liÉirisclie Courant BIJVOEGSEL Middelburg 23 Juli. Brieven uit de Hofstad. F E U I L L E T O N* GEEN KEUS. VAN DB VA2ï Maandag 25 Juli 1892, no. 173. 22 Juli 1892. Van een hofstad heeft Den Haag tegenwoor dig eigenlijk alleen maar den naaminderdaad gelijkt onze stad meer op een uitgestrekt veld voor wedstrijden, en dat veld bljjkt nog niet eens groot genoeg te zijn, men neemt er nog een stuk van de Noordzee bij om ook de wed - strijden te water tot hun recht te laten komen. Gisteren werden te Clingendaal de gewone harddraverijen en wedrennen gehouden, waar van slechts weinig6 Hagenaars iets bemerkten, en waarvan nog veel minder getuigen waren Dat was eenige jaren geleden anders 1 Toen was ons Clingendaal ook wel geen Longchamps, dat bij het einde van de courses gedurende meer dan éen uur een vijf-, zesdubbele sleep van rijtuigen pleegt uit te dringen, maar toch was het er vroolijk en gezellig. De groote tribune, flink bezet met de diplomatie en de aristocratie der residentie, in het midden-terrein tegenover de tribune eenige rijen rijtuigen naast elkaar geschaard en zich in de lengte meer of minder ver aan weerszijden uitstrekkende; op die rijtuigen aardige groepjes van dames en heeren en verder over de wijde vlakte tal van ruiters zich bewegend met de jockeys in de baan en velen, die te voet gekomen waren, neergevleid op grasperk of langs de baan elkaar verdringend om de renners en harddravers te zien voorbij stuiven. En gisteren Enkele rij tuigen, zeer weinigen op de tribune; en zelfs bniten het terrein op de omringende duinen ontbrak geheel en al die belangstellende massa met-betalende „buitenleden" van vroeger, die den aanblik van het schoone landschap zoo schilderachtig maakte. Er is groote achteruitgang in deze races te constateerenniet zoozeer in het gehalte der paarden er werd gisteren weer prachtig ge rend en evenmin in het aantal uitkomende rossen, maar wel in de belangstelling van het publiek, en zonder deze worden de courses toch eigenlijk een paskwil. Het bestuur zelf is trouwens niet geheel onschuldig aan de gehalte vermindering van de Clingendaalsche wedloopen, al kan dit zich waarschijnlijk beroepen op overmacht, hier bestaande in het gebrek aan geld tengevolge van de geringe recette van entrêesin de eerste jaren werd het feest op geluisterd door de werkelijke goede, vooral voor dergelijke gelegenheden zeer geschikte muziek der huzarendaarna moesten de bezoekers zich tevreden stellen met het lang niet altijd zuivere geblaas van het muziekkorps der jagers, en in de laatste jaren ook gisteren is aan een troepje Duitsche kermismuzikanten de wanho pige taak opgelegd om nog wat leven en vroolijkheid te brengen onder het weinig talrijke en daardoor van zelf saai gestemde publiek. Vrij wat meer belangstelling toonden de Hagenaars eergisteren in den internationalen zeilwedstrijd langs de kust der Noordzee. Aan het strand en op den verhoogden badhuisweg en zelfs op het terras van het Kurhaus heerschte toen ondanks het ongunstige weder een vroolijke, prettige drukte. Tram op tram en rijtuig op rijtuig voerde nieuwe toeschouwers aan, die blijkbaar genoegen schepten in dit echt nationale feest, al was het dan ook inter nationaal gemaakt, of liever misschien wel juist hierom, of wat nog waarschijnlijker is omdat het voor Scheveningen iets betrekkelijk nieuws was. Jammer dat hier de Nederlanders zoo slecht de eer van hun land als zeevarende natie ophielden. Het schijnt wel, dat profeten niet alleen niet geëerd worden in hun eigen land, Uit het Engelsch. VAN T. S. MUjIilNGTOJST. XI. Levensgevaarlijk. Op zijn telegram naar Parijs kreeg Adriaan weldra antwoord van den heer Pracht. De brief luidde „Mijn geliefde jonge Engelander! Dus zijt gij uitgevondenGij hebt ons een vreeselijk alarm veroorzaakt. Monsieur La Koche was wanhopend en zou voor uw ontdek king een belooning van drie duizend frank geloofd hebben uit. Maar ik zal die belooning voor mijzelven niet krijgen, ofschoon ik het is die u uitgevonden heeft. Madame Therese was in groote droefheid en joeg op een oogenblik haar verloofde Grolleau telkens het huis uit, hem beschuldigende van de oorzaak van uw verlies, zeggende dat zij hem niet wilde trouwenmaar haar petit volgen door de heele wereld, tot zij hem vond. Nu zijn zij weer vereenigd. Ge makkelijk voor mij was het te raden, dat gij n zeiven naar Engeland hadt begeven; maar monsieur La Roche het niet wilde gelooven. Hij verweet sich zelf met woestheid. Later maar daar ook geen profeten zijn. Niet alleen dat de bestuurders der mededingende Neder- landsche kotters niet vooruit zagen, zij be merkten eerst verscheidene minuten na de vreemdelingen, dat het sein tot afvaart gegeven was; dientengevolge was de kans op winnen voor hen al dadelijk verkeken. In den vreemde bleken gelukkig de afstammelingen van de reizigers per trekschuit weer wel nog kranige lui op het water te z^n; twee van dezelfde kotters, die te Scheveningen door eigen on achtzaamheid achterbleven, behaalden te Ant werpen schoone overwinningen. Een andere wedstrijd, ook al samenhangende met de sport-tentoonstelling, wordt te Scheve ningen gehouden; het is een rustiger strijd, nam. tusscheu de voortbrengselen van het penseel van Nederlanders en vreemdelingen. De Rotterdamsche Kunsielub bracht daar een tweehonderd vijftig schilderstukken bijeen, die inderdaad om den voorrang wedgveren. Van de grootste kunstenaars zijn daar echte mees terstukken ter bezichtiging gesteld, zoodat deze verzameling niet onder doet voor de drieja&r- lijksche tentoonstellingen, die in strijd met dien naam elk jaar plegen gehouden te worden, doch dan om beurten te Amsterdam, 's Gravenhage en Rotterdam. Het doel van de nu gehouden tentoonstelling is intusschen een geheel anderhet is hier niet te doen voorna melijk om te doen zien en bewonderen, maar in de allereerste plaats om te verkoopen. De Kunstclub van Rotterdam beoogt dan ook zelve voornamelijk een tusschenpersoon te zijn tusschen de artisten en de kunstkoopers en verzamelaars van schilderijen; en de zeer vrij gevige wijze, waarop niet enkel uitnoodigingen tot het bijwonen van de opening van den salon maar zelts doorloopende toegangskaarten gratis zijn verspreid, wijst er op, dat niet het innen van entrée's maar het verkoopen van het tentoongestelde hoofddoel is. In zoover verschilt de Rotterdamsche Kunstclub van de Haagsche. Toch heeft de eerste zich blijkbaar goed rekenschap gegeven van het feit, dat zij nu in de residentie optreedt, waar velen het Fransch meer en dikwijls beter spreken dan hunne moedertaal; de uitnoodigingen en toegangkaarten, ook die aan volbloed-Nederlanders werden toegezonden, zijn in de Fransche taal gesteld. Dat hier alles opgaat in wedstrijden en ten toonstellingen is ook hieraan merkbaar, dat zoowat half Den Haag op dit oogenblik tot de eene of andere jury behoort. Wat al jury's heeft de sport-tentoonstelling al niet noodzakelijk gemaakt! Geen wonder, dat men bij de keuze wel eens moest afdalen tot de dii minores en zelfs tot dilettanten, teneinde eenige personen niet te zeer met werk te overladen. Het is intusschen de vraag of het wel noodig en dus of het wel wenschelijk was zoover te gaan als bijv. geschiedde bij de jury voor de afdeeling schoone Icunsten der sport-tentoon stelling. Met voorbijgang van zoovele vermaarde schilders als Den Haag de eer heeft onder zijn ingezetenen te tellen, koos men tot leden dier jury een zeer matig dilettant, voor wien schil deren slechts bijzaak, een hof-lunctie hoofdzaak is, een wel verdienstelijk schilder maar wat van den ouden stempel, en een schilder die van teekenen, van proportie zoowat niets verstaat en voor wien schilderen schijnt te zijn het nabootsen van oleographieën. Dat de man niettemin verkoopt en „mooi'' gevonden wordt, is niet zijn verdienste maar in werkelijkheid zijn schuld in verband met den Bmaak van het groote, weinig artistiek ontwikkelde publiek, dat zich geen rekenschap pleegt te geven van zijn „mooi vinden" maar alleen oordeelt naar het min of meer aantrekkelijke van het onder werp. Op de „roode kooien" van Thorn Prikken werd onlangs heel wat gescholden door dat publiek, maar een dame in zomertoilet, gezeten in een panier met een ponney bespannen, of een oud-Hollandsche sjees met een boer en een boerin; of een arreslede met sierlijk opgetuigd paard is per se mooi Op den eersten indruk gingen onlangs ook de leden van de Witte Sociëteit af. Nu, die vormen vrij wel het groote publiek, be trekkelijk in miniatuur. Bij de maandelijksche ballotage vau nieuwe leden waren er eenigen voorgesteld, over wie éen uit dat groote publiek zich uitliet in dien zin, dat zij onwaardig waren in te gaan in dat groote koffieh pardon in de sociëteit. Deze was een „graankoopertje", kwam Noixdegalle, die vertelde van iemand, zooals gij, die in een café, niet ver van den faubourg St Denis was gezien, op den weg naar Boulogne. Daarop ik schreef een brief aan den schoolagent van mijn kennis, zendende hem een photographic van onzen verloren Engelan der en de Engelsche politie-bedienden u ontdekt hebbeD. En wat zal er nu gebeuren? Monsieur La Roche, hoorende dat gij veilig zijt, zijn haren niet langer uittrekt en uw naam niet meer wil hooien spreken. Hij blijft op zijn bureau en hem daar te naderen niet gemakkelijk is. Ge makkelijk Wat zeg ik levensgevaarlijk zou het zijn voor mij een Duitscher, dat te wagen. De Franschen beambten met mij niet spreken willen en hun uiterlijk is dreig vol. Therese heeft gegeven mij vijftig frank, aan u te zenden. Zij zegt dat u behoort, is geld van uw moeder gij moet het gebruiken. Ik schrijf onmiddelijk aan u, zoodra ik van mon sieur La Roche weet wat plan met u hij heeft. Ik mij toeleg op Engelsch taalstudie, maar de hulp van u gepraat mis. Hopende spoedig weer te hooren dit, noem mij uw hartelijk liefhebbend vriend, Heinrich Pracht." Na de ontvangst van dien brief wachtte Adriaan eenige dagen op nadere tijding, maar ofschoon hg aan Therese en aan den heer Pracht schreef, kwam de beloofde brief niet onmiddelijk en het was hem alsof hij nooit zou komen. gene een „hoedenmaker", een derde een „pillen draaier", weer een ander een „timmermansbaasje"j en die kwalificatie's waren voldoende om velen te doen tegenstemmen zonder nader onderzoek. Zoo werden vier voorgedragenen gelijktijdig gedeballoteerd. En wat blijkt nu Dat het „timmermansbaasje" een naamgenoot van het aspirant-lid is, deze echter een van de grootste aannemers in ruste, een lid van de „gouden ploeg" van Sliedrecht, waaraan zelfs naamge- nooten van onzen minister van buitenlandsche zaken niet vreemd zijn. De man kan wel is waar niet tot de aristocratie van Den Haag gerekend worden, maar er zijn waarlijk heel wat leden der Witte, die minder dan bij in dien kring passen. Een aantal leden heeft nu getracht het vonnis, steunende op eene dwaling in den persoon, ongedaan te maken door aan het bestuur nietigverklaring der ballotage te verzoeken met uitnoodiging den onwillens uit- geworpene opnieuw voor te hangen. Zoo wordt aan de sensatie-makende deballotage van vier heeren tegelijk veel van haar gewicht en be- teekenis ontnomen. Wie weet in welke hooge kwaliteiten de drie andere nog zullen opduiken! Een onzer correspondenten schrjjft ons Bg het lezen van Da Costa's Eagar deed de leeraar ons den vinger setten bjj den zooveelsten regel, die luidt: »De Janitsaar verdween." Van het woord Janitsaar wist niemand eene goede verklaring te geven en wjj stonden dus in zooverre geljjk met den Haagschen brief schrijver van de Arnhemsche courant, die ze met lijfwachten der oude keizers van Rusland ver wart. (Zie no 168 der Midd. Ct.) Wat dan eigenljjk de Janitsaren zjjn Een voormalig Turksch legerkorps, in 1329 door sultan Orkhan opgericht uit jonge christen-gevangenen, die gedwongen werden tot het Mohamedanisme over te gaan, maar eerst in 1360 door sultan Murad I georganiseerd. Murad beval, dat van de gevangen christenen elke 5s man voor de Janitsaren bestemd was. De voorrechten, welke de Janitsaren genoten, deden ook vele jonge Turken zich bjj dit korps voegen. Er ontston den twee soorten van Janitsaren de geregeld georganiseerden, die in kazernen woonden, en de zoogenaamde Jamaks, die door het geheele rjjk verstrooid leefden. Uit hen werd de lgf- wacht des sultans gekozen. Hunne geschiedenis bestaat uit eene aaneenschakeling van oproeren. Aan sultan Mahmoed II gelukte het, hen te vernietigen. Janitsaren-muziek is Turksche militaire bombarie-muziek. Meldden wg gisteren de namen der Tweede- k a m e r-leden, die stemden tegen het ont werp tot invoering eener belasting op de inkomsten uit vermogen, wg laten thans volgen do namen van hen, die er zich voor verklaarden. Zjj zjjnHaflmans, Yan der Kaay, Smeenge, Borgesius, Royaards, Van Berckel, Viruly, Guyot, Van Vljjmen, Van Houten, De Mejjier, Kielstra, Pyttersen, Tjjdens, Rink, De Beaufort, (Amsterdam), Zjjlma, Van Kerkwjjk, Tydemaa, Rutgers, Boreel, Van der Feltz, Ferf, Veegens, Van Beuningen, Vrolik, Bool, Zaajjer, Van Delden, Hintzen, Van Nunen, Scbaepman, Mees, Zgp, Land, Clercx, Hartogh, Van Gjjn, Cremer, Poelman, De Kanter, Levy, Pjjnacker Hordjjk, Roessingh, Röell, Sanders, Goekoop, Houwing, Hennequin, Smit, Kolkman, Schepel, Conrad, Harte, Geertsema, Lieftinck, Heldt, W, de Beaufort, Van Karnebeek, Lev ysohn Norman, De Ram en de voorzitter. Meer gemengd was de stemming over het ontwerp tot verhooging van den accjjns op het gedistilleerd. Daar voor verklaarden zich de heeren Van Delden, Hintzen,Van Nnnen, Dobbelman,Van den Berch van Heemstede, Mees,Zjjp,Land,Clercx, Oppedjjk, Van Gjjn,Pynacker Hordjjk,Roessingh, Röall, Ruys, Brantsen van de Zjjp, Hennequin, Smit, Kolkman, Conrad, Harte, Geertsema, A. Mackay, W, de Beaufort, G. van Dedem, Van Karnebeek, Levysshon Norman, De Ram, Ver meulen, Van der Kaay, Rooyaards, Reeckers, Virnly, Van Vljjmen, De Mejjier, Kielstra, Rink, Mutsaers, A. de Beaufort, Michiels, Van Kerk wjjk, Tydeman, Van der Schrieck, Rutgers, Van der Feltz, Ferf, Travaglino, Van Beuningen, Vroljjk, Bool en de voorzitter. Tegen het ontwerp stemden de heeren: Zaajjer, Havelaar, d'Ansembourg, Van der Borch, De Ras, Sohaepman, Th. Mackay, A. van Dedem, Hij voelde dat hij aan monsieur La Roche moest schrijven; hij had verkeerd gedaan met zich uit de voeten te maken, alleen op de ver halen van Therese; hij had eerst met zijn stiefvader moeten spreken en hem althans in de gelegenheid stellen billijk jegens hem te zijn. Nu zei zijn geweten hem dat hij moest vragen wat zijne plannen met hem waren. Die vijftig frank zouden niet ver strekken en waar kwamen zij van daan? Misschien waren het wel de spaarpenningen van Therese. Hij begon zich weer heel ongelukkig te gevoelen en keek gedurig uit naar den brievenbesteller, die wel eenige malen daags voorbij kwam, maar nooit een brief voor hem bracht. Om den tijd te verdrijven slenterde hij langs de boekenstalletjes en las zooveel mogelijk Dnitsch, maar hij miste ook de hulp van den heer Pracht. „Ik wilde dat hij schreef, hij moet schrij ven, hij heeft het beloofd, 't Is toch zonderling dat de menschen nooit hunne belofte houden. Hoe leelijk van hem om mg zoo te laten zitten; alles is hier anders dan ik gedacht had." Hij snakte naar een bekend gezicht. Therese, Vernier, ja zelfs Le Roche zou hem welkom geweest zijn. Nu wisten zij waar hij was, waarom kwamen zij niet. „Ik wilde dat ik vleugels had als een duif", riep hij uit en herinnerde zich de witte duif, die twee maal in zijn verdriet verschenen was. Hij haalde de witte veêrtjes uit zijn zakboekje en bracht ze aan zijn lippen. De Geer, Van der Velde, Hartogh, Smits van Ogen, Cremer, Poelman, De Kanter, Levy, Bahlmann, Donner, Sanders, Goekoop, Houwing, Schimmelpenninek van der Oye, Schepel, Lam- brechts, Lieftinck, Keuchenius, Heldt, Bevers, Walter, Beelaerts, Seret, Haffmans, Smeenge, Goeman Borgesius, Van Berckel, Guyot, Van Houten, Pyttersen, Tydens, Van Velzen, Zjjlma, Van Alphen, Boreel en Veegens. De ontwerpen tot vermindering van sommige evenredige registratie- en hypotheekrechten en tot af schaffing van den accjjns enwjj- ziging van het invoerrecht op zeep werden zonder stemming aangenomen. Omtrent de beraadslagingen over het ontwerp tot verlaging van den zoutaccgne, waar over Dinsdag de eindstemming plaats heeft, waarvan de uitslag niet twijfelachtig is, merken wg op dat het voorstel der heeren Ferf en Zjjp om het recht op het zout nog 1.lager te stellen dan de minister voorstelde, en wel op 3.—, door den minister een vriendschap pelijk amendement werd genoemd. Het werd aangenomen met 61 tegen 27 stemmen. Hierna liet de ministar in art. 74 de restitutie vervallen voor boter, surrogaten en kaas, voor het buitenland bestemdterwjjl in art. 84 het invoerrecht voor gezouten boter en surrogaat is vervallen. Aan het einde der zitting werden door de kamer kleinere ontwerpen behandeld. Aange nomen werd o. a. dat tot stichting van een derde opvoedingsgesticht. Dinsdag, als de eindstemming over den zoutaccjjas heeft plaats gehad, zal de verdere agenda, waarop nog staat de instelling eener centrale commissie voor statistiek, denkeljjk worden afgedaan Alles, wat veel debat kan vorderen, zooals de artsenwet, is voorloopig uitgesteld. Onder het opschrift Humbug is versche nen het volgende stukje, zeker velen met ons als uit het hart gegrepen. De reclame dringt ook in het onderwgs door. Meer en meer begint dit de aandacht te trekken. In het begin der zomervacantie vindt men in verschillende bladen advertenties van dank bare ouders, waarin zjj den eenen of anderen institutenr hunnen »harteljjken dank" betuigen voor het degeljjke, het uitstekende onderwjjst dat hunne zonen hebben genoten, waardoor deze in Btaat gesteld werden, een voldoend nummer te behalen op een vergeljjkend examen- Inderdaad, aan eene school behooren andere, hoogere eischen gesteld te worden dan het vol doen aan een examen voor Breda, Willemsoord, posterijen, belastingen, enz. Ontwikkeling van geest en gemoed, vorming van karakter zjjn niet uit te drukken in een cjjter. De schoei, waar, op aangename wjjze, zonder overlading, zonder africhting, het on derwgs dienstbaar gemaakt wordt aan het vormen van flinke, degeljjke mannen, waar lichaam en geest harmonisch worden ontwik keld, staat veel hooger dan die, waarvan het grootste aantal candidaten voor een vaak opper vlakkig, vergeljjkend examen slaagt. Zelfs wordt er reedB openljjk bedankt voor het uitnemende onderwgs, waardoor kinderen geslaagd zjjn bjj het toelatingsexamen voor de eerste klasse van eene hoogere burgerschool of een gymnasium. Wie op de hoogte is van de eischen, voor die examens meestal gesteld, weet, dat daaraan ieder middelmatig leerling, die den leeftjjd van twaalf of dertien jaar bereikt heeft en be hoorlijk in de vakken van gewoon lager onder wgs en de beginselen der Franzche taal onder wezen is, kan voldoen, zonder dat op de school daartoe speciale voorbereiding vereischt wordt. Dezer dagen kon men de volgende treffende advertentie lezen 1 „Ondergeteekenden gevoelen zich gedrongen, het instituut van den heer aan te bevelen", daar hunne zoons,elt jaar oud, heden met goed gevolg examen deden voor het gymnasium. Daarenboven zjjn zjj toe gerust met de grondige beginselen van Duitach, Engelsch en wiskunde, wat hen hopen doet dat zij gemakkelijker het verdere onderwgs zullen kunnen volgen." Door zulke aankondigingen maakt men het onderwgs en de onderwijzers belachelgk. In De Vacature wordt voorgesteld, dat alle instituteurs zich zullen vereenigen en zich verbinden, den ouders der hun toevertrouwde leerlingen hunnen uitdrukkeljjken wenschken baar te maken, dat voortaan geene aanbe- Bezaten die veêrtjes werkelijk eenige toover- kracht? Konden zij, gelijk dering van Aladin, onmiddellijk iederen wensch tot vervulling brengen Het scheen welwant opziende zag hij door de tranen, die hem in de oogen kwamen heen, een bekende gedaante voor zich en eer hij begreep wie het was werd er een zware hand op zijn schouder gelegd en hoorde hij de volle stem van den heer Pracht zeggen„Adri aan ZooGoddankDus heb ik u „Herr Pracht." Adriaan kon verder geen woord uitbrengen, zijn stem begaf hem. Hg drukte de hand van den Duitscher en bracht hem zwijgend naar zijn zolderkamertje, bij monsieur Pouillac. Eindelijk toen ze daar tegenover elkaar hadden plaats genomen was Herr Pracht in staat te spreken. „Ik ben zelf gekomenHier ben ik, per soonlijk. „Dat zie ik en ik ben er zeer big om Herr Pracht. „Ja, natuurlijkik ook." „Hoe maken Vernier en Therese het?" „Die zijn allebei gezond." „Het is zoo lief van u dat gij gekomen zijt." „Lief? Neen, integendeel; ik heb mijn heele leven gewenscht in Engeland te zijn. Een land, dat zoo ver vooruit is, het land van vrij heid, het land van van „Vertel mg nu liever van u zeiven", viel Adriaan in. „Wel, het is om mij zeiven mijn leven te, velende of dankbetuigende advertenties meer geplaatst werden. Bjj het departement van koloniën is het vol gende telegram van den gouverneur-generaal van NederlandsshTndië, dd. 22 dezer, ontvan gen Volgens laatste berichten sjjn door de eruptie van den Goenoeng Awoe twee daizend personen gedood, doch geen Europeanen. Het noordwestelijk gedeelte van Groot-Sangir is geheel verwoesthet overig deel van dit eiland kan in zes maanden zich herstellen. >De oogst is vernield, maar door zending van levensmiddelen wordt hongersnood voorko men. De overheid en de particuliere liefdadig heid verleenen krachtig hulp." Dit bericht uit de St. Ct. werd nog in een groot deel der oplaag van ons vorig nommer opgenomen De behandeling van het adres van den milicien De Jonge, die zich beklaagd over behandeling in het hospitaal te Vlissingen, is door de Tweede kamer uitgesteld. Te Breda is Vrjjdag op 67jarigen leeftijd overleden de hesr F. G. van Bloemen Waanders, oud-minister van koloniën, oud-directeur van binnenlandsch bestuur in Nederlandsch-Indië, ridder in de orde van den Nederlandschen leeuw. Bjj kon. besluit: is, zooals nog in een deel der oplaag van ons vorig nommer is medegedeeld, benoemd tot notaris binnen het arr. Zierikzee, ter stand plaats Zierikzee, J. Franse, cand.-notaris aldaar; is aan N. W. Hooke, burgemeester der ge meente Kerkwerve, toestemming verleend om tot 1 Aug. 1892 te Ellemeet en daarna te Zierikzee te wonen; is benoemd tot notaris binnen het arr. Rot terdam, ter standplaats de gemeente Rotter dam, mr C. M. H. Schadee, cand.-notaris aldaar; zjjn benoemd bjj het wapen der infanteiie, tot tweede-luitenantbjj het le reg. de cadets C. A. van Fenema en J. S. Metzbjj het 2e reg. de cadet J. P. Dumont; bjj het 3e reg. de cadets H. P. van der Mieden van Opmeer en K. W. Bouwensch bjj hel 4 e reg. de cadets H. van Hennekeler, W. Petter, A. A. Walraven Holle, H. Dyaerinok, W. F. Waldeck, jhr F. A. G. Beelaerts van Blokland en J. van Greu- ningen; bjj het 5e reg. de cadets H. C. van Cappelle, F. H. A. A. Wagner en P. ten Bruggen Catebjj het 6e reg. de cadet J. F E. A. R. vonRömer; bij het 7e reg.de cadets A. Dudok van Heel, K. Kooiman en H. C. C. Ciookener Brousson; bjj het 8e reg. de cadet A. F. C. Rimbonnet bjj het wapen der cavalerie, tot tweede luitenant, bjj het 1ste reg. huzaren, de cadets A. L van Harpen Kuyper, H. H. van Dobben, M. J. Menso en E. H. Juckema van Burmania baron Rengers van Warmenhuizen bjj het 2de reg. huzaren, de cadets J. Jurjans, G. J. IJssel de Schepper, J. J. Neuman en P. H. A. Loopuyt; bjj het 3de reg. huzaren, de cadets A, van Mens en J. R. de Joncheere bij het wapen der artillerie, tot tweede- luitenant, bjj het 1ste reg. vesting-artillerie, de cadets J. J. Hocke, W. M. Beijerinck en H. A. Seyffardtbjj het 2de reg. vesting-artillerie, de cadets F. H. Abbing en A. H. van Andel; bij het 3de reg. vesting-artillerie, de cadets J. M. van den Bent, F. de Ridder en D. Rjjnders bjj het 4de reg. vesting-artillerie, de cadets H. J. Verhulst en W. H. C. A. Seyn bjj het wapen der genie, tot tweede-luite nant, bjj het korps genietroepen, de cadets O. Bueno de Mesqnita, R. P. van Royen en A. Hegting tot tweede-luitenant, bjj het wapen der infan terie van het leger in Nederlandscb-Indië, de cadets J. van der Weyden, P. E. Span, L. G. Musquetier, W. H. Rozendaal, T. C. Mets, H. Bakker, G. H. de Wilde, J. A. Jansen, H. G. E. Granpré Molière, J. D. H Beekering, H. Schouten, H. W. Roeby, J. H. B. Lamberts, K. J. F. A. Goossens, C. F. van Baak, A. C. van Altena, G. A. Vries, W. F. Dinger, K. G. R. Joosten, J. L. Doerrleben, J. J. Burger en E, van Zjjdveld tot tweede-luitenant, bjj het wapen der ca valerie van het leger in Nederlandseh-Indië, de cadet jonkheer H. H. W. Rengers Hora Siccama tot tweede-luitenant bjj het wapen der artil lerie van het leger in Nederlandsch-Indië, de redden dat ik hierheen gekomen ben". „Om uw leven te redden?" „Jawel. Er is een groote verontrusting op de school geweest. Ik ben zeven uur per dag in de schoolkamer gekweld en in den speeltijd nog meer. Waarheen ik ga, ik hoor altijd mompelenrevanche. Niemand met mij spreekt; geen jongen stoort zich aan hetgeen ik zeg. Eindelijk binden zij zich allen samen om mij te sturen, wat denkt ge? Uitdaging, uittarting om te vechten. Drie en dertig van hen, groot en klein, willen mij een voor een vechten. De kleinste, nommer drie en dertig, het dapperste van alles. Hij had niets te vreezen, der Schelm t Als hij de beurt kreeg, zou niets meer over zijn van Pracht. Ik had al hun wangen kunnen slaan, maar als ik bun aanraak een kleinen vinger, de heele drie en dertig zou mij aanvallen. Voor de eer van mijn land ik allen wilde vechten, maar kan niet vechten met kinderen 1 En dan de mees ters, de beambten, de bedienden, zij zouden allemaal komen vechten. Neen, een levend hond is beter dan een dood leeuw. Toch wil ik liever dood Duitscher zijn dan levend Fransch- manmaar oogenblikkelijk wil ik niets van beiden zijn. Dus ga ik heen, neem ontslag". „Zijt gij weggeloopen „Wegloopen Voor een Franschman Adriaan „Neen, maar voor drie en dertig „Niet wegloopen. Neen 1 Neem ontslag. Verlaat schoolkom hier ia Engeland. Hier

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1892 | | pagina 5