BUITENLAMP. Verspreide Berichten INGEZONDEN STUKKEN Een woord tot de landbouwers in Walcheren. Jaarwedden onderwijzers. cadets A. M. Kerkkamp, B. de Greve en W. G. A. Brewer; tot tweede-luitenant bij het wapen der genie van het leger in Nederlandsch-Indië, de cadets W. G. Loeff en J. Tirion. Allen herkomstig van de Koninkljjke Militaire Academie. Naar men ons uit Noord-Brabant schrjjffc heett gedurende de laatste acht dagen het beet wortelgewas zeer goede vorderingen ge maakt, en wordt door de landbouwers algemeen een goede oogst verwacht. Ook de velden, die achterlijk waren, staan thans goed. Het regenachtige weder bevordert sterk den wasdom, daar de grond tot groote diepte is verwarmd. Op enkele velden, vooral do vroeg gezaaid?, ziet men planten die beginnen door te schieten. Het ia den landbouwers sterk aan te raden de stengels af te snijden, daar door deze te laten groeien het gewicht aan de bieten zelve wordt ontnomen, terwjjl da doorgeschoten wortelen ook nadeel'g zjjn voor don fabrikant, wegens hot gerioge sapgshalte, Uit Sittard wordt een brutale diefstal m6t moordpoging gemeld. Ean bode, die midden in den nacht het stationsgebouw te Diemmen, bjj Heinaberg, paasoerde, zag dat in het kantoor licht brandde, lijj kwam nadsrbjj en zag dat drie personen bezig waren de laden te doorzoeken. Hij gof den stationschef, die op eenigen afstand van het station woonde, hiervan kennis. Deze begaf zich, gewapend met cou revolver, met den bode naar het station- Ter plaatse gekomen, zagen zjj door een venster de dieven'nog aan het werk. De chef gelastte nu den bode, politie te gaan ontbieden en zeide dat hjj den eerste, die een poging tot ontvluchting mocht wagen, neer zou schieten. De dieven schgnen dit gehoord te hebben, want nauweljjhs was de bode vertrokken of 6en kwam, van een vuurwapen voorzien, naar buiten en loste een schot op den chef, die onmiddelgk neerzeeg. Toen kort daarop de bode met politie terugkeerde, hadden de dieven het hazepad gokezen. Hun buit kan hoogstens 10 mark bedragen, aangezien de chet 's avonds de kas tot op eene kleinigheid na, mede huiswaarts neemt. De heer Peters is lovcns- gevaarljjk gewond. De geneesheerer, die hem behandelen, Blaagden er tot dusverre niet in den kogel, die in den borstkas is gedrongen, er uit to verwijderen. Yan de dieven is het spoor tot dusver niet ontdekt. De cholerine-epidemie in de omgeving van Parjjs begint af te nemen. Een handige dievegge, elf j&ar oud, maakt er haar werk van den kleinen meisjes der gemeenteschool van Bercy, Parjjs, haar oorbellen afhandig te maken. Zjj waarschuwt de kinderen, dat hare oorbellen dreigen af te- vallen, mackt die dan los, wikkelt ze in een papiertje en stelt dit der kleine eigenaarster ter hand. Thuis gekomen vindt deze in het papier een paar kiezelsteentjes. Tot nog toe heeft men de kleine dievegge niet kunnen opsporen. Voor het gerechtshof der Seine te Parijs stond dezer dagen een kashouder, Fiess ge naamd, terecht, die door valschheid in geschrifte zjjn patroon 116.000 francs ontstal en dia dat geld met nog 30.000 francs uit zjjn eigen zak, had uitgegeven aan gastmalen, giften aan scholen, vereenigingen, bibliotheken enz. met h6t doel tot lid der Académie verkozen te worden. Hg bereikte echter dat doel niet en het eenige wat hjj verwierf was de titel »Grootofficier der orde van Bolivar". De man, die, volgens het getu'genis van ge neeskundigen, aan zenuwtoevallen en groot heidswaanzin ked, werd door het openbaar ministerie als niet toerekenbaar beschouwd, maar toch door het gerechtshof, onder aanne ming van verzachtende omstandigheden, ver oordeeld tot 4 jaar gevangenisstraf. Maandag meldde zich zekere C. bij een commissaris van politie te Parjjs aan, ver klarende dat, daar zjjne vrouw hem wilde verlaten, hjj genoeg had van het leven. Tegelijkertijd haalde bij een mes uit, doorstak zich en viel reutelend en in zijn bloed badende ter aarde. Zijne woning was niet ver en in allerjjl haalde men de vrouw, die zioh weekla- kan ik leven. Ik had nog een beroep ook. Tberese die goede vrouw zocht leeuw in zijn grot op,gingLaEoche in zijn bureau spreken. Daar was groote verontrusting. Haar stem hoorde in de heele straat. Het is klaar dat uw moeder zaliger geld van zich had, dat u moet behooren. Therese dreigt met notaris, advocaat, deurwaarder om hem te laten geven het u, op mijn woord! welke namen schold zij hem 1 Om haar gerust te maken belooft hij, stemt hij toe. Gij zult uw opvoeding voort zetten hier in Engeland, op een recht goed school." „Op school!" „Ja, maar vrees niet, ik zal uw gezelschap zijn. Ik zal aannemen een betrekking als leeraar van moderne talen en zal bezorgen dat wij ons samen plaatsen." Dit was wel niet juist wat Adriaan wenschte; maar bij schikte zich toch in het voorstel. Hij zou geen verplichting aan La Boche hebben, daar het schoolgeld van zijn eigen vermogen betaald werd. Zij spraken af den anderen morgen naar den school-agent te gaan om diens hulp te vragen bij het zoeken. In de gelagkamer komende ontstelde de heer Pracht niet weinig toen hij al de gasten Fransch hoorde spreken. „Wat soort van plaats brengt gij mij in Wat voor mannen zijn dit „De kastelein is een Franschmanmaar goed en vriendelijk". „Zoo, en al zijn gasten ook?" „Ja". gend op hem wierp, bezwerende hem nimmer te zullen verlaten. Onmiddellijk richtte C. zich op, haalde een zakdoek uit, veegde zoo veel mogeljjk het bloed af, en bood zjja ver raste wederhelft den arm. „Komaan, dan maar weêr naar huis 1" zeide hij. De ooljjkerd bleek zich niet het minste letsel te hebben toegebracht, maar zich van eene met bloed gevulde blaas te hebben bediend, geheel in den trant van Cervante's en Langen- djjk's Bazilius. De uitvoer van bier uit Duitschland is den laatBten tjjd, tengevolge van geringere aanvraag van Duitsch bier ia Frankrijk en België, bijna iot de hslfs verminderd. Vjjf jaar geleden bedroeg de uitvoer een millioen hectoliters, het vorig jaar was het tot 626.000 heet. verlaagd. Dinsdag nacht zjjn dieven met valsche sleutels het huis van een slager te Antwerpen binnengedrongen. Zjj bedwelmde-n de bewoners met ohloroform of een ander slaapmiddel en ontvreemden een ijzeren kistje met 21 schuld brieven der steden Brussel en Antwerpm, be nevens 1146 fr. in cpecie. Een schotel mot 126 tr. ia kopar hebben zjj zeker te zwaar gevonden om mede te nemen. Op de slaap kamers vond men een groot mes en een bijl, die de dieven voor eventueele moeilijkheden van beneden made hadden genomen. Da man en vrouw benevens hun vijfjarig dochtertje werden eerst laat wakker uit hun verdooving. Ia de leisttengroaven bjj Cork zjja negen arbeiders onder een groote massa lei en aarde bedolven. Het geweldig geluid der neer vallende massa werd op een mijl afstand gehoord. De directeur der Stoomvaartmaatschappij op het meer van Géneva Rcchai bevindt zich nog altijd in da gevangenis. Het onderzoek moet meer en meer zjjn schuld verzwaren. De machinist van de Montllar.c is daarentegen op vrije voeten gesteld. De toestand van den directeur der stede lijke tuinen te Berljjn, de heer Maechtig, op wien een ontslagen tuinmansknecht drie schoten loste, is bevredigend. De misdadiger heett zich zelf bjj de politie aangemeld. De sneltrein van Moskou naar Nishni No wgorod is tussohen Holdoniki en Gorochowetch gederailleerd. De locomotief en vjjf wagens werden verbrijzeld, 8 wagens ontspoorden. Niemand werd gedood maar de machinist, ean stoker en een remmer werden zwaar, vele andere personen licht gewond. Te Kopenhagen is de consul der Vereenigde- Staten Henry Ryder gearresteerd. Hjj wordt beschuldigd gelden esner erfenis te hebben verduisterd. Volgens het verslag van den Britschen consul aldaar zijn in 1891 te San Francisco gepleegd 35 moorden en 9 der daders opge hangen. Bovendien werden 89 personen gevan gengenomen wegens moordaanslagen, 275 wegens gewapenderhand gepleegde aanran dingen, enz. Er werden voorts in dat jaar 98 zelfmoorden gepleegd en 319 personen in krankzinnigengestichten verpleegd. Yan de 1204 mannelijke gevangenen waren 425 beneden de 25 jaar, velen Blechts 16 jaar oad, de jongens in het verbeterhuis niet mede gerekend In verband met de dreigende oholara beveelt de gezondheidsraad te Budapest het publiekhst gebruik aan van rooden wjjn, ohocolade, mineraalwater, verder goed humeur en geen vrees. Den 31en Juli a. moeten de algemeene raden in Erankvjjk gedeeltelijk vernieuwd worden. Er zullen in het geheel 1421 verkie zingen plaats vinden, waarv&n 992 zetels door de republikeinen, 429 door de conservatieven worden ingenomen. Bovendien zjjn nog 13 zetels te vervullen, waarvan II aan de repu blikeinen, 2 aan de conservatieven toebshooren. Bovendien zjjn voor de arrondissementsiadsn 1725 verkiezingen noodig: waarvan 1306 zetels zjjn bezet door republikeinen, 419 door de con servatieven. In twaalf departementen is de meerderheid der algemeene raden conservatief. Deze verkiezingen hebben onverwacht in „Laat ons dan gaan". „NeeD, gij zijt hier veilig". „Ik vertrouw hen niet. Kwam naar Groot-Brittanje om hen te ontloopen. Ik wil bij een van nw iandgenoolen gaanin een hotel". „Blijf hier", smeekte Adriaan. „Neen het is voor mij levensgevaarlijk Zij willen beginnen straks met Bevanche te spreken." Adriaan stelde echter niet meer zooveel rertrouweu als vroeger in de rechtschapenheid van zijn landgenooten en wilde niet dat de goede meening van den heer Pracht geschokt zou worden, voordat bij hen beter had leeren kennen en, dus deed hij zijn uiterste best, hem te overreden om ten minste éen nacht bij monsieur Pouillae te blijven en bij had er geen berouw van. Het gelukte Herrn Pracht zonder veel moeite, een betrekking op een school te krij gen, waar hij Adriaan als leerling plaatste, zoodat zij Londen zeer opgewekt verlieten,overtuigd dat Engelsche schooljongens veel minder lastig zouden zijn dan Fransche. Wij laten hen nu aan hun lot over ea zien hen eerst na zeven of acht jaren terug. XH. Mewton Huis. Het was een heerlijke, zonnige morgen; de dauw lag nog op het grasboomen en struiken dubbele mate de aandacht der politieke kringen in Frankrjjk getrokken. Zooals onze lezers weten, heeft de graaf van Parjjs na lang stil zwijgen tot een aantal getrouwen, men weet niet hoeveel die hem te Folkestone een bezoek brachten, een toespraak gehouden. Deze konickljjka rede was vol pittige politieke zin spelingen. Yooral merkwaardig zjja daaruit de zinsneden, die men als een direct antwoord aan den paus en de Fransche katholieken, die de wenken van den Heiligen Vader ter harte nemen, kan beschouwen. >De tronw der monarchisten aan hun poli tieke geloofsovertuiging zeide le Boy strekt hun tot eer te midden der tegenwoor dige moeilijkheden. Die trouw zal hun een maal recht geven op het vertrouwen van het land." Met andere woorden wil dit zeggen, dat al'xe royalisten, die het bevel des pausen opvolgden en de republiek erkenden, bun eer verloren en nooit het vertrouwen van het land zullen bezitten. Een niet minder scherpe terechtwijzing aan Leo XIII bevat de verzekeringdat de monar chisten altjjd gewaakt en gestreden hebben voor het behoud der godsdienstige tradities in Frankrjjk en voor de vrjjheden der kerk, die altjjJ haar zekerste bescherming in de monar chie zal vinden. Welke ondankbaarheid alzoo van het hoofd der katholieke kerk thans de monarchie den rug toe te keeren en te minne- koozea m6t de republiek I Maar eindeljjk nog bevat de toespraak van den graaf van Parjjs een zinsnede, waaruit men niets anders kan lezen, dan dat voortaan de royalisten kloekmoedig hun vaandel zullen ontplooien. »De monarchisten kunnen hun politieke onafhankelijkheid niet opofferen noch gevoelens in strjjd met hun overtuiging vein zen." Beteekont dit nu, dat do royalisten bij de aanstaande verkiezingen voor de algemeene raden en de arrondissementsraden op het laatst dezer maand, bjj de verkiezingen het volgende jaar voor de kamer tegenover hun kiezers voor hun politieke overtuiging rond zullen uitkomen en zich als monarchisten zullen voorstellen Dit zou ten minste van hun kant een eer lijken strjjd beloven, die vrjj wat meer eerbied zou afdwingen dan de wijze waarop zjj tot heden slag leverden. Niet slechts hebben zjj gedurende het twintig jarig bestaan der repu bliek de stemmen der kiezers zoeken te winnen, door zich eenvoudig »conservatieven" te noe men, maas in 1889 ontvingen zjj machtiging hun »politieke geloofsovertuiging", waarop Philippe VII zich thans beroept, te verlooche nen en verdedigden zjj, zich bjj het Bonlangisme aansluitend, dan eens het beginsel der diota- tuur dan de republiek. Misschien is de graaf van Parjjs langzamerhand tot de overtuiging gekomen dat zulk een tweeslachtige politiek niet het minste voordeel voor de monarchie oplevert en haar toekomst nog onzekerder maakt dan deze reeds is. Wel wat laat ia de pretendent tot dit inzicht gekomen, te laat waarschjjnljjfc om het verloren terrein te winnen, maar de loyale middelen, welke hjj thans zjja aanhangers ter bestrijding van den gehaten regeeringsvorm aanbeveelt, zjjn eerljjker en koninklijker dan de tot heden ge volgde tactiek. Gevaar is er bovendien niet voor de republiek, dat zjj in dezen openljjken, eerljjken strjjd veel zal verliezen. Aan de republikeinaoha bladen geeft de demonstratie van den graaf van Pargs meer stof tot spotiernjj dan tot ernstige bespreking. Overigens rust ook de politiek te Parjjs, alleen de Marokkaansche kwestiezoo plotseling aan den horizont opgedaagd, mag zich nog in wat levendige belangstelling verheugen. In een telegram aan het Foreign Office bevestigt sir Charles Euan Smith den inhoud van het laatste Benter-telegram uit Tanger en tevens hst vroeger bericht omtrent de poging van den sultan van Marokko om hem, den Britschen gezant, met 30.000 pd. st. om te koopen. Yerder worden nog interessante bijzonder heden medegedeeld over het te Fez gebeurde bjj de onderhandelingen tnssohen den sultan en sir Charles. Feiteljjk Bchjjnt de sultan plan gehad te hebben de Engelsche missie met zuchten dwang terug te houden, doch op het laatste oogenblik is hjj waarschjjnljjk te ruggedeinsd voor de gevolgsn van zulk een stap. Tot den heer Charles Euan Smith verklaarde werden door geen windje bewogen alles ademde Zondagsrust, toen er een der vensters van Newton Huis geopend werd en de eigenaar, een groot knap man, wiens uiterlijk bovenal zelfvoldoening teekende, naar buiten keek. Zijn blik gleed snel over de net onderhouden bloemperken en gladgeschoren grasvelden heen en bleef rusten op een groepje gebouwen daar achter, die wel niet de schoonheid van het vergezicht verhoogden, doch blijkbaar zeer op prijs gesteld werden om haar nut. „Onveranderd!" sprak de heer des huizes half luid, op den barometer kloppende. „Heer lijk, dat heldere weer. 't Is merkwaardig zoo weinig regenachtige Zondagen als wij dit jaar hebben." „Ik ben blij dat gij dit zegt," sprak een welluidend lachende stem, achter hem. „O, Marianne, ik wist niet dat gij in de kamer waart. 01 ja, ik begrijp waarom gij lacht." Den vorigen Zondag was de lucht betrokken en regenachtig geweest en toen had de heer Newton Earle geklaagd, dat het Zondags altijd regende, vooral wanneer hij gaarne wilde dat het helder was. „Men kan niet altjjd consequent zijn,zoo als mijn barometer en men spreekt wel eens onder den indruk van het oogenblik. Maar over het algemeen zijn er dit jaar veel mooie Zondagen geweest en ik hoop dat dit zoo blijven zal." Hij zei dit op een toon alsof hij alle recht had het te vorderen. Hij ging weer de sultan »ïïw leven is in gevaar. Uw vrouw' de geheele missie loopen gevaar, neem dadelgk uw intrek in mjjn paleis." »Uwe majesteit ver gistziob, antwoordde de gezant, mjjn leven is niet in gevaar. Ik sta onder de bescherming van uwe majesteit." »Ik beschik niet langer over de macht om u te beschermen, beweerde Muley Hassan. Ik verzeker u dat uw leven gevaar loopt. In dien gjj tot de missie terugkeert, zult gij ge dood worden, ik ben er zeker van". »Ik zal missohien gedood worden, zeide sir Charles Euan Smith. Geheel mjjn missie wordt gedood, indien gij het veroorlooft, maar binnen een maand zal er een andere Britscha missie te Fez zjjn, vergezeld door een vice-consul en een beter uitgerust personeel." 'Misschien zal er dan geen sultan meer in Marokko zjjn," gaf Muley Hassan ten ant woord. Toen de Britsche gezant toebereidselen voor zjjn vertrek maakte, liet de sultan om tjjd te winnen en met het plan zoo mogeljjk de on derhandelingen te hervatten, op de paarden en ezels der missie beslag leggen. Maar zoodra hjj vernam, dat sir Charles een bode had ge zonden naar Gibraltar met verzoek aan den gouverneur hem een gewapend geleide te zen den, liet hjj het beslag opheffen. Na het vertrek van sir Charles zond de sultan hem nog verscheidene gedelegeerden achterna, maar de gezant weigerde hen te ontvangen en liet hun weten, dat hg na de beleedigingen, waaraan hg als gezant van koningin Yietoria had blootgestaan, de diplo matieke betrekkingen tussohen beide landen afgebroken beschouwde. Yolgens berichten uit Spaansche bron zou Spanje het initiatief tot een diplomatieke conferentie over Marokko willen nemen. Ingezonden stukken worden in geen geval teruggezonden A propos ran de Kermis te Middelburg. Mijnheer de Eedacteur 1 Met eenigen schroom waag ik het u voor het onderstaande een plaatsje te vragen want wat ik te zeggen heb is niet nieuw en heeft reeds een vorig jaar tot gedachtenwisseling in uw blad aanleiding gegeven. Oogenblikkelijk succes van het onder woorden brengen van wat mijn gemoed bezwaart wacht ik ook niet, maar ik heb er toch behoefte aan mijn hart lucht te geven. Zie, mijnheer de redacteur, toen ik in de Middelburgsche courant van 11 Juli de publi catie las, waarbij de burgemeester onzer ge meente bekend maakte dat tijdens de kermis „orgeldraaiers, liedjeszangers, kunstenmakers en dergelijken" op uitzondering van de orgelman nen, die geregeld hier met draaierij omgaan, in de open lucht en op de openbare straat niet toegelaten worden tot uitoefening van hun bedrijf, toen kreeg ik het land en ik vroeg mij af: wat ter wereld hebben de luijden,waarvan hier sprake is, toch in de oogen van onzen gemeentevoogd gedaan dat zij moeten geweerd worden Ik kan niet aannemen dat onze burgemeester rancune tegen hen heeft, omdat zij een paar jaar geleden hem op eigenaardige, m. i. minder gepaste, wijze van hunne belangstelling blijk gaven, want moeten daarvoor nu allen boeten En vooralmoet daarvan het publiek dupe worden Ik geloof ook niet dat de maatregel in het belang van de muzikale opvoeding van het volk is genomen. En juist daarom vraag ik: waarom is onze burgemeester, integenstelling met het grootste deel van het publiek, zoo tegen liedjeszangers en wat dies meer zij Ik vraag me zoo af: waarom mag een lied jeszangster, die ziek chanteuse noemt, of een kunstenmaker die zich acrobaat be titelt, den burgemeester, de leden van den raad en een heele boel menschen, die in de vermo gensbelasting zullen worden aangeslagen, in het Schuttershof amuseerenen waarom mag het volk, dat geen zestig cent entrée betalen kan, niet profiteeren van het kermisbed en de kun stenmakers, die in de open lncht voor een paar cent hun gaven laten bewonderen Lieve hemel, wat kan het den burgemeester scheien dat een orgeldraaier met een niet te valse h orgel een geheele achterbuurt in echte kermisstemming brengt of dat een liedjeszan ger het kermisbed onder de menschen brengt Is dat soms onzedelijk, is dat kwaad In mijne oogen volstrekt niet. Jaren lang werden de menschen, waarvan hier sprake is, tijdens de kermis toegelaten en nimmer heb ik vernomen dat daardoor iets is gebeurd, wat minder oorbaar was. Wat ik echter wel gehoord heb ia dat in het Schuttershof somtijds in 't Fransch of in 't En- op zijn barometer tikken en vervolgde: „Ja, ja, het zal zich van daag goed honden. De Zondag is een heerlijke instelling voor mij j want het is eigenlijk de eenige dag, waarop ik in het observatorium kan werken, sedert er aan alle kanten zoo gebouwd wordt. Als dat zoo voort gaat moet ik mijne instrumenten naar een rustiger plekje overbrengen. Mijne waar nemingen kunnen onder de gegeven omstandig heden weinig waardo hebben voor de weten schap." De heer Newton Earle wijdde zich aan of bever hield zich bezig met sterrenkunde. Op eenigen afstand van zijn huis had hij op een vlak veld een reusachtigen teleskoop laten plaatsen, op een vierkant van stevig gemetselde peilers, met ladders aan alle zijden en voorzien van alle mogelijke toestellen, om het instrument te richten. Het was een meesterstuk, en zóó kunstig gebouwd dat een kind het kon hantee- ren en toch zoo stevig dat een sterke windvlaag het niet eens deed trillen. (Wordt vervolgd) gelsch chansonnetten gezoDgen werden, dia een matroos zouden doen blozen. Gebeurt zoo iets op straat, welnu dan heelt men toch altijd het recht om hem of haar die aanstoot geelt te verwijderen. De staat treed reeds in menig opzicht als toeziende voogd op en houdt zoo wat de luidjes binnen de perken van de tien geboden. Nn dat is de wet en daaraan moet ieder borger zich onderwerpen. Maar als nu naast de wet gever nog gemeentelijke autoriteiten ingrijpen in het volksleven als men de gemeentenaren dwingt om als een oorworm te kijken, dan, mijnheer de redacteur, meen ik dat een woord van protest niet achterwege blijven mag want dan vrees ik dat de huichelarij in de hand wordt gewerkten men, in plaats van vroolijke, prettige, sjoviale menschen, niets zal krijgen dan druilooren, die de kat in het donker knijpen. Dat woord van protest wilde ik laten hooren, niet omdat ik vermoed dat 't iets helpen zal, maar alleen om te toonen dat ik en velen met mij niet gediend zijn met de wijze, waarop men tegenwoordig meer en meer zich geroepen acht voor de zedelijkheid van het z. g. volk te waken. Werkelijk niet alleen het volk heeft ten deze een mentor noodig. Men ga in groote steden; men vrage b. v. in onze resi dentie of de zedelijkheid in de booge kringen daar niets te wenschen overlaat. Dan zal men met mij tot de overtuiging komen dat bij het z. g. volk, dat niet precies zijn woorden wikt en wat losser zich toont in zijne manieren, meer zedelijkheid gevonden wordt dan onder hen, die zich de noblesse noemen en in aller fijnste vormen op menig altaar der ondeugd offers plengen. Maar ik verg te veel plaats van u en daarom eindig ik, na geresumeerd te hebben dat, boe- zeer ik toegeef dat het wenschelijk is om bijv. de orgels, die men wil bespelen, te doen keuren en dat er ook rekening moet gehouden worden met wat de knnstenmakers en liedjeszangers presteeren, het m. i. niet goed is om zooals hier allen te weren. Dat gaat m. i. te ver. Middelburg, 23 Juli '92. Een vriend van het volk. „Een, twee of drieduizend gulden en zoo veel, en zoo menige galden als je daarboven biedt zoo menige vijf en twintig cent zal je ver dienen". Dat moet men aanhooren bij elke publieke veiling van onroerende goederen, althans in Walcheren. Onzedelijk spel. Indien de staatsloterij, waaraan alle deelne ming vrijwillig is, onzedelijk heet, dan is toch, dankt mg, het uitlokken tot bieden met der gelijke middelen bij publieke veilingen van bouw- eu weiland nog veel onzedelijker. Bijna ieder landbouwer, die het geluk heeft een kapitaaltje te bezitten, wenscht een bedrijf te koopen of te pachten, maar wordt bij publieke veilingen van bouw- en weiland daarin belem merd door hen, die slechts eenvoudig verlangen de kwartjes op te strijken; door de z. g. kwartjes-mannen. Want door hunne handel wijze toch staat de belanghebbende landbouwer niet tegenover een eerlijk concurrent, maar wordt de prijs van het bouw- en weiland kunstmatig opgedreven, ver boven de werke lijke waarde, zoodat een landbouwer, die het betrokken perceel gaarne wil koopen of pachten en daarvan moet leven en zijn bestaan vinden, meer bieden moet dan met alle mogelijke vlijt is op te brengen. Dit is noodig, omdat de zoo genaamde kwartjes-mannen alle middelen aan wenden om uit te vorschen wie het een of ander perceel behoeft of daarvoor geld be schikbaar heeft. In vele plaatsen, zelfs in onze provincie, bestaat het gebruik om vijf en twintig cent van iedere geboden galden aan den hoogsten bieder uit te keeren niet en toch wordt daar het land aan goeden prijs verkocht. Waarom zou dan ook hier in Walcheren dit aloud gebruik niet kunnen worden afgeschaft Mij dunkthet wordt hoog tijd middelen aan te wenden om die gewoonte af le schaffen, want zij geeft aanleiding tot lage, zeer lage handelingen. Deze bewering behoeft voor velen geen nadere toelichting, want de feiten zijn over bekend. Werd die premie niet meer betaald dan zou de prijs der landerijen m. i. niet te veel dalen, en zou de werkelijke landbouwer tegenover een eerlijk concurrent staan. Gaarne zal ik zien dat een meer bekwame hand de pen opneemt om in het belang van den landbouwer te strijden tegen de door mij aangegeven uitkeeriDg. Een landbouwer in W alcheren. 22 Juli 1892. Mijnheer de redacteur. Deze week las ik in uw blad van 4 Juni 1891„voor de betrekking van onderwijzer te Slikplaat, jaarwedde 400, hebben zich twee sollicitanten aangemeld." Wie kon toen voorspellen dat een jaar later de prijs l! f 500 zou geweest zijn. Hoe dit echter zij, niemand zal het betreuren, dat de tijd van gelapte broeken voor de onderwijzers weer eens een poosje uit is. Alleen is het jammer, dat de minimum-lijders dikwijls moeten solliciteeren naar eeue andere plaats om minder lage wedde te bekomen, daar sommige gemeente besturen als stelregel aannemen, om nooit het salatis van een in fnnctie zijnd onderwijzer te verhoogen. Verwisseling van personeel, maan den lang onvervulde vacatures zijn weer aan de orde van den dag. Waarom den onder wijzer geene vaste jaarwedde toegekend Dan was het uit met dat geknoei. X. Stoomdrukberg D. G. Kröber jr Middelbrug

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1892 | | pagina 6