HET LANDGOED OF DE «AAN- "FEUILLETON, Verspreide Berichten. Christelijke Volksbond. VERKOOPINGEN, ENZ Daarna werd aan de orde gesteld de benoe ming van de drie leden der commissie voor het nasien der rekening over het loopende jaar. Op voorstel van den heer J. J. van der Harst werden de drie plaatsvervangends leden van het afgeloopen jaar, de heeren W. A. graal van Lynden, D. J. Dronkers en 0. L. van Sorge, tot leden benoemd. Tot plaatsvervangend" leden werden aangewezen de heeren J. J. van der Harst As., J. A. Zip en M. S. de Zeenw. Geen der leden van de commissie van on derzoek aanwezig zgade, deelde de voorzitter mede, dat de rekening over het vorige jaar in orde was bevonden. Zjj sluit met een goed slot van f 1103. Alsnn was aan de orde de benoeming van drie leden van het bestuur, ter vervulling van de plaatsen der periodiek aftredende leden, de heersn P. D. Koning, Ws. van TJjje J.Jz. en S. van der Mtyden. Ter vervulling der plaats van den heer Koning, sitting hebbend als leeraar van de BnrgeravondBchool, waren voorgedragen de heeren T. L. van Wujjckhnise en dr H. Japikse. Eerstgenoemde werd verkoken met 10 stemmen. Op den heer Japikse was éen stem uitgebracht. In de plaats van den heer Yan Uge, die deel uitmaakte van het bestuur als lid derTeeken- academie, waren door het bestuur dier laatste aanbevolen do heeren Johs Lutegn en de heer A. W. Berdenis van Berlekom. De heer Lntejjn werd met algemeens stemman benoemd. Ter voorziening in de vacature, ontstaande door het attreden van den heer Yan der Meyden, die als vakman sitting in het bestuur had, werden door dit laatste aanbevolen de heeren C. A. Goethals en M. C. Koest. Benoemd werd de heer Goethals met 9 stemmen. Op den heer Roest waren twee stemmen nitgebraoht. Tengevolge van het overljjden van den heer P. M. de Ligay, die als raadslid sitting had in het bestuur en aan wiens warme belang stelling in de vereeniging door den voorzitter werd balde gebracht, moest nog een vierde verkiezing plaats hebben. Door den gemeenteraad waren aanbevolen de heeren D. Jeras en W. J. J. Koole. Alvorens tot deze benoeming werd overgegaan, meende de h er Jeras te moeten wjjzen op de bezwaren, die in zjjn oog tegen zjjn eventuetle benoeming waren in het midden te brbngeD. Hij is dikwetf van huis, somwjjlen drie maanden, wat een lastpost zon knnnen worden voor zijn madeleden. Hjj meende hierop de aandacht der vergadering te moeten vestigen. Zagen zijn medeleden daarin geen beswaar, dan ver klaarde bjj zich bereid een eventueele benoeming aan te nemen. Volgens mededeeling van den voorzitter had het bestunr met genoegen gezien dat de heer Jeras door het dag. bestnur is voorgedragen en geloofde hjj niet dat het door den heer Jeras geopperde bezwaar een beletsel voor die benoeming behoefde te zjjn. Op de vraag van den voorzitter verklaarden ook de overige leden van het bestuur geen bezwaar tegen de benoeming van den heer Jeras te hebben. Met tien stemmen werd de heer Jeras daarop tot lid van het bestuur verkozen. De heer Koole verkreeg éen stem. Aan de altredende leden betuigde de voor zitter dank voor de toewjjding, door hen aan de ambachtsschool betoondhjj beval hun ook verder de belangen der school aan en hoopte hen later opnieuw ten beheeve der Bchool werkzaam te zien. De voorzitter wees op h9t gunstig verschijn sel, dat het aantal leerlingen steeds toeneemt er zjjn thans 21 timmerlieden en 8 smeden. De plaats voor de timmerlieden is geheel btzet, zoodat men 6 aanvragen heeft moeten afwjjzen tot de nieuwe cursus in September a. aanvangt. Ook de smederg is geheel vol. Daar de ruimte in beide lokalen vrjj beperkt is, zou het bestuur niets liever dan een uitbreiding zien, ais geen financieele be zwaren dit ver hinderden. Door den heer Koning werd opgemerkt, dat volgens hem de oorzaak van het hooger batig saldo van dit jaar te vinden is in het meerder atgeleverae werk, wat echter precair is en binnen eenige jaren kan verdwjjnen, zoodat de leden zioh niet behoeven te verbazen, wanneer er later door het bestnnr pogingen worden aangewend tot verbetering der financiën. De heer Jeras gat nog eenige opheldering, ten einde den indruk weg te nemen, welken zjjn vreemde honding misschien heeft gemaakt, daar hjj dit jaar de benoeming tot lid van het bestnur heeft aangenomen, terwjjl hjj het vorig jasr verzocht had niet in aanmerking te komen. Het had hem toen echter bavreemd) dat de raïd hem als no 1 en den heer De Lïgny als no 2 op de aanbeveling had geplaatst Uit het Duitsch. DOOK MARIE VON OLFERS. 3. „Ik vrees" merkte Servatius der lieve spreekster op „dat ik ook muizenissen in het hoofd heb j ik lees graag maar schrijf nog liever. Ik maak geschiedenissen, gedichteD." Zij zag hem verwonderd aan. „Vader zegt dat gij een dichter zijt, hij houdt er niet van, maar ik des te meer." Zij haalde een klein boekje voor den dag„Ziet ge, dat is mijn schat, daar ga ik 's avonds mee naar bed en sta ik 's morgens op. Ik vond het in Doornbosch en toen heeft uw oom het mij gegeven." Het waren de gedichten van EichendorfF, waarin hij zich lachend begon te verdiepen. en om die reden had hjj toen voor een even tueele benoeming bedankt. Naar aanleiding van het door den heer Koning gezegde over de oorzaak van het goed slot merkte nog de penningmeester, de heer F. G. Sprenger, op dat dit niet hoofdzakeljjk door het meerdere afgeleverde werk is ontstaan, maar voornameljjk te danken is aan de mindere uitgaven, wjjl men thans geen zoo hoogen post als het vorige jaar had voor de uitbreiding der smederjj. De vergadering werd daarop gesloten. Woensdagavond werd in de koffiekamer vbb de Concertzaal alhier eene vrjj drnk bezochte algemeene vergadering gehouden van den Christelijken Volksbond. De voorzitter, de heer dr L Heldring, opende de vergadering en heette de aanwezigen welkom. Hjj herinnerde eraan dat het streven van den bond is oplossing van maatschappelijke kwesties en verheffing van den handwerkstand en ging daarna de tegenwoordig zjjnden voor in 't gebed, waarin 's Heeren onmisbare zegen op het Btreven van den bond werd gevraagd. Hierna werden de notnlen van het verhan delde in de vorige vergadering gelezen en goedgekeurd. Vervolgens deed de heer P. J. de Krapter eenige mededeelingen omtrent de werkver schaffing. Daaruit bleek dat 158 van de 230 zich aangemeld hebbende werkloozen gedu rende circa 3000 dagen werk vonden en dat door het werk en den verkoop veel nood is gelenigd en velen zjjn te gemoat gekomen. Aan de oommissie werd door den voorzitter ook namens de werkloozen dank betuigd voor den ijver, door haar batoond. De voorzitter voegde hierbjj nog eenige mededeelingen, waarnit bljjkt dat nog een tweetal werklieden in dienst zjjn. De heer Heldring wjjdde een woord van dank aan de redactie van de Middelburgsche Courant voor den sfenn, dien zjj den bond heeit verleend zoo door het bespreken van hetgeen op de bijeenkomsten werd verhandeld als door aanbeveling van de pogingen van den bond. Door den penningmeester, den heer N. Epkema, werden daarna eenige mededeelingen gedaan nit zjjn kasboek welke een welspre kend getuigenis afleggen dat het pogen van den bond krachtig werd gesteund. De bjjdragen voor de werkverschaffing be- loopen tot op heden 2356. De bussen bp de wagens leverden f 297, die welke in het lokaal geplaatst waren f 110. Aan hout werd voor f 63 verkocht, terwjjl de verkoop van de waardelooze voorwerpen de som van f 548 opleverde. De ontvangsten bedroegen tot op heden f 3379.86, waaronder f 13.08 gecollecteerd op Patrimonium. Als post van uitgaaf komt 506 voor voor den aankoop van 370 canadaboomen, terwjjl voor het vervoer van boomen of gekloofd hout werd betaald 131. Hierbjj werd met dank baarheid melding gemaakt van de hnlp, door een der vrienden van den bond welwillend en gratis verstrekt. Aan gereedschappen, benoodigd voor de werk zaamheden, werd uitgegeven 60; aanloonen werd uitbetaald f 2033. In het geheel werd uitgegeven f 3054.05, zoodat op heden in kas overbljjft t 325 81, benevens ±- 300 boomstam men en heel wat klampen hout, wat niet alleen nog een aanzienlpk bedrag vertegenwoordigt, maar waardoor het mogelgk is in den aan staanden winter dadelgk werk te verschaffen aan de werkloozen. Ook den penningmeester werd door den voorzitter dank gezegd voor zjjn beheer en zgne mededeelingen. Hierna was aan de orde de bespreking om trent de oprichting van eene Kamer van navraag. De heer T. Kielstra zette het doel en de strekking van zoodanige kamer uiteen. Na eene breede inleiding besprak de heer Kielstra verschillende vragen, als: wat is ar moede, wat zjjn de oorzaken ervan, wat moet gedaan worden om ze te voorkomen of te le nigen? om uit de daarop volgende antwoorden het nut aan te toonen van kamers van na vraag, waardoor onverstandig geven, dat veelal meer kwaad doet dan goed, kan worden voor komen. Daardoor is te bereiken dat zoovelen als mogelgk is goed worden geholpen en niet enkelen dubbel en dwars worden bedeeld en anderen, die het werkelgk verdienen, niets ontvangen. Het doel eener kamer van navraag is sa- Eensklaps werd zij vuurrood en riep„Geef gauw hier, daar komt vader. Hij raag het niet zieD, anders zou hij het mij dadelijk afnemen." Hans Saatwinkel riep reeds van verre: „Goddank! dat gij eindelijk gekomen zijt! Ik was al bang dat het met onze vriendschap nit was en dan zou uw oom zich in zijn graf omkeerenBritta 1 Haal van den besten Waar zijn uwe gedachten weer, dat gij den waarden gast op een droogje laat zitten 1" Zij was al weg en keerde met een smakelijk avondmaal terug, terwijl midden op het blad een glas met welriekende bloemen prijkte. Hans begon te lacheo. „Wat moeten wij met dat onkruid doen Gij denkt zeker als bart en moDd gelaafd worden, moet de neus ook wat hebben, maar dan zon tabak beter zijn Servatius zag dat kleine meisje liefdevol aan, nam een bloem en zei: „Wij kunnen zonder bloemen geen feest vieren, en dit is voor mij een ware feestdag." Daarop verdween Britta weer en Servatius zag haar smachtend ns. Hans Saatwinkel begon onmiddellijk over menwerking en organisatie van armenverple- ging, die misschien tot bezuiniging aanleiding geven znllen, maar zeker ten goede znllen komen van werkeljjk arme natnnrgenooten. Spreker stelde een en ander dnideljjk in het lioht door nit het leven gegrepen voorbeelden. Hierna werd door den spreker een concept reglement voor eene kamer van navraag overgelegd. Dat reglement omvatte een aantal artikelen, waarvan wjj alleen het eerste, waarin het doel der kamer wordt omschreven, hier laten volgen. Het luidde als volgt: De kamer van navraag heett ten doel a gezonde begrippen omtrent armenzorg te verspreiden; b bsdelai jj en misleiding tegen te gaan c 't bevorderen, dat de door instellingen of particulieren verleende hnlp op goede wjjze besteed mag heeten d instellingen tot leniging of voorkoming van armoede desverlangd zedeljjk te steunen; e organisatie vaa armenzorg door de ver schillende liefdadige instellingen in zooverre tot samenwerking te brengen, dat lo ieders arbeid goed onderscheiden bljjft; 2o zoovelen als mogeijjk is hulp genieten 3o geen ondoelmatige hulp aan eenig per soon of gezin worde verleend Uit de overige artikelen bleek dat het doel der kamer niet is het geven van geld en goed, maar het verstrekken van inlichtingen omtrent behoeitigen. De kamer zou in dienst stellen een bezoldigd directeur benevens armenbezoe kers en bezoeksters. Met betrekking tot dit laatste vroeg een der aanwezigen, de heer mr E. P. Schorer, of die armbezoekers voor eene kamer van navraag wel noodig zjjn, waar hier ter stede reeds van verschillende instellingen armbezoek plaats beeft en de werkeljjke toestand van behoeftige gezinnen als bekend is te veronderstellen. De inleider deelde mede dat in de redaotie van het reglement wordt gezegd dat de arm bezoekers Bleobts worden aangesteld, indien dit wenschelyk bljjkt. Hjj wees er echter op dat de indeeling van slechts enkele gezinnen bjj een of ander der armbezoekers veel voor heeft, omdat aeze zich meer dan andere armbezoekers met de behoeitigen en hunne nooden kunnen bjmoeien en hen niet alleen metterdaad maar ook met raad kunnen bgstaan. De voorzitter voegde daar nog bjj dat er nog vele personen zjjn, die buiten bedeeling van diaconie ot vereenigingen van liefdadigheid vallen en waaromtrent dus ook bjj dezen geen gegevens te vinden zjjn. De heer E. P. Schorer toonde daarop aan dat in den geest als door den heer Kielstra bedoeld reeds wordt gewerkt, o. a. door de Vereeniging tot het bezoeken der armen. Wat betreft de door den voorzitter bedoelde personen merkte deze spreker op dat, ook al worden zjj niet bedeeld, zjj wel bjj een of andere vereeniging zich znllen hebben aangemeld en naar hun toestand onderzoek is gedaan. De heer J. J. Ceulen deelde mede dat ook de vereeniging van den H. Vincentius van Paulo in denzelfden geest werkt. Wat het lidmaatschap betreft, bepaalde het concept reglement dat leden der kamer van navraag zouden zjjn leden van den Christelijken Volksbond en zjj die zich verbinden tot betaling eener jaarljjksche contributie van 1. Deze ontvangen gratis inlichtingen; niet- leden bunnen inlichtingen omtrent personen verkrjjgen tegen betaling van 0.50 per advies. Het bestuur bestaat uit eene commissie van drie leden. Na voorlezing van het gansche reglement gat de heer E. P. Soborer in overweging al wat betrekking heeft op armbezoekers daaruit te schrappen. Hjj bleef die onnoodig achten, te meer waar een bezoldigd directenr zal worden aangesteld. Hjj wenschte aanvankelijk de proef ta nemen met een directeur alleen, om later, wanneer de behoefte bleek, vrjjwiilige armbe zoekers aan te stellen. De heer Kielstra bestreed het denkbeeld van den heer Schorer en vroeg of onderscheidene, door hem met name genoemde personen, arm bezoekers der Vereeniging tot het bezoeken der armen, tjjd en gelegenheid hebben om te doen wat de kamer van navraag zich ten doel stelt. De heer Schorer, zonder over personen te willen spreken, gaf als zjjne meening te kennen dat dit werkeljjk het geval is. De heer Kielstra bleef bjj zijne overtuiging dat meerder en beter bezoek aan de armen wenschelyk, nuttig en noodig is. Yersohillende heeren voerden over deze kwes tie nog het woord, de een was het eens met den heer Sehorer, de ander met den heer Kielstra. De heer Schorer handhaafde zjjn gevoelen en wenschte de vergadering uitspraak te laten landbouw te spreken en over de plannen, die hij voor Doornboach had. Daarop volgde een zeer grondige bezichtiging der boerderij, waarbij ten slotte de maan donkerrood opging. Toen was het met de oplettendheid van Servatius gedaanhij keek de maan als een goede be kende aan, bij wier verschijnen de oude, goede tijd weer aanbreekt. „Ik heb reeds gehoord dat op Doornbosch niet alles is, zooals het zijn moet,", eindigde Hans. „HelaasIk schijn niet voor landbouwer te deugeo ik zou het wel willen verpachten", zei Servatius aarzelend. „Verpachten Schaam u dadelijk den moed te laten zakken I Verpachten is een verduiveld gewaagde geschiedenis voor het goed en voor de menscben. Het gaat óf te goed, dan behoudt de pachter meestal de be zitting, ót het gaat slecht, en dan is alles ver loren. 't Is waar, als men een voortreffelijk persoon kan vinden als pachter, maar dat zijn witte raven tegenwoordig, in deze verdorven tijden. Wien hebt gij op het oog „De rentmeester Dikkop wil Doornbosch paohten. Dat is een heel geschikte man 1" doen of zjj de opneming van armbezoekers in het reglement al of niet wil. Het denkbeeld van den heer Schorer bleek door de meerderheid niet gedeeld te worden. Nadat de voorzitter den heer Kielstra dank had betnigd en nadat gebleken was dat do vergadering zioh vereenigde met het denkbeeld van de oprichting eener kamer van navraag, deed hjj nog enkele mededeelingen, o. a. dat gedurende dezen zomer geene vergaderingen van den Chr. Volksbond zullen gehouden worden en dat het voornemen bestaat in den aanstaanden winter bjj voorkeur des Woensdags avonds cursus-vergaderingen te honden. Daarna werd de zitting, die van acht unr tot ruim halt elf dnnrde, gesloten. Door het polderbestuur van Walcheren werd heden middag in het Polderhuis in de Abdjj alhier in hst openbaar bjj enkele in. schrjjviog aanbesteed de uitvoering der gewone onderbouds- en vernieuwingswerken aan de vier wateringen des polders met bjjlevering van de noodige materialen, in vier perceelen. Ingeschreven werd voor het eerste perceel, Noordwatering, door de heerenG. Bos Az. te Dordrecht ad f 38550, P. J. Visser Pz. te Hansweert ad f 38490, C. de Wilde Az. te Kattendjjke ad f 37975, J. v. d. Hoek te Middelburg ad f 36850 het tweede perceel, Oostwatering, door de heerenA. v. Popering te Brninisse ad f 6850, J. de Jonge te Biezelinge ad t 6778, J. v. d. Hoek te Middelburg ad f 6770, W. L. Schram Kz. te Sliedreoht ad f 6590, C. de Wilde te Kattendjjke ad f 6215 het derde perceel, Zuidwatering, door de heeren: C. Bos Az. te Dordrecht ad f 7460; J. v. d. Hoek te Middelburg ad f 7060J. de Jonge te Biezelinge ad f 6900A. Foudraine te Goes ad f 6850; C. Bolier Cz. te Bruinisse ad f 6787 en C. de Wilde Az. te Kattendjjke ad f 6640; het vierde peroeel, Westwatering, door de heeren C. Bos Az. te Dordrecht ad f 10.980 A. Foudraine te Goes ad f 9860C. Bolier C*. te Bruinisse ad f 9677W. L. Sohram Kz. te Sliedreoht ad f 9600C. de Wilde Az. te Kattendjjke ad t 9"80 en J. v. d. Hoek te Middelburg ad f 9530. Men achrjjft uit Roosendaal aan de JfV. N. Biab. Ct. In de wachtkamer 2 a klasse, trof ik verleden week drie kinderen aan, twee jongetjeB van 9 en 12 jaar en een meisje van 5 jaar ond. Zjj waren fatsoenlijk gekleed en zagen er zindelijk nit. Niemand zou, deze jeugdige sehepsels ziende, geraden hebben, dat zjj reeds zooveel ellende, zooveel ongelukken en tegenspoed on dervonden hebben. Laat ik hun wedervare», zooals zjj dat ver haalden, in 't kort mededeelen. Den 16en Augustus 1890 vertrok uit Krui- ningen (Zeeland) de familie Blok, een gezin bestaande nit man, vrouw en vjjf kinderen, om in de Nieuwe Wereld hun geluk te beproeven. De belofte, dat in Amerika volop werk en veel geld was te verdienen, had er hen toe doen besluiten. Hoe groot was echter hun teleurstel ling. De Engelsche taal niet machtig, gelukte het met de weinige spaarcenten die zjj hadden, een schamel onderkomen te vinden, maar geen werk. Zjj vertrokken naar Rio de Janeiro (Brazilië) en ook daar geen uitkomst ziende verhuisden zjj naar de stad Santos (Santo). In plaats van het geluk zon hier de ellende aan vangen. »Vader", zoo verhaalden de kinderen, »kon na veel smeeken werk krjjgen met schepen te helpen lossen; hjj werkte van des morgens vroeg tot des avonds laat, maar verdiende weinig meer dan de huishuur, die daar zeer hoog is. Onze oudste broeder kwam op eene houtzagerjj en moest den gansehen dag planken dragen, terwjjl een der kleinen aan eene steenbakker^ eenige stuivers kon verdienen. Hier werkten zjj onder allerlei slag van volk, die zjj niet verstonden. Doch wjj waren tevreden, er was brood in hnis. >Op den dag dat vader beter werk zon krjjgen gevoelde moeder zich niet goed, zjj werd erg ziek en de dokter verklaarde gtle koorts, die aan dat land eigen is. Zjj stierf. Niet lang daarna werd ook vader door de gevreesde ziekte aangetast en ook hjj bezweek, zonder eenige hnlp. Wjj waren weezen, zonder eenige redding in een vreemd land, zonder kenniB der taal en der personen die om ons woonden. Niemand trok ons lot aan en de ellende werd met den dag grooter. Doch hiermede was „Dan kunt gij uw geld even goed op straat werpen." „Ik zou gaarne een ander nemen; maar ik heb verplichting aan hem. Veel van den inventaris behoort hem." „Jongens, dat ziet er miserabel uit, vriend. Neen zoo iets kan ik niet gedoogen. Gij moet een ander zoeken." Er volgde een lange predicatie, die Servatius met gebogen hoofd aanhoorde. Wat kon hij daartegen zeggen? Alles was waar. Wanneer drittige menschen echter iemand goed de waar heid gezegd hebben, bekruipt hen een soort van medelijden, vooral als zij gelijk hebben. Hans draaide bij, klopte Servatius eindelijk op den schouder en zei„Jonge vriend, duid het mij niet ten kwademaar bega dien dwa zen streek nietik zal zien wat ik doen kan om u uit de klauwen van dezen gier te redden. Gemakkeljjk zal het niet zijn en gij moet mij geheel vrij laten. Kom maar heel dikwijls hier, opdat wij niet weer van elkaar ver vreemden." Servatius beloofde alles. Vooral het laatste stond bem aan. Zijn paard werd gebracht 't ongeluk ;nog niet- 'tenfeinde.Onze oudste broer kwam op een Zaterdagavond met zjjn week geld, twee gulden 60 cent,.thuis enjviel doodmoê op de bank; hjj kon ons spreken niet verdragen murmelde zoo ietsjj over vader'en moeder, en ons vroeger 't hnis en begon te weenen als een kind. Den heelen nacht had by het.erg be nauwd en ook hg moest ons na een smartvol lgden van zes dagen verlaten. Doch de be smetting 1 der gele*koors, die hier met cholera op een lgn kan staan, ontrokte ook onze lieve linge, ons jongste zusje, want ook zg stierf. Vader, moeder; onze oudste broer, die 17 j&ar oud was, en ons zusje hadden we dus verloren en wg met ons drieën bleven over. Daar stonden wg in Amerika, zonder eenige kennis of vriend en zonder geld. Zeker ook waren wg van honger en ellende omgekomen, ware bet niet, dat het bestunr der stad Santos ons trenrig wedervaren aan den NederlandBohen consul te Rio de Janeiro had bekendgemaakt. »Als arme landverhuizers en diep ongelukkige weezen werden wg door de goedheid van dien oonsnl in staat gesteld, de reis naar ons vader land, naar Krniningen, j terng te aanvaarden. Den dag, dat wg uit Santos vertrokken, hadden wg juist 18 maanden in die stad vertoefd, 't Is een stad, waar zeer veel rgken wonen, maar waar ook de diepste armoede heerscht, vooral in de ongezonde wgken. Wg verlieten in ons hart tooh noode de plaats, waar onze goede ouders, broer en zusje rustten, maar niet in een graf zooals bg ons hier, neen, hunne lgken werden in een pnt met kalk geworpen. Nooit hebben we meer kommer en verdriet, meer ellende en ontbering geleden, dan jnist in dat land, waarvan onze onders het mooiste hoorden vertellen; zg geloofden er aan en deden het om in de wereld vooruit te komen, 't Is een land, waar de arme werkman met hard werken slechts den kost kan verdienen. »Door de zorg van den Nederlandschen consul zgn wg vóór ons vertrek van nieuwe kleederen en schoenen voorzien en hebben met een pas van dien heer de reis in 31 dagen, waarvan 28 op zee, van Brazilië naar hier gemaakt. Te Kruiningen woont onze grootvader, bg wien we gelukkig mogen komen inwonen". Aldus bg elkaar genomen het verhaal der kleinen, die moeilgk hunne tranen konden bedwingen. Voor de vaoeerende betrekking van gemeente-ontvanger te Leiden worden door burgemeester en wethouders aanbevolen de heerenlo G. H. Kokxhooru, ambtenaar ter secretarie, afdeeling rekenkamer, aldaar; 2o J. F. Dgokmeester, controleur der gemeente-finan- ciën te 'a Gravenhage. Naar het Maandblad meldt heeft iemand, geen lid der Vereeniging tegen de kwakzalverij, aan de vereeniging eene gift van 10 als bgdrage in de proceskosten gezonden, als blgk van instemming en steun in den strgd tegen Sequah. Ware het niet wenschelgker geweest dat de naam van dien iemand bekend was gemaakt om allerlei praatjes tegen te gaan. De booze we reld is immers zoo gewoon van alles het sleohtste te denken en zal allicht ook hierin weder aan bgredenen denken. 't Zal Blechts weinigen bekend zgn dat in ons land ook bankbiljetten bestaan van 80 en 500. Er zgn er dan ook niet veel. Sedert jaren werden zg niet uitgegeven en die in de Nederlandsohe Bank arriveerden, kwamen er niet meer nit. Er moeten thans nog 17 bankbiljetten van 80 en 12 van f 500 bestaan, indien zg niet verloren zgn gegaan. Vermoedelgk worden zg als zeldzaamheden zorgvuldig bewaard. Tnischen Akersloot en Alkmaar is een achttien-jarige schipper, nit Castricnm, van eene sohnit gevallen en verdronken. In de Maas, ter hoogte van Boksmeer, viel Zondag de ma chinist van een stoombaggermolen, over boord en verdronk. Maandagavond ging een vier en twintigjarig jongman te Maiden met een roeibootje in zee, om te vissohen. Dinsdag spoelde zgn schuitje omgekeerd aan strand. De visscher is nog niet terecht, zoodat men vermoedt dat hg verdronken is. Zondag 's avonds omstreeks 11 uur werd te Sliedreoht een pontonnier, die met den laatsten locaaltrein naar zgn garnizoen te Dordrecht wilde terngkeeren, in de nabjjheid van dat haltestation door twaalf man overvallen en zoodanig mishandeld, dat hg zwaar ge kneusd en verwond aan hoofd, armen en beenen, bewusteloos den naoht in de open lucht heeft doorgebracht. Eenige voorbggangers, die hem in dien toe stand den volgenden ochtend vonden, hebben hem naar de woning zgner ouders, in deze gemeente, overgebracht. Maandagavond werden bg aankomst van een personentrein te Venlo door de maréchaus- sée vier polderwerkers gearresteerd, die in dronken mans opgewondenheid tnssohen Venray en Vierlingsbeek getracht hadden een verver nit Blerick, uit den in vollen vaart zgnde trein te werpen. Gelukkig kon deze de noodrem bereiken, waardoor de trein tot stilstand werd gebracht en aan de vier gevaarlgke passagiers Troll moest met geweld van zijn speelnoot gescheiden worden. Britta stond aan de denr en hield Heks aan den halsband vast. „Die twee houden veel van elkaar", zei zij. „Heks is uit Doornbosch afkomstig. De joBker kon zich niet meer ongelukkig voelen, ofschoon hg er alle reden toe had het was alsof hg zgne maze teruggevonden had alle leed verdween en voor zgne oogen verrees gedurig het gelukaanbrengende beeld van 't lieve meisje met de roos. (WarcU vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1892 | | pagina 2