N°. 192.
135° Jaargang.
1892,
Dinsdag
16 Augustus,
Middelburg 15 Augustus.
Deze courant rerschijnt d a g e 1 i] k s
met uitzondering ran Zon- en Feestdagen:
Prije per kwartaal in Middelburg en per post franco 2j
Afzonderlijke Hommers, met of zonder bijvoegsel,
zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën20 cent per regel. Bij abonnement lagerj
Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle
dankbetuigingen; van 17 regels 1.50;
iedere regel meer /0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte;
Telephoonnommer 139.
Het Landjuweel te Antwerpen.
MIDDELB1 Kl.Sllli: Ml MT.
Vhevmoveter.
Middelburg 15 Aug. Tm. 8 u. 69 gr.
m. 12 u, 74 gr., av. 4 e. 70 gr. F.
Verwacht Z. W. wind.
Agenten te Ylissingen: P. 6. si Vit Mistsabh b Zooi, te Goes: A A W.Boüasb, te KroningenF. t. d. Pxijl, teZierikzee: A. C. siMooij, te Tholen: W. A
tab NnrwiKHsuzii es te TeraeuzenM. di Joioi. Verder ïemei alle postkantoren ei boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de
advertentie-hnreau'B van Nueu Vam Ditkar, te Botterdam, si Gibi. Belotaiib, te Gravenhage, en A. si la Mai Ant., te Amsterdam.
Hoofdagenten yoor het Buitenland: te Parj's en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daübi Cu., Joei F. Join, opvolger.
A dTertentlën
moeten des namiddags te éém uur
aan bet bureau beiorgd zgn, willen
zg des avonds nog worden opgenomeu
Antwerpen 14 Aög. 1892.
Dat stroomde en stroomde aan alle kanten.
Aan Scbeldeboord, aan de staties weerklon
ken de stoomfluiten onophoudelijk en van daar
en uit de voorsteden werd elke minuut het
aantal bezoekers vermenigvuldigd, die, een zwerm
bijen gelijk, neerstreken op de stad en zich
verspreidden door de straten van Antwerpen
met zijn tweeslachtig, Franech en Vlaainscb,
karakter, zijn eigenaardig oud gedeelte en
zijne nieuwe, ruime boulevards, zijne pleinen
en squares, zijne fraaie kerken, zijne handels
kade en heerlijke Scbeldeboorden, zijn bassins,
zijne drukke en gastvrije bevolking.
Want gastvrij, dat zijn de Antwerpenaarsdit
ondervonden wij vooral dezer dagen.
Waar hadden wij een onderkomen moeten
vinden, zoo niet een hupsch gastheer, uit
vrienduchip voor vrienden onzerzijds, zijne
woning voor ons had opengesteld Van logies
in een hotel was geen sprake voor hen, die,
evenals wij, eerst een paar dagen te voren
plannen maakten om Antwerpen heden te be
zoeken. Weken te voren was alles reeds be
steld. En dubbel erkentelijk zijn wij daarom
tegenover onzen gastheer ea zijne vriendelijke
gade voor de ons zóo ruimschoots verleende
gastvrijheid; dat zij zelis hun eigen slaapkamer
Afstonden om zulk een beleefdheid te bewijzen.
Of zij gastvrij zijn de Antwerpenaars 1
Wij durven een pari aangaan dat de Fran-
sche journalisten, die thans in zake Congo
zoo'n misbaar maken tegenover België, wan
neer zij gehoor gaven aan de uitnoodiging
hunner collega's hier om eens te komen zien,
collegiaal en prettig ontvangen zenden worden.
De Antwerpsche collega's hebben nu aller
minst lust en tijd om onaangenaam te wezen.
tLoopt naar de maan met je Congo-
gezwets 1 zoo schreef gisteren nog een hun
ner. Wat raakt ons die Congo. Dat is een
zaak van Leopold IIen al is Z. M. ook koning
van ons land, daarom is België nog niet aan
sprakelijk voor hetgeen er in den Congo voor
valt 1 Weet gij wat gij doet. I Komt Zondag
eens hier, als onze optocht uitgaat en 's avonds
op de beurs. Dan zult gij eens zien, hoe weinig
ons aantrekken van die Congo-ongevallen
en voorvallen. Komt mee feestvieren; en
gij zult bemerken dat ai uw gescheeuw ons
koud laat."
Zoo is de stemming op dit oogenblik in de
groote handelsstad.
En zoo komt het dat men niet anders boort
spreken dsn over den optocht, het beursieest
en bet wier.
Zaterdagavond zijn de feesten begonnen.
Welk een verrukkelijk schouwspel boden
toen de Grande place en de Place Verte aan.
Op eerstgenoemde markt, mst de schil
derachtige stoflage van op elkaar gepakte
wandelaars, negotie-doende personen, o. a. een
oliebollen-kraampje op wielen met een paard
ervoor, wat misschien yoor een Hollander in
het vak navolgenswaard is, stelde de
,cortege" zich op om eene muzikale prome
nade door de stad te maken. Een aardig
effect maakten de talrijke roode en witte bol
len, die de op zij loopende militairen in de
band hadden.
Over de volle breedte van het stadhuis was,
in rechte lijnen, eene gasilluminatie aange
bracht, die tevens den grooten toren van „Onze
lieve vrouwe" kerk in em phantastisch licht
buide. Het klokkenspel deed verschillende
oud-Nederiaudscbe deuntjes boorenterwijl
boven dat alles de groote torenklok zijn som
ber, plechtig geluid liet weerklinken.
Yan uit een der ramen van het stadhuis
sloegen wij dit levendig schouwspel gade. Daar
werd eeu raout gehouden, ter eere der bezoe
kers van de verschillende congressen, die de
vorige week plaats hadden, o. a. het oudheid
kundig congresin September 1889 teMiddtlburg
gehouden. Na al de bemoeiingen aan zulke bijeen
komsten verbonden, was men nu ten slotte nog
eens by een, dank zij der uitnoodiging der stad
Antwerpen, die in haar prachtig stadhuis
voor eene waardige ontvangst had gezorgd,
Het was ons niet mogeiyk het getal te be-
grooten van hen, die aan deze uitnoodiging
gehoor hadden gegevenAlle zalen en kamers
waren overvol; en onder de tonen der muziek
Van de Garde civiqu* bewoog men zich, daar
gezellig pratende, deitig wandelende of zicb
jerluztigeede onder den waarlijk grootseben
aanblik van het geheel en van de doeken en
schilderijen daar te zien.
Onder de hooge personages, dasr aanwezig,
merkten wij op den gouverneur der provincie
en dea burgemeester Leopold de Wael, die,
toen de warmte in de zaal, waar zij vertoefden,
omdat alle gasten daarheen trokken, onhoudbaar
werd op de gelukkige gedachte kwamen het
sein tot een promenade te geven.
Toespraken werden niet gehouden. Gelnkkigl
Wie had er in zulk een foule naar kunnen
luisteren. Aan een vorstelijk onthaal ontbrak
het echter niet.
Met deernis sloegen wij den wakkeren bur
gemeester gade, wiens lichaamstoestand in den
iaatsten tijd zooveel te wenschen overlaat.
Te meer was daarom zijne tegenwoordigheid
op het raout te waardeeren.
Eu middelerwijl speelde op het z. g. „Groene
kerkhof' de Place Verte het muziek
corps van het achtste linieregiment, voor een
aandachtig gehoor van duizenden, waarvan
een groot deel was gezeten rood de muziek
tent. Eet was eigenaardig en navolgens
waardig, hoe men onverholen en hartelijkapplau-
diseerde. Het corps scheen zich te verheugen
in de algemeene symphathiewat wij ons
zeer goed konden begrijpenhet speelde uit
stekend.
Toeu wij huiswaarts keerden regende het 1
Was bet wonder dat men aDgstig zich
afvroeg, hoe het den volgenden dag zou zijn 1
Er hangt toch immers, thans meer dan ooit,
zooveel af van die grillige jonge dame: natuur.
En nu Zondag i
Daar roffelt in de verte de trom, daar klinkt
de muziek daar ratelen bandwagens en vracht
karren daar neemt de drukte hand over hand
toe.
Kostelijke parodie op de bewegiDg voor
Zondagsrust, die, met al hare goede zijden,
aanleiding geelt tot zoo schrikbarende over
drijving.
En vooral kwam ons in de gedachte, hoe in
Nederland katholieke bladen met de meest
strenge orthodoxen ijveren om de Zondagsrust
tot het uiterste door te dry ven I
Hoe zyn ze in deze anders dan hier, waar
men den Zondag als feestdag beschonwt, waar
men by voorkeur op Zondag feesten en optochten
houdt, waar men alles doet om leven en be
weging te brengen.
Uit maatschappelijk oogpunt mag men, op
grond van den verschillenden volksaard, de
eischen van handel, de beweging die een groote
stad met zich brengt, dit onderscheid kunnen
verklaren; uit kerkeiyk standpunt blijft
dit verschil toch te opmerkelijk in onze oogen
om daarop niet even met een enkel woord te
wijzen. Er schijnt dan ook in deze versebil
van standpunt te wezen en dit blijkt te worden
gewijzigd naar de omstandigheden. Trouwens
dat doet de kerk wel meerl
Hier zga de Zondagen nog drukker by na dan
de gewone dagen. Vooral heden heeft die
drukte natuuriyk een zeldzame hoogte bereikt,
en des te meer trol ons, hoe onder kerktijd,
terwijl in de Onze lieve Vrouwe-kerk een groote
mis werd gehouden, die al is zij nog slechts
een schim van hetgeeD zij vroeger was tal
van hoorderessen en hoorders trok, op de Place
Verte een concours plaats had vau muziekge
zelschappen, en tal van die vereenigingen ai
spelende door de stad trokken 1
Wij, Nederlanders, zyn op dit punt veel
angstvalliger 1
En zooais gewoonlijk werd op dezelfde
plaats bloemenmarkt gehouden.
Dit alles gaf aan bet geheel te meer leven
digheid; en zoo wij ooit bewg zen hadden willen
zoeken voor de overtuiging dat do verbroedering
tus3cben Noord en Zuid een fait-accompti was,
dan werd ons dit beden en Zaterdag gegeven toen
wij vertegenwoordigers van bet Nederiandsche
leger fideel zagen wandelen, ja in den arm ge
nomen door Belgische soldaten.
Vroolijk en prettig bewoog die menigte zich
langs de straten en tocher was een wolkje
aan de lucht. Yelen waren gewapend met een
parapluie, omdat bet weêr was om je hart vast
te houden. Daar dreigden regenwolken en
menigeen deed de vraag ot de „cortège" wel
zou vertrekken
Wat een teleurstelling zou dat geweest zijn
voor de duizenden, die waren gekomen; en
voor de niet minder duizenden Antwerpenaars,
die vol nieuwsgierigheid waren over dedingen,
die komen zouden.
Gelukkig hield het weer zich goed. En toen
te twsalt nnr koning Leopold zijn intocht
deed, was de vrees voor slecht weêr geweken
en zag men reeds deelnemers en wagens naar
de plaats van samenkomst zich begeven, bewijs
dat de „oortêge" zo» uittrekken,
Z. M. was vergezeld door de ministers Bcer-
naert en De Burlet. Was het aan hun tegen
woordigheid ot aan de voor hem zoo vervelende
Congo-zaak te wijten dat Z. M, door het tal
rijke publiek langs de Keyserlei zoo flauwtjes
we:d toegejuicht
De koning begat zich naar zyn paleis op de
Meir, waar de Violieren bij hem bunne op
wachting maakten.
Naar men beweert zal een volgend maal
a. s. Dinsdag de kroonprins zich aan het
booid van den stoet stellen. Ot het waar is
weten wg niet.
Vóór wij hot hoofdpunt van den dag bespre
ken eene kleine vingerwijzing aan bouwkuudi-
gen. Zoo zij een dezer dagen Antwerpen
bezoeken laat hen dan niet verzuimen een
kijkje te nemen in het gebouw der oude akademie
Venusstraat, waar een tentoonstelling wordt
gehouden van de iDgekouien ontwerpen op een
prijskamp voor een ontwerp van een kunstkring
(cercle artistique) voor een stad van den eersten
rang. Die prijskamp is nitgescbreven door de
Maatschappij der bouwmeesters van Antwerpen-,
en daarvoor waren zeven pryzen uitgeloofd
De eerste prijs, een van 1000 trancs met zilveren
medaille, gegeven door de Maatschappij van
schoons kunsten is toegekend aan den heer
Emile Vereecken van Autwerpen.
Zyn ontwerp en ook die welke, de andere
prijzen behaalden, zijn voor deskundigen het
bezien overwaard. Zij getuigen van talent,
vau goeden smaak en van eene breede op
vatting der uitgevoerde taak.
Eindelgk zou dan aller belangstelling worden
bevredigd. Een uur later dan was aangekon
digd trok do stoet uit. Op een heerlijk puut
der stad, nabij het standbeeld van Leopold I,
waar de stoet juist een bucht moest maken,
konden wij hem op ons gemak gadeslaan.
En zoo werden wg met onzu gedachten ver
plaatst in het jaar 1561, toen den Son Augustus
binnen datzelfde Antwerpen een plechtige
intrede plaats had van de Brabantsohe rede
rijkerskamers, die gehoor hadden gegeven aan
den «oproep" van de Antwerpscho kamer dor
Violieren om deel te nemen aan het door die
kamer uitgeschreven «Landjuweel", of te wel
prjjakamp van tooneel- en diohtkunst.
Het was een der schitterendste tournooien
op letterkundig, op artistiek gebied, welke ooit
plaats hadden.
Trouwens: zjj, van wie dit «Landjuweel"
uitging, waren gezaghebbende mannen op dit
terrein. De Violieren waren de leden der letter
kundige afdeeling van het beroemde St Luoasgilde
van Antwerpen. Zg hadden in de laatste jaren
herhaaldelijk de eerste prgzen weggedragen in
de Landjuweelen van andere steden en na de
zegepraal, in 1541 te Dioat behaald, wilden zg
op hunne beurt de Brabantsche zuster kamera
tot eenen grooten wedstrgd oproepen binnen de
muren hunner stad. En zoo deden zg.
Yeertien maatschappijen namen de uitnoo
diging der Violieren aande Olijftak en de
Goudbloem van Antwerpen, de Vreugdebloem van
Bergen op Zoom, de Pioen en de Lischbloem
van Mcchelen, de Groeiende Boom van Lier, de
Kauwoerde van Herenthals, de Goudbloem van
Vilvoorden, de Leliebloem en de Christusoogen
van Diest, Leliekens uit den Dale van Zoutleeuw,
de Koos van L iu ven, de Vurige Doorn van
's Hertogenbosoh, het Maria-Krantken vap
Brussel.
Was het wonder dat de destgds plaats gehad
hebbende stoet, schitterende door rgkdom aan
fluweel en satgn, en alles overtreffende wat in
die dagen, toen men waarljjk wel wist wal
schoon en artistiek wss, uit dien bloeitjjd van
onze «Rhetorykers," was te zien gegevendat
die stoet in de gedachten kwam bjj hen, die
bjj gelegenheid van het vijftigjarig bestaan der
Koninklijke academie van Oudheiakunde van
België den bezoekers van congressen, het feest
vierende volk in het algemeen iets fraais wilden
laten zien 1
Voorzeker nietl
Daarbij was gelegenheid om kunstzin ten
toon te spreiden; waarljjk aesthetisch genot
te doen smaken.
En wie weet wat in België op dat gebied
gedaan ken worden en ook gedaan wordt ale.
men eenmaal slechts besluit de handen aan
het werk te slaan, die heeft onze verzekering
niet noodig dat er wezenlijk voldaan is aan
alle eiBchen, welke men slechts kan stellen.
Voorzitter der commissie van toezicht en in
lichtingen voor den stoet was de heer Max
Rooses, terwjjl leden waren de beeren F.
Baeckelmans, A. de Yrtendt, P. Géaard, J.
Sohadde, P. van der Onderaa en Fr. van Knyck.
De commissie van regeling bestond nit de
hoeren Ang. Possemters, voorzitter, F. Chauliao,
luitenant L. Tnmelaire, Em, Rosteela, bestuur
der van het museum-Plantin-Morstus, en G.J
Tibergbien.
Aan znlke handen was de taak der regeling
voorzeker goed toevertrouwd; aan de noodige
voorlichting voor de deelnemers heeft het niet
ontbrokenteeksningen van costumes en wa
gens waren van bakende kunstschildersal het
vervaardigde kwam uit handen van beeldhou
wers, decoratieschilders en ornamentwerkers
van talent en naam.
Geld werd bovendien niet gaspaard. Trou
wens, dat was ook niet noodig. Van meer dan
een zjjde werd steun verleend een der kamers
de Vriendenschaar uit den Burgerkring o a.
ontving, zegt men, van een geacht en gefor
tuneerd ingezetene vorsteljjken steun. Nu, zjj
toonde zicb dien waardigwant zg muntte
bjjzonder uit.
Aan premi:ëa werden 45.000 franks uitgeloofd
De veertien deelnemende reaergkerskamers,
die samen 300.000 francs besteedden aan klee
ding en versieringen, behalve nog hetgeen de
leden persoonlgk deden waren De Vrienden
schaar uit den Burgerkring, De Morgendstar,
De Verbroedering, De Vriendenkring, Vondel, De
Rubenskring, De Vrye Kunst, Hoop en Liefde,
De Jonge Vlamingen, Le Club Fraternet, De
Luittgen, De Klauw aarts, De Jan van Beerskring
en de Jonge Geuzenwacht, en Club des D.aman-
taires. (De Vereeniginy der diamantbewerkers.)
Zjj Btelden ons voor, hoe elke kamer den 3 m
Ang. 1561 zgn entree maakte met haar sierlgk
uitgedoste leden, haar wagens, haar vaandels
en symbolen, met hare narren.
Deze kamers waren in twee klaBsen verdeeld;
die der eerste klasse, waartoe de zeven eerst
genoemde behoorden, stelden de voornaamste
Rederijkerskamers voor uit 1561 en bekwamen
elk eene vaste premie van 3000 fr.; die der
tweede klasse, waartoe de zeven laatste gere
kend werden te behooreo, gaven een beeld van
de Rederijkers kamara van minderen rang en
ontvingen elk eene vaste premie van 2000 fros.
Aan elke maatschappij werd bovendien een
diploma en een prjjs toegekend. Yoor elke
aideeling waren daartoe zeven prgzen uitge.
lootden wel in de eerste klasse prgzen van
4.200, 4.000, 3.800, 3.600, 3.500, 3.400 en 3.300
fres; in de tweede afdeeling prgzen van 2.800,
2.600, 2.500, 2.400, 2.300, 2.250 en 2.200 tres.
Aan de maatschappijen der beide klassen,
die dsn eersten prjjs behaalden, is daarenboven
een zilveren vergulde medaille, aan die welke
den tweeden prjjs verwierven een zilveren
medaille, aan wie de derde prjjs ten deel
viel, een bronzen medaille toagekend.
De rederijkerskamer De Violieren werd voor
gesteld door personen, die vrgwillig deze taak
op zich namen en in eigen uitrusting en kleedg
voorzagen. Zg mochten niet meedingen naar
de uitgeloofde prgzen. Hunne namen worden
genoemdze zgnbaron Gaston van de Werve
en van Schilde, hoofdman, wiens mantel alleen,
b5weert men, 9000 francs heeft gekostRaonl
Geelhand de la Bistrate, prinsUbald du Bois
de Vroylande; René de Brownede Tiège-,
Philippe Cardon Stanislas Cardon; Georges ae
CockAnatole de Cockbaroa Enguerrand de
Caters; Paal della Faille de Waerloos; baron
Alphonse de GrubenLéon de Lhoneux, baron
Godefroid de Tnrckbaron H. Gillis de Pélichy,
Raonl Morel de Tangry; Georges van Havre;
baron Gaston van HaeftenLéon Gilliot
Albert van der Beken-Pasteel.
Ruim veertig wagens waren in den stoet
voorstellende de zinnebeelden van kunsten en
wetenschappen; goede en slechte geniussen;
den vrede, de geschiedenis; de wapens van
Zoutleeuw, de onschnld, het huweljjkde le
gende van Mariette van Nimègue, die, hare
ziel aan den duivel verkooht hebbende, van den
paus vergiffenis afsmeektde mensch, het ge
heugen, de gezonde reden, de legende van
Qninten Metsys, de Italiaansche kunst; Vene-
tiaansche kooplieden, Antwerpen bezoekende
de hoop en de milddadigheid der Nederlanden
onder den septer van Philip de Goeie; Al-
brecht Durer, een tochtje doende op de Schelde
te Antwerpende Adel van Leuvende be
roemde Belgen van vóór 1561Minerva, de
kunst en den vrede tegen Mars beschermende;
de vreemde volkeren, hulde brengende aan
Antwerpenen de geschiedenis der diamant-
slyperjj, episode uit het leven van Lodewgk
Berken, uitvinder van het sljjpen.
Die schitterende stoet trok onder het ver-
rukkeiykste weer iangs de straten.
Hij was overweldigend schoon.
Het eenige wat wg wilden zeggen is: men
schonk ons te veel, te overvloedig schoons.
Wg betreurden bet daarom te meer dat wij
hem s'echts eenmaal konden zien.
Niets is te veel beloofd noch op de groote
of kleine programma's, nooh op de groote
biljetten, die prachtig uitgevoerd zjjualleen
zou de stedemaagd het wel met vijf in plaats
van zes vingers hebben kunnen stellen. Met
dergelgke biljetten doet men in het vervolg
misschien verstandiger ze niet te hoog aan te
plakken of er een ladder by te zetten, teneinde
ze te kunnen lezen en bewonderen.
Veel uitwijden over den stoet is, onzes
inziens, overbodig en nutteloos want men
moet zoo iets zien om den indtuk te krijgen,
dien wij daarvan meenamen.
Het geheel is een kunststuken wij zyn
nieuwsgierig, wie der rederykerskamers de
eerste pi ijzen zullen ontvangen.
Een enkel punt mogen wg wel releveeran.
De eerste groep, die der Violieren verdiende
vooral de aandacht voor de prachtige costumes;
terwijl in dat opzicht nog uitmuntte de negende
groep, die der letterkundige maatschappij de
Verbroedering, waarvan de costnmes waren
geleverd door den heer J. N. Mulder te Utrecht,
en de hierboven reeds met lof genoemde
Vriendenschaar uit den Burgerkring.
De allerliefste kindergroepen trokken ook
zeer de aandacht. Onder de wagens zouden wij
moeilijk een keuze kunnen doen. Zij wiren
allen breed van opvatting; en tot in de klein
ste byzonderheden fraai afgewerkt.
Des avonds werd de herinnering aan het
verleden voortgezet in de benrs, het sierlgke
gebouw, hetwelk vooral dien avond door zjjne
gas- en lampion-verliohting een zeer grootsch
effeot maakte, dat nog verhoogd werd door
het overtalrjjk publiek, dat het gebouw zoowel
in het middenruim als op de galeryen vulde.
Het gevolg was echter dat, trots de ruimte
in de beurs, het dmi ganechen avond daar
buitengewoon warm was.
Da bjjeenkomst werd geopend door enkele
toespraken, waarvan wg er zooals Flanor
indertjjd zeide «zagen" maar niet hoorden
atsteken.
Wien wg duidelgk konden verstaan, wai de
gouverneur der provinoie Antwerpen, die, in
antwoord op een toespraak door generaal
Wauwermans, begon met een woord van dank
in het Fransch, maar daarop zich wendde tot
de «Heeren en mevrouwen" om verder in het
Vlaamsch voort te gaan, wat een storm van
toejuiching uitlokte. Hg wees op het gewicht
van den dag, op de beteekenis van hetgeen
heden gebeurd was voor de kunst. Antwerpen
had getoond daarvoor veel gevoel te bezitten.
Koning Leopold had hem opgedragen den
Antwerpenaars dank te zeggen voor de harte-
lyke ontvangst, die Z. M. heden was te beurt
gevallenen de koning had zjjne ingenomen-
huid betuigd met het fraaie schouwspel, dat
te zien was gegeven.
De gouverneur verklaarde tevens, hoe Z. M.
het voor hem een voorrecht had genoemd in
de provinoie Antwerpen die waardigheid te
bekleeden en de gouverneur beaamde dit ten
volle.
Hg deed echter ten slotte de droeve mede-
deelisg dat de burgemeester van Antwerpen
heden morgen wederom door een beroorte was
getroffenmaar dat diens toestand in den loop
van den dag weer veel was verbeterd. Hg
hoopte dat de heer Da Wael weer spoedig
geheel hersteld zou zgn.
Met dien we&sch betuigden de aanwezigen
hunne instemming.
Hierna ging men over tot uitvoering van
het program, dat bestond uit muziekstukken,
liederen en een sohouwspeldans uit den ooden
tjjd. Tevens werd door de tooneelmaatschappjj
de Jonge Vlamingen opgevoerd de «ghenonebe-
hoke Clute van Nu Noch", een vermakelijk
tooneelstukje in 4 tooneeien, waarvan wg eerlrk
bekennen moeten geen woord verstaan of be
grepen te hebben. Wjj zagen dat er nog al
klappen werden uitgedeeld, waarin het publiek
veel schik had, terwjjl ten slotte de vertoonera
warm werden toegejoioht.
Trouwens: met applaus was men niet karig,
een elk, die meewerkte aan het slagen van
den avond, kreeg zgn of haar deelterwjjl de
Academie van Oudheidkunde den dames de attentie
bewees van een bouquet.
Mevrouw Beersmans droeg Dat liedekijn tan
Here Alewijn voor. Ook van haar misten wg
maar al te veel woorden, en wg beklaagden
hen, die nog verder dan wg van het plancher
zaten. Grootendeels lag dit aan de geïmprovi
seerde zaal een goed beursgebouw behoeft
daarom nog geen goede zaal te sjjn voor het
honden van voordrachten en ten tweede trad
mevrouw Beersmans op na eene korte pauze,
toen velen hun plaats hadden verlaten en bg
het wederopzoeken daarvan niet te vermgden
gedruiscu maakten.
Met genoegen merkten wg op de hartelijkheid,
waarmee ook mevrouw Beersmans werd be
groet, terwjjl hear de bgsogdefe eer wejrd bt?