liÉirisclie Courant
BIJVOEGSEL
Middelburg 23 Juli.
Brieven uit de Hofstad.
F E U I L L E T O N*
GEEN KEUS.
VAN DB
VA2ï
Maandag 25 Juli 1892, no. 173.
22 Juli 1892.
Van een hofstad heeft Den Haag tegenwoor
dig eigenlijk alleen maar den naaminderdaad
gelijkt onze stad meer op een uitgestrekt veld
voor wedstrijden, en dat veld bljjkt nog niet
eens groot genoeg te zijn, men neemt er nog
een stuk van de Noordzee bij om ook de wed -
strijden te water tot hun recht te laten komen.
Gisteren werden te Clingendaal de gewone
harddraverijen en wedrennen gehouden, waar
van slechts weinig6 Hagenaars iets bemerkten,
en waarvan nog veel minder getuigen waren
Dat was eenige jaren geleden anders 1 Toen
was ons Clingendaal ook wel geen Longchamps,
dat bij het einde van de courses gedurende
meer dan éen uur een vijf-, zesdubbele sleep
van rijtuigen pleegt uit te dringen, maar toch
was het er vroolijk en gezellig. De groote
tribune, flink bezet met de diplomatie en de
aristocratie der residentie, in het midden-terrein
tegenover de tribune eenige rijen rijtuigen naast
elkaar geschaard en zich in de lengte meer of
minder ver aan weerszijden uitstrekkende; op
die rijtuigen aardige groepjes van dames en
heeren en verder over de wijde vlakte tal van
ruiters zich bewegend met de jockeys in de
baan en velen, die te voet gekomen waren,
neergevleid op grasperk of langs de baan elkaar
verdringend om de renners en harddravers te
zien voorbij stuiven. En gisteren Enkele
rij tuigen, zeer weinigen op de tribune; en zelfs
bniten het terrein op de omringende duinen
ontbrak geheel en al die belangstellende massa
met-betalende „buitenleden" van vroeger, die
den aanblik van het schoone landschap zoo
schilderachtig maakte.
Er is groote achteruitgang in deze races te
constateerenniet zoozeer in het gehalte der
paarden er werd gisteren weer prachtig ge
rend en evenmin in het aantal uitkomende
rossen, maar wel in de belangstelling van het
publiek, en zonder deze worden de courses toch
eigenlijk een paskwil. Het bestuur zelf is
trouwens niet geheel onschuldig aan de gehalte
vermindering van de Clingendaalsche wedloopen,
al kan dit zich waarschijnlijk beroepen op
overmacht, hier bestaande in het gebrek aan
geld tengevolge van de geringe recette van
entrêesin de eerste jaren werd het feest op
geluisterd door de werkelijke goede, vooral voor
dergelijke gelegenheden zeer geschikte muziek
der huzarendaarna moesten de bezoekers zich
tevreden stellen met het lang niet altijd zuivere
geblaas van het muziekkorps der jagers, en in
de laatste jaren ook gisteren is aan een
troepje Duitsche kermismuzikanten de wanho
pige taak opgelegd om nog wat leven en
vroolijkheid te brengen onder het weinig talrijke
en daardoor van zelf saai gestemde publiek.
Vrij wat meer belangstelling toonden de
Hagenaars eergisteren in den internationalen
zeilwedstrijd langs de kust der Noordzee. Aan
het strand en op den verhoogden badhuisweg
en zelfs op het terras van het Kurhaus heerschte
toen ondanks het ongunstige weder een
vroolijke, prettige drukte. Tram op tram en
rijtuig op rijtuig voerde nieuwe toeschouwers
aan, die blijkbaar genoegen schepten in dit
echt nationale feest, al was het dan ook inter
nationaal gemaakt, of liever misschien wel juist
hierom, of wat nog waarschijnlijker is
omdat het voor Scheveningen iets betrekkelijk
nieuws was. Jammer dat hier de Nederlanders
zoo slecht de eer van hun land als zeevarende
natie ophielden.
Het schijnt wel, dat profeten niet alleen
niet geëerd worden in hun eigen land,
Uit het Engelsch.
VAN
T. S. MUjIilNGTOJST.
XI.
Levensgevaarlijk.
Op zijn telegram naar Parijs kreeg Adriaan
weldra antwoord van den heer Pracht. De
brief luidde
„Mijn geliefde jonge Engelander!
Dus zijt gij uitgevondenGij hebt ons een
vreeselijk alarm veroorzaakt. Monsieur La
Koche was wanhopend en zou voor uw ontdek
king een belooning van drie duizend frank
geloofd hebben uit. Maar ik zal die belooning
voor mijzelven niet krijgen, ofschoon ik het is
die u uitgevonden heeft. Madame Therese
was in groote droefheid en joeg op een oogenblik
haar verloofde Grolleau telkens het huis uit, hem
beschuldigende van de oorzaak van uw verlies,
zeggende dat zij hem niet wilde trouwenmaar
haar petit volgen door de heele wereld, tot zij
hem vond. Nu zijn zij weer vereenigd. Ge
makkelijk voor mij was het te raden, dat gij
n zeiven naar Engeland hadt begeven; maar
monsieur La Roche het niet wilde gelooven.
Hij verweet sich zelf met woestheid. Later
maar daar ook geen profeten zijn. Niet alleen
dat de bestuurders der mededingende Neder-
landsche kotters niet vooruit zagen, zij be
merkten eerst verscheidene minuten na de
vreemdelingen, dat het sein tot afvaart gegeven
was; dientengevolge was de kans op winnen
voor hen al dadelijk verkeken. In den vreemde
bleken gelukkig de afstammelingen van de
reizigers per trekschuit weer wel nog kranige
lui op het water te z^n; twee van dezelfde
kotters, die te Scheveningen door eigen on
achtzaamheid achterbleven, behaalden te Ant
werpen schoone overwinningen.
Een andere wedstrijd, ook al samenhangende
met de sport-tentoonstelling, wordt te Scheve
ningen gehouden; het is een rustiger strijd,
nam. tusscheu de voortbrengselen van het
penseel van Nederlanders en vreemdelingen.
De Rotterdamsche Kunsielub bracht daar een
tweehonderd vijftig schilderstukken bijeen, die
inderdaad om den voorrang wedgveren. Van
de grootste kunstenaars zijn daar echte mees
terstukken ter bezichtiging gesteld, zoodat deze
verzameling niet onder doet voor de drieja&r-
lijksche tentoonstellingen, die in strijd met
dien naam elk jaar plegen gehouden te
worden, doch dan om beurten te Amsterdam,
's Gravenhage en Rotterdam. Het doel van de
nu gehouden tentoonstelling is intusschen een
geheel anderhet is hier niet te doen voorna
melijk om te doen zien en bewonderen, maar
in de allereerste plaats om te verkoopen.
De Kunstclub van Rotterdam beoogt dan
ook zelve voornamelijk een tusschenpersoon
te zijn tusschen de artisten en de kunstkoopers en
verzamelaars van schilderijen; en de zeer vrij
gevige wijze, waarop niet enkel uitnoodigingen
tot het bijwonen van de opening van den salon
maar zelts doorloopende toegangskaarten gratis
zijn verspreid, wijst er op, dat niet het innen
van entrée's maar het verkoopen van het
tentoongestelde hoofddoel is. In zoover verschilt
de Rotterdamsche Kunstclub van de Haagsche.
Toch heeft de eerste zich blijkbaar goed
rekenschap gegeven van het feit, dat zij nu in
de residentie optreedt, waar velen het Fransch
meer en dikwijls beter spreken dan hunne
moedertaal; de uitnoodigingen en toegangkaarten,
ook die aan volbloed-Nederlanders werden
toegezonden, zijn in de Fransche taal gesteld.
Dat hier alles opgaat in wedstrijden en ten
toonstellingen is ook hieraan merkbaar, dat
zoowat half Den Haag op dit oogenblik tot de
eene of andere jury behoort. Wat al jury's
heeft de sport-tentoonstelling al niet noodzakelijk
gemaakt! Geen wonder, dat men bij de keuze
wel eens moest afdalen tot de dii minores en
zelfs tot dilettanten, teneinde eenige personen
niet te zeer met werk te overladen. Het is
intusschen de vraag of het wel noodig en
dus of het wel wenschelijk was zoover te
gaan als bijv. geschiedde bij de jury voor de
afdeeling schoone Icunsten der sport-tentoon
stelling. Met voorbijgang van zoovele vermaarde
schilders als Den Haag de eer heeft onder zijn
ingezetenen te tellen, koos men tot leden dier
jury een zeer matig dilettant, voor wien schil
deren slechts bijzaak, een hof-lunctie hoofdzaak
is, een wel verdienstelijk schilder maar wat
van den ouden stempel, en een schilder die van
teekenen, van proportie zoowat niets verstaat
en voor wien schilderen schijnt te zijn het
nabootsen van oleographieën. Dat de man
niettemin verkoopt en „mooi'' gevonden wordt,
is niet zijn verdienste maar in werkelijkheid
zijn schuld in verband met den Bmaak van het
groote, weinig artistiek ontwikkelde publiek,
dat zich geen rekenschap pleegt te geven van
zijn „mooi vinden" maar alleen oordeelt naar
het min of meer aantrekkelijke van het onder
werp. Op de „roode kooien" van Thorn Prikken
werd onlangs heel wat gescholden door dat
publiek, maar een dame in zomertoilet, gezeten
in een panier met een ponney bespannen, of
een oud-Hollandsche sjees met een boer en een
boerin; of een arreslede met sierlijk opgetuigd
paard is per se mooi
Op den eersten indruk gingen onlangs ook
de leden van de Witte Sociëteit af. Nu,
die vormen vrij wel het groote publiek, be
trekkelijk in miniatuur. Bij de maandelijksche
ballotage vau nieuwe leden waren er eenigen
voorgesteld, over wie éen uit dat groote publiek
zich uitliet in dien zin, dat zij onwaardig waren
in te gaan in dat groote koffieh pardon
in de sociëteit. Deze was een „graankoopertje",
kwam Noixdegalle, die vertelde van iemand,
zooals gij, die in een café, niet ver van den
faubourg St Denis was gezien, op den weg naar
Boulogne. Daarop ik schreef een brief aan den
schoolagent van mijn kennis, zendende hem
een photographic van onzen verloren Engelan
der en de Engelsche politie-bedienden u ontdekt
hebbeD.
En wat zal er nu gebeuren? Monsieur La
Roche, hoorende dat gij veilig zijt, zijn haren
niet langer uittrekt en uw naam niet meer wil
hooien spreken. Hij blijft op zijn bureau en
hem daar te naderen niet gemakkelijk is. Ge
makkelijk Wat zeg ik levensgevaarlijk
zou het zijn voor mij een Duitscher, dat te
wagen. De Franschen beambten met mij niet
spreken willen en hun uiterlijk is dreig vol.
Therese heeft gegeven mij vijftig frank, aan
u te zenden. Zij zegt dat u behoort, is geld
van uw moeder gij moet het gebruiken. Ik
schrijf onmiddelijk aan u, zoodra ik van mon
sieur La Roche weet wat plan met u hij heeft.
Ik mij toeleg op Engelsch taalstudie, maar de
hulp van u gepraat mis. Hopende spoedig
weer te hooren dit, noem mij uw hartelijk
liefhebbend vriend,
Heinrich Pracht."
Na de ontvangst van dien brief wachtte
Adriaan eenige dagen op nadere tijding, maar
ofschoon hg aan Therese en aan den heer
Pracht schreef, kwam de beloofde brief niet
onmiddelijk en het was hem alsof hij nooit
zou komen.
gene een „hoedenmaker", een derde een „pillen
draaier", weer een ander een „timmermansbaasje"j
en die kwalificatie's waren voldoende om velen
te doen tegenstemmen zonder nader onderzoek.
Zoo werden vier voorgedragenen gelijktijdig
gedeballoteerd. En wat blijkt nu Dat het
„timmermansbaasje" een naamgenoot van het
aspirant-lid is, deze echter een van de grootste
aannemers in ruste, een lid van de „gouden
ploeg" van Sliedrecht, waaraan zelfs naamge-
nooten van onzen minister van buitenlandsche
zaken niet vreemd zijn. De man kan wel is
waar niet tot de aristocratie van Den Haag
gerekend worden, maar er zijn waarlijk heel
wat leden der Witte, die minder dan bij in
dien kring passen. Een aantal leden heeft nu
getracht het vonnis, steunende op eene dwaling
in den persoon, ongedaan te maken door aan
het bestuur nietigverklaring der ballotage te
verzoeken met uitnoodiging den onwillens uit-
geworpene opnieuw voor te hangen. Zoo wordt
aan de sensatie-makende deballotage van vier
heeren tegelijk veel van haar gewicht en be-
teekenis ontnomen. Wie weet in welke hooge
kwaliteiten de drie andere nog zullen opduiken!
Een onzer correspondenten schrjjft ons
Bg het lezen van Da Costa's Eagar deed de
leeraar ons den vinger setten bjj den zooveelsten
regel, die luidt: »De Janitsaar verdween."
Van het woord Janitsaar wist niemand eene
goede verklaring te geven en wjj stonden dus
in zooverre geljjk met den Haagschen brief
schrijver van de Arnhemsche courant, die ze met
lijfwachten der oude keizers van Rusland ver
wart. (Zie no 168 der Midd. Ct.) Wat dan
eigenljjk de Janitsaren zjjn Een voormalig
Turksch legerkorps, in 1329 door sultan Orkhan
opgericht uit jonge christen-gevangenen, die
gedwongen werden tot het Mohamedanisme
over te gaan, maar eerst in 1360 door sultan
Murad I georganiseerd. Murad beval, dat van
de gevangen christenen elke 5s man voor de
Janitsaren bestemd was. De voorrechten, welke
de Janitsaren genoten, deden ook vele jonge
Turken zich bjj dit korps voegen. Er ontston
den twee soorten van Janitsaren de geregeld
georganiseerden, die in kazernen woonden, en
de zoogenaamde Jamaks, die door het geheele
rjjk verstrooid leefden. Uit hen werd de lgf-
wacht des sultans gekozen. Hunne geschiedenis
bestaat uit eene aaneenschakeling van oproeren.
Aan sultan Mahmoed II gelukte het, hen te
vernietigen. Janitsaren-muziek is Turksche
militaire bombarie-muziek.
Meldden wg gisteren de namen der Tweede-
k a m e r-leden, die stemden tegen het ont
werp tot invoering eener belasting op
de inkomsten uit vermogen, wg
laten thans volgen do namen van hen, die er
zich voor verklaarden. Zjj zjjnHaflmans,
Yan der Kaay, Smeenge, Borgesius, Royaards,
Van Berckel, Viruly, Guyot, Van Vljjmen, Van
Houten, De Mejjier, Kielstra, Pyttersen, Tjjdens,
Rink, De Beaufort, (Amsterdam), Zjjlma, Van
Kerkwjjk, Tydemaa, Rutgers, Boreel, Van der
Feltz, Ferf, Veegens, Van Beuningen, Vrolik,
Bool, Zaajjer, Van Delden, Hintzen, Van Nunen,
Scbaepman, Mees, Zgp, Land, Clercx, Hartogh,
Van Gjjn, Cremer, Poelman, De Kanter, Levy,
Pjjnacker Hordjjk, Roessingh, Röell, Sanders,
Goekoop, Houwing, Hennequin, Smit, Kolkman,
Schepel, Conrad, Harte, Geertsema, Lieftinck,
Heldt, W, de Beaufort, Van Karnebeek, Lev ysohn
Norman, De Ram en de voorzitter.
Meer gemengd was de stemming over het
ontwerp tot verhooging van den
accjjns op het gedistilleerd.
Daar voor verklaarden zich de heeren Van
Delden, Hintzen,Van Nnnen, Dobbelman,Van den
Berch van Heemstede, Mees,Zjjp,Land,Clercx,
Oppedjjk, Van Gjjn,Pynacker Hordjjk,Roessingh,
Röall, Ruys, Brantsen van de Zjjp, Hennequin,
Smit, Kolkman, Conrad, Harte, Geertsema, A.
Mackay, W, de Beaufort, G. van Dedem, Van
Karnebeek, Levysshon Norman, De Ram, Ver
meulen, Van der Kaay, Rooyaards, Reeckers,
Virnly, Van Vljjmen, De Mejjier, Kielstra, Rink,
Mutsaers, A. de Beaufort, Michiels, Van Kerk
wjjk, Tydeman, Van der Schrieck, Rutgers,
Van der Feltz, Ferf, Travaglino, Van Beuningen,
Vroljjk, Bool en de voorzitter.
Tegen het ontwerp stemden de heeren:
Zaajjer, Havelaar, d'Ansembourg, Van der Borch,
De Ras, Sohaepman, Th. Mackay, A. van Dedem,
Hij voelde dat hij aan monsieur La Roche
moest schrijven; hij had verkeerd gedaan met
zich uit de voeten te maken, alleen op de ver
halen van Therese; hij had eerst met zijn
stiefvader moeten spreken en hem althans in
de gelegenheid stellen billijk jegens hem te
zijn. Nu zei zijn geweten hem dat hij moest
vragen wat zijne plannen met hem waren.
Die vijftig frank zouden niet ver strekken en
waar kwamen zij van daan? Misschien waren
het wel de spaarpenningen van Therese. Hij
begon zich weer heel ongelukkig te gevoelen
en keek gedurig uit naar den brievenbesteller,
die wel eenige malen daags voorbij kwam,
maar nooit een brief voor hem bracht. Om
den tijd te verdrijven slenterde hij langs de
boekenstalletjes en las zooveel mogelijk Dnitsch,
maar hij miste ook de hulp van den heer
Pracht.
„Ik wilde dat hij schreef, hij moet schrij
ven, hij heeft het beloofd, 't Is toch zonderling
dat de menschen nooit hunne belofte houden.
Hoe leelijk van hem om mg zoo te laten zitten;
alles is hier anders dan ik gedacht had."
Hij snakte naar een bekend gezicht. Therese,
Vernier, ja zelfs Le Roche zou hem welkom
geweest zijn. Nu wisten zij waar hij was,
waarom kwamen zij niet. „Ik wilde dat ik
vleugels had als een duif", riep hij uit en
herinnerde zich de witte duif, die twee
maal in zijn verdriet verschenen was. Hij
haalde de witte veêrtjes uit zijn zakboekje en
bracht ze aan zijn lippen.
De Geer, Van der Velde, Hartogh, Smits van
Ogen, Cremer, Poelman, De Kanter, Levy,
Bahlmann, Donner, Sanders, Goekoop, Houwing,
Schimmelpenninek van der Oye, Schepel, Lam-
brechts, Lieftinck, Keuchenius, Heldt, Bevers,
Walter, Beelaerts, Seret, Haffmans, Smeenge,
Goeman Borgesius, Van Berckel, Guyot, Van
Houten, Pyttersen, Tydens, Van Velzen, Zjjlma,
Van Alphen, Boreel en Veegens.
De ontwerpen tot vermindering van
sommige evenredige registratie-
en hypotheekrechten en tot af
schaffing van den accjjns enwjj-
ziging van het invoerrecht op
zeep werden zonder stemming aangenomen.
Omtrent de beraadslagingen over het ontwerp
tot verlaging van den zoutaccgne, waar
over Dinsdag de eindstemming plaats heeft,
waarvan de uitslag niet twijfelachtig is, merken
wg op dat het voorstel der heeren Ferf en
Zjjp om het recht op het zout nog 1.lager
te stellen dan de minister voorstelde, en wel
op 3.—, door den minister een vriendschap
pelijk amendement werd genoemd. Het werd
aangenomen met 61 tegen 27 stemmen.
Hierna liet de ministar in art. 74 de restitutie
vervallen voor boter, surrogaten en kaas, voor
het buitenland bestemdterwjjl in art. 84 het
invoerrecht voor gezouten boter en surrogaat
is vervallen.
Aan het einde der zitting werden door de
kamer kleinere ontwerpen behandeld. Aange
nomen werd o. a. dat tot stichting van een
derde opvoedingsgesticht. Dinsdag, als de
eindstemming over den zoutaccjjas heeft plaats
gehad, zal de verdere agenda, waarop nog
staat de instelling eener centrale commissie
voor statistiek, denkeljjk worden afgedaan
Alles, wat veel debat kan vorderen, zooals de
artsenwet, is voorloopig uitgesteld.
Onder het opschrift Humbug is versche
nen het volgende stukje, zeker velen met ons
als uit het hart gegrepen.
De reclame dringt ook in het onderwgs door.
Meer en meer begint dit de aandacht te trekken.
In het begin der zomervacantie vindt men
in verschillende bladen advertenties van dank
bare ouders, waarin zjj den eenen of anderen
institutenr hunnen »harteljjken dank" betuigen
voor het degeljjke, het uitstekende onderwjjst
dat hunne zonen hebben genoten, waardoor
deze in Btaat gesteld werden, een voldoend
nummer te behalen op een vergeljjkend examen-
Inderdaad, aan eene school behooren andere,
hoogere eischen gesteld te worden dan het vol
doen aan een examen voor Breda, Willemsoord,
posterijen, belastingen, enz.
Ontwikkeling van geest en gemoed, vorming
van karakter zjjn niet uit te drukken in een
cjjter. De schoei, waar, op aangename wjjze,
zonder overlading, zonder africhting, het on
derwgs dienstbaar gemaakt wordt aan het
vormen van flinke, degeljjke mannen, waar
lichaam en geest harmonisch worden ontwik
keld, staat veel hooger dan die, waarvan het
grootste aantal candidaten voor een vaak opper
vlakkig, vergeljjkend examen slaagt.
Zelfs wordt er reedB openljjk bedankt voor
het uitnemende onderwgs, waardoor kinderen
geslaagd zjjn bjj het toelatingsexamen voor de
eerste klasse van eene hoogere burgerschool of
een gymnasium.
Wie op de hoogte is van de eischen, voor
die examens meestal gesteld, weet, dat daaraan
ieder middelmatig leerling, die den leeftjjd van
twaalf of dertien jaar bereikt heeft en be
hoorlijk in de vakken van gewoon lager onder
wgs en de beginselen der Franzche taal onder
wezen is, kan voldoen, zonder dat op de school
daartoe speciale voorbereiding vereischt wordt.
Dezer dagen kon men de volgende treffende
advertentie lezen 1 „Ondergeteekenden gevoelen
zich gedrongen, het instituut van den heer
aan te bevelen", daar hunne zoons,elt
jaar oud, heden met goed gevolg examen deden
voor het gymnasium. Daarenboven zjjn zjj toe
gerust met de grondige beginselen van Duitach,
Engelsch en wiskunde, wat hen hopen doet
dat zij gemakkelijker het verdere onderwgs
zullen kunnen volgen."
Door zulke aankondigingen maakt men het
onderwgs en de onderwijzers belachelgk.
In De Vacature wordt voorgesteld, dat alle
instituteurs zich zullen vereenigen en zich
verbinden, den ouders der hun toevertrouwde
leerlingen hunnen uitdrukkeljjken wenschken
baar te maken, dat voortaan geene aanbe-
Bezaten die veêrtjes werkelijk eenige toover-
kracht? Konden zij, gelijk dering van Aladin,
onmiddellijk iederen wensch tot vervulling
brengen Het scheen welwant opziende zag
hij door de tranen, die hem in de oogen kwamen
heen, een bekende gedaante voor zich en eer
hij begreep wie het was werd er een zware
hand op zijn schouder gelegd en hoorde hij de
volle stem van den heer Pracht zeggen„Adri
aan ZooGoddankDus heb ik u
„Herr Pracht."
Adriaan kon verder geen woord uitbrengen,
zijn stem begaf hem. Hg drukte de hand van
den Duitscher en bracht hem zwijgend naar
zijn zolderkamertje, bij monsieur Pouillac.
Eindelijk toen ze daar tegenover elkaar hadden
plaats genomen was Herr Pracht in staat te
spreken.
„Ik ben zelf gekomenHier ben ik, per
soonlijk.
„Dat zie ik en ik ben er zeer big om
Herr Pracht.
„Ja, natuurlijkik ook."
„Hoe maken Vernier en Therese het?"
„Die zijn allebei gezond."
„Het is zoo lief van u dat gij gekomen zijt."
„Lief? Neen, integendeel; ik heb mijn
heele leven gewenscht in Engeland te zijn. Een
land, dat zoo ver vooruit is, het land van vrij
heid, het land van van
„Vertel mg nu liever van u zeiven", viel
Adriaan in.
„Wel, het is om mij zeiven mijn leven te,
velende of dankbetuigende advertenties meer
geplaatst werden.
Bjj het departement van koloniën is het vol
gende telegram van den gouverneur-generaal
van NederlandsshTndië, dd. 22 dezer, ontvan
gen
Volgens laatste berichten sjjn door de eruptie
van den Goenoeng Awoe twee daizend personen
gedood, doch geen Europeanen.
Het noordwestelijk gedeelte van Groot-Sangir
is geheel verwoesthet overig deel van dit
eiland kan in zes maanden zich herstellen.
>De oogst is vernield, maar door zending
van levensmiddelen wordt hongersnood voorko
men. De overheid en de particuliere liefdadig
heid verleenen krachtig hulp."
Dit bericht uit de St. Ct. werd nog in een
groot deel der oplaag van ons vorig nommer
opgenomen
De behandeling van het adres van den
milicien De Jonge, die zich beklaagd over
behandeling in het hospitaal te Vlissingen, is
door de Tweede kamer uitgesteld.
Te Breda is Vrjjdag op 67jarigen leeftijd
overleden de hesr F. G. van Bloemen Waanders,
oud-minister van koloniën, oud-directeur van
binnenlandsch bestuur in Nederlandsch-Indië,
ridder in de orde van den Nederlandschen leeuw.
Bjj kon. besluit:
is, zooals nog in een deel der oplaag van ons
vorig nommer is medegedeeld, benoemd tot
notaris binnen het arr. Zierikzee, ter stand
plaats Zierikzee, J. Franse, cand.-notaris aldaar;
is aan N. W. Hooke, burgemeester der ge
meente Kerkwerve, toestemming verleend om
tot 1 Aug. 1892 te Ellemeet en daarna te
Zierikzee te wonen;
is benoemd tot notaris binnen het arr. Rot
terdam, ter standplaats de gemeente Rotter
dam, mr C. M. H. Schadee, cand.-notaris aldaar;
zjjn benoemd bjj het wapen der infanteiie,
tot tweede-luitenantbjj het le reg. de cadets
C. A. van Fenema en J. S. Metzbjj het 2e
reg. de cadet J. P. Dumont; bjj het 3e reg.
de cadets H. P. van der Mieden van Opmeer
en K. W. Bouwensch bjj hel 4 e reg. de cadets
H. van Hennekeler, W. Petter, A. A. Walraven
Holle, H. Dyaerinok, W. F. Waldeck, jhr F.
A. G. Beelaerts van Blokland en J. van Greu-
ningen; bjj het 5e reg. de cadets H. C. van
Cappelle, F. H. A. A. Wagner en P. ten
Bruggen Catebjj het 6e reg. de cadet J. F
E. A. R. vonRömer; bij het 7e reg.de cadets
A. Dudok van Heel, K. Kooiman en H. C. C.
Ciookener Brousson; bjj het 8e reg. de cadet
A. F. C. Rimbonnet
bjj het wapen der cavalerie, tot tweede
luitenant, bjj het 1ste reg. huzaren, de cadets
A. L van Harpen Kuyper, H. H. van Dobben,
M. J. Menso en E. H. Juckema van Burmania
baron Rengers van Warmenhuizen bjj het 2de
reg. huzaren, de cadets J. Jurjans, G. J. IJssel
de Schepper, J. J. Neuman en P. H. A. Loopuyt;
bjj het 3de reg. huzaren, de cadets A, van Mens
en J. R. de Joncheere
bij het wapen der artillerie, tot tweede-
luitenant, bjj het 1ste reg. vesting-artillerie, de
cadets J. J. Hocke, W. M. Beijerinck en H. A.
Seyffardtbjj het 2de reg. vesting-artillerie, de
cadets F. H. Abbing en A. H. van Andel; bij
het 3de reg. vesting-artillerie, de cadets J. M.
van den Bent, F. de Ridder en D. Rjjnders
bjj het 4de reg. vesting-artillerie, de cadets H.
J. Verhulst en W. H. C. A. Seyn
bjj het wapen der genie, tot tweede-luite
nant, bjj het korps genietroepen, de cadets O.
Bueno de Mesqnita, R. P. van Royen en A.
Hegting
tot tweede-luitenant, bjj het wapen der infan
terie van het leger in Nederlandscb-Indië, de
cadets J. van der Weyden, P. E. Span, L. G.
Musquetier, W. H. Rozendaal, T. C. Mets, H.
Bakker, G. H. de Wilde, J. A. Jansen, H. G. E.
Granpré Molière, J. D. H Beekering, H. Schouten,
H. W. Roeby, J. H. B. Lamberts, K. J. F. A.
Goossens, C. F. van Baak, A. C. van Altena,
G. A. Vries, W. F. Dinger, K. G. R. Joosten,
J. L. Doerrleben, J. J. Burger en E, van Zjjdveld
tot tweede-luitenant, bjj het wapen der ca
valerie van het leger in Nederlandseh-Indië,
de cadet jonkheer H. H. W. Rengers Hora
Siccama
tot tweede-luitenant bjj het wapen der artil
lerie van het leger in Nederlandsch-Indië, de
redden dat ik hierheen gekomen ben".
„Om uw leven te redden?"
„Jawel. Er is een groote verontrusting
op de school geweest. Ik ben zeven uur
per dag in de schoolkamer gekweld en in
den speeltijd nog meer. Waarheen ik ga, ik
hoor altijd mompelenrevanche. Niemand met
mij spreekt; geen jongen stoort zich aan hetgeen
ik zeg. Eindelijk binden zij zich allen samen
om mij te sturen, wat denkt ge? Uitdaging,
uittarting om te vechten. Drie en dertig van
hen, groot en klein, willen mij een voor een
vechten. De kleinste, nommer drie en dertig,
het dapperste van alles. Hij had niets te
vreezen, der Schelm t Als hij de beurt kreeg,
zou niets meer over zijn van Pracht. Ik had
al hun wangen kunnen slaan, maar als ik bun
aanraak een kleinen vinger, de heele drie en
dertig zou mij aanvallen. Voor de eer van
mijn land ik allen wilde vechten, maar kan
niet vechten met kinderen 1 En dan de mees
ters, de beambten, de bedienden, zij zouden
allemaal komen vechten. Neen, een levend
hond is beter dan een dood leeuw. Toch wil
ik liever dood Duitscher zijn dan levend Fransch-
manmaar oogenblikkelijk wil ik niets van
beiden zijn. Dus ga ik heen, neem ontslag".
„Zijt gij weggeloopen
„Wegloopen Voor een Franschman
Adriaan
„Neen, maar voor drie en dertig
„Niet wegloopen. Neen 1 Neem ontslag.
Verlaat schoolkom hier ia Engeland. Hier