N°. 192. 135° Jaargang. 1892, Dinsdag 16 Augustus, Middelburg 15 Augustus. Deze courant rerschijnt d a g e 1 i] k s met uitzondering ran Zon- en Feestdagen: Prije per kwartaal in Middelburg en per post franco 2j Afzonderlijke Hommers, met of zonder bijvoegsel, zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën20 cent per regel. Bij abonnement lagerj Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle dankbetuigingen; van 17 regels 1.50; iedere regel meer /0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte; Telephoonnommer 139. Het Landjuweel te Antwerpen. MIDDELB1 Kl.Sllli: Ml MT. Vhevmoveter. Middelburg 15 Aug. Tm. 8 u. 69 gr. m. 12 u, 74 gr., av. 4 e. 70 gr. F. Verwacht Z. W. wind. Agenten te Ylissingen: P. 6. si Vit Mistsabh b Zooi, te Goes: A A W.Boüasb, te KroningenF. t. d. Pxijl, teZierikzee: A. C. siMooij, te Tholen: W. A tab NnrwiKHsuzii es te TeraeuzenM. di Joioi. Verder ïemei alle postkantoren ei boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de advertentie-hnreau'B van Nueu Vam Ditkar, te Botterdam, si Gibi. Belotaiib, te Gravenhage, en A. si la Mai Ant., te Amsterdam. Hoofdagenten yoor het Buitenland: te Parj's en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daübi Cu., Joei F. Join, opvolger. A dTertentlën moeten des namiddags te éém uur aan bet bureau beiorgd zgn, willen zg des avonds nog worden opgenomeu Antwerpen 14 Aög. 1892. Dat stroomde en stroomde aan alle kanten. Aan Scbeldeboord, aan de staties weerklon ken de stoomfluiten onophoudelijk en van daar en uit de voorsteden werd elke minuut het aantal bezoekers vermenigvuldigd, die, een zwerm bijen gelijk, neerstreken op de stad en zich verspreidden door de straten van Antwerpen met zijn tweeslachtig, Franech en Vlaainscb, karakter, zijn eigenaardig oud gedeelte en zijne nieuwe, ruime boulevards, zijne pleinen en squares, zijne fraaie kerken, zijne handels kade en heerlijke Scbeldeboorden, zijn bassins, zijne drukke en gastvrije bevolking. Want gastvrij, dat zijn de Antwerpenaarsdit ondervonden wij vooral dezer dagen. Waar hadden wij een onderkomen moeten vinden, zoo niet een hupsch gastheer, uit vrienduchip voor vrienden onzerzijds, zijne woning voor ons had opengesteld Van logies in een hotel was geen sprake voor hen, die, evenals wij, eerst een paar dagen te voren plannen maakten om Antwerpen heden te be zoeken. Weken te voren was alles reeds be steld. En dubbel erkentelijk zijn wij daarom tegenover onzen gastheer ea zijne vriendelijke gade voor de ons zóo ruimschoots verleende gastvrijheid; dat zij zelis hun eigen slaapkamer Afstonden om zulk een beleefdheid te bewijzen. Of zij gastvrij zijn de Antwerpenaars 1 Wij durven een pari aangaan dat de Fran- sche journalisten, die thans in zake Congo zoo'n misbaar maken tegenover België, wan neer zij gehoor gaven aan de uitnoodiging hunner collega's hier om eens te komen zien, collegiaal en prettig ontvangen zenden worden. De Antwerpsche collega's hebben nu aller minst lust en tijd om onaangenaam te wezen. tLoopt naar de maan met je Congo- gezwets 1 zoo schreef gisteren nog een hun ner. Wat raakt ons die Congo. Dat is een zaak van Leopold IIen al is Z. M. ook koning van ons land, daarom is België nog niet aan sprakelijk voor hetgeen er in den Congo voor valt 1 Weet gij wat gij doet. I Komt Zondag eens hier, als onze optocht uitgaat en 's avonds op de beurs. Dan zult gij eens zien, hoe weinig ons aantrekken van die Congo-ongevallen en voorvallen. Komt mee feestvieren; en gij zult bemerken dat ai uw gescheeuw ons koud laat." Zoo is de stemming op dit oogenblik in de groote handelsstad. En zoo komt het dat men niet anders boort spreken dsn over den optocht, het beursieest en bet wier. Zaterdagavond zijn de feesten begonnen. Welk een verrukkelijk schouwspel boden toen de Grande place en de Place Verte aan. Op eerstgenoemde markt, mst de schil derachtige stoflage van op elkaar gepakte wandelaars, negotie-doende personen, o. a. een oliebollen-kraampje op wielen met een paard ervoor, wat misschien yoor een Hollander in het vak navolgenswaard is, stelde de ,cortege" zich op om eene muzikale prome nade door de stad te maken. Een aardig effect maakten de talrijke roode en witte bol len, die de op zij loopende militairen in de band hadden. Over de volle breedte van het stadhuis was, in rechte lijnen, eene gasilluminatie aange bracht, die tevens den grooten toren van „Onze lieve vrouwe" kerk in em phantastisch licht buide. Het klokkenspel deed verschillende oud-Nederiaudscbe deuntjes boorenterwijl boven dat alles de groote torenklok zijn som ber, plechtig geluid liet weerklinken. Yan uit een der ramen van het stadhuis sloegen wij dit levendig schouwspel gade. Daar werd eeu raout gehouden, ter eere der bezoe kers van de verschillende congressen, die de vorige week plaats hadden, o. a. het oudheid kundig congresin September 1889 teMiddtlburg gehouden. Na al de bemoeiingen aan zulke bijeen komsten verbonden, was men nu ten slotte nog eens by een, dank zij der uitnoodiging der stad Antwerpen, die in haar prachtig stadhuis voor eene waardige ontvangst had gezorgd, Het was ons niet mogeiyk het getal te be- grooten van hen, die aan deze uitnoodiging gehoor hadden gegevenAlle zalen en kamers waren overvol; en onder de tonen der muziek Van de Garde civiqu* bewoog men zich, daar gezellig pratende, deitig wandelende of zicb jerluztigeede onder den waarlijk grootseben aanblik van het geheel en van de doeken en schilderijen daar te zien. Onder de hooge personages, dasr aanwezig, merkten wij op den gouverneur der provincie en dea burgemeester Leopold de Wael, die, toen de warmte in de zaal, waar zij vertoefden, omdat alle gasten daarheen trokken, onhoudbaar werd op de gelukkige gedachte kwamen het sein tot een promenade te geven. Toespraken werden niet gehouden. Gelnkkigl Wie had er in zulk een foule naar kunnen luisteren. Aan een vorstelijk onthaal ontbrak het echter niet. Met deernis sloegen wij den wakkeren bur gemeester gade, wiens lichaamstoestand in den iaatsten tijd zooveel te wenschen overlaat. Te meer was daarom zijne tegenwoordigheid op het raout te waardeeren. Eu middelerwijl speelde op het z. g. „Groene kerkhof' de Place Verte het muziek corps van het achtste linieregiment, voor een aandachtig gehoor van duizenden, waarvan een groot deel was gezeten rood de muziek tent. Eet was eigenaardig en navolgens waardig, hoe men onverholen en hartelijkapplau- diseerde. Het corps scheen zich te verheugen in de algemeene symphathiewat wij ons zeer goed konden begrijpenhet speelde uit stekend. Toeu wij huiswaarts keerden regende het 1 Was bet wonder dat men aDgstig zich afvroeg, hoe het den volgenden dag zou zijn 1 Er hangt toch immers, thans meer dan ooit, zooveel af van die grillige jonge dame: natuur. En nu Zondag i Daar roffelt in de verte de trom, daar klinkt de muziek daar ratelen bandwagens en vracht karren daar neemt de drukte hand over hand toe. Kostelijke parodie op de bewegiDg voor Zondagsrust, die, met al hare goede zijden, aanleiding geelt tot zoo schrikbarende over drijving. En vooral kwam ons in de gedachte, hoe in Nederland katholieke bladen met de meest strenge orthodoxen ijveren om de Zondagsrust tot het uiterste door te dry ven I Hoe zyn ze in deze anders dan hier, waar men den Zondag als feestdag beschonwt, waar men by voorkeur op Zondag feesten en optochten houdt, waar men alles doet om leven en be weging te brengen. Uit maatschappelijk oogpunt mag men, op grond van den verschillenden volksaard, de eischen van handel, de beweging die een groote stad met zich brengt, dit onderscheid kunnen verklaren; uit kerkeiyk standpunt blijft dit verschil toch te opmerkelijk in onze oogen om daarop niet even met een enkel woord te wijzen. Er schijnt dan ook in deze versebil van standpunt te wezen en dit blijkt te worden gewijzigd naar de omstandigheden. Trouwens dat doet de kerk wel meerl Hier zga de Zondagen nog drukker by na dan de gewone dagen. Vooral heden heeft die drukte natuuriyk een zeldzame hoogte bereikt, en des te meer trol ons, hoe onder kerktijd, terwijl in de Onze lieve Vrouwe-kerk een groote mis werd gehouden, die al is zij nog slechts een schim van hetgeeD zij vroeger was tal van hoorderessen en hoorders trok, op de Place Verte een concours plaats had vau muziekge zelschappen, en tal van die vereenigingen ai spelende door de stad trokken 1 Wij, Nederlanders, zyn op dit punt veel angstvalliger 1 En zooais gewoonlijk werd op dezelfde plaats bloemenmarkt gehouden. Dit alles gaf aan bet geheel te meer leven digheid; en zoo wij ooit bewg zen hadden willen zoeken voor de overtuiging dat do verbroedering tus3cben Noord en Zuid een fait-accompti was, dan werd ons dit beden en Zaterdag gegeven toen wij vertegenwoordigers van bet Nederiandsche leger fideel zagen wandelen, ja in den arm ge nomen door Belgische soldaten. Vroolijk en prettig bewoog die menigte zich langs de straten en tocher was een wolkje aan de lucht. Yelen waren gewapend met een parapluie, omdat bet weêr was om je hart vast te houden. Daar dreigden regenwolken en menigeen deed de vraag ot de „cortège" wel zou vertrekken Wat een teleurstelling zou dat geweest zijn voor de duizenden, die waren gekomen; en voor de niet minder duizenden Antwerpenaars, die vol nieuwsgierigheid waren over dedingen, die komen zouden. Gelukkig hield het weer zich goed. En toen te twsalt nnr koning Leopold zijn intocht deed, was de vrees voor slecht weêr geweken en zag men reeds deelnemers en wagens naar de plaats van samenkomst zich begeven, bewijs dat de „oortêge" zo» uittrekken, Z. M. was vergezeld door de ministers Bcer- naert en De Burlet. Was het aan hun tegen woordigheid ot aan de voor hem zoo vervelende Congo-zaak te wijten dat Z. M, door het tal rijke publiek langs de Keyserlei zoo flauwtjes we:d toegejuicht De koning begat zich naar zyn paleis op de Meir, waar de Violieren bij hem bunne op wachting maakten. Naar men beweert zal een volgend maal a. s. Dinsdag de kroonprins zich aan het booid van den stoet stellen. Ot het waar is weten wg niet. Vóór wij hot hoofdpunt van den dag bespre ken eene kleine vingerwijzing aan bouwkuudi- gen. Zoo zij een dezer dagen Antwerpen bezoeken laat hen dan niet verzuimen een kijkje te nemen in het gebouw der oude akademie Venusstraat, waar een tentoonstelling wordt gehouden van de iDgekouien ontwerpen op een prijskamp voor een ontwerp van een kunstkring (cercle artistique) voor een stad van den eersten rang. Die prijskamp is nitgescbreven door de Maatschappij der bouwmeesters van Antwerpen-, en daarvoor waren zeven pryzen uitgeloofd De eerste prijs, een van 1000 trancs met zilveren medaille, gegeven door de Maatschappij van schoons kunsten is toegekend aan den heer Emile Vereecken van Autwerpen. Zyn ontwerp en ook die welke, de andere prijzen behaalden, zijn voor deskundigen het bezien overwaard. Zij getuigen van talent, vau goeden smaak en van eene breede op vatting der uitgevoerde taak. Eindelgk zou dan aller belangstelling worden bevredigd. Een uur later dan was aangekon digd trok do stoet uit. Op een heerlijk puut der stad, nabij het standbeeld van Leopold I, waar de stoet juist een bucht moest maken, konden wij hem op ons gemak gadeslaan. En zoo werden wg met onzu gedachten ver plaatst in het jaar 1561, toen den Son Augustus binnen datzelfde Antwerpen een plechtige intrede plaats had van de Brabantsohe rede rijkerskamers, die gehoor hadden gegeven aan den «oproep" van de Antwerpscho kamer dor Violieren om deel te nemen aan het door die kamer uitgeschreven «Landjuweel", of te wel prjjakamp van tooneel- en diohtkunst. Het was een der schitterendste tournooien op letterkundig, op artistiek gebied, welke ooit plaats hadden. Trouwens: zjj, van wie dit «Landjuweel" uitging, waren gezaghebbende mannen op dit terrein. De Violieren waren de leden der letter kundige afdeeling van het beroemde St Luoasgilde van Antwerpen. Zg hadden in de laatste jaren herhaaldelijk de eerste prgzen weggedragen in de Landjuweelen van andere steden en na de zegepraal, in 1541 te Dioat behaald, wilden zg op hunne beurt de Brabantsche zuster kamera tot eenen grooten wedstrgd oproepen binnen de muren hunner stad. En zoo deden zg. Yeertien maatschappijen namen de uitnoo diging der Violieren aande Olijftak en de Goudbloem van Antwerpen, de Vreugdebloem van Bergen op Zoom, de Pioen en de Lischbloem van Mcchelen, de Groeiende Boom van Lier, de Kauwoerde van Herenthals, de Goudbloem van Vilvoorden, de Leliebloem en de Christusoogen van Diest, Leliekens uit den Dale van Zoutleeuw, de Koos van L iu ven, de Vurige Doorn van 's Hertogenbosoh, het Maria-Krantken vap Brussel. Was het wonder dat de destgds plaats gehad hebbende stoet, schitterende door rgkdom aan fluweel en satgn, en alles overtreffende wat in die dagen, toen men waarljjk wel wist wal schoon en artistiek wss, uit dien bloeitjjd van onze «Rhetorykers," was te zien gegevendat die stoet in de gedachten kwam bjj hen, die bjj gelegenheid van het vijftigjarig bestaan der Koninklijke academie van Oudheiakunde van België den bezoekers van congressen, het feest vierende volk in het algemeen iets fraais wilden laten zien 1 Voorzeker nietl Daarbij was gelegenheid om kunstzin ten toon te spreiden; waarljjk aesthetisch genot te doen smaken. En wie weet wat in België op dat gebied gedaan ken worden en ook gedaan wordt ale. men eenmaal slechts besluit de handen aan het werk te slaan, die heeft onze verzekering niet noodig dat er wezenlijk voldaan is aan alle eiBchen, welke men slechts kan stellen. Voorzitter der commissie van toezicht en in lichtingen voor den stoet was de heer Max Rooses, terwjjl leden waren de beeren F. Baeckelmans, A. de Yrtendt, P. Géaard, J. Sohadde, P. van der Onderaa en Fr. van Knyck. De commissie van regeling bestond nit de hoeren Ang. Possemters, voorzitter, F. Chauliao, luitenant L. Tnmelaire, Em, Rosteela, bestuur der van het museum-Plantin-Morstus, en G.J Tibergbien. Aan znlke handen was de taak der regeling voorzeker goed toevertrouwd; aan de noodige voorlichting voor de deelnemers heeft het niet ontbrokenteeksningen van costumes en wa gens waren van bakende kunstschildersal het vervaardigde kwam uit handen van beeldhou wers, decoratieschilders en ornamentwerkers van talent en naam. Geld werd bovendien niet gaspaard. Trou wens, dat was ook niet noodig. Van meer dan een zjjde werd steun verleend een der kamers de Vriendenschaar uit den Burgerkring o a. ontving, zegt men, van een geacht en gefor tuneerd ingezetene vorsteljjken steun. Nu, zjj toonde zicb dien waardigwant zg muntte bjjzonder uit. Aan premi:ëa werden 45.000 franks uitgeloofd De veertien deelnemende reaergkerskamers, die samen 300.000 francs besteedden aan klee ding en versieringen, behalve nog hetgeen de leden persoonlgk deden waren De Vrienden schaar uit den Burgerkring, De Morgendstar, De Verbroedering, De Vriendenkring, Vondel, De Rubenskring, De Vrye Kunst, Hoop en Liefde, De Jonge Vlamingen, Le Club Fraternet, De Luittgen, De Klauw aarts, De Jan van Beerskring en de Jonge Geuzenwacht, en Club des D.aman- taires. (De Vereeniginy der diamantbewerkers.) Zjj Btelden ons voor, hoe elke kamer den 3 m Ang. 1561 zgn entree maakte met haar sierlgk uitgedoste leden, haar wagens, haar vaandels en symbolen, met hare narren. Deze kamers waren in twee klaBsen verdeeld; die der eerste klasse, waartoe de zeven eerst genoemde behoorden, stelden de voornaamste Rederijkerskamers voor uit 1561 en bekwamen elk eene vaste premie van 3000 fr.; die der tweede klasse, waartoe de zeven laatste gere kend werden te behooreo, gaven een beeld van de Rederijkers kamara van minderen rang en ontvingen elk eene vaste premie van 2000 fros. Aan elke maatschappij werd bovendien een diploma en een prjjs toegekend. Yoor elke aideeling waren daartoe zeven prgzen uitge. lootden wel in de eerste klasse prgzen van 4.200, 4.000, 3.800, 3.600, 3.500, 3.400 en 3.300 fres; in de tweede afdeeling prgzen van 2.800, 2.600, 2.500, 2.400, 2.300, 2.250 en 2.200 tres. Aan de maatschappijen der beide klassen, die dsn eersten prjjs behaalden, is daarenboven een zilveren vergulde medaille, aan die welke den tweeden prjjs verwierven een zilveren medaille, aan wie de derde prjjs ten deel viel, een bronzen medaille toagekend. De rederijkerskamer De Violieren werd voor gesteld door personen, die vrgwillig deze taak op zich namen en in eigen uitrusting en kleedg voorzagen. Zg mochten niet meedingen naar de uitgeloofde prgzen. Hunne namen worden genoemdze zgnbaron Gaston van de Werve en van Schilde, hoofdman, wiens mantel alleen, b5weert men, 9000 francs heeft gekostRaonl Geelhand de la Bistrate, prinsUbald du Bois de Vroylande; René de Brownede Tiège-, Philippe Cardon Stanislas Cardon; Georges ae CockAnatole de Cockbaroa Enguerrand de Caters; Paal della Faille de Waerloos; baron Alphonse de GrubenLéon de Lhoneux, baron Godefroid de Tnrckbaron H. Gillis de Pélichy, Raonl Morel de Tangry; Georges van Havre; baron Gaston van HaeftenLéon Gilliot Albert van der Beken-Pasteel. Ruim veertig wagens waren in den stoet voorstellende de zinnebeelden van kunsten en wetenschappen; goede en slechte geniussen; den vrede, de geschiedenis; de wapens van Zoutleeuw, de onschnld, het huweljjkde le gende van Mariette van Nimègue, die, hare ziel aan den duivel verkooht hebbende, van den paus vergiffenis afsmeektde mensch, het ge heugen, de gezonde reden, de legende van Qninten Metsys, de Italiaansche kunst; Vene- tiaansche kooplieden, Antwerpen bezoekende de hoop en de milddadigheid der Nederlanden onder den septer van Philip de Goeie; Al- brecht Durer, een tochtje doende op de Schelde te Antwerpende Adel van Leuvende be roemde Belgen van vóór 1561Minerva, de kunst en den vrede tegen Mars beschermende; de vreemde volkeren, hulde brengende aan Antwerpenen de geschiedenis der diamant- slyperjj, episode uit het leven van Lodewgk Berken, uitvinder van het sljjpen. Die schitterende stoet trok onder het ver- rukkeiykste weer iangs de straten. Hij was overweldigend schoon. Het eenige wat wg wilden zeggen is: men schonk ons te veel, te overvloedig schoons. Wg betreurden bet daarom te meer dat wij hem s'echts eenmaal konden zien. Niets is te veel beloofd noch op de groote of kleine programma's, nooh op de groote biljetten, die prachtig uitgevoerd zjjualleen zou de stedemaagd het wel met vijf in plaats van zes vingers hebben kunnen stellen. Met dergelgke biljetten doet men in het vervolg misschien verstandiger ze niet te hoog aan te plakken of er een ladder by te zetten, teneinde ze te kunnen lezen en bewonderen. Veel uitwijden over den stoet is, onzes inziens, overbodig en nutteloos want men moet zoo iets zien om den indtuk te krijgen, dien wij daarvan meenamen. Het geheel is een kunststuken wij zyn nieuwsgierig, wie der rederykerskamers de eerste pi ijzen zullen ontvangen. Een enkel punt mogen wg wel releveeran. De eerste groep, die der Violieren verdiende vooral de aandacht voor de prachtige costumes; terwijl in dat opzicht nog uitmuntte de negende groep, die der letterkundige maatschappij de Verbroedering, waarvan de costnmes waren geleverd door den heer J. N. Mulder te Utrecht, en de hierboven reeds met lof genoemde Vriendenschaar uit den Burgerkring. De allerliefste kindergroepen trokken ook zeer de aandacht. Onder de wagens zouden wij moeilijk een keuze kunnen doen. Zij wiren allen breed van opvatting; en tot in de klein ste byzonderheden fraai afgewerkt. Des avonds werd de herinnering aan het verleden voortgezet in de benrs, het sierlgke gebouw, hetwelk vooral dien avond door zjjne gas- en lampion-verliohting een zeer grootsch effeot maakte, dat nog verhoogd werd door het overtalrjjk publiek, dat het gebouw zoowel in het middenruim als op de galeryen vulde. Het gevolg was echter dat, trots de ruimte in de beurs, het dmi ganechen avond daar buitengewoon warm was. Da bjjeenkomst werd geopend door enkele toespraken, waarvan wg er zooals Flanor indertjjd zeide «zagen" maar niet hoorden atsteken. Wien wg duidelgk konden verstaan, wai de gouverneur der provinoie Antwerpen, die, in antwoord op een toespraak door generaal Wauwermans, begon met een woord van dank in het Fransch, maar daarop zich wendde tot de «Heeren en mevrouwen" om verder in het Vlaamsch voort te gaan, wat een storm van toejuiching uitlokte. Hg wees op het gewicht van den dag, op de beteekenis van hetgeen heden gebeurd was voor de kunst. Antwerpen had getoond daarvoor veel gevoel te bezitten. Koning Leopold had hem opgedragen den Antwerpenaars dank te zeggen voor de harte- lyke ontvangst, die Z. M. heden was te beurt gevallenen de koning had zjjne ingenomen- huid betuigd met het fraaie schouwspel, dat te zien was gegeven. De gouverneur verklaarde tevens, hoe Z. M. het voor hem een voorrecht had genoemd in de provinoie Antwerpen die waardigheid te bekleeden en de gouverneur beaamde dit ten volle. Hg deed echter ten slotte de droeve mede- deelisg dat de burgemeester van Antwerpen heden morgen wederom door een beroorte was getroffenmaar dat diens toestand in den loop van den dag weer veel was verbeterd. Hg hoopte dat de heer Da Wael weer spoedig geheel hersteld zou zgn. Met dien we&sch betuigden de aanwezigen hunne instemming. Hierna ging men over tot uitvoering van het program, dat bestond uit muziekstukken, liederen en een sohouwspeldans uit den ooden tjjd. Tevens werd door de tooneelmaatschappjj de Jonge Vlamingen opgevoerd de «ghenonebe- hoke Clute van Nu Noch", een vermakelijk tooneelstukje in 4 tooneeien, waarvan wg eerlrk bekennen moeten geen woord verstaan of be grepen te hebben. Wjj zagen dat er nog al klappen werden uitgedeeld, waarin het publiek veel schik had, terwjjl ten slotte de vertoonera warm werden toegejoioht. Trouwens: met applaus was men niet karig, een elk, die meewerkte aan het slagen van den avond, kreeg zgn of haar deelterwjjl de Academie van Oudheidkunde den dames de attentie bewees van een bouquet. Mevrouw Beersmans droeg Dat liedekijn tan Here Alewijn voor. Ook van haar misten wg maar al te veel woorden, en wg beklaagden hen, die nog verder dan wg van het plancher zaten. Grootendeels lag dit aan de geïmprovi seerde zaal een goed beursgebouw behoeft daarom nog geen goede zaal te sjjn voor het honden van voordrachten en ten tweede trad mevrouw Beersmans op na eene korte pauze, toen velen hun plaats hadden verlaten en bg het wederopzoeken daarvan niet te vermgden gedruiscu maakten. Met genoegen merkten wg op de hartelijkheid, waarmee ook mevrouw Beersmans werd be groet, terwjjl hear de bgsogdefe eer wejrd bt?

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1892 | | pagina 1