IleUMPÉ Courant IËI LANDGOED OP DE MAAN. Middelburg 28 Mei. BIJVOEGSEL Maandag 30 Mei 1892, no. 126. '^•FEUILLETON. LETTEREN EN KUNST. ONDERWIJS. Het Nutsdepartement Middelburg. VAK Dl VAK Een flauwe kwajongensstreek is bg de Staten verkiezing in het district Gouda uitgehaald. Aan den anti-revolutionnairen heer Dercksen is een briefje gevonden van dezen inhoud; Waarde Bakker Dercksen." >Als je het nog eens waagt bjj een verkiezing ons heilig dierbaar gymnasium aan te tasten, evenals in bjjgaand strooibiljet is gedaan, en je nog eens met politiek bemoeit in plaats bjj je oud bakken cadetjes en je fijne beschuiten te bljjven, 't is wel verdomd, geef ik jou de plechtige verzekering dat je 24 uur na ver spreiding van het zelve met je heele fijne bakherjj in de lucht zult vliegen" »de Liberale Anarchist *24 Mei." i Nu zal toch niemand aan zulk een flauwiteit veel waarde hechten en haar iets meer noemen dan een grap van een groot kind. Allerminst zal men zulke dingen op rekening van eene party stellen. En bovendien zoolang men niet weet wie deze afkeurenswaardige dwaasheid uit haalde zal men zich onthouden van haar als wapen tegen eene party te hanteeren. Aldus niet de anti-revolutionnaire persor ganen, die zelfs dit briefje exploiteeren als bestrijdingsmiddel tegen de gymnasia, Dwazer kan het al niet. Is er waarlpk nu niets anders tegen de liberalen in te brengen dan zulke dingen, waarvan men den oorsprong nog niet eens kent, en waaraan elk verstandig mensch niet het minste gewicht zal toekennen. Of is zeker deel der anti-revolutionnairen van zulk een gering peil dat men het alleen met zulke middelen aan het verstand kan brengen hoe slecht de liberalen zgn Dan hebben wg toch nog te veel vertrouwen in het denkend deel van onze tegenstanders om niet te gelooven dat het, even als wjj, zulk eene bestrydingsmanier al even kinderachtig vinden zal als het briefje, waarvan zooveel notitie wordt genomen. De uitslag der verkiezingen voor de Provin ciale staten thans na afloop der herstem mingen in zyn geheel te overzien, op éen plaats, in Delft na, waarvoor in de volgende week moet worden overgestemd is als volgt. In Gelderland, waar de etrjjd, evenals in Friesland, het belangwekkendst was, is de meerderheid aan de zjjde der anti-liberalen gebleven, 32 tegen 30. In Friesland heeft het verlies van twee plaatsen de meerderheid nog niet naar de rechterzyde kunnen verplaatsen. In Overysel hebben de liberalen 2 plaatsen gewonnen en 1 verloren. De grootste winst is voor de party van voor uitgang in Zuid-Holland behaald. Sliedrecht en Ridderkerk gingen verlGren, maar daar staan tegenover 3 gewonnen zetels in Den Haag, 2 in Gouda, 1 in Ylaardingen, 1 in Schiedam en ook reeds 1 in Delft, een voordeelig saldo dus van 6 leden. In Noord-Holland won de liberale party 2 leden voor Haarlem. De antirevolutionairen hebben dus zegt het Hbld. vooral in Zuid-Holland veel terrein verloren. Waar zy hun aftredende candid aten zagen herkozen of zy enkele nieuwe zetels wonnen, zooals in Dokknm, Ridderkerk en Rampen, hebben zy dat uitsluitend aan de hulp der katholieken te danken. Dezen hebben minder reden tot tevredenheid, want zy ver loren twee zetels in Noord-Holland, omdat zy van antirevolutionairen zgde niet of onvol doende gesteund werden. De Blotsom isversterking van het antire- volntionnair element in Friesland, doch zonder overwegend gevolg, en verzwakking van da anti-liberalen in Noord- en Zuid-Holland. Yoor 't overige schier geen verandering. Zeker is het derhalve, dat in het volgend Uit het Duitsch. BOOS MARIE VON OLFERS. Britta bleef echter en hield het nog een poos dapper voldoch toen Lisi begoü te sukkelen, werd zg wanhopig en voelde een noöitgekenden wrok tegen Servatius opkomen. Hoe meer men van elkaar houdt, des te heftiger gevoelt men ook deu ommekeer. Dit was de ongelukkigste tijd van hun leven. De ziel vangt menig on uitgesproken woord op, dat als een demon op den loer ligt, totdat het oogen blik komt waarop het-zich kan doen gelden. Dan uit het zich in krenkende gezegden, in bitse toespelingen en is niet meer te loochenen. Slechts een zeer lange, zware boete kan het kwaad weer ultwisschen. Er brak een dag aan, waarop Britta tot Servatius zeide dat hij geen recht had, haar te beletten, de hulp aan te nemen, die hij haar zelf niet geven kon. De arme kinderen moch ten niet lijden onder zijne gebreken. Er volgde een heftig tooneel en Britta ver klaarde dat zij nog heden het kind zou over- jaar by de aftreding van een derde gedeelte der Eerste Kamer geen omzetting van dat hooge staatscollege is te duchten. De liberalen hebben wel reden met den afloop der Staten verkiezingen tevreden te zyn. Dezer dagen is door den heer Tydens in de Tweede kamer een vry onhebbelgke houding aangenomen. Na eerst in de Billiton-kwestie geheel onnoodig onze koninginnen te hebben betrokken, en meeningen genit te hebben die hg later toch weer moest herroepen, waardoor hg toonde nog niet te begrypen dat men eerst goed dient te onderzoeken en te weten eer men in eene openbare vergadering, en vooral in eene volks vertegenwoordiging iets zegt heeft hg ook een persoonlgkbn aanval gerioht tot den heer dr Zaajjer, lid der Tweede kamer en tevens overzicht-schrg ver der N. R. Crt. Hg noemde zgn collega een hunrling en beweerde dat deze afgevaardigde niet met de noodige on partijdigheid zijn mandaat kan vervallen. Zoodanige bewering kan slechts zegt de Arnh. Crt. als verdachtmaking dienst doen en als nietB anders. Want nog nooit is ge bleken dat dr Zaayer door zgn connectie met het liberale hoofdorgaan zgn roeping als volksvertegenwoordiger is ontrouw geworden. Hier geeft dus naar gewoonte een persoon- lyke aanval den doorslag. Doch wil men juist oordeelen, dan dient men zich tot een algemeen oordeel te bepalen. En dan zon het geen men thans zegt van dr Zaager ook van toepassing zgn op dr Schaepman als medewer ker van het Centrum, dr Yermeulen van de Tijd, mr Haffmans van het Venlosche Weekblad, B. H. Heldt voor de Werkmansbode en de in 1891 afgetreden heeren mr Engelberts van de Graafschapper en F. Domela Nieuwenhuis van Recht voor Allen. En hetzelfde wat men van kamerleden zou kunnen zeggen, zou dan ook van toepassing zgn op gemeenteraadsleden. En dan kon men om te beginnen den heer C. Y. Gerritsen, lid van den gemeenteraad te Am sterdam, als eigenaar van de Amsterdammer noemen. Er is geen denken aan om met het noemen dezer namen, de dragers ervan in hnn werkkring te wantrouwen. Daar steekt niets vreemds in, dat een volksvertegenwoordiger medewerker aan de pers is, daar toch in Duitschland, Frankryk en Engeland zelfs ministers er een eigen orgaan ép nahouden. Het bovenstaande te releveeren, diende slechts om te doen uitkomen tot welke nitersten de radicalen vervallen, wanneer zg met vèrgezochte wapens de liberale party of een harer leden zoeken te bestryden, haar eigen party sparen en fonten in eigen boezem vergeten. Yoor, bg en na de behandeling der onlangs door de Tweede kamer aangenomen nieuwe overeenkomst met de Billiton-maaischapvij is de beschuldiging genit, alsof de 65 Kamerleden, die vóór het ontwerp hebben gestemd, een particuliere maatschappg zonden hebben be gunstigd ten nadeele van den staat. Men is reeds bezig van die zaak een verkiezingsma- noeuvre te maken en daarom is het wel noodig die oneerlykheid »een gemeen middel" zou de heer Tydens het noemen aan de kaak te stellen. De heer Keuchenius rekende aan de Kamer voor, dat het contract, voor 35 jaren aange gaan, van de 94 millioen, in die jaren aan winst te behalen, aan den staat 59 millioen, en aan de Billiton-Maatschappy 35 millioen zon opleveren, dus elk jaar evenveel als het geheele kapitaal der maatschappg bedraagt. Yolgens het vorige contract door deu mi nister Mackay aangegaan, maar door de Kamer verworpen zou de staat slechts 45 millioen hebben ontvangen, de maatschappg 49 millioen. Die geheele redeneering rustte op de onder stelling, dat de tinexploitatie in die 35 jaren evenveel zon opbrengen als in de 10 laatste jaren, toen de maatschappg, onzeker of de concessie zou worden verlengd, zich heeft bey- verd zooveel mogelijk nog uit de oude concessie te halen. De minister van koloniën heeft dan ook aan de Kamer medegedeeld, dat niet alleen volgens het bestnnr der maatschappg de tin- rgkdom van het eiland Billiton niet zoo hoog meer is aan te slaan, maar dat ook de hoofd ingenieur, chef van het mynwezen in lndië, daarvan geene zoo hooge verwachtingen heeft. Wanneer men dit leest, dan zal men be grgpen dat de Regeering, liever dan znlk een onzekere onderneming voor Staatsrekening te brengen, daar de dokter hierin hare eenige redding zagdaarna kon by doen wat hij goed vond. Zij zond de andere kinderen vooruit, om ten minste rust te hebben; Tim verscheen en zei: „Met Gods hulp zullen wij Lisi behouden, kom met mij mede!" Dezen nacht waakte Servatius bij het kiad; eerst 's morgens mocht zij overgebracht worden. Britta was de kamer uitgegaan om iets te halen. Een klein lampje verlichtte het lieve gezichtje van Lisi. „Mijn hartediefje", zei Servatius, „gij hebt te veel van mijmisschien roept God u daarom tot zichkon ik maar met u sterven 1" Plotseling sloeg de kleine de oogen op en toen zij vader voor haar bedje zag, glimlachte zij, trok zijn hoofd naar zich toe, kuste hem en fluisterde: „Houd zooveel van je, o zooveel!" „Eu ik van jon, Lisi, en ik moet weg." „Weeromkomen „Ja, Lisi." „Wanneer?" „Wanneer God wil 1" Hij hoorde de deur gaan en sloop naar buiten. De maan scheen helder. „Ik kan Britta niet terugzien en kan toch ook niet weg, voordat bet kind beter is." Hg bleef in de nabijheid rondloopen. nemen, met de kans een proces te verliezen over de geldigheid van het contract van 1882, de voorkeur heeft gegeven aan een regeling die aan den Staat 62j pCt. verzekert van de netto-winst. Daarmede hebben 65 leden der Tweede Kamer, behoorende tot de ver schillende partgen, ingestemd en zg hebben daardoor 's lands belang naar behooren be hartigd. Dnidelgk is dit betoogd door den heer Van Houten, toen hg de verklaring af legde, dat het zeer wel mogeljjk is dat een proces met de B.-M. niet door den Staat werd gewonnen. Hg voegde er het volgende bij: >lk zon deze verklaring hier wellicht nog niet doen, indien ik niet de overtniging had, dat de kamer dit contract zal aannemen, zooals het thans voor haar ligt. Maar ik ben uit gelokt tot deze verklaring sedert de afgevaar digde uit Winschoten zich geroepen heeft geacht over de handelingen van hen, die bereid zgn dit contract aan te nemen, zoodanige beschuldigingen en onderstellingen te uiten als hg binnen en ook buiten deze kamer heeft gedaan. Wy hebben niet alleen ook alB kamerleden mogen wg dit in het oog houden voor het staatsbelang te waken, maar als verantwoordelgke vergadering hebben wg ook daarvoor te waken dat onze handelingen naar buiten richtig worden beoordeeld. En nu staat de zaak zoo, dat, terwijl de Billiton-maat- schappg is in het bezit en daardoor alle proeessueele voordeelen van het bezit heeft, die geen practisoh jurist ontkennen zal, en tevens, ik erken het, met het oog op den toestand, door het contract van 1882 geschapen, meer of min goede kansen heeft, dat contract voor den staat aannemelgk is. „Wg kunnen den minister Mackay onzen dank betuigen, dat hg met de maatschappg is gaten onderhandelen en een contract gesloten heeft dat hg aannemelgk vondwg moeten aan dezen minister den lof geven dat hg esn, ook mgns inziens aannemelgk contract heeft weten te verkrggen. »Men vestige ook het oog op den toestand in lndië. Het is niet alleen een Staatsbelang om t9 zorgen voor de belangen van de schatkist. Er zjjn ook andere groote belangen bg bet-ok. ken. Het is ook nadeelig voor het Staatsbe lang als eene groote zaak als de exploitatie van Billiton eene litigiense zaak wordt. >ledereen weet dat eene onderneming, hoe goed zjj ook gaat, zoodra zij litigieus wordt, altjjd achteruit gaat. En wg, die ons gezag hebben op te honden in lndië, moeten ook bedenken, dat het een nadeeligen invloed zon nitoefenen, indien tnBschen de Billiton-maatscbappy en de regeering gestreden wordt en zaken, die wg betrenren, maar niet ongedaan kunnen maken, the topic of the day werden in lndië". Ziedaar de waarheid in de Billiton-zaa.k. Er is niet de minste grond, om in de beslis sing der Tweede kamer iets anders te zien dan de slotsom van een ernstige, eerlyke overtniging omtrent 's lands belang (Hbld.) Bg kon. besl.: is, zooals gisteren nog in een deel der oplaag werd medegedeeld, benoemd tot notaris binnen h6t arr. Middelburg, ter standplaats Ternenzen, L. J. van der Moer, candidaat-notaris aldaar; zgn benoemd tot notaris binnen het itrr Alkmaar, ter standplaats Alkmaar, G. P. F. van Bosstraeten, thans notaris te Bergen, en C. W. A. van de Wall, candidaat-notaris te Monnikendam is benoemd tot notaris binnen het arr. Arn hem, ter standplaats Arnhem, B. F. Castendgk, candidaat-notaris te Amersfoort; is de officier van gezondheid 2e kl. H. C. Wiers, van het personeel van den geneeskun digen dienst der landmaeht, voor den tgd van drie jaren gedetacheerd bg de landmacht in West-Indie; en is E. J. Capel benoemd tot adjunct-gker der maten en gewichten. Het bondsbsstuur van den N ederlandsahen Bakkersgezelletibond heeft, in opdraoht van het congres van den Nederlandschen Bakkersgezellen- bond, den 8sten Mei gehouden te Amsterdam, nan de Tweede kamer een adres gericht, versoe- kende bg wettelgks maatregelen vast te stellen de volgende verberingen le. Invoering van het algemeen kies- en stemrecht voor alle Nederlandsche onderdanen boven de 23 jaren met geheime stemming, 2e. Vaststelling van een arbeidsdag van Toen de moeder haar zieke kind alleen vond knorde zij weer op Servatius. „Zelfs geen kwartier kan men hem zijn eigen kind toevertrouwen 1" „Weeromkomen", fluisterde Lisi, „vader zal weeromkomen." Toen hij er 's avonds laat nog niet was,, werd Britta bang en wachtte den geheeden nacht op hem. Des morgens verhuisde zij met de kinderen. Tim beloofde overal naar Ser vatius te laten zoeken. Niemand had hem gezien. „Hij moet in de nabijheid zgn", troostte hij, „heb geduld met hem, hoe zou hij u kunueu verlaten, eer hg weet hoe het met Lisi gaat." Maar Servatius kwam niet terug. Het werd ochtend en avond, maar hg bleef weg. Steeds klom de angst van Britta. Het kind werd beterzij had moeten wachten. Hoe veel kin deren leefden en groeiden op onder nog veel ongunstiger omstandigheid. De toornige woorden, die zij tot hem gesproken had, kwelden haar het meest; wanneer zij, die hem van harte liefhad, zoo hard tegen hem kon zijn, hoe hard zouden vreemden dan wezen. Zij weende nachten achtereen, zoodat de kleine Lisi wakker werd, hare handjes uitstak en vroeg waarom „Om vader." „Zal weerom komen," zei het kind vol vertrouwen. ten hoogste 12 uren per dag (met eenruBt- dag per week) welke binnen den tgd van twee jaren ingekort moet worden tot een achturigen arbeidsdag. 3e. Afschaffing van nachtarbeid, van des avonds 11 nur tot des morgens 7 uur. 4e. Controleering der werkplaatsen door ge- zondheidscommissiën, bggestaan door werk lieden, gekozen door de werklieden zelve. In eene niet in den handel zijnde brochure levert onze stadgenoote mej. Marie de Man, onder den titel Over Zeeuwsche loodjes, eene zeer lezenswaardige bijdrage tot de penning kunde van Zeeland. Met den naam van „loodjes" worden gewoonlijk betiteld Armen-, Presentie- en Kerkelgke pen ningen, onverschillig of zij van zilver, koper of werkelijk van lood zijn. Tot vóór korten tijd werd er by na niet a&n gedacht ze te verzamelen en te bestudeerenzij waren de parias der numismatiek. Noodmunten, leg-, gilde- en historiepenningen, zy hebben alle volop hun beurt gehad, maar de versmade „loodjes" waren slechts in enkele verzamelingen te vinden en niemand dacht eraan daar eene afzonderiyke studie van te maken. Hierin is verandering gekomende aandacht der penniugkundigen valt thans evengoed op loodjes als op eene andere afdeeling der numismatiek. Na dit vooropgesteld te hebben, wijst de schrijfster der brochure erop hoe moeilijk het is een goed overzicht te krijgen van de ver schillende loodjes, wijl men bgna overal stuit op de onmogelgkheid om ze terug te vinden. Die waar- delooze loodjes werden, ua afgedankt te zgn, meestal gesmolten; en daar niemand er aan dacht ze te bewaren, is het slechts bg toeval, als men van de eene of andere stad eene vrij volledige verzameling bijeen kan krijgen. Vervolgens is de beteekenis van vele dikwerf moeilijk op te helderen en, omdat zg messtal geen jaartal dragen, is het bijna onmogelijk den juisten tijd aan te geve», waarin zg in gebruik waren. Beide zaken gelden ook vooral voor de stukjes uit Zeeland en men moet nog verbaasd zgn, dat zoovele van die, op het oog zoo onaanzien- lgke penningen, den tand des tgds hebben weerstaan. Het zou jammer geweest zgn, indien ze alle waren verloren gegaan, want eigenaardiger en. op andere wgze dan de sedert lang in aanzien gekomen gildepenningeD, stellen zij ons het doen en laten van onze voorouders voor oogen. Mej. De Man heeft zich om verschillende redenen en by wijze van proef bij eene besehryving der loodjes voorloopig tot Zee land bepaald. Ongelukkig verschafte haar eigen provincie, met uitzondering der hoofdstad, slechts weinig materiaal. Doch wat Middelburg zelf betreft heeft zij eene vrg belangrijke reeks van penningen bijeenverzameld, waarvan de helft haar toeschijnt nog onbekend te zijn. Dat haar dit gelukt is en dat haar het een en ander daarvan duideiyk geworden is, dankt zij vooral den heer gemeente-archivaris M. H. van Visvliet, die haar de onverwachte tijding bracht, dat er in een verborgen hoek van het Archief nog eene groote hoeveelheid loodjes, in kistjes ge borgen, voorhanden waren; deze zijn zonder twijfel aan de begeerige blikken van boden of bewaarders ontsnaptHem en ieder, die haar behulpzaam is geweest, maar inzonderheid den heer mr J. Dirks te Leeuwarden, die haar tot dit werk aanspoorde en met de meeste hulp vaardigheid steeds ia alles voorlichtte, betuigt zij harteigken dank. Daarna behandelt mej. De Man een aantal presentiepenningen (loodjes met den Burcht, loodjes met deu leeuw, loodjes met den arend); verder armenpenningen („turfloodjes", brood loodjes, kerkelgke loodjes), allen op Middelburg betrekking hebbende. Voorts loodjes vaD Arnemuiden, Vlissingen, Goes, Zierikzee. Vervolgens bespreekt de schrijfster loodjes, herinnerende aan het bakengeld, een waag- loodje van Middelburg en een loodje met het wapen van Walcheren, omtrent al welke zij zeer interessante mededeelingen doet. Mej De Mian houdt zich ten slotte aanbevolen om, wanneer er zich in een of andere haar onbekende verzameling, stukjes bevinden,door haar niet vermeld, er opgave ofteekening van te ontvangen. Haar verdienstelijke beschrgving, gedrukt bij de firma Altorffer, wordt opgehelderd door een viertal platen, die het afbeeldsel van verschil lende loodjes geven. Over dag deed Britta vlgtig en stil het huis houden weldra kon Tim niet meer begrijpen, hoe hij ooit het leven zou kunnen dragen, zonder haar, zonder dat lieve gezicht, die vaardige hand, en die vrcolijke kinderschaar. Hij werd bestormd door gedachten, die hg met afschuw van zich afstiet. Als verzoekers kwamen zij voor zijne reine ziel en weldra verlangde hg bijna evenzeer als Britta naar Servatius om hem van deze onstuimige wenschen te bevrgden. Hans Saatwinkel was overgekomen, zoodra hg hoorde dat Servatius weg was. „Dat is het verstandigst wat hij ooit gedaan heeft, Tim", zei hg. Britta verheugde zich in het eerst over zjjn komst, doch toen hy in zgn verontwaardiging op Servatius begon te schelden, sloop zij weg, zoodra zij hem zag komen. Servatius was inderdaad niet ver wegbgna altgd buitende winterstormen deden hem goed, bij den oikaan werd hij kalmer. Des nachts verborg hy zich in het kleine huisje, reeds dikwijls had men het doorzocht en hem toch niet gevonden. 's Avonds laat sloop hij om het Groote Huis heen en zag door de verlichte vensters, boe Britta in een druk gesprek met Tim zat. Eenmaal ontmoette bg Hans Saatwinkel. Beiden schrikten, alsof zg een spook zagen. Hans kreeg het eerst het spraakvermogen Yan den uitgever J. F. van Druten te Sneek ontvingen wg de eerste en tweede afle vering van Vóór vier eeuwen, een volksboek over de ontdekking van Amerika, door P. Louwerse, met een portret van Columbus en enkel» illustraties. Date twee afleveringen maken een goeden indrnk en beloven een aangename behandeling van de ryke stof. Later, wanneer het werk compleet is en wg ons een juister oordeel kannen vormen over het geheel, zullen wg wellicht nog gelegenheid hebben op deze uitgaaf terug te komen. Te Leipzig is Donderdag het monument voor Mendelssohn Bartholdy, als een meester werk van Werner Stein geprezen, onthuld. Met Pinksteren vindt te Antwerpen een muziekfeest plaats, waarbij van den éen tot den 6en Juni io de ruime zaal der Harmonie door de voornaamste Ylaamsche componisten hun beste werken zelve worden gedirigeerd. Men viert dan tevens het 25jarig jubilé van Peter Benoit als directeur der stedelijke Muziek academie. De derde aflevering van deel IX der 2e serie van het Tijdschrift van het Koninklijk Nederlandsch Aardrijkskundig Genootschap bevat Over den regenval in Nederland, door dr H. Tonkes (met 6 kaarten)Korte beschrijving van het rijkje Moseton (bocht van Tomini), door G. W. W. C. baron van Hoëvell; De grootte der eilanden en der gewesten en aidee- lingen in Nederlandsch-Indië, door H. Ph. Th. Witkamp, onderwyzer te Djombang;Schrij ven van dr H. F. C. ten Kate aan het bestuur Timboektoe, door H. Zondervan (met een kaartje); Verschillende mededeelingen; Nieuwe uitgaven; Verslag van de65ealge- meene vergadering van het Kon. Nederl. aard rijkskundig genootschap Jaarverslagen van secretaris, penningmeester en bibliothecarissen Catalogus van boeken, waarmede de biblio theek in 1891 is vermeerderd, door dr H. C. Rogge; Lijst der kaarten, die ingekomen zijn in de bibliotheek van het A. G. van 1 Jan. tot 31 Dec., door F. G. Kramp en Naam lijst der leden op 15 April 1892. In eene Zondag nabg Breda gehonden vergadering van het Zuider-departement der Vereeniging van Leeraren bij het Middelbaar Onderwijs werd, in plaats van dr Van der Horn v. d. Bob, die dit jaar moest aftreden en niet herkiesbaar was, tot bestuurslid gekozen de heer H. Snijders, leeraar aan de R. H. B. S. te Middelburg. De heer A. D. van der Harst, leeraar in de wiskunde aan de Ryks hoogere burger school te Alkmaar, heeft eervol ontslag nit die betrekking gevraagd. Te Leiden is geslaagd bg het eerste ge deelte van het arts-examen de heer J. L. C. G. A. le Rutte. Onder voorzitterschap van den heer L. K. van der Harst vergaderde Vrydagavond alhier het departement Middelbnrg van de Maatschap pij tot Nut van H Algemeen in zgn gewoon lokaal in het Concertgebouw. Als meeBtal in den laatsten tgd was de opkomst niet groot; be halve het bestuur waren slechts drie leden aanwezig; later werd dit aantal nog met een vermeerderd. In de eerste plaats werd mededeeling ge daan van ingekomen stokken; daaronder be hoorde een schrgven van de oommissie voor de hulpbank, houdende bericht dat de heer J. J. van der Harst Az. als voorzitter is benoemd. Dit schrgven werd voor kennisgeving aange nomen. Het bestnnr der Vereeniging tot bevor dering van het onderwgs in handenarbeid in Nederland, heeft eene circulaire gericht aan de departementen waarin het vraagt of, wan neer een onderwgzer zich bereid verklaren wilde aan een cnrsns in Amsteidam deel te nemen, het departement zoodanigen onderwgzer eenige tegemoetkoming in de kosten zou geven. Het bestuur achtte dit niet noodig, wyl hier ter stede voldoende onderwgs in handenarbeid te verkrggen is. Blgkens eene officiense mededeeling van den secretaris is de onderwgzer in Slöjd, den heer Hondius, uitgenoodigd voor den dit jaar te Naes in Zweden te honden cursus als onder wgzer op te treden, wat wel een bewgs mag heeten dat hg ook daar zeer gunstig bekend staat. terug. „Gij zult Britta met rust laten", zei hij dreigend, „zij is gelukkig en tevreden en de kinderen ook luister maar Daar binnen klonk een vroolijk gejuich. „O had myn kind naar mij geluisterd Tim is een andere man dan gij „Ik zal haar geluk niet storen, maar ik geloof er niet aan 1" riep Servatius. „Er is een liefde, waarvan gij geen begrip hebt, een liefde die nooit tusschen u en uwe vrouw, of uwe dochter bestaan heeft, Zoo was echter onze liefde; wanneer schuld of ongeluk haar gedood hebben, kan geen geluk baar plaats innemen. Arme BrittaIn het welzijn harer kinderen kan zij zich nog verheugen. Dat kan ik haar niet verschaffen, daarin hebt gg gelgk maar ik zal het haar ook zeker niet ontnemen." Hij verdween in de duisternis. Hans oogde hem na en mompelde„Een rare vent! Nu, als het Britta maar weer goed gaat!" Servatius pakte het weinige wat hy nog bezat, bijeendat was genoeg om naar de stad te komen; Barbara, die iets in het kleine huisje kwam zoeken, liep er met licht rond hg wist dat zg hem niet zou verraden. Zy had dien vriendelijken heer waariyk lief gehad en ook nu waren hare gedachten bij hem. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1892 | | pagina 5