N°. 133.
135B Jaargang.
1892.
Dinsdag
24 Mei.
feuilleton.
HET LIEDGOED OF DE MAAN.
Middelburg 23 Mei.
Deze courant verschijnt dagelijks;
met uitzondering van Zon- en Feestdagen;
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.
Afzonderlijke nommers, met of zonder bijvoegsel,
zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën20 cent per regel.' Bij abonnement lager]
Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens allo
dankbetuigingen; van 17 regels 1.50;
iedere regel meer ƒ0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte;
Telephoonnommer 139.
ONDERWIJS.
KERKNIEUWS.
UIT STAD EN PROVINCIE
ïillllllllll Itl.St lll (dl RANT.
Thermometer. j Agenten te VlissingenP. G. de Yii Mestdaöh b Zoo», te Goes. A A VLboLLa»i>, te Krui»ingen: F. v.d.Pbijl, te Zierikzee: A.C.deMoou,teTholen: W.A.
Middelburg 23 Mei. Tm. 8 u. 63 gr. va» Niiwbmhdijzïk en te TerneuzenM. dï Jo»e». Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentie* aan, eTenal» de
m. 12 u, 73 gr., aT. 4 n. 71 gr. F. adverten tie-bureau's Tan Nijoh Van Ditmae, te Rotterdam, Dl Gibe. Bbmjïakti, te 's Grayenhage, en A. de la Mar Az»., te Amsterdam.
Verwacht Z. wind. Hoofdagenten tooi het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicity étrangdre G. L. Daube Cu., Joh» F. Joxis, opvolger.
A dverfentlën
moeten des namiddags te één nn
aan het bureau bezorgd zjjn, willen
zjj des avonds nog worden opgenomen
Donderdag aanstaandeHemelvaartsdag
verschijnt geen nommer van ons blad.
Bp kon. besluit:
ia W. H. De Bruyn van Melis- en Mariekerke,
met ingang van 1 Juni 1892, benoemd tot
burgemeester der gemeente Koudekerke, met
toekenning van eervol ontslag als burgemeester
van Zoutelande;
is benoemd tot luitenant-kolonel de majoor
D. J. H. van Aken, provinciale adjudant in
Zeeland
zjjn benoemd bp bet wapen der infanterie
bp het 3de regiment, tot luitenant-kolonel, de
majoor J. T. T. C. Van Dam van Isseit, van
het korps; tot kapitein, de eerste-lnitenant F.
W. G. Nieuwland, van het 4de regiment; tot
eerste-luitenant, de tweede-luitenant W. F
Ruempol, van het korps;
(Deze berichten hebben wjj Zaterdag nog
aan een deel onzer lezers bekend gemaakt).
Nog is bp kon. besl. benoemd tot raadsheer
in het gerechtshof te 's Hertogenbosch, mr W.
Gorter, thans rechter in de arrondissements
rechtbank te Assen;
benoemd bp het wapen der koninkljjke ma
rechaussee, tot majoor en commandant der 2de
divisie, de kapitein jonkheer J. A. Boreel de
Mauregnault, van die divisie.
Verder zjjn benoemd tot ontvanger voorden
accpns op het geslacht te Amsterdam, D. T.
van der Zwaag, ontv. te Dockum o. a.tot
ontvanger der dir. bel. te Doetinchem c. a.>
G. G. van Buttingha Wichers, ontv. ve Katwpk
c. a.tot ontvanger der dir. bel. te Zwolle c. a.,
jhr H. C. van Panhuys, ontv. te Heerenveen
c. a.tot ontvanger der dir. bel. te Roermond
(buitengemeenten), A. C. van Deventer, ontv.
te Muiden o. a.
benoemd bp het personeel van den genees
kundigen dienst der landmachttot dir.-olfioter
van gezondheid le kl., de dir.-officieren van
gezondheid 2e kl. dr J. H. Gentis, C. C.
Vigelius en L. J. Dumonttot dir.-otfioier van
gezondheid 2e kl.," du dir.-officieren van ge
aondheid Se kl. W. T. Philipsen en J. Binnendjjk;
tot dir.-otfioier van gezondheid le kl. H. F. A.
Gicsbers, H. KornJflrfier, F. van Leeuwen en
C. G. H, Wirtz. allen van gemeld personeel;
bp den generalen staf tot luitenant-kolonel
de majoor W. L. de Petit, van dien staf;
bp het wapen der inf., bp het reg. grenadiers
en jagers tot luit-kol. de majoor J. L. de Bock,
van het korps;
bp het le reg. tot kapitein de eerste luit.
F. J. Engelenburg, van het korps;
bp het 4a reg. tot majoor de kapitein G. J.
D. A. Riesz, adjudant van het 63 reg.; tot
eerste luit. de tweede luit. G. L. J. Gerritsen,
van het 5e reg., geaetacheerd bp bet koloniaal
werfdepot en E. W. Klop, van het korps
bp het 5e reg. tet majoor de kapitein F. A.
Egter, van het reg. grenadiers en jagers;
bp het 7e reg. tot kapitein de eerste luit. C.
8.
Vit ket Duitsch.
DOOK
MARIE VON OLFERS.
6.
Het Stortregende dagen achtereen. Britta zat
voor den schrijflessenaar harer moederwant die
had, evenals zij, lieihebberij in geestesaibeid
gehad en zei dat zij slecht bij Gans paste.
Er bestonden versoheiden schriften, waarin zij
plaatsen nit hare lievelingsdichters had over
geschreven, en die Britta had moeten verbran
den doch zjj had ze heimelijk gered. Toen
haar vader ze haar gaf om te vernietigen, had
hij gezegd: „Ik zal blij zijn als die prullen
weg zijn, zij hebben niets dan leed veroorzaakt."
Jnist haalde zij er een voor den dag. Het
waren verzen over de liefde, wat klonk dat
mooi en waa rl Moeder moest er goed van op
de hoogte geweest zijn!
Er bestond echter een nog grooter schat,
dien Barbara voor baar gered bad. Zij had
het onder het hoofdkussen der overledene ge
vonden, het moest met haar begraven worden,
maar de trouwe dienstmaagd dacht: Dat arme
kind, zjj zal zich nooit iets van bare moeder
^erinnerenik zal dit voor haar bewaren.'
F. van den Hoff en F. S. H. Liebert, beiden
van het 4e reg.; tot eerste lnit. de tweede
Init. F. C. E. Haalebos, van het korps
tot commies der posterjjen van de 4s kl. W.
G. H, le Fèvre, J. Booster, J. C. Nienwenhuya,
J. Kaan en mej. L H. 3. van Broekhuyzen,
thans surnumerairs der posterpen, en is bevor
derd tot commies der posterpen van de 3e kl
G. J. van Gortel, thans commies der posterpen
van de 4e kl.;
in hunnen rang overgeplaatst bp het reg.
grenadiers en jagers de luitenant-kolonel M.
de Sitter, van het 4e reg. inf., alsmede de
kapiteins H. Verploegh van het 8e, jonkheer
J. P. Bloys van Treslong, van het le, zoomede
O. W. Westerouen van Meetoren en D. Vink-
hoyzen, beiden van het 7e reg. inf.
Eindeljjk is de kapitein C. Herber van het
7e reg. inf. op pensioen gesteld ad 1560
's jaars en dien kapitein de rang verleend van
majoor
en is de rang verleend van luit.-kol. aan den
gepensionneerden majoor der inf. J. H. Weenink.
De minister van oorlog verleent aanstaanden
Donderdag geen anaientie.
In de maand Augnstns of September 1892
zal te 's Gravenhage een vergelijkend onderzoek
plaats hebben van personen, die wensehen te
dingen naar de betrekking van klerk der pos
terpen, waartoe twintig plaatsen ter vervulling
worden opengesteld.
Aanstelling van klerken der posterpen ge
schiedt op eene jaarwedde van 400 gulden,
welke belooning tot 1200 kan klimmen.
Zjj, die zioh aan dat onderzoek verlangen te
onderwerpen, moeten zioh daartoe vóór 20 Tuli
1892 aanmelden bp het departement van
waterstaat, handel en npverheid door een op
zegel geschreven verzoekmet nauwkeurige
opgaaf van naam, voornaam en woonplaats.
Voor de over te leggen bewijsstukken en de
gevorderde kundigheden verwijzen wjj naar de
Staatsct. van heden.
A tout seigneur tout honneur. Uit de offi-
ciëele handelingen van de Tweede kamer bljjkt
ons, zegt het Vad., dat ook de heer Van Lö oen
bels deel gehad heeft aan de geestigheden, die
tegenwoordig de Kamerdebatten kruiden en ze
tot een steeds hooger peil opvoeren.
Het was bp de beantwoording van den heer
Lieftinck, die hem had getuchtigd wegens zpn
Goudsche verkiezingsspeech.
Geen der verslaggevers van de dagbladen
had bljjkbaar de humoristische tirade van den
heer Van Löben Seis gehoord. Maar wel
scheen het, dat zpn omgeving onder den indruk
was van de uiting zjjner komische gaven.
Wjj laten daarom de grappige woorden hier
nog volgen.
De heer Van Löben Seis zeide dan, nadat
hp de juistheid van het Standaard-verslag over
zpn rede te Gouda, wat de woorden betreft,
waarin eene iniiniatie werd gezien, had betwist:
Ȇe persoonlijke zaak met den heer Lieftinck
kan ik hiermede als afgedaan beschouwen.
Hp heeft zelf terecht gezegdEene grjjze
kraai maakt nog geen winter. Ik houd mjj
Lezen kon zij niet, anders had zij dit misschien
toch niet aan de dochter gegeven. Toen Britta
van school kwam gaf zij haar het pakje met
brieven.
Britta zei er haar vader niets van, zij'was
eenigszins bevreesd voor deze nalatenschap, en
hij wilde toch van geen andere boeken dan
kasboeken weten hij noemde al die inkt en
dat drukwerk, dat tegenwoordig over de wereld
verspreid wordt, het werk van den satan.
Britta had die geel geworden brieven reeds
vaak ter hand genumen, doch nn las zij er
voor het eerst een, en hare tranen vielen er
onophoudelijk op er moesten er vroeger ook
reeds vele op gevallen zijn, daar het papier er
duidelijk de sporen van droeg. Er stond in
„Geliefde. Nog eens, voor het laatst mag
ik u zoo noemen. Gij weet, het is niet mijn
schuld. Mijn vader scheidt ons, uit bezorgd
heid, uit liefde voor mij, zijn eenig kind, uit
bezorgdheid voor mijn geluk 1 Alsof er buiten
a voor mij geluk te vinden ware! Met u
sterft het voor mij. Ik heb den braven man
gezegd, die nieltemin naar mijn hand blijft
dingen, dat ik nooit een ander zon liefhebben,
zooals ik u had liefgehad."
Daarop haalde zij een papiertje met gouden
rand voor den dag, de huwelijksannonce van
Hans Saatwinkel met haar moeder; op zijde
stond: „God moge het mij vergeven, maar in
de kerk heb ik aan n gedacht 1"
Wat zou daar tuzschen liggen? Waarom
geheel aan het zoo plastiiche beeld, waarin
hij zich teekent. Hp is niet »ie Kamer.'
Aan hem geen woord meer hierover. Slechts
in het voorbpgaan mjjue hulde aan den voor-
treffeljjken snit van zpn nieuw zomertoilet."
Men moet er natnurljjk bp weten, dat de
heer Lief tuck een grjjs costnnm droeg. Inder
daad, de humoristische toespeling was kostelpk.
Ze verdient aan de vergetelheid te worden
ontrukt.
Aan de Am.it. schrjjft men uit 's Gravenhage
Nadat hierop reeds zoo dikwjjls en sedert
zoo langen tjjd te vergeefs was aangedrongen,
heeft de tegenwoordige minister van waterstaat,
handel en njjverheid dan eindiljjk eene com
missie benoemd om de algemeens voorschriften
in zake de uitvoering van waterstaatswerken
te herzien. Uiterlpk 1 Juni a. moeten de
voorstellen tot daarin aan te brengen wijzi
gingen bp genoemden minister zpn ingekomen.
Voor zooverre ik van het behandelde kennis
heb kunnen nemen, heeft mm bp dezen vry
omvangrijken arbeid vooral ook rekening ge-
honden met recht en billijkheid factoren, die
in de nog bestaande, 12 Sept. 1882 vastgestelde,
voorschriften maar al te veel buiten aanmer
king zpn gebleven. Zoo luidt o.a. het artikel,
behandelende de geschillen tnsschen den aan
nemer en de directieWanneer tnsschen de
ingenieurs, of bij hunne afwezigheid, tnsschen
de opzichters en de aannemers eenig verschil
omtrent het werk ontstaat, verbljjit de uitleg
ging daarvan aan de directie, waarnaar de
aannemers zich moeten gedragen, behoudens
nader beroep op den minister. De aannemer
is intusschen gehouden het werk voort te zet
ten. Bp niet-voldoening hieraan kan de di
rectie art. 467 toepassen, d. i. voor rekening
van den aannemer in de voortzetting voorzien."
De staat heeft dng al het recht aan zjjne
zjjde, wjjl de aannemers zioh in dergelpke ge
vallen niet knnnen beroepen op art. 621 van
het Wetb. van Burg. Rechtsv. Voor den mi
nister, die dus tot nn toe steeds moet afgaan
op de adviezen zjjner ambtenaren, bezorgde
deze toestand veel lastzoodat het eene ge
lukkige gedachte mag worden genoemd, dat
de met de herziening van bovengemelde voor
schriften belaste commissie de wenscheljjkheid
uitspreekt, om bp voorkomende geschille soms
ook de tusschenkomst van arbiters in te roe
pen. Zjj heeft zich reeds tot verschillende
bevoegde deskundigen gewend om hun advies
hierover.
Het voorloopig verslag der Tweede kamer
is versohenen over de wet op het Nederlander
schap. Over 't geheel verklaarde men zich te
kunnen vereenigen met het daarin gehuldigde
afatammingsbeginsal. De toepassing daarvan
werd echter minder gelukkig geacht, bepaal-
deljjk omdat men geen reden zag het Neder
landerschap te doen verloren gaan bp vjjfjarige
vestiging in een ander land zonder oogmerk
om terng te keeren.
Onlangs werd meegedeeld dat eenige ambte
naren van de Algemeene Rekenkamer gewei
gerd hebben bewjjzen van aanstelling be
had zij toch toegegeven Kon men, met het hart
vol liefde voor een ander, zulk een stap doen
Zij nooit nooit
Het huwelijk Was van korten duur geweest,
reeds na èen paar jaar droeg then hare scheone
moeder ten grave.
Men verhaalde dat er altijd versche bloemen
op dat graf gelegd werdeu en zij hoorde haar
vader nog op die onbeschaamdheid schelden.
Niemand had daar iets te maken, dan hij alleen.
Jiaar hij ging er nooit heen. Barbara ging
daarentegen des te meer, met het kind, dat
herinnerde Britta zich nog. Barbara had daar
menigmaal een man aangetroffen, een viool
speler. Eens had hij iets voor haar gespeeld,
omdat zij het zoo dringend verzocht. Wat was
dat mooi geweest 1
Dan viel haar in dat die man eens, in lom
pen, erg vervallen en bljjkbaar beschonken
aan de deur was komen bedelen en door
Barbara verschrikt afgewezen werd.
Later had men hem dood by het graf barer
moeder gevondenhij was bij een vechtpartij
in het dorp gewond, toen hij op de kermis
speelde.
Zij herinnerde zich dien dag zij was nog
een kind, een nieuwsgierig kiud. Vader had
haar onzacht weggeduwd, tnsschen het volk
uit, dat om het kerkhof heen stond en hij had
den ongelukkige daar geen plaats gegund
maar doorgezet dat hij buiten den muur be
graven werd, als een bond i
trekking hebbende op toelagen uit de leges
aan te nemen.
De N. R. Crt. weet thans mede te deelen
dat, nadat de minister van fiaanoiën dien
ambtenaren voor den eersten beer tevergeefs
de bedoelde aanstellingen beeft aangeboden,
hp getracht heeft, door invloed van de leden
van dat college, die ambtenaren over te halen
alsnog de voor die aanstellingen verschuldigde
zegel- en registratierechten te voldoen. Be
doelde ambtenaren hebben evenwel bij hunne
weigering volhard en zich als gevolg daarvan
thans bjj adres tot voornoemden minister
gericht, waarin zjj hunne weigering op ver
schillende gronden, aan de registratiewet
ontleend, motiveeren en ten slotte verzoeken
van verdere toezending der aanstellingen ver
schoond te mogen bljjven.
In een der lokalen van de sociëteit St. Joris
alhier vergaderde Zaterdag jl. de af feeling Wal
cheren van het JSederlandsch Onderwijzersgenoot
schap, onder de leiding van haren voorzitter, den
heer L. E, A. van der Ley. Zeventien leden waren
opgekomen. Door den boekhouder-correspondent
van de hulpspaarbank, den heer Ph. Rank Lz.
weraen uitvoerige bjjzonderheden medegedeeld,
waaruit bleek dat deze instelling meer en meer
aan haar doei beantwoordt. Er werd eene rente
van ruim 4 gemaakt; de commissie van onder
zoek, bestaande nit de heeren H. Alberge en A,
van Honte, adviseerde tot,goedkeuring van alle
overgelegde stukken en bescheiden, wat den
voorzitter aanleiding gaf namens de afdeel ing
warmen dank te brengen aan den beer Rank,
die zioh voor deze zaak sedert hare oprichting
zooveel belangelooss zorgen en moeiten ge-
trooBt heeft-. Tot lid der commissie van toe
zicht werd de heer Rank, het aftredend lid,
bjj acclamatie herkozen. Tot pl aatsvervangers-
commissieleden werden gekozen de heeren J.
Janse en P. C. Gilde. Afgevaardigd werden
de heeren J. Janse, M. de Mol, de eerste naar
de algemeene vergadering der gewesteljjke
vereeniging te Goes, te honden 7 Juni a., en
de tweede naar die van het genootschap te
Amsterdam in Juli. Na behandeling der punten
van den beschrijvingsbrief voor laatstgenoemde
vergadering werd dezo bijeenkomst gesloten.
Benoemd tot onderwjjzer aan de Cbr.
school te Middelburg de heer 1. Labrujjère te
Vlissingen.
Tot onderwjjzer aan de openbare school
te Borssele werd Zaterdag benoemd de heer
H. de Priester, onderwjjzer te Kloeticge.
Met den benoemde stonden op de voordracht
de heeren C. T. Dieleman te Heinkenszand en
J. Kuiperns te 's Gravenhage.
De gemeenteraad besloot tevens de jaar
wedde der onderwijzeres, onder nadere goed
keuring, te verhoogen met 25;tot/450.
Voor de betrekking van hoofd der school
te Slikplaat (gem. Hoofdplaat) hebben zich 9
sollicitanten aangemeld.
Ingevolge bet bezoek van H.H. M.M. de
koninginnen aan het Noorden, wordt het
schriftelijk gedeelte der eind-examens van de
hoogere burgersoholen dit jaar in twee dee-
Zij haalde nog eeh brief toot defi dag, of
liever een blad, dat haar moeder blijkbaar
alleen voor zioh zelf beschreven had
„tk wilde een goede vrouw zijn 1 Alsof ik
dat kon, terwijl mijn hart elders is. Mpne
gedachten zotken hem op den treurigen
weg, dien hij, naar ik vrees, heeft ingeslagen
ik ben bezorgd voor hem, niet voor mijn
man, mijn kind 1 O 1 ik heb verkeerd gedaan
Nu zpn we allen ongelukkig. Misschien had
ik hem kunnen redden, nu is hij verloren 1"
„Nu is hij verloren herhaalde Britla,
„moeder, ik kan niet doen, wat gy gedaan
hebt I"
Dien avond, toen zy met haar vader bp het
vuur zat, terwijl de wind om het huis gierde
zei zij nog eens, dat zy niet van Servatius
son afzien.
„Als hij geen schurk is, ziet hij van u
af", antwoordde Hans streng.
„Vader!" riep zp, „breng mij niet tot het
nitersteik ben niet zooals moeder, ik ben
een echt kind van ugij weet wat ik recht en
billijk vind, dat doe ik."
„Tot nog toe behoort gij mij toe en zijt in
mpn macht."
„Neen, dat ben ik nietl" riep zy uit,
„Servatius beeft een macht over mij, die groo
ter is dan ieder andere, de macht der liefde.''
„Laat bij maar komen, ik zal bem wel
bewjjzen wie de grootste macht heeft."
„Hjj zal piet komen, vader."
len gesplitst, die met eene tusschenrnimte van
11 dagen zullen worden afgenomen.
Daar deze examens in het geheele land ge-
lpktpdig moeten gehouden worden, geldt die
regeling, welke voor de noordelpke provinciën
noodig was, ook voor de andere provinciën.
Zondagvoormiddag werd de heer I. Ph.
F. van de Piassche (geboren te Aardenbnrg)
laatst pred. te Wapen velde, gem. Heerde (Gel
derland) te 's Heer Abtskeike bevestigd door
den beer A. F. Ch. Pout, pred. te NiBse, naar
aanleiding van Gen. 12: 2. laatste gedeelte.
Des namiddags hield de beer Van de Plassohe
zpne intrêspreek met de Lwoorden van 1 Cor.
2:2. De gemeente was vacant sedert 8 Nov.
1891.
Wekilgksehe opgaaf betreffende de Ned. hero.
Icerk.
Beroepen naar: Zierikzee I. M. J. Hoog te
Terwolde Vrouwepolder J. Groeneweg, cand.;
Nieuw Beierland en Oadvosmeer P. J. Krom-
sigt, cand.; Lmsohoten en naar Burmalaum J.
Steebouwer, oand.; en naar Kollumerzwaag G.
Vissers, cand.
bedankt voor: Dalfsen P. P. Convret te Hall;
Alkmaar J. Hoogenraad te Wageningen; Nie-
Kerk K. Kloosterman te Gasselter Ngereen.
Aangenomen naarSommeren 0. a. G. J. van
der Hoeven te Eikerzee.
Bljjkens eene in dit nommsr voorkomende
advertentie van de Middelburgsche van
Stoomvaart is bet vertrek uit Middelburg naar
Rotterdam, gedurende de maand Juni, met
uitzondering van Zaterdag en Zondag vóór
Pinksteren, zoo geregeld dat de reizigers van
Breskens de boot naar Rotterdam nog kannen
balen.
Ook bjj terngkeer van Holland znllen de
laatste booten naar Terneuzen en Breskens
tjjdig kunnen worden bereikt.
Wjj vestigen hierop de aandacht.
Tusscben Zaterdagavond en beden ochtend
zpn alhier een drietal personen te water ge
raakt. Een jongen, die Zaterdagavond aan
den Korendjjk in net water viel, werd door
den heer V. T., klerk bp de telegrafie, die er
geheel gekleed bpsprong, van verdrinken gered;
eene vrouw, die beden mogen aan den nieuwen
VlissiagBcben weg in het water werd gevonden,
werd, op het droge gehaald, door aanwending
van de middelen voor drenkelingen door J. M.
M. weder tot bewnstspn gebracht en na ver
dere verpleging huiswaarts gereden.
De derde drenkelinge, die Zondagmiddag
aan den Beenhouwerssingel in het water ge
raakte, werd met een haak opgehaald en nam
zelf den weg naar hnis.
Het vreemdelingen bezoek aan Vlissingen
neeft Zondag reeds een aanvang genomen
Het fanfarengezelschap Brtydelzonen van
Ter hagen bjj Boom (België) kwam, vergezeld
san een groot aantal plezierreizigers, des mid*
dags te ruim 1 uur per raderboot van Boom
„Des te beterintusschen trouwt gij Tim
en wordt een brave vrouw, evenals uw moeder/',
„Mijn moeder, omgn arme moeder
Hij stond op. „Ik weet niet waarom die
zoo te beklagen was, behalve dat zij jong ge
storven is I Maar dat ligt in Gods tiand!"
„Er is nog grooter ongeluk dan de dood,
vader."
Ja, een ongehoorzame dochter, zooals gij
zijt. Geef bet nu eindelyk op; want my ver
andert gij toch niet."
Zij ging naar hare kamer; het was laat
geworden. Alles was naar bed, behalve zp en
tiaar vader voor Hans iets zeer buitenge
woons. Hp had hard gewerkt en viel weldra
in een vasten, zwaren slaap. In zyn droom
hoorde hij HdkB brommen en de poort openen
en sluiten.
Britta stond op haar kamertje en pakte een
bundeltje bpeen. Da brieven barer moeder
tiet zy open op tafel liggen. Heks was on
rustig uit haar mand bij de deur gekomen en
begreep er niets van.
Britta riep den hond iot zich en zei: „Gy
gaat mee, gp behoort my, en wat zoudt gij
hier beginneD, zonder Trölll Vader, gy zijt
de oorzaak van alles; gij alleen gij ver-
drpft my 1"
Zy wrong de banden, trok haar mantel om
zich heen en ging met Heks de poort uit, De
wachthonden besnuffelden haar en lieten baar
gaan. De oude portier sliep, vast overtuigd