Zonder liet te bedoelen. "FEUILLETON. Verspreide Berichten. RECHTSZAKEN. VERKOOPINGEN ENZ. men zgn en met de vergadering, thans hier bgeen, wil hjj, om tot eene beantwoording ervan te komen, een drietal vragen behandelen. In de eerste plaats: is eene vereeniging als door den heer GildemeeBter bedoeld en als te 's Gravenhage bestaat te Middelburg wensche- ljjk en levensvatbaar? En in de tweede plaats zoo ja, sal zg nitslnitend werkverschaffing ten doel hebben ot sal zy door oprichting van een werkbnrean de verhoudingen tussohen den werk gever en den arbeider trachten te verbeteren? In de derde plaats dient, worden beide vra gen in bevestigenden tin beantwoord, dan de vraag besprokenzal de vereeniging optreden als een zelfstandige vereeniging met eigen statuten of tal zij zich trachten op te lossen in de bier bestaande Vereeniging tot het bezoeken der armen t Het zou tegen de bedoeling der sprekers zjjn en ook te veel plaats eischen, wanneer wjj de zeer breede discussies, die naar aanleiding van de gestelde vraren en in verband met hetgeen in de beraadslaging werd opgemerkt, werden gevoerd, ook maar korteljjk trachtten weer te geven. Wjj laten dit daarom na en zullen alleen onze indrukken resnmeeren. In de eerste plaats werd de kwestie op het tapijt gebracht, of het ook op den weg der vereeniging liggen zal de leer van het socia lisme te bestrjjden. Daarover spraken voor- en tegenstanders. Het meerendeel bleek echter van oordeel dat het wenschelijk is den werke looss in staat te stellen door eerljjken, betaalden arbeid brood voor zich en de zjjnen te ver dienen, tengevolge waarvan hjj tot tevredenheid gestemd wordt en minder het oor zal leenen aan volksmenners of volksopruiers. Over het algemeen achtte men verder de wenscheljjkheid van eene vereeniging in den geest als die te 's Hage bestaat voor Middel burg boven allen twjjfel verheven, waarmede wii echter niet zeggen dat allen het daarom trent eens waren. Van de zijde der laatsten werd be zeerd dat in Middelburg geen of bjjna geen armoede werd geleden, mits werk begeerd werd, en dat de werkeloozen, die er zjjn, dit aan eigen schuld te danken hebben. Ook werd aangevoerd dat de behoefte aan werkverschaf fing thans niet grooter is dan vroegeralleen springen in den laatsten tijd de nooden en ellende van een deel des volks meer in het oog. Ook werd erop gewezen dat de meeste wer keloozen reddeloos verloren zjjn voor de maat- sohappjj en dat, om hun hulp te verleenen, de kerkgenootschappen met hunne barmhartige liefde of het burgerlijk armbestuur uit politie oogpunt optreden moet. Nog werd erop gewezen dat het moeiljjk zal zjjn de particulieren het geven aan de deur af te wennen en ze op te wekken eene ver eeniging als hier bedoeld te steunen. Van andere zjjde, van den kant dergenen die de oprichting eener vereeniging wel wen- scheljjk achtten, werd beweerd dat daardoor het geluk van het algemeen bevorderd, een dam tegen het socialisme opgeworpen en een goede strjjd tegen de maatschappelijke kwalen gevoerd zou worden. Van die zjjde werd gezegd dat er wel degeljjk een aantal werkeloozen in Middelburg gevonden worden, die wel willen maar uit gebrek aan arbeid niet kunnen werken. Bjj de vraag of de vereeniging levensvat baarheid hebben zou, werd door Bommigen, die daaraan geloofden, als eerste voorwaarde gesteld dat dan alle in Middelburg bestaande philan- trophische inrichtingen zich zouden moeten oplossen in eene centrale vereeniging voor armenzorg. Enkele heeren waren het met dit denkbeeld eens, andere daarentegen wensohten de be staande philentropnische inrichtingen in stand te zien bljjven. Voor centralisatie van armen zorg werd gewezen op de daardoor te verkrjjgen controle en hoe daardoor te voorkomen is dat sommige armen 4 of 5 maal worden bedeeld en anderen niet eenmaal. Tegen centralisatie sprak men zich uit, omdat men zich het heft niet uit de hand wensohte te geven om te doen wat men in zjjn kring en ook daar buiten wenscht te doen. Van andere zjjde werd in het licht gesteld dat hetgeen hier besproken wordt eigenljjk geen armverzorging maar werkverschaffing aan hen, die geen werk hebben, betreft. Men wenscht de menschen, die geen eten hebben, te helpen door ze te laten werken maar niet door ze te bedeelen. Natuurljjk moe u uy werkverschaffing contröle zjjn en daartoe dient een werkbureau of kamer van navraag of wel een gesalarieerd persoon bestemd te worden, wiens taak het is na te gaan of zjj die aan werk worden geholpen het verdienen. Na verschillende gedachtenwisseling omtrent een en ander, waarbjj op eene gedane vraag werd geantwoord dat de mededeeling, door ds Van Ghrel Gildemeester gedaan dat er te Mid delburg ruim 200 werkeloozen zjjn, juist is, werd ook toegegeven dat eene vereeniging als boven bedoeld levensvatbaarheid hebben kan. Eindeljjk werd de kwestie besproken of de vereeniging op zioh zeiven staan moet dan l'ii Aet Mngelsch. Til GK 8 A K G K N T, HOOFDSTUK XXXIX. Tom Grlgfon. „Gij moet reeds lang gezien hebben dat Mnmbles een onweerstaanbare aantrekkings kracht voor mij bad." zei Tom Grigson. „Gij schrijft mij een groote mate van opmerkingsgave toe", zei de oude heer, met een glimlach, ofschoon hij ernstig wilde blijven. wel zich kan oplossen in de Vereeniging tot het bezoeken der armen. Ook bier had men voor- en tegenstanders De voorstanders van het zich oplossen in de bestaande genoemde vereeniging wezen erop dat deze met eane kleine wjjziging in hare statuten precies doen kan wat de Christelijke Volksbond wil en toonden aan dat dit practisch wezen zou, omdat de vereeniging naam heeft, een goed verleden, een archief om uit te put ten, een groot vertrouwen en goede krachten in haar bestuur. Er werd ook op gewezen dat de vereeniging reeds een stap in deze richting deed door het verstrekken van materiaal als anderszins. Tegenstanders waren van oordeel dat, waar het deel van de nieuw te stichten veresnigin- gen alleen het verschaffen van werk is, het niet mogelijk is dat zjj zioh oplosse in eene vereeniging voor armenzorg. Trouwens het was verre van zeker dat de Vereeniging tot het bezoeken der armen genegen zjjn zou den weg, hier bedoeld, op te gaan. Nadat bjj zitten en opstaan was uitgemaakt dat de aanwezigen meer gevoelden voor het oprichten van eene zelfstandige vereeniging dan voor oplossing in eene andere dankte de leider de heeren voor hunne opkomst, onder toezegging dat zjj die de vergadering samen riepan zullen overwegen, hoe nu verder dient gehandeld. Arrondissements-Kechtbank te Middelburg Opzettelijk doen zinken van een geassu reerd schip. Yoor bovengenoemde rechtbank bad zich heden te verantwoorden de twee en dertig jarige schipper P. S., gedomioilieerd te Eethen (Noord-Brabant), ter zake dat hjj lo op 3 Ootober 1890, varende of liggende in de Ooster- Schelde onder de gemeente Cats, het door hem bevaren Rynschip Vrouw Allegonda, hetwelk door hem op 12 December 1889 voor een jaar met ingang van 8 Januari 1890 te Rotterdam was verzekerd voor 4500, waarvan 3500 bjj de Duitsche Lloyd te Berljjn en f 1000 bjj de verzekeringsmaatschappij de IJssel te Rot terdam, opzettelijk heeft doen zinken door er twee of meer gaten in te kappen en zulks met het oogmerk om zich of N. de Bujjzer, schipper te Dussen, op wiens naam de polis van voor noemde verzekering op verzoek van hem, P. S. was gesteld, wederrechtelijk te bevoordeelen, ten nadeele van voornoemde verzekeraarsen 2o op 4 December 1890 voor den kantonrechter te Goes, naar aanleiding van het op den vorigen dag zinken van voornoemd schip, de bjj de wet gevorderde scheepsverklaring onder eede heeft afgelegd en daarin opzettelijk en in strjjd met de waarheid heeft verklaard »op 30 October reis vervolgd, pompen lens en alles in goeden staat ec gekomen op het zoogenaamde Engelsche gat; >de wind werd heviger en het water stond zeer hoog, doch aldaar geen veilige reede vin dende moesten wjj de reis voortzetten tot het We- meldingsche kanaaltoen wjj een gang maakten van het zuiden naar het noorden kregen wjj een hevige rukwind in de zeilen, waardoor het want brak en mast en tuig over boord woei. »Ik liet onmiddolljjk het anker vallen om niet op den wal te geraken en trachtte de mast en zeilen binnen boord te krjjgen doch doordien het water zeer hol stond, viel het schip scheef, werkte en kraakte hevig, vulde geheel met water en zonk niettegenstaande al onze pogingen" enz. «Vermits het onheil is geschied geheel buiten onze schuld en zonder ons toedoen verklaar ik te dier zaken te protesteeren wegens alle kosten, schaden, interessen, verliezen, vrachtpennin gen" enz. De rechtbank was voor de berechting dezer zaak samengesteld uit de heeren mrs P. J. Callenfels, president, S. Gratama en P. J. F. van Voorst Vader, rechterB en jhr mr W. H. Snouck Hurgronje, griffier. Als ambtenaar van het openbaar ministerie trad op de heer mr J. A. van Hoek. De beklaagde was niet tegenwoordigtegen hem werd verstek verleend en met de behan deling der zaak voortgegaan als ware hjj aan wezig. Na voorlezing der akte van verwjjzing en enkele andere stukken, waaronder de door bekl. voor den kantonreohter te Goes afgelegde beSedigde verklaring, werd overgegaan tot het hooren der gedagvaarde getuigen. De eerste, J. A. van Oosterzee, assuradeur te Rotterdam, deelde mede dat bekl. door tussohenkomst van een makelaar bjj de maat- schappjj de IJssel zjjn vaartuig voor een jaar verzekerd heeft voor 1000 dat, bljjkens door getuige ontvangen bericht op 4 October, daagB te voren bet verzekerde vaartuig is gezonken; dat hjj, getuige, de zaak in handen van een advocaat heeft gegeven en dat niets is uitbetaald. De tweede getuige, de makelaar M. J. v.Weghel te Rotterdam, deelde mede dat hjj voor bekl. „Doch aangenomen dat gij aangetrokken werd door mijn gezelschap, dat is toch nog geen reden waarom ik nw aanmatiging om naar de hand mijner dochter te dingen, moet goedkeuren. Bovendien, al mag ik u gaarne lijden als gast, als vriend, als kennis, daarom behoef ik u nog geen gescbikten echtgenoot voor mijn dochter te vinden." „Ik weet dat ik niet in alle opzichten juffrouw Elliston waard g ben en toch „Laat mij zeggen wat ik te zeggen heb, jong mensch. Ik neb reeds lang geweten wat n telkens hierheen voerde en dit onderhoud sedert eenigen tyd verwacht." „Das mag ik hopen dat mijn verzoek wordt toegestaanwant gij zoudt mg niet zoo lang die verwachting hebben doen koesteren om haar ten slotte te lenr te stellen." èa bg de Duitsohe Lloyd te Berlgn èn by de IJssel te Rotterdam diens vaartuig heeft ver zekerd tot een gezamenlyk bedrag van 4500. De polis stond ten name van N. de Boyter, schipper te Dassen. De verzekerde som is riet uitbetaald. Later is 't getuige bekend geworden dat het stellen der polis op naam van De Buyser, niet tegenstaande S. de eigenaar was, is geschied tonder medeweten van De Bnyzer. De volgende getuige, de notaris L. C. de Horst te Dussen, verklaarde omstreeks April 1888 een onderhandsche koopakte te hebben opgemaakt betreffende den verkoop van de Vrouw Allegonda door Da Buyzer aan S. hjj weet niet of partjjen die akte hebben geteekend; ook is hem het bedrag, waarvoor de overdracht plaats had, onbekend. De volgende getuige J. W. Haas, expert te Rotterdam, verklaarde op 4 Oct. naar het gezonken schip te zyn gegaan om te zien of het nog te lichten was. Zjjn indruk was dat bet schip binnen een drietal dagen te lichten zou zyn. Getuige heeft vervolgens met den heer Dirk zwager een contract gemaakt tot het lichten van 't schip, waarop een paar dagen later daarmee een aanvang is gemaakt. Op 12 October had het lichten plaats gehad en 13, 14 en 15 is het vaartuig, dat met kolen gela den was uit de Ruhr, in de Zandhreek gelost en vervolgens naar de '«erf te Dordrecht ge bracht, waar het 28 October is gearriveerd. Getuige heeft het niet ondersocht. Getuige had den indruk gekregen dat bekl. zgn echip liever kwgt was dan dat het her steld werd. Waarom Omdat de Rgnschippers liever een jjzeren schip bebben dan een houten. Getuige H. v. d. Waal, baas van de Berging- maatschappjj te Maassluis, deelde mede dat bekl. heeft aangeboden hem 300 te betalen, indien hjj de sobuit liet zitten. Dit aanbod is echter door getuige van de hand gewezen. Het schip zat tussohen Wemeldinge en Zierik- zee in het Engelsche gat. Toen bekl. zag dat het schip gelicht zou worden, heeft hg aan getuige verklaard dat hjj er twee gaten in gehakt had en hg daarom ongelukkig zou worden als het schip uit het water kwam. Toen het schip omhoog stond heeft getuige de gaten gezien; deze waren voor en achter aan het schip. Het vaartuig had kolen in. De vorige getuige J. W. Haas verklaarde nog dat, nadat het schip was afgebracht, de knecht van S. hem heeft gezegd dat de gaten in het sobip door S. waren gemaakt met een beitel, die twee reizen te voren door den schipper was gekocht. De volgende getuige S. Kuypers, scheepmaker te Papendrecht, verklaarde dat het Rynschip de Vrouw Allegonda op het laatst der maand October bg hem op de werf gekomen is en dat er twee gaten in waren, het eene boven het andere, beneden de waterlgn als het schip geladen was, moeten beide gaten beneden de waterljjn geweest zjjnzjj waren hlaarbljjkeljjk er in gehakt. Getnige A. van Duivendgke, scheepmaker en meesterknecht te Papendrecht, deelde mede dat, toen het schip in reparatie op de werf kwam, het hem niet gebleken is dat er gaten in het vaartuig waren; de schipper had hem verzocht, vóór de experts kwamen, een paar stukjes halfhout aan stuurboord door heel hout te vervangen. Dit is geschied. Een dag later is hem gebleken dat op een andere plaats achter in het schip een keg was geslagen, wat hem geen eerlgke zaak leek. De volgende getuigde, J. Spruyt te Wemel dinge, verKlaarde bekl. gesproken te hebben in de sluis te Wemeldinge. Deze zeide hem dat zgn schip gezonken was en het waarschyn- lgk niet uit het water komen zou. Getuige heeft voor bekl. getelegrafeerd naar Rotter dam, naar de inladers en aan personen te Ovezande, voor wie de lading bestemd was. Bekl. was, toen hij getuige sprak, zenuwachtig en niet op zgn gemak. Door bekl. is aan getuige verzooht als 't hem gevraagd werd niet te zeggen dat hg aan den assuradeur te Rotterdam geseind had. Getnige verklaarde hem echter dit niet te zullen zwygen. Bekl. heeft getuige gezegd met kolen van de Ruhr gekomen te zgn. Getuige H. de Waal, opnieuw gehoord, deelde mede dat het hem niet bekend was dat onder het schip een keg was ingebracht, maar dat, nu hg dit gehoord heeft, het hem niet onbe kend is, wat daarmede de bedoeling moet ge weest zgn. Welke was die dan werd hem gevraagd. Wel, zeide hjj, geen andere dan om het schip midden door te doen breken. De volgende getuige H. C. Dhont, schipper te Bosohkapelle, verklaarde, wyl het geval zoo lang geleden is, zich daarvan weinig meer te kunnen herinneren. Alleen herinnerde hg zich dat bekl. hem gezegd heeft gaten in het schip gehakt te hebben. Hg heeft die gaten, welke onder de waterlgn waren, ook gezien. De brigadier der rgksveldwacht M. J. Yer- „Ik heb op deze gelegenheid gewacht om u te zeggen dat gg, zooals gij thans leeft, onmogeiyk mijn dochter kunt huwen, en dat het geheel van u zeiven afhangt, of Kate* ooit uw vrouw wordt. Ik weet evengoed als gij zelf wat gij bezit en welke uwe vooruitzichten zgu. Gij hebt geen tehuis, geen beroep, uw inaomen was niet toereiaend voor uw leven te Oxford en gaat nu geheel op voor uwe persoonlijke behoeften en toch wilt gg mgn dochter tot vrouw hebben. Hoe denkt gij haar te onderhouden?" „Ik zal werken, mgnheer, hard werken, tot ik er bg neerval". „Arme Tom, arme Grigson!" sprak de oude heer vriendeiyker dan hg tot nog toe gedaan had. „Ia twgfel geen oogenblik aan uwen goeden wil; maar hoe wilt gg werken? hoek te Goes, heeft indertgd het schip zien zitten en geconstateerd dat het lag onder de gemeente Cats. Aan de assuradeurs werden nog inlichtingen gevraagd of, waar de polis ten name van De Bugzer stond, alleen aan deze of ook aan J. kon uitbetaald worden. Zy deelden mede dat de assurantie-penningen volgens usanoe aan De Bugzer zouden zgn uitbetaald. Hierna verkreeg de ambtenaar van het openbaar ministerie het woord. Spreker begon met de nuttige strekking der assurantie-maatschappgen in het lioht te stellen maar voegde erbg dat die zeer goede zaak der assurantie buiten haar schuld meermalen aan. leiding geoft tot misdrgven en misdaden. Dit is ook het geval met sohipbreuk. Bier is een geval, waarin het strafbare ieit, bedoeld bg art. 328 van het W. van S., zonne klaar gebleken is. Eerst was er kwestie welk college de zaak moest behandelen, doch later is gebleken dat de Middelburgsche rechtbank daarvoor bevoegd was. Dat bekl. het schip heeft doen zinken heeft hg, naar nit de getuigenverklaringen bljjkt, erkend. Het schip was verzekerd voor 4500 en getuige heeft het sohip opzettelyk doen zinken om daarvan wederrechteljjk voordeel te behalen. De vraag, aan wien 't schip hier be hoort, doet weinig ter zake afjuridisch be hoorde het aan De Bugzer, dooh het blgkt dat deze het aan S. had verkocht; dit doet echter niets af, omdat de bevoordeeling kan geschieden zoowel van zich zelf als van een ander. Had de assurantiemaatschappg betaald aan De Bugzer, dan had S. tegen dezen een actie gehad. Het eerste feit aohtte spreker wettig en over tuigend bewezen en evenzeer het tweede feit, het afleggen van eene valsche scheepsverklaring met meineed. Eigen schuld toch is de oorzaak der schipbreuk geweest. De ambtenaar vorderde schuldigverklaring van beklaagde aan de beide hem ten laste ge legde feiten, daarstellende het oogmerk zich ten nadeele der verzekeraars wederrechtelgk te bevoordeelen, benevens meineed, en zgne ver oordeeling tot vier jaren gevangenisstraf en ontzetting gedurende zeven jaren uit verschil lende rechten. Yerder openbaarmaking der uitspraak en met bevel tot gevangenneming, wgl bekl. voortvluchtig is. De rechtbank verklaarde het onderzoek ge sloten en bepaalde de uitspraak op heden over 14 dagen. Door dezelfde rechtbank zgn heden ver oordeeld wegens mishandeling: J. B., 23 j., landbou wersknecht, Groede, tot 1 m. en J. v. d. P., 17 j., arbeidster, Baarland, tot 7 d. gev. straf en A. K., 19 j., arbeider, Goes, tot 8 b. s. 6 d. h. beleediging:D. d. L., 18 j., werkman, Yzendgke tot f 5 b. s. 4 d. h.en bedreiging met doodslag: M. D., 20 j., boerenknecht, 's Gravenpolder, tot 7 d. gev. straf. Allen in de kosten. Vrygesproken zgnD. P. v. H., 20 j., arbeider, Goes, beklaagd van mishandeling en A d S., 35 j., schipper, Clinge, beklaagd van diefstal. Kantongerecht te Middelburg. Heden (Dinsdag) zgn veroordeeldE. C. C. v. d. H. h/vr. A. v. d. W., Middelburg, wegens het, in eene publieke localiteit, zonder ver gunning, toedienen van sterken drank in het klein, bjj herhaling binnen 2 jaren, tot 7 d. h.E. C. C. v. d. H. b/vr. A. v. d. W., Mid delburg, wegens idem tot 7 d. h.C. J. B., Middelburg, wegens dronkenschap tot 3 b. s. 2 d.dezelfde en J. S,, Middelburg, wegens het verwekken van rumoer tot verstoring der nachtrust, ieder tot 2 b. s. 2 d.P. M. R. h/vr. H. A. J. en H. A. J., Middelburg, wegens idem, ieder tot 2 b. s. 2 d.P. J. de K., F. E. K., Ylissirgen, wegens straatschender jj, ieder tot 1 b. s. 1 d.; C. P., Middelburg, wegens idem tot 3 b. s. 2 d.M. J. H. K., Middelburg, wegens dronkensohap en wateren op straat buiten de bakken, tot 2 b. v. f 1 s. 1 d. elke b.J. P., Ylissingen, wegens het zonder recht laten loopen van vee lo op be planten grond en 2o op een stuk weiland, tot 2 b. v. 3 s. 2 d. elke b. Yerder: A. H. Az., D. H. Lz.,Westkapelle, wegens het laten grazen van vee in de duinen van den polder Walcheren, ieder tot 3 b. s. 2 d.; W. M. W., Westkapelle, wegens het rgden met een wagen bespannen met een hond op een voetpad in Zeeland, tot f 2 b. s. 1 d. J. de P., Ylissingen, wegens het plaatsen van een voorwerp op gemeentegrond te Ylissingen zonder vergunning, tot ƒ3 b. s. ld.; A. V., Middelburg, wegens dronkenschap en wateren buiten de bakken tot 5 b. s. 3 d. en 1 b. s. 1 d.D. S., Middelhurg, wegens dronken schap en loopen zonder noodzaak op den keer- muur van het droogdok, tot 2 b. s. 2 d. en ƒ1 b. s. 1 d.J. F., Ylissingen, wegens stroo- perg, tot 1 b. s. ld., met bevel tot teruggave van den zak aan J. F. (den beklaagde) D. A. A., Midlelburg, wegens het bg zich hebben van een vuurwapen op eene publieke plaats, tot 10 b. s. 2 d., met bevel tot vernietiging van den revolver. Die vraag kunt gg niet beantwoorden en dus zal ik bet voor u doen. Gij deugt- niet voor de balie. Voor de kerk voelt gijnaar ik hoor, geen roeping; anders zon het pastoraat ia uw dorp, dat uw broeder te vergeven heeft, u wellicht eenmaal ten deel kunnen vallen. Doch dit hebt gij voor goed afgeslagen en ik eer. biedig uw openhartigheid. Luister nu, ik heb ook een bestaan te vergeven, dat bied ik u aau en als gij het wilt aannemen, kunt gij met Kate trouwen, zoodra gij her met haar eens zgt. Ik heb het Kate gezegd en nu deel ik het u medemaar gg moet ja of neen zeggen en het zon mg niet verwonderen zoo gg neen zeidet". Tom zag zijn ouden vriend geheel verbaasd aan en zei„Ik begrgp u niet, mijnheer", doch voegde er met nadruk bg: „Er is niets En ten slotte wegens dronkensohap J. v. R., Middelburg, tot 1 week h.A. M., Middel burg, tot f 3 b. s. 2 d.W. K., Ylissingen, tot 3 d. h.C. A. K., Ylissingen, tot 3 maal 1 week h.0. D., Middelburg, tot f 3 b. s. 2 d. en 2 d. h.C. v. R., Middelburg, tot 2 maal 2 weken h.L. M., Serooskerke, tot 3 weken h. bekrachtiging van het vonnis, waar tegen de veroord. was gekomen in verzet); J. J. H., Vlissingen, tot 2 maal 1 week h.J. D., C. H., M. M. P. K. wed. J. J. L., J. P. M., C. A. M., Middelburg, J. v. d. B., H. v. Z., G. B., Ylissingen, K. de G., L. v. B. WzK. de G. of v. d. G. Kz., A. L., G. J., Arnemuiden, ieder tot 1 b. s. 1 d. h. En allen in de kosten van het geding. Bg de gehouden verpaobting zgn gepacht de tollen Groede—Breskens door Janna Haart- sen voor f 1240GroedeNieuwvliet door A. J. de Reu voor 600Prins Willem en Oranjepolder door A. Martjjn voor f 130; die aan de Zevenhofsteestraat door Ie. du Mes voor f 220; en OostburgZnidzande door Janna Haartsen voor 630. Louis Bouwmeester zal, volgens het Volks- belang, in den zomer een kunstreis door Duitschland maken met een Duitsoh gezelschap en o. a. te Berljjn en te Weenen in Shakes- psare-rollen optreden. Blykens een bericht in Aftonbladet,een te Stockholm versohgnsnd dagblad, is mevrouw Rössing, die in dat blad de «primadonna bjj het Thédtre Libre te Amsterdam" genoemd wordt, voornemens een studie-reis te maken naar Skandinavië, voornameljjk naar Zweden. Daarbg wordt er op geweien, dat de Skan- dinavische litteratuur in Nederland eerst sedert de laatste jaren gewaardeerd wordt, maar ook sedert dien tgd een niet te loochenen invloed doet gelden. Een groot, om niet te zeggen het grootste, aandeel in het suoces van het Skandinavisoh repertoire in Nederland is aan mevrouw Röjsing te danken, zegt het Zweed- sche blad. Het bezoek van mevrouw Rösaing aan Zweden heeft voornamelyk ten doel hare opvatting van de vrouwenfiguren van het moderne Noor- sche tooneel te toetsen aan die van het Skan dinavisoh artistieke leven zelf. Daarbg zal zjj waarschjjnlgk in enkele harer beste rollen voor het Zweedsche publiek optreden. (Hbld.) De Artis-schouwburg te Amsterdam is onder de kap. Indien er geen onverwachte hinderpalen opduiken zal het gebouw den laten April a. s. gereed zgn om in het begin van Mei, en wel uiterljjk op den 15den Mei, te worden geopend. Door den Chr. Volksbond te VHage zgn eenige personen aan het werk gezet, voorloopig om kinderspeelgoed te repareeren en die voor werpen te maken, welke niet door de Nederland- sche industrie worden vervaardigd, maar steeds uit Duitschland worden geïmporteerd. Zooals bekend is wordt door de meeste gemeentebesturen de drankwet, ten opzichte van het verleenen van vergunningen, in dien zin opgevat, dat de houder eener vergunning een nieuwe of afzonderlgke vergunning noodig heeft, wanneer hjj een lokaliteit, waarvoor de vergun ning geldt, wenscht te vergrooten of te verbou wen, of wel wanneer hjj andere of meerdere lokaliteiten dan deor hem bg zgn oorspronke- ljjke aanvrage zgn opgenomen, tot verkoop van sterken drank in het klein wenscht te bestem men. Ged. staten van Gelderland hebben thans de gemeentebesturen in hun gewest medegedeeld, dat een nieuwe of afzonderlgke vergunning in bovenbedoelde gevallen niet noodig is. Niet alleen dat de wet zulks niet vordert, maar het zou zelfs met haar in strjjd zgn, vermits dan aan een en dezelfde drankinrichting meer dan éen vergunning verleend zoude worden, wat niet is overeen te brengen met het le lid van art. 2. Vóór het volgend vergunningsjaar kun nen daarom de vergunningsbesluiten, naar het oordeel van Ged. staten, met meerdere lokali teiten, indien sulks wordt gewenscht, worden aangevuld. De Vereeniging tot ondersteuning i»an be hoeftige kraamvrouwen te Leiden heeft een som van 150, haar door Sequah gesohonken, aan den gever teruggezonden. In de buurtschap Zenderen, gemeente Borne, is een 25-jarige landbouwer uit Ambt Delden, door het kantelen van een met turf beladen wagen in eene sloot en onder den wagen geraakt, met het gevolg dat hjj er levenloos werd uitgehaald. Wjj leven in een vrjj land, zegt de Haag- sche correspondent der Zw. Ct.. maar die vrjj- heid heeft hare grenzen. Zoo mag ik mgne jas verbranden, ook al heb ik die niet betaald maar met mg a eigen beenderen en spieren, mgn eigen huid en haar mag ik niet handelen zoo als mg goeddunkt. Zoolang ik leef en pjjn kan voelen, mag ik mgn arm vrgelgk verbranden, maar ben ik dood en voel ik dus geen pjjn meer, dan is mg dit verboden. Aam dit verbod wgt [ik de schandelgke tooneelen, die bjj de opruiming van het kerkhof om de Groote Kerk voorvielen. Hopen sohedels en beenderen lagen opgestapeld; honden zag men met de knoken dat ik niet doen zou, zoolang het niet in strijd was met de eer van een fatsoenlijk man." „O, daar hebben wg hetIk zei wel dat de hinderpaal onoverkomelijk zou zgn, want gg zoudt het natuurigk een groote opoffering vinden, en een groote vernedering voor een fatsoenlgk man om in den handel te gaan." „Handel, mgnheer Elliston (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1891 | | pagina 2