KiMÉugsÉ Court!
Dus. PETRUS SANÏÏOOHT, M dr.,
BIJVOEGSEL
Middelburg 17 September.
Brieven uit de Hofstad.
FEUILLETON
Maandag 19 September 1892, no. 221.
DE LEGENDEN
Predikant te Middelburg
van 1700-1703;
noem
ONDERWIJS.
VAM DB
VAM
16 September 1892.
Onder al de genoegens en vermaken, die de
dagelijksche bezigheid vormen van duizenden
Hagenaars, neemt het wandelen een zeer on
dergeschikte plaats in. Voor de meesten schijnt
dit geen genoegen te zijn. Er zijn er, die het
als eer: soort van sport opvatten, als een ge
zondheidsmaatregel, en die daarom 's morgens
vóór bureautijd of wanneer zij niet tot de
bureau-mannen behooren wat later op den
dag zich geregeld afstappen, maar deze bepalen
zich dan tot het Bosch en den Scheveningschen
weg, des winters veelal tot den vierhoek,
waarvan Spuistraat, Vecnestraat en Passage de
zijden nitmaken, en tot de verlengde recht
hoekszijden Lange Poten en Hoogstraat. Zoeken
zij hun genoegen elders, dan is de weg daar
heen niet het dobl doch slechts middel, en
trachten zij dien zoo snel en gemakkelijk mo
gelijk af te leggen. Van de velen, die 's avonds
Scheveningen bezoeken, zijn er maar weinigen,
die daaraan een wandeling verbindende vele
trams zijn zoo verleidelijk!
Vandaar dat slechts een zeer klein deel mijner
mede-Hagenaars de schoone, boschrijke duin
streek kent, die, Noord-Westelijk van de resi
dentie in de gemeente Wassenaar gelegen, zulke
heerlijke wandelingen biedt. Daar hebben de
konijntjes vrij spel, voor zoover zij niet door
stroopers in hun dartele genietingen worden
gestoord, en de stroopers worden daar op hunne
beurt alleen door een enkelen jachtopziener
bespied.
Toen de huppelende konijntjes verleden Dins-
dag tegen den avond hunne loopgraven en
andere schuilplaatsen verlieten om, ouder ge
woonte, van het ondergaan der zon te genieten,
moeten zij wel vreemd hebben opgezien bij het
ongewone schouwspel, dat zich daar toen op
deed in het rijk, dat zij het hunne waanden.
Diplomatie kennen zij niet. Zij leven zoolang
het hun heugt in voortdurenden oorlog met de
stroopers, aan wie het wel gelukt eenige vier
voetige bewoners van die landstreek tedooden,
maar die toch de overblijvende steeds meester
van het terrein moeten lateneenzelfde toe
stand ongeveer als waarin onze troepon zich in
Atjeh bevinden, met dit onderscheid, dat de
Atjehers terugschieten, wat een konijn zich nog
nooit vermeten heeft! Sedert de oorlogstoe
stand ontstond zijn de diplomaten natuurlijk
teruggeroepen.
En daar was nu plotseling dien Dinsdag
avond een geheel corps diplomatique in de
duinen bijeen. Ook die heeren deden eenige
schoten knallen alsof zij stroopers warenmaar
daarvan waren de in de buurt zijnde kodde
beiers meer dupes dan de konijnen, want deze
zagen al dadelijk, dat bet niet om hen te doen
was maar dat de heeren nota lene op elkaar
aanlegden en afvuurden. Dat bemerkten de
jachtopzieners aanvankelijk niet, daar zij de
schoten alleen hoorden; zij vermoedden dus
natuurlijk dat het hier het leven gold van
eenige konijntjes, die zij nu eenmaal geroepen
zijn te beschermen tegen de aanvallen van
hunne vijanden, de stroopers. Moedig rukten
zij voorwaarts tot zij tegenover de gewaande
stroopers stondenéén lag gewond op den
grond, de andere stonden er eenigszlns ont
hutst om heen. Ook al was de aanblik gerust
stellend voor de jachtopzieners, in zoover het
bleek niet op hun beschermelingen gemunt te
zijn, terecht begrepen zij toch dat hunne zorg
niet uitsluitend tot de konijnen beperkt is maar,
althans in de tweede plaats, zich behoort uit
te strekken over de menschen-maatschappij, en
deze nu wordt bedreigd door een duel, gelijk
hier had plaats gehad; de 3trafwet verbiedt
nu eenmaal het schieten op menschen ook
al geschiedt dit geheel volgens de regelen der
betredende
J. G. FREDERIKS.
Thans willen wij de geschiedenis aan het
woord laten, ten einde te vernemen wat de
werkelijkheid zijner levenshistorie geweest is.
Dns. Abraham Santvoort werd in 1653 te
Baarle-Nassau en zes jaar later te Chaam, waar
hij overleed in 1669. Daar hij in 1670 vervan
gen werd, is het jaartal goed, en wij hebben
daarvan eene juiste opgave noodig. Vóór zijne
bediening aldaar had hg reeds twee zonen: Theo-
dorus, later predikant te Eijsbergen en te Ginne-
ken, geboren omstreeks 1647 en in laatstge
noemde standplaats overleden, 1721, en Nico-
laas, die twee jaar jonger was. Deze stond
eerst te 's Gravenmoer en later te Leerdam
hij was wegens zwakke gezondheid genood
zaakt zijn ambt in 1727 neder te leggen en
kunst, of liever op de wijze van mannen van
eer even goed als het schieten op konijnen.
Er moest dus proces-verbaal worden opgemaakt,
wat niet weinig in had tengevolge van de op
het tooneel van den strijd heerschende spraak
verwarring: onze eenvoudige, alleen Neder-
landsch sprekende politie-mannen stonden tegen
over Franseh sprekende diplomaten, en nog
wel tegenover een Spanjaard, een Franseh mao,
twee Dnitschers en een Oostenrijker. Wel
waren er ook een paar Hollanders bij, maar
deze schenen zich niet tot tolk te willen ver
lagen. De pistolen moesten worden in beslag
genomen, doch hiertegen hadden de heeren
ernstig bezwaaraan die wapenen waren ook
zulke aangename souvenirs verbondenDe
jachtopzieners bleken beter tegen stroopers dan
tegen diplomaten opgewassen en drongen niet
verder aan.
In de gegeven omstandigheden is hierbij
echter niet veel verloren, want voor een straf
vervolging hier to lande schijnen geen termen
te bestaan. Het klinkt wel zonderling, maar
een in een land geaccrediteerde diplomatieke
vertegenwoordiger van een vreemden souverein
is in dat land niet strafrechterlijk vervolgbaar,
wat hij ook doet; dat brengt nu eenmaal het
volkenrecht mede. En de heeren d'Alcedo en
Gaertner waren tijdens het duel en zijn nu nog
de officieele vertegenwoordigers van hunnen
vorst, daar zij, btj afwezigheid van de eigenlijke
gezanten, als zaakgelastigden fungeerden. De
Nederlandsche justitie moet dus buiten de zaak
blijven (de getuigen en de geneeskundige zijn
niet strafbaar) en de Nederlandsche regeeering
kan in een dergelijk geval alleen bij de be
trokken gouvernementen op vervolging in ieders
eigen land aandringen, voor zoover daar het
duel strafbaar is, wat in Duitschland en Spanje
intusschen niet het geval schijnt. De zaak zal
dus vermoedelijk met eene verplaatsing van de
beide heeren, in het ergste geval met hnn
ontslag uit den diplomatieken dienst afloopen.
Of het gebeurde voor den gewonde nog erger
gevolgen zal hebben, schijnt nog onzeker. Wel
is de wond niet levensgevaarlijk een paar
centimeters meer binnenwaarts toegebracht ware
zij dit wel geweest doch het verwijderen
van den kogel ging met veel moeite gepaard
en een vrij groote insnijding is daarvoor nood
zakelijk geweest, zoodat bijkomende omstan
digheden een noodlottigen afloop zouden kunnen
veroorzaken en, ook zelfs bij het gunstigste
verloop, het niet onmogelijk zou zijn, dat de
gekwetste mank zal blijven. En dat om een
bagatel, ten minste naar de heeren zelf en hun
vrienden opgeven
Verschillende bladen noemen de aanleiding
tot het tweegevecht van geheel privaten aard.
Nu om Staatszaken, om een geschil tusschen
Spanje en Duitschland zullen de heeren na
tuurlijk niet gevochten hebbenDe uitdrukking
„van privaten aard" kan intusschen heel wat
omvatten. Het jagen in eens anders private
jacht is ook een private aangelegenheid, en in
een bepaalden zin doen diplomaten daaraan
ook wel eens! Als reden wordt echter vermeld,
dat beiden duelianten hevige woorden hebben
gekregen bij het lawn-tennis-spel, toen de een
aanmerking maakte op den worp van den
ander, waaruit een uitdaging geboren werd
Daarvoor schiet men een man en vader opzet
telijk een kogel in het lichaam 1 Het staat
echter vast dat tnsschen beiden reeds tevoren
een minder vriendschappelijke verhouding be
stond; wellicht moet dus hier de meer verwij
derde oorzaak worden gezocht. Het wordt den
heer Gaertner over het algemeen nogal kwalijk
genomen, dat hij het kennelijk zoo ernstig
meende, en niet meer het leven van zijn tegen
stander ontzien heeft. De sympathie is dan ook
aan de zijde van den Spanjaard, die ook wordt
bewonderd om zijn kordate houding na het
duel, toen hij, na voorloopig verbonden te zijn
doch met den kogel nog in het lichaam, bij het
naar huis rijden kalm eeu cigarette opstak.
Zal vermoedelijk van het tweegevecht geen
cause cêïèbre worden gemaakt, hoe zal de
voorgenomen meeting op Zondag a. afloopen?
Die vraag houdt ons hier bijna voortdurend
bezig, voor zoover althans de bespreking van
het duel daarvoor tijd laat. De weigering van
den burgemeester om eene openbare vergadering
tot gemeenschappelijke beraadslaging in de
open lucht te houden moge gemotiveerd zijn
door het geneeskundig advies, dat eene opeen
hoping van zooveel mensehen in dezen tijd
onverantwoordelijk achtte, het doel van die
weigering wordt intusschen slechts ten
deele bereikt als nu de meeting, zij
overleed in 1732. Beiden werden den 28en
April 1668 te Leiden voor de godgeleerdheid
ingeschreven als inboorlingen van Breda, 21
en 19 jaar oud. Eene dochter Elisabeth zal
later blijken met haar' broeder den leeraar
van 't Woud samengewoond te hebben. Petrus
moet volgens zijne eigene opgave geboren zijn,
toen zijn vader predikant te Baarle-Nassau
was. Althans dit komt uit met de dienstjaren
van zijn vader en de opgave van den man zelf,
die naar berekening daar ter wereld kwam in
het laatste jaar, dat zijne ouders er woonden,
alzoo in 1658. Bovendien wordt dit bevestigd
door een antwoord van den burgemeester Chr.
Verheyen, die mij dit zijdelings te kennen gaf.
De heer burgemeester te Chaam, de E. A. heer
Bastiaansen, schreef in uiterst beleefden vorm,
dat zijne registers eerst later beginnen.
Hierdoor is ons bekend geworden, dat Petrus
op elfjarigen leeftijd vaderloos was en dus
dezen weinig verdriet kan berokkend hebben
door zijn gering succes als proponent. Nieolaas
ontmoeten wij sedert als zijn voogd, in welke
hoedanigheid wij hem leeren kennen als een
man, die zijn' pupil belangstellend bijstond met
raad en daad. Ook is het goed te weten, dat
er nog eene zuster was. Dns. C. A. de Bruin,
sinds korten tijd kerkleeraar op 't Woud, heeft
dit met alle wenschelijke hulpvaardigheid na-
het dan zonder beraadslaging, toch doorgaat.
Ten deele, omdat de stroom van deelnemers
door het verbod wel wat kleiner zal zijn dan
anders het geval zou zijn geweestal was ook
de opgave van 20.000 personen een schromelijke
grootspraak van de hoofden der beweging,
eenige duizende lieden waren toch wel te
wachten. Nu zal het maar de vraag zijn of
men in strijd met het verbod toch zal overgaan
tot redevoeringen, en of de autoriteiten dan
daarin „beraadslaging" zullen zien. Is dio
opvatting te rechtvaardigen, dan moet het
eenmaal gegeven verbod al betreurt men
het misschien, en terecht met kracht worden
gebandhaafi. Evenzoo moet desnoods met ge
weld belet worden het houden van een optocht,
die ook is verbodeD, wellicht evenzeer te
kwader ure. Het gezag moet worden hoog
gehouden, maar als dat straks misschien men-
schenlevens kost, zal het te meer te betreuren
zijn, dat de burgemeester de noodige toestemming
maar niet verleend heeft.
Het schijnt wel, dat de autoriteiten zich op
alles voorbereid houden, getuige bgv. de terug
komst op heden van de huzaren, wier kam-
peeringstij d nog niet verstreken is. Mogen de
sociaal-democraten, die nu de leiding der zaak
alleen in handen namen, wijs genoeg zijn om
geen „hak- of schietpartij", zooals zij zich
uitdrukken, uit te lokkenHet doel der meeting
wordt toch bereikt, of liever de meeting ie
overbodig, daar het kiesrecht-ontwerp, naar
men zegt, de volgende week bij de kamer zal
inkomen en zoo goed als algemeen stemrecht
geeft.
Vrjjdog middag werd de staatscommissie, be
last met een onderzoek inzake de afsluiting en
droogmaking van de Zuiderzee, door haren
voorzitter, den minister van waterstaat, handel
en nijverheid, in een eerste vergadering, in de
Tièreszaal aan zjjn departement geïnstalleerd.
Zooals nog in een deel der oplaag van ons
vorig nommer in het ko.t werd medegedeeld,
dankte de minister de leden dat zjj het lid
maatschap hadden willen op zich nemen en
wees daarna, met een korte herinnering aan
de geschiedenis van het Zuiderzee-vraagotuk,
op het groote gewicht van het onderzoek, waar
mede deze commissie zich zal hebben bezig
te houden.
Daarbjj werd de verwachting uitgesproken,
dat de regeering, na het rapport der commissie,
volkomen in staat zal zjjn oen beslissing te
nemen, hetzjj bjj bevestigende beantwoording
van de aan de commissie gestelde vraag
door het doen van voorstellen om te geraken
tot afsluiting en droogmaking op een wjjze,
als thans aanhangig is, hetzjj hij ontken
nende beantwoording diet vraag door andere
voorstellen in overweging te nemen, naar ge
lang van de gronden, waarop die ontkenning
zal bljjken te rusten.
De minister uitte nog de hoop, dat de com
missie haar verslog spoedig mocht uitbrengen,
in verband met voorgenomen partieale indij
kingen en droogmakingen in de Zuiderzee,
ten opzichte waarvan de regeering, hangende
het door de commissie in te stellen onderzoek,
bozwaarljjk een beslissing kan nemen.
Overgaande tot regeling van haar werkzaam
heden, besloot de vergadering, dat de leden
verschillende subcommissies zullen vormen, die
elk zelf hun voorzitter kiezen en over de ver
schillende onderdooien van het vraagstuk
praëadvies zullen uitbrengen.
éis algemeen onder-voorzitter, die met de
vier voorzitters der sub-commissies en de beide
secretarissen het bureau zrl vormen, werd ge
kozen de heer mr. M. Mees.
Bjj kon. besl.
is aan den eervol ontslagen commissaris der
loodsen, tevens ontvanger der loodsgelden, J.
L. van lJsselst&yn, een pensioen van f 414
'a jaars, boven het hem als rgkshavenmeester
verleende pensioen toegekend; en
is aan J. de Vries, op zjjn verzoek, eervol
ontslag verleend als leeraar aan de rjjks hoo-
gere burgerschool te Assen
Aanstaanden Dinsdag verleent de minister
van justitie geen audiëntie.
De getuigenverhooren voor de staatscommissie
van arbeids-erquête zjja Vrgdag afgeloopen.
Donderdagavond is te 's Gravenhage, in den
ouderdom van 77 jaren overleden, jhr mr P. J.
A. M. van der Does de Willebois. Hjj ving
zijne loopbaan bg da rechterlgke macht aan
gespoord. Aan dezelfde vriendelijke navorsching
danken wij eene andere opgave, die wel te pas
komt bij de vermelding van het proces over de
de geschonden trouwbelofte, en afdoende aan
toont dat dns. Petrus niet geheel en al ontrouw
lustig is geweest. Toen, zooals wij zullen
kunnen opmaken, de moeilijkheden met de
classis ophielden, waaraan de zaak der Delftsche
juffer het hare had toegebracht, teekende hij
in zijn lidmatenregister op, dat in December
1688 in 't Woud „is aangekomen vau Delft
Engeltje Cleynoven, getrout met P. Santvoort,
predikant." Er is bijgeschreven, dat zij vertrok
naar Middelburg. Het doopboek toont aan, dat
den 2 November 1692 is gedoopt „het kint
gecaemt Elisabethde ouders Petrus Sant
voort en Engelina Kleynoven". Nu wij dit
alles weten, kunnen wij blijven bij den hoofd
persoon van dit bescheiden onderzoek.
Petrus Santvoort is te Utrecht in het slu-
denten-album opgeteekend in het jaar 1677.
Naar de minder prijselijke manier om aldaar
die inschrijvingen zoo kort mogelijk te doen
iets, waarin het verre achterstaat bij Leiden,
dat doorgaans uitvoeriger is, wordt de leeftijd
niet opgegeven, alleen toont het Breda-Braban-
tus aan, dat hg geboortig was uit de stad of
wel uit de baronie van dien naam. Het is
derhalve niet uit deze immatriculatie (inschrij-
als subsi, officier te Breda en werd daarna
officier van justitie te Roermond. Bjj den
onrnstigen geest, welke in dien tjjd, 1848, in
Limburg heersebte, onderscheidde hij zich door
zjjn kloek maar bezadigd handelen, waarvoor
de koning hem tot ridder der orde van den
Nederlandschen Leeuw benoemde.
In 1851 trad hjj op als advocaat-generaal bjj
het gerechtshof van Gelderland en vier jaar
later werd hij waamemsad en vervolgens de
finitief procureur-generaal bg dat hof, welke
betrekking hjj al spoedig verwisselde met die
van prooureur-gsneraal bg het hof van Noord
brabant.
Het volgende jaar werd hjj benoemd tot
Commissaris des Ko .inga in Limburg en kon-
merkte hjj zich door zjjne geestkracht en be
leid. Nadat bjj zeventien jaar zjjn moeilijk
standpunt had gehandhaafd, werd hjj in het
ministerie Heemskerk tot minister van buiten-
landsohe zaken benoemd, welke betrekking hg
tot tweemalen toe bekleed heeft, van 27 Augus
tus 1874 tot 3 Nov. 1877 ea van 23 April 1833
tot 7 Nov. 1885. Zjjn tactvol beleid tegenover
Engeland in de kw3s.ie der Nitero werd hoog
gewaardeerd.
Bjj het nederleggen van zjjne portefeuille
werd jhr. van der Does benoemd tot minister
van staat. Hjj be'.at, behalve den rang van
commandenr in de orde van den Nedcrlandschen
Leeuw en van grootofficier der orde van de
Eikenkroon, nog vjjftien andere ridderordes,
waarvan veertien grootkrnizen. Achter geen
naam in den Staats-Almanak vindt men zoo
veel ridderteekens vermeld. Voorts was hjj
door den koning in den adelstand verheven.
In zjjaa verschillende gewichtige en hocge
betrekkingen kenmsrkte hjj zich door groote
geestkracht en humaniteit en toonde hjj zich
steeds een zeer b.kwatn man en scherpzinnig
rechtsgeleerd;.
Het thans bjj de Tweede kamer inge
komen ontwerp van een wetboek van
militair strafrecht is het wordt
met dankbaarheid door de regeering erkend
bijna geheel het werk van den hoogleeraar
Van der Hoeven, zooals 't uit een militair oog
punt is onderzocht en gewjjzigd door eene
oommissie,samengesteld als volgt: mr P.Ver
loren van Themaat, advocaat-fiscaal, vcorzitter
wjjlen kapitein ter zee BogaertHenen 3, destjjds
kolonel; Schippers, kapt.-luit. ter zee; Borel,
destjjds luit.-kolonel der artillerie; Van Wage,
officier van administratie le klasse; en
Kolemans Bejjnen, kapitein der infanterie.
Het ontwerp gaat nit van de erkenning der
bestaanbaarheid van éen gemeenschappelgk
wetboek voor vloot en leger, en van de nood
zakelijkheid om voort te bonwen op den grond
slag van bet bestaande strafrecht. Het wil de
hoofdbeginselen, die in het gemeene strafrecht
gehuldigd zjjn, ook voor het militaire strafrecht
doen gelden, behoudens die afwgkingen, welke
door de militaire belangen of door de bjjzon-
dere omstandigheden, waarin de krjjgsmacbt
verkeeren kan, worden gevorderd. Aansluiting
aan het Nederlandsch wetboek van strafrecht
was dus de hoofdrichting bjj de regeling van
het militaire strafrecht. Zooveel mogeljjk is dan
ook dezelfde of een9 soertgeljjke terminologie
gebezigd als in het wetboek van strafrecht
Buiten het sirafreebtgebiad bljjven krjjgstuch-
teljjke vergrjjpen. Daarom zullen de regle
menten van krjjgetucht nader bjj afzonderlijk
wetsvoorstel aan herziening worden onder
worpen.
Bepalingen omtrent den staat van oorlogen
van beleg komen in het ontwerp-wetboek niet
voor, maar znllen daarin opgenomen worden
zoodra de watgever nauwkeurig den aard en
het verschil dier beide rechtstoestanden zal
hebben omschreven. De beginselen omtrent
opzet en schuld, in het gemeene recht gehul
digd, zjjn ook in het militair recht overgenomen.
Voorts zjjn in het ontwerp alleen die enkele
cnlpose dadea of verzuimen vermelddoor
welk belangrijk nadeel wordt berokkend, groot
gevaar verwekt, de krjjgstucht groveljjk ge
schonden, of de eerbied voor de wet aangerand.
Artikel 1 van het strafwetboek wordt voor
het militair recht in alle opzichten gehand
haafd, maar da omvang van de locale werking
der strafwet wordt daarentegen uitgebreid.
Wat het straffenstelsel betreft, zoo wordt de
onderscheiding der straffen in hoofdstraffen,
die afzonderljjk of vereenigd met eene bjj
komende straf en bjjkomende straff.n, die
alleen vereenigd met eene hoofdstraf Mannen
worden opgelegd, in het ontwerp behoudeD.
Evenwel in de oplegging ven de bjjkomende
straffen laat h8t ontwerp oen reenter grooter
ving) te lezen, hoeveel theologische kennis hij
meebracht en hoelang de duur nog moest zijn
dezer studie, die iu 't geheel vijf cf zes jaren
vereischte. Naar ons beste weten, kwam hij
aan op negentien jarigen leeftijd in Holland
vorderde men 22 jaar voor de beroepbaar
heid en komt dns hier aan om den tijd te
kennen, dat hij candidaat in de godgeleerdheid
werd. Op dezen gestelden leeftijd kon hij dan
zijn eerste (préparatoir) kerkelijk examen voor
de classis afleggen, en, beroepen zijnde, het
tweede (peremptoir) onderzoek doorstaan. De
vraag is, of hij zijn academischen graad
(candidaat) zoo vroeg verwierf, dat hjj een
paar jaar over had voor eene reis naar Rome.
Maar de zwarigheid wordt dan, dat hij die zou
gedaan hehbeu wegens de verwijtingen, die
hij moeBt ondergaan van op den zak zjjner familie
te gaan teren, totdat hij eeu beroeping had,
en zulks onderstelt dat hij als proponent op
avontuur uitging. Het zou onbillijk geweest
zijn over hem te klagen, dat hij zoo slecht
vooruit kwam. Dat vader dood was, is reeds
opgemerkt, en de weduwe van dezen leeraar
van Chaam was te veel echtgenoot en moeder
van predikanten, om niet te weten, dat er
tijden zijn, waarin het niet zoo vlug gaat.
De billijkheid eischt te erkennen, dat Petrus
bij zijn beroep in 't Woud slechts 25 jaren telde,
vrjjheid dan het strafwetboek. Het neemt bjj
het bepalen der straffan voor de vereohillende
misdrjjven den militairen rang of graad van
den dader niet meer in aanmerking. Van daar
ook de afschaffing van de cassatie als hoofd
straf voor officieren. De militaire detentie
vervalt als hoofdstraf. Onder de hoofdstraffen
kent het ontwerp derhalve slechts óme vrij
heidstraf, de gevangenisstraf, die het epitheton
militaires niet langer zal dragen. In de hand.
having van de doodstraf in het militaire recht
wordt berust maar het ontwerp g3eft eene aan
wijzing van eenige bnitongewooa zware misdrij
ven, die met den dood gestraft kannen worden,
met dit gevolg dat de militaire rechter bevoegd
is, de doodstraf op te leggen aan hem, die in tjjd
van oorlog zioh schuldig maakt aan een mis-
drjjf, waarop bjj het gemeene recht of in het
militaire recht levenslange gevangenisstraf is
gesteld. Voor niet-militairen, die in tjjd van
oorlog de belangen van den staat of de leger
macht op geljjke wjjze krenken, wordt de
doodstrat evenzeer gehandhaafd.
Eveneens wordt de noodzakelijkheid uiteen
gezet van het behond des doodstrafs in het
zeerecht, vooral ter handhaving van de disci,
pline aan boord van een oorlogsschip tegenover
muiters en oproermakers, die niet op andere
wjjze dadeljjk onschadeljjk zjjn te maken, en
ook om onder het scheepsvolk het bewustzjjn
te bewaren dat :n het uiterste geval aan boord
kert recht zal worden gedaan en met de noo.
dige fermiteit gehandeld. De toepassing van
de doodstraf wordt ook toegelaten ten aanzien
van kinderen benedon 16 jaren.
in bjjzondere gevallen wil het ontwerp
bevoegdheid toekennen een ontslagene na ver
loop van eenigen tjjd weder als vrijwilliger
in militairen dienst te laten treden of een
ontzette na het verstrjjken van den dienst der
ontzetting weder als dienstplichtige in te ljjven
of als vrjjwilüger aan te nemen. Het stelsel
onzer tegenwoordige wetgeving, volgens hetwelk
de degradatie bestaat in het terugbrengen van
den onderofficier bg de zeemacht tot een der
klassen van mindere schepelingen, bjj de
landmaoht tot den stand van soldaat, wordt
gehandhaafd, met verwerping van het stelsel
van gedeeltelijke verlaging. Evenzeer wordt
de handhaving van plaatsing in een straf klasse
als bjjkomende straf raadzaam en gerechtvaar
digd geoordeeld.
Het wordt voldoende geacht, zoo aan de tot
vrijheidstraf veroordeelden de verlaagden en
de in de str&fklnssen geplaatsten wordt ver
boden hunne eere- en ondersoheidingsteekenen
gedurende hunnen straftijd te dragen. Verder
wordt de bevoegdheid tot ontzetting van rech
ten, krachtens het Wetboek vau strafrecht, ook
aan den militairen rechter gegeven. Ambtshalve
vervolging van sommige der misdrjjven, naar
het gemeene strafrecht alleen op kl&chte ver
volgbaar, wil het ontwerp in tjjd van oorlog
toela'en.
H.t ontwerp bevat een tweede boek, gewjjd
aan de groepeering der misdrgven. Het behan
delt lo. de misdrgven, waardoor het zelfstandig
bestaan of de veiligheid van den Staat wordt
bedreigd; 2o. de misdrgven, die, eene schending
van belangrjjke plichten in den krjjg opleve
rende, eveneens deze veiligheid dikwerf in
gevaar brengen 3o. de feiten, die verzaking
van het geheel, der op den militair rnstende
verplichtingen ten gevolge hebben; die, welke
Btrjjden tegen de ondergeschiktheid, een der
allerbelangrijkste militaire plichten en de
grondslag van alle militaire verhouding;
vervolgens de schending van versohillende
andere dienstplichten en ten slotte de misdrgven
tegen vermogen en goed. De gewone strafbe
palingen tegen beleediging, bedreiging, ge
weldpleging worden, als geen genoegzame
bescherming biedende, tegen de aanrandingen
der militaire subordinatie, niet voldoende
geacht, weshalve gestrenger voorschriften in
het ontwerp daar tegen zjjn opgenomen.
De thans in onze crimineele wetboeken
voorkomende voorzieningen tegen stroopergen,
diefstal en roof vervallen voor verreweg het
grootste gedeelte, omdat de feiten, door militairen
gepleegd, met toepassing van art. 310 en
volgende wetb. van strafrecht, in den regel
voldoende gestraft knnnen werden.
Bjj de toelatings-examens voer de burger
avondschool alhier zjjn van de 55 aspiranten
voor de eerste klasse er 39 toegelaten.
Bg den aanvang van den cursus zgn er in
de le kl. 56 leerlingen, in de 2e kl. 35 en in
de 3e kl. 34, waaronder 10 voor enkele lessen.
en dus zeker 23 was, toen hij uit baloorig-
heid wegliep; zoo nu die moederlijke knor
righeden een jaar verdragen zgn, had hij drje
jaar in Utrecht tot voorbereiding gehad en
nauwelijks een enkel jaar om naar eene
parochie te staan. Het collatierecht was toen
in volle werking en de gunst van den prins,
als baron van Breda, of van diens baljuw
had hom toch niet gebaat ter bevordering. De
keuze der gemeente van 't Woud was inderdaad
eene zegepraal. Immers had graaf Fioris V in
1277 de aanstelling van den geestelijke der
parochie aan al de gemeentenaren overgedragen;
en hoe men moge spreken over den oorspron-
kelijken giftbrief, dio slechts in een afschrift
eener authentieke copie bestaatdie keuze
heeft plaats gehad nu meer dan zes eeuwen
lang, zonder ooit betwist te zijn. Sedert de
hervorming maken twee ouderlingen en twee
diakenen, met den koster als hun schrijver,
een drietal op; de parochianen, de mansleden
die geen dienstboden zgn, worden in de kerk
bijeengeroepen en de nieuwe leeraar wordt ge
kozen. Deze democratische wijze van doen is
eenig in ons land. De classis moet het overige
doen en ten minste voorheen liet niet nR
te toonen, dat zij scherp toezag. Dit was bij
zonder het geval met Santvliet, toen hij ge
roepen werd om den uitgedienden hoogbejaar.