N°. 216. 135" Jaargang. 1892, Dinsdag 13 September. Domburg en dr, Hezger. Middelburg 12 September, Deze courant verschijnt d a g e 1 fj k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen: Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco f 2.- Afzonderlijke nommers, met of zonder bijvoegsel, zijn verkrijgbaar a 5 cent: Advertentiën20 cent per regel: Bij abonnement lager] Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle dankbetuigingen; van 17 regels 1.50; iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte] Telephoonnommer 189. Omdat hjj het zoo typisch omschrijft geven middelbi ih.siiii; ioiiim Een bericht in het Handelsblad van Zaterdag omtrent dr Mezger en diens plannen met Domburg, overgenomen in het laatst ver schenen nommer van ons blad, deed ons vrijheid vinden hem zeiven een onderhoud te verzoeken. Dat verzoek werd door den heer Mezger „zeer gaarne" ingewilligd met de meeste voorkomendheid ontving hij ons Zondag en volgaarne gaf hij al de inlichtingen, die wij meenden hem te mogen vragen. „Dr Mezger is voornemens, in 't vervolg geen patiënten meer te behandelen te Dom burg. De vorstelijke personen vinden na melijk het vooruitzicht, meermalen hun zomer in de stille badplaats te moeten door brengen, niet erg aanlokkelijk" zoo schreef men van uit Domburg aan het Handelsblad. Deze mededeeling was echter niet in alle opzichten juist. De heer Mezger, sedert 26 jaren practi- seerend medicus, die geheel Europa doorkruist heeft en zeker alleszins bevoegd mag geacht worden een oordeel uit te spreken, verklaarde ons omtrent Domburg dat het als ge- zondheidsoord in Europa zijns gelijke niet vindt. Geen plaats aan de kusten der Noordzee, noch aan denAtlantischen oce aan is er mede te vergel ij ken. Alleen enkele plaatsen aan de Engelsche kust kunnen in de schaduw staan van de Walchersche badplaats. De lucht te Domburg ontleent ten deele aan de zee en voor een ander deel aan de bosschen heilzame eigenschappen, die van weldadigen invloed zijn op gezonden maar veel meer nut doen aan de zieken, vooral in de gevallen waarvoor men de hulp van dr Mezger inroept. Naast de zuivere, gezonde, krachtgevende lucht roemt de medicus de baden en de schoone en liefelijke omgeving van het lan delijke badplaatsje de hooge bezoekers, die voor dr Mezger naar Walcheren togen, hebben dan ook daarover niets dan lof. Dat Domburg, wat vermaken en uitspan ningen betreft, zich niet meten kan met andere badplaatsen h la modeis volkomen waar, maar juist dat is een factor, die den hoogen bezoekers, verplicht om steeds aan de eischen van rang en stand te voldoen, en den bewoners van wereldsteden,als zij lijdende zijn, ten goede komt. Klachten over stilte te Domburg zijn dan ook nimmer vernomen. Het tegendeel is waar. Domburg is een sanatorium in 't groot, dat geen behoefte heeft aan vreemdelingen, die uitspanning zoeken, maar dienen moet om aan zieken levenslust, levensmoed en levenskracht te geven en bij gezonden de veerkracht op te wekken, die zij noodig hebben om aan de eischen, welke onze eeuw van stoom en electriciteit stelt, te voldoen. En in onze omgeving kunnen wij over de resultaten, die het verblijf in dat natuurlijk sanatorium oplevert, oordeelen. Een hoog geacht ingezetene van Middelburg toch had het goede, het menschlievende denkbeeld om een haar behoorend, historische bekend heid hebbend, buitenverblijf beschikbaar te stellen als gezondheidskolonie voor kin deren, die aan frissche lucht en aan goede voeding behoefte hebben. Wij zouden haar vermoedelijk een ondienst doen met in bijzonderheden te treden, maar waai het thans in ons betoog te stade komt mogen wij het niet verzwijgen dat na een betrek kelijk kort verblijf de uitkomsten verras send en verblijdend waren. Ea toch is er, waar de natuur aan het Walchersche dorpje zóo kwistig hare beste gaven schonk dat dr Mezger èn uit een wetenschappelijk oogpunt èn in het belang zijner patiënten daaraan boven zoovele andere badplaatsen de voorkeur gaf, een en ander dat het hem moeilijk maakt om, evenals tot dusver, daar gedurende zijne zomervacantie zich te vestigen. Zooals overbekend is behooren zij, die hulp by dos door de geheele wereld beroemden medicus zoeken, tot de hoogste standen der maatschappij. Groot is de lijst van keizers, koningen en andere vorstelijke personen, die bij hem hulp zochten en genezing vonden, en die hem, onverschillig waar hij zich vestigt, komen raadplegen. Sinds een zevental jaren brengt de heer Mezger eenige weken van zijn zomervacantie op zijne vorstelijke villa Irma. onder Dom burg door en telken jare werd de stroom van hooge gasten breeder. Dat daarvan Dom burg voordeelen trok, ligt voor de handen zoo men slechts wilde konden die voordeelen belangrijk vermeerderen. Maar l'appetit vient en mangeant was op de bewoners van het stille, vroeger, behalve bij de bewoners van Walcheren, zoo goed als onbekende badplaatsje van toepassing. In plaats van den raad te volgen, dien wij en ieder die het goed met Domburg voor had meenden te mogen geven: den gasten het verblijf er aaDgenaam te maken, billijke prijzen te eischen en voor het noodige com fort te zorgen, werden de vreemde gasten om zoo te zeggen op brandschatting gesteld. Een paar feiten om dat aan te toonen. Kort geleden werd voor eene vorstelijke familie voor zes weken een villa te huur gevraagdzij werd gevonden doch tegen een huurprijs van meer dan f 4000; voor eene andere woning, voor slechts een paar weken benoodigd, vroeg men niet minder dan f 2000. En dat terwijl men in Sehe- veningen voor eene uitstekende gelegenheid voor het gansche seizoen hoogstens 1100 eischt. Die bespottelijk hooge huurprijzen waren dan ook oorzaak dat verschillende vorstelijke personen, die dezen zomer het voornemen hadden naar Domburg te komen, dat plan hebben opgegeven. Maar er is nog meer. De vreemdelingen, patiënten van dr Mezger, ofschoon veelal aan weelde, zeker aan comfort gewoon, zijn, voorbereid als zij zijn in een dorpje te moeten verblijven, niet te veel eischend. Dat zij, geen aanmerking makend op hooge prijzen, op reinheid prijs stelten, dat zij een vriendelijke behandeling en voorkomendheid vragen en zij het ook een eenvoudige, toch goede voeding ver langen, is hun recht. En dat alles laat meer dan te wenschen over. De heer Mezger was zoo beleefd ons uit den grooten stapel, die in zijn bezit is, eenige brieven van patiënten van allerlei nationaliteit ter inzage te geven, die een eigenaardig licht verspreiden over de wijze, waarop men in Domburg met de vreemde lingen omspringt. We vertalen slechts enkele gedeelten. Een Fransche dame beklaagt zich erover dat zij, 's avonds in haar hotel komend en zich te bed willende begeven, het linnen onrein bevond, dat 's morgens het water in de waschtafel vuil was en dat, waar het eten veel te wenschen overliet, het tafel gereedschap, borden, messen, servetten etc. onzindelijk waren. We zouden aan haar schrijven, dat voor ons ligt, nog kunnen ontleenen dat, toen aan de table d'hdte de visch werd opgebracht, iedereen den neus dichthield, dat 's morgens geen kop goede koffie te verkrijgen was, dat de bediening alles te wenschen overliet, dat, waar er veel te weinig bedienden waren, slechts een eene vreemde taal machtig was> dat de maitre d' hotel zich gansch en al geen moeite gaf om zijn gasten te be lieven, dat maar al genoeg. Een ander Fransch patiënt van dr Mezger beklaagt zich over dezelfde tekortkomingen hij wijst erop dat het hotel, waar hij verbleef, slecht was gemeubeld, en besluit zijn schrijven omtrent het hotel met de verklaring dat de onzindelijkheid eene buitengewone hoogte heeft bereikt. Een Duitscher drukt zich kort en krachtig uit, als hij het hotel te Domburg, waar hij verbleef, met een Schweinestall vergeleek. Hoe hij die vergelijking omschreef en in alle onderdeelen toelichtte laten wij in het midden. we nog even een deel der indrukken van een ander Fransch bezoeker van Domburg. „Het hotel", zegt hij in een schrijven aan dr Mezger, „is zeer vuildank zij onzen eigen bedienden zijn onze kamers be woonbaar. De voeding is slecht"; hier volgt eene beschrijving, die wij niet willen over nemen, evenmin als wij des schrijvers meening omtrent den gérant van het hotel zullen neerschrijven. „Geen venster" zegt de Franschman „sluit goed. In de corridors tocht het steeds verschrikkelijk en sedert tien dagen is er een enorm gat in een der vensters zonder dat men er aan schijnt te denken om het te laten repareeren". We are more than happy to leave the Hotel.schrijft een Engelschman, hetwelk ons van het oogenblik dat we er kwamen tot we het verlieten tegenstond." In drie bladzijden postpapier deelt hij verder de rede nen mede, die hem tot die uitspraak aanleiding geven. Wij wenschen geen bloemlezing saam te stellen uit deze schrifturenstof ervoor hebben wij te over en niet alleen geldt dit de hotels, ook bij de ingezetenen schuilen fouten, hun door de vreemde gasten met recht ten grief gemaakt. Laat bij particulieren de reinheid te wen schen over, ook het gemeentebestuur is niet zonder schuld. Aan het schoonhouden van straten en wegen wordt niet de noodige zorg besteed; verbetering in den afvoer van faecaliën is een eerste vereischte, maar wordt steeds op de lange baan geschoven. En toch met een kleine uitgaaf was zooveel goed te maken. Waar wij met de beste bedoelingen een zondenregister opstellen, mogen wij een an dere, door dr Mezger aangehaalde redeD, die de ontwikkeling van Domburg tegen houdt, niet onvermeld laten. Het is een eenigszins teere kwestie, die wij moeten aanroeren, doch waar het 't wel begrepen belang van Domburg en zijne bewoners in de eerste plaats, maar ook dat van ons gewest in 't algemeen geldt, dient de vinger op de wond gelegd. Aan Domburg doet veel kwaad dat een zekere cöterie stelselmatig den vooruitgang van de voor grooten bloei vatbare badplaats tegenhoudt, zich met alle macht verzet tegen verandering en verbetering en zich het air geeft of het wel en wee van Domburg van haar believen afhangt. Dat de eenvoudige dorpelingen hoog opzien tegen hen, die tot heden te Domburg den toon aangaven, is begrijpelijk, maar datzelfde te eischen van personen van vorstelijken bloede, van geld vorsten of spoorwegkoningen, van invloedrijke staatslieden of van steunpilaren der Euro- peesche beurs is eenvoudig belachelijk. Zonder daarvan te veel nota te nemen achtten zich dergelijke personen met reden te hoog om met een air bejegend te worden alsof het een genade is dat zij daar geduld worden. Wil men Domburg maken, wat het wezen moet, dan dient ook hierin een verandering ten goede te komen. Hooger dan de lust en het welbehagen van enk elen staat het welzijn, de vooruitgang van eene gemeente, van eene gansche streek, zooals hierbij betrokken zijn. Domburg's bloei brengt tevens welvaart aan gansch Walcheren. Steden als Middelburg en Vlissingen plukken ook ruimschoots de vruchten van een druk bezoek, aan Domburg gebracht. Dat men dit vooral bedenke I En bovendien: niet alleen voor het huidige geslacht leeft men en moet men arbeiden, de enkelen, die thans naar hun welbehagen streven, gaan voorbij. Straks komt een ander geslacht en dit vraagt brood en vooruitgang, waaruit het zijn bestaan kan vinden. Op dr Mezger's medewerking en hulp zou menig badplaats jaloersch zijn. Hem te behouden vooral waar de eischen, die hij stelt, uitsluitend gelden, niet zijn eigen belang, want naam behoeft hij niet meer te maken en fortuin allerminst te verwerven, maar het welzijn der gemeente en bare inwoners, het comfort der hooge gasten, die hij met zich brengt is plicht van ieder, die geroepen is het welzijn van Walcheren's lieve badplaats en hare naaste omgeving te bevorderen en ook voor de toekomst te verzekeren. „Domburg is nog steeds de aschepoetster onder de badplaatsen, doch verdiende een prinses te zijn", zoo drukte de heer Mezger zich tijdens ons onderhoud uit; „de goudregen, die er in de laatste jaren over werd uitge stort, kon veel grooter zijn geweest". Dr Mezger houdt van Domburg in de eerste plaats om de hierboven aangevoerde redenen en hij zou daarom er gaarne zijne patiënten gedurende den zomer willen be handelen hij bezit er een fraaie, vorstelijk ingerichte villa, zijne familie woont in de omstreken en hij vindt er voor zich en zijn gezin eene aangename, gezonde retraite. Maar hoe zwaar dit alles ook wegen moge, toch zal de heer Mezger aan zijn voornemen, om elders zijne patiënten te behandelen, gevolg moeten geven, indien niet spoedig aan de bezwaren, door hem genoemd en hier onder woorden gebracht, wordt tegemoet gekomen. Geen weidsche hotels zijn er volgens hem noodig; slechts zindelijke, goede verblijven, waar men de menschen heusch bejegent en niet louter beschouwt als melkkoeien. Geen stroom van pleizierreiziger s is nuttigzelfs den aanleg van een tramweg acht de heer Mezger niet gewenscht. Domburg zou hij het liefst willen behou den zooals het thans isen in ieder, die er slechts een boom omhakt, ziet hij een van daal. Nog slechts enkele dagen vertoeft de heer Mezger te Domburg en wanneer hem vóór zijn vertrek geen zekerheid wordt gegeven dat men met hem mede wil werken om Domburg te doen worden wat het zijn moet trekt hij zich terug met het vaste voornemen om elders te zoeken, wat hij te Domburg gevonden had. Met beloften kan hij zich niet tevreden stellen, de hand moet aan den ploeg geslagen wordendoor daden moet blijken dat men den goeden weg op wil. De kosten voor hetgeen dr Mezger verlangt zouden luttel zijn en tiendubbel worden vergoed door de ruimere inkomsten. Men overwege niet te lang. Dr Mezger is een man van zijn woord. Verlaat hij op het laatst van deze week Domburg zonder zekerheid dat aan zijn verlangen wordt tegemoetgekomen, dan geeft hij, hoe noode ook, al zijne plannen ten opzichte van de Wal chersche badplaats op en dan is de voor spelling niet gewaagd dat Domburg tot zijne stille rust van vroeger wederkeert en wordt wat het toen was: eene uitspanningsplaats voor de Middelburgsche burgerij. Wij hebben uiting gegeven aan de grie ven van dr Mezger over toestanden, die ontegenzeggelijk den bloei van Domburg in den weg staan. Wij hebben ze meegedeeld, zooals wij ze vernamen uit zijn monden al zijn er ook onder die algemeen bekend zijn, in ronde woorden werden ze nog niet geopenbaard. Wij meenden echter dat het zijn nut kon hebben ze thans in uitgebreiden kring be kend te maken, nu wij staan voor een keerpunt in de geschiedenis van deze bad plaats. Wil men tot den ouden toestand weer- keeren; dat men dan die mededeelingen slechts voor kennisgeving aanneme. Wil men echter voortgaan op den nu pas ingeslagen weg, die algemeen met vreugde werd begroet, omdat daardoor velen het vooruitzicht werd geopend op een goed be staan en op niet te verwerpen voordeelen, dat men dan de handen ineen en aan het werk sla. Eén persoon kan de verbeteringen niet aanbrengen. Daarvoor zijn ze van te ver schillenden aard, en zijn hierbij te onder scheiden belangen in het spel. Maar door samenwerking is, dunkt ons, meer te doen dan in de laatste jaren gedaan is, hoewel het herhaaldelijk werd beloofd en daarop meer dan eens is aangedrongen, Nu wij toch Domburg en dr Mezger be spreken, willen wij ook een enkel woord met betrekking tot een ander deel van het bericht in het Handelsblad in het midden brengen. Wij bedoelen hetgeen is mede gedeeld omtrent het niet in behandeling willen nemen door dr Mezger van een armen kunstenaar. Die historie dient als volgt geschreven te worden. Een der artisten, die onlangs te Domburg een concert gaven, maakte van de gelegen heid dat hij daar was gebruik om den beroemden geneeskundige over eene ziekte aandoening te raadplegen. De heer Mezger, die als regel heeft gesteld kunstenaars, zelfs de voornaamste onder hen, gratis te behandelen te Dom burg zijn er ook nu die daarvan profiteeren was zoo beleefd ook dezen kunstenaar zijne meening omtrent het ziektegeval te zeggen; de medicus oordeelde de aandoe ning van weinig beteekenis doch voorzag dat, zoo hij den artist behandelde, dit een tijdruimte van minstens een week of zes vorderen zou. Aangezien dr Mezger nu nog slechts een veertien dagen te Domburg blijven kon, gaf hij den kunstenaar eenige voorschriften en raadde hem aan deze aan zijn gewonen geneesheer mede te deelen en zich door dezen te doen behandelen; daarbij de verzekering voegende dat de patient dan even goed herstellen zon. Wat gebeurt nu? Een der toongevende bewoners van Domburg stelt eene inteeken- lijst op voor het geven van een concert, waarvan de opbrengst dienen moet om de verplegingskosten van den jongen kunstenaar te Wiesbaden te dekken. Dit geschiedde buiten dr Mezger om en deze was, toen ook hem die lijst werd ge presenteerd, er alles behalve over gesticht dat op deze manier gehandeld was. Trouwens dr Mezger, een self made man, houdt er niet van dat kunstenaars eene belasting leggen op vreemdelingen door, voor een liefdadig doel optredend, op de ziekelijke philantrophie van hunne medemenschen te speculeeren. Dr Mezger is niet gewoon zijne meening onder stoelen of banken te steken en dat heeft hij ook hier niet gedaan. Hij heeft het geven van 't concert afgekeurd. Van eene weigering om den artist te be handelen kon echter geen sprake wezen, omdat na het gehouden consult geen be handeling door dr Mezger meer noodig was. Wijmeenen het hierbij voorloopig te kunnen laten. Eene enkele karakteristieke bijzon derheid nog ten slotte. Ongevraagd ver voegde zich heden (M a a n d a g)ochtend nog een dankbaar patiënt van dr Mezger aan ons bureau, die, zijne ergernis betuigend over den aanval op den heer Mezger in het Handelsbladverklaarde aan hem zijne ge zondheid te danken te hebben en gedurende maanden door hem te zijn behandeld zonder dat hij daarvoor ook maar iéts heeft betaald. En dit is éen geval uit velen De Standaard gunt het publiek geen enkel passend vermaak. Op grond dat er in bjjna alle Amsterdamsohe schouwburgen in deze maand de ex-kermismaand iets bijzonders is te zien, heft het blad een jeremiade aan over de wjjzs, waarop het groote publiek ia de hoo ditad zich dag in dag uit vermaakt. Na eene opsomming van hetgeen er te zien is roept de redactie van dat blad uit»Dat zgn nu de amusementen van »het denkend deel"in de hoofdstad des lands. >Zoo wordt het publieke leven in onsa groote stedun al meer en meer een doorioo- pende kermis der tjdslheid Men ziet het is dus niet eenvondig tegen de kermissen, dat het blad sioh verset, neen alle vermaken, ook tooneelvoorstellingen worden door zjjne redactie bestreden. Trouwensnieuw is dit verschijnsel niet, al bljjft bet om mee; dan éen reden opmerkelijk,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1892 | | pagina 1