N°. 189. 135e Jaargang. 1892, Vrijdag^ 12 Augustus Middelburg 11 Augustus. mm Dexe courant verschijnt da ge lij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen: Pry» per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.- Afzonderlijke nommers, met of zonder bijvoegsel, zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën20 cent per regel: Bij abonnement lagerj Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alia dankbetuigingen; van 17 regels 1.50; iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte; Telephoonnommer 139. Moderne kunst. H1DD£LBI1GS(1£ IM1MT. Tbeimoiueter, j Agenten te Vlissingen: P. G. de Vxï Mestdauh k Zoon, te Goe». A A. WLollahb, it KruisingenF. y. d. Peijl, te ZierikzeeA. C. de Mooiï, te TholenW. A. i Advertentiën Middelburg 11 Ang. ym. 8 o. 60 gr. nnsuwehhtjuzeh en te TerneuzenM. di Johoe. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiSn nam, evenals de moeten den namiddags te één nor m. 12 o, 70 gr., av. 4 u. 65 gr. V. advertentie-bureau's van Nijch Vau Ditkab, te Rotterdam, di Gibs. Bblihïahïe, te 's Gravenbage, en A. de la Mas Azh., te Amsterdam. aan het bureau bezorgd zpn, willen Verwacht verand. wind. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicity étrangère G. L. Datjbe Cn., Johh F. Johss, opvolger. zjj des avonds nog worden opgenomen Onzes insiens deed jhr mr A. F. de Savornin Lohman een goede daad door in de Eerst® kamer ter sprake te brengen hetgeen in het Belgische hoogerhuis was gezegd door den minister van landbouw inzake de maatregelen, aan de Belgisoh-Nederlandsohe grenzen genomen betreffende het veevervoer. Het geldt hierbjj eene kwestie, die ook onze provincie raakten waarbp de belan gen van een groot deel harer inwoners zjjn betrokken. In onze voormalige vierde en vjjfde districten weet men ervan, hoe van Belgischen kant in dese gehandeld wordt; en hoe veel onbillijk heden er aan onze grenzen bestaan. Er is reeds meermalen gewezen op toestanden en feiten, welke anders moesten en konden zpn, wanneer van beide kanten wat meer samen werking bestond. Aan wien de schuld België segt: de Nederlandsche regeering geeft bljjk van onwil. En in den Belgisohen senaat ie daarover een hooghartig woordje gezegd door den minister He Bruyn. Hierop na wees het Eerste kamerlid De Savornin Lohman. Toen in den senaat den minister van land bouw om inlichtingen werd gevraagd omtrent de maatregelen, aan de BelgisohNederlandsohe grenzen genomen inzake het veevervoer de interpellant erkende het recht van Neder land tot het nemen van zulke maatregelen beweerde de Belgische minister dat onze regeering, hoewel door het traotaat van 1839 daartoe verplieht, geen faoiliteiten had willen toestaan voor invoer; maar vooral beklaagde hp zich, dat er permanente maatregelen genomen zonden zpn in protectionistisohen geest. Die proteotie bleek vooral uit het verbod van den direoten invoer uit België. De onierzjjds eerst gegeven faciliteiten werden weer terug genomen en dat aohtte de minister in strjjd met het tractaat van 1839, er eene bedreiging met léptesailles bp voegende met de sluiting van de grenzen voor ons vee. De minister wees echter, zeide jhr De Sa vornin Lohman, tegelpk op het belang van Nederland bjj den invoer van Belgisch vee; hier kan dan ook, zoo verklaarde genoemd kamerlid uitdrukkelijk, geen sprake wezen van Van de heerljjke grootsche beweging, welke in onze dageu zich in de kunst openbaartvan het explosieve streven der jongere moderne artisten bemerken wjj, provincialen, door eigen aanschouwing weinig, wanneer wjj ons niet somwjjlen uit de dagelpksche sleur losrukken en de zoo luide uitingen van het nieuwe kunsst- leven opzoeken, waar het geboren wordt of tjjdeljjk een gastvrjj onderkomen vindt. Na al hetgeen er gesohreven was over de nieuwe jonge Belgische en Fransehe schilders, die onder het luide gejuioh hunner jongere Hol- landsohe kunstbroeders, onder het armzalig doodsgelui en gespot eener dootrinaire kunst- oritiek, hun intooht in Den Haag hadden ge nomen, grepen wjj gretig het toeval aan, dat ons naar onze bjjna internationale hofstad voerde, om persoonlijk ons to overtuigen of de kunst der modernisten spreekt tot den niet- artist, geljjk dit het grootsche werk der Fransehe en Nederlandsche meesters doet. In de zalen van den üaagscken Kunstkring nl. vond de laatste weken plaats en bljjft nog dese week geopend een tentoonstelling van sohilderjjen en teekeningen van eenigen uit de Brusselsche Vingtiiten en uit de Antwerpsehe Association pour VArt Met een symbolische teekening op den omslag van den oata- logus wordt de beteekenis dezer uitgelezen expositie aangewezeneen flink geharnast ridder op zjjn strjjdros, door bosschen van distelan zich een weg banend, rjjdt fier de poorten van do Ooievaarsstad binnen. De jjWMbreken van een nieuwe kunstopvatting een geest van protectionisme, waarover diesellde minister eerst klaagde. Inlichting aohtte hp daarom noodig en in dien zin stelde hjj de vraag aan den minister van binnenlandsohe zaken »of er eenige grond is om aan te nemen, dat de hierbedoelde maatregelen eenig protec tionistisch karakter dragen." Verstandiger dan zpn Belgisohe collega, die tegenover eene bevriende regeering al vrij onhandig optrad, handelde onze minister van binnenlandsohe zaken. Hjj verklaarde de rede van den minister in België buiten bespreking te willen laten en eenvoudig zich te willen bepalen tot de beantwoording der gestelde vraag. En dan herinnerde bp aan de vroeger noodig geworden beperkende maatregelen betrekkeljjk den invoer van vee, vleesoh ens. uit België. Uitzonderingsbepalingen werden echter vaak toe gestaan, wanneer dit zonder schade kon geschie den. Toen echter verleden jaar het mond- en klauwzeer zeer toenam in België, werd door de regeering, die het reoht van het verltenen van uitzonderingen aan de commisjarissen der ko ningin in de verschillende provinciën had gedelegeerd, weêr aan zich genomen de uitslui tende bevoegdheid om uitzonderingen tos te staan en werden de doorloopende vergun ningen tot invoer van versche huiden enz. ingetrokken. Dat is jammer voor de belang hebbenden, maar het moest geschieden in het algemeen belang. Zeer stellig is hier geen protectionisme in het spel. Waar toch ligt in de hierbedoelde maatregelen, sedert 1870 noodig geweest, eenige protectionistische strekking Geen der opvolgende minis teis heeft die daarin gevonden. Het tegendeel is dan ook waar, en de gestelde vraag moest de heer Tak van Poortvliet stellig ontkennend beantwoorden. Noch de vroeger uitgevaardigde koninklpke besluiten, noch ae jongste maatregelen waren ingegeven door protectionistische drjjfveeren, maar alleen en uitsluitend door de zuoht om het algemeen belang ta behartigen en onzen veestapel te behoeden voor besmetting. Een volkomen geoorloofd doel, dat aan geen enkele internationale verbintenis te kort doet. De heer De Savornin Lohman soheen voldaan over de gegeven inlichtingen; hjj dankte ten minste den minister voor het gegeven antwoord. Toch zou de interpellatie niet afloopen zonder een woord van protest tegen het door den Belgischen minister gesprokene. De minister van binnenlandsche zaken kon dit onaange roerd laten omdat zulk een protest niet op zpn weg maar op dien van zpn collega van trekken Den Haag binnen. Of zjj inderdaad daar triomfeerden of zjj zelfs algemeen waar dering vonden, zjj daargelaten, maar dat sjj en hun streven aanspraak mogen maken op een -rnstig en goedgezind onderzoek, hieraan mag dunkt ons niet getwjjfeld worden. Eon zonderlingen indruk maken voor het eerst die schilderjjen en teekeningen met stippelen, strepen en bogen, met hun heldere kleuren, hun stroomen van lioht; maar beeft het oog zich eenmaal aan dat ongewone gewend eu begint men zich rekenschap te geven van hetgeen de Vingtisten en hun geestverwanten in de knnst met hnn streven beoogen tracht men te begippen wat zjj willen zeggen met hun expressies van dunne atmospheer en licht, dan kan men ook gaan gevoelen voor het uieuwe in hun kunst. Wat doet het er cp stuk van zaken toe, als zjj een in licht badend land- sooapof zeegezicht, een uitstekend portret geven, of dit door pointileeren of door een oudere en eenvoudiger kunstbewerking tot stand kwam Op de tentoonstelling trof ons o. a. een stuk van mej. A. Boch Pêcheurs, zoo vol leven en expressie, dat het vreemde en exentrieke der uitvoering geen oogenblik den indruk van het werk in den weg staat. Op een breeden, van allen schaduw ontblooten weg door een eentoni6 Brabantsch landschap over groote keien, die de bloote voeten moeten pjjn doen, loope» naast elkander vier visschers met de manden op den mg, drie mannen en een vrouw, recht uit van ons af, blakerend in het felle zonlicht; het is of wjj hen de voeten zien oplichten en neerzetten; naast hen tintelt het lioht door de bladeren der boomenscherp vallen hun scha duwen op den weg, terwjjl het gehcele stuk door een orervloed van zonneglans i« verliobt. buitenlasdsche taken lagstel al dat de regeering wilde protesteeren, wat o. i. echter beter was dat zjj niet deed. Doch nu maakte zich tot tolk der gevoelens van velen het lid der Eerste kamer, de oud- minister Fransen van de Putte. Hjj wees er op dat juist wjj, Nederlanders, herhaaldeljjk reden van klagen hebben gehad over wezenlpk protectionistisoue maatregelen van de zjjde van België in zake van het veevervoer. Daarom te meer had hjj zich verbaasd over de zeer onbe- tamJjjke taal, door den minister van landbouw in den Belgischen Senaat gevoerd, en hjj vroeg ironisch»Zou wellicht da concientie van de Belgische regeering over den Congo-gesehiedenis wakker geworden zjja Tegen die onbetamelijke taal nu protesteerde de heer Fransen van de Putte op waardige, maar tevans krachtige wjjze. En dat wasgoed ook. Onze Eerste kamer was daarvoor juist de goede plaats, omdat hetgeen aanleiding gaf tot de interpellatie ook in den Belgischen senaat was gezegd. België mag wel eens hooren, hoe men in onze vertegenwoordiging denkt; en gevoelen dat wjj ons niet ongestraft alles laten zeggen Het ie echter jammer dat van al dit ge harrewar zoo menige onschuldige dupe wordt; en het is nog onlangs in ons blad en in het Wbld v. Z. F., W. d. gereleveerd de Belgisohe kooplui huu slag slaan ten koste van onze grensbewoners. Mogen onze vertegenwoordigers in de Eerste en de Tweede kamer, vooral de mannen die den toestand in het vierde en vjjfde district van nabjj kennen, onze regeering in deze steeds goed op de hoogte houden 1 Zjj kunnen dan ten nutte van velen werkzaam zjjnniet het minst ook door den betrokken minister aan te geven wat er te doen of te laten valt. Op dit punt zpn reeds meermalen wenken gegeven; en bovengenoemd weekblad schreef nog in zpn jongste nommer: >Intusschen gaan wjj niet mede met het talmen der Nederlandsche regeering, waarvan o. i. sommigen onzer rjjksveeartsen de schuld dragen. Wjj verlangen, bjj behoorlijke keuring door een daartoe uitsluitend aangesteld en daarvoor voldoend bezoldigd veearts, afscheiding van Nederland wat veevervoer betreft, en vrjjen invoer in België. Wordt ons die niet toegestaan, dan moet de landbouwende stand in dit district er onder, en België ljjdt veel acta. Dat feit is van zoo algemeene bekendheid, dat wjj geen oogenblik aarzelen het neer te schrjjven. Het vee en de varkens moeten onzen boeren het hoofd boven water doen houden. Van 't graan komt bjj de tegenwoordige markten veel te weinig. Wat zal men zien gebeuren De Belgisohe kooplui zullen even goed vee bljjven koopen als sjj bjj volkomen gesloten grenzen de viggens opkoopen bjj honderden. Zjj zullen die over de grenzen smokkelen, en omdat smokkelen heel gevaarljjk is, den boer, die verkoopan moet, geld bieden, ver beneden de waardel En dat rundvee zal de grenzen overgaan, evenzeer als de viggens er met wagenvrachten overgaan. Hoe dat gaat? dat bljjft een zaak tas. sohen kommiezen en kooplui maar het gaat. En onze boeren zullen het gelag betalen. Zie, dat's het treurige in de zaak en daarom, wil Nederland den landbouwenden stand nier de hand boven 't hoofd houden, dan vrjj verkeer voor 't IVe en Ve district met kostelooze keuring van weerszijden, zoo noodig met qaarantaine. Maar dan ook, hoe eer boe liever 1" Dit is in den'.elfden geest als het schrjjven van een onzer lezers in het voormalig vierde distriot in ons nommer van 5 Juli. Eene herinnering aan de daarbjj gereleveerde feiten is echter niet overbodig, want op zulke feiten dient vooral het oog van onze regeering gevestigd te zpn. In de Vrjjdag te 'a Gravenhage gehouden vergadering van den geneeskundigen raad van Zuid-Holland heeft zooals nog in een deel der oplaag van ons vorig nommer werd ge mold de inspeoteur op verzoek medegedeeld dat in de vergadering, door de inspecteurs gehouden met den minister van biunen.andsche zaken, de kwestie van een eventueel uitbreken der cholera in ons land grondig is bezien en eventueele maatregelen besproken zpn. Hjj veegde erbij dat men daaromtrent gerust kan «jjn. In een te Harlingen uit Londen ontvangen schrjjven van een veekooper, wiens gevoelen gevraagd was omtrent de mogeijjkheid van invoer van levende schapen uit de noordelpke provinciën van ons land, die niet besmet zpn met rotkreupel en tongblaar, komt het volgende voor Bjj verandering van ministerie zouden wjj, natunrljjk, een anderen minister van landbouw krjjgen, die misschien meer voor reden vatbaar zou zpn dan de tegenwoordige minister Chaplin, van wien wjj niets te hopen hebben. Het zon echter twpfelachtig zpn, of een liberaal mini sterie wel dadelijk bereid zon wezen om de maatregelen van zjja voorganger ongeldig te maken, te minder daar mr Chaplin door zpn spoedige onderdrukking van de klanwziekte algemeen bpval heeft gevonden, en men het Sappiger, meer aan de oude manier herinnerend, zpn de beide zeegezichten van mej. Boch. Praoh- tige tinten in een klenrschakeering van blanw, groen, paars geven de zee haar voortdurende beweging. Hoogstbelangrjjk is het ingezonden werk van den heer Van Rjjsselberghe. Het portret van de blonde mdme D. B. in haar licht-blanw-liia getint zjj den toilet, zoo gelukkig tegenover den spiegel in de zaal gehangen, is vol sentiment, vol teederheid en gratie. Behalve twee andere damesportretten, de eene in licht violette klee ding, de andere in oranje gewaad, eveneens vol bekoorljjkhaid en uitdrukking, exposseert de heer Van Rjjsselberghe nog een portret van den heer Em. Verhaeren, voor zpn sohrjjftafol g- zeten. Het volle licht valt hier op de met bieken en allerlei snuisterjjen bedekte tafel en op de fijne karakterestieke hand, een portret vol uitdrnkking en waarheid. Van de nauw lettende teekening van dezen ernstigen artist getuigt een ander doek Le Verger met ver scheidene figuren. Op een ruim grasperk, onder de schaduw van eenige boomen zitten vier dames in liohte klenrige zomertoiletten, terwjjl de gloeihitte van een warmen Julidag in de buitenlucht tintelt. Ook hier die sterkt klenr en doorzichtige „lichtexpressie, het sub tiele, dat alles eveneens in de heldere haven gezichten van den Parpzenaar Seurat, in Crotoy en d Gravelines ons tegenschitterfc. Voorts zpn er nog in deze knnstopvatting scherper doorgevoerde licht- en kleureffecten van Paul Signac, eveneens Parpzenaar, en van den Belg Henry van de Velde, den litterator- schilder, die kort na de opening der tentoon stelling zjjn werk en dat zjjner kunstbroeders bjj het Haagiche publiek inleidde met een voordracht over den Boer in de schilderkunst." Bovendien is er nog werk van Finch, Georges Lemmen en Luoien Pissaro. Interessant zpn verder nog de ontwerpen van de affiches door Henri de Toulouse Lautrec geteekend voor La Goulue en voor een het Parpsohe publiek aangeboden boek La Reine de Joie. Van denzelfden kunstenaar is er nog een Liseuse, een jong meisje in losse houding, geboeid door haar lectunr, een vlotte in breede lp oen uitgevoerde teekening. Van eene geheel andere uitdrukking, dan die dunne, doorzichtige, atmospherische landschap pen, dan al die schitterende, in paars, groen, geel,scherp gekleurde,sommige gepoiatileerde in even fel gekleurde en gespikkelde Ijjsten gevatte sohilderjjen, zpn de teekeningen van Odilon Re- don, wegens zpn fantastische, sombere, demoni sche gestalten met Hoffmann vergeleken, door een ander kunstcriticus wegens zpn in beeld brengen van hallucinaties den geestverwant van Edgar Poë genoemd. Somber en fantastisch zpn Redon's teekeningen van Id'Tête de dicapité en Le masqué de la Mort Rouge met het onder schrift van Edgar PoëII y avait des figures éirangement équipêes, des fantaisies monstrueuses comme la folie. Met de traiitioneele voorstel ling der lente heeft Redon's Printemps metf gemeenhet is veeleer het zinnebeeld eener voor het leven terugschrikkende lente dan het beeld van het jonge in vreugde ontwakend, leven in de natnur. Van diep zieleljjden fluistert de moderne Eoce Homo ons zpn »Het is volbracht" toe. Hoe somber en uuiveringwekkend in zpn knnstuiting ook Odilon Redon zjj, zpn beelden volgen ons, wanneer wjj reeds lang de tentoonstelling hebben verlaten; zpn kunst treft in on* gemoed bjjna niet zon durven wagen, hierin verandering te brengen. Vervolgens wordt in dat sobrjjven gezegd: „Het slimste is, dat wjj bjjna niet gemist worden; men kan het best zonder ons stellen, en de prjjzen gaan door het afwezig zpn der Nederlandsche schapen volstrekt niet omhoog, daar er altjjd overvloedige voorraad van be vroren schapen uit Australië en Nieuw-Zeeland is." Verder wordt nog gezegd »De Hollandsche schapen komen toch in geslachten toestand,en wel tegen mindere prjjzen." Voor den Raad van state, aideeling voor de gesohillen van bestuur, werden Woensdag be- nandeld het beroep van den gemeenteraad van Hontenisse, tegen een besluit van Ged. staten van Zeeland van 20 Mei 1892, waarbp goed keuring is onthouden aan de begrooting dier gemeente voor 1892, en het advies van den pensioenraad voor de burgerlpke ambtenaren betreffende de aanvrage om pensioen van mej. M. F. Disoo, te Axel, laatstelijk gehuwd ge weest met A. Bruggeman. Bjj kon. besluit van 3 Juni 11., is de beslis sing van Ged. Staten van Friesland, van 4 Febr. jl. gehandhaafd, waarbp aan de begroo ting der gemeente Sneek de vereischte goed keuring is onthouden, wegens het voorkomen daarop van een post van 100 voor de voeding van arme schoolkinderen. De beweeggronden van Gedeputeerden en van den Raad van state waren niet dezelfde. Gedeputeerden beriepen zich a. op de wet op het armbestuur, die de uitgave zou verbieden, b. op de onderwjjswet, die haar niet uitdruk- keljjk ten laste der gemeente brengt, e. op diezelfde wet, in zooverre ook de leerlingen der bijzondere scholen van den maatregel zon den profiieeren, wat sedert de laatste wjjziging dezer wet absolnnt verboden zon zpn. De Raad van state deelt deze overwegingen niet. Hjj oordeelt, dat de wet op het armbe stuur buiten ,beschouwing kan bljjven, en dat ook de overwegingen, die op de onderwjjswet- geving betrekking hebben, minder juist zpn, maar dat in het algemeen, behalve in de ge vallen in de wet op het armbestuur voorzien, het verstrekken van voedsel >nimmer kan geacht worden te behooren tot de huishouding der gemeente, noch een onderwerp van gemeen- tezorg te zpn." De St.Crt. bevat de wet van den 18den Juni 1892, houdende goedkeuring der op 14 Ootober 1890 te Bern gesloten internationale overeen komst omtrent het goederenvervoer op spoor wegen. Voor het eerst sedert de invoering der grondwet van 1887 heeft zioh zoo schrjjffc de verslaggever der N. R. Crt een geval voorgedaan, dat toepassing van het nieuwe die snaren, die ons mede laten lpden in het pbysiëke en moreele lpden der groote mensch- heid. Naast de lichtende, kleurige kunst expressies van de overige modernisten maakt de sombere kunst van Odilon Redon bjjna een nog dieper indruk. Het is alsof de anderen het hooglied van het zonlicht nitj abelen en Redon de hymne van den nacht fluistert. En bestaat er weder geen verwantschap tusBchen de knnst van die Belgisohe en Fransehe nieuwlichters en de litteraire kunst van den jongen Maurice Mae terlinck, door een geestdriftvol, naar wjj mee- nen Engelsch, criticus „de Belgisohe Shake speare" genoemd? Wat wjj hierboven neersohreven over de expo sitie van de moderne Belgen en Franschen in den HaagscheKunstkring is op andere plaatsen reeds, en wjj bekennen gaarne: veel beter gezegd, maar wjj beoogden met onze losse aanteeke- aingen niets anders dan ook in onze omgeving de aandacht te vestigen en de belangstelling te wekken voor de nieuwste kunstuitingen en opvattingen, waarbp wjj den welgemeenden wensoh voegen dat wjj hopen ook op onze vol gende, in het aanstaande jaar te houden ten toonstelling eenige dier jongere Belgisohe, ondanks hun exentriciteit hoog begaafde en ernstige artisten naast de groote meesters onzer eigen moderne knnst aan te treffen, opdat ook Middelburg leere kennen de groote nienwe be weging in de kunst.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1892 | | pagina 1