Classis handelde onregtveerdiglick
ende tyranniek met hem." Dit was nu
zijne opinie en kon wel waarheid bevatten.
2°. „Hij hadde meer barmhertigheijt gevonden
bij de Paepscbe regters in Frankrijk, wan
neer hij gevangen was wegens de religie."
Hier ontdekken wij dat, al is hij niet in
Italië geweest, hij in Frankrijk gereisd
heefi, dat van Breda uit zoo geeu groote
onderneming was. Reeds in 1672 begon
men daar de Calvinisten streng te behan
delen, dertien jaar vóór de Herroeping, en
Petrus was, vooral in jonger jareD, heel
onvoorzichtig in 't spreken.
3°. De Classis, als meerendeel Coccejaanen zijn
partijdig tegen hem, die een Voetiaan is.
Zoo het al niet hier voegzaam is het vierde
punt mede te deelen, is het eenigszins noodig,
omdat het den geest der vergadering doet
kennen, Hij had eenmaal den Praeses verlof
Eenige ververscbingtenten stelden de mani
festanten en hnn gezelschap in d9 gelegenheid
zich te laven. Het was ietwat een landelyk
feest.
Tot de sprekers, die het meeste gehoor had
den, behoorde dr Vitus Brninsma, die den
Bond voor algemeen kiesrecht verdedigde tegen
de aanballen van socialistische zyde. Het
Qaagsche comité had een veel gemakkelijker
taak, omdat het spoediger dan elders (b.v.
Friesland) zyn leden bjjeen had.
Alle sprekers protesteerden min of meer tegen
de «schending van recht en wet" door den
burgemeester, wiens houding echter de zaak
had bevorderd. De dag van Zondag was dan
ook als een dag van verzet te beschouwen.
Overigens werd het onderwerp op de meer
malen aangevoerde argumenten behandeld.
O.a. de heer Heldt hovend zich onder het
publiek.
De meetingisten trokken naar huis na een
rondgang met de banieren langs het terrein,
met muziek. Laags den terngweg werden
geen banieren ontplooid.
Vójt het vertrek hadden na afloop van den
rondgang de vaandeldragers zich verzameld om
de tribune (thans bezet door het socialhtisch
muziekkorps Semp'r crescendo van Amsterdam)
en sprak Bajje etn slotwoord, waarin hjj op
het welslagen van de betooging wees, die het
karakter van een protest-meeting had gekregen.
Met een „leve het algemeen stemrecht I Leve
de arbeidersbeweging 1" door hoerahs en met
de Marseillaise begroet, eindigde t9 vier nren
de manifestatie.
Een voor-vergadering, Zaterdagavond te Rot
terdam gebonden, teneinde van gedachten te
wisselen over algemeen kiesrecht en de Haagsche
betooging,was zeer weinig bezocht. Daar spraken
W. P. G. Helsdingen en C. Cornelissen nit
s Hage. De burgemeester van de residentie
moest het natuurlijk ontgelden.
Denzelfden avond hield men te Amsterdam
een wandeltocht tcn gunste van algemeen
kiesrecht. Een paar duizend betoogerB namen
daaraan deel. Van der Goes wees den weg.
De stoet werd besloten mst een twintigtal vrye
vrouwen. Alles ging zeer kalm in zyn werk-
Na een korte vergadering in Constontia ging
men te kwart voor twaalven rustig uiteen.
De minister van binnenlandsche zaken heeft
goedgevonden dat de bepalingen, onder welke
da rykslandbouwproefstations zich belasten
met de uitoefening der openbare controle van
meststoffen en zaaizaden, in werking zullen
treden met 17 September en voor de voeder
middelen met 1 Januari 1893.
Niet druk bezocht was Zaterdag zoo
schrijft men ons de byeenkomst in het
Schuttershof van de Vereeniging van onderwijzers
en onderwijzeressen, belast met de opleidir.g van
onderwijzers en onderwijzeressen in Zeeland.
Vermoedelijk was het min gnnstige weer oor
zaak, dat zoo weinigen uit de afgelegen deelen
onzer verbrokkelde provincie naar Middelburg
waren opgtkomon. Slechts 15 leden van de
57 hadden de presentie-ljjst geteekend. Van
het ryks schooltoezicht was alleen opgekomen
de heer C. M. vaa Visvliet, schoolopziener in
het distr. Middelburg, aie, in weerwil van het
klimmen zyner jnren, steeds trouw op zyn post
is, als de belangen van onderwys en onderwij
zers worden besproken. De heer mr V. d.Lek
de Clerq. schoolopziener in hot arrondissement
Middelburg, had kennisgeving ingezonden, dat
hjj door ambtsbezigheden verhinderd was.
Do voorzitter, ce heer Rank, opende de by
eenkomst met eene toespraak, waarin hjj con
stateerde dat zyne voorspelling, het voorgaande
jaar uitgesproken, reeds gedeeltelijk werkelijk
heid is geworden: voor de eb in het aantal
gevraagd om een oogenb'ik de zitting te ver
laten, tobbende daar zeer „disrespectueus" bij
gevoegd, „ik heb nood". Dit was ten minste
eene uitdrukking, weinig overeenstemmende met
de harde en lieldeloozo uitvallen, die hij te
verantwoorden had. Eigenaardiger handelde de
„tyrannieke" Classis, die hem benoemde tot
praeses eene volgende vergaderinghij zat dan
daar ook al3 leider der bijeenkomst en als
beklaagde. Zelfs toen hij in 't Woud onder
den preekstoel moest zitten, werd hij niet vrij
gesteld van een predikbeurt in eene open
staande naburige gemeente. Aanvankelijk
schreef hij de notulen van zijnen kerkeraad,
waarin hij zijne zaak vermeldt, doch later liet
bij eenige jaren de bladen in dat boek een
voudig in blanco.
Zijn proces voor den Hove van Holland
verloor hij, en hij betaalde de kosten. Schadever
goeding behoefde hij niet te gevenpartij had
alleen kerkelijke bestraffing geëischt en het
Hof had de zaak naar de Classis verwezen.
Santvoort moest eene verklaring geven, dat
hij schuld beleed en hij deed zoo. Daar
kwam terloops iets in van de „vrijage",
maar vrij veel van zijn oneerbiedigheid jegens
de Claisis. Den 2 April 1685 werd die akte
voorgelezen, en zulks in zijn verplichte tegen
woordigheid. Opmerkelijk is het, dat dit
opgedragen werd aan Dns. Petrus Borremans,
predikant te Ketel en zwager van Antonides.
De weduwe van dezen Goeschen dichter waB
zijn zuster Suzanna Borremans. Dit weenwtje
was later ondertrouwd met den vermaarden
Latijnschen poëet Jan van Broeckhuijsen, doch
deze brak dit huwelijk af, om redenen, hem
daartoe moveerende. Ook hieruit ontstond een
proces, dat verscheidene jaren duurde. Brouk-
husius stierf en Suzanna, niet geheel onbe
sproken, trok naar Engeland, waar zij trouwde
en hare dagen eindigde.
Dat Sautvoort met eene andere Delftsche
schoone huwde en een dochtertje doopte is
reeds vermeld. Toen hij trouwde was de zaak
der juffrouw Van der Mast in hare gevolgen
nog niet afgeloopen. Want onmiddellijk na het
sollicitanten naar eene plaats aan eene kweek
ot normaalschool is de vloed ingetreden. Maar
hoe lang zal die vloed aanhouden?
Is de wisseling van eb en vloed in het aan
tal sollicitanten onvermydelyk, in de opleiding
is stabilitei5 gewenscht. Kunnen wy wyzen
op menige verandering, die gedeeltelijk ook
verbeteringen zyn, ten aanzien van het onder
wys, er bljjft nog veel te wenechen over: de
toestand der onderwijzers, tiet-hoofden van
scholen, dient verbeterd, enz.; maar deze ver
gadering kan daarin geen verbetering brengen.
Het onderwerp, dat de agenda bevat, heeft
eigenaardige moeilijkheden, die dit verwachtte
de heer Rank de inleider glansrijk zou te
boven komen. Mogen de beraadslagingen ten
nutte strekken van onze aankomende onder
wijzers
Het aftredend bestuurslid, de heer Rank,
werd daarop met algemeene stemmen minns
ésn herkozen.
Hierop werd het woord .verleend aan den
heer J. Jansen, leeraar aan de rijkskweekschool
te Middelburg, ter inleiding van de vraag
Is het wenschelijk aan opleidings-inrichtingen,
waar slechts éen vreemde taal onderwezen wordt,
het Fransch te vervangen door het Duitsch 1
>Met een beetje Fransch bomt men de wereld
door", zong Judels in zyn tyd, en die woorden
geven meer te denken dan de couplet-zanger
misschien wel meende, laderdaad wordt er
door tal van ouders geofferd op het altaar der
jjdelbeid. »Myn dochtertje leert al Fransch"
of »myn dochtertje kr n al Fransch" zyn uit
drukkingen, die veel te vaak gehoord worden
uit dan mond ran menschen, die er meer eer
in moesten stollen, dat hnn kinderen een be
hoorlijken brief in 't Hollandsch konden
schryven.
Het is bekend dat in ons land veel werk
gemaakt wordt van de studie van vreemde
talen, en omdat de handel een belangrijke
factor voor het bestaan van ons land is, is dit
zeer natunrijjk. Maar moet daarom juist het
Fransch op den voorgrond staan Dit ware
te verdedigen, als onze handelsrelatiën met
Frankryk die vaa alle andere lenden over
troffen. Maar de on verbid dei jj re statistiek
geeft in deze een afdoend antwoord. In 1889
leverde België 16, Fraukrjjk slechts 2% van
den geheelen invoer van binnenlandsth ver
bruik; van den geheelen uitvoer was éen prooent
bestemd voor Frankryk en 14 voor België.
In 1889 bedroeg de invoer uit Daitschland
269 millioen, die uit België 176 en die uit
Frankryk slechts 22 millioen. Terwyl de uit
voer naar Daitschland 511 millioen, die naar
België 140 millioen bedroeg, was die naar
Frankryk slechts 11 millioen.
Ten aanzien van bet brievenvervoer uit
Nederland naar Duitsohland, België en Frankryk
komt voor Daitschland en Oostenrijk 43
18 voor België, 10 voor Frankryk.
Zyn de cyfjrs niet welsprekend genoeg om
aan te toonen, dat voor ons land, als handel
drijvende staat, het Duitsch de voorkeur ver
dient boven het Fransch
Es de onderwijzers volgen den algemeenen
^verkeerden) sleur: in 1890 werden 751 acten
voor Fransch tegen 200 voor Daitsch aange-
vrargd. En toch is ook voor den onderwijzer
h3t Duitsch te verkiezen boven het Fransch.
Als aanverwante taal heeft het Daitsch veel
overeenkomst met de moedertaalde standaard
werken over paedagogie zyn geschreven in het
Duitsch; de strengheid, waarmede in laatstge
noemde taal aan bnigingsvormen wordt vastge
houden, zou ook aan onze eigen taal ten goede
komen.
Maar, zeide spreker, van de vervanging van
Fransch door Daitsch op de rormaalscholen A
in het belang der aanstaande onderwijzers kan
geen sprake zyn, zoolang de soholen voor M.
U. O., H. B, S. en gymnasia met Fransch aan-
eindigen der godsdienstoefening, waarin de
Ketelsche leeraar de schuldbekentenis van
Santvoort had openbaar gemaakt, plaatste de
koster en voorlezer Van der Strijp zich vóór
zijn puitrum en las aan de geineentenaren eene
verklaring van harentwegen voor, waarin de
grootste lof toegekend werd aan hun veroor
deelden Dominee. Na veel baspelens en niet
vóór 4 October 1688, bekenden twee ouderlingen
met genoemden schoolmeester, dat dit stuk
door de parochianen was gelast voor te lezen
men bad dit gedaan »uit overvloedige liefde
tot den predikant," en onder veel verontschul
diging, verklaarde Van der Strijp die voorlezing
gedaan te hebben, „op order van de gemeene
Lidmaten, welke hij moest gehoorzamen, als
bij hen aangesteld."
Met den Predikant was er ook verbetering
gekomen in zijne verhouding tot de Classis.
Zijne benoeming tot haar afgevaardigde ter Zuid-
hollandsche. Synode toont inschikkelijkheid en
toenadering van de zijde der Delftsche en
Delflacdsche Broederen, terwijl Santvoort ge
matigder werd.
Reeds waren veertien jaar verloopen sedert
de kerkelijke censuur over den predikant
van 'tWoud opgeheven was. Hij was nu man
en vader en had zich blijven toewijden aau
zijne gemeente en aan zyne studie. Den 30
September 1699 stelde hij zich vóór den
Rector Magnificus der Leidsche hoogeBchool.
Deze schreef hem in als candidaat in de
theologie en predikant in 't Wout, van Breda
afkomstig en 41 jaar oud. Hij verzocht om
een dissertatie te verdedigen, om alzoo de
doctorale waardigheid in die faculteit te ver
werven. Het werd hem toegestaan, dat te
doen op den volgenden dag, van negen tot
elf uren. De plechtigheid had dan ook den 1
October (1699) plaats en de Senaat verhief hem
tot de begeerde hooge Akademische waardig
heid. De doctorandus had zich de moei
lijke taak opgelegd om te disputteren over
de plaats uit den tweeden brief aau de
Corinthen, XII, vers 7. Reeds de onin-
gewijde weet, dat de zes laatste woorden der
vangen. Het zen in het belang zyn der bur
gerij, die haar kindren geen of slechts een
gedeclteljjken cursus aan H. B. S. of gymna
sium kan laten volgen, of alleen voor de school
van M. U. L. O. gebruik maakt, wanneer
Duitsch de eerste vreemde taal was, waarmee
de leerlingen kennis maakten.
Esn zeer geanimeerd debat ontspon zich
naar aanleiding van dit uitstekende referaat,
zoo geanimeerd dat enkelen onwillekeurig een
zjjsprong maakten bniten de perken van het
onderwerp. Maar do voorzitter had zyn
hamer niet voor niemendal naast zich liggen 1
Terwyl enkelen meenden dat er iets te zeggen
was voor het Fransch evengoed als voor het
Duitsoh, dat men de wederzydsche voordoelen
niet op een goudschaaltje kon wegen,
meenden anderen, dat nit een oogpunt van
praotisoh nut het Fransch verreweg de voorkeur
verdienter is geen land ter wereld waar men
met het Fransch niet terecht komt, terwyl,
wilde men op handelsbelangen letten, bijna
iedere taal moest onderwezen worden.
De inleider hield vol, dat men in vier jaren
(den duur van den cnrsns op de R. N. L.)
zooveel van het Duitsch kan leeren, dat men
het vlot kan lezen, wat met het Fransch niet
het ge?al is.
Namens de vergadering gat de voorzitter
lijn hartclyken dank aan den inleider te kennen
voor diens uitstekende voordracht.
Benoemd tot onderwyzer te Westkapeile
de heer Van Houte, onderwijzer te Groede.
Zaterdag vergaderden te Zieiikzee een
twintigtal onderwijzers nit het arrondissement
Zierikzee onder leiding van den sohoolopziener,
den heer G. Kok Jr., wiens aanwezigheid na
eene ernstige ongesteldheid allen verblijdde.
De besprekingen betroffen alle zaken van buis-
houdelyken aard, alseen voorstel tot benoe
ming eener commissie van voorliohting voor
de bibliotheekidem tot atsohaffing der gratis-
rondzending van schoolbladen; tot verminde
ring der contributieafschaffing der gewone
wedstrijden op de algemeene vergadering en
een tot verplichte opgave van punten voor de
vraagbus.
Alle voorstellen werden na nitvoerige toe
lichting en bespreking aangenomen, behalve
di t tot vermindering der contributie, waarvoor
tweederden der stemmen even ontbrak en
waaromtrent de volgende vergadering zal
beslissen. Deze werd bepaald op 3 Dec. e. k.
De heer Halüman, predikant by de Ned.
herv. gemeente te Koudekerke, beroepen naar
Schiedam, nam Zondag middag afscheid van
eerstgenoemde gemeent naar aanleiding van
Handelingen 20 vers 32. Na afloop der gods
dienstoefening werd hem het laatste vers van
psalm 121 tosgezongen.
Wekélijksche opgaaf betreffende de Ned. her v.
kerk.
Beroepen naar: Hierdeu J. L. Dnppel, cand.;
Leerdam J. Draaisma te Klundert; Brielle J.
Ossewaardo te Sluis; Vlachtwedde P. G. Sie-
mons te Don AndelSteenwjjk A. Jelkma te
Vriescheloo; Bsdum H. Doorenbos teScheemda;
en naar Uithuisermeeden Joh. Oosterhuia te
Vriezen veen.
Bedankt voor: Zuid-Beierland K. E. van
Griethuysen te Monster; Charlois H. Ftykes te
Dordrecht; Cabaard P. Bardstra te Krimpen
aan de L9kMedemblik J. Zegers te Aarts
woud; Wissekerke L. Hymans te Nienw Lek-
kerland; Hompens H. J. André Douwes te
Dwingeloo; en voor Havelte D. Eilerts de
Haan te Borger.
Aangenomen naar: Oostermeer c. a. H. van
Eyck van HeBlinga te Harich c. a.
Op het ond-katholiek congres te Lucern
is besloten, het volgende congres, in 1894, te
bonden in Nederland.
Statenvertaling wel voorkomen in de uitgave
van Beza, doch weggelaten zij a in de Vulgata-
Van den Bijbel der Roomsche kerk komen
wij als vanzelf terug op Paus Clemens XI. Dat
deze hem in bescherming zou genomen en gunstige
aanbiedingen gedaan hebben, is kortweg onmo
gelijk. Johannes Francisci Albani werd tot Paus
gekozen in 1700 op St.-Clemensdagvandaar
zijn kerkelijke naam. Wij weten nu, dat
Santvoort, die bij den dood van Clemens X
nog niet geboren was, in het jaar der verheffing
van diens naamgenoot meer dan achttien jaar
predikant was geweest.
Wat aanvankelijk zijne ongelegenheid mag
veroorzaakt hebben, die hem onder de maebt
van Maria van der Mast moeten gebracht hebben
in elk dorp van Holland had de predikant eene
jaarwedde van zevenhonderd guldenzijne
gemeente bad den naam van 't Rijke Woud;
hij was daar zeer bemind; een ongetrouwde
jonkman, met eene huishouding door zijne zuster
gedreven en hij zelf een man van diepgaande
studie in de Oostersche talen en de uitlegging
der gewijde Schriften. Dat rijmt niet met de
weelderige leeiwijze, die hij boven zijn vermo
gen z'ch tot gewoonte had gemaakt. Als kind
eener predikantsweduwe, als ijverig studenten
allerminst als ondersteld zwerveling kan men
hem zulks moeilijk toedichten.
Dat doctor Santvoort bekend was bij perso
nen van rang toont de opdracht zijner disser
tatie, die, zooals de toenmalige opvatting was,
het licht zag onder de hooge bescherming van
Lord Bentinck, graaf van Portland en vriend
van den Koning-Stadhouder. Mtn gelieve te
iveten, dat deze edelman van 1674 -1710 schout
van Breda was; hij liet dit ambt natuurlijk
door een substituut waarnemen, doch hield het
aan, zelfs toen hij als lid van den hoogen
Engelschen adel zijn Nederlanderschap had
opgegeven.
Het is den geëerden Lezer bekend, hoe een
der zware punten van beschuldiging tegen
Socrates was, dat bij de leermeester was ge-
weeBt van Alcibiades, van wien getuigd is, dat
de Natuur in hem getoond had, wat zij ver-