N° 13.
135" Jaargang.
1892.
Zaterdag
16 Januari.
Deze courantverschijnt d a g e 1 ij k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.
Afzonderlijke nommers, met of zonder bijvoegsel,
zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën20 cent per regel. Bij abonnement lager.1
Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle
dankbetuigingen; van 17 regels 1.50;
iedere regel meer ƒ0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Telephoonnommer 139.
Middelburg 15 Januati.
Een nuttig en belangrijk kijkje.
RECHTSZAKEN.
UIT STAD EN PROVINCIE.
iiiiiiiriiii iii.siiii nu kam.
Thermometer. j Agenten te VliseingenP. G. de Vet Mestdagh Zoon, to Goes. A. A. YiBolland,te KrumingenF. v. d. Peill, te ZierikieeA. C. de Mooij, te TholenW. A. j Adve*tentiën
Middelburg 15 Jan. in. 8 u. 80 gr. i van Neeuwenhuijzen en te TerneuzenM. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de moeten des namiddags te óitn tmr
m. 12 o. 82 gr., av. 4 o. 32 gr. F. advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmaï, te Rotterdam, de Gebb. Bbijntants, te 's Gravenhage, en A. de da Man Azn., te Amsterdam. j aan het bureau bezorgd ijjn, willen
Verwacht Z. O. wind. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjji en Londen, de Compagnie générale Publicité étrangère G. L. Daube Cns., John F. Jones, opvolger. zjj des avonds nog worden opgenomen
ii.
Over de mededeeling, dat in het weeshuis
te Cempuis jongens en meisjes gemeenschap
pelijk worden onderwezen door onderwijzers
en onderwijzeressen behoeven wij niet uit
te wijden. Dergelijke toestand is voor ons niet
vreemdgemengde scholen hebben in ons
land vrij wel het burgerrecht verkregen.
Van meer belang is het streven in dat
gesticht om aan de lichamelijke opvoeding
eene eereplaats te géven. Meer en meer
wordt ook in ons land het nut erkend van
veel zorg te besteden aan het lichaam
vooral nu wij in de laatste jaren gevaar
liepen tot een uiterste in tegenovergestelden
zin over te slaan en de ontwikkeling van
den geest te bevorderen ten koste van de
lichamelijke gezondheid. Dat gymnastiek
bovenaan staat op het programma ligt voor
de handzij wordt onder de meest ver
schillende vormen beoefend klassikale
oefeningen met en zonder werktuigen in een
ruim lokaal, afwisselende kracht- en behen-
digheidspelen gedurende de speeluren
steltloopen, hoepelen, balspelen, knikkeren,
rijden op rolschaatsen enz.in den winter
schaatsenrijden; in den zomer zwemmen en ba
den, in eikjaargetijde vélocipè Jeryden,dansen,
militaire excercitiën, behandeling van wapens,
schietoefeningen, battoneeren, boksen, worste
len, koorddansen en behandeling van de
brandspuit. Dit programma wordt volledig
gemaakt door veelvuldige wandelingen in
den tnin en in de omstreken, door voetreisjes,
veldarbeid en handenarbeid en eindelijk
brengen al de kinderen élk jaar een veertien
dagen of drie weken aan de zeekust door.
Al de kweekelingen, jongens, zoowel als
meisjes, worden door dit stelsel^onvermoeide
voetgangerszij doorkruisen te voet groote
afstanden, waarbij zij dagelijks van 25 tot
40 kilometers afleggen, zonder de minste
vermoeienis te toonen en zonder te klagen.
En daarmee gaat gepaard een gepaste
ontwikkeling der hersenen. De algemeene
gemiddelde tijdsverdeeling in dat gesticht is
voor lichaamsoefeningen 7 uur, verstandelijken
arbeid 73/t uur, slapen en eten 9b4 nur.
In dat weeshuis kent men geen vacanties,
zoo lezen wij in het opstel van den heer Sluys.
Men meent dat zij eer na- dan voordeelig
zijn en dat niets rechtvaardigt om gedurende
een of twee maanden het opvoedingswerk
te staken, daar het om doel te treffen on
verpoosd voortgezet moet worden.
Bij het lezen van deze mededeeling drong
zich in de eerste plaats de vraag bij ons op
hoe gaat het dan met hen, die onderwijs geven?
Het ligt voor de hand dat in een weeshuis als
te Cempuis het geven van vacantie zijne eigen
aardige bezwaren oplevert. Wat zal men
gedurende dien tijd met de weezen uitrichten?
En waar er van vacantie sprake is, heeft
men daarbij natuurlijk meestal het oog op
de ontwikkeling van het verstand, waaraan
het voor gewone scholen en inrichtingen zoo
nuttig is, èn voor leerlingen èn voor leeraren
en onderwijzers, eenigen tijd rust te gunnen.
En nu moge men te Cempuis wellicht
genoeg personeel hebben om by beurten
enkelen daarvan eenige dagen of weken
vrij te geven, bij eene gewone school is dit
moeilijk, zoo niet onmogelijk.
Waar men ons de inrichting van het
weeshuis-Prévost als voorbeeld voor het
algemeen voorhoudt, dient men ook op
dergelijke bezwaren te letten.
Wanneer men andere scholenslecht
georganiseerde, zooals men die noemt, waar
hare inrichting niet overeenkomt met het
stelsel, te Cempuis in toepassing gebracht,
tot een verwijt maakt dat de leerlingen
daarvan hunkeren naar de vacanties, die
hen de tjjdeljjke ontheffing zyn van een
ondragelijk juk, dan dient men ook de oogen
niet te sluiten voor de groote moeilijkheden,
die het veranderen van slechts een onderdeel,
dat der vacanties, met zich brengen zou, en
voor den nu nog moeilijk te overzienen omme
keer, welken het doen vervallen van eenige
rustdagen in het jaar teweeg zou brengen
in de gewone organisatie van ons onderwijs.
Wij willen wel erkennen dat het vacantie-
stelsel, zooals het nu is ingericht, ons lang
niet zonder bezwaar schijnten het geven
van zulk een langen rusttijd als 't zomers
aan sommige inrichtingen gewoonte is, voor
leerlingen en ouders ons noch nuttig noch
gewenscht voorkomt. Maar het geheel doen
vervallen van zulk eene vacantie zou ons
nog bedenkelijker schijnen.
Wij willed overigens gaarne gelooven dat
het systeem, in het gesticht-Prévost toegepast,
uitstekende vruchten oplevert. Het ligt voor
de hand dat het niet anders dan gunstig
werken kan, wanneer men een opvoedkundig
stelsel volgt, waarbij alle behoelten, alle recht
matige wenschen der kinderen worden be
vredigd; waarbij de oefeningen een oneindige
verscheidenheid aanbieden en altijd in over
eenstemming zijn met ieders kracht en
bekwaamheidwaarbij door de afwisseling en
het evenwicht der lichamelijke, verstandelijke
en zedelijke vermogens de kinderen la joie de
vivre (het volle levensgenot) genieten, dat
het meest sprekende kenteeken is van de
gezondheid naar lichaam en geest.
En willen onze lezers de resultaten van
dit stelsel leeren kennenWelnu, zij nemen
kennis van de volgende verklaring van den
heer Alexis Sluys in zijne brochure
»De zedeljjke kracht der leerlingen te Cempuis
vindt baar tegenwicht in hunne lichamelijke
kracht. Duizeligheid bjjv. kennen ze niet;
nog kort geleden hebben zjj een tameljjk hoog
gebouw helpen oprichteneen gebouw 60 M.
lang, 8 M. breed en 10 M. hoog, bevattende
de schoollokalen en de slaapzaal. Het werd
in 1888 gebouwd, met medehulp van 150 leer
lingen; men zag hen de ladders opklimmen,
over muren en balken loopen, met kalm gelaat
en vasten tred. Wanneer zjj pjjn moeten ver
dragen, toonen zjj zich ongevoeligkleine
chirurgicale operaties, die bjj zulk een groot
aantal kinderen niet te vermjjden zjjn, veroor
zaken geen enkelen gil. De directeur en de
ziekenoppassers kweekelingen van het
weeshuis hebben zelfs somtjjds gelegenheid
een wond dicht te naaien, een flinke maatregel,
waarvoor de meesten ten onrechte terugdeinzen;
wanneer een tand getrokken moet worden
hoort men zelden een kreet. Spoken en
duisternis maken hen niet bevreesd hun her
senen worden niet bewoond door ingebeelde
wezens, waar zooveel kinderen, wier eerste
opvoeding slecht geleid werd, zoo bang voor
zyn. De vooroordeelen omtrent sommige be
lasterde dieren: spinnen, salamanders, padden,
slangen, hebben geen vat op hen. Zjj zyn
gehard tegen de vernederende neigingende
vrees en de gevoelens die uit vrees voortspruiten.
Die noodlottige gevoelens, waarvan domme
opvoeders gebruik maken om het karakter van
hunne kinderen te bederven en een onbeperkt
gezag over hen te houden, zyn te Cempuis dan
ook niet bekend.
»Door dit stelsel is het gelukt gezonde, sterke,
bekwame en goede kinderen te verkrygen. Hun
bljj gelaat, de prachtige ontwikkeling hunner
spiereD, hun weerstandsvermogen tegen ver
moeienis, hun zedeljjke kracht, toonen dat de
gemeenschappelijke opvoeding der beide Bexen
en de afwisselende lichaamsoefeningen een
machtige uitwerking hebben, die behoedt voor
slechte gewoonten en bespiegelingen, en die
zelfs in staat is hen, die daaraan leiden, ervan
te genezen."
Het kan natuurlijk niet in onze bedoeling
liggen het opstel van den heer Sluys op den
voet te volgen.
Wy wenschen hier echter, vóór wij tot de
bespreking der hoofdpunten van het daarvan
aangeprezen systeem overgaan, alleen er op
te wijzen dat de school-uitstapjes, een der
meest doeltreffende hulpmiddelen voor de
lichamelijke, verstandelijke en zedelijke op
voeding, voor de leerlingen even leerzaam
als aangenaam zijn dat zij daarbij de meest
mogelijke zuinigheid in toepassing brengen
en zij zeiven voorzien zijn van de noodige
toiletartikelen, couvert voor middagmaal en
een zak om stroo in te doen, waarop zij
slapen,
Verder brengen zoo lezen wij de
verpleegden een veertien of twintig dagen
aan het strand te Mers-les-bains door. De
reis wordt gedaan in 3 tot 6 dagen, volgens
een reisplan, dat elk jaar verschilt.
Men zal zich daarbij zeker zooveel moge
lijk aan het vastgesteld programma houden
maar in ieder geval lazen wij deze mede
deeling wel met eenige verbazing, waar men
eerst zoo hoog opgaf van het weglaten van
vacanties. Het onderricht in zijn geheel
voortzetten is, dunkt ons, bij dergelijke
tochten en bij zulke dagen, aan zee door
gebracht, vrij wel onmogelijk. Er is dus
wel degelijk sprake van rusttijd of mindere
toepassing van het leerprogram. Of de
mededeeling omtrent de vacanties is minder
juistóf wij verschillen met den heer Sluys
in gevoelen over het begrip vacantie.
Wij stippen dit aan om er nogmaals op
te wijzen, hoe men bij dergelijke regelingen
vooral rekening moet houden bij eene verge
lijking van de inrichting in het weeshuis-
Prévost met die in andere scholen of wees
huizen.
Op de verstandelijke, de moreele opvoe
dingsmethode en den handenarbeid, die men
te Cempuis in toepassing brengt, wijzen wij
in een volgend opstel.
Uit de Staatscourant is alzoo gebleken, dat
werkelyk de kolonel Pompe ran Meerdervoort
zyn ontslag heeft gevraagd en gekregen als
gouverneur van Atjeh. Een onverkwikkelijke
episode te meer in deze onverkwikkelijke Atjeh-
geschiedenis l Kolonel Pompe, lang vooruit
aangewezen als opvolger van generaal van
ïeyn, met dat doel buitengewoon bevorderd,
begroet als de eenige man om de pacificatie
te leiden, treedt enkele maanden na zyn op.
treden terug wegens verschil van gevoelen met
het Indisch bestuur I
Eén van bt ide scbynt het geval te zyn
öf men heeft zeer lichtvaardig hem tot deze
hooge betrekking geroepen, zonder zich goed
rekenschap te hebben gegeven van bet beleid,
dat hjj zou wenschen te volgen, öf men is,
toen men den nieuwen gouverneur aan 't werk
zog, teruggedeinsd voor de medeverantwoorde
lijkheid voor zyn beleid en heett hem 't volgen
daarvan onmogelyk gemaakt. In beide ge
vallen zyn fouten begaan, waarvan het ernBtig
karakter niet te miskennen valt.
Het zal noodig zyn, dat hier meer licht opga,
opdat niet het vertrouwen in het Atjeh-beleid
der Indische regeering te eenen male wordt
geschokt.
Wat is van den opvolger van kolonel Pompe
te wachten Elke voorspelling zou gevaarlijk
zyn. Kolonel Deykerhoff staat zeer hoog aan
geschreven om zyn kunde en doortastend
karakter. Om zyn zelfstandigheid heeft hy 't
nogal eens te kwa id gehad met zyne superieuren,
en de mail-couranten der laatBte tjjden hadden
allerlei verhalen, dat de legercommandant den
ongemak kelyken overste by de kolonels-benoe
mingen wilde passeeren. Als griet werd hem
o. a. aangerekend, dat hy aan 't ministerie vat,
koloniën een plan van reorganisatie der Indi
sche krijgsmacht heeft aangeboden, zonder den
leger-commandant daarin te kennen eD als
inianterist, by den generalen staf werkzaam,
een andere inrichting der artillerie heeit trach
ten te bevorderen.
In elk geval heeft generaal VanZijll de Jong
een overwinning op zichzelf behaald door thans
juist hem voor te dragen.
Kolonel C. Deykerhoff behoort tot de infante"
rie, werd in 1861 tweede, in 1865 eerste lui
tenant, in 1873 kapitein, in 1881 majoor, in
1885 overste en nu onlangs kolonel. Hy is
51 jaar ond. Vaderlana.)
Op vriendelijk tot ons gericht verzoek, geven
•wy volgaarne een plaatsje aan het volgende)
dat wij ten zeerste aanbevelen in de aandacht
van haar, tot wie dit woord is gericht
Bond ter bestrijding eener gruwelmode.
Een beroep op de Nederlandsche vrouwen.
De vrouwelyke jjdelheid heeft ten allen tjjde
een groote rol gespeeld, en in de meest uiteen-
loopende vormen hare openbaring gezocht en
gevonden. Zjj heett eene mode in het leven
geroepen, die even belachelijk als erger
1 jj k is, de mode om vrouwenhoeden en
vrouwenkleederen met vogeliyken te ver
sieren.
Engeland en Frankrjjk voerden in een enkel
jaar tjjds 160.000 vogelhuiden in. Gedurende
het laatste »saison" bedroeg deze invoer in
Frankrjjk alleen een millioen colibris.
Deze laatsten worden, om den glans hunner
vederen te behouden, levend gestroopt.
E?n handelaar in Londen kreeg in eene bezen
ding de ljjken van 32.000 colobris, 80.000
watervogels en 800.000 paar vleugels. In
Italië worden honderdduizenden zangvogels op
hun doortocht vernietigd. In het najaar van
1890 zag men op de markt te Biescia in eene
maand 473.792 trekvogels. In Tnüringen vindt
men plaatsen waar een enkel persoon dagelyks
ongeveer 1(0 zangvogels vangt. Een oogge
tuige verhaalt dat een koopman uit Hamburg
10.000 kleine papegaaienlyken kocht. Dezelfde
getuige zag dat een Arabisch meisje 600 vogels
in een enkel nar om het leven bracht.
Het is niet genoeg, dat al deze gedoode
vogels een offer der mode worden, velen ont
komen uit het net, gewond en met geknakte
vleugels, en komen by duizenden ellen
dig om, terwjjl het broed der dooden ver
hongert bjj miliioenen.
Wy hopen aat deze feiten spreken ter
rechtvaardiging van onzen Bond, en richten
tot alle edele weldenkende vrouwen de beae
zich bjj ons aan te sluiten, om nadruk te geven
aan haar protest, dat op zichzelt staande zonder
invloed bljjit.
Iedere fijngevoelige vroaw toch zal zich
atwenden van eene mode, die den barbaarschen
smaak der Indianen navolgt, en strjjdt tegen
eik waar schoonheidsgevoel. Welke beschaafde
vrouw zal, na algemeene bekendheid dezer
feiten, den trenrigen moed hebben medeplichtig
te zyn aan deze verregaande wreedheid en
smakeloosheid, want elk kooper der ter dood
gemartelde diertjes is medeplichtig aan
aeze gruwelyke handelwyze.
Het is zondigen tegen de natuur, ter wihe
eener dwaze ydelheid, hare schoonste kinderen
te verdelgen, zoowel als tegen datgene, wat
den menschen, en vooral der vronw het hei
ligste zyn moestmedelyden, ontfer
ming 1
Zjj, die wenschen tot den bond toe te treden,
worden verzocht zich aan te melden bjj eene
der ondergeteekenden
Douairière De Jong van Beek en Donk, geb.
gr. vin N ahüij3, Hintham bjj 's Boscb mevrouw
Goekoop, gtb. De Jong van beek en Lonk,
'b GravenhageA. A. Pompe van Meerdervoort,
Biezelinge, Zeeland C. R. van Eelde, C -ta-
rynencingel, Utrecht; C. baronnesBb 1 aetsvan
Amerongen, Anna Paulownastiaat 69, "sGra-
ventiagetn E. de Jong van Beek en Donk,
secretaresse, Hintham by 's Bosch.
Bjj kon. besluit
is den heer A. Gray, op zyn verzoek,
eervol ontslag verleend nit zyne betrekking
van consnl te Sydney;
is benoemd tot onderwjjzer in de gymnastiek
bjj de rjjkBkweekschool voor onderwjjzers te
Haarlem, J. A. van der Boom, te Amsterdam;
en tot onderwjjzer by den cursus tot op
leiding van gymnastiekonderwjjzers, verbonden
aan de rijkskweekschool voor onderwijzers te
Haarlem, J. A. van der Boom, te Amsterdam.
De gewone audiëntie van den minister van
justitie zal op Dinsdag 19 Januari a. s. niet
plaats hebben.
In de St. Ct is opgenomen de wet van den
28en December 1891, tot verhooging der be
grooting van uitgaven van NederlandBch-Indië
voor het dienstjaar 1892, ten behoeve van de
voorbereiding der exploitatie van het Ombiliën-
kolenveld door het gouvernement.
Daarbjj is bepaald dat aan de Te afdeeling
van het le hoofdstuk der begrooting van uit
gaven van Nederlandsch-Indië voor het dienst
jaar 1892 wordt toegevoegd
Onderafdeeling 36a. Voorbereiding van de
exploitatie van het Ombiliën-kolenveld ter
Sumatra's Westkust door het gouvernement
I 130,000;
en aan de Ve afdeeling van het 11e hoofdstuk
der voornoemde begrooting wordt toegevoegd
Onderafdeeling 65a. Voorbereiding van de
exploitatie van het Ombiliën-kolenveld ter
Sumatra's WestKust door het gouvernement
520,000.
Ammdusements-Rechtbank te Middelburg.
Heden (Vrijdag) zyn veroordeeld wegens
mishandeling: D. W., 32 j., koopmaD,
Sluis, tot 7 d. gev. straf; en J. J. D., 33 j.,
en H. J. D., 20 j., voerman, beiden Sluis, en
S. R., 22 j., werkman, Koewacht, allen tot 8
b. s. 8 d. h., en E. H., 21 j., arbeider, St.
Junsteen, tot 5 b. s. 5 d. h. j
mishandeling en beleediging
van een beambte: A. v. 't V., 21 j.,
timmermansknecht, Oudelande, tot 7 d. gev.
straf
beleediging: J. D., 22 j., koopman,
Hoedekenskerke, tot 3 b. s. 3 d. h.
storing eener godsdienstoefe
ning: C. v. O., 18 j., en J. M., 18 j., werk
lieden, Wemeldinge, ieder tot f 8 b.s. 8 d. h., en
vernieling: A. L., 66 j., hondenkoopman,
Goes, tot 12 b. b. 10 d. h.
Allen in de kosten.
Vrijgesproken zynP. v. E., 63 j.,
werkman, Zniddorpe, beklaagd van diefstal
J. v. D., 29 j., arbeider, St. Jansteen, en P. R..
50 j., werkman, Koewacht, beiden beklaagd
van mishandeling, en F. d. S., 40 arbeider,
Kapellebrug (St. Jansteen), beklaagd van mis
handeling en vernieling.
Voor het gerechtshof te 's Gravenhage
stond, zooals in een vorig nommer in het kort
werd medegedeeld,'Donderdag terecht D. v. d. B.,
schipper te Viane, gemeente Ouwerkerk, in
Duiveland (Zeeland), als appellant van een
vonnis der rechtbank te Zierikzee, waarbjj hy
tot twee jaren gevangenisstraf is veroordeeld
wegens het opzetteljjk gebrnik maken van een
vervalsoht geschriit als ware het echt en on-
vervalscht, en tegen welk vonnis ook was ge
appelleerd door den officier van justitie bjj de
Zierikzeesche rechtbank.
Bekl. had met eene weduwe een zoogenaamd
koop-hunrconiraet gesloten, krachtens hetwelk
hy van haar een schuit in hunr had, met be
paling dat dit vaartuig na zekeren tyd zyn
eigendom zou worden. Toen by nn in 1889
door de weduwe tot betaling der verschnldigde
som werd aangesproken, werd door hem gepro
duceerd eene quitantie groot ƒ5325, welke
quhamie was onderteekend met den naam van
den (intusBchen overleden) zoon der weduwe,
met wien de bekl. zeer bevriend was. Bekl.
gaf op, dat hy zelf de quitantie had geschreven
in den vorm zooals hy die verkoos, omdat de
zoon der weduwe zyne rekening enz niet dni-
del jjk steldedat deze quitantie door den zoon
der weduwe is geteekend, en dat daarop de
betaling aan dezen heeft plaats gehad.
Nadat een aantal getuigen waren gehoord,
werd bekl.'s verdediging voorgedragen door
jhr mr W. Th. C. van Doorn, die in de eerete
plaats deed opmerken, dat bekl. terecht staat
niet wegens het valscheiyk opmaken der qui
tantie, maar alleen wegens het opzetteljjk ge
bruik maken van het valsche stuk, zoodat te
beslissen is de vraag, of uit het gebruik, dat
daarvan gemaakt is, nadeel kon ontstaan. Voor
de ontkennende beantwoording van deze vraag
wees pleiter erop, dat de zaak van het schuiten-
verhuren gedreven werd door dewednwe; dat
in hare tegenwoordigheid de betaling geschiedde
en dat nergens bljjkt van een mandaat, door
de weduwe aan haren zoon verleend om voor
haar als procuratiehouder op te treden. Voorts
wees pleiter op verschillende feiten en omstan
digheden, ten betooge dat daardoor beklaagde's
beweringen öf niet weersproken öt bevestigd
worden. Pleiter concludeerde met vol ver
trouwen tot vrjjspraak.
Procureur-generaal mr Bjjleveid betoogde,
dat wel degeljjk de mogeljjkheid bestond dat
uit bet gebruik maken van het stnk, waarvan
de valschheid wordt beweerd, nadeel kon ont
staan, en wees verder o. a. op de z. i. er ver
dacht uitziende quitantie, en op de verschillende
aanvankeljjk door bekl. gedane opgaven be
treffende de herkomst van het geld, waarmede
hy zou betaald hebben. Z. E. GA. requireerde
bevestiging van het gew ezen vonnis.
Uitspraak 28 Januari.
Men meldt ons uit Vlissingen
Terwijl in vele andere gemeenten van onü
land de influenza zoo vele personen ten grave
sleept, maakt deze gemeente daarop bepaald
eene gunstige nitzondering.
Alhier is Bedert den 8 jl., dus in zeven dagen;
niemand als overleden aangegeven torwjjl er
van af 1 Jannari tot op heden, Vrjjdag, Blechts
8 personen overleden.
De bevolking van deze gemeente bestond op
31 Dectmbcr 1890 nit 6685 m. en 6949 vr.,
totaal 13.634 personen.
Zjj vermeerderde door geboorte met 296 tn.
en 279 vr., totaal 575; door vestiging met
668 m. en 471 vr., totaal 1139; aldus tezamen
met 964 m. en 750 vr., totaal 1714 personen.
Zjj verminderde daarentegen door het over-
lyden van 139 m. en 130 vr., totaal 269
vertrek van 573 m. en 423 vr., totaal 996 j
alzoo te zamen met 712 m. en 553 vr., totaal
1265 perionen.