N°. 151, 135° Jaargang. 1892, Woensdag 29 Juni. Middelburg 28 Juni. Deze courant verschijnt d n g e 1 ij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen! Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.- Afzonderlijke nommers, met of zonder bijvoegsel, zijn verkrijgbaar a 5 cent: Advertentïen20 cent per regel.' Bij abonnement lager] Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle dankbetuigingen; van 17 regels 1.50; iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte! Telephoonnommer 139. Een rede die gelezen moet worden. De minister van financiën en de landbouw. De minister van financiën en de praktijk uer belastingen. LETTEREN EN KUNST. ONDERWIJS. UIT STAD EN PROVINCIE. HIDDIIBI RGSCHE COURANT. Tbennomeler. Agenten te VlissingenP. G. de "Vet Hestdagh k Zoon, te Goes; A. A. ^V.Bollaxd, te KruisingenF. v. d. Peiïl, teZierikzee: A. C. deMooiï, teTholen:W. A. j A ilvertentiëu Middelburg 28 Juni. vm. 8 n. 74 gr. va» Niïuwenhuijzïk en te Ternemen: M. de Jougï. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën nan, erennl* de i moeten des namiddags te één ud m. 12 n, 82 gr., av. 4 n. 77 gr. P. i advertentie-bureau'e van Nijgh Va» Ditmae, te Rotterdam, de Gibe. Bbldjiamïe, te Gravenhage, en A. de la Ma» Azm., te Amsterdam. j aan het bureau bezorgd zjjn, wille. Verwacht verand. wind. Hoofdagenten voor bet Buitenland: te Parys en Lenden, de Compagnie générals de Publicity étraagère G. L. Datjbe Cu., Joh» F. Jokis, opvolger. zy des avonds nog worden opgenome^ ii. Ter weerlegging van betgeen de heer A. van Dedem, afgevaardigde voor Zwolle, had aangevoerd ter bestrijding van de belasting- ontwerpen in het belang van den landbouw, zeide de minister: „Rustte deze bestrijding 'op goede gronden, dan zou ik geheel zijn afgeweken van het program, een der eerste malen, dat ik hier het woord voerde, door mij voorgedragen. Gij herinnert u dat program. Behartiging der agrarische belangen stond daarbij op den voorgrond. Aan dat program zou ik ontrouw zijn geworden, door aan den landbouw met de eene hand nog meer te ontnemen, dan ik hem met de andere gaf. Mijnheer de voorzitter, ik acht het van het hoogste gewicht, dat deze quaestie, gron dig, nauwkeurig en van alle kanten worde 'bezien. Ik ben er vast van overtuigd dat de belangen van den landbouw behooren tot de allergewichtigste belangen. Trouwens, wie begrijpt niet, dat iemand, die zijn leven lang studie heeft gemaakt van economische onderwerpen, wel bijna stompzinnig zou moeten zijn, om niet reeds lang tot het in zicht te zijn gekomen, dat de landbouwbe langen van het hoogste gewicht zijn op economisch gebied Indien mijne voorstellen het gevolg hadden dat op den landbouw zware lasten werden gelegd, zou ik meenen, dat zij door deze kamer moesten worden ver worpen. Maar ik meen in staat te zijn het tegen overgestelde te bewijzen en verzoek daarom de vergadering van eenige cijfers kennis te willen nemen, die hier voor mij liggen. Men berekent, dat er in Nederland 1.850.000 H. A. bouw- en grasland zijn. Hiervan zijn 826.000 bij pachters en 1.024.030 bij boeren- «igenaars in gebruik. Spreken wij eerst over de pachters, want tusschen de beide rubrieken bestaat, wanneer men letten wil op de landbouwbelangen, groot verschil. Worden de pachters door de be lasting, die ik voorstel, zwaar gedrukt Ik wensch eenvoudig dit te vragende klachten over verarming van den pachters stand, over de vermindering van hun kapitaal, behooren die alle tot het gebied der legende of tot dat der nuchtere waarheid Is dit laatste het geval, dan volgt daaruit, dat eene belasting op het vermogen, die eerst bij «en cijfer van 13.000 begint en in de eerste trappen uiterst gering is, onmogelijk op den pachtersstand een zwaren last kan leggen. Ik mag dit dilemma stellenöf al hetgeen over den achteruitgang van den boerenstand werd gezegd is onwaar, öf het is wel waar, maar dan zal ook deze belasting de pachters niet' bezwaren. Ik geloof dat men mag aannemen dat het bedrijfskapitaal van den boer gemiddeld ongeveer ƒ300 per hectare bedraagt. Er zijn specialiteiten in deze kamer, die deze en de andere cijfers kunnen rectificeeren, doch ik geloof wel dat ik vrij dicht bij de waarheid ben. In dat geval heeft een man, die 50 hectaren bezit15.000 bedrijfs kapitaal. Hoe weinig zal hij dan te betalen hebben in de vermogensbelastingWanneer die man pachter is van weiland, wanneer hij boter- of kaasboer is, meen ik te mogen zeggen dat hij door hetgeen ik voorstel niet gedrukt, maar gebaat zal worden. Wel is door den geachten afgevaardigde nit Zwolle van de verlaging van den zout accijns met eenige geringschatting gesproken Die zou volgens hem zoo machtig veel niet geven. Ik neem echter de vrijheid in her innering te brengen, wat in het 4e deel, blz. 68 van het verslag der Landbouwcommissie Staat te lezen. Daar wordt gesproken over de grieven tegen den acojjna op de suiker en dien op het geslacht, en dan zegt de commissie het volgende „„Veel algemeener zijn de grieven tegen den zoutaccijns. Dat deze belasting op de veeteelt en de zuivelbereiding zwaar drukt, wordt in tal van rapporten aangetoond. In drie verslagen (Woubrugge, Nieuwkoop en Alphen a./d. Riju) wordt berekend dat een landbouwer 14 kilo zout per koe en per jaar noodig heeft, zoodat hij aan zoutaccijns 1,20 of 1,25 per koe heeft te betalen. Bij eene boerderij van 20 koeien wordt dit geschat op 3 percent van de winst."" Ik zelf ben allerminst een specialiteit op dit gebied, doch citeerende uit het verslag der landbouwcommissie, gebruik ik eene bron die betrouwbaar is. Hoe kan men nu zeggen dat de verlaging van den zoutaccijos weinig beteekenis heeft? Ja, mij is in het oor gefluisterd dat 1,20 of 1,25 voor sommigen nog te laag is gerekenddat men voor kaasboeren gerust 30 of 40 centen meer zou kunnen nemenzelfs van nog hoogere cijfers hoorde ik spreken, doch ik weetniet of ik goed ben ingelicht en houd mij dus aan de officieele autoriteiten. Hiermede heb ik afgerekend met de pach ters. Ik mag du wel zeggen, dat zij onder de uitvoering mijner belastingontwerpen niet zullen lijden, in vele gevallen daardoor ge baat zullen worden. Men vergete hierbij eene kleinigheid niet, die echter van belang isdoor de belangrijke verlaging van de mutatierechten kan een pachter gemakke lijker boeren-eigenaar worden. Men vergete evenmin dat de verlaging van den zeepaccijns zoo al niet den pachter als zoodanig, dan toch den pachter als burger ten goede komt. Thans ben ik genaderd tot de tweede groep, die van de boeren-eigenaars. De geachte afgevaardigde uit Zwolle heeft zich krasse uitdrukkingen laten ontvallen. Hij heeft gezegd dat ik geheel terugneem met de eene hand, wat ik geef met de andere Laten wij eens nagaan, welke verschillende soorten van boeren-eigenaars er zijn. Blijkens de jaarcijfers van het statistisch instituut, laatste deel, bladz. 98/99, zijn er in ons vaderland 96.547 boeren-eigenaars. Hiervan zijn er 44.117 die 1 tot 5 H.A. bezitten. Nu wensch ik te vragen of die menschen in de termen zullen vallen van mijne vermogensbelasting. Laat het prachtig land zijn, van 2400 de hectare, dan is de waarde van 5 hectaren nog maar 12.000, dus beneden het minimum. Ik geloof gerust te mogen zeggen dat van die boeren-eigenaars geen enkele onder de vermogensbelasting valt. Hier heb ik der halve van de 96.000 boeren-eigenaars al dadelijk 44,000, ten aanzien van wie hetgeen de heer Van Dedem beweert geen steek houdt. Dan vind ik er 21.031 met 5 tot 10 H.A. Een eigenaar van 10 H.A. heeft een belast baar inkomen van 13.000, wanneer zijn land eene belastbare opbrengst heeft van 70 per H.A. en hij volkomen vrij is van schulden. Ik wil wel aannemen, dat onder die 21.000 met 5 tot 10 H.A. enkelen zijn, die door de vermogensbelasting getroflen zullen worden. Nemen wij aan, dat hun getal een derde bedraagt en er alzoo twee derden niet onder deze belasting vallen. Door zoo te rekenen, reken ik stellig niet naar mij toe. Deze twee derden of 14.000 gevoegd bij de 44.000 geven een cijfer van 58.000, die niet zullen worden getroffen door deze belasting. Nemen wij verder de statistiek in oogen schouw, dan blijkt het, dat er 18.075 eigenaars zijn met 10 tot 20 H.A. Hoevelen hiervan in de termen vallen is moeilijker te zeggen, laten wij aannemen twee derden. Men moet bedenken, dat zy er niet onder vallen, als er hypotheek op den grond rust of andere schuld bestaat; want ik belast alleen het netto vermogen. Een derde van 18.000 of 6000 eigenaren voegende bij de genoemde 58.000, komt men tot 64.000. I k meen dus te mogen constateeren dat van de 96.000 boeren-eigenaars, die er in ons vaderland zijn, minstens twee derden met de belasting op het vermogen niets zul len hebben uit te stas;^ zoodat zy alles wat zij krijgen gratis zullen genieten te weten de verlaging van den zoutaccijns waarvan zoo even de beteekenis in het licht is gesteld de verlaging van de grondbelasting met eeu zevende, en de vermindering van de muta- tierechten. Geen nieuwe belasting zal hier tegenover staan. Maar nn het overige derde deel, de 32.000; dezen, zal de geachte afgevaardigde zeggen, worden dan toch door belasting ge troffen en moeten betalenIk heb de cijfers, die de geachte afgevaardigde ons heeft voor gelezen, niet precies kunnen volgen en ben er dus niet zeker van, dat ik ze volkomen correct zal teruggeven. Ware ik heden niet aan het woord gekomen, dan had ik het verslag dier rede nauwkeurig kunnen nagaan en de berekening gulden voor gulden con troleeren. Maar ik meen toch dit ongeveer te hebben verstaan. De geachte afgevaar. digde heeft ondersteld, dat iemand grond heeft ter waarde van ƒ100.000, met hypo theek bezwaard tot een bedrag van 50.000, zoodat die persoon 50 vermogensbelasting betalen zal. Zetten wij echter de rekening voort. Na de peraequatie, zeide de geachte spreker, zal de grondbelasting bedragen f 360, vermeerderd met bijv. 25 opcenten, ,dit maakt dus 360 ƒ90 450. Wat is nu het resultaat Immers dat de man f 25 wint, want zonder de verlaging der grondbelasting zou hij een zesde van 450 of f 75 meer betalen, de vermogensbelasting is f 50, en f 75 min 50 is f 25." De afgevaardigde van Zwolle had den minister gevraagd, waarom hij in zijne me morie van antwoord zoo geheel de theorieën van zijn léerboek ter zijde had gesteld, en gezegddat de minister zich deswege in de memorie van antwoord zou hebben verontschuldigd. Hierop nu antwoordde de minister„Ik verontschuldigde mij in geen enkel opzicht en doe het ook nu niet; er is geen enkele reden voor. Ik ben, wat die theorie betreft, in uitnemend gezelschap. Gedurende 16 jaren heb ik het voorrecht gehad ik kan er nooit zonder aandoening aan denken den dagelij Kschen omgang te genieten van een man, mijn ouden, vaderlijken vriend, den grootsten denker op economisch gebied, dien ik ooit leerde kennen, een man van zeld zame penetratie, wiens evenknie op econo misch gebied men moeilijk zal vinden. Ik noem zijn naam, maar het is zeker volko men overtollig dat ik dien noemieder begrijpt dat ik mr M. C. Mees bedoel. Honderde malen heb ik mijne theorie aan gaande de grondbelasting met hem bespro ken en steeds heeft hij mij verklaard, dat hij haar eenvoudig als een axioma beschouwde. Wanneer ik mij in het gezelschap van zulke mannen bevind, dan schaam ik mij mijne theorieën nietwel zou ik mij scha men, wanneer ik ontrouw werd aan hun vaandel. Waarom heb ik die quaestie hier ter zijde gelaten Omdat wij hier zijn in eene ver gadering, waar practische besluiten moeten genomen worden. Wanneer ik mij beweeg op zuiver theoretisch gebied, dan soek ik naar geschilpunten, immers naar de scherpst mogelijke preciseering der gedachte, omdat de wetenschap steeds daarbij wint. Men moet dan niets verbloemen of verzwak ken. Maar op practisch terrein moet men een ganseh anderen weg inslaan en juist zoeken naar wat verzoenen kan. Men vrage dan niet of degenen, die met u tot hetzelfde resultaat zijn gekomen, daar zijn gekomen van hetzelfde punt; alleen op het resultaat komt het aan. Het schijnt mij wenschelijk alle theoretische en academische beschou wingen hier zooveel mogelijk terzijde te stellen, zich te plaatsen op een zuiver practisch standpunt. Te meer bestaat daartoe in dit geval aanleiding, omdat, indien men ten aanzien van de grondbelasting anders denkt dan ik, men toch, naar mijne opvatting moet komen tot eene belasting van het geheele vermogen. Men moet zich dan kanten tegen de grondbelasting. Dit is mijne be paalde overtuigingwaarop berust die Op overwegingen, ontleend aan datgene wat onze Duitsche naburen noemen: Steuertechnik. Het gaat niet aan over belastingen te spreken zonder te letten op Steuertechnik. Dezer dagen herlas ik. de debatten, in deze Kamer gevoerd over het ontwerp-rentebelasting van den minister Vissering, en ik werd versterkt in mijne overtuigingdat er geen beter middel is om hetgeen men noemt het pri vilege van het roerend vermogen op te heffen dan de door mij ingeslagen weg, namelijk aanslag van het geheele vermogen, maar dan ook ontheffing van de eigenaars van onroerend goed. De geachte afgevaardigde uit Zwolle be pleitte eene belasting op het roerend ver mogen, maar hij definieerde dit vermogen niet altijd; soms vereenzelvigde hij het met effecten en schuldvorderingenmaar wil hij niets meer belasten Mijn geheugen laat mij op dit oogenblik in den steek, maar ik meen mij te herinneren, dat bij de behan deling der rentebelasting de geachte alge- vaardigde ook het kapitaal van den koopman wilde getroffen zien. Misschien vergis ik mij hierinhet doet ook niets ter zake slechts dit wil ik gevraagd hebben, wat onder het roerend vermogen te verstaan zij? Ook het veehet zaaikoren, de mest, het bedrijfskapitaal, kortom al het roerend goed van een boer? Werd zulk eene belasting zakelijk ingericht, dan allerminst zouden de landbouwers er wel bij varen. En wat moet bepaald worden ten aanzien der progressie? Het is inderdaad eene onmogelijkheid de progressie, zoomin als de aftrekking voor schulden, bij eene belasting van het roerend vermogen behoorlijk te regelen. Ik bezig ongaarne te sterke uitdrukkingen: er zijn hier mannen aanwezig, Vbor wier economische gevoelens ik de grootste achting heb en die van mij op dit punt verschillen. Maar ik zie nu eenmaal geen kans om eene redelijke belasting op het roerend vermogen voor te dragen. Men spreekt van zich te verontschuldigenmaar uit een oogpunt van Steuertechnik zou ik mij omtrent eene zoo danige belasting henben te verontschuldigen, naar ik meen. Wij kunnen dus veilig alle geschillen van theoretischen aard daarlaten, en ons bepalen tot de beantwoording der practische vraagof hetgeen thans is voor gesteld in het belang is van het vaderland in het algemeen en in dat van den boeren stand in het bijzonder". Volgens dezer dagin dt. 28 Mei uit Batavia ontvangen mail werd besloten tot een expe ditie naar Lombok. Ten spoedigste zullen derwaarts vertrekkendrie bataljons infanterie, éen battery bargartillerie van 7j cM. achter- laad, een detachement cavalerie, genietroepen, ambulance, enz. Het kommando zal worden gevoerd föf door den generaal-majoor Vetter, öf door kolonel Van Ham. Waarsehjjnljjk zul len de troepen worden vervoerd met booten der pakketvaartmaatschappjj. Het is nog niet bekend van waar de expeditie zal uitgaan. De berichten uit Atjeh, volgens het officieele verslag van 26 April tot 8 Mei, maken geen melding van belangrijke gebeurtenissen. Van Sumatra's Westkust komen berichten omtrent hevige schokken van aardbeving, den 17 Mei gevoeld in de residentie Tapanoeli. De kampong Sffungor is tengevolge van een aardstorting van den bezuiden Penjaboengan ge* legen berg bjjna geheel bedolven geraakt, terwyl andere in de nabjjheid daarvan gelegen kam pongs geheel of gedeeltelijk zjjn vernield; het aantal daarbjj omgekomen personen is nog niet bekend. In Kléin-Mandeling zjjn de gouver nementsgebouwen nagenoeg alle zwaar bescha digd. De pasagrahans Penjaboengan, Tanah- baioe en Kota-gedang zjjn onbewoonbaar ge worden, terwyl zeer vele bruggen zjjn gezakt n het karrenvervoer overal is gestremd. Ook de controleurswoning en de rapatzaal te Sipirok (onderafdeeling van dien naam) bebben veel schade bekomen. Volgens mededeeling van den assistent-resi dent van Loeboe Sikaping en Ran (Padangsche Bovenlanden), hebben nabjj den top van den berg Paeaman belangryke aardstortingen plaats gehad en zjjn ook in die afdeeiing de gouver- nementsgebouwen in meerdere of mindere mate besohaaigd, terwyl hier en daar scheuren in den grond zjjn ontstaan. In de afdeeiing Opbir- districten zjjn twee koffispakhuizen en veel inlandsohe woningen ingestort67 personen van de kampong Pram an zjjn door een aard storting bedolven en de oontroleurswoningen te Saleo, zoomede vele bruggen en wegen beschadigd. Met behulp van groote ploegen dwangarbei ders wordt zooveel mogelyk het noodige tot bersiel der sohade verricht. Romans, die een vjjiden en zevende» druk beleven, behoeven geen aanbeveling meer by het publiek. Wie heeft trouwens jaren ge leden, toen zy het licht zagen, niet de werken van E. Werner: 6'lilck auf en Vineta geleten en wie werd er niet door geboeid De overtuiging dat de sohryfster ook thans nog tal van dank bare lezers zal vinden, heeft den heer P. Gouda Quint te Arnhem doen besluiten tot een nieuwe uitgave van beide bovengenoemde boeken. De prjjs is zoo buitengewoon goedkoop, by een goeden druk op fraai papier, dat niemand daarin een beletsel kan zien om zioh deze beide boeiende romans aan te schaffen. Zonder diep door te dringen in den kern der zaak weet E. Werner aan haar boeken iets aantrek keljjks te geven door in den romantischen stof ideeën en begrippen te vlechten, die haar verhalen boven het peil verheffen der tallooze waardelooze Duitsche novellen en romans, welke ons land in meer oi minder goede vertalingen overstroomen. Waar, zooals by Glii.k auf en Vineta het geval is, Hermina de overzetting ter hand nam, is men verzekerd vloeiend Ntderlandach te lezen. De heer J. van Houte, onderwyzer te Grjjpskeike, benoemd als zoodanig te Ellemeet, Heinkenszand en Westkapelle, heeft hiervoor bedankt, aangezien zjjue jaarwedde door de gemeenteraad van Grypskerke met 50 gulden is verhoogd. De gemeenteraad van Nisse besloot aan de onderwijzeres, mej. M. C. van den Ende, boven hare jaarwedde, eene gratificatie van 50 te verleenen na elk vol jaar verblyf, in te gaan met 1 Juli a. s. Te Zierikzee zal Yrydag a. de 43e alge- meene vergadering der onderwyzers-vereeni^ing in het arrondissement» Zierikzee in de sociëteit Ons Genoegen plaats hebben. in die vergadering zal o. a. geregeld worden een wedstrijd voor onderwijzers (ook met hoofd akte,) in 't lezen van een ter vergadering op te geven stuk, verslag worden uitgebracht van den staat der onderwjjzersgezelscbappen in het arrondissement, eene keuze worden gedaan der plaats voer de volgende algemeene vergadering, waarvoor het bestuur Haamstede of Renesse voorstelt. Verder zal verslag worden uitgebracht van de boekerjj en de hnlpspaarbank, een voordracht worden gehouden door den heer Stam van Amsterdam over Slöjdbovengenoemde wed- trjjd worden gehouden met rapport der com missie van beoordeeling, en worden besproken de vraag: Aan welke eischen most een lokaal voor de vrye en ordeoefeningen, voldoen Deze vraag zal ingeleid worden door den heer P. van der Have, hoofd eener school te Zierikzee, De dames onderwijzeressen in 't arrondisse ment Zierikzee zjjn uitgenoodigd tot by woning der voordracht van den heer Stam. Na afloop der vergadering zal een rjjtoer gedaan worden, daar het houden van een vriendschappelyken m .altjjd wegens te geringe deelneming geen voortgang zal hebben. Voor de vacante betrekking van onder wijzeres met acte nuttige handwerken te Weat- üorpe, tegen eene bezoldiging van 500 per jaar, boden zieh slechts twee sollicitanten aan, waarvan eene zioh later nog terugtrok. Aan de universiteit te Groningen is Maandag met goed gevolg het theoretison ge neeskundig examen aigelegd door den heer C. bi. Plagge. De zooeven verschenen Altddetburgscho Telephoongids voor 1892, uitgave van den heer F. B. den Boer, maakt door zjjn uiterljjk reeds een aangenamen indruk, die door den inhoud van het werkje nog zeer wordt verhoogd. Die inhoud is betrekkelyk veelsjjdig. De Gids bevat in de eerste plaats de namen van de geabonneerden in alphabetische volgorde en in de tweede plaats eene alphabetische be- roepenljjat van geabonneerden vooral de laatste is voor vreemdelingen van groot gemak. Verder bevat het boekje eene handleiding voor het gebruik van de toeetellen, mededee* lingen omtrent den telegraafdienst, omtrent

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1892 | | pagina 1