ZITTING VAN WOENSDAG 9 MAART 1892. Clercq, Den Beer, Hennrquin, Risseeuw en de heer Van Teijlingen als lid van Gedeputeerde staten. De voorzitter. Ik stel voor de volgende openbare vergadering te bepalen op Donderdag 10 Maart's mor gens te eil uur. Ofschoon dan slechts weinig tijd is voor het opma ken der verslagen, wensehen de leden toch misaehieD spoedig bijeen te komen om de zitting niet te lang te rekken. De heer Jf. A. Bolle. Kan de volgende vergade ring niet heden avond plaats hebbeD, mijnheer de voorzitter De voorzitter. Ik geloof dat dit te spoedig zijn zou. De rapporteurs der afdeelingen moeten gelegen heid hebben hun verslagen te maken, waaruit het algemeen verslag moet worden samengesteld. Dan ontvangen Gedeputeerde staten die stukken en ook zij moeten zich beraden op hun antwoord. De heer Hnvers. Zou het, mijnheer de voorzitter, niet wenschelijk zijn dat het algemeen vers'ag der atdeelingen werd gedrukt en aan de leden gezonden en dat de eerstvolgende openbare vergadering, op een nader te bepalen dag in de volgende week, werd belegd. Ik geloof dat dit aan het goede doel bevorderlijk zijn zou. Een te spoedige behandeling van deze zaak is, naar het mij voorkomt, niet gewenscht. Bovendien zou dan ook het zenden van het voorstel naar de afdeelingen weinig nut hebben. De voorzitter. Doet de heer Huvers een voor stel in dezen geest De heer Huvers. Ja, mijnheer de voorzitter. De heer Vuu deir Bilt. Mijnheer do voorzitter, ik geef u in overweging om uw voorstel in dier voege te wijzigen dat de aanvang der vergadering op 10 ureu wordt bepaald, in plaats van 11 uren. De voorzitter heeft hiertegen geen bezwaar, maar merkt op, dat Gedeputeerde staten dan reeds vóór dien tijd, om 9 uur moeten bijeenkomen. De heer Huvers. De behandeling gaat zoo inder daad veel te spoedig, mijnheer de voorzitter; 't ware veel beter de beslissing uit te stellen tot do volgende week. De heer llaoimacher. Ik ondersteun het voor stel van dan heer Huvers. De voorzitter. Ik zal het voorstel van den heer Huvers, als hebbende de verste strekking, thans in stemming brengen. Wordt dit aangenomen, dan is het aan mij, volgens het reglement van orde, overge laten om den dag, waarop de volgende openbare ver gadering zal gehouden worden, te bepalen. Het voorstel wordt aangenomen mat 26 tegen 12 stemmen. Tegen stemmen de heeren Thomaes, Moerdijk, Den Boer, Vader, Van Deinse, Fokker, Van Woelde- reD, Fruytier, IJsebaerf, Oggel, Van Buren en De Jonge. De voorzitter noodigt de leden uit zich naar de afdeelingen te begeven en sluit de bijeenkomst.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1892 | | pagina 7