N\ 195.
135" Jaargang.
1892.
Vrijda
19 Augustus.
Middelburg 18 Augustus.
GEEN KEUS.
Dexe courant verschijnt d a g e 1 ij k J
met uitzondering van Zon- en Feestdagen]
Prfj» per kvrartaal in Middelburg en per post franco f 2.
Afzonderlijke Hommers, met of zonder bijvoegsel,
zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën20 cent per regel.' Bij abonnement lager]
Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle
dankbetuigingen; van 17 regels 1.50;
iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte]
Telephoonnommer 139.
"FEUILLETON.
UIT STAD EN PROVINCIE.
m
hii)[ini{iit(.s<iii: («hum.
Thermometer.
Middelburg 18 Aug. vm. 8 11.68 gr.
m. 12 u, 78 gr., av. 4 n. 80 gr. F.
Verwacht O. wind.
Agenten te Vlissingen: P. G. di V»t Mxstda6H b Zoon, t3 Goes: A. A. WBollajsd, te KruiningenF. v. d. Pïijl, te Zierikzee: A. C. de Mooii, te Tholen: W. A. Advertentiën
vajt nrruwihhuuzi* en te TerneuzenM. dï Jonen. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de f moeten des namiddags te één uur
advertentie-bureau's van Nijgh Vast Ditkae, te Botterdam, Si Gun. BnimTAini, te Gravenbage, cn A. sn la Mae Azn., te Amsterdam. j aan het bureau bezorgd zjjn, willen
Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjt en Londen, de Compagnie générale de Publieité étrangère G. L. Daxtbe Cm., Jonk F. Jonas, opvolger. xg des avonds nog worden opgenomen
Onlangs is zooals wjj meldden op
advies van den Baad van state bg koninklgk
besloit bCBlitt, dat eene bgtondere school, 100
zg voor eene rgkssubsidie in aanmerking komen
aal, een eigen hoofd moet hebben, welk hoofd
niet tegelgk hoofd eener andere school mag
zgn. Daarover hebben sommige katholieke
organen sieh zeer ontevreden getoonddr
Sohaepman heeft o. a. in Het Centrum de
juistheid der beslissing bestreden en de heer
j. H. Wjjnen heeft er sioh in He Maatbode
nogal scherp over uitgelaten. Hg aag daarin
een bewjjs van partijdigheid van het kabinet
ter gunste der openbare «obool.
Thans wordt door den heer Heydenrjjck, lid
van den Baad van state, in de Maatbode te
beslissing verdedigd. Hjj acht die volkomen
juist, aangeiien de wet niets anders toeliet.
De yre\-Maekay (1882) zegt, zoo mr Heyden
rjjck uitkomen doet, in haar artikel 546i»;
„Door het rjjk wordt over elk dienstjaar aan
de bestoren der bjjzondere lagere scholen eene
bjjdrage verleend, volgens denzelfden maatstaf
als bjj art. 45 sub lo aan da gemeente ten
behoeve der openbare lagere school wordt
toegekend, mits.
Dan volgt een reeks mitsen. Maar de „mits",
die hier in aanmerking komt, is no 4„mits
het aantal onderwjjsers voldoe aan de voor de
openbare scholen gestelde eischen in de art. 23
•n 24, het 3e lid uitgezonderd." En wat zegt
an art. 23?
„Aan het hoofd van elke sohool is een
onderwjjzer geplaatst, die den leeftjjd van 23
jaren moet voibraoht hebben en den rang van
hoofdonderwjjier bezit" enz.
Dat elite, zegt mr H., ia hard, maar dnideljjk
en afdoende.
En, voegt hg er bjj, noch uit eenig, bjj en
over de wording der wet gewisseld stuk, noch
nit de beraadslaging, nooh nit wat ook, bljjkt,
dat men van de gewone redeljjke taalkundige
opvatting in oasu heett af te wjjken.
Wel leest men in art. 54: „De onderwjjzer,
die de lessen der school (bjjzondere sohool)
bestnnrt, wordt geacht aan haar hooid te
«taan", enz. enz. Maar dat heeft, zoo mr H.
aanmerkt, niets met dit geding te maken. Het
artikel dient om bjj de bjjioadere sohool te
In ds circulaire, dezer dagen door Gcd. etsten
van Zeeland over deze kweetie tct burg. en weth. der
vertehillende gemeenten gericht, atond in den aanhef
.dat de rjjksbjjirage, bedoeld in art. 54bit der vet
op bet lager onderwjjs, niet kan worden toegeataan
voor eene bjjzondere lagere achooi, welker hoofd tevena
nla boofd eener andere bjjzondere lagere school ia
werkzaam geweest."
Wjj gelooven dat deze bewering niet juist is j er ia
alleen aprake van hoofden van bjjzondere lagere scholen,
welke tevena als hoofd van zulk eene school werk-
ziam zjjn.
De woorden «geweest zjjn" zouden aan het beslnit
eene verdere strekking geven dan in de bedoeling der
regeering ligt.
Uit het EngeUch.
TEE
t. s. millington.
XXVI.
onderkennen, wie van twee of meer gediplo
meerden van gelgken rang het hoofd is.
In De Maasbode was door eenen S. en ook
door dr Wynsn betoogd, dat dan ook de hoof
den van openbare soholen geen rijksnormaal
lessen mogen besturen, zoo de minister althans
consequent wilde zijn. Vooreerst, merkt mr
Heydenrjjck dienaangaande aan, weerlegt men
daarmede niet bet eerst aangevoerde en alles
beheersohende verband tusscheu art. 54bis, no
4 en art. 23 verder geldt het ongelijksoortige
zaken, en verwjjBt hjj naar art. 12 der wet.
>Daar worden, zegt hjj, normaallessen en
kweekscholen zelfstandig besprokenhet is nu
eenmaal zóo
Ten slotte sohrjjft mr Heydenrjjck
»Zelfs de halsstarrigste zal erkennen, dat,
mooht er na deze uiteenzetting nog eenige
twjjfel kannen bestaan, de opvatting der re-
geerirg op verre na de meest gegronde schjjnt
en zjj geene aanleiding mocht geven tot onver
diende aanvallen, tot eene verspilling van
krachten, die allicht later beter kunnen worden.
HaarlCt.)
Bij kon. besluit is, wegens de ernstige on
gesteldheid van generaal-majoor H. F. C. Har-
denberg, inspecteur der infanterie, de waar
neming der functiën van inspecteur der
infanterie opgedragen aan luitenant-generaal
F. M. B. ridder Alewjjn, adjudant in buiten
gewonen dienst van H. M. de koningin, ohei
van den generalen staf; bjj dat besluit is
tevens bepaald, dat de luitenant-generaal ridder
Alewjjn voornosmd ook tjjdena die waarneming
zal' belast bljjven met zjjn betrekking van ohef
van den generalen staf.
Verder is eene oommissie ingesteld tot bet
honden van een vergeljjkend onderzoek naar
de bekwaamheid van oandidaten voor de
betrekking van adspirant-ingenienr van den
waterstaat, bestaande uit de heerenG. van
Diesen, hoofdinspecteur van den waterstaat,
als voorzitter; A. van Hooff, hoofdingenieur
vau den waterstaat in het 11de district; H.
E. de Brujjn, hoofdingenieur belast met den
algemeenen dienst van den waterstaat; dr G.
J. Legebeke en dr C. A. Seheltema, beiden hoog
leeraar aan de polytechnische schoolE. B.
van Nes van Meerkerk, ingenieur van den
waterstaat der 1ste kl. te 's Gravenhagemr
N. J. van IJsselateyn, hoofd comm. bjj het
departement van waterstaat, handel en njj-
verheid; H. F. Bejjerman, ingenieur van den
waterstaat der 2de klasse te Gravenhage,
tevens secretaris.
De Staatscourant van heden (Donderdag) bevat
de statuten der naamlooze vennootschap:
Oestermaatschappij >Neptunusto Leeuwarden.
Onder de oprichters komen voor de heeren
Jan Abraham van Heel, kassier, wonende te
Goes en Tjjmen Aukes, oesterkweeker, wonende
te Botterdam, die, in hnnne kwaliteit van eenige
liquidatenren der van rechtswege ontbondene
naamlooze vennootschap Oester maatschappij „Zee-
landhet gewone aandeelen kapitaal ten be
drage van vier en dertig duizend gulden geheel
hebben genomen.
Voor de eerBte maal is als directeur aag ge
steld de heer Tjjmen Aukes voornoemd.
De mail, dezer dagen ontvangen, is gedateerd
19 Juli.
Volgens het verslag der voornaamste ge
beurtenissen in het gouvernement Atjeh en
Onderhoorighed.in, loopende van 18 Juni tot
en met 4 Joli jl., werden in Groot-Atjeh enkele
onzer posten af en toe beschoten.
Binnen de linie kwamen slechts enkele ge
vallen van oholera voordaarbuiten moet die
ziekte echter sterk heerschen.
In de onderboorigheden werden onze ver
sterkingen eveneens af en toe beschoten.
Het weder was over het algemeen droog en
warm. Slechts in de laatste dagen van den
versl» gtjjd viel er wat regen, gepaard met
hevigen wind.
De gezondheidstoestand was stationnair. Het
gemiddelde ziektéojjfer per dag bedroeg 26
tegen 26.5 en dat der beri-beri 13 tegen 12.3
gedurende den vorigen verslagtjjd.
Het sterftecjjfer was lager.
Boekhandel-Tentoonstelling.
Men verzoekt ons opname van het volgende
omtrent de thans te Amsterdam gehouden
wordende Tentoonstelling van den Boekhandel.
Men kan de tentoonstelling van den boek
handel in het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam
'beschouwen van twee standpunten: van een
technisch en een aesthetisch standpunt.
In beide opzichten geeft deze tentoonstelling
heel wat te leeren.
Men behoeft slechts de groote zaal van bet
paleis even door te wandelen om overtuigd te
worden, dat het boekdrukkersbedrjjf in de laat
ste jaren met reuzenschreden vooruit is gegaan.
Schier alles, wat vroeger door de vaardige
hand van den werkman moest geschieden, wordt
nn langs maobinalen weg tot stand gebracht.
Alleen den zetter heett de machine nog niet
kunnen verdringen. Wel zjjn herhaaldeljjk
proeven genomen met een zet- of distribueer-
machine, maar deze bleek geen praotische
resultaten te hebben. Dit is ook zeer ge
makkelijk na te gaan, als men weet welke
verschillende lettersoorten, randen en vignet
ten in het z. g. smoutwerk worden gebruikt.
En waar bljjft men met den smaak, die ook op
het drukwerk zjjn stempel moet drnkken; kan
men dit aan een machine overlaten?
De letterzetterjj is nagenoeg op dezelfde
hoogte blijven staan, waarop zjj reeds voor
vele jaren stond. Wel heeft zjj eenige verbe
tering ondergaan en is zjj in bet bezit geko
men van nieuwe hulpmiddelen, maar van een
vooruitgang als dien der boekdrukkerij is geen
sprake. Men zou zelfs eene niet al te gewaagde
spelling verkondigen, wanneer men beweerde,
dat de zetterjj eer achteruit dan vooruit gegaan
was.
En uit een aesthetisoh oogpunt besohonwd,
is deze stelling zeer goed te verdedigen.
Vroeger had iedere voorname drukkerij hare
eigene lettersoorten en versierselen, zoodat elke
drnkkerjj als 't ware haar eigen karakter legde
in het werk dat zjj drukte.
Een stormachtige nacht.
Adriaan ging voor het raam staan en keek
naar buiten. Het was pikdonker en het geluid
der golven, die op het strand braken, ver
mengde zich met het geloei van den wind.
„Zrju er hier veel visschers vroeg hij
„Nu niet. Er is geen haven of veilige
aanlegplaats meer. Sedert de zeebreker weg
geslagen is, is de kust bijna Ongenaakbaar
maar wij voelen ook voor onze buren."
„Natuurlijk."
„Ik ben blij dat gij van nacht het Kanaal
nietbehoeft over te steken, mijnheer Brooke."
Marianne zag verwonderd op. Zij bad Wel
gehoord van het bezoek van Gabaud; maar
wist niet wat bet beteekende.
„De storm is onverwachts opgekomen en
kan ook weer spoedig bedaren", zei Adriaan.
Eensklaps werd het gesprek gestoord door
een herig gekraak en gerammel ia den schoor-
„Zoo gaat het goedzei de heer Earle.
„Alweer een schoorsteen afgewaaid. Gij ziet
in welken toestand het huis is. Het zou dwaas
heid zijn in de gegeven omstandigheden, daar
veel aan ten koste te leggen. Men weet niet
waar men zou moeten ophouden."
„Ik begrijp u niet", zei Marianne. „Ik
dacht dat gij besloten badt het geheele geboutv
dadelijk te laten opknappen. Gij wilt het toch
niet geheel laten vervallen een oud hnis,
dat sedert meer dan twee eeuwen in de familie
is geweest."
De heer Earle beet zich op de lippen en zei
„Dat zult gij later wel begrijpen."
„Wat is er dan gebeurd?"
Daar haar vader het antwoord ontweek zag
zij Adriaan vragend aanmaar die keek naar
den grond. Zij stond op, zei eenigszins stijf
goeden nacht en verliet ontstemd de kamer.
„Waarom verbergt gij iets voor uwe
dochter?" vroeg Adriaan, aoodra zij weg was.
„pat moet gij mg zelf laten beoordeelen,"
klonk het antwoord en Adriaan begreep dat
hg zich wel nuttig mocht maken, maar zich
daar niets op laten voorstaan.
De heeren bleven nog laat op zitten, pra
tende over de zaak, welke ben samen gebracht
had, en luisterde naar den storm, die voortdu
rend in hevigheid toenam.
„Er is iets sombers in soo'n oud huisik
zon hier niet gaarne altjjd willen wonen," zei
de beer Earle.
„'t Is waar", zei Adriaan, „ik heb ge
hoord dat hier ook een spookkamer is. Is dat
waar
„Onzin."
„Gelooft gij niet aan die dingen
„Wie gelooft daaraan
„Ook niet aan voorteekens
De heer Earle ontstelde en zei„Wij kannen
op dit nar van den avond wel over aangena
mer onderwerpen spreken, zou ik denken."
Adriaan nam zijn kaars op.
„Haast u toch zoo niet", zei de gastheer.
„Het is tijd om naar bed te gaan, en ik
ben moede."
„Ik hoop dat gij niet gestoord zult
worden", zei de heer Earle, hem tot aan de
trap begeleidende.
„Ik ben niet bang", zei Adriaan lachende.
„Ik bedoel door den storm", viel de ander
ongeduldig in. „Goeden nacht."
Adriaan's kamer zag op de zee uit en of
schoon de lniken dicht waren, hield het ge
bulder van den wind en het gebonk der golven
op het strand hem nog lang wakker.
Eindelijk viel hij in slaap en in zijne
droomen vermeDgde zich het gieren van den
wind met andere geluiden, niet alleen buiten,
maar, gelijk hij zich in hall wakenden toestand
verbeeldde, in of vlak bij zijn kamer.
Leg maar eens een kenner het een of ander
oude boekje voorhg zal onmiddellijk, zonder
het titelblad te zien, weten te zeggen, dat het
boekje in die eenw en daar of daar gedrnkt is.
Tegenwoordig is dat geheel anders geworden.
Dezelfde lettergieterij levert dezel fde lettersoor
ten aan meerdere boekdrukkerijen daardoor is
het individueels karakter van het boek verloren
gegaan, en vertoont zich slechts nog in eenige
kostbare prachtuitgaven, zooals die nu en dan
nog wel eens verschijnen.
Toeh openbaart zich hier en daar nog een
streven om den stijl te bljjven huldigen, dat
wil zeggen om eenheid en harmonie te brengen
in de uitmonstering van het boek, deze in
overeenstemming te brengen met den inbond
ervan en met het doel, waarvoor het moet dienen.
Het is niet vleiend voor onze nationale kunst
nijverheid, maar de verklaring kan hier niet
achterwege bljjven, dat aan onze Naderlandsche
uitgaven in 't algemeen dat karakter ontbreekt
en in dat opzicht doen wjj niet voor onze
Duitsohe naburen onder.
Hetzelfde verschijnsel evenwel kan men niet
alleen waarnemen bjj ons boekdrukkerswerk,
maar in bjjna alle voortbrengselen onzer kunst
nijverheid vertoont zich dat gebrek aan stjjl
en karakter. In 't algemeen laten wg te veel
aan het toeval over, zonder rekening te honden
met de eischen van den goeden smaak, met
de aesthetisohe regelen, door de verschillende
stjjlen voorgeschreven.
Yergeljjk eens den stylaal behandelden Al-
manaeh des amateurs de reliure (Fransohe afdee-
ling) met zjjn f raaien geciseleerd lederen band
in den stjjl der 15e eenw, met zoovele smake-
looze, overladen stempelbanden, waaraan de
Nederland sche af deeling buitengewoon rjjk is.
Wat in de architectaar het geval is, geldt
n zekeren zin ook voor het boek. E venal b
een gebouw, moet ook een boek den stempel
dragen zijner bestemming.
Wat bijvoorbeeld te zeggen van een Fran-
scben spoorweg- en reisgids in groot kwarto
nitgave
Wat te zeggen van de dikwjjls onhandige
formaten, waarin onze Hollandsche romans
soms versohenen 1
Wat eindeïgk te zeggen van sommige kin-
derprenteboeken, met kleine letter gedrnkt en
voorzien van een band, coqnet behandeld met
teere klenren, waarvan de bekoorlijkheid door
een enkel vlekje ontsierd wordt?
Dit zgn slechts enkele voorbeelden uit de
vele, welke deze tentoonstelling oplevert.
De zin voor het schoone, gepaard aan dien
voor bet practisshe.... och, die voorbeelden
zgn zoo schaarsch.
Den Fransohman vergeven we gaarne zjjn
buitensporig groote reisgidsen, want in vele
andere opzichten toont hjj zgn zin voor hst
praotische.
Evenals de Engelsohman als 't ware met een
krant geboren wordt, zoo is de Fransohman
geboren romanlezer. Geen land ter wereld,
waar die romans zooveel aftrek vinden als in
Frankrjjk. Esn Fransohman leest overal: aan
tafel, op reis, in zgn schaftgd, zelfs in bed bjj
kaarslicht.
Het is dns niet meer dan natnurljjk, dat de
XXVII.
Gewaargclinwd.
Tegen den morgen was de wind gaan liggen
maar de zee stond nog hoog. Adriaan ging
voor het ontbijt nit om te zien of er ongeluk
ken gebeurd waren. Hij zag dat er eenige
stukken hout aangespoeld waren en haastte
zich, die te gaan bekijken. Het waren rechte
vierkanfen balken, die onmogelijk van een
schip konden zijn, zooals hij eerst vreesde;
maar hij kreeg tevens de overtuiging dat het
de laatste overblijfselen van den zeebreker
waren. Hij begaf zich naar den heer Earle
om te vertellen wat hij gezien haddoch deze
trok een gezicht als wilde hij zeggen dat hij
het niet helpen kon en er niet van wilde
hooren.
Na het ontbijt werd er een briefje aan Ga
baud gezonden om hem te verzoeken op het
Slot te komen. De bode kwam den Fransch
man reeds halverwege tegen, daar deze ook
verlangde de zaak tot een beslissing te brengen
In het eerst zag bij Adriaan niet en schrikte
niet weinig, toen de heer Earle hem voor
stelde.
„Pardon", zei hij, „ik verlang geen getuige
bij ons gesprek ik raad het u niet aandeze
zaak is van zeer vertrouweljjken aard."
„De heer Brooke weet reeds alles."
„Alles Wie beeft het bem dan ver»
teld?"
uitgevers zorgden voor een handig formaat,
waardoor een boek verkregen wordt dat men
overal kan meenemen.
Vandaar, dat de meeste Fransche romans
nagenoeg hetzelfde formaat hebben, post-
ootavo, terwijl onze Hollandsche nitgevers, wat
het formaat betreft, op de meest willekeurige
wjjze te werk gaan.
Ook ten opzichte van de leerboeken valt
hetzelfde versehjjnsel waar te nemen. Onhan
dige formaten, ondoelmatige omslagen, waar
van de stevigheid niet in verbonding staat tot
het veelvuldige gebrnik, dat er van gemaakt
moet worden.
Het zgn alweer de Fransohen, die in dit
opzicht een goed voorbeeld geven. De stadie-
boeken, door de meeste Fransohe nitgevers in
den handel gebracht, zgn voorzien van een
stevigen kartonnen band met linnen rug, zoodat
het niet noodig is de boeken na een gebrnik
van een paar weken te laten inbinden.
Op deze tentoonstelling, maar vooral in de
Fransohe afdeeling, valt voor ons veel te
leeren. 't Is te hopen, dat onze nitgevers er
hun voordeel mee znllen doen.
Het zal misschien enkelen onzer lezers
onbekend zgn, dat de graaf d'Eu, die thans
te Dombnrg vertoeft, de gemaal iB van prinses
Isabella, dochter van wjjleu dom Pedro, ex-
keizer van Brazilië. Graaf d'Eu zelf, prins
Gaston van Orleans, is de oudste zoon van den
hertog van Namonrs en werd den 29 April
1842 te Neuilly geboren.
Den 15 October 1864 huwde hg te Bio
Janeiro kroonprinses Isabella, geb. 29 Juli
1846.
Toen in 1889 in Brazilië de omwenteling
losbrak, die dom Pedro zgn kroon kostte, werd
ook de kroonprinses, die vgf jaren lang gedu
rende de afwezigheid van haar vader als
regentes had geregeerd, gedwongen met haar
gezin het land te verlaten. Den "17an No
vember ging de geheele keizerlgke iamilie
scheep en kwam den 7en December te Lissa
bon aan. Bg besluit van den 21 Deoember
van de voorloopige regeering werd de keizer
lgke familie nit Brazilië verbannen.
De Woensdag avond te tien nren aange
vangen inspectie over het 4e bataljon 3e
regiment infanterie te Vlissingen door den
regimentscommand, den kolonel W. G. Bompel-
man, werd heden besloten met het inspccteeren
der kazernes en magazijnen en van den troep
binnenskamers.
Heden avond vertrekt de kolonel naar Mid
delburg om morgen (Vrjjdag) aldaar eene inspec
tie te honden over het bataljon infanteriein dat
garnizoen.
De kolonel en de hem vergezellende offioier
logeeren in het hotel He nieuwe Doelen.
Woensdag maakten eenige heeren en
dames uit Antwerpen een toer te paard in de
omstreken van Tholen. Aldaar gekomen be
merkten zjj dat een hunner prachtige dieren
onwel was geworden, hetgeen zoo in hevigheid
„Ik."
„Nu goedmaar dat zegt nog niet
veel; als de heer Brooke niet meer weet
dan gij zelf, dan raad ik u aan, den rest tus-
8ehen ons te laten big ven", zei de Franschman,
zich herstellende.
Hij sprak in zijn eigen faal, doch de heer
Earle kon hem wel volgen hij verstond het
Fransch beter dan hij het sprak.
„Ik heb geen geheimen voor den heer
Brooke", zei hg.
„Pardon."
„De heer Earle vereert mij met zijn ver
trouwen", verklaarde Adriaan, „ik mag alles
hooren wat gij te zeggen hebt".
„Dat zal hem berouwen".
Er volgde een langdurige stilte. Gabaud
seheen liever niets te zeggen dan zijn geheim
aan een derden toe te vertrouweneindelijk
gat hij zich echter gewonnen en herhaalde zijn
verzekering dat de overleden lord gehuwd was
geweest en een zoon had nagelatende bijzon
derheden, die bg aanhaalde, bleken, ondanks
bet kruisverhoor van Adriaan, waar te zgn en
de beriohten, die hg over zich zelf gaf, schenen
zeer geloofwaardig.
„Wat moeten wij doen vroeg de heer
Earle aan Adriaan, dien hg ter zgde nam. Zg
spraken een poos in 't Engelsch samen en
Gabaud sloeg hen nauwlettend gade, teneinde
wat bg niet verstond uit hnnne trekken tg
kansen opmerken.