ZITTING VAN VRIJDAG 8 JULI 1892. 17 bedoelen den dienst IJzendijkeBreskens, dien hij aan het gedeputeerd college moeilijk ten deze als verwijt voor de voeten kan werpen, daar ons die subsidie indertijd is opgedrongen als gevolg van zekere rivaliteit tusschen districtsgenooten. Tweedens echter gaat dit voorbeeld ten deze mank, omdat die dienst als voeding gold van den Wester-Scheldedienst, en dit spoedig aan tering gestorven lijntje moeilijk iets te zeggen heeft op dit gebied. Schrijft men dus historie en geen legende, dan is al het tot dusver aangevoerde tot bewijs van ons ongelijkmatig meten van niet de minste kracht. Slechts éen ding is duidelijk aan de hand der gegevens, door den aanvrager zeiven verstrekt. Dat éene is ditals wij de door den heer Pompe gewensehte proef voor één jaar nemen, zal dit dienen, om den ondernemer Van de Voorde in de gelegenheid te stellen op kosten der provincie te beproeven, of hij zich eene door hem zeiven billijk geachte winst van f 642 zal kunnen bezorgen. Mij dunkt, voor zulke proefnemingen mogen wij het geld der belastingschul digen niet bestemmen. De heer Pompe vim IHeerdervoort. Ik dank den heer Heijse voor de gegeven inlichtingen. Zij geven mij moed dat de vergadering mede gaan zal met het door mij gedaan voorstel. De spreker wijst er op dat niet de dienst IJzendijkeSchoondijke werd gesubsidieerd maar wel de dienst IJzendijke Breskensdit doet echter aan het feit niets af. Maar, zegt hij, daar gold het een toevoeren naar een alge meen middel van vervoer. Is dit dan hier niet precies hetzelfde Door de onderneming, waarvan hier sprake is, wordt de weg aangegeven om het station Goes ie bereiken. De vroegere subsidie heeft geen goed gevolg gehad, de onderneming was een doodgeboren kindje. Maar de zaak, waarvoor hier ondersteuning wordt gevraagd, bestaat een jaar en heeft blijk gegeven te voldoen aan een algemeen gevoelde behoefte; immers meer dan 5000 personen werden vervoerd. Ik betwijfel of b. v. met de boot WalsoordenVlake, die meer duizende guldens subsidie ontvangt dan hier honderden worden gevraagd, wel zooveel personen vervoerd worden per jaar. Be ondernemer erkent nog naïef f 92 winst gemaakt te hebben, ja, mjjnheer de voorzitter, de verzoeker heeft zijn adres naïef, maar geheel naar waarheid ingericht. Wanneer hij echter in toepassing had gebracht Vart de grouper les chifres, dan had hij andere cijfers, voor zijn verzoek veel aanbevelenswaardiger, kunnen krijgen. Hij toch rekent wel voor oprichting en onderhoud, maar niets b. v. voor mogelijk verlies van een paard. Deed bij dat, dan kunnen wij veilig aannemen dat de f 92 niet alleen belangrijk zouden verminderen maar geheel verdwijnen. Ik wensch nog even een beroep te doen op de leden, die met den lokalen toestand bekend zijn. De onder nemer was vroeger verhuurder van particuliere rijtui gen, waaraan hij een aardig jaarlij ksch inkomen verdiende. Dat verloor hij en dit maakt mij bevreesd dat, wan neer zijn verzoek niet wordt ingewilligd, hij zich niet meer aan een verlies voor het vo'gend jaar zal boot stellen maar de vroegere toestand weer in het leven roepen. Wanneer deze vergadering beslist dat de Provincie geene subsidie zal geven vóór de belanghebbende gemeenten voorgaan dan zal hier bewaarheid worden: deliberante senatii perit Inguntum. Terwijl dat hier beraadslaagd wordt over het al of niet verleenen der subsidie, zal een onderneming ten gronde gaan. Dan zullen velen leden dit bejammeren maar dan zal het te laat zijn. Ik zal niet meer vragen van het geduld der verga- Kljvoegsel van de luiddelburgsclie Courant van Dinsc deringik acht de zaak genoeg besproken en wil daarom alleen de hoop uitspreken dat deze vergadering vrijgeviger zijn zal dan het college van Gedeputeerde staten en even als toen het gold den wagendienst IJzendijkeBreskens, waarvan de subsidie door dit College ontraden werd, ook dit middel van vervoer wel in stand willen bouden. De heer Heijse. Mijnbeer de voorzitter, ik zal de vergadering niet vermoeien met eene uitvoerige wederlegging van den geachten spreker, dien ik wel niet overtuigen zal. Slechts op eenige dingen moet ik nadruk leggen, om te doen uitkomen, dat de ver gadering wél zal doen niet mede te gaan met het amendement van den heer Pompe en diens medestanders, om reden de beweegredenen, die daartoe moeten leiden, in een bepaald verkeerd daglicht zijn voorgesteld. Wat er ook zij van het beweerde antecedent in den wagendienst IJzendijkeBreskens, vergeten mag daarbij niet worden, dat het bewuste subsidie slechts werd toegestaan onder de uitdrukkelijke voorwaarde, dat èn IJzendijke èn Schoondijke eea vrij aanzienlijk sub sidie gaven zie het statenbesluit te dier zake. Het is geheel onjuist, dat bij de becijfering van V. d. Voorde niet gerekend is op slijtage aan trekkracht en materieel. Immers daarvoor is een som van 400 uitgetrokken, die de heer Pompe schijnt over 't hoofd gezien te hebben. Afgezien van de kwestie of met recht hier een scheiding is te maken tusschen algemeen en lokaal belang, kan ik mededeelen, dat met dezen wagendienst niet juist bij uitsluiting of ook niet voornamelijk pas sagiers vervoerd worden van en naar het spoorstation te Goes. Meermalen is de wagen goeddeels ontlaad, als die aan het spoor aankomt. Wat eindelijk de voorstelling betreft, alsof de onder nemer zich zeiven door dezen dienst in het algemeen belang benadeeld zou hebben, wat aangaat zijn bedrijf ais rijtuigverhuurder, zoo is mij van bevoegde zijde verzekerd, dat de ondernemer V. d. Voorde dieo dienst is begonnen», dewijl een ander dat dreigde te doen, en dus niet vrijwillig. Da algemeene beraadslagingen worden gesloten en daarna het amendement van den heer Pompe van Meerdervoort, in Btemmiog gebracht en met 29 tegen 10 stemmen verworpen. Voorstemmen de heeren Den Boer, Noordijke, Van Voorst Vader, Van Uije Pieterse, De Jonge Jz., J. A. Bolle, Kakebeeke, Lueasse, W. J. Vader en Pompe van Meerdervoort. Het voorstel van Gedeputeerde staten wordt daarna zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De voorzitter stelt aan de orde het algemeen verslag der afdeelingen betreffende het voorstel van Gedeputeerde staten tot verkoop van groncl en toornen aan den weg van Oostkurg naar SKuid- zande. Het voorstel luidt Henricus Franciscus Boeijens, particulier te Oostburg, wenscht, namens zijne echtgenoote Natalie Bonte, een gedeelte berm en sloot te koopen aan de noordzijde van den weg van Oostburg naar Zuidzande, tusschen de mijlpalen 0 en 1, vóór het perceel kadastraal bekend onder no 902 van sectie B der gemeente Oostburg, met twee daarop staande olmen. Bedoe'd gedeelte berm en sloot is eigendom der provincie, maakt deel uit van perceel no 964 van genoemde sectie en ge meente en heeft eene grootte van 73 M3, terwijl de waarde daarvan geschat is op 15 cent de M3, en van de boomen op 20, welken prijs de belanghebbende bereid is te betalen. Na raadpleging met den hoofdingenieur van den provincialen waterstaat zijn wij van oordeel dat tegen ig 19 JUli 1S92. 5

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1892 | | pagina 3