N°. 21. 135° Jaargang. 1892. Dinsdag 26 Januari. Middelburg 25 Januari. I - Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2. Afzonderlijke nommers, met of zonder bijvoegsel, zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën20 cent per regel. Bij abonnement lager. Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle dankbetuigingen; van 1—7 regels 1.50; iedere regel meer /0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Telephoonnommer 139. KERKNIEUWS. UIT STAD EN PROVINCIE. tl 11)ii:usit(,sciir t oi h am T li i «n o in e t e Middelburg 25 Jsd. vm. 8 n. 35 gr. m. 12 o. 43 gr., bv. 4 o. 42gr. 1'. Verwacht N. W. wind." Agenten te Vliasingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes. A. A \VBolland, te Kruin ingenF. v. d. Peul, te ZierikieeA. C. de Mooij, te TholenW. A. .IdverteBtiÜB van Nieüwenhtjijzen en te Terneuzen: M. dn Jonge. Verder neme» alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de j moeten des namiddags te één nnr ad verten tie-bureau's van Nijgh Van Ditmas, te Botterdam, dn Geeb. Bblintante, te 's Gravenhage, en A. de la Mae Azn., te Amsterdam. aan het bureau bezorgd zjjn, willen Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie géstérsle de Publicity étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger. zjj des avonds nog worden opgenomen. Naar aanleiding van de door de Arnh. Crt., in verband met het jongste verslag der Land- bouwcommissie, gemaakte, en door ons over genomen, opmerking dat elke verbetering van landbouwtoestanden moet uitgaan van goed landbouw-onderwjjs, waardoor de betrokken personen betere vakkennis en meer algemeene ontwikkeling zullen krjjgen, sohrjjft het Neder- landsch Landbouw Weekblad'. Heeft de Arnhemmer werkeljjk de enquête verslagen eu de verslagen der Landbouwcom- missio gelezen of zelfs met eenige aandacht doorgebladerd Wy bttwyfelen bet zeer. Het is althans volkomen onjuist dat al de enquête verslagen >als terloops" als oorzaak van stilstand en achteruitgang vermeldenge brek aan vakkennis en algemeene ontwikkeling. Niet alle verslaggevers wjjzen er op en de meesten, die er wel op wjjzen, doen dit vol strekt niet terloops, maar zeer uitdrukkelijk. Doch, eilieve, waarom zoude deze verslagge vers tot deze oorzaak gekomen xjjn door de onverbiddelijk;) logiea der feiten, en zou het een droombeeld of vooroordeel zjjn wanneer diezelfde verslaggevers als oorzaken wijzen op den onevenredigen druk der belastingen, de alechte verkeerswegen, de slechte credietmid- delen, de onvoldoende ocöptratie, enz., enz.? De iandbouwer, die zjjn belastingbiljet thuis krjjgt, weet maar al te goed dat dit geen droombeeld is. Onjuist is ook wat de Arnhemmer in deze sinsneae zegt van de landbouwcommisBÏe. Het kan moeilgk veelbetekenend wezen, dat »»haar eerste verslag, na den afloop der enquête aan de regeering uitgebracht, het landbouwonder wijs betrof."" Het enquêteverslag toch is van 4 Juni 1890 en reeds 23 April 1887 en 23 April 1888 bad zjj hare adviezen over het onderwge ingediend. Onjuist is verder dat alle verslagen van de landbouwcommissie tot nog toe rustig in de ministeneele bureau's zjjn bljjven liggen. Inte gendeel, een aantal belangrjjke maatregelen zjjn het onmiddellijk gevolg geweest van baren arbeid Maatregelen tegen knoeiergen in den boter- hande) Subsidiën voor het vakonderwijs; De oprichting van drie nieuwe rjjks-land- bouwproefstations De aanstelling van landbouwleeraars Subsidiën aan proefvelden Ondersteuning van de paardenfokkerij. Wat de tegenwoordige regeeiing zal doen is natuurljjk nog onbekend. Wjj moeten hare daden afwachten. Het is echter te hopen, dat zjj, evenmin als bare voorgangsters, hare tan dacht uitsluitend aan het onderwjjg zal wyden. Het landbouwonderwijs is eeu groot belang en het pleit voor onze landbouwers, dat zjj dit inzien. Inderdaad, het zjjn meestal niet de onont wikkelde menschen, die het meest behoefte gevoelen aan meerdere kennis. Doch onderwijs is volstrekt niet het eenige landbouwbelang, dat dringend voorzieningeischt. Er zjjn tal van andere belangen, waaromtrent de Btaat veel heeft te doen en veel heeft goed te maken. Daarover zjjn onze landbouwers, tot welke richting zjj overigens behooren, het vrjj weieens.'' Vrjjdag werd gemeld dat de commandant der zeemacht in IndiS, de scbout-bjj-nacht jhr J. A. Koëll, om gezondheidsredenen naar het moederland zal terugkeeren. Naar men aan het Hbld mededeelt, wordt de terugkeer te recht of ten onrechte in verband gebracht met de wjjziging, die in het bestuur van Atjeh en Onderhoorigheden hoeft plaats gehad. Zooals men weet, is daar de nog pas kort geleden benoemde kolonel Dejjkerhoff als opvolger van den kolonel Pompe, tot gou. verneur en dus tot civiel- en militair oom- mandant aangesteld. Het gevolg van deze aanstelling is nameljjk, dat de drie kapiteins ter zee, die thans zjjn gestationeerd in de wateren van Atjeh en Onderhoorigheden, ofschoon in rang gelijk staande met de kolonels der landmacht en wier benoeming reeds van October 1889 tot Mei 1890 dagteekent, staan onder de bevelen van een naar ancienneteit jongeren collega van het Indische leger. »Ook onder kolonel Pompe was dit het geval" zoo sohrjift men dat blad >maar deze werd toen beschouwd als de eenige man, am wien de gewichtige betrekking destjjds kon worden opgedragen. Dat dit ook van den kolonel Dejjkerhoff geldt, is tot dusver niet beweerd, veel minder aangetoond. „Zeker iB de gouverneur van Atjeh in de eerste plaats civiel bevelhebber, en geeft hjj als zoodanig, op grond van wat hjj in zjjn civiele betrekking weet, aan de zeemacht op dracht om hier te blokkeer er, daar bestraffend op te treden. Het is ook niet de kolonel dei- landmacht, die commandeert op het schip. Zeker kan bovendien met wat tact van weers- zjjden de verhouding uitstekend zjjn. Maar moeilijkheden kunnen toch nu en dan rjjzen. »Zoo kan het weder voorkomen, dat als in 1890 te Edi land- en zeemacht gezamen- Ijjk aan land moeten optreden en de civiele en militaire bevelhebber het noodig vindt zelf de operaties te leiden. Is dan niet verschil van inzichten denkbaar met den in rang ouderen kapitein ter zee, wiens schip ter reede ligt »Er zjjn nog verdere gevallen, waarin moei lijkheden zjjn te duchten wegens deze rang- qnaestie. »De commandanten der schepen zjjn, volgens de voorschriften, gehouden bjj bjjzondere ge legenheden, zooals den verjaardag van H. M. de koningin, met de beschikbare officieren hun opwachting te maken bjj het hoofd van het gewest, waar xjj gestationneerd zjjn. Nu ge schiedt dat wel ook weder bjj den civielen gouverneur maar toch tevens bij den militairen bevelhebber, wiens aanstelling van jongere dagteekening is. Yooral in Indië, waar de ambtelijke etiquette zulk een voorname rol speelt, behoort men met zulke gevoeligheden wel rekening te houden. »De bekwaamheid en geschiktheid van kolonel Dejjkerhoff laten wjj bjj deze opmerkingen geheel ter zjjde. Maar bjj de marine, en niet daar alleen, heeft de benoeming om de gemelde redenen geen zeer gunscigen indruk gemaakt. „Men mag vertrouwen dat iedereen zjjn plicht zal doen. Maar het mag wol betwijfeld worden, of bjj de benoeming van den nieuwen gouver neur de noodige tact is in acht genomen." Het gewioht van bovenstaande opmerkingen valt zeker niet te ontkennen. Het bestuur van Atjeh is een zaak van groote beteekenis en bjj de aanstelling van een gouverneur heeft de Indische regeering reeds menige fout begaan. Laat ons hopen, dat zjj ditmaal de gedane keus volkomen kan verantwoorden en dat de moeilijkheden, waarop hier is gewezen, zich niet zullen voordoen. Het D. v. Z. H., dat het eerst het bericht van den terugkeer van den heer Rösll bevatte, meldt echter nu weer dat geen enkel particu lier bericht, zelfs niet van de allerlaatste dagen, noch ook eenig officieel bericht de minste aanleiding geeft om te kunnen aannemen, dat dit bericht eenigen grond van waarheid bevat. Bjj kon. besluit is J. De Fremery, op zjjn verzoek, eervol ontslag verleend als consul te San Francisco, onder dankbetuiging voor de diensten, door hem aan den lande bewezen dr. H. W. Kosters, predikant bjj de Ned. Herv. gemeente te Deventer, benoemd tot hoog leeraar in de faculteit der godgeleerdheid aan de rjjks-universiteit te Leiden, om onderwijs te geven in de geschiedenis van den Israëlietiscoen godsdienst, in de Israëlietisshe letterkunde en in de uitlegging van het Oude Testament de hoogleeraar in de faculteit der godgeleerd heid aan voorschreven universiteit, dr. J. H. Gunning jr., nevens de hem opgedragen vakken, belast met het onderwjjs in de zedenkunde eervol ontslag Verleend aan J. G. Bennett, als leeraar aan de rjjks hoogere burgerschool te Alkmaar; aan L. J. van Rhjjn Jr., predikant bjj de Protestantscbe gemeente in Nederlandsch- Indië, thans met verlof in Reder land, op zjjn versoek, eervol ontslag uit 's lands dienst verleend 0. D. Ouwehand, artB, benoemd en aange steld tot officier van gezondheid 2e kl. bjj het personeel van den geneesk. dienst van het leger in N.-I. de voor den dienst in N.-I. bestemde offi cier van gezondheid 2e kl. P. Yff, thans gevoerd la suite van het koloniaal werfdepot, op zjjn verzoek, eervol uit den militairen dienst ontslagen- De gewone audiëntie van den minister van oorlog zal a. Donderdag niet plaats hebben- Door den minister van koloniën wordt, in afwaohting eener prinoipieele beslissing of het uitvoerrecht op suiker onder de indirecte be lastingen zal worden opgenomen, bjj een daartoe strekkend wetsontwerp aan de Tweede kamer voorgesteld de schorsing van het uitvoerrecht te bestendigen tot 1 Juni 1893. Pe minieter vleit zich dat binnen dien termjjn eene beslissing omtrent de hervorming van het Indische be lastingstelsel zal zj)n genomen. Sedert tot de schorsing werd besloten, is de concurrentie niet verminderd, maar zjjn de ondernemingen op Java er in geslaagd daaraan het hoofd te bieden. Nu zjj echter zwaar ge troffen zjjn door sereh-ziekte en den kostbaren aanvoer van rietstekken en ook nog achter stallige cjjns moet worden betaald, acht de minister het beter den toestand nog een jaar te bestendigen. Door het gerechtshof te 's Gravenhage is, ter vervulling van eene vacature van raadsheer in dat college, opgemaakt de navolgende alpha- betiscbe ljjst van aanbeveling: mr J. W. van Oosterzee, rechter in de arr.-rechtbank te 's Gravenhagemr Ph. W. Scholten, rechter in de arr.-rechtbank te Amsterdam, en mr S. Sleeswjjk, rechter in laatstgemelde rechtbank. Volgens het Fad. schjjnt het mrt de indiening der financieele voorstellen niet zoo vlot' tc gaan, als aanvankelijk verwacht werd. Is het blad welingelicht, dan waren zjj althans twee dagen geleden nog niet bjj den Baad van State ingekomen. De groote omvang, dien het hervormingsplan allengs aannam, kan daaraan wel schuld zjjn. Kon. Mil. Academie. Aan het beknopt verslag omtrent den toe stand der Koninklijke Militaire Academie ge durende het jaar 1891, getrokken uit bjj het departement van oorlog ingekomen rapporten eD verslagen betreffende die inrichting, wordt het volgende ontleend Het gedrag der cadetten was over het alge meen goed. Straffen, die wegens plagerjjen van jongere door oudere cadetten ia het begin van het studiejaar 1891/92 eenige malen werden opge legd, kwamen tegen het laatst van het jaar niet meer voor. Het ïoogenaameA baren had toen opgehouden tc- bestaan, "v f JÉ»rb?r'li»g tusjichen oudere en jongere cadettun liet niets te wenschen over. Overigens zjjn maatregelen genomen om ook voor het vervolg dergeljjke misbruiken zooveel mogelijk te voorbomen. De gezondheidstoestand kan over het alge meen gunstig worden genoemd. Een cadet overleed aan de gevolgen van ontsteking van den blinderdarm. Na 1 September deuen zich geene gevallen van ernstige ziekten voor en verreweg de meeste ziektegevallen kwamen binnen zeer weinige dagen tot genezing. Van genoemden datum tot 15 December werden 153 cadetten wegens ziekte behandeld, waartegenover in hetzelfde tjjdvak staanin 1887194 cadetten, in 1888155 idem, in 1889: 140 idem, in 1890: 127 idem. Dat bet cjjfer over 1891 iets hooger is dan over 1889 en 1890 moet voornamelijk worden toegeschreven aan de omstandigheid, dat een twintigtal gevallen voorkwamen van oorspeeksel- klierontsteking (bof.) De voeding der cadetten is zeer goed. Voor eene behoorlijke afwisseling van spjjzen wordt zorg gedragen. Keuken, magazjjnen van levensmiddelen enz. verkeeren in zeer zuidelijken toestand. in den loop van het jaar werd, op voorstel van den voorgaanden gouverneur, machtiging verleend om met ingang van het jaar 1892, in plaats van linnen, katoenen hemden, van een gewjjzigd model, aan de cadets uit te reiken. Hei waren hoofdzakelijk beweegredenen van bygiënischeu aard, die tot deze wjjziging in de uitrusting geleid hebben. De orde en netheid der gebouwen laat, ook bjj onverwacht gehouden inspectiën met te wenschsn over. Hoor de in den loop van het j»ar aangebrachte verbeteringen zjjn de vroeger geconstateerde gebreken zooveel mogeljjk reeds verholpen of wel zjjn dienaangaande nog voor stellen in beproeving of overweging. Tot laatstgenoemde voorstellen behooren o. a. de verwarming en de electrische verlichting der gebouwen. Door den inspecteur van bet militair onder wjjs wordt dienaangaande in het rapport eer-er door hem in het laatst van 1891 gehouden inspectie o. a. medegedeeld, dat het nun ver schillende klassen gebracht bezoek een hoogBt bevredigenden indruk achterliet. De betrokken leeraars bleken goed voor hunne taak berekend en het door ben gegeven onderwjjs werd blikbaar met aandacht door de cadetten gevolgd. Omtrent hun jjver en studieluBt werden gunstige rapporten ontvangen. Ten aanzien van de officieren der eerste afdeeling der krjjgsBcbool valt hierin geen verschil op te merken met vroegere jaren. De vergunning tot uitgaan der cadetten is zoodanig geregeld, dat hun meerdere vrjjheid wordt verleend, naarmate zjj zich in een hooger studiejaar bevinden. Teneinde den lust tot studie te bevorderen worden aan enkele cadetten, die zich dit door hunne vorderingen en tevens door hun gedrag boven hunne kameraden hebben waardig ge maakt, bjjzondere vergunningen tot uitgaan verleend of wel verlof van Zaterdag op Zondag, het gaan naar eene comedie of andere voor stelling toegestaan. EERSTE RARER. Regeeringsantwoord op bet voorloopig verslag over de staatsbegrooting. In dat antwoord verklaart de regeering in de alleerste plaats dat het gunstig oordeel, hetwelk over haar optreden werd uitgesproken, tot een nieuwen spoorslag zal strekken om te beantwoorden aan de belangstelling en het vertrouwen, waarmede hare verdere werkzaam heid wordt te gemoet gezien. De regeering wenscht het algemeen belang des lands in al zjjne onderdeden met jjver, maar tevens met stipte onpartijdigheid voor te staan. Eene tegenstelling van steden en platteland zoude niet anders dan tot nadeel van allen kunnen strekken en bp de regeering de meest stellige afkeuring ontmoeten. Reactie tegen de wetsbepalingen, welke onder de vorige regeering in de wet op het lager on derwjjs zjjn gebracht, ligt niet op den weg der regeering, die zich eene eerljjke uitvoering van 's lands wetten ten doel heeft gesteld. Dat sommige leden niet alles wat de regee ring sedert haar optreden verrichtte onvoor waardelijk konden goedkeuren kan geene bevreemding wekken. Dat eene geheele vernieuwing der Tweede kamer van de Staten-Generaal de stuiting van den wetgevendan arbeid medebrengt, scbjjnt der regeering niet twjjfelachtig. Zjj zag met voldoening dat deze meening ook in de Eerste kamer verdediging vond. De minister van koloniën heeft zjjne houding ten opzichte van het contract met de Billiton-maatschappjj in de andere kamer toegelicht. Hjj meent niets gedaan te hebben, wat recht gaf aan te nemen dat hjj een ander advies zou uitbrengen dan bjj, na alle noodige gegevens te hebben verkregen, zich verplicht heefc geacht in 's lands belang te doen. Wat de regeling van het kiesrecht betreft, meent de regeering reeds het bewjjs te hebben geleverd, dat zjj in deze gewichtige aangelegenheid zonder overjjüng wil te werk gaan en de regeling niet zal aanvatten dan na ernstig onderzoek en zooveel mogeljjk gron dige kennis van zaken. Zoodra de dnari- noodige gegevens zjjn verzameld en bewi zal zij echter niet met de indiening eenèr voor dracht tot regeling van het kiesrecht dralen De regeering is ten volle overtuigd van de noodzakelijkheid om ten spoedigBte tot eene afdoende regeling der levende strjjd- krachten te komen. Het onderwerp is echter van te veel gewicht en te grooten om vang om met overhaasting te worden behan deld. Het juiste tjjdstip der indiening van eene tot regeling daarvan strekkende voordracht kan uit don aard der zaak thans niet worden opgegeven. Met voldoening mocht de minister van finan ciën vernemen, dat zjjne mededeeling omtrent Bervortning van belastingen en de daar bjj in acht te nemen volgorde bjj veie leden instemming heeft gevonden. Voor eene betere regeling van de gemeen- tefin&nciën zal de herziening der ge meentewet noodzakeljjk zjjn. Bovendien is daartoe noodig, dat het rjjksbelastingstelsel beter zjj geregeld. Het uitstellen der peraequatie had zon der twjjfel eene schaduwxjjde de minister van financiën heeft zich dit nimmer ontveinsd. Naar zjjne opvatting echter was het noodzake ljjk. Het ligt in zjjne bedoeling eene herzie ning der wet op de grondbelasting, waarin dan de peraequatie wordt opgenomen, dermate te bevorderen, dat de herziene wet met 1 Januari 1893 in werking trede. Van de in het voorloopig verslag medege deelde uitkomsten der uitvoerige gedachten- wisseling, die in een der afdeelmgen over de sociale vraagstukken werd gehouden, is met voldoening kennis genomen. l)e regeering verheugt zich over de daaruit bljjkende in stemming met hare overtuiging, dat tot bevor dering eener goede oplossing aer sociale vraag stukken ook door de wetgevende macht behoort te worden medegewerkt. Eene geheele opheffing der finaucisele be trekkingen tusschen staat en kerk kan geacht worden niet wel mogeljjk te zjjn, zoolang art. 171 (vroeger 168) der grondwet onveranderd bljjft. In verband hier mede zal de kamer het der regeering wel ten goede willen houden, dat zjj zich niet wenscht te begeven in beschouwingen over het nut en de noodzakelijkheid van maatregelen, die tot zoodanige opheffing zouden kunnen leiden. Ook de regeering ziet geen heil in de op richting van een afzonderlek ministe rie, hetzjj van landbouw, hetzjj van a r- beid en onderwjjs, waarin landbouw van zelf begrepen zou zjjn. Wel acht zjj het daarentegen wenscheljjk zooveel mogeljjk de zorg voor geljjksoortige belangen bjj yen te brengen; en zjj beeft daarom t-nkele posten van het departement van water staat naar dat van binnenlandse he zaken over gebracht. Naar aanleiding van de vraag, welke plannen de regeeiing heeft in het belang van den land bouw, kan worden opgemerkt, üat bjj de ver betering van het belastingwezen de belangen van den landbouw baat zullen vinden, terwjjl voorts het land bon wonder wjjs en de zorg voor waterafvoer en verkeersmiddelen dien belang rijken tak van onze volksnjjverheid zeer ten goede zullen komen. Wekelij ks che opgaaf betreffende de Ned. herv kerk. Beroepen naarTjerkgaast G. J. van Paassen. te Langmeer. Bedankt voor; Den Bommel I. G. Bruining te Schoonhovenen voor Wildervank c. a. 0. A. Pantekoek te 's Heerenberg. Aangenomen naar Gulpen o. a. Hamelberg te Hjjtaard. Bjj de eerstvolgende voorstelling, Vrjjdag 12 Februari te Middelburg te geven door het gazelschap der heeren De Vos en Van Korlaar, zal worden opgevoerd Lotos, oorspronkelijk drama in drie bedryyen door M. Constant, een pseu doniem, waarachter zich eene als schrjjfster van enkele tooneelstukken bekende Haagsche dame verbergt. Dit drama verwierf te Rot terdam zeer veel bjjval. He hoofdrollen daarin worden vervuld door mevrouw Aieida Mulder - Roelofsen en den heer W. C. Rooyaards. Het bjj de Nieuwesluis aan den grond gevaren Eng. ss. Whimbrel is, na een gedeelte aer lading gelost te hebben, met assistentie van sleep booten, Zondagavond vlot en te Vlis- aingen in de haven gekomen. Het zal in het droge dok aldaar gezet worden, om te worden nagezien. Met 6 Februari e. k. zjjn verplaatst de brigadier majoor tit. T. Vos, van Hemkenszand naar Groede, en A. Pover, brigadier derrjjks- veldwachc van Groede naar Hemkenszand. By een landbouwer, op den 's Heer-Hen- drikskanderendyk na bjj Goes,gleed een molenaar, icrwyl hy op zjjn wagen een zak met meel optilde, uit en viel achterover van zyn voertuig. Hoewel de man bewusteloos werd opgenomen, Ti laat het zioh aanzien dat zyn val geen ernstige rj|,gevolgen zal hebben. Door het duister misleid u. eene vrouw in die buurt door het open staand luikgat in den kelder en brak haar beau. Blykens het verslag, uitgebracht op verleden week gehouden jaarvergadering van het musschengilde te Yerseke, zyn vorig jaar 1355 musschen en tot musschen herleide vogels en eieren aangebracht. De inzender van het hoogste ge; al 168 was P. Glerum; daarop volgden A. Kidderhot, F. van Kruinin- gen en A. Zuidweg. Aan deze vier werden de door het bistuut tot een gezamenljjk bedrag van 5 uitgeloofde premiën toegewezen. Voor JNisse iets buitengewoons 1 Zaterdag avond trad aldaar, in de nerberg van G. de Biaey, de muziek- en rederykersvereemging Vooruitgang zij ons streven van Kwadendauime op met zeer afwisselend programma. Verschil lende muziekstukken werden ten gehoore gege ven, benevens een tweetal bljjspelen De twee dooven en Ben studentenstreektot slot eene pantomime. Wanneer men weet, dat bjjna alle leden dezer vereemging tot den eenvoudigste® boerenstand behooten en des daags met harden handenarbeid den kost moeten verdienen; de lange winteravonden alleen tot onderricht en repetitie beschikbaar hebben, en de vereeniging bovendien zich in weinig fiuancieelen steun mag verheugen, dan kan men zegt onze berichtgever deze jonge mannen met hunnen wakkeren directeur aan het hoofd niet anders dan prjjzen voor hunne opoffering, hunnen jjver en hun goeden wil. Over het geheel schenen overigens hunne muzikale gaven grooter dan hunne rederjjkerstalenten. Jammer, dat het publiek, ook door de heerschende influenza, niet talryker opgekomen was. - Het drjjf jjs is in den Eendracht zoodanig opgeruimd dat de gewone overzetting aan het poutveer van Tholen op Noord-Brabant weer plaats heeft. Tot de aanstelling van een derden onder wijzer aan de openbare dorpsschool te Zaam- slag wordt, in weerwil van de beide oproepingen- niet overgegaan, daar het getal leerlingen aan die school op 15 dezer slechts 144 bedroeg, 2 bestelen het minimum-aantal, dat de aanstelling van nog een onderwyzer noodzakeljjk zon maken. Men schryft ons uit Biervliet Zooals bekend is zal eerlang weder een ge-3 deelte van den Brakman worden ingedykt; waardoor de Angelmapolder met den vasten wal zal worden verbonden. Het rapport van Gedeputeerde staten, op eene desbetr ffende aanvraag van het bestuur der domeinen om concessie tot inpoldering, ligt ter lezing en daaruit bljjkt dat genoemd college voorstaat het maken van een los- en laadplaats aan het Westgat, benevens een keiweg door den te bedyken polder. Deze weg zal een gedeelte vormen vay eeu

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1892 | | pagina 1