HieitaisclB Com Ids. PETRUS SANTVOORT. TM. dr., BIJVOEGSEL Middelburg 19 September. 8 FEUILLETON Dinsdag 20 September 1892, no. 222. BEKENDMAKINGEN. H e r h a 1 i n g s o n d e r w y s. DE LEGENDEN Predikant te Middelburg van 1700—1703; ONDERWIJS. KERKNIEUWS. VAN DB VAN De burgemeester en wethouders van Mid delburg maken bekend dat op Dinsdag den 20en September a. s. des avonds tusschen 7 en 9 uren voor Jon gens en op Donderdag den 22 September a. s. des avonds op dezelfde nren voor meis jes gelegenheid zal bestaan, om zich aan te melden voor leerling der herhalingsklasaen, ver bonden aan school B op de Nieuwe haven. Middelburg, den 19en September 1892. De burgemeester en wethouders voornoemd, SCHOBEB, De secretaris, A. DE VULDER VAN NOORDEN. CHOLERA. De burgemeester van Middelburg maakt bekend dat de minister van binnenlandsche zaken, krachtens art. 8 van het koninklijk besluit van 4 September 1892 Staatsblad no 215) tot vaststelling van buitengewone maatregelen tot afwending der Aziatische cholera en tot wering harer uitbreiding en gevolgen, heeft goedgevonden te bepalen, dat genoemd artikel zal worden toegepast ten aanzien van personen, komende uit Rusland, Hamburg, Altona, Antwerpen of Havre, zoodat ieder, die een of meer personeD, komende uit Rusland, Hamburg, Altona, Antwerpen of Havre in zijne woning huisvest, verplicht is, onmiddellijk na aankomst van dien persoon of die personen daarvan kennis te geven aan den burgemeester, en evenzoo kennis te geven aan den burgemeester van elk verdacht ziektegeval in zijne woning, mitsgaders van het vertrek van bovenge noemde personen en van de plaats waarheen zij alsdan vertrokken zijn. Middelburg, den 9en September 1892. De burgemeester voornoemd, SCHORER. Hoe weinig men buitenaf de kwestie be- grjjpt, die thans in zake Domburg en dr Mezger bestaat, blijkt wel uit een ingezonden stuk in de Baarl. Crt., waarvan de echrjjver aanraadt nu werk te maken dat genoemde dooter Haarlem tot verbljjf kieze in plaats van Domburg. Yooral nu die stad een staal- waterbron verkrygt, meent hjj haar uitstekend geschikt als woonplaats van den medicus, die van elders ook allerlei aanbiedingen ontving. De scbrjjver schijnt niet te weten dat wat hjj aanbiedt eene concurrentie zou wezen met Wiesbaden. Domburg is voor dr Mezger een retraite gedurende éen of twee zomermaanden. Daar houdt hij vacantieen die brengt hij liefst door op eene aangename badplaats. En dat kan Haarlem nooit zyn. In Domburg komt dr Mezger stellig terug de groote vraag betreffende DOOS J. G. FREDERIKS. Den 16 Augustus (1682) werd Santvoort als leeraar ingezegend door zijn broeder Nicolaas, sinds vijl jaar predikant te 's Gravenmoer. Den zelfden dag vierde hij met de gemeente het Avondmaalden volgenden keer, op Kerstdag, zou daaraan deelnemen zijne reeds vermelde zuster Geertruijt, die het bestier zal gehad hebben over zijne jonkmanshuisbouding. Twintig maanden had hij de gemeente be diend tot hare groote tevredenheid, gelijk wij bewezen zien, toen er eene klacht tegen hem werd ingebracht. Maria van der Mast, „be- jaerde dogter van Delft," de juffer met wie de dominee „verkeer had gehad," „kennis onder houden" en „vrijage gedaan" dat waren zoo de termen van die dagen, nam het zeer kwalijk, dat haar aanstaande „haar had laten zitten" ook dat werd toen en veel vroeger zoo uitgedrukt en hoopte dat de trouwlooze, dat is de niet-trouwende, zou gestraft worden met al de folteringen, die in alle wetboeken der wereld geëischt worden tegen de menscbe- lijke boosheden. Niets was ongewoon in haren eisch. Aan klachten als van Bardell versus Piokwick, schennis eener trouwbelofte, is even min gebrek geweest, als aan eeae beschuldiging, ter zake waarvan het onderzoek verboden is in art. 342 van ons Burgerlijk Wetboek. Dns. W. Storm, predikant te Delft, heeft over dit onverkwikkelijk kerkelijk en wereldlijk rechts geding geschreven in hetzefde deel van het Hieuw Archief van Kist en Roijaards, dat is alleenzal hjj daar patiënten behandelen Haarlem in plaats van Dombnrg te kiezen ligt zeker allerminst in zijne bedoeling. De minister van binnenlandsche zaken heeft, Zaterdag by het sluiten der zitting van de Staten-generaal het volgende gezegd »Myne heeren Het afgeloopen zittingjaar was hoofdzakelijk een tydperk van voorbereiding. Toch kwamen gewichtige maatregelen door nwe medewerking tot stand; zoo werd de uitbreiding van bet landbouw- en van het ambacbtsonderwys door ondersteuning uit 'a ryks schatkist bevorderd. Tijdeljjke maatregelen zjjn getroffen tot on dersteuning van te zwaar belaste gemeenten. In de versterking der nationale militie werd tijdelijk voorzien. Tot verbetering van 's ryks belastingstelsel zjjn wetsontwerpen ter invoering eener nieuwe directe belasting en ter afschaffing of vermin dering van sohadelijke helfingen door de Tweede kamer der Staten-generaal goedgekeurd, Zy wachten thans verdere afdoening. De Koningin-Weduwo-regentes heeft my op gedragen aan u, mjjne herren, haren dank te betuigen voor den ijver, door u op nieuw ten koste gelegd aan de bevordering van 'a lands belangen. Door de Koningin-Weduwe-regentes daartoe gemaohtigd, verklaar ik deze zitting der Staten- generaal in naam der Koningin te zijn gesloten". De minister werd ontvangen en hem werd uitgeleide gedaan door eene commissie, bestaan de uit de heeren J. Piine, Vlielander Hein, Van Alphen, Nebbens Sterling, leden van de Eerste kamer Goekoop, Van Löben Seis en Van den Berob van Heemstede, leden van de Iweede kamer. Uit 'sGiavenhage Bchryft men ons; Op een omheind terrein eenige honderden meters in 't vierkant groot en niet onaardig gedrapeerd met roode en witte vlagg9n en chassinetten met gevleugelde woorden van prof. Boijs en Opzoomer had Zondag aan den Loosduinschen weg da meeting voor algemeen kies- en stemrecht plaats. Er waren 5630 menschen (mannen en vrouwen) op het terrein. 105 vereenigingen uit verschillende deelen des lands waren vertegenwoordigd. Alles ging zeer ordelijk en zonder eenig verzet toe. Op het terrein, vcor eene groote bestuurstribune, waren vier spreekplaatsen. Op eene verhevenheid van aangrenzende gebouwen had een fanfare corps en een zangkoor van mannen en vrouwen plaats genomen. Op een der vaandels stond Sluit Schiedam, terwyl alle eenigszins beschon- kenen van het terrein werden geweerd. De muziek opende de bijeenkomst. Zy werd ingeleid door Bajje, die, het goed recht der beweging voor algemeen kies- en stemrecht betoogenda, wees op het algemeen nationaal karakter dezer demonstratie. Had de intoriteit belemmeringen in den weg gelegd op grond van zoogenaamde" cholera-epidemie in den lande, de manifestanten zouden zich aan de wettige voorschriften onderwerpen, dus geen debat voeren, maar 's avonds zou er eene vergadering plaats hebben, waarin een motie zal worden behandeld en aangenomen ten gunste van het algemeen kies- en stemrecht. Nadat het koor een vrijheidslied fraai had ten gehoore gebracht, werd van de spreek plaatsen het woord gevoerd door mevr. Th. P. B. Sohroob—Ha^er en mej. C. van Hoogstraten en verder door A. H. Gerhard van Amsterdam, F. Domela Nieuwenhuis, dr Vitus Bruinsma> W. H. Vliegen, A. van Emmenes, J. H. Schaper Gron.), mr. P. J. Troelstra, van Leeuwarden. De manifestanten waren van de stations in groepen gegaan met opgerolde banieren. Van politie of gewapende macht was op den weg of op het terrein niets te zien. reeds genoemd is. Het begon in April 1684 en de zaak werd geacht afgeloopen te zijn 4 October 1683. De juffrouw ging met groote onstuimigheid te werk; op sommige punten was de classis lastig tot in 't kinderachtige, terwijl zij aan den anderen kant overliep van rechtvaardigheid. De oudste broeder van den beklaagden, predikant te Ginneken, en die zijn voogd was geweest, vervulde de classis met eene „langwijlige narrée" en stond er op dat hij kennis van al de stukken mocht nemen, en dat de zaak publiek zou behandeld worden; de beklaagde bracht de zaak voor 't hot, en was wat los in den mond tegenover de classis, hetgeen de eerwaarde heeren niet mochten lijden. Dat juffrouw Maria van der Mast haren vriend van 't Woud geld zou gegeven hebben, om er goed van te leven, moet ter eere van haar of hare raadslieden gezegd worden bier niet vermeld te zijn, en zeker zou Maria zich ge kwetst hebben met hare eigene wapsns. Maar Dns. Petrus was heel lastig, zoodat hij 't niet alleen te kwaad kreeg met de Delftsche Schoone, maar ook met de Classis. Deze had drie punten tegen hem in te brengen op zijne uitdrukkingen in hare vergaderingen 1°. „De Classis handelde onregtveerdiglick ende tyranniek met hem." Dit was nu zijne opinie en kon wel waarheid bevatten. 2°. „Hij hadde meer barmhertigheijt gevonden bij de Paepscbe regters in Frankrijk, wan neer hij gevangen was wegens de religie." Hier ontdekken wij dat, al is hij niet in Italië geweest, hij in Frankrijk gereisd heefi, dat van Breda uit zoo geeu groote onderneming was. Reeds in 1672 begon men daar de Calvinisten streng te behan delen, dertien jaar vóór de Herroeping, en Petrus was, vooral in jonger jareD, heel onvoorzichtig in 't spreken. 3°. De Classis, als meerendeel Coccejaanen zijn partijdig tegen hem, die een Voetiaan is. Zoo het al niet hier voegzaam is het vierde punt mede te deelen, is het eenigszins noodig, omdat het den geest der vergadering doet kennen, Hij had eenmaal den Praeses verlof Eenige ververscbingtenten stelden de mani festanten en hnn gezelschap in d9 gelegenheid zich te laven. Het was ietwat een landelyk feest. Tot de sprekers, die het meeste gehoor had den, behoorde dr Vitus Brninsma, die den Bond voor algemeen kiesrecht verdedigde tegen de aanballen van socialistische zyde. Het Qaagsche comité had een veel gemakkelijker taak, omdat het spoediger dan elders (b.v. Friesland) zyn leden bjjeen had. Alle sprekers protesteerden min of meer tegen de «schending van recht en wet" door den burgemeester, wiens houding echter de zaak had bevorderd. De dag van Zondag was dan ook als een dag van verzet te beschouwen. Overigens werd het onderwerp op de meer malen aangevoerde argumenten behandeld. O.a. de heer Heldt hovend zich onder het publiek. De meetingisten trokken naar huis na een rondgang met de banieren langs het terrein, met muziek. Laags den terngweg werden geen banieren ontplooid. Vójt het vertrek hadden na afloop van den rondgang de vaandeldragers zich verzameld om de tribune (thans bezet door het socialhtisch muziekkorps Semp'r crescendo van Amsterdam) en sprak Bajje etn slotwoord, waarin hjj op het welslagen van de betooging wees, die het karakter van een protest-meeting had gekregen. Met een „leve het algemeen stemrecht I Leve de arbeidersbeweging 1" door hoerahs en met de Marseillaise begroet, eindigde t9 vier nren de manifestatie. Een voor-vergadering, Zaterdagavond te Rot terdam gebonden, teneinde van gedachten te wisselen over algemeen kiesrecht en de Haagsche betooging,was zeer weinig bezocht. Daar spraken W. P. G. Helsdingen en C. Cornelissen nit s Hage. De burgemeester van de residentie moest het natuurlijk ontgelden. Denzelfden avond hield men te Amsterdam een wandeltocht tcn gunste van algemeen kiesrecht. Een paar duizend betoogerB namen daaraan deel. Van der Goes wees den weg. De stoet werd besloten mst een twintigtal vrye vrouwen. Alles ging zeer kalm in zyn werk- Na een korte vergadering in Constontia ging men te kwart voor twaalven rustig uiteen. De minister van binnenlandsche zaken heeft goedgevonden dat de bepalingen, onder welke da rykslandbouwproefstations zich belasten met de uitoefening der openbare controle van meststoffen en zaaizaden, in werking zullen treden met 17 September en voor de voeder middelen met 1 Januari 1893. Niet druk bezocht was Zaterdag zoo schrijft men ons de byeenkomst in het Schuttershof van de Vereeniging van onderwijzers en onderwijzeressen, belast met de opleidir.g van onderwijzers en onderwijzeressen in Zeeland. Vermoedelijk was het min gnnstige weer oor zaak, dat zoo weinigen uit de afgelegen deelen onzer verbrokkelde provincie naar Middelburg waren opgtkomon. Slechts 15 leden van de 57 hadden de presentie-ljjst geteekend. Van het ryks schooltoezicht was alleen opgekomen de heer C. M. vaa Visvliet, schoolopziener in het distr. Middelburg, aie, in weerwil van het klimmen zyner jnren, steeds trouw op zyn post is, als de belangen van onderwys en onderwij zers worden besproken. De heer mr V. d.Lek de Clerq. schoolopziener in hot arrondissement Middelburg, had kennisgeving ingezonden, dat hjj door ambtsbezigheden verhinderd was. Do voorzitter, ce heer Rank, opende de by eenkomst met eene toespraak, waarin hjj con stateerde dat zyne voorspelling, het voorgaande jaar uitgesproken, reeds gedeeltelijk werkelijk heid is geworden: voor de eb in het aantal gevraagd om een oogenb'ik de zitting te ver laten, tobbende daar zeer „disrespectueus" bij gevoegd, „ik heb nood". Dit was ten minste eene uitdrukking, weinig overeenstemmende met de harde en lieldeloozo uitvallen, die hij te verantwoorden had. Eigenaardiger handelde de „tyrannieke" Classis, die hem benoemde tot praeses eene volgende vergaderinghij zat dan daar ook al3 leider der bijeenkomst en als beklaagde. Zelfs toen hij in 't Woud onder den preekstoel moest zitten, werd hij niet vrij gesteld van een predikbeurt in eene open staande naburige gemeente. Aanvankelijk schreef hij de notulen van zijnen kerkeraad, waarin hij zijne zaak vermeldt, doch later liet bij eenige jaren de bladen in dat boek een voudig in blanco. Zijn proces voor den Hove van Holland verloor hij, en hij betaalde de kosten. Schadever goeding behoefde hij niet te gevenpartij had alleen kerkelijke bestraffing geëischt en het Hof had de zaak naar de Classis verwezen. Santvoort moest eene verklaring geven, dat hij schuld beleed en hij deed zoo. Daar kwam terloops iets in van de „vrijage", maar vrij veel van zijn oneerbiedigheid jegens de Claisis. Den 2 April 1685 werd die akte voorgelezen, en zulks in zijn verplichte tegen woordigheid. Opmerkelijk is het, dat dit opgedragen werd aan Dns. Petrus Borremans, predikant te Ketel en zwager van Antonides. De weduwe van dezen Goeschen dichter waB zijn zuster Suzanna Borremans. Dit weenwtje was later ondertrouwd met den vermaarden Latijnschen poëet Jan van Broeckhuijsen, doch deze brak dit huwelijk af, om redenen, hem daartoe moveerende. Ook hieruit ontstond een proces, dat verscheidene jaren duurde. Brouk- husius stierf en Suzanna, niet geheel onbe sproken, trok naar Engeland, waar zij trouwde en hare dagen eindigde. Dat Sautvoort met eene andere Delftsche schoone huwde en een dochtertje doopte is reeds vermeld. Toen hij trouwde was de zaak der juffrouw Van der Mast in hare gevolgen nog niet afgeloopen. Want onmiddellijk na het sollicitanten naar eene plaats aan eene kweek ot normaalschool is de vloed ingetreden. Maar hoe lang zal die vloed aanhouden? Is de wisseling van eb en vloed in het aan tal sollicitanten onvermydelyk, in de opleiding is stabilitei5 gewenscht. Kunnen wy wyzen op menige verandering, die gedeeltelijk ook verbeteringen zyn, ten aanzien van het onder wys, er bljjft nog veel te wenechen over: de toestand der onderwijzers, tiet-hoofden van scholen, dient verbeterd, enz.; maar deze ver gadering kan daarin geen verbetering brengen. Het onderwerp, dat de agenda bevat, heeft eigenaardige moeilijkheden, die dit verwachtte de heer Rank de inleider glansrijk zou te boven komen. Mogen de beraadslagingen ten nutte strekken van onze aankomende onder wijzers Het aftredend bestuurslid, de heer Rank, werd daarop met algemeene stemmen minns ésn herkozen. Hierop werd het woord .verleend aan den heer J. Jansen, leeraar aan de rijkskweekschool te Middelburg, ter inleiding van de vraag Is het wenschelijk aan opleidings-inrichtingen, waar slechts éen vreemde taal onderwezen wordt, het Fransch te vervangen door het Duitsch 1 >Met een beetje Fransch bomt men de wereld door", zong Judels in zyn tyd, en die woorden geven meer te denken dan de couplet-zanger misschien wel meende, laderdaad wordt er door tal van ouders geofferd op het altaar der jjdelbeid. »Myn dochtertje leert al Fransch" of »myn dochtertje kr n al Fransch" zyn uit drukkingen, die veel te vaak gehoord worden uit dan mond ran menschen, die er meer eer in moesten stollen, dat hnn kinderen een be hoorlijken brief in 't Hollandsch konden schryven. Het is bekend dat in ons land veel werk gemaakt wordt van de studie van vreemde talen, en omdat de handel een belangrijke factor voor het bestaan van ons land is, is dit zeer natunrijjk. Maar moet daarom juist het Fransch op den voorgrond staan Dit ware te verdedigen, als onze handelsrelatiën met Frankryk die vaa alle andere lenden over troffen. Maar de on verbid dei jj re statistiek geeft in deze een afdoend antwoord. In 1889 leverde België 16, Fraukrjjk slechts 2% van den geheelen invoer van binnenlandsth ver bruik; van den geheelen uitvoer was éen prooent bestemd voor Frankryk en 14 voor België. In 1889 bedroeg de invoer uit Daitschland 269 millioen, die uit België 176 en die uit Frankryk slechts 22 millioen. Terwyl de uit voer naar Daitschland 511 millioen, die naar België 140 millioen bedroeg, was die naar Frankryk slechts 11 millioen. Ten aanzien van bet brievenvervoer uit Nederland naar Duitsohland, België en Frankryk komt voor Daitschland en Oostenrijk 43 18 voor België, 10 voor Frankryk. Zyn de cyfjrs niet welsprekend genoeg om aan te toonen, dat voor ons land, als handel drijvende staat, het Duitsch de voorkeur ver dient boven het Fransch Es de onderwijzers volgen den algemeenen ^verkeerden) sleur: in 1890 werden 751 acten voor Fransch tegen 200 voor Daitsch aange- vrargd. En toch is ook voor den onderwijzer h3t Duitsch te verkiezen boven het Fransch. Als aanverwante taal heeft het Daitsch veel overeenkomst met de moedertaalde standaard werken over paedagogie zyn geschreven in het Duitsch; de strengheid, waarmede in laatstge noemde taal aan bnigingsvormen wordt vastge houden, zou ook aan onze eigen taal ten goede komen. Maar, zeide spreker, van de vervanging van Fransch door Daitsch op de rormaalscholen A in het belang der aanstaande onderwijzers kan geen sprake zyn, zoolang de soholen voor M. U. O., H. B, S. en gymnasia met Fransch aan- eindigen der godsdienstoefening, waarin de Ketelsche leeraar de schuldbekentenis van Santvoort had openbaar gemaakt, plaatste de koster en voorlezer Van der Strijp zich vóór zijn puitrum en las aan de geineentenaren eene verklaring van harentwegen voor, waarin de grootste lof toegekend werd aan hun veroor deelden Dominee. Na veel baspelens en niet vóór 4 October 1688, bekenden twee ouderlingen met genoemden schoolmeester, dat dit stuk door de parochianen was gelast voor te lezen men bad dit gedaan »uit overvloedige liefde tot den predikant," en onder veel verontschul diging, verklaarde Van der Strijp die voorlezing gedaan te hebben, „op order van de gemeene Lidmaten, welke hij moest gehoorzamen, als bij hen aangesteld." Met den Predikant was er ook verbetering gekomen in zijne verhouding tot de Classis. Zijne benoeming tot haar afgevaardigde ter Zuid- hollandsche. Synode toont inschikkelijkheid en toenadering van de zijde der Delftsche en Delflacdsche Broederen, terwijl Santvoort ge matigder werd. Reeds waren veertien jaar verloopen sedert de kerkelijke censuur over den predikant van 'tWoud opgeheven was. Hij was nu man en vader en had zich blijven toewijden aau zijne gemeente en aan zyne studie. Den 30 September 1699 stelde hij zich vóór den Rector Magnificus der Leidsche hoogeBchool. Deze schreef hem in als candidaat in de theologie en predikant in 't Wout, van Breda afkomstig en 41 jaar oud. Hij verzocht om een dissertatie te verdedigen, om alzoo de doctorale waardigheid in die faculteit te ver werven. Het werd hem toegestaan, dat te doen op den volgenden dag, van negen tot elf uren. De plechtigheid had dan ook den 1 October (1699) plaats en de Senaat verhief hem tot de begeerde hooge Akademische waardig heid. De doctorandus had zich de moei lijke taak opgelegd om te disputteren over de plaats uit den tweeden brief aau de Corinthen, XII, vers 7. Reeds de onin- gewijde weet, dat de zes laatste woorden der vangen. Het zen in het belang zyn der bur gerij, die haar kindren geen of slechts een gedeclteljjken cursus aan H. B. S. of gymna sium kan laten volgen, of alleen voor de school van M. U. L. O. gebruik maakt, wanneer Duitsch de eerste vreemde taal was, waarmee de leerlingen kennis maakten. Esn zeer geanimeerd debat ontspon zich naar aanleiding van dit uitstekende referaat, zoo geanimeerd dat enkelen onwillekeurig een zjjsprong maakten bniten de perken van het onderwerp. Maar do voorzitter had zyn hamer niet voor niemendal naast zich liggen 1 Terwyl enkelen meenden dat er iets te zeggen was voor het Fransch evengoed als voor het Duitsoh, dat men de wederzydsche voordoelen niet op een goudschaaltje kon wegen, meenden anderen, dat nit een oogpunt van praotisoh nut het Fransch verreweg de voorkeur verdienter is geen land ter wereld waar men met het Fransch niet terecht komt, terwyl, wilde men op handelsbelangen letten, bijna iedere taal moest onderwezen worden. De inleider hield vol, dat men in vier jaren (den duur van den cnrsns op de R. N. L.) zooveel van het Duitsch kan leeren, dat men het vlot kan lezen, wat met het Fransch niet het ge?al is. Namens de vergadering gat de voorzitter lijn hartclyken dank aan den inleider te kennen voor diens uitstekende voordracht. Benoemd tot onderwyzer te Westkapeile de heer Van Houte, onderwijzer te Groede. Zaterdag vergaderden te Zieiikzee een twintigtal onderwijzers nit het arrondissement Zierikzee onder leiding van den sohoolopziener, den heer G. Kok Jr., wiens aanwezigheid na eene ernstige ongesteldheid allen verblijdde. De besprekingen betroffen alle zaken van buis- houdelyken aard, alseen voorstel tot benoe ming eener commissie van voorliohting voor de bibliotheekidem tot atsohaffing der gratis- rondzending van schoolbladen; tot verminde ring der contributieafschaffing der gewone wedstrijden op de algemeene vergadering en een tot verplichte opgave van punten voor de vraagbus. Alle voorstellen werden na nitvoerige toe lichting en bespreking aangenomen, behalve di t tot vermindering der contributie, waarvoor tweederden der stemmen even ontbrak en waaromtrent de volgende vergadering zal beslissen. Deze werd bepaald op 3 Dec. e. k. De heer Halüman, predikant by de Ned. herv. gemeente te Koudekerke, beroepen naar Schiedam, nam Zondag middag afscheid van eerstgenoemde gemeent naar aanleiding van Handelingen 20 vers 32. Na afloop der gods dienstoefening werd hem het laatste vers van psalm 121 tosgezongen. Wekélijksche opgaaf betreffende de Ned. her v. kerk. Beroepen naar: Hierdeu J. L. Dnppel, cand.; Leerdam J. Draaisma te Klundert; Brielle J. Ossewaardo te Sluis; Vlachtwedde P. G. Sie- mons te Don AndelSteenwjjk A. Jelkma te Vriescheloo; Bsdum H. Doorenbos teScheemda; en naar Uithuisermeeden Joh. Oosterhuia te Vriezen veen. Bedankt voor: Zuid-Beierland K. E. van Griethuysen te Monster; Charlois H. Ftykes te Dordrecht; Cabaard P. Bardstra te Krimpen aan de L9kMedemblik J. Zegers te Aarts woud; Wissekerke L. Hymans te Nienw Lek- kerland; Hompens H. J. André Douwes te Dwingeloo; en voor Havelte D. Eilerts de Haan te Borger. Aangenomen naar: Oostermeer c. a. H. van Eyck van HeBlinga te Harich c. a. Op het ond-katholiek congres te Lucern is besloten, het volgende congres, in 1894, te bonden in Nederland. Statenvertaling wel voorkomen in de uitgave van Beza, doch weggelaten zij a in de Vulgata- Van den Bijbel der Roomsche kerk komen wij als vanzelf terug op Paus Clemens XI. Dat deze hem in bescherming zou genomen en gunstige aanbiedingen gedaan hebben, is kortweg onmo gelijk. Johannes Francisci Albani werd tot Paus gekozen in 1700 op St.-Clemensdagvandaar zijn kerkelijke naam. Wij weten nu, dat Santvoort, die bij den dood van Clemens X nog niet geboren was, in het jaar der verheffing van diens naamgenoot meer dan achttien jaar predikant was geweest. Wat aanvankelijk zijne ongelegenheid mag veroorzaakt hebben, die hem onder de maebt van Maria van der Mast moeten gebracht hebben in elk dorp van Holland had de predikant eene jaarwedde van zevenhonderd guldenzijne gemeente bad den naam van 't Rijke Woud; hij was daar zeer bemind; een ongetrouwde jonkman, met eene huishouding door zijne zuster gedreven en hij zelf een man van diepgaande studie in de Oostersche talen en de uitlegging der gewijde Schriften. Dat rijmt niet met de weelderige leeiwijze, die hij boven zijn vermo gen z'ch tot gewoonte had gemaakt. Als kind eener predikantsweduwe, als ijverig studenten allerminst als ondersteld zwerveling kan men hem zulks moeilijk toedichten. Dat doctor Santvoort bekend was bij perso nen van rang toont de opdracht zijner disser tatie, die, zooals de toenmalige opvatting was, het licht zag onder de hooge bescherming van Lord Bentinck, graaf van Portland en vriend van den Koning-Stadhouder. Mtn gelieve te iveten, dat deze edelman van 1674 -1710 schout van Breda was; hij liet dit ambt natuurlijk door een substituut waarnemen, doch hield het aan, zelfs toen hij als lid van den hoogen Engelschen adel zijn Nederlanderschap had opgegeven. Het is den geëerden Lezer bekend, hoe een der zware punten van beschuldiging tegen Socrates was, dat bij de leermeester was ge- weeBt van Alcibiades, van wien getuigd is, dat de Natuur in hem getoond had, wat zij ver-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1892 | | pagina 5