N°. 21.
135° Jaargang.
1892.
Dinsdag
26 Januari.
Middelburg 25 Januari.
I -
Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.
Afzonderlijke nommers, met of zonder bijvoegsel,
zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën20 cent per regel. Bij abonnement lager.
Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle
dankbetuigingen; van 1—7 regels 1.50;
iedere regel meer /0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Telephoonnommer 139.
KERKNIEUWS.
UIT STAD EN PROVINCIE.
tl 11)ii:usit(,sciir t oi h am
T li i «n o in e t e
Middelburg 25 Jsd. vm. 8 n. 35 gr.
m. 12 o. 43 gr., bv. 4 o. 42gr. 1'.
Verwacht N. W. wind."
Agenten te Vliasingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes. A. A \VBolland, te Kruin ingenF. v. d. Peul, te ZierikieeA. C. de Mooij, te TholenW. A. .IdverteBtiÜB
van Nieüwenhtjijzen en te Terneuzen: M. dn Jonge. Verder neme» alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de j moeten des namiddags te één nnr
ad verten tie-bureau's van Nijgh Van Ditmas, te Botterdam, dn Geeb. Bblintante, te 's Gravenhage, en A. de la Mae Azn., te Amsterdam. aan het bureau bezorgd zjjn, willen
Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie géstérsle de Publicity étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger. zjj des avonds nog worden opgenomen.
Naar aanleiding van de door de Arnh. Crt.,
in verband met het jongste verslag der Land-
bouwcommissie, gemaakte, en door ons over
genomen, opmerking dat elke verbetering van
landbouwtoestanden moet uitgaan van goed
landbouw-onderwjjs, waardoor de betrokken
personen betere vakkennis en meer algemeene
ontwikkeling zullen krjjgen, sohrjjft het Neder-
landsch Landbouw Weekblad'.
Heeft de Arnhemmer werkeljjk de enquête
verslagen eu de verslagen der Landbouwcom-
missio gelezen of zelfs met eenige aandacht
doorgebladerd
Wy bttwyfelen bet zeer.
Het is althans volkomen onjuist dat al de
enquête verslagen >als terloops" als oorzaak
van stilstand en achteruitgang vermeldenge
brek aan vakkennis en algemeene ontwikkeling.
Niet alle verslaggevers wjjzen er op en de
meesten, die er wel op wjjzen, doen dit vol
strekt niet terloops, maar zeer uitdrukkelijk.
Doch, eilieve, waarom zoude deze verslagge
vers tot deze oorzaak gekomen xjjn door de
onverbiddelijk;) logiea der feiten, en zou het
een droombeeld of vooroordeel zjjn wanneer
diezelfde verslaggevers als oorzaken wijzen op
den onevenredigen druk der belastingen, de
alechte verkeerswegen, de slechte credietmid-
delen, de onvoldoende ocöptratie, enz., enz.?
De iandbouwer, die zjjn belastingbiljet thuis
krjjgt, weet maar al te goed dat dit geen
droombeeld is.
Onjuist is ook wat de Arnhemmer in deze
sinsneae zegt van de landbouwcommisBÏe. Het
kan moeilgk veelbetekenend wezen, dat »»haar
eerste verslag, na den afloop der enquête aan
de regeering uitgebracht, het landbouwonder
wijs betrof."" Het enquêteverslag toch is van
4 Juni 1890 en reeds 23 April 1887 en 23 April
1888 bad zjj hare adviezen over het onderwge
ingediend.
Onjuist is verder dat alle verslagen van de
landbouwcommissie tot nog toe rustig in de
ministeneele bureau's zjjn bljjven liggen. Inte
gendeel, een aantal belangrjjke maatregelen
zjjn het onmiddellijk gevolg geweest van baren
arbeid
Maatregelen tegen knoeiergen in den boter-
hande)
Subsidiën voor het vakonderwijs;
De oprichting van drie nieuwe rjjks-land-
bouwproefstations
De aanstelling van landbouwleeraars
Subsidiën aan proefvelden
Ondersteuning van de paardenfokkerij.
Wat de tegenwoordige regeeiing zal doen is
natuurljjk nog onbekend. Wjj moeten hare
daden afwachten.
Het is echter te hopen, dat zjj, evenmin als
bare voorgangsters, hare tan dacht uitsluitend
aan het onderwjjg zal wyden.
Het landbouwonderwijs is eeu groot belang
en het pleit voor onze landbouwers, dat zjj
dit inzien.
Inderdaad, het zjjn meestal niet de onont
wikkelde menschen, die het meest behoefte
gevoelen aan meerdere kennis.
Doch onderwijs is volstrekt niet het eenige
landbouwbelang, dat dringend voorzieningeischt.
Er zjjn tal van andere belangen, waaromtrent
de Btaat veel heeft te doen en veel heeft goed
te maken.
Daarover zjjn onze landbouwers, tot welke
richting zjj overigens behooren, het vrjj weieens.''
Vrjjdag werd gemeld dat de commandant
der zeemacht in IndiS, de scbout-bjj-nacht jhr
J. A. Koëll, om gezondheidsredenen naar het
moederland zal terugkeeren.
Naar men aan het Hbld mededeelt, wordt de
terugkeer te recht of ten onrechte in
verband gebracht met de wjjziging, die in het
bestuur van Atjeh en Onderhoorigheden hoeft
plaats gehad. Zooals men weet, is daar de nog
pas kort geleden benoemde kolonel Dejjkerhoff
als opvolger van den kolonel Pompe, tot gou.
verneur en dus tot civiel- en militair oom-
mandant aangesteld.
Het gevolg van deze aanstelling is nameljjk,
dat de drie kapiteins ter zee, die thans zjjn
gestationeerd in de wateren van Atjeh en
Onderhoorigheden, ofschoon in rang gelijk
staande met de kolonels der landmacht en wier
benoeming reeds van October 1889 tot Mei 1890
dagteekent, staan onder de bevelen van een
naar ancienneteit jongeren collega van het
Indische leger.
»Ook onder kolonel Pompe was dit het
geval" zoo sohrjift men dat blad >maar
deze werd toen beschouwd als de eenige man, am
wien de gewichtige betrekking destjjds kon
worden opgedragen. Dat dit ook van den kolonel
Dejjkerhoff geldt, is tot dusver niet beweerd,
veel minder aangetoond.
„Zeker iB de gouverneur van Atjeh in de
eerste plaats civiel bevelhebber, en geeft hjj
als zoodanig, op grond van wat hjj in zjjn
civiele betrekking weet, aan de zeemacht op
dracht om hier te blokkeer er, daar bestraffend
op te treden. Het is ook niet de kolonel dei-
landmacht, die commandeert op het schip.
Zeker kan bovendien met wat tact van weers-
zjjden de verhouding uitstekend zjjn. Maar
moeilijkheden kunnen toch nu en dan rjjzen.
»Zoo kan het weder voorkomen, dat als
in 1890 te Edi land- en zeemacht gezamen-
Ijjk aan land moeten optreden en de civiele en
militaire bevelhebber het noodig vindt zelf de
operaties te leiden. Is dan niet verschil
van inzichten denkbaar met den in rang ouderen
kapitein ter zee, wiens schip ter reede ligt
»Er zjjn nog verdere gevallen, waarin moei
lijkheden zjjn te duchten wegens deze rang-
qnaestie.
»De commandanten der schepen zjjn, volgens
de voorschriften, gehouden bjj bjjzondere ge
legenheden, zooals den verjaardag van H. M.
de koningin, met de beschikbare officieren hun
opwachting te maken bjj het hoofd van het
gewest, waar xjj gestationneerd zjjn. Nu ge
schiedt dat wel ook weder bjj den civielen
gouverneur maar toch tevens bij den militairen
bevelhebber, wiens aanstelling van jongere
dagteekening is. Yooral in Indië, waar de
ambtelijke etiquette zulk een voorname rol
speelt, behoort men met zulke gevoeligheden
wel rekening te houden.
»De bekwaamheid en geschiktheid van kolonel
Dejjkerhoff laten wjj bjj deze opmerkingen
geheel ter zjjde. Maar bjj de marine, en niet
daar alleen, heeft de benoeming om de gemelde
redenen geen zeer gunscigen indruk gemaakt.
„Men mag vertrouwen dat iedereen zjjn plicht
zal doen. Maar het mag wol betwijfeld worden,
of bjj de benoeming van den nieuwen gouver
neur de noodige tact is in acht genomen."
Het gewioht van bovenstaande opmerkingen
valt zeker niet te ontkennen. Het bestuur
van Atjeh is een zaak van groote beteekenis
en bjj de aanstelling van een gouverneur heeft
de Indische regeering reeds menige fout begaan.
Laat ons hopen, dat zjj ditmaal de gedane
keus volkomen kan verantwoorden en dat de
moeilijkheden, waarop hier is gewezen, zich
niet zullen voordoen.
Het D. v. Z. H., dat het eerst het bericht
van den terugkeer van den heer Rösll bevatte,
meldt echter nu weer dat geen enkel particu
lier bericht, zelfs niet van de allerlaatste dagen,
noch ook eenig officieel bericht de minste
aanleiding geeft om te kunnen aannemen, dat
dit bericht eenigen grond van waarheid bevat.
Bjj kon. besluit is
J. De Fremery, op zjjn verzoek, eervol
ontslag verleend als consul te San Francisco,
onder dankbetuiging voor de diensten, door hem
aan den lande bewezen
dr. H. W. Kosters, predikant bjj de Ned.
Herv. gemeente te Deventer, benoemd tot hoog
leeraar in de faculteit der godgeleerdheid aan
de rjjks-universiteit te Leiden, om onderwijs te
geven in de geschiedenis van den Israëlietiscoen
godsdienst, in de Israëlietisshe letterkunde en
in de uitlegging van het Oude Testament
de hoogleeraar in de faculteit der godgeleerd
heid aan voorschreven universiteit, dr. J. H.
Gunning jr., nevens de hem opgedragen vakken,
belast met het onderwjjs in de zedenkunde
eervol ontslag Verleend aan J. G. Bennett,
als leeraar aan de rjjks hoogere burgerschool
te Alkmaar;
aan L. J. van Rhjjn Jr., predikant bjj de
Protestantscbe gemeente in Nederlandsch-
Indië, thans met verlof in Reder land, op zjjn
versoek, eervol ontslag uit 's lands dienst
verleend
0. D. Ouwehand, artB, benoemd en aange
steld tot officier van gezondheid 2e kl. bjj
het personeel van den geneesk. dienst van het
leger in N.-I.
de voor den dienst in N.-I. bestemde offi
cier van gezondheid 2e kl. P. Yff, thans gevoerd
la suite van het koloniaal werfdepot, op zjjn
verzoek, eervol uit den militairen dienst ontslagen-
De gewone audiëntie van den minister van
oorlog zal a. Donderdag niet plaats hebben-
Door den minister van koloniën wordt, in
afwaohting eener prinoipieele beslissing of het
uitvoerrecht op suiker onder de indirecte be
lastingen zal worden opgenomen, bjj een daartoe
strekkend wetsontwerp aan de Tweede kamer
voorgesteld de schorsing van het uitvoerrecht
te bestendigen tot 1 Juni 1893. Pe minieter
vleit zich dat binnen dien termjjn eene beslissing
omtrent de hervorming van het Indische be
lastingstelsel zal zj)n genomen.
Sedert tot de schorsing werd besloten, is de
concurrentie niet verminderd, maar zjjn de
ondernemingen op Java er in geslaagd daaraan
het hoofd te bieden. Nu zjj echter zwaar ge
troffen zjjn door sereh-ziekte en den kostbaren
aanvoer van rietstekken en ook nog achter
stallige cjjns moet worden betaald, acht de
minister het beter den toestand nog een jaar
te bestendigen.
Door het gerechtshof te 's Gravenhage is, ter
vervulling van eene vacature van raadsheer
in dat college, opgemaakt de navolgende alpha-
betiscbe ljjst van aanbeveling: mr J. W. van
Oosterzee, rechter in de arr.-rechtbank te
's Gravenhagemr Ph. W. Scholten, rechter
in de arr.-rechtbank te Amsterdam, en mr S.
Sleeswjjk, rechter in laatstgemelde rechtbank.
Volgens het Fad. schjjnt het mrt de indiening
der financieele voorstellen niet zoo vlot' tc
gaan, als aanvankelijk verwacht werd. Is het
blad welingelicht, dan waren zjj althans twee
dagen geleden nog niet bjj den Baad van
State ingekomen. De groote omvang, dien
het hervormingsplan allengs aannam, kan
daaraan wel schuld zjjn.
Kon. Mil. Academie.
Aan het beknopt verslag omtrent den toe
stand der Koninklijke Militaire Academie ge
durende het jaar 1891, getrokken uit bjj het
departement van oorlog ingekomen rapporten
eD verslagen betreffende die inrichting, wordt
het volgende ontleend
Het gedrag der cadetten was over het alge
meen goed.
Straffen, die wegens plagerjjen van jongere
door oudere cadetten ia het begin van het
studiejaar 1891/92 eenige malen werden opge
legd, kwamen tegen het laatst van het jaar
niet meer voor.
Het ïoogenaameA baren had toen opgehouden
tc- bestaan, "v f JÉ»rb?r'li»g tusjichen oudere
en jongere cadettun liet niets te wenschen over.
Overigens zjjn maatregelen genomen om ook
voor het vervolg dergeljjke misbruiken zooveel
mogelijk te voorbomen.
De gezondheidstoestand kan over het alge
meen gunstig worden genoemd.
Een cadet overleed aan de gevolgen van
ontsteking van den blinderdarm.
Na 1 September deuen zich geene gevallen
van ernstige ziekten voor en verreweg de
meeste ziektegevallen kwamen binnen zeer
weinige dagen tot genezing.
Van genoemden datum tot 15 December
werden 153 cadetten wegens ziekte behandeld,
waartegenover in hetzelfde tjjdvak staanin
1887194 cadetten, in 1888155 idem, in
1889: 140 idem, in 1890: 127 idem.
Dat bet cjjfer over 1891 iets hooger is dan
over 1889 en 1890 moet voornamelijk worden
toegeschreven aan de omstandigheid, dat een
twintigtal gevallen voorkwamen van oorspeeksel-
klierontsteking (bof.)
De voeding der cadetten is zeer goed. Voor
eene behoorlijke afwisseling van spjjzen wordt
zorg gedragen.
Keuken, magazjjnen van levensmiddelen enz.
verkeeren in zeer zuidelijken toestand.
in den loop van het jaar werd, op voorstel
van den voorgaanden gouverneur, machtiging
verleend om met ingang van het jaar 1892,
in plaats van linnen, katoenen hemden, van
een gewjjzigd model, aan de cadets uit te reiken.
Hei waren hoofdzakelijk beweegredenen van
bygiënischeu aard, die tot deze wjjziging in
de uitrusting geleid hebben.
De orde en netheid der gebouwen laat, ook
bjj onverwacht gehouden inspectiën met te
wenschsn over. Hoor de in den loop van het
j»ar aangebrachte verbeteringen zjjn de vroeger
geconstateerde gebreken zooveel mogeljjk reeds
verholpen of wel zjjn dienaangaande nog voor
stellen in beproeving of overweging.
Tot laatstgenoemde voorstellen behooren o. a.
de verwarming en de electrische verlichting
der gebouwen.
Door den inspecteur van bet militair onder
wjjs wordt dienaangaande in het rapport eer-er
door hem in het laatst van 1891 gehouden
inspectie o. a. medegedeeld, dat het nun ver
schillende klassen gebracht bezoek een hoogBt
bevredigenden indruk achterliet.
De betrokken leeraars bleken goed voor
hunne taak berekend en het door ben gegeven
onderwjjs werd blikbaar met aandacht door
de cadetten gevolgd. Omtrent hun jjver en
studieluBt werden gunstige rapporten ontvangen.
Ten aanzien van de officieren der eerste
afdeeling der krjjgsBcbool valt hierin geen
verschil op te merken met vroegere jaren.
De vergunning tot uitgaan der cadetten is
zoodanig geregeld, dat hun meerdere vrjjheid
wordt verleend, naarmate zjj zich in een hooger
studiejaar bevinden.
Teneinde den lust tot studie te bevorderen
worden aan enkele cadetten, die zich dit door
hunne vorderingen en tevens door hun gedrag
boven hunne kameraden hebben waardig ge
maakt, bjjzondere vergunningen tot uitgaan
verleend of wel verlof van Zaterdag op Zondag,
het gaan naar eene comedie of andere voor
stelling toegestaan.
EERSTE RARER.
Regeeringsantwoord op bet voorloopig
verslag over de staatsbegrooting.
In dat antwoord verklaart de regeering in
de alleerste plaats dat het gunstig oordeel,
hetwelk over haar optreden werd uitgesproken,
tot een nieuwen spoorslag zal strekken om te
beantwoorden aan de belangstelling en het
vertrouwen, waarmede hare verdere werkzaam
heid wordt te gemoet gezien.
De regeering wenscht het algemeen belang
des lands in al zjjne onderdeden met jjver,
maar tevens met stipte onpartijdigheid voor
te staan. Eene tegenstelling van steden en
platteland zoude niet anders dan tot nadeel
van allen kunnen strekken en bp de regeering
de meest stellige afkeuring ontmoeten.
Reactie tegen de wetsbepalingen, welke onder
de vorige regeering in de wet op het lager on
derwjjs zjjn gebracht, ligt niet op den weg der
regeering, die zich eene eerljjke uitvoering van
's lands wetten ten doel heeft gesteld.
Dat sommige leden niet alles wat de regee
ring sedert haar optreden verrichtte onvoor
waardelijk konden goedkeuren kan geene
bevreemding wekken.
Dat eene geheele vernieuwing der Tweede
kamer van de Staten-Generaal de stuiting van
den wetgevendan arbeid medebrengt, scbjjnt
der regeering niet twjjfelachtig. Zjj zag met
voldoening dat deze meening ook in de Eerste
kamer verdediging vond.
De minister van koloniën heeft zjjne houding
ten opzichte van het contract met de
Billiton-maatschappjj in de andere
kamer toegelicht. Hjj meent niets gedaan te
hebben, wat recht gaf aan te nemen dat hjj
een ander advies zou uitbrengen dan bjj, na
alle noodige gegevens te hebben verkregen,
zich verplicht heefc geacht in 's lands belang
te doen.
Wat de regeling van het kiesrecht
betreft, meent de regeering reeds het bewjjs te
hebben geleverd, dat zjj in deze gewichtige
aangelegenheid zonder overjjüng wil te werk
gaan en de regeling niet zal aanvatten dan
na ernstig onderzoek en zooveel mogeljjk gron
dige kennis van zaken. Zoodra de dnari-
noodige gegevens zjjn verzameld en bewi
zal zij echter niet met de indiening eenèr voor
dracht tot regeling van het kiesrecht dralen
De regeering is ten volle overtuigd van de
noodzakelijkheid om ten spoedigBte tot eene
afdoende regeling der levende strjjd-
krachten te komen. Het onderwerp is
echter van te veel gewicht en te grooten om
vang om met overhaasting te worden behan
deld. Het juiste tjjdstip der indiening van
eene tot regeling daarvan strekkende voordracht
kan uit don aard der zaak thans niet worden
opgegeven.
Met voldoening mocht de minister van finan
ciën vernemen, dat zjjne mededeeling omtrent
Bervortning van belastingen en de
daar bjj in acht te nemen volgorde bjj veie leden
instemming heeft gevonden.
Voor eene betere regeling van de gemeen-
tefin&nciën zal de herziening der ge
meentewet noodzakeljjk zjjn. Bovendien is
daartoe noodig, dat het rjjksbelastingstelsel
beter zjj geregeld.
Het uitstellen der peraequatie had zon
der twjjfel eene schaduwxjjde de minister van
financiën heeft zich dit nimmer ontveinsd.
Naar zjjne opvatting echter was het noodzake
ljjk. Het ligt in zjjne bedoeling eene herzie
ning der wet op de grondbelasting, waarin
dan de peraequatie wordt opgenomen, dermate
te bevorderen, dat de herziene wet met 1
Januari 1893 in werking trede.
Van de in het voorloopig verslag medege
deelde uitkomsten der uitvoerige gedachten-
wisseling, die in een der afdeelmgen over de
sociale vraagstukken werd gehouden, is met
voldoening kennis genomen. l)e regeering
verheugt zich over de daaruit bljjkende in
stemming met hare overtuiging, dat tot bevor
dering eener goede oplossing aer sociale vraag
stukken ook door de wetgevende macht behoort
te worden medegewerkt.
Eene geheele opheffing der finaucisele be
trekkingen tusschen staat en kerk
kan geacht worden niet wel mogeljjk te
zjjn, zoolang art. 171 (vroeger 168) der
grondwet onveranderd bljjft. In verband hier
mede zal de kamer het der regeering wel ten
goede willen houden, dat zjj zich niet wenscht
te begeven in beschouwingen over het nut en
de noodzakelijkheid van maatregelen, die
tot zoodanige opheffing zouden kunnen leiden.
Ook de regeering ziet geen heil in de op
richting van een afzonderlek ministe
rie, hetzjj van landbouw, hetzjj van a r-
beid en onderwjjs, waarin landbouw van
zelf begrepen zou zjjn.
Wel acht zjj het daarentegen wenscheljjk
zooveel mogeljjk de zorg voor geljjksoortige
belangen bjj yen te brengen; en zjj beeft daarom
t-nkele posten van het departement van water
staat naar dat van binnenlandse he zaken over
gebracht.
Naar aanleiding van de vraag, welke plannen
de regeeiing heeft in het belang van den land
bouw, kan worden opgemerkt, üat bjj de ver
betering van het belastingwezen de belangen
van den landbouw baat zullen vinden, terwjjl
voorts het land bon wonder wjjs en de zorg voor
waterafvoer en verkeersmiddelen dien belang
rijken tak van onze volksnjjverheid zeer ten
goede zullen komen.
Wekelij ks che opgaaf betreffende de Ned. herv
kerk.
Beroepen naarTjerkgaast G. J. van Paassen.
te Langmeer.
Bedankt voor; Den Bommel I. G. Bruining
te Schoonhovenen voor Wildervank c. a. 0.
A. Pantekoek te 's Heerenberg.
Aangenomen naar Gulpen o. a. Hamelberg
te Hjjtaard.
Bjj de eerstvolgende voorstelling, Vrjjdag
12 Februari te Middelburg te geven door het
gazelschap der heeren De Vos en Van Korlaar,
zal worden opgevoerd Lotos, oorspronkelijk drama
in drie bedryyen door M. Constant, een pseu
doniem, waarachter zich eene als schrjjfster
van enkele tooneelstukken bekende Haagsche
dame verbergt. Dit drama verwierf te Rot
terdam zeer veel bjjval.
He hoofdrollen daarin worden vervuld door
mevrouw Aieida Mulder - Roelofsen en den heer
W. C. Rooyaards.
Het bjj de Nieuwesluis aan den grond
gevaren Eng. ss. Whimbrel is, na een gedeelte
aer lading gelost te hebben, met assistentie
van sleep booten, Zondagavond vlot en te Vlis-
aingen in de haven gekomen. Het zal in het
droge dok aldaar gezet worden, om te worden
nagezien.
Met 6 Februari e. k. zjjn verplaatst de
brigadier majoor tit. T. Vos, van Hemkenszand
naar Groede, en A. Pover, brigadier derrjjks-
veldwachc van Groede naar Hemkenszand.
By een landbouwer, op den 's Heer-Hen-
drikskanderendyk na bjj Goes,gleed een molenaar,
icrwyl hy op zjjn wagen een zak met meel
optilde, uit en viel achterover van zyn voertuig.
Hoewel de man bewusteloos werd opgenomen,
Ti laat het zioh aanzien dat zyn val geen ernstige
rj|,gevolgen zal hebben. Door het duister misleid
u. eene vrouw in die buurt door het open
staand luikgat in den kelder en brak haar beau.
Blykens het verslag, uitgebracht op
verleden week gehouden jaarvergadering van
het musschengilde te Yerseke, zyn vorig
jaar 1355 musschen en tot musschen herleide
vogels en eieren aangebracht. De inzender
van het hoogste ge; al 168 was P. Glerum;
daarop volgden A. Kidderhot, F. van Kruinin-
gen en A. Zuidweg. Aan deze vier werden de
door het bistuut tot een gezamenljjk bedrag
van 5 uitgeloofde premiën toegewezen.
Voor JNisse iets buitengewoons 1 Zaterdag
avond trad aldaar, in de nerberg van G. de
Biaey, de muziek- en rederykersvereemging
Vooruitgang zij ons streven van Kwadendauime
op met zeer afwisselend programma. Verschil
lende muziekstukken werden ten gehoore gege
ven, benevens een tweetal bljjspelen De twee
dooven en Ben studentenstreektot slot eene
pantomime. Wanneer men weet, dat bjjna alle
leden dezer vereemging tot den eenvoudigste®
boerenstand behooten en des daags met harden
handenarbeid den kost moeten verdienen; de
lange winteravonden alleen tot onderricht en
repetitie beschikbaar hebben, en de vereeniging
bovendien zich in weinig fiuancieelen steun
mag verheugen, dan kan men zegt onze
berichtgever deze jonge mannen met hunnen
wakkeren directeur aan het hoofd niet anders
dan prjjzen voor hunne opoffering, hunnen jjver
en hun goeden wil. Over het geheel schenen
overigens hunne muzikale gaven grooter dan
hunne rederjjkerstalenten. Jammer, dat het
publiek, ook door de heerschende influenza,
niet talryker opgekomen was.
- Het drjjf jjs is in den Eendracht zoodanig
opgeruimd dat de gewone overzetting aan het
poutveer van Tholen op Noord-Brabant weer
plaats heeft.
Tot de aanstelling van een derden onder
wijzer aan de openbare dorpsschool te Zaam-
slag wordt, in weerwil van de beide oproepingen-
niet overgegaan, daar het getal leerlingen aan
die school op 15 dezer slechts 144 bedroeg, 2
bestelen het minimum-aantal, dat de aanstelling
van nog een onderwyzer noodzakeljjk zon
maken.
Men schryft ons uit Biervliet
Zooals bekend is zal eerlang weder een ge-3
deelte van den Brakman worden ingedykt;
waardoor de Angelmapolder met den vasten
wal zal worden verbonden.
Het rapport van Gedeputeerde staten, op eene
desbetr ffende aanvraag van het bestuur der
domeinen om concessie tot inpoldering, ligt ter
lezing en daaruit bljjkt dat genoemd college
voorstaat het maken van een los- en laadplaats
aan het Westgat, benevens een keiweg door
den te bedyken polder.
Deze weg zal een gedeelte vormen vay eeu