N°. 25. 135e Jaargang. 1892. Zaterdag 30 Januari. Middelburg 29 Januari. Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen; Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2. Afzonderlijke nommers, met of zonder bijvoegsel, zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën20 cent per regel. Bij abonnement lager.1 Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle dankbetuigingen; van 17 regels 1.50; iedere regel meer ƒ0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Telephoonnommer 139. LETTEREN EN KUNST- ONDERWIJS. KERKNIEUWS. UIT STAD EN PROVINCIE. RIDDELBl RGSfflE COURANT. w Thermometer» Middelburg '29 Jan. vm. 8 n. 45 gr. m. 12 u. 46 gr., av. 4 n. 47gr. F. Verwacht H. W. wind. Agenten te Vlissingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon, te Geen A. A. YtBolland, te KrumingenF. v. d. Peul, te Zierikree: A. C. de Mooij, te Tholon: W. A. Advertentiën va» Hleuwenhtjijzen en te TerneuzenM. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonneaenten en advertenties, aan, evenals de moeten des namiddags te één uur advertentie-bureau's van Nijgh Van Dithar, te Botterdam, de Gebb. Bbuneantii, te 's Grsvenbage, en A. de la Mar Azn., te Amsterdam. aan het bureau bezorgd zjjn, willen Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publieité étrangère G. L. Daube Cie., Job» F. Jones, opvolger. zjj des avonds nog worden opgenomen Ook in de Eerste kamer heeft het nieuwe ministerie bjj de behandeling dtr staats- begrooting niet te klagen gehad over welwil lendheid. Integendeel. Trouwens, dat was in een college, waarin de meerderheid liberaal is, niet anders te wachten. Eu bovendien, ook de leden van ons Hoogerhuis wisten dat zjj voor zich aan de groene taf<J hadden een achttal degelijke, be kwame mannen. Het ligt voor de hand dat er, na hetgeen in de Tweede kamer bjj de behandeling der begrooting is gezegd, in ons Hoogerhuis al weinig nieuwe gezichtspunten konden geopend worden. Het gras was den achtbaren leden van de Eerste kamer vrjj wel voor de voeten weggemaaid. Op een paar punten, in de zitting van Don derdag besproken, willen wjj echter nog even wjjzen. In de eerste plaats dan op de verklaring van den minister van financiën omtrent den vleeschaccjjnseene verklaring die de telegraaf ons gisteren niet volledig overbracht. Wjj lazen toen dan ook met eenige verbazing de verzekering van den heer Pierson dat afschaf fing van den vleeach-accjjns niet allereerst in aanmerking behoeft te komen, daar die mee- rendeels door de meergegoeden wordt be taald; want het moge waar zjjn dat de meer gegoeden door die afschaffing het meest gebaat zouden zjjn, omdat zjj het meeste vleesch gebruikenons dunkt er is nog een zeer groote categorie onder den middel-, den z. g. burger stand, voor wien verlaging van de vleesoh- prjjzen, die een gevolg zou zjjn van de afsohaffing Van dien accyns, een groote weldaad wezen zou. Bovendien, hoe goedkooper de prjjzen van het vleesch zjjn, hoe meer dit onder het bereik van zeer velen zou komen, voor wie het gebruik ervan zeer goed zou zjjn maar die er nn van verstoken bljjven. Goed en stevig voedsel andere landen leer en bet ons werkt verder ook mee Om het drankmisbruik te bsstrjjden. Daar bjj dunkt ons dat afschaffing van dien nccjjns ook geheel zou passen in het kader van het belastingstelsel des beeren Pierson; en het doet ons daarom genoegen uit het meer uitvoerig verslag in de groote bladen te ver nemen dat er, bjj de opmerking aan het adres van den heer Van der Breggen, bjj den minister van financiën alleen sprake was van meerderen of minderen voorrang tusschen twee ac- cjjnzen, dien op het vleesch en dien op de zeep. Hjj verklaarde dan ook dat de prioriteits-kweBtie bjj belastingen altjjd zeer moeiljjk is. Haar zjjne opvatting is de belasting op het geslacht wel niet wenscheljjk, maar wordt zjj inzonderheid door de hoogers standen betaald. Al gebruiken ook de mingegoeden tundvleesch de slagers (evenals de ministers van financiën) zoeken het geld daar, waar zjj het vinden kunnen en zjj maken hun prjjs op de betere stukken, zoodat de meergegoeden feiteljjk de belasting betalen in den vorm van hougere prgzen op het vleesch, dat gebruikt wordt. Spreekt" men van druk door accjjnzen dan vormt de zeep daarin een grooten factor 90 pCt. van den accjjns wordt voor groene zeep geheven. Daarop berust 's ministers meening omtrent deze beide accjjnzen. Met deze opvatting van den minister zullen allen zich kunnen vereenigen, die, zooals wjj, toch ook hopen, eenmaal van den vleeschaccjjns verlost te worden. Het tweede, belangrjjke punt, in de zitting van Donderdag, was de hulde, door den heer Fransen van de Putte aan den minister van oorlog gebracht. Ha de te waardeeren opmer king aan diens adres uit den mond van den heer Van Eyeinga om wat meer voor de oud-strgders te doen, kwam de beer Fransen van de Putte aan het woord, om den heer Seyffardt een hart onder den riem te steken na al de aanvallen, waar' aan hjj steeds blootstaat en die hem ook inde Ëerft? kamer niet zjjn gespaard. Men weet hoe zelfs gevraagd is waarom de minister Bergansins niet in dit kabinet had zitting genomen; waarop de heer Van Tienhoven heeft geantwoord dat de leden van dit kabinet, hoezeer zjj persoonljjken dienstplicht voorstaan en zullen handhaven, zich niet met het ontwerp- Bergansius konden vereenigen en er dus voor deze in dit ministerie geen plaats was. Eigenaardig was de uitdrukking van den heer Fransen van de Putte aan het adres van hen, die nog steeds over het heengaan van den heer Bergansius jammeren, dat men in het politiek evenmin als in het particulier leven met rouwen alleen veel verder komt. De heer Potte was begonnen met te wjjzen op de sedert 1866 en 1870 toegenomen oorlogsuit gaven in groote en kleine staten. Thorbecke kwam in 1862 met de spade in de hand en vandaar de beide groote waterwegen. Maar in 1871 kwam Thorbecke met het geweer op schouder. De gevolgen zjjn niet uitgebleven de normale 14 millioen voor oorlog zjjn allengs geklommen tot 19 a 22 millioen. Tengevolge der vestingwet van 1874 kwamen onze voor treffelijke liniën in orde of in staat van voor bereiding de doode weermiddelen kwamen nagenoeg in orde, maar aan de mannetjes is nog altjjd gebrek, d. w. z. de organisatie van onze levende strgdkrachten is nog niet geregeld. Van deze regeering nu kan men, naar zjjn gevoelen, daaromtrent veel goeds verwachten. Voor de leger wet-BergansiuB zon hjj intusschen de verantwoordeljjkheid eener afstemming niet op zich hebben dur ven nemen. Maar de politieke leiders van dit kabinet waren van oordeel, dat bedoeld ontwerp te veel vergde van de financieele en persoonljjke krachten der natie en dat men die bjj eene nieuwe wet wil verminderen. De heer Putte heeft de antecedenten van dezen minister van oorlog nagegaan en vindt daardoor 's ministers optreden gerechtvaardigd. Diens denkbeelden komen, meer dan die van zjjnen voorganger, overeen met onze nationalen geest en onze nationale behoeften. Bjj het vorige ont werp lette men meer op de instellingen der groote Staten. Deze minister heeft een beter stelsel en de beer Potte zal hem gaarne aan het werk zien, in het vertronwen dat hjj zjjne denkbeelden in een wetsontwerp zal weten te formuleeren. Ook in deze kamer is het ministerie met wel willendheid ontvangen, waardeerende de talenten en de werkkracht van zjjne leden. De heer Putte kon dan ook den vorigen minister van oorlog niet zoozeer betreuren. Onze constitutioneels rechten en vrjj heden eischten z. i. het optreden van dezen minister. Geen wonder dat de heer Seyffardt met vreugde en zelfvoldoening die hulde aan zjjn adres aanvaardde en zjjn dank bracht aan den heer Fransen van de Putte voor diens woorden. Hg had zeide hg wel eens een hart onder den riem noodig, niet wjjl hg twjjfelt aan de juistheid zjjner denkbeelden, maar wel aan de vraag of hjj, bjj de bezwaren die men oppert, wel ten nutte van de nationale ver dediging werkzaam kan zyn. Hg zal intusschen voortarbeiden om zoo mogelgk onze nationale verdediging te verzekeren op den grondslag van volkswapening, de eenige goede basis voor elk verdedigingstelsel. Wat de oud-strgders van '30 betreft, hjjzon daarvoor meer hebben gevraagd, maar hjj moest op de gevolgen letten. Heeft de oud- stryder in Indië, die 't kruis voor belangrjjke krijgsverrichtingen draagt, dan ook geen recht op Bteun, op pensioen, vroeg hg. De minister bracht een willekeurige, een kleine som op de begrooting, om, na onderzoek wie de meeste aanspraken hebben, iets te doen. Hg beeft nog geen overleg geopend, omdat de begroo ting niet is aangenomen. Eerst daarna kan hg de 10.000 beschikbaar stellen en het overleg openen tot rerhooging van 't subsidie, dat als bewjjs moet gelden van sympathie der regeering, die echter meent dat de liefdadigheid moet voorgaan. In de derde plaats verdient nog de aandacht de mededeeling van den minister van koloniën omtrent het ontslag van den heer Pompe van Meerdervoort als gouverneur van Atjeh. Die mededeeling kwam hierop neer; Voor dat de heer Pompe naar Atjeh vertrok, had een onderhoud plaats tusschen hem en den gouverneur-generaal. Toen bleek het, dat hg van de afsluiting der kus.t van Atjeh niet vee) goeds verwaohtte. De gouverneur-generaal vleide zich, dat dis indruk ter plaatse zelve wel zou ver" anderen. Hjj verklaarde zich bereid de voorstellen van den gouverneur in overweging te willen ne men. Deze stelde voor eene nieuwe gedragsljjn te volgen, gegrond op inzichten, waarmede degouv.- generaal zich niet kon vereenigen. Deze laaxste wilde, in afwachting eener niet te kostbare scheepvaart-regelingde afsluiting vooreerst handhaven. De gouverneur wilde Poeloe-Leh, r a bjj Oleh-leb, maken tol eene handelsplaats van den eersten rang met een militairen poBt, kolendepot enz en intusschen ruime licentiën toestaan. De commandant der marine was daartegen,omdat de uitbreiding van het licentie, stelsel onze zeemacht eene taak boven hare macht zou opleggen. De gouverneur Pompe bleef intusschen bezwaar maken tegen te krachtige handhaving der afsluiting; degouv.- generaal bleef van oordeel, dat wjj den Athjet onze maoht moesten doen gevoelen, en in clie omstandigheden nam de heer Pompe zgn ont slag. Dit is zeker te betreuren, maar de heer Pompe, aan wiens vaderlandsliefde men alle recht moet doen wedervaren, heeft zeer juist ingezien, dat volkomen overeenstemming tus schen deze autoriteiten behoort te bestaan. Met den gouv.-generaal meent de minister, dat wjj niet van koers moeten veranderen, zoolang niet gebleken is van de bepaalde noodzakelijkheid daartoe. Voortdurend moet het oog gehouden worden op den toestand. Dó kennis er van moet ons tot leiddraad strekken. Ook deze verklaring verdiende eenige meer uitvoerige mededeeling dan de telegraaf ons gisteren bracht. Over deze teedere zaak trad de Eerste kamer niet in het openbaar debat. Het is voor ons prestige allicht beter ook die kwestie te laten rusten, vooral om het gezag van den nieuwen gouverneur niet te schaden. Alleen lokte de verklaring van den minister, dat er nog altoos overwegende bezwaren be staan tot opheffing der geheimhouding van de discussiën, in 1884 over Atjeh gehouden, den wensch uit van den heer Fransen .van de Putte, dat deze bezwaren mochten worden uit aen weg geruimd. Dit zou zeker te wenschen zgn; vooral om dat daardoor het volle licht zou opgaan over de handeling van menigeen, die nu nog steeds verdacht wordt gemaakt, en wien zekere anti-revolutionnairen niet ophouden te vervol gen met hun haat, niettegenstaande de heer Elout van Soeterwoude eenmaal voor hem of hen reeds den handschoen opnam. waar hjj meent, dat de bedoelde kwestie door de dagbladen in het geheel niet wordt opge merkt. Bjj kon. besl. zgn voor de lichting van 1892 tot militaire leden van den militieraad in Zeeland benoemd: tot lid de majoor prov. adj. Van Aken en tot plaatsvervangend lid de kapitein Van 't Lin- denhout, van het 3e reg. intanterie, beiden te Middelburg, (dit bericht is nog in een deel van de oplaag van ons vorig nommer opge nomen) is benoemd tot bewaarder van de hypo theken, het kadaster en de scheepsbewjjzeu te 's Hertogenbosch W. J. Berdenis van Berlekom, thans ontvanger der registratie en domeinen te Zwolle; en is de jjker der maten en gewichten B. P. Moors benoemd tot inspecteur van het jjkwezen. Ingevolge de bevelen van H. M. de koningin- regentes zal ons hot van heden af, den liohien rouw aannemen voor den tjjd van veertien dagen, wegens het overigden van Z. K. H. Prins Constantgn Hicoiaïévitch, Grootvorst van Rusland. Een der Haagsohe correspondenten van de Amst. (D. v. N.) schrjjft Ik heb mjj niet gehaast met de curieuse verzekering van het Vaderland tegen te Bpreken. volgens welke het Hof dadeljjk den heer Lan- zing in plaats van den heer Kool als opvolger van kolonel Verschoor zou begeerd hebben. Tegenspraak scheen mjj hier werkeljjk overbo dig. Ik kon mjj er alleen over verwonderen, dat een blad, hetwelk in Den Haag uitkomt, zóo slecht is ingelicht omtrent zaken, dio daar zoo algemeen bekend zgn. Eerst hertt men ten Hove kolonel Simon tegenover Kool gesteld daarop heeft men kolonel Straatman van het 8e regiment gewild en eindelijk eerst L inzing en hoewel de minister Seyffardt veel meer toegevendheid betoond heeft, dan velen goed achten, is tot heden de benoeming van den nieuwen kolonel nog niet in de St. Ct. kunnen opgenomen worden. Ook verwondert men zich hier er over, dat de pers een zaak, die om het verband waarin zjj staat tot de verhouding, welke tusschen de regeering en den Troon is waar te nemen, geheel onbesproken laat. De wjjze waarop het constitutioneele koningschap onder een regentes wordt opgevat, zou men meenen van te groot gewicht ta zgn, dan dat zjj als iets onbeteekenends door de bladen kon worden doodgezwegen. De redactie van de Amt. wjjst er terecht Clara, het tooneelstuk van den heer J. v. Maurik en mej. Jo. v. Sloten, wordt den 2den Febr. aanst. voor het eerst te Rotterdam op gevoerd. De hoofdrollen worden vervuld door de dames A. Klein, M. van Eysden-Vink en Burlage-Verwoert, en de heeren Tartaud en De Vries, terwjjl ook mevr. Beersmans, mevr. Coelingh-Vorderman en de heeren Le Gras, J. Haspels, Van Kerckhoven, Van Eysden e. a. m de vertooning medewerken. Behalve Julius de Geyter, te Antwerpen is thans ook En.uianuël Hiel, te Brussel, onge steld. Hun toestand moet uiterst ernstig zgn. I Op 1892 bedroeg het aantal ohristeljjke scholen in ons land 525, met een getal leer lingen van 86.933, terwjjl nog een tiental zulke scholen eerstdaags geopend zal worden. Van deze 525 scholen worden er 201 gesub sidieerd door de Vereeniging van Christelijk Nationaal schoolonderwijs tot een bedrag van 21.000 en 41 scholen door de Vereeniging van Gereformeerd schoolonderwijs tot een bedrag van 6700, terwjjl er 245 scholen bjj den schoolraad zgn aangeboden. Voor de 86.933 leerlingen, die de Cbr. scholen bezoeken, wordt jaarljjkB ongeveer 1.305.000 door de ouders en belangstellenden in de school met den bjjbel vrjjwillig te zamen gebracht. De rjjkssubsidie bedraagt ongeveer 435.000. Het aantal hoofden, onderwijzers en onder wijzeressen, dat aan de scholen met den bjjbel werkzaam is, bedraagt ongeveer 1800, en dat der kweekelingen ongeveer 400. Op 1 Januari 1873 bedroeg het aantal ohris teljjke scholen nog slechts 300. Van 1873 tot 1880 kwam het op 340 en sinds nam het jaarljjks toe met een gemiddeld cjjter van vjjttien. Beroepenbjj de Hed. ger. gem. te Mid delburg de heer J. D. van der Velden, te Maasland, bjj de Hed. herv. gem. te Yerseke, de heer Montague, predikant te Vlissingen, en bg de Vrjje Evang. gem. te Yerseke, de beer A. Timmerman, candidaat aan de opleidings school Ons verlangen te Dordrecht. Door den gouverneur van Curasao is bjj résolutie van 31 Deo. jl. benoemd tot predikant bjj de Vereenigde Protestantsche gemeenten in die kolonie de heer H. Snel, pred. bjj de Hed. Herv. gemeente te 's Heerenhoek. (Herplaatsing wegens misstelling in een vorig nommer.) Het op het kerkhof onder Crooswjjk, te Rotterdam, op het graf van den heer G. J. Vos Fizn., in leven predikant bjj de Hed. herv. gemeente aldaar, geplaatste gedenktee- ken is van grauwen steen, vierzjjdig uitge houwen, en heeft eene hoogte van twee me ters. Op den top staat eene gesluierde urn daaronder een gevleugelde zandlooper, het beeld des tjjds. Op de voorzyde van het mid denstuk staat op een wit marmeren plaat het opschriftHier rust onze geliefde letraar en vriend ds Gerrit Jan Vos Flz., geboren le Breukelen 5 Mei 1835, overleden te Rotterdam 9 September 1891. Tegen het voetstuk aan ligt de wit marmeren opengeslagen bjjbel, waarin op eene bladzjjde gegrift staat: „Werkt zoolang het dag is" en op de andere de woorden uit Luc< jjzeren hek, waarin thans een krans was ne- dergelegd, prjjkende met bet opschrift: >Dat hg raste in vrede. Eenige zijner collegi anten." Het monument werd Donderdag, namens de vrienden van den overledene die het lieten plaatsen, aan de familie overgedragen. diea correspondent op aat hjj zich vergist, XU vers 43. Bet geheel is omringd door een In een bijvoegsel tot de Staats Ct. van heden wordt mededeeling gedaan van den afloop van de lichting voor de nationale mi litie in het jaar 1891. Wjj ontleenen daaraan, wat Zeeland betreft, het volgende. Tydens de loting waren in leven 1869 miiitieplicntigen, nalatig was er éen het aastal ingeschreven, waarnaar het aandeel der provincie bepaald wordt, was 1801, het aandeel 518. Vrjjgesteld werden 874 personen, vier werden uitgesloten en 1 overleed na de loting. Van 991 overgebleven militiepliohtigen werd 1 zonder loting ingeljjfd en waren 3 reeds als vrjjwilliger in dienst bjj de zeemacht. •*3 plaatsvervangers en 38 nommerverwis- selaars traden op, terwjjl van de lotelingen 400 bg de militie te land en 22 bjj die ter zee ingeljjf'd werden De groote SchuttershofivaX was Donderdag avond, toen daar eene buitengewone samen komst van het Leger des Heils werd gehouden, geheel en al gevuld, waarschjjnljjk grootendeels uit nieuwsgierigheid om het muziekkorps van 8.ad-kolonie van Amsterdam te zien en tehooren. Vermoedeljjk zal een groot deel der aanwezigen, toen zjj bemerkten dat dit korps uit niet meer dan zes executanten bestond, zich teleurgesteld hebben gevoeld en was daaraan wellicht toe te Bchrjjven dat de orde en aandacht nu en dan wel wat te wenschen overlieten. De muzikanten waren in tenue en bespeelden koperen instrumenten, waarop zjj nu juist geen meesters waren. Dat is trouwens niet te ver wonderen, daar,zooals de musici zelf verklaarden, zy voor korten tjjd nog tot de dakioozen van Amsterdam behoorden. De samenkomst had het gewone verloop het zingen van eenige heilsliedereh, van een paar duetten en so.o's en net uitspreken van gebeden. Door den adjudant Duits-Wesseling, directeur der Stadkoionie, werden voorts eenige werkelgk interessante mededeelingen gedaan omtrent bet werk onder de dakioozen van Amsterdam. Hy schetste, hoe verwilderd, onrein en onge lukkig velen in de groote stad zonder werk, zonder brood en zonder tehuis ronddwalen; hoe men daaronder vindt personen van alle rangen en standen, van den zoon van den noogstgepiaatsten ambtenaar tot den bede laar toe. Hg verhaalde, hoe door het leger voor die personen in Juni 1891 een toevlucht is opge richt, waarin sedert het ontstaan ervan 204 personen tjjdeljjk een onderdak vonden en waar thans 107 mannen vast werk vinden. Adjudant Wesseling deelde zgn hoorders mede, hoe in de maatschappij ondergeganen worden behandeld en zoo mogelgk op het goede pad geleid, wat herhaaldeijjk gelukt. Een paar collecten werden gehouden, waar van de opbrengt ten deele voor de Stadkoionie en voor een ander deel voor bet leger alhier bestemd waren. Daarna werd de samenkomst opgeheven. Het musschengilde te Goes hield Donder^, dagavond in de Prins van Oranje zgn tweede jaarvergadering. Het vorig jaar telde de ver eeniging 40 leden, welk cyfer nu geklommen is tot 64. 56 hunner brachten in2660 eitjes, 2555 musschen, 197 ratten, 197 zw. mollen, 56 zw. kraaien en 3 eksters, wat, tot musschen herleid, een totaal van 4908 stuks aanwjjst bet vorige jaar waa het totaal 2334 stuks. De hoogste inbrenger, J. Cornelisse met 1513 sinks Verwierf het koningschaphem werd namens de vereeniging eene fraaie klok als aandenken overhandigd. De voorzitter maakte hierbjj de opmerking dat z. i., volgens de verslagen van de gilden op Z.-Beveland, niemand met zulk een hoog cjjfer koning werd, ja zelf dat niet eene vereeniging zulk een gioot totaal aanwyBt als dit gilde. Uit het verslag van den panningmeester bleek dat was ontvangen 84.92 J en uitge geven 84.70er is alzoo een overschot van f 0.22i Bjj de herziening van het reglement werd bepaald dat voortaan niet alleen de hoogste, 1 maar de drie hoogste inbrengers een bljjk van waardeering zullen ontvangen. Voorts werd voor de twee aanteekenaars van inbreng «eg a - - -

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1892 | | pagina 1