N°. 218.
135° Jaargang.
1892,
Donderdag
15 September.
Middelburg 14 September.
MfbUILUlUn.
Dex« courant verschijnt d a g e I ij k J
met uitzondering ran Zon- en Feestdagen!
Prfjt per kwartaal in Middelburg en per post franco f 2.
Afzonderlijke nommers, met of zonder bijvoegsel,
zijn verkrijgbaar a 5 cent:
Advertentiën20 cent per regel: Bij abonnement lagerj
Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle
dankbetuigingen; van 17 regels 1.50;
iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte]
Telephoonnommer 189.
BEKENDMAKINGEN-
OBUSN ÜÜjXJS.
HI IIIII1III IS(.SCIIi: H)l HIM.
Vbetmoineter.
Middelburg 14 Sept. 8 o, Tm. 62 gr.
m. 12 u, 66 gr., av. 4 o. 63 gr.
Verwacht N. W. wind.
Agenten te VlissingenP. G. db Vbt Mestdagh k Zoon, te Goes: A A. Y)Bolland, te KruisingenF. v. d. Peijl, te ZierikzeeA. C. de Moon, te TholenW. A. Advertentiën
tab Nieuwenhtujzz* en te TerneuzenM. db Jonen. Verder nemen nlle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën au, evenals de moeten des namiddags te éém nor
advertentie-bureau's van Nijgh Van Dithar, te Botterdam, db Gbbb. bnilnïahii, te Gravenhage, en A. de la Mar Azh., te Amsterdam. j aan het bureau bezorgd zjjn, willen
Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjji en Londen, de Compagnie gés ér als de Publicity étrangère G. L. Daube Crz., Joh* F. Jonas, opvolger. j „jj deB avonds nog worden opgenomen
CHOLERA.
De burgemeester van Middelburg maakt
bekend dat de minister van binnenlandsche
zaken, krachtens art. 8 van het koninklijk
besluit van 4 September 1892 Staatsblad
no 215) tot vaststelling van buitengewone
maatregelen tot afwending der Aziatische
cholera en tot wering harer uitbreiding en
gevolgen, heett goedgevonden te bepalen, dat
genoemd artikel zal worden toegepast ten
aanzien van personen, komende uit Rusland,
Hamburg, Altona, Antwerpen of Havre,
zoodat ieder, die een of meer personen,
komende uit Rusland, Hamburg, Altona,
Antwerpen of Havre in zijne woning huisvest,
verplicht is, onmiddellijk na aankomst van
dien persoon of die personen daarvan kennis
te geven aan den burgemeester, en evenzoo
kennis te geven aan den burgemeester van
elk verdacht ziektegeval in zijne woning,
mitsgaders van bet vertrek van bovenge
noemde personen en van de plaats waarheen
zjj alsdan vertrokken zijn.
Middelburg, den 9en September 1892.
De burgemeester voornoemd,
SCHORER.
Het indertjjd door een bnitenlandsch blad
in de wereld gezonden bericht dat onze re
geering generaal Brialmont geraadpleegd zou
hebben over de stelling-Am sterdam, is nooit
bevestigd. Veel waarde werd er dan ook
niet aan geheoht; hen berustte öi op een
verkeerd begrip van hetgeen over die kwestie
in ons land werd geschrevenöf het was een
louter verzinsel van iemand die gaarne haa
gezien dat zoo iets was geschied.
Hu is in de jongste aflevering van het tjjd-
schriit de Landsverdedigingonder redactie van
Inveitigatoresdeze veelbesproken kweBtie be
handeld. Daarin wordt beweerd dat, om in
deze uitspraak te doen, een looale kennis
noodig is, welke men eigenljjk alleen kan
verwachten van personen, die in de stelling
verbidt houden. >Van den generaal Brialmont,
zoo heet het, mogen wjj dit niet verwachten
integendeel, de waterstaatkundige toestand
van ons vaderland en in de eerste plaats van
de terreinen om Amsterdam is zoo eigenaar
dig, dat er heel veel tjjd noodig is zelfs
voor den grootsten vestingbouwkundige om
er van op de hoogte te komen. Zou nu de
heer Brialmont hier wel een uitspraak kunnen
doen en onbevooroordeelde Nederlandsohe mi
litaire ingenieurs niet
Wjj achten ons niet bevoegd op die vraag
te antwoordendoch wel weten wjj dat
generaal Brialmont ook elders is geraadpleegd.
Uit het Engeloch.
va*
T. S. MILLINQTON.
XLI.
in landen en over kwesties waarbjj toch ook
kennis vsn locale toestanden werd vereisoht.
Zich daarvan op de hoogte te stellen scheen
hem tooh zoo moeiljjk niet te vallen.
Genoeg, de redacteur van het Utrechtsah
Dagblad, in deze deskundige, is het met den
deskundigen schrijver Investigatores eenhmaar,
zegt hjj, men raadplege dan ook onbevooroor
deelde militaire ingenieurs en loope niet langer
aan den leiband van ben, die gedurende vele
jaren op zoo weinig bevredigende en gerust
stellende wjjze hun inzichten bleven volgen en
bun wil doordreven tegen de adviezen in van
mannen als Den Beer Poortugael en Berends.
In genoemd Maandschrift werd verder ge*
zegd: „Intusschen danken wjj het aan den heer
Tindal, dat opnieuw de aandacht van het
groote publiek op deze zoo gewichtige kwestie
is gevestigd, en reeds trok Uelria de conclusie,
dat de Earner, alB zjj geen acht zou willen
slaan op dit adres, ten minste verstandig doet
met elke verdere uitgave voor onse liniën en
vestingen te weigeren. Het is toch allemaal
weggegooid geld, zoolang wjj de „mennekes"
missen, om ze te verdedigen. Wjj hebben nu
al jaar op jaar millioenen voor, millioenen na
aan forten en linies besteed, met geon ander
gevolg dan dat wjj elke twintig jaar, juist als
wjj meenden zoo ongeveer gereed te zyn, do^r
eene nieuwe uitvinding op artilleristisoh gebied
gedwongen werden, weer van voren aiaan te
beginnenwjj zouden thans geschikt voor onze
steeds verwaarloosde levende strijdkrachten
kunnen gaan zorgen. Dat heeft ten minste zin 1"
Dit nu beaamt het Utr. Dagblad niet geheel;
juist bjj gebreke van de vereisohte levende
strijdkrachten kunnen, zegt het, de doode
althans een zeker surrogaat zjjn, een kraentige
hulp verkenen. Maar wg wenschen alsnog
een eerljjk, onpartijdig onderzoek, door den
ernst, de hooge beteekenis der zaak gevorderd;
reeds te dikwerf werden zaken aan persenen
ondergeschikt gemaakt 1
»Met het artikel van den heer P. Verzjjl
luit. der artillerie Heeft het bezit van Rotter
dam voor den vijand groote waardei), voor zioh,
zou men, alaus besluit Investigatores, te meer
geneigd zjjn, die conclusie te ondeischrjjven,
wanneer men niet wist dat in de laatste jaren
in sommige militaire kringen het middel om
ons vaderland te verdedigen nog steeds hard
nekkig in forten en stellingtjes wordt gezocht.
Die doode weermiddelen sohynen han even
onontbeerlijk ais chloral voor de high-life
heldinnen van Onida. Zjj geljjken al meer en
meer op den man, die zioh tegen de paneel
zagers meende te beschermen, door het aantal
sloten van zjjn huisdeur telkens te vermeerderen.
»Wjj wensonen hier omtrent de stelling van
Amsterdam in geene technische beschouwingen
te treden, waartoe wjj voor zooveel noodig
verwjjzen naar het hoogst belangrgke artikel
van den kolonel L. G. Berends Over de verde
diging der stelling van Am eter damwjj wenschen
alleen de belangstelling voor deze zoo veel
omvattende kwestie gaande te houden en spre
ken hier als onze overtuiging uit, dat de be
slissing zal moeten worden overgelaten aan
eene commissie, waarin niet alleen militairen,
taotici en technici zitting hebben, doch waarin
Van hare eigen lippen.
Marianne zag Adriaan veelbeteekenend aan.
Hij begreep baar. Als hij haar had lieigehad
zooals zij hem, zou hij niet gevraagd hebben
wat de wereld van hem zei.
„Nu is er in alle geval geen hinderpaal
meer, nu heb ik de toestemming van uw vader
en de uwe ook, niet waar
Het was misschien heel onvoorziohtig, maar
Marianne omvatte zijn hand nog steviger eD
strengelde hare vingers om de zijnen, alsof zij
nooit weer los moesten. Dat was haar antwoord.
Zij zaten een poos samen als in een zaligen
droom, slechts nu en dan een woord wisselende.
In de verte zagen zij den heer Earle mistroos
tig in den tuin wandelen, bij een bloemperk
stilstaan, doch blijkbaar te veel met zijne som
bere gedachten vervuld, om de vroolijke kleuren
aan zijne voeten te zien.
„Wat zal vader zeggen?1'
„Hij zal misschien vinden dat het on-
jooMÜohtig is maar ik heb hem iets te vertellen
dat hem wel van gedachten zal doen veran
deren. Hg vond prof. Num een veel beter
partij voor n. Wat zegt gij daarvan
„Ik ben het geheel met u eens op dit
punt."
„Dat zult gij hoop ik steeds op alle
punten zijd."
„Gij moogt niet den gek steken met
professor Num; hij is zoo'n goede man; wij
hebben elkaar eeuwige vriendschap gezworen.
Arme vader Hoe treurig voor hemhij trekt
zich dit verlies erg aan. Hij ziet er oud en
slecht uit."
„Laat ons naar hem toegaan. Ik heb hem
nog iets te vertellen en u ook", zei Adriaan.
De heer Earle kwam hen reeds te gemoet
en zag hen vragend aan. Hunne handen waren
nog ineen gestrengeld.
„Dus is het zoo?" sprak hij op droeven
toon. „Moet ik u dan ook verliezen, Marianne
u ook
„Adriaan heeft u iets te vertellen."
„Zoo, zoo Ja dat wil ik wel gelooven."
„Ik heb mijn verslag van hetgeen ik te
Salaea gezien en gedaan heb nog niet vol
tooid", begon Adriaau.
„Ik heb genoeg gehoord. Waar is uw
pretendent Hoe eerder hij verschijnt en de
zaak haar beslissing krijgt, hoe beter voor alle
partijen."
„Hg is nier ver af, mijnheer Earte. Wilt
gij mee in huis gaan
ook burgerladen hun gevoelen moeten kunnen
uitspreken en doen gelden.
>Als een gewichtig bezwaar moet daartegen
worden aangevoerd, dat dan de voltooiing
van die Amsterdamsehe linie die reeds lang
had moeten gereed zjjn, opnieuw wordt Ter-
schoven. 't Is waar, dooh wannoer o. a. mannen
als Den Beer Portugael en de kolonel Borends
deskundigen, die van deze stelling een
jarenlange studie hebben gemaakt èn in de
studeerkamer èn op het terrein het tegen
woordige ontwerp afkeuren, dan achten wjj
het gevaartjjk, op den ingeslagen weg te big ven
voortgaan, zonder de kwestie nogmaals ijjpeljjb
te overwegen."
Wg hebben hier weinig aan toe te voegen,
zegt het Utr. Dbld.; een deugdeljjk onderzoek
Komt ook ons nog onvermjjdeljjk v„or. Er
dient te worden uitgemaakt of zjj, die jarenlang
de richting aangaven, ons al dau niet hebben
gestuurd van den wal in den sloot.
Als de deskundigen aldus onder elkaar
verschillen, dan wordt het, dunkt ons, een
leek vanzelf wee om het hart bjj de gedachte
hoeveel geld, zonder zekerheid omtrent het
succes, er wordt weggeworpen voor dit eene
punt van verdediging 1
Aan het eerste verslag van de vereeniging
Armenzorg te Arnhem, ontstaan uit het Bureau
van informatie naar behoeftigen, wordt o. a.
gezegdeen nieuwe vereeniging was noodig,
een grootscher doel najagend, bekleed met
ruimere macht en gesteund door grootere per
soonlijke en fiaanciaele krachten; want de
werkzaamheid van het informatiebureau was
zeer lgdeljjk en een handelend optreden lag
buiten zjjn gebied.
Omtrent het doel der vereeniging meldt het
verslag 't volgende:
»De tegenwoordig bjjna tot een gemeenplaats
geworden woorden „concentratie" ^centralisatie
van armenzorg," hebben toch tot een niet on
belangrijk verschil van opvatting aanleiding
gegeven. Wordt daarmee aangeduid een stre
ven naar alleenheerschappij, een verlangen
naar éen eentraal orgaan van armenzorg,
hetwelk alle fondsen inslokt, belast is met de
zorg voor alle armen en geen kerkeljjke of
particuliere philantropie meer naast zich
duldt Woidt daarmee instemming betuigd
met den wensch onzer zustervereeniging in de
Friesche hoofdstad, dat b. v. de diakenen der
Eed. Gere/. Kerk zouden ophouden zelf zioh te
belasten met het bezoeken en ondersteunen
van behotftigen en zich er tos bepalen hun
armen te verwgzen naar haar zelf of naar een
commissie uit Patrimonium Yerre van daar 1
Integendeel, die opvatting komt ons niet waai-
ljjk vryzinnig, bovendien niet practisch en
doelmatig voor. Het is mogeljjk, dat dit een
ideaal der toekomst kan worden, voo'shands
schjjnt hef dit met. Eenheid en concentratie
zjjn op het gebied der armenzorg levensbeginsel
maar verdeeling van arbeid is niet minder een
beproefde les der ervaring, en bjj een zoo groote
verscheidenheid van behoeften, van meeningen
en opvattingen, als waaivan de hedendaagsche
maatschappij nog getuige is, mag de waarde
van die les niet geiing worden geschat."
„Gij bedoelt toch niet dat hij reeds in
huis is?" riep de heer Earle outsteld uit,
„Op dit oogenblik is hij niet in huis."
Zii gingen samen naar binnen en Adri
aan haaide den stamboom dien hij netjes
afgewerkt had, nit zijn zak, rolde hem gedeel
telijk uit en legde hem op de taiel, doch hield
het onderste einde nog bedekt.
„Bezie dit eeus," zei hij.
De heer Earle kwam nadeibij, bekeek hem,
en zei: „Heel nauwkeurig, voor zoover ik er
over kan oordeelen. Wat volgt er?"
Adriaan ontrolde nu ook het laatste gedeelte.
De laatste namen aan iedere zijde waren de
zijne en die van Marianne.
De heer Earle keek verbaasd en ongeloovig,
„Wat beteekent dit? Houdt gij mij voor
den gek, mijnheer?"
„Volstrekt niet. De feiten spreken voor
zichzelven.'
„Onmogelijk!"
Adriaan sprak niethij wilde niet redéneeren.
De heer Earle bladerde met bevende vingers
in de bewijsstukken, die in behoorlijke volgorde
gerangschikt waren en overeen kwamen met
de nummers op den stamboom.
„Dus zijt gij het, mjjnheer Brooke, die
mijn buis, mijn land, mijn alles, opeischt?
Hebt gij daarom mijne belaugen bebaitigd?"
Verre van opgetogen te zijn bij de ontdekking
der bloedverwantschap met Adriaan, scheen
by hem als een vjjand te beschouwen;
»Wjj strgden niet voor centralisatie om haar
zelfs wil, maar als middel voor een doel, na-
meljjk te bereiken, dat alle weldadigheid sa-
menwerke en zich organiseere, om eenerzjjds
onverbiddelijk op te treden tegen bedrog en
misleiding, anderzgds om zorg te dragen, dat
hetgeen voor liefdadigheid wordt afgezonderd
besteed woidt aan h8n die werkeljjk verdienen
te worden geholpen, en zoodanig besteed, dat
de armen zooveel mogeljjk uit hun armoede
worden opgeheven en hun zelfstandigheid worde
hersteld. Aan de bereiking van dit doel kan
ieder, wie dan ook, meewerken, zonder zjjn
zelfstandig bestaan op het spel te zetten."
Naast die organisatie van armenzorg zal
bjj de vereeniging toepassing van eigen be
ginselen staan; zjj zelf ook zal de verzorging
der armen ter hand nemen, zonder te jagen
op het terrein van anderen, aanvullend op
tredend.
Bg kon. besluit:
is benoemd tot notaris binnen het arr. Assen,
ter standplaats de gemeente Emmen, H. J.
üo ting, candidaat-notatis en kantonreohter-
plaatsvervanger aldaar
is benoemd tot direoteur der strafgevangenis
te Groningen C. J. Endert, thans adjunct-di
recteur voor het opzicht over den arbeid in de
bgzondere strafgevangenis te Leeuwarden;
zjjn benoemd tot surnumerair der direote
belastingen, invoerreohten en accjjnzen W.
Piinsinga, G. L. van Lansohot Hubreoht,
V. L. baron Van Boetzelaer, D. W. J ansae as,
jar. H. A. Wttwaal van Stoetwegen, J. C.
Aarts, W. C. van Oordt, L. Meyers, P. C. La-
brjjn, L. A. Mees, P. Dort out Mees, G. W.
Worst, P. A. de Eleick, J. H. Staal, C. A de
Vassy, F. Adriani;
zjjn benoemd tot ontvanger der directe be
lastingen en acoyosente Sexbierum c. a.,
(residentie Tzummarum) A. Hoogenhuis, ont
vanger te Workum e. a.; te Leek o. a. B. H.
P. Jansen, ontvanger te Amstenrade c. a.;
te Dockum o. a. J. O. Bekker, ontvanger te
Steenwijk c. a.; te Waalwjjk c. a. J. Jorissen,
ontvanger te Onde Touge c. a.; te Dassen o. a.
A. F. Derks, ontvanger te Gennep c. a.; en
is de majoor H. N. Bjerrigter, magazjjj-
meester der artillerie te Den Helder, op pensioen
gesteld ad 1531 's jaais.
De gewone audiëntie van den minister van
binnenlandsche zaken zal op Zaterdag niet
plaats hebben.
In de St. Ot. brengt de minister van binnen
landsche zaken ter algemeene kennis, dat
volgens de bjj hem ingekomen ambtsberichten
in de algeloopen week als aan Aziatiscae
cholera overleden zjjn aangegevenin Zuid-
Holiandte Rotterdam 1 persoonte Eralingen
1 persoon; in Noord-Holland: te Veizen 1
persoon (zgnde een matroos van het stoomschip
Urania, komende van Hamburgin Groningen:
te Groningen 1 persoon.
Nog dee.t dezelfde minister mede dat tot
wering van de besmetting van Aziatische cho
lera toezicht wordt gebonden op de schepen
„Neen, mijnheer Earle," sprak AdriaaD
ernstig, „ik eisch niets op. Ik heb u dit
alleen getoond om u gerust te stellen dat er
niemand anders is, die u ooit kan lastig vallen
of hinderenmet aansp raken of rechten op
deze bezitting, die u toebehoort. Balsea be
hoort u buiten kijf en Newton-Hnie met al
hetgeen er bij behoort is ook uw eigendom.
Ja, mijnheer laat mij uitspreken. Volgens recht
en billijkheid komt deze p.aats u alleen toe
en niemand anders. Ik weet niet boe het ais
een rechts-kwestie uitgewezen zou werden
maar ik laat alle rechts-kwcsties rusten en zal
aooit aauspraak op Newton-Huis maken. Als
fatsoenlijk man en als christen zon ik dat
niet kunnen doen."
De heer Earle zag hem verbaasd en vol
twijfel aan, maar de kracht, waarmede Adriaan
sprak, de aandoening, die hij verried en de
beslistheid van zijn toon en houding overtuig
den hem ten laatste.
„Wel Adriaan," begon hg „ik zeg niets,
geen woord van uw argument; maar het
kooit ten slotte op hetzelfde neer. Mettertijd
wordt toch alles van u."
Hij zag naar Marianne, die haar held vol
bewondering aanstaarde.
„Laat mij den stamboom voltooien; sprak
Adriaan. Er ontbreekt nog slechts éen penne-
streek aan, meer niet."
Zooals gezegd is, was de naam van Marianne
de laatste aan de zjjde der Earles en stond
die langs Ter Apel (gemeente Vlagtwedde),
langs Lobith-Tolkamer (gemeente Herwen en
Aerdt), langs Maastricht, langs flansweert,
langs Breskens en langB Sas van Gent het land
binnenvaren, met toepassing - voor zoover
mogeljjk van de artikelen 13, 14, 15, 16,
18, 19, 20 en 21 van bovengenoemd koninklgk
besluit.
De ministers van binnen' andsohe zaken en
van waterstaat, handel en ngverheid brengen
ter algemeene kennis, dat voor het geneeskun
dig toezicht op do personen en goederen, per
spoortrein of trams Nederland binnenkomende,
zyn aangewezen de grensstations: Nieuwesohans,
Oldenzaal, Enschedé, Winterswjjk, Zevenaar,
Ngmegen (voor zoover betreft de treinen die
via Groesbeek binnenkomen, maar aldaar niet
stoppen), Groesbeek, Gennep, Venlo, Vlodrop,
Maastricht, Budel, Zondert, Roosendaal, Holst,
Sas van Gent, Ejde en St. Anna ter Maiden
(gemeente Sluis.)
Naar men meldt is door den Bond voor alge
meen kiesen stemrecht offioieel bericht ont
vangen dat de burgemeester van Den Hang
ds voorgenomen meeting op Zondag a.
verbiedt.
In eene Maandag te 's Hage in Walhalla
gehouden vergadering werd met bjjna alge
meene stemmen de volgende motie aange
nomen
»De openbare vergadering, gehouden in het
gebouw Walhalla te 's Gravenüage op Maan
dag 12 Sept. 1892;
kennis genomen hebbende van het verbod,
door den burgemeester van 's Gravenhage
uitgevaardigd, om esn optocht te houden hg
gelegenheid van de meeting voor algemeen
kiesrecht
kennis genomen hebbende van een tweede
verbod van zjjn zgde, waarbjj de openbare be
raadslaging verboden is tjjdens die meeting;
drukt hare verachting uit over de
wyze, waarop de burgerklasse toelaat dat hare
vertegenwoordigers de regeering uitoefenen;
en verklaart dat op de brutaliteit van den
burgemeester van 's Gravenhage alleen geant
woord kan worden met een algemeene en
krachtige deelneming aan de meeting voor
algemeen kiesrecht."
Eene tweede motie met groote meerderheid
aangenomen, luidde aldus
»De vergadering gehouden 12 September ia
Walhalla,
gehoord dat er mogelykheid bestaat om de
stemrecht-demonstratie te beletten of te ver
hinderen,
aoht het wensoheljjk, dat ondanks allen
tegenstand van welke zgde ook, die demostra-
tie gehouden moet worden, om den wil dei
volks tegenover de willekeurige besluiten der
regeoringakliek te stellen en meent dat, bg
non-aetiviteit van het hoofdbestuur, de leiding
der zaak door het regelings-oomitié moet wor
den overgenomen, omdat recht voor geweld
moet gaan.
De vergadering geeft bet comité de opdracht
alles te doen, wat nuttig kan zyn voor de
beweging."
die van Adriaan onder aan die der New'oas.
/Aj stonden dus op een lijn heel dicht bij
elkaar. Met een kloppend hart en bevende
uand verbond Adriaan hen met een dubbel
koppelteeken, het gewone teeken van een
huwelijk, op dergelijke stukken.
Marianne Newton Earle= Adriaan Brooke.
„Gued 1" zei de heer Earle. „Goed, goed J"
Hij kon niet meer dan die enkele woorden
uitbrengen.
Adriaan stak zgn rechterhand uit. Marianne
deed hetzelfde en haar vader vatte ze beiden
samen, wachtte even en zei toen met eene van
aandoening trillende stem: „God zegene n,
mijne kinderen
Daarop keerde hij zich haastig af en verliet
de kamer.
XLIL
Besluit.
De winter is voorbij. Ondanks sneeuw en
ijs is er te Salsea hard gewerkt. Een menigte
werklieden heett bezigheid gevonden aan het
weer opbonwen en herstellen van het slot en
aan de versieriugen voor het iubalen van het
jong getrouwde paar, dat na de huwelijksreis,
in Mei verwacht wordt. Adriaan Brooke wordt
de nieuwe landheer en Marianne, zijn vrouw,
lady Goedhartigheid, een naam dien zy reedu
bij voorbaat verworven heeft, en dien zij zeker
zal handhaven. Zjj hebben Salsea als hun vef