4
ZITTING VAN DINSDAG 5 JULI 1892.
Hollestelle, Van Buren, Van IVaesiierglie
Janssens, Van Beinse, MoCrdi jUe en It mil u
worden door den griffier binnengeleid en leggen in
handen van den voorzitter de vereischte eeden af.
De vooxzitler wenscht den heeren geluk met het
vertrouwen, door de kiezers in hen gesteld, en verzoekt
hen plaat3 te nemen te midden der leden.
Cnder dankbetuiging van den voorzitter worden
de beide commissies van onderzoek ontbonden.
De voorzitter deelt mede dat van den heer Van
Uije Pitterse schriftelijk mededeeling is ontvangen dat
hij deze avondvergadering niet en van den heer Van der
Lek de Cleicq dat hij wegens ongesteldheid de bijeen
komst niet kon bijwonen.
Nog is afwezig de heer Hammacher.
De voorzitter doet mededeeling van de volgende
ingekomen stukken.
a. Koninklijk besluit, houdende goedkeuring
van het besluit der staten
1 tot wijziging der begrooting van de enkel
provinciale en huhlioudelijke inkomsten
en uitgaven over 1890;
2 als voren, over 1891;
3 tot uitzetting van kasgeid op prolongatie.
b. Koninklijk btsluif, houdende goedkeuring van
het besluit der staten tct wijzfging van het reg
lement op het beheer der uitwatering van
de polders Stads c. a. in -Voord-Il vclaml.
c. Koninklijk besluit, houdende goedkeuring
van het besluit der staten tot wijziging van het
reglement op de tramwegen.
Deze stukkeu worden voor kennisgeving aangenomen.
d. Brief van den minister van binnenlandsche zaken,
bevattende de mededeeling van de definitief vastge
stelde kosten van het provinciaal bcsluur,
voor zooveel het rijksbestuur is, dienst 1892.
Deze brief wordt op de griffie nedergelegd ter inzage
van de leden.
e. Het verslag van de Maattchappij tot exploitatie
van Staatsspoorivegenover 1891.
Ook dit verslag wordt op de griffie nederge'iegd ter
kennisname van de leden.
De voorzitter legt namens Gedeputeerde staten
over het uitvoerig en beredeneerd verslag omtrent
den toestand eer provincie, over 1591.
Dit verslag is reeds gedrukt en aan de leden rond
gezonden.
Deze mededeeling wordt voor kennisgeving aange
nomen.
Namens Gedeputeerde staten doet de voorzitter
de volgende mededeelingen
a. Van den Mand der zaak betreffende den
Dames p older.
Deze mededeeling is gedrukt aan de leden rondge
zonden en luidt:
Ten vervolge op de mededeeling in de vergadering
van 7 November 1891, deelen Gedeputeerde staten
mede dat door hen, na overweging van de nota der
commissie uit Gedeputeeide staten in Noord-Brabant,
een omwerp van ten reglement voor het waterschap
de Damespolder is opgemaakt, waaraan het Noord-
Brabantseh omwerp tot grondslag heeft gestrekt. Dat
ontwerp werd in Januari jl. aan Gedeputeerde staten
in Noord-Brabant ter overweging gezonden.
Eerst bij brief van 17 Juni jl. werd hier de mede
deeling ontvangen dat dit college zich met het dezer-
zjjdech ontwerp vereenigde en voornemens was het in
de aanstaande zomervergadering der staten ter vast
stelling aan te bieden.
Gedeputeerde staten het ben daarop 24 Juni aan
hunne ambtgenooten in Noord Brabant te kennen
gegeven dat in deze provincie de zaak in de aanstaande
vergadering der staten niet ban behandeld worden,
al ware het slechts omdat, ingevolge art. 28 der
Instructie vcor Gedeputeerde staten, de belanghebben
den in de gelegenheid moeten gesteld worden om
tegen ontworpen reglementen en waterschappen hunne
bezwaren bij de staten in te brengen.
b Dat omtrent den post van 500 voorkomende
onder Hoofdstuk IX der uitgaven op de pro
vinciale en huishoudelijke begrootingen van 1891,
ter bestrijding van beho< ften, welke hare omschrijving
niet vinden in de artikelen dier begrootipgen, na de
in de najaarivergadering van 1891 gedane mededeeling
is beschikt over f 250 tot betaling eener bijdrage aan
den directeur der IJzendijksehe stoomtram-wegmaat
schappij in de kosten voor het bouwen van twee iand-
hoofden vcor de te maken ijzeren brug over het kanaal
de Linie nabij de zoogenaamde pontebrug te IJzendijke*
Dat dit werk is verricht door en op kosten van de
tramwegmaatschappijdat dcor Gedeputee.de staten
evenwel krachtens art. 27 van het reglement op de
tramwegen de bedoelde bijdrage is toegezegd en uit
betaald nadat bet werk was bevonden in goede orde
te zijn.
Dat over gelijke som voorkomende in de begrooting
van 1892 niet is beschikt.
c Omtrent het ontslag en de benoeming van
ambtenaren van den provinc'alen waterstaat:
dat aan den ingenieur van den provincialen water
staat jhr C. C. Th. Six te Zieiikzee op zijn verzoek
eervol ontslag is verleend met ingang van 1 Januari
1892 en in diens plaats is benoemd J. M. W. van
ElzelingeD, tot dusver opzichter der le klasse te
Colijnsplaaten dat laatstgenoemde met 1 Februari
1892 vervangen is door den civiel-ingenieur Ch. C.
Coomans.
e Omtrent onderhand^che aanbestedingen,
dat die niet hebben plaats gevonden.
Alle deze mededeelingen werden voor kennisgeving
aangenomen.
De voorzitter legt de volgende voorstellen van
Gedeputeerde staten over:
a tot nadere regeling - ingevolge de in do
buitengewone vergadering van 21 Maart ontvangen
opdracht van de verpleging van arme krank
zinnigen en idioten uit ïeeland in genees
kundige gestichten, met eene nadere mededeeling
te dier zake;
b tot wijziging van de besluiten der Staten
tot regciing van den Provincialen water-
staatsdienst en tot vaststelling van regelen
vcor de pcnsloneering van ambtenaren vau
den Provincialen waterstaat.
Dit voorstel is aaDgevuld met de volgende nota
Gedeputeerde staten van Zee'and stellen nader voor
om aan het slot van hun voorstel betreffende pensioen
en wachtgeld voer ambtenaren van den Provincialen
waterstaat achter „bezoldiging" toe to voegenen
wordt binnen die grenzen toegekend naar de regels,
in art. 3 vastgesteld voor de berekening van het
pensioen in de gevallen, bedoeld cnder art. la en
c omtrent het adres van «F. van de Voopdo
om subsidie voor een omnibusdienst tusschen het
Wolfaartsdijksche veer en Hoes;
d tot verkoop van grond en boomen aan den
weg van Ooslburg naar Kuldzande.
Deze voorstellen woideu naar de afdeelingen verzonden.
e naar aanleiding van het adres van ingezete
nen van JEIlewoatsdijk, Driewegen, Oude-
lande en Ovczand om eene aanlegplaats te