Verspreide Berichten. Algemeene Nederlandsche Politiebond. toenam, dat het na een paar unr bezweek' Vermoedelijk ie dit te wgten aan het warme weer. De heer H. R. Kantel te Zniddorpe ver wierf te 's Gravenhage akte Fransch L. O. Zeeland zal ook bezocht worden door een tjalk van het Heilsleger. Vóór aan het schip prjjken cp een rood bord de woordenOp ter redding I en de vlag van het Leger wappert in den top van den mast. In de groote zaal van het Schuiten hof alhier werd hedenochtend de negende algemeene ver gadering gehouden van bo vengenoemden Bond. Bg den aanvang der vergadering, die te 10 nnr moest beginnen doch eerst te 11 nar onge veer geopend werd, was de opkomst niet bijster groot, maar het vermoeden iB gewettigd dat de trein nog heel wat leden zal aanvoeren. De voorzitter, de heer J. W. Tuinenburg, commissaris van politie te Hilversum, opende de vergadering met een rede. „Van het Oosten naar het Westen, zoo ving hg aan, van het Noorden naar het Zniden, steeds heen- en weertrekkende voer onsen Bond, om de beginselen van onzen Bond te verspreiden en kenbaar te maken onder de politieambtenaren in Nederland, ziedaar het geen wg gedurende de laatste vgf jaren heb ben gedaan." Na verder de leden welkom geheeten te hebben in Zeeland, meende de heer Tninenbarg dat het wapen dier provinoie, de klimmende Leenw zich aan het water ontworstelende met het devies Luctor et Emergo, ook volkomen op den Bond toepasselijk is; want ook deze wor stelt, wel niet tegen het water, maar tegen vooroordeelen; gelukkig niet zonder goed gevolg. Daarna wees de heer Tuinenburg op het feit, dat aan Geel, den bekenden sociaal-democraat, gratie verleend is om, het verleenen der gratie onbesproken latende, over de wgze, waarop Geel door zijne geestverwanten is ingehaald, gevierd en als martelaar vereerd, en ook over Geel's wgze van handelen een breed gemoti veerd afkeurend oordeel uit te spreken. Vervolgens stelde de heer Tuinenburg nog breedvoerig de wenscheljjkheid der installing eener politiewet in het lichteen wensch die telkens en telkens weer door den Bond is uitgesproken. Spreker besloot met de hoop uit te spreken dat, ook al blijven nog vele der wenschen van den Bond en de politiemannen onbevredigd, zjj zullen zjjn en blgvenhandhavers van het gezag, dienaren vsn rust en vrede, de vriend, de hulp, steun en beschermers van hunne me deburgers, getrouw aan eed en plicht, recht vaardig in al hunne handelingen tot heil van het lieve vaderland en tot steun der kroon van de geliefde koningin Wilhelmina. Deze rede werd door applaus bezegeld. Vervolgens werd door den secretaris, den heer F. A. Boombergen, verslag uitgebracht over het afgeloopen Hondsjaar 1891 92. Het ledental is toegenomen van 781 tot 978; hij telt verder 380 donateurs en 524 begunsti gers. In Zeeland bedraagt het aantal leden 90. In het afgeloopen jaar werden uitgereikt 11 gouden, 34 verguld zilveren, 99 zilveren en 236 bronzen medailles. Uit de rekening en verantwoording van den penningmeester bleek dat de ontvangsten boven de verwachting zgn gestegen: zjj bedroegen 5711.90; de uitgaven besomden 2792.19$, zoodat de rekening een goed slot oplevert van 2919.71$. De heeren Passenier, De Feyter en Bakker werden nitgenoodigd in de straks te houden pauze de rekening na te zien en daaromtrent rapport uit te brengen. Hierna werden eenige mededeelingen gedaan betreffende de colportage en de werkzaamheden van den generaal-agent en correspondenten in zake het aanwerven van donateur* en begun stigers. De heer Tuinenburg deelde mede dat de generaal-agent, na aftrek zjjner provisie, heeft afgedragen 2702.50, terwgl verschillende correspondenten onderscheidene bedragen over maakten; de totale ontvangst was f 3447, de totale uitgaaf 1215.07. De kas der fondsen is met het oversehot der rekening dus onge- „Vraag hem waar ik den zoon van mijn broeder vinden kan. Wij moeten hem dadelijk ontbieden. Ik wil geen dag langer in het bezit blijven van goederen, die mij niet toebehooren". Gabaud viel hem in de rede en fluisterde op geheimzinnigen toon. „Laat ons tot een schikking komen. Niemand weet er nog iets van. Luister naar hetgeen ik n alleen te zeggen heb." De heer Earle luisterde een oogenblik, barstte toen in woede los en trok aan de schel. „Laat dien man terstond uit," riep hg Jan toe. „Zie toe dat hij onmiddelijk de plaats verlaat." „Monsieur! het zal u berouwen; gij zult er spijt van hebben. Ik zal nog tot morgen wachten, gij zult mij laten roepen. Ik geef u vier-en-twintig uur beraad." „Maak dat gij weg komt, schelm!" „Als ik ga, zult gij mij spoedig terug laten komen." »Als gij niet gaat gilde de heer Earle. Doch eer hij uitgesproken had, pakte Jan den vreemdeling bij den arm, duwde hem de kamer uit en sloot de deur. „Vooruit, vooruit!" riep bij, en zonder op de tegenwerpingen van Gabaud te letten, bracht hij hem met versnelden pas de vestibule door, den oprij langs, naar het hek en den weg op, den portier op luiden toon toeroepende dat die kerel nooit weer een voet binnen het hek mocht zetten, „onder geen enkele voorwaarde." Gabaud was blij dat hij zieh alleen op den veer 3000 vermeerderd. Ook deze rekening werd ten onderzoek gesteld in handen der evenganoemde commissie. Vervolgens bracht de administrateur der fondsen rapport uit. Hg deelde mede dat het vrg kapitaal van ƒ9109.96 gestegen is tot 10974.94$. De deelname in de verzekering beliep 30,000. De voorzitter stelde door voorbeelden het nut en het voordeel van pensioenverzekering bg den Bond in het licht en wekte tot meerdere deelneming dan tot dusver op. Door den wiskundigen adviseur der vereeni- ging werd vervolgens de wetenschappelijke en wiskundige baians medegedeeld. Hit den aard der zaak bestond die mededee- ling uit een reeks van cjjfers, voor het grootste deel van onze lezers van geen belang. We noemen alleen het volgende, op de balans voorkomende: in kas was 325.90$, aan effecten 13906, aan hypotheken f 1750de wiskundige reserve bedroeg f 3617.97 de extra-uitdeeling in 4 jaar 985.51$ en het kapitaal 10974.94$. Thans deed de secretaris mededeeling en rekening en verantwoording omtrent het kapitaal van den Bond in verband met de administratie over de aangekochte en aan de leden verstrekte boekwerken enz. In kas was bjj den aanvang van het boek jaar f 915.40, terwgl weder verschillende boek werken en brochures zgn aangekocht. Dien tengevolge is de stand der kas gedaald tot 818.49, terwgl nog een aantal boekwerken in het bezit van den Bond zijn. Alsnu was aan de orde de behandeling van ingekomen voorstellen en brieven. Yan den heer Bek uit Zevenbergen was een schrijven ingekomen, waarin bij erop aandringt dat de Bond pogingen aanwende om een examen in te voeren voor de beroeming van veld wachters en politiedienaren. De voorzitter deelde mede dat het dag. bestuur dit nuttig en noodig oordeelt, maar het niet eens is omtrent de wgze van uitvoe ring. Het meent dat de politiewet, wordt die samengesteld zooals de Bond het wenscht, in deze leemte zal voorzien. Het hoofdbestuur stelde daarom voor het schrjjven voor kennisgeving aan te nemen. De heer Bek lichtte zgn denkbeeld nader toe doch verklaarde geen bezwaar te hebben dat de zaak voorloopig van de agenda werd afgevoerd. Op verzoek van den secretaris deelde de heer Bek nog mede dat hjj onder het examen verstaat dat bljjke of de candidaat in staat is zelfstandig een opstel of procesverbaal op te maken, en dat de autoriteiten zich vergewissen van de kunde der voor te dragen sollioitanten Tegenwoordig wordt naar sprekers meening te veel op het uiterljjk van de sollicitanten afgegaan. Hjj zou wenschen dat ook op het intellect werd gelet. Een ander lid, de heer Yan Leeuwen uit Amsterdam, verklaarde het volkomen eens te zgn met den vorigen spreker. Hjj zag in ver hooging van het peil der ontwikkeling van politiedienaren ook verbetering van hunfinan- cieelen toestand, die ook alleszins noodig is. De heer Yan Waning, burgemeester van Ouderkerk a/d. lJssel, deelde mede datinzjjne omgeving de sollioitanten voor veldwachters betrekkingen een opstel moeten maken en dat steeds zjj worden voorgedragen, die voldoende bekwaamheid en geschiktheid bezitten. De heer Yan Leeuwen repliceerde en gaf een schets van de wgze, waarop in Amsterdam de politieagenten worden benoemd, waar de politie eigenljjk een passantenhuis is en rjjp en groen wordt aangesteld. De heer Yan Waning stelde nog in het licht dat de financieele kwestie, de bezoldiging, van grooten invloed is. Hoe meer salaris men geven kan, hoe hooger eischen van ontwikkeling men stellen mag. Hiermede was dit punt afgehandeld. Alsnu werd besproken de vraag of een her druk gewensoht is van het verslag der staats commissie, die in 1852 rapport uitbracht over een ontwerp politiewet. Het bestuur heeft naar de kosten daarvan geïnformeerd, de opgaven loopen van p. m, 300 tot p. m500 en het aoht die te hoog in verband met het nut, dat van den maat regel is te wachten. De secretaris lichtte dit nog nader toe; hjj meende dat het boekje door velen niet be- weg bevond, want Jan Pook had, zonder iets van de aanleidende oorzaak te weten, grooten lust aan deu dag gelegd om dien „verwenschten parlez-vous" den nek om te draaien en al ver stond Gabaud de woorden niet, de gebaren bad hij best begrepen. „Wat heeft de kerel tegen u gezegd?'' vroeg Adriaan, zoodra zij alleen waren. „Wat hg zeideriep de heer Earle vol verontwaardiging uit, „hg wilde dat ik hem zou omkoopen om dien erfgenaam te verdon keremanen. Wat hij precies zeide verstond ik niet, maar daar kwam het op neer. Ik zou in het bezit blgven en mijn neef, indien die bestaat, zou nooit van iets weten. Die schurk Waar zag hij mij voor aan 1 Voor een gauw dief, zooals hij zelf is? voor een man zonder eer! Die dief, die spitsboef, die bedrieger Net als ik van den begin af gedacht hebniets dan een verzinsel om mij geld af te persen. Ik geloof geen woord van zijn heele verhaal. „Een dief en een schurk, ja dat is hij," zei Adriaan, „maar ik ben nog niet zoo zeker dat het een verzinsel is. Het verhaal dat hij deed bleek vrij waarschijnlijk, al was het gebruik, dat hij er van wilde maken, nog zoo gemeen." „'tls waar. Ik vergat dat die zoon toch wel bestaan kan, ondanks de laagheid van dien man; maar hoe komen wij daar achter?" „Hij zal nu naar Parijs terugkeeren en trachten een koop te sluiten met de tegenpartij» die, zooals hij zeide, nog onkundig was van de grepen en tersjjde gelegd zal worden. Boven dien is het rapport ook wel wat oud. De beslissing werd aangehouden tot na de pauze. Mededeeling werd nu gedaan dat het hoofd bestuur aan den wensch der leden van den Bond, behoorende tot de rjjksveldwaoht, heeft voldaan en een tweede lid der rjjksveldwaoht tot lid van het hoofdbestuur heeft benoemd, ook op grond dat zooveel, 173, leden der rjjks veldwaoht tot den Bond zgn toegetreden. Door het heofdbestuur is nu benoemd de heer A. O verduin, brigadier-majoor der rjjks veldwaoht te Middelburg. De voorzitter stelde de verdiensten van dezen ambtenaar, die reeds 27 dienstjaren telt, in het licht als flink politie man, trouw en eerljjk, met groote ondervinding en taot. Hjj wensch te dat lid van het hoofdbestuur, thans voor het eerst tegenwoordiggeluk met ejjne benoeming en beval hem de belas gen van den Bond met nadruk aan, daarbjj de overtuiging uitsprekende dat de heer Overduin ook in dezen werkkring nut zal kunnen stichten* De heer Overduin dankte den voorzitter voor zijne welwillende woorden; nog slechts kort geleden toegetreden, had hjj niet vermoed dat hem zulk eene ondersoheiding zou zgn ten deel gevallen en gaarne had hjj gezien dat de keus op een der heeren commissarissen van politie een in Zeeland ware gevallen. Mocht dit kunnen bereikt worden, dan zou hjj aan een dezer heeren gaarne sjjne plaats afstaan, op grond van zijne meening dat een dier^functionarissen meer dan hjj in het belang van den Bond kan werkzaam zgn. De voorzitter deelde, naar aanleiding hier van, mede dat de samenstelling van het hoofd bestuur bjj het reglement van den Bond bepaald is en dat in verband daarmee de benoeming is geschied. De heer De Graaf, oommissaris van politie te Ylissingen, dankte den heer Overduin voor de gunstige meening, die hjj van de commissa rissen in Zeeland heeftdooh hjj is overtuigd dat door diens benoeming the right man on the right place gekomen is. Hjj bracht hulde aan zgn verdiensten als politieman en sprak zjjne overtuiging uit dat bjj, die met zooveel leden der rjjks- en gemeente-veldwachters in aanraking komt, meer in het belang van den Bond kan werkzaam zijn dan een commissaris van politie, die sleohts met zgn onderhebbend personeel verkeert. Nadat nog eenige waardeerende woorden tusschen den heer Overduin en den heer De Graaf waren gewisseld, werd de vergadering voor eenige oogenblikken geschorst. De vergadering heropend zjjnde bleek het ledental wel eenigszins toegenomen te zgn; toch was de opkomst niet drukwe telden een vjjftig aanwezigen. In de eerste plaats werd door de commissie rapport uitgebracht omtrent de in hare handen gestelde stukken. Zjj adviseerde tot goedkeu ring, conform welk advies de vergadering besloot. Hierna werd opnieuw ter tafel gebracht het punt betreffende den herdruk van het verslag der staatscommissie. Het bestuur gaf in overweging daartoe niet te besluiten, de verzekering gevende dat het andere werkjes op het oog heeft om onder de leden te verspreiden. De vergadering vereenigde zich hiermede. Het hoofdbestuur deelde mede dat, ingevolge besluit der vorige vergadering, is besloten in zake het bekomen van een politiereglement een adres aan H. M. de koningin te richten, dat morgen of overmorgen zal verzonden worden. Bljjkens het rapport van den raad van toe zicht op de fondsen zgn deze, na gedaan on derzoek, in orde bevonden. In verband met eene opmerking van den raad van toezicht zal in eene volgende alge meene vergadering een reglements-wjjziging worden voorgesteld, waardoor die raad meer recht van bestaan hebben zal. De gelegenheid geopend zjjnde om de be langen van den Bond en de fondsen te bespre ken, deelde de heer Tuinenburg het een en ander mede naar aanleiding van een doorhem naar Groningen gemaakte reis ter gelegenheid van de daar gehouden eerste povinoiale afdee- lingsvergadering. Bjj die gelegenheid is hem gebleken dat in de genoemde provinoie onder de politiedienaren een kameraadschappelijke erfenis, waarop hg aanspraak heeft." „Waarschijnlijk. Mijn arme broeder stak al tijd in schulden. Hij trok weinig of niets van dit verarmde landgoed en werd algemeen als doodarm beschouwd. A's ik zijne schulden niet betaald had, was hij reeds lang bankroet ge weest. Dus is het best mogelijk dat zijne erfge namen, als hg die heeft, niets van de erfenis vermoedenmaar daar zullen zg vroeg of laat toch wel achter komen. En nu gij weet wat ik denk". „Gij wenscht dat ik dien erfgenaam ga zoeken, als hij bestaat, en als hg niet bestaat wilt gij daar zekerheid van hebben". „Juistik weet niemand, die gemakke lijker de waarheid kan ontdekken dan gg". „Heel goedik zal alles doen wat in mgn vermogen is om u te helpen". „Dank u. Ik geef n carte blanche". „Ik keer terstond naar Londen terug en vertrek onmiddeigk naar Pargs". „Vandaag nog niet. Blijf nog éen dag hier. Morgen ga ik met u mee naar Londen. Hier kan ik nu toch niets uitvoeren". Adriaan liet zich gemakkeigk overreden, want hij verlangde dat Marianne zou vernemen, waarvoor hg gekomen was en waarom hg naar Parijs ging; maar daar wilde de heer Earle niet van weten. Tegen den middag stak de storm weer op en sloeg een groot stuk van de kust weg, doch toen de eb kwam, ging de wind weer liggen geest heerscht en daar werkeljjk belangrjjke zaken werden besproken. Op grond van de daar opgedane ervaring sprak het hoofdbestuur den wensoh uit dat het goede voorbeeld van Groningen mocht worden gevolgd en ook in Zeelsnd een provinciale afdeeling opgericht. De spreker zette de daaraan verbonden finanoieele voordeelen in het lioht als vergoeding van een deel der opriohtingBkosten en een deel van de contributie van in de pro vinoie bestaande leden. Een der Groningsche leden beval ook, op grond van de ondervinding, opriohting van provinciale afdeelingen aan. In Gioningen toch werpt de afdeeling goede vruchten af. Een ander lid uit Groningen besprak de vraag of het geen overweging verdient een naamljjst der leden nit te gevenhg aohtte dit wensohelgk. De secretaris deelde mede dat in 1890 een ledenlgst iB gemaakt, doch dat het bjjhouden ervan een zeer lastig werk isop het oogenblik dat de ljjst uitkomt is zjj vertrouwbaar, maar later niet meer, daar er dageljjks mutaties in voorkomen. Een ander bezwaar zgn de onkosten. Het bestuur zal het denkbeeld overwegen. De heer De Graaf van Ylissingen sprak zjjne verwondering uit dat, voor zoover hem bekend, van uit het hoofdbestuur geen stem is opgegaan om het daarheen te leiden dat de regeering de ambtenaren, welken zg diensten oplegt, bezoldige of hun pensioen toelegge. Hg stelde in het lioht dat zoowel de commissarissen van politie als de inspecteurs en de agenten voor het rjjk veel werkzaamheden verrichten. Yerder wees spreker op de wenscheljjkheid dat den politieambtenaren, die thans afhangen van de gunst van gemeentebesturen, recht op pensioen werd toegekend. Eene rjjkspensioenwet ten deze, reeds jaren geleden in uitzioht gesteld, laat zich steeds wachten. De heer De Graaf stelde in het licht dat b. v. onderwijzers rjjkspensioen genieten en dat zeker ook politieambtenaren gaarne daar voor iets zouden bjjdragen. De vergadering gaf door luid applaus van hare instemming met het gesprokene bljjk. De voorzitter deelde mede dat door het hoofd bestuur reeds veel in dezen is gedaan en dat reeds een fonds is opgericht. Gaarne zal het hoofdbestuur den gegeven wenk in overweging nemen en het geopperde denkbeeld trachten tot verwezenlijking te brengen. De heer Yan Leeuwen uit Amsterdam juichte het denkbeeld van den heer De Graaf toehjj meende dat iets diende gedaan te worden tot verheldering van den levensavond van den politieman. Een der Groningsche leden besprak de wen scheljjkheid zeker werkje, bevattende modellen van processen-verbaal, voor den Bond aan te schaffen. Dit werd van de bestuurstafel be streden èn op grond van de kosten èn ook omdat men bedoeld werkje minder gepast achtte. Thans was aan de orde de vaststelling van de plaats, waar de tiende algemeene vergade ring zal gehouden worden. Het hoofdbestuur stelde voor Zwolle daarvoor aan te wjjzen. Een der Groningsche leden vroeg of het in het belang van een drukkere opkomat geen overweging verdiende niet om beurt in de verschillende provinoiön te vergaderen maar een vaste gemeente in het centrum des lands aan te wjjzen. De voorzitter wees op de tot dusver gevolgde regeling, doch gaf toe dat het zeker wenscheljjk zgn zou, indien steeds een voor ieder gemak kelijk te bereiken gemeente werd aangewezen. Dit zou gevonden kunnen worden, indien in elke provinoie afdeelingen bestonden, die zioh op de algemeene vergadering konden doen ver tegenwoordigen. Zwolle werd nu als plaats voor de volgends algemeene vergadering aangewezen. Yervolgens werd nog eene bespreking gevoerd over de wensohelgkheid dat vanwege het rjjk of de gemeente, vooral op het platteland, een woning beschikbaar gesteld werd voor de ambtenaren van rjjkspolitie. Een der leden verzocht nog aan het bestuur bjj de regeering pogingen aan te wenden om voor de rgks politie-ambtenaren vergunning te verkrjjgen de door den Bond uitgereikte medailles in het openbaar te dragen. Het hoofdbestuur heeft dien weg reeds in geslagen en zal daarop voortgaan. De voorzitter sloot hierop de vergadering, en de avond was betrekkelijk kalm. Adriaan bleef wat lang opzitten met zgn gastheer, zoodat iedereen reeds ter ruste was, toen zij naar boven gingen. De groote vestibule met de breede trap was geheel donker en de kaarsen, die zg in de hand hielden, maakten de duisternis nog zichtbaarder. De groote hangklok sloeg juist middernacht. „Wij zullen niet die trap opgaan," zei de heer Earle »wg kunnen onze kamers langs een achtertrap bereiken." Adriaan volgde hem en het verbaasde hem niet dat zijn gastheer wat zenuwachtig was. De donkere hoeken van die hooge, beschoten vestibule schenen bij het flikkerende kaarslicht zeer geschikte schuilplaatsen voor de spoken, die, naar men zeide, in dat oude slot huisden. Eer zij nog vele stappen gedaan hadden klonk er een luid gedruisch, alsof er iets neer viel in de vestibule, die zg zoo even verlaten hadden. Zij ontsteldenen Acjriaan wilde teruggaan om te zien wat het was maar de heer Earle verhaastte zgn stap. „Wat zou dat zgn?" vroeg Adriaan toen hg hem ingehaald had. „Niets; in oude huizen hoort men altijd zulke geluiden; ratten wellicht." „Er is misschien iemand in de vestibule en dan hebt gg hem in huis gesloten." „Er is niemand. Laten wij gerust naar bed gaan." Zij gingen naar boven en Adriaan bleef weer na erop te hebben gewezen dat ook dit maal vele belangrjjke zaken zgn behandeld; en de hoop uitgesproken te hebben dat ook deze bjjeen- komst het hare toebrengen zal tot verheffing van den stand van politiebeambte en tot aan kweeking van een steeds meer kameraadsohap- peljjken geest. Als algemeene maatregel is door den hoofd-intendant bjj het leger bepaald dat bjj alle militaire slaehterjjen een herbesteding van de levering van rundvee zal plaats hebben op 1 Ootober a. s., ingaande 1 November d. a. v. In verband met de nienwe regeling op het bezichtigen der koninkljjke paleizen, wordt medegedeeld, dat door H. M. de koningin regentes bg uitzondering een enkele maal wordt afgeweken van de persoonljjke toegangs bewijzen daarvoor benoodigd, wanneer dit door besturen van liefdadige instellingen, ten behoeve hunner verpleegden, reehtstreeks aan H. M. wordt aangevraagd. Het bericht, dat de koninginnen het voornemen koesteren om de aanstaande ten toonstelling te Leiden van de Hollandsohe maatschappij van landbonw te bezoeken wordt ten stelligste tegengesproken. De heer dr H. J. A. M. Sohaepman ont ving nit Rome het volgende telegram «Professor Sohaepman, seminarie Rjjsenburg langs Utrecht, Nederland. De H. Yader ver nemende, dat gjj uw vjjf-en-twintigjarig pries terschap viert, zendt u bjj deze groote gelegen heid van harte zgn apoBtolisohen zegen. Kardinaal BampolW Te Rotterdam hadden twee agenten van politie, die een dronken kerel hadden gearres teerd, het hard te verduren van het publiek; ejj werden geslagen en men traohtte den besohonkene te ontzetten. Tegen de kwaadwil ligen, die het verzet pleegden, wordt eene strafreohteljjke vervolging ingesteld. De toestand van luitenant Metelerkamp was Woensdag minder gunstig dan vorige dagen, hoewel er vooralsnog geen gevaar be staat. Yolgens het H. Dagblad is het bericht dat genoemde luitenant bg sjjn val den onderkaak gebroken heeft, onjuist. Hjj heeft geen enkel lid gebroken. Te Soheveningen zgn twee knapen, een van negen en een van elf jaar, bg het baden verdronken. Zg waren in den namiddag ten zniden van het dorp gaan baden en raakten beiden in een van die muien en kolken, aooals er daar vele zgn. Omstreeks zes uren werden hunne ljjken ter hoogte van den vuurtoren door den stroom tegen de bank geslagen. Twee mannen wisten ze te grgpen en naar het strand te brengen. Het Hbld schrjjft dat er zoovele Amster dammers zgn, die, zoodra een handelsfirma haar zaken een hoogere vlucht doet nemen, een koopman zgn magasgnen verbouwt en vergroot, zoo spoedig mogeljjk geruchten rondstrooien, waarin de soliditeit dier firma's in twjjfel wordt getrokken, geruohten, gretig door het publiek opgevangen en zoo spoedig mogeljjk verspreid In den laatsten tgd werd er geen zaak van eenig belang uitgebreid, of men sprak geen twee weken later van failliet gaan. Yoor- beelden te over liggen voor de hand en ieder in het geheugen. Ook nu weer iB men sedert eenige dagen lief aan het borduren, en doet men een man van ondervinding en energie, die zgn bloeiende zaak uitbreidde en vestigde in een dier magazgnen, waarop de Amsterdammers van den jongsten tgd zoo trotsoh zgn, onberekenbare schade. Ditmaal zullen de onaangename gevolgen echter hoogstwaarsohgnlgk terugvallen op de onbedachten of kwaadwilligen, die het praatje de wereld inzonden. De benadeelde is hen op het spoor gekomen, heeft een 52-tal namen bgeen van personen, die het loopend vuurtje nog eens aanstookten, en is bezig er voor te zorgen, dat de geheele zaak binnenkort voor het gereoht zal komen. Wat baldadigheid al niet vermag werd Zondag namiddag te Amsterdam bewezen door de lieve straatjeugd, die door middel van een brandglas papier in brand stak in een win kelkast. De brandweer werd ontboden en bg afwe- staan luisteren. „Het is de hond", zei de heer Earle on geduldig. „Niets dan Turk de wachthond." Turk huilde allerwanhopigst, hield af en toe op, als om te luisteren en begon dan weer opnieuw; niet blaffende als een tronwe waak hond, die dieven ruikt, maar als in angst voor een naderend gevaar. „Zonderlingzei Adriaan, „die hond moet in angst zitten. Wat zou hem deeren?" „Het is zeker de manesohgn, die hem hindert". De hond jankte nog een paar maal, als kreeg hij slaag en slaakte toen zulk een klagenden, langduiigen jammerkreet, dat Adriaan terstond naar beneden wilde gaan, om te zien wat het arme dier scheeldedoch de heer Earle wilde er niet van hooren. „Die hond is lastig", zei hij, „ik zal hem morgen laten verwijderen". Bg de deur van Adriaan's kamer namen zij afscheid. De nacht was betrekkeigk kalm en de maan scheen helderalleen hetonopboudelijk geklots der golven en het voorbijjagen van dunne witte wolkjes verrieden dat het gestormd had. Adriaan bleef nog een poos uit het raam kgken naar de speling van het maanlicht op de zee en toen hij eindelgk zgn bed opzocht, viel hij onmiddellijk in slaap. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1892 | | pagina 2