HET LANDGOED OF DE «AAN-
"FEUILLETON,
Verspreide Berichten.
Christelijke Volksbond.
VERKOOPINGEN, ENZ
Daarna werd aan de orde gesteld de benoe
ming van de drie leden der commissie voor
het nasien der rekening over het loopende jaar.
Op voorstel van den heer J. J. van der
Harst werden de drie plaatsvervangends leden
van het afgeloopen jaar, de heeren W. A. graal
van Lynden, D. J. Dronkers en 0. L. van Sorge,
tot leden benoemd. Tot plaatsvervangend"
leden werden aangewezen de heeren J. J. van
der Harst As., J. A. Zip en M. S. de Zeenw.
Geen der leden van de commissie van on
derzoek aanwezig zgade, deelde de voorzitter
mede, dat de rekening over het vorige jaar in
orde was bevonden. Zjj sluit met een goed slot
van f 1103.
Alsnn was aan de orde de benoeming van
drie leden van het bestuur, ter vervulling van
de plaatsen der periodiek aftredende leden, de
heersn P. D. Koning, Ws. van TJjje J.Jz. en
S. van der Mtyden.
Ter vervulling der plaats van den heer
Koning, sitting hebbend als leeraar van de
BnrgeravondBchool, waren voorgedragen de
heeren T. L. van Wujjckhnise en dr H. Japikse.
Eerstgenoemde werd verkoken met 10 stemmen.
Op den heer Japikse was éen stem uitgebracht.
In de plaats van den heer Yan Uge, die deel
uitmaakte van het bestuur als lid derTeeken-
academie, waren door het bestuur dier laatste
aanbevolen do heeren Johs Lutegn en de heer
A. W. Berdenis van Berlekom. De heer Lntejjn
werd met algemeens stemman benoemd.
Ter voorziening in de vacature, ontstaande
door het attreden van den heer Yan der Meyden,
die als vakman sitting in het bestuur had,
werden door dit laatste aanbevolen de heeren
C. A. Goethals en M. C. Koest. Benoemd
werd de heer Goethals met 9 stemmen. Op
den heer Roest waren twee stemmen nitgebraoht.
Tengevolge van het overljjden van den heer
P. M. de Ligay, die als raadslid sitting had
in het bestuur en aan wiens warme belang
stelling in de vereeniging door den voorzitter
werd balde gebracht, moest nog een vierde
verkiezing plaats hebben.
Door den gemeenteraad waren aanbevolen
de heeren D. Jeras en W. J. J. Koole.
Alvorens tot deze benoeming werd overgegaan,
meende de h er Jeras te moeten wjjzen op de
bezwaren, die in zjjn oog tegen zjjn eventuetle
benoeming waren in het midden te brbngeD.
Hij is dikwetf van huis, somwjjlen drie maanden,
wat een lastpost zon knnnen worden voor zijn
madeleden. Hjj meende hierop de aandacht
der vergadering te moeten vestigen. Zagen
zijn medeleden daarin geen beswaar, dan ver
klaarde bjj zich bereid een eventueele benoeming
aan te nemen.
Volgens mededeeling van den voorzitter had
het bestunr met genoegen gezien dat de heer
Jeras door het dag. bestnur is voorgedragen
en geloofde hjj niet dat het door den heer
Jeras geopperde bezwaar een beletsel voor die
benoeming behoefde te zjjn.
Op de vraag van den voorzitter verklaarden
ook de overige leden van het bestuur geen
bezwaar tegen de benoeming van den heer Jeras
te hebben.
Met tien stemmen werd de heer Jeras daarop
tot lid van het bestuur verkozen. De heer
Koole verkreeg éen stem.
Aan de altredende leden betuigde de voor
zitter dank voor de toewjjding, door hen aan
de ambachtsschool betoondhjj beval hun
ook verder de belangen der school aan en
hoopte hen later opnieuw ten beheeve der
Bchool werkzaam te zien.
De voorzitter wees op h9t gunstig verschijn
sel, dat het aantal leerlingen steeds toeneemt
er zjjn thans 21 timmerlieden en 8 smeden.
De plaats voor de timmerlieden is geheel
btzet, zoodat men 6 aanvragen heeft moeten
afwjjzen tot de nieuwe cursus in September a.
aanvangt. Ook de smederg is geheel vol. Daar
de ruimte in beide lokalen vrjj beperkt is, zou
het bestuur niets liever dan een uitbreiding
zien, ais geen financieele be zwaren dit ver
hinderden.
Door den heer Koning werd opgemerkt, dat
volgens hem de oorzaak van het hooger batig
saldo van dit jaar te vinden is in het meerder
atgeleverae werk, wat echter precair is en
binnen eenige jaren kan verdwjjnen, zoodat de
leden zioh niet behoeven te verbazen, wanneer
er later door het bestnnr pogingen worden
aangewend tot verbetering der financiën.
De heer Jeras gat nog eenige opheldering,
ten einde den indruk weg te nemen, welken
zjjn vreemde honding misschien heeft gemaakt,
daar hjj dit jaar de benoeming tot lid van het
bestnur heeft aangenomen, terwjjl hjj het
vorig jasr verzocht had niet in aanmerking te
komen. Het had hem toen echter bavreemd)
dat de raïd hem als no 1 en den heer De
Lïgny als no 2 op de aanbeveling had geplaatst
Uit het Duitsch.
DOOK
MARIE VON OLFERS.
3.
„Ik vrees" merkte Servatius der lieve
spreekster op „dat ik ook muizenissen in
het hoofd heb j ik lees graag maar schrijf nog
liever. Ik maak geschiedenissen, gedichteD."
Zij zag hem verwonderd aan.
„Vader zegt dat gij een dichter zijt, hij
houdt er niet van, maar ik des te meer." Zij
haalde een klein boekje voor den dag„Ziet
ge, dat is mijn schat, daar ga ik 's avonds mee
naar bed en sta ik 's morgens op. Ik vond het
in Doornbosch en toen heeft uw oom het mij
gegeven."
Het waren de gedichten van EichendorfF,
waarin hij zich lachend begon te verdiepen.
en om die reden had hjj toen voor een even
tueele benoeming bedankt.
Naar aanleiding van het door den heer Koning
gezegde over de oorzaak van het goed slot
merkte nog de penningmeester, de heer F. G.
Sprenger, op dat dit niet hoofdzakeljjk door
het meerdere afgeleverde werk is ontstaan, maar
voornameljjk te danken is aan de mindere
uitgaven, wjjl men thans geen zoo hoogen post
als het vorige jaar had voor de uitbreiding der
smederjj.
De vergadering werd daarop gesloten.
Woensdagavond werd in de koffiekamer vbb
de Concertzaal alhier eene vrjj drnk bezochte
algemeene vergadering gehouden van den
Christelijken Volksbond.
De voorzitter, de heer dr L Heldring, opende
de vergadering en heette de aanwezigen welkom.
Hjj herinnerde eraan dat het streven van den
bond is oplossing van maatschappelijke kwesties
en verheffing van den handwerkstand en ging
daarna de tegenwoordig zjjnden voor in 't gebed,
waarin 's Heeren onmisbare zegen op het
Btreven van den bond werd gevraagd.
Hierna werden de notnlen van het verhan
delde in de vorige vergadering gelezen en
goedgekeurd.
Vervolgens deed de heer P. J. de Krapter
eenige mededeelingen omtrent de werkver
schaffing. Daaruit bleek dat 158 van de 230
zich aangemeld hebbende werkloozen gedu
rende circa 3000 dagen werk vonden en dat
door het werk en den verkoop veel nood is
gelenigd en velen zjjn te gemoat gekomen.
Aan de oommissie werd door den voorzitter
ook namens de werkloozen dank betuigd voor
den ijver, door haar batoond.
De voorzitter voegde hierbjj nog eenige
mededeelingen, waarnit bljjkt dat nog een
tweetal werklieden in dienst zjjn.
De heer Heldring wjjdde een woord van
dank aan de redactie van de Middelburgsche
Courant voor den sfenn, dien zjj den bond heeit
verleend zoo door het bespreken van hetgeen
op de bijeenkomsten werd verhandeld als door
aanbeveling van de pogingen van den bond.
Door den penningmeester, den heer N.
Epkema, werden daarna eenige mededeelingen
gedaan nit zjjn kasboek welke een welspre
kend getuigenis afleggen dat het pogen van
den bond krachtig werd gesteund.
De bjjdragen voor de werkverschaffing be-
loopen tot op heden 2356. De bussen bp de
wagens leverden f 297, die welke in het lokaal
geplaatst waren f 110. Aan hout werd voor
f 63 verkocht, terwjjl de verkoop van de
waardelooze voorwerpen de som van f 548
opleverde.
De ontvangsten bedroegen tot op heden
f 3379.86, waaronder f 13.08 gecollecteerd op
Patrimonium.
Als post van uitgaaf komt 506 voor voor
den aankoop van 370 canadaboomen, terwjjl
voor het vervoer van boomen of gekloofd hout
werd betaald 131. Hierbjj werd met dank
baarheid melding gemaakt van de hnlp, door
een der vrienden van den bond welwillend en
gratis verstrekt.
Aan gereedschappen, benoodigd voor de werk
zaamheden, werd uitgegeven 60; aanloonen
werd uitbetaald f 2033. In het geheel werd
uitgegeven f 3054.05, zoodat op heden in kas
overbljjft t 325 81, benevens ±- 300 boomstam
men en heel wat klampen hout, wat niet alleen
nog een aanzienlpk bedrag vertegenwoordigt,
maar waardoor het mogelgk is in den aan
staanden winter dadelgk werk te verschaffen
aan de werkloozen.
Ook den penningmeester werd door den
voorzitter dank gezegd voor zjjn beheer en
zgne mededeelingen.
Hierna was aan de orde de bespreking om
trent de oprichting van eene Kamer van
navraag.
De heer T. Kielstra zette het doel en de
strekking van zoodanige kamer uiteen.
Na eene breede inleiding besprak de heer
Kielstra verschillende vragen, als: wat is ar
moede, wat zjjn de oorzaken ervan, wat moet
gedaan worden om ze te voorkomen of te le
nigen? om uit de daarop volgende antwoorden
het nut aan te toonen van kamers van na
vraag, waardoor onverstandig geven, dat veelal
meer kwaad doet dan goed, kan worden voor
komen. Daardoor is te bereiken dat zoovelen
als mogelgk is goed worden geholpen en niet
enkelen dubbel en dwars worden bedeeld en
anderen, die het werkelgk verdienen, niets
ontvangen.
Het doel eener kamer van navraag is sa-
Eensklaps werd zij vuurrood en riep„Geef
gauw hier, daar komt vader. Hij raag het niet
zieD, anders zou hij het mij dadelijk afnemen."
Hans Saatwinkel riep reeds van verre:
„Goddank! dat gij eindelijk gekomen zijt! Ik
was al bang dat het met onze vriendschap nit
was en dan zou uw oom zich in zijn graf
omkeerenBritta 1 Haal van den besten
Waar zijn uwe gedachten weer, dat gij den
waarden gast op een droogje laat zitten 1"
Zij was al weg en keerde met een smakelijk
avondmaal terug, terwijl midden op het blad
een glas met welriekende bloemen prijkte.
Hans begon te lacheo.
„Wat moeten wij met dat onkruid doen
Gij denkt zeker als bart en moDd gelaafd
worden, moet de neus ook wat hebben, maar
dan zon tabak beter zijn
Servatius zag dat kleine meisje liefdevol
aan, nam een bloem en zei: „Wij kunnen
zonder bloemen geen feest vieren, en dit is voor
mij een ware feestdag."
Daarop verdween Britta weer en Servatius
zag haar smachtend ns.
Hans Saatwinkel begon onmiddellijk over
menwerking en organisatie van armenverple-
ging, die misschien tot bezuiniging aanleiding
geven znllen, maar zeker ten goede znllen
komen van werkeljjk arme natnnrgenooten.
Spreker stelde een en ander dnideljjk in het
lioht door nit het leven gegrepen voorbeelden.
Hierna werd door den spreker een concept
reglement voor eene kamer van navraag
overgelegd.
Dat reglement omvatte een aantal artikelen,
waarvan wjj alleen het eerste, waarin het doel
der kamer wordt omschreven, hier laten volgen.
Het luidde als volgt:
De kamer van navraag heett ten doel
a gezonde begrippen omtrent armenzorg
te verspreiden;
b bsdelai jj en misleiding tegen te gaan
c 't bevorderen, dat de door instellingen of
particulieren verleende hnlp op goede wjjze
besteed mag heeten
d instellingen tot leniging of voorkoming
van armoede desverlangd zedeljjk te steunen;
e organisatie vaa armenzorg door de ver
schillende liefdadige instellingen in zooverre
tot samenwerking te brengen, dat
lo ieders arbeid goed onderscheiden bljjft;
2o zoovelen als mogeijjk is hulp genieten
3o geen ondoelmatige hulp aan eenig per
soon of gezin worde verleend
Uit de overige artikelen bleek dat het doel
der kamer niet is het geven van geld en goed,
maar het verstrekken van inlichtingen omtrent
behoeitigen. De kamer zou in dienst stellen
een bezoldigd directeur benevens armenbezoe
kers en bezoeksters.
Met betrekking tot dit laatste vroeg een der
aanwezigen, de heer mr E. P. Schorer, of die
armbezoekers voor eene kamer van navraag
wel noodig zjjn, waar hier ter stede reeds van
verschillende instellingen armbezoek plaats
beeft en de werkeljjke toestand van behoeftige
gezinnen als bekend is te veronderstellen.
De inleider deelde mede dat in de redaotie
van het reglement wordt gezegd dat de arm
bezoekers Bleobts worden aangesteld, indien dit
wenschelyk bljjkt. Hjj wees er echter op dat
de indeeling van slechts enkele gezinnen bjj
een of ander der armbezoekers veel voor heeft,
omdat aeze zich meer dan andere armbezoekers
met de behoeitigen en hunne nooden kunnen
bjmoeien en hen niet alleen metterdaad maar
ook met raad kunnen bgstaan.
De voorzitter voegde daar nog bjj dat er nog
vele personen zjjn, die buiten bedeeling van
diaconie ot vereenigingen van liefdadigheid
vallen en waaromtrent dus ook bjj dezen geen
gegevens te vinden zjjn.
De heer E. P. Schorer toonde daarop aan
dat in den geest als door den heer Kielstra
bedoeld reeds wordt gewerkt, o. a. door de
Vereeniging tot het bezoeken der armen.
Wat betreft de door den voorzitter bedoelde
personen merkte deze spreker op dat, ook al
worden zjj niet bedeeld, zjj wel bjj een of andere
vereeniging zich znllen hebben aangemeld en
naar hun toestand onderzoek is gedaan.
De heer J. J. Ceulen deelde mede dat ook
de vereeniging van den H. Vincentius van Paulo
in denzelfden geest werkt.
Wat het lidmaatschap betreft, bepaalde het
concept reglement dat leden der kamer van
navraag zouden zjjn leden van den Christelijken
Volksbond en zjj die zich verbinden tot betaling
eener jaarljjksche contributie van 1.
Deze ontvangen gratis inlichtingen; niet-
leden bunnen inlichtingen omtrent personen
verkrjjgen tegen betaling van 0.50 per advies.
Het bestuur bestaat uit eene commissie van
drie leden.
Na voorlezing van het gansche reglement gat
de heer E. P. Soborer in overweging al wat
betrekking heeft op armbezoekers daaruit te
schrappen. Hjj bleef die onnoodig achten, te
meer waar een bezoldigd directenr zal worden
aangesteld. Hjj wenschte aanvankelijk de proef
ta nemen met een directeur alleen, om later,
wanneer de behoefte bleek, vrjjwiilige armbe
zoekers aan te stellen.
De heer Kielstra bestreed het denkbeeld van
den heer Schorer en vroeg of onderscheidene,
door hem met name genoemde personen, arm
bezoekers der Vereeniging tot het bezoeken der
armen, tjjd en gelegenheid hebben om te doen
wat de kamer van navraag zich ten doel stelt.
De heer Schorer, zonder over personen te
willen spreken, gaf als zjjne meening te kennen
dat dit werkeljjk het geval is.
De heer Kielstra bleef bjj zijne overtuiging
dat meerder en beter bezoek aan de armen
wenschelyk, nuttig en noodig is.
Yersohillende heeren voerden over deze kwes
tie nog het woord, de een was het eens met
den heer Sehorer, de ander met den heer Kielstra.
De heer Schorer handhaafde zjjn gevoelen en
wenschte de vergadering uitspraak te laten
landbouw te spreken en over de plannen, die
hij voor Doornboach had. Daarop volgde een
zeer grondige bezichtiging der boerderij, waarbij
ten slotte de maan donkerrood opging. Toen
was het met de oplettendheid van Servatius
gedaanhij keek de maan als een goede be
kende aan, bij wier verschijnen de oude, goede
tijd weer aanbreekt. „Ik heb reeds gehoord
dat op Doornbosch niet alles is, zooals het zijn
moet,", eindigde Hans.
„HelaasIk schijn niet voor landbouwer
te deugeo ik zou het wel willen verpachten",
zei Servatius aarzelend.
„Verpachten Schaam u dadelijk den
moed te laten zakken I Verpachten is een
verduiveld gewaagde geschiedenis voor het
goed en voor de menscben. Het gaat óf te
goed, dan behoudt de pachter meestal de be
zitting, ót het gaat slecht, en dan is alles ver
loren. 't Is waar, als men een voortreffelijk
persoon kan vinden als pachter, maar dat zijn
witte raven tegenwoordig, in deze verdorven
tijden. Wien hebt gij op het oog
„De rentmeester Dikkop wil Doornbosch
paohten. Dat is een heel geschikte man 1"
doen of zjj de opneming van armbezoekers in
het reglement al of niet wil.
Het denkbeeld van den heer Schorer bleek
door de meerderheid niet gedeeld te worden.
Nadat de voorzitter den heer Kielstra dank
had betnigd en nadat gebleken was dat do
vergadering zioh vereenigde met het denkbeeld
van de oprichting eener kamer van navraag,
deed hjj nog enkele mededeelingen, o. a. dat
gedurende dezen zomer geene vergaderingen
van den Chr. Volksbond zullen gehouden
worden en dat het voornemen bestaat in den
aanstaanden winter bjj voorkeur des Woensdags
avonds cursus-vergaderingen te honden.
Daarna werd de zitting, die van acht unr
tot ruim halt elf dnnrde, gesloten.
Door het polderbestuur van Walcheren
werd heden middag in het Polderhuis in de
Abdjj alhier in hst openbaar bjj enkele in.
schrjjviog aanbesteed de uitvoering der gewone
onderbouds- en vernieuwingswerken aan de vier
wateringen des polders met bjjlevering van de
noodige materialen, in vier perceelen.
Ingeschreven werd voor
het eerste perceel, Noordwatering, door de
heerenG. Bos Az. te Dordrecht ad f 38550,
P. J. Visser Pz. te Hansweert ad f 38490, C. de
Wilde Az. te Kattendjjke ad f 37975, J. v. d.
Hoek te Middelburg ad f 36850
het tweede perceel, Oostwatering, door de
heerenA. v. Popering te Brninisse ad f 6850,
J. de Jonge te Biezelinge ad t 6778, J. v. d.
Hoek te Middelburg ad f 6770, W. L. Schram
Kz. te Sliedreoht ad f 6590, C. de Wilde te
Kattendjjke ad f 6215
het derde perceel, Zuidwatering, door de
heeren: C. Bos Az. te Dordrecht ad f 7460;
J. v. d. Hoek te Middelburg ad f 7060J. de
Jonge te Biezelinge ad f 6900A. Foudraine
te Goes ad f 6850; C. Bolier Cz. te Bruinisse
ad f 6787 en C. de Wilde Az. te Kattendjjke
ad f 6640;
het vierde peroeel, Westwatering, door de
heeren C. Bos Az. te Dordrecht ad f 10.980
A. Foudraine te Goes ad f 9860C. Bolier C*.
te Bruinisse ad f 9677W. L. Sohram Kz. te
Sliedreoht ad f 9600C. de Wilde Az. te
Kattendjjke ad t 9"80 en J. v. d. Hoek te
Middelburg ad f 9530.
Men achrjjft uit Roosendaal aan de JfV.
N. Biab. Ct.
In de wachtkamer 2 a klasse, trof ik verleden
week drie kinderen aan, twee jongetjeB van 9
en 12 jaar en een meisje van 5 jaar ond. Zjj
waren fatsoenlijk gekleed en zagen er zindelijk
nit. Niemand zou, deze jeugdige sehepsels
ziende, geraden hebben, dat zjj reeds zooveel
ellende, zooveel ongelukken en tegenspoed on
dervonden hebben.
Laat ik hun wedervare», zooals zjj dat ver
haalden, in 't kort mededeelen.
Den 16en Augustus 1890 vertrok uit Krui-
ningen (Zeeland) de familie Blok, een gezin
bestaande nit man, vrouw en vjjf kinderen, om
in de Nieuwe Wereld hun geluk te beproeven.
De belofte, dat in Amerika volop werk en veel
geld was te verdienen, had er hen toe doen
besluiten. Hoe groot was echter hun teleurstel
ling. De Engelsche taal niet machtig, gelukte
het met de weinige spaarcenten die zjj hadden,
een schamel onderkomen te vinden, maar
geen werk. Zjj vertrokken naar Rio de Janeiro
(Brazilië) en ook daar geen uitkomst ziende
verhuisden zjj naar de stad Santos (Santo). In
plaats van het geluk zon hier de ellende aan
vangen.
»Vader", zoo verhaalden de kinderen, »kon
na veel smeeken werk krjjgen met schepen te
helpen lossen; hjj werkte van des morgens vroeg
tot des avonds laat, maar verdiende weinig
meer dan de huishuur, die daar zeer hoog is.
Onze oudste broeder kwam op eene houtzagerjj
en moest den gansehen dag planken dragen,
terwjjl een der kleinen aan eene steenbakker^
eenige stuivers kon verdienen. Hier werkten
zjj onder allerlei slag van volk, die zjj niet
verstonden. Doch wjj waren tevreden, er was
brood in hnis.
>Op den dag dat vader beter werk zon krjjgen
gevoelde moeder zich niet goed, zjj werd erg
ziek en de dokter verklaarde gtle koorts, die
aan dat land eigen is. Zjj stierf. Niet lang
daarna werd ook vader door de gevreesde
ziekte aangetast en ook hjj bezweek, zonder
eenige hnlp. Wjj waren weezen, zonder eenige
redding in een vreemd land, zonder kenniB der
taal en der personen die om ons woonden.
Niemand trok ons lot aan en de ellende werd
met den dag grooter. Doch hiermede was
„Dan kunt gij uw geld even goed op straat
werpen."
„Ik zou gaarne een ander nemen; maar
ik heb verplichting aan hem. Veel van den
inventaris behoort hem."
„Jongens, dat ziet er miserabel uit, vriend.
Neen zoo iets kan ik niet gedoogen. Gij
moet een ander zoeken."
Er volgde een lange predicatie, die Servatius
met gebogen hoofd aanhoorde. Wat kon hij
daartegen zeggen? Alles was waar. Wanneer
drittige menschen echter iemand goed de waar
heid gezegd hebben, bekruipt hen een soort
van medelijden, vooral als zij gelijk hebben.
Hans draaide bij, klopte Servatius eindelijk
op den schouder en zei„Jonge vriend, duid
het mij niet ten kwademaar bega dien dwa
zen streek nietik zal zien wat ik doen kan
om u uit de klauwen van dezen gier te redden.
Gemakkeljjk zal het niet zijn en gij moet mij
geheel vrij laten. Kom maar heel dikwijls
hier, opdat wij niet weer van elkaar ver
vreemden."
Servatius beloofde alles. Vooral het laatste
stond bem aan. Zijn paard werd gebracht
't ongeluk ;nog niet- 'tenfeinde.Onze oudste
broer kwam op een Zaterdagavond met zjjn week
geld, twee gulden 60 cent,.thuis enjviel doodmoê
op de bank; hjj kon ons spreken niet verdragen
murmelde zoo ietsjj over vader'en moeder, en
ons vroeger 't hnis en begon te weenen als een
kind. Den heelen nacht had by het.erg be
nauwd en ook hg moest ons na een smartvol
lgden van zes dagen verlaten. Doch de be
smetting 1 der gele*koors, die hier met cholera
op een lgn kan staan, ontrokte ook onze lieve
linge, ons jongste zusje, want ook zg stierf.
Vader, moeder; onze oudste broer, die 17 j&ar
oud was, en ons zusje hadden we dus verloren
en wg met ons drieën bleven over. Daar
stonden wg in Amerika, zonder eenige kennis
of vriend en zonder geld. Zeker ook waren
wg van honger en ellende omgekomen, ware
bet niet, dat het bestunr der stad Santos ons
trenrig wedervaren aan den NederlandBohen
consul te Rio de Janeiro had bekendgemaakt.
»Als arme landverhuizers en diep ongelukkige
weezen werden wg door de goedheid van dien
oonsnl in staat gesteld, de reis naar ons vader
land, naar Krniningen, j terng te aanvaarden.
Den dag, dat wg uit Santos vertrokken, hadden
wg juist 18 maanden in die stad vertoefd, 't
Is een stad, waar zeer veel rgken wonen, maar
waar ook de diepste armoede heerscht, vooral
in de ongezonde wgken. Wg verlieten in ons
hart tooh noode de plaats, waar onze goede
ouders, broer en zusje rustten, maar niet in
een graf zooals bg ons hier, neen, hunne lgken
werden in een pnt met kalk geworpen. Nooit
hebben we meer kommer en verdriet, meer
ellende en ontbering geleden, dan jnist in dat
land, waarvan onze onders het mooiste hoorden
vertellen; zg geloofden er aan en deden het
om in de wereld vooruit te komen, 't Is een
land, waar de arme werkman met hard werken
slechts den kost kan verdienen.
»Door de zorg van den Nederlandschen consul
zgn wg vóór ons vertrek van nieuwe kleederen
en schoenen voorzien en hebben met een pas
van dien heer de reis in 31 dagen, waarvan
28 op zee, van Brazilië naar hier gemaakt. Te
Kruiningen woont onze grootvader, bg wien
we gelukkig mogen komen inwonen".
Aldus bg elkaar genomen het verhaal der
kleinen, die moeilgk hunne tranen konden
bedwingen.
Voor de vaoeerende betrekking van
gemeente-ontvanger te Leiden worden door
burgemeester en wethouders aanbevolen de
heerenlo G. H. Kokxhooru, ambtenaar ter
secretarie, afdeeling rekenkamer, aldaar; 2o J.
F. Dgokmeester, controleur der gemeente-finan-
ciën te 'a Gravenhage.
Naar het Maandblad meldt heeft iemand,
geen lid der Vereeniging tegen de kwakzalverij,
aan de vereeniging eene gift van 10 als
bgdrage in de proceskosten gezonden, als blgk
van instemming en steun in den strgd tegen
Sequah.
Ware het niet wenschelgker geweest dat de
naam van dien iemand bekend was gemaakt om
allerlei praatjes tegen te gaan. De booze we
reld is immers zoo gewoon van alles het sleohtste
te denken en zal allicht ook hierin weder
aan bgredenen denken.
't Zal Blechts weinigen bekend zgn dat
in ons land ook bankbiljetten bestaan van 80
en 500. Er zgn er dan ook niet veel. Sedert
jaren werden zg niet uitgegeven en die in de
Nederlandsohe Bank arriveerden, kwamen er
niet meer nit.
Er moeten thans nog 17 bankbiljetten van
80 en 12 van f 500 bestaan, indien zg niet
verloren zgn gegaan. Vermoedelgk worden zg
als zeldzaamheden zorgvuldig bewaard.
Tnischen Akersloot en Alkmaar is een
achttien-jarige schipper, nit Castricnm, van eene
sohnit gevallen en verdronken. In de Maas,
ter hoogte van Boksmeer, viel Zondag de ma
chinist van een stoombaggermolen, over boord
en verdronk. Maandagavond ging een vier
en twintigjarig jongman te Maiden met een
roeibootje in zee, om te vissohen. Dinsdag
spoelde zgn schuitje omgekeerd aan strand.
De visscher is nog niet terecht, zoodat men
vermoedt dat hg verdronken is.
Zondag 's avonds omstreeks 11 uur werd
te Sliedreoht een pontonnier, die met den
laatsten locaaltrein naar zgn garnizoen te
Dordrecht wilde terngkeeren, in de nabjjheid
van dat haltestation door twaalf man overvallen
en zoodanig mishandeld, dat hg zwaar ge
kneusd en verwond aan hoofd, armen en beenen,
bewusteloos den naoht in de open lucht heeft
doorgebracht.
Eenige voorbggangers, die hem in dien toe
stand den volgenden ochtend vonden, hebben
hem naar de woning zgner ouders, in deze
gemeente, overgebracht.
Maandagavond werden bg aankomst van
een personentrein te Venlo door de maréchaus-
sée vier polderwerkers gearresteerd, die in
dronken mans opgewondenheid tnssohen Venray
en Vierlingsbeek getracht hadden een verver
nit Blerick, uit den in vollen vaart zgnde trein
te werpen. Gelukkig kon deze de noodrem
bereiken, waardoor de trein tot stilstand werd
gebracht en aan de vier gevaarlgke passagiers
Troll moest met geweld van zijn speelnoot
gescheiden worden. Britta stond aan de denr
en hield Heks aan den halsband vast.
„Die twee houden veel van elkaar", zei
zij. „Heks is uit Doornbosch afkomstig.
De joBker kon zich niet meer ongelukkig
voelen, ofschoon hg er alle reden toe had
het was alsof hg zgne maze teruggevonden
had alle leed verdween en voor zgne oogen
verrees gedurig het gelukaanbrengende beeld
van 't lieve meisje met de roos.
(WarcU vervolgd.)