N°. 299. 134s Jaargang. 189L Zaterda 19 December. Welk een alleraangenaamsten, Of Dm* oourant rerschfjnt dagelijks; niet uitzondering van Zon- en Feestdagen! PrQs per kwartaal in Middelburg en per post franco J.=! Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertontien20 cent per regel; Bij abonnement lager; Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten, beneven» alle dankbetuigingen; van 17 regels 1.50; iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte; Middelburg 18 December. ONDERWIJS. UIT STAD EN PROVINCIE. HI i) ui'mi Ri.sciii: COIIAOT. the rat o veter. Middelburg 18 'Dec. vm. 8 u. 81 gr. m. 12 u. 35 gr., av. 4 n. 83 gr. F. V irwacht N. O wind Agenten te Ylissingen: P. G. de Yet Mxstdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bollajtd, te KruisingenF. v. d. Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te Tholen: W. A. vab nreuwekhtjijzen en te TerneuzenM. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de advertentie-bnreau's van Nijgh Ya» Ditmab, te Botterdam, db Gbbb. Bslotabtb, te Gravenhage, en A. de la Mab Az»., te Amsterdam. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Datjbe Ca., Joh» F. Jobbs, opvolger. AdvertenUSn moeten des namiddags te dén nut j aan het bureau beiorgd zjjn, willen zjj des avonds nog worden opgenomen. Het Donderdag in de Tweede kamer besprokene inzake het Militaire huis der koningin verdient eenige uitvoeriger mededee- ling dan het korte telegram, ons daarover gesonden, geven kon. Wjj ontleenen hieromtrent het volgende aan de Oprechte Baarlemsche courant De heer Yan Kerkwjjk leidde de besprekingen omtrent dit punt bjj art. 4 der begrooting van oorlog (G r o o t e s t a f) in. Hg herinnerde aan zjjnen aandrang in Januari jl., tot zuiniger en eenvoudiger inrichting van het Militaire huis der koningin, nn de grjjze vorst overleden is, dien men om zjjnen hoogen leeftjjd niet lastig wilde vallen. Het bezwaar van eene breede organisatie van bet Militaire hnis is, dat zoo vele officieren, zonder dat zjj ooit weder actief dienen, in rang vooruitgaan. In verband daar mede behoorde er verandering te komen in de bepalingen omtrent de bevordering. Hg verlangde dus reeds vroeger een ininiger beheer en eenvoudiger organisatie. Spreker had de satis factie dat ook de aandacht van de Eerste kamer op de zaak werd gevestigd. De regee ring verklaarde, dat zjj ook hare aandacht op de organisatie van Hr. Ms. militaire huis ge vestigd hield. Er is echter niets van gebleken. Yeeleer heeft er nog bestendiging plaats ge had van den toestand door de benoeming van den heer Zeegers Yeeokens, in plaats van den heer Boëll, tot adjudant der koningin. Thans hebben wederom zeer vele leden op inkrim ping van het aantal ordonnanoe-officieren bg het huis van H. M. in het afdeelingsverslag aangedrongen. De regeering zegt. alweder, dat hare aandacht op de zaak is gevestigd, terwjjl zg ten aanzien van de tot de landmacht be- hoorende officieren, die bg het militaire huis dienst doen, verwjjst naar de herziening van de wet op de bevordering, welke herzie ning echter niet door de regeering zal worden ter hand genomen. (Gelach.) Waarom wordt geen uitvoering gegeven aan het koninklijk besluit van 8 April 1849, inhou dende, dat onverminderd het aantal der ordon nanoe-officieren slechts vier adjudanten in ge wonen dienst aan den persoon des sonvereins zonden zjjn toegevoegd? Spreker deed in het voorbijgaan opmerken dat de benoeming van een adjudant van H. M. evenmin door den verantwoordelijken minister moest worden ge contrasigneerd als die van een kamerheer, Alleen moet bg benoeming van een officier tot adjudant dezen non-activiteit worden verleend. Daarna terugkomende op het aantal adjudanten van H. M., drong de heer Yan Kerkwgk nog maals aan op de uitvoering van het K. B. van 8 April 1849. De beer Yan Honten uitte de meening, dat de >Groote Stat" en het Militaire Huis der Koningin niet moeten worden gecombineerd in dit begrootings-hootdstuk. De koning als zoo danig had geen militairen rang, maar hg be kleedde als sonverein den rang van opperbe velhebber van legeren vloot. In die hoedanigheid werden hem adjudanten toegevoegdeen zekere Stat. Maar znlk een Staf behoeft niet geplaatst te worden bg eene vronwelgke sonverein. Thans kan de qualiteit van stafofficier en die van huis-officiant geheel verschillen. Zg behooren ieder onder een bjjzonder grondwettig recht. Met huisofficianten hebben wg grondwettig niets te maken. Daarentegen kunnen wg van militaire officieren, die bg het koninklgk huis dienst doen, geen actieven dienst vergen, even min als dat het geval zon zjjn met rechterlijke officianten bg het Hof. De regeering behoort zich dus niet met de inwendige inrichting van het Huis der Koningin te bemoeiendat is overgelaten aan het welgevallen van H. M. Maar aan den anderen kant mogen onze staf officieren geen hofofficianten zjjn. Daardoor ontstaat verwarring, ook in dien zin, dat men van zulke officieren eigenljjk inlichters van de Kroon maakt in militaire zaken. Uit dien hoofde heeft spreker principieel bezwaar tegen de bestaande inrichting. De minister van oorlog betuigde zjjn leed wezen dat de heer Yan Kerkwgk die zaak ter sprake had gebracht, omdat hjj onjuiste gronden had aangevoerd. Bg het kon. besluit van 1849 werd bepaald dat alle adjudanten in gewonen dienst bg Willem II onder koning Willem III zjjn aangebleven. Welken nieuwen adjudant van de landmacht heeft Z. M. tjjdens zjjn leven aangesteld Geen enkelen. De minis ter gelooft dan ook dat de kamer zich nog wel eens zal bedenken op de organisatie van de adjudanten. In 1881 ii bovendien bepaald (jat bet militaire hnii sob bestaan uit 6 adju danten en 6 ordonnance officieren. Er zjjn maar 5 ordonnancen. Zon men nu der konin gin het recht ontzeggen één enkelen adjudant te benoemen, dien sg begeerde? Heen. De regeering harerzjjds wjjkt niet af van de orga nisatie, bjjkon. besluit vastgesteld. En wat doen dan de stafofficieren aan het hof? vroeg de heer Yan Houten. Dit zjjn geen eigenljjke stafofficieren. Zou de natie zich nu niet belacheljjk maken als zjj nn iets ging afschaffen, wat zelfs bg de Fransche republiek bestaat Maar het is volstrekt niet gebleken, dat die offioieren de militaire raadslieden van H. M. zouden zjjn. Dit zon de minister trouwens niet toelaten, want deze alleen is verantwoordeljjk. De regeering houdt zich aan de bestaande organisatie. Wil de heer Yan Houten een amendement voorstellen, hjj moet het weten, maar de minister voorspelt hem niet vee] succes. Hierop repliceerde de heer Yan Houten door er op te wjjzen dat in de af deelingen «zeer vele leden" tegen de bestendiging van deze organisatie zich hebben verklaard. De kamer is dan ook z. i. volkomen bevoegd in bare critiek; en al is de minister er tegen, dan is dit nog geen reden om na te laten een amen dement voor te stellen. Dat cavaliere hands off geldt ook voor een ministrieel niet. Hg bleef overigens volhouden dat de bier bedoelde officieren als «Stafofficieren" worden beschouwd- En als zg zich met militaire zaken zelfs niet mogen bemoeien, zooals de minister zelf er kent, dan is hun bestaan op de begrooting niet gewettigd. Maar bet zon aan den ande ren kant niet van eene onjuiste opvatting van het koningschap getuigen, als de kamer meende zich met deze zaak te moeten bemoeien. Een amendement zal spreker niet voorstellen, maar hg beeft toch gemeend de zaak onder de aandacht te moeten brengen. De heer Yan Kerkwjjk, pal staande voor de beginselen, wilde zich niet ontzien een amendement voor te stellen. En wat sprekers beroep op het kon. besluit van 8 April 1849 betreft, wanneer dit onjuist was, had de minister het in de Memorie van Antwoord moeten zeggen op het verslag, waarin dat be sluit werd aangehaald. Er is ook wèl een nienwe adjudant aangesteld (in April, van de zeemacht). Hjj stelde als amendement voor, met het doel nn het aantal adjudanten op 8 te beperken, den post met 3000 te vermin deren. De heer Smeenge verklaarde namens de commissie van rapporteurs, wier voorzitter afwezig is, dat deze, na de debatten gehoord te hebben, eenparig van meening is, dat de aanneming van het amendement niet wen schel jjk is. De heer Brantsen van de Zjjp verklaarde, namens de anti-revolntionnaire partjj, dat hg tegen het amendement zon stemmen, omdat hg met volle vertrouwen aan H. M. wenschtover te laten het tgdstip en de gelegenheid, waarop H. M. de organisatie van haar militair hnis zal willen ter hand nemen. De heer Yan der Feltz verzekerde ook tegen het amendement te sullen stemmen. De minister kan niet gemeerd hebben door zjjn stem de kamer te. intimideereneerder zou die toon hem prikkelen om het amendement aan te nemen. Met den heer Yan Houten was hjj het niet eens, dat de koningin, omdat zjj vrouw is, geen militairen staf zon behoeven. Dit zou ook niet strooken met de waardigheid van de koningin, wie wg eene jaarwedde toeleggen om hare vorsteljjke waardigheid op te honden en haar daartoe de gelegenheid te geven. Dit is in alle Enropeesche staten gebrnikelgk. Spreker zal dus tegen het amendement stemmen nit égard voor H. M., wie hg overlaat de beslissing of bet met Hare waardigheid kan overeenkomen een kleiner organisatie aan het militaire huis te geven. De heer Van der Kaaj deed opmerken, dat, welk het lot van het amendement zg, de zaak geen stap verder wordt gebracht. Erheerschte misverstand. Bjj velen bestaat te dezer zake geen gevestigde meening. Vooralsnog staat hjj op het standpunt van den heer Yan Houten, maar het is een misverstand dat de minister van oorlog naar diens verstandige woorden geen ooren heeft gehad. Kan de minister de verzekering geven dat hg de woorden van den heer Yan Houten nader zal overwegen en een principieele beslissing te dezer zake voor de Kamer zal voorbereiden? In dat ge val zon spreker tegen het amendement stemmen, anders zou hg er toegebracht kunnen worden er zich voor te verklaren. De minister van oorlog deed ten slotte eenigszins amende honorable. Hjj verklaarde volstrekt geen gemis nan de deferentie jegens de kamer te hebben bedoeld. Hg toch bleef nog altjjd bet amendement ontjjdig achten maar verklaarde dat het^de plicht van elke regeering is om hier ernstig behandelde zaken in gezette overweging te nemen. Daartoe heeft de minister nog niet knnnen komen. En waar nu zoo groote zaken ons bezig houden was toch zulk eene kleine besparing niet urgent. Dit maakte hem een weinig kregelig in zjjnen toon. Ten slotte werd, zooals onze lezers weten' hei amendement-Van Kerkwgk verworpen met 69 tegen 17 stemmen, Voor stemden: de heerenYanKerkwjjki Smit, Fyttersen, Zaayer, Ferf, Viruly, Kielstra, Poelman, Heldt, Zjjlma, Lieftinck, Borgesins, Schepel, Tydens, Zyp, De Kanter en Hartogh> Dit was het voornaamste nit de discussiën, gevoerd bg de behandeling der begrooting voor oorlog, die ten slotte, met een eindcjjfer van 21.299.268, zonder hoofdeljjke stemming werd aangenomen. De minister, die als kamerlid om ijjne open hartigheid, bonhomie en levendigheid steeds werd gewaardeerd, verloochent die karakter trekken ook niet nn hg aan de groene tafel zit. Dit voerde hem gisteren wel wat ver, toen hg den heer Yan Houten stoutweg en uitdagend toeriep«Stel maar een amendement voor, het wordt toch met eclatante meerderheid verworpen." Later bond de heer Seyffardt dan ook wel wat in. Een even bouts verklaring was wel de ver zekering nit zjjn mond dat hg zich niet aan krantenpraatjes stoort. Dit nam intusschen niet weg zegt Het Vad. «dat zekere krantenpraatjes met welgevallen werden aan, gehaald, nl. waar de minister in zjjn denk. beelden omtrent korter oefeningstjjd een mede. stander had ontdekt in Mart, den schrjjver in het Handelsblad. Natuurljjk als een kranten praatje zoo aangenaam dan is bet men- scheljjk er aan te hechten. Andere kranten praatjes zjjn licht zoo prettig niet." Het is hierbjj trouwens weêr het onde liedje als een courant iemand vleit of het een of ander goedkeurt, vindt men haar nog zoo kwaad niet, maar wee, zoo zjj een ongunstige meening uit of iets zegt, in strjjd met anderer gevoelen. Dan zjjn die anderen dadeljjk gereed haar met hooghartigheid, minachting of nog erger te bejegenen. Dat een minister niet hooger zich plaatst, is wel wat kleingeestig. De pers is nu eenmaal een niet te miskennen macht, maar een eerljjk redacteur zal toch altjjd de eerste zjjn om te erkennen dat aan zjjn gevoelen niet meer waarde mag worden toegekend dan aan dat van éen persoon, en om te beseffen dat er altjjd, en gelukkig! verschil van meening zal bljjven bestaan. Zjjn meening te uiten is zjjn plicht; maar eveneens om anderer gevoelen ook, waar dit gewenscht wordt, daartegenover te stellen. Men behoeft daarom nog niet elkander van uit de hoogte te bejegenen of vjjandig gezind te zjjn. Volgens telegram nit Batavia aan de N. R. Crt. heeft kolonel Pompe van Meerdervoort, gouverneur van Atjeb, zjjn pensioen gevraagd. Den vorigen dag bevatte bet Bbld een bericht in dien zin. Bjj kon. besl. is aan mr. W. F. G. L. Framjois, op zjjn ver zoek, eervol ontslag verleend als president van het gerechtshof te 's Gravenhage, met dank betuiging benoemd tot president van dat hof mr. J Spoor, thans vice-president van gemeld college; en tot vice-president mr. H. W. de Graaf, thans raadsheer in genoemd college; benoemd tot notaris binnen het arrondisse ment Utrecht, ter standplaats de gemeente Utrecht, J. J. Walland, candidaat-notaris te Zeist; aan J. van Bejjerdam, op zjjn verzoek, eervol ontslag verleend uit zjjne betrekking van refe rendaris bg het departement van binnenlandscbe zaken, met dankbetuiging en in zjjne plaats benoemd L. F. G. P. Schreuder, thans hoofd commies bg dat departement. Verder zjjn benoemd tot ontvanger der dir. bel. enz. te Yeenendaal jhr W. J. de Jonge thans te Coljjnsplaat; te Vljjmen J. Spoor thans te Sluis (gisteren reeds medegedeeld)te Mak. kum U. Bjjpma, te Makkinga c. a., (residentie Oosterwolde)te Horst o. a. jhr A. van Baab van Canstein, te Ittervoort c. a.te Zuidhorn c. a. S. Heyt, te Baard c. a.te Groningen H. B. H. Malingré, te Eindhoven o. a.te Enschedé c. a. J. M. Burgerhoudt, te Wormer- veer o. a.te Dragten c. a. P. A. de Bochefort, te Warnsveld c. a.; te Harmeien c. a. jhr A. J. D. Coenen, te Terborg o. a.te Vreeiwjjk 6. a# T. P, Krjjger, te Hezeriwpnde Nog is de heer W. J. van der Min, arts, benoemd en aangesteld tot officier van gezond heid der 2de klasse bjj het pers. van den ge- neesk. dienst van het leger in N.-I. De begrooting voor Suriname voor 1892 is door den minister van koloniën verminderd met 4000 op den post voor tractementen van het personeel bg het immigratie-departe ment in de kolonie, zjjnde het tractement van een sub-agent, waaromtrent de minister vooraf een advies wil inwinnen van den nienw te benoemen agent-generaal. Met dezen ambtenaar zal ook in overleg worden getreden omtrent bet nemen van eene tweede proef met immi gratie van Javaansche werklieden, omtrent wie aanvankeljjk gunstige indrukken door de plan ters zjjn ontvangen. Om de gisting, die cp sommige plantages onder de Britsch Indische immigranten schjjnt te heerschen, tegen te gaan, is voorsbands strenge toepassing van de strafwet gelast, terwjjl de klachten van be langhebbenden inmiddels nader zullen worden onderzocht. De bjjdrage aan de koloniale geld middelen daalt nu tot f 155.907.76$. De minister zal trachten, waar het mogeljjk is, de bestaande bestuursorganisatie te vereen voudigen en stelt zich voor, de wenscheljjkheid eener wjjziging van het regeeringsreglement te overwegen. Ook hoopt hg zich zoodra mogeljjk bezig te houden met hetgeen noodig is om eene comptabiliteitswet voor Suriname tot stand te brengen. Tot onderwjjzer aan de openbare lagere school te Brakel is benoemd de heer T. B. G. Boogerd, te Middelburg. Voor de betrekking van onderwjjzer aan de openbare school te Sluiskil, gemeente Terneuzen, jaarwedde f 450, heeft zich geen enkel sellicitant aangemeld. Door den compagniescommandant, den kapitein Van Barnevald te Ylissingen, werd heden bjj het middagappel, de bronzen medailje voor 12 jaren trouwen dienst uitgereikt aan den sergeant D. Djjkstra van de le comp., 4e bat. 3e reg. inf. aldaar. Het eereteeken voor belangrjjke krjjgsver- richtingen (Atjeh 1873/1890) is nog toegekend aan de eerste-luitenants van het 4e bat. 3e reg, inf. te Ylissingen F. H. Boissevain en A. Kisjes, laatstgenoemde gedetacheerd van het Oost-Indisch leger. De plechtige uitreiking daarvan aan ge noemde officieren zal eerstdaags plaats hebben. Donderdag hield de nienwe vereeniging Nut en genoegen te Yeere bare eerste gewone vergadering. Voor een good gevulde zaal werd door den heer Den Hartogh, Betuwna&r van geboorte, en ontvanger te Yeere, Cremer's no velle Bruur Joapik op boeiende wjjze voorge dragen. Met nog een drietal bjjdragen door andere heeren werd de voor de aanwezigen genotvolle avond besloten. De justitie is heden naar Baarland ver trokken ter onderzoeking van een in den af- geloopen nacht op eene hofstede aldaar, door eenige personen, gepleegden diefstal van gelds waarden. Omtrent dien diefstal meldt men ons dut hjj gepleegd is op'de hofstede de Brouwerij, bewoond door den landbouwer Bemjjn en zjjne zuBter, twee bejaarde menscben. Het kabinet was stukgeslagen, effecten en geld daaruit gehaald en verder alles over den vloer geworpen. De bewoners werden door de dieven bedreigd als zjj niet stil waren. Om den knecht, die op zolder sliep, te beletten daar af te komen, had men de trap weggenomen. Hg wist eohter toch naar beneden te komen en ging de bnren wekken. De dieven, op wie nog geschoten werd, hebben zich door de vlucht weten te redden, dooreen anderen weg te nemen, dan waardoor ze binnen gekomen waren. Zg lieten een paar klompen achter, die in beslag genomen zjjn. Door den knecht zon een der dieven aan zjjn spraak herkend zjjn, zoodat er wel eenig uit zicht bestaat dat de justitie de daders in handen krjjgen zal. Te Borssele werd deze week voor het eerst beproefd gelden te verzamelen voor het uitdeelen van liefdegiften aan de behoeftige ingezetenen, die vroeger gewoon waren Kerst- koorn op te halen of Nieuwjaar te wenschen aan de huizen. Woensdag bleek bjj bet uit brengen der verslagen van de sub-oommissiën cUt ets totaal bedrag ?ai 506.60 ww bijeen gezameld. Dit is zeker eene, voor eene verre van rjjke gemeente van plus minus 1000 zielen, belangrjjke som. De aangewende pogingen eohjjnen dus instemming te vinden. In de Donderdag te Groede gehouden vergadering van den gemeenteraad werd onder meer benoemd tot lid van het burgerljjk arm bestuur de beer J. G. Meijer Sr, en benoemd tot onderwjjzereB aan de school aan den Kruisdjjk mej. Maria Bisseeuw, thans in dezelfde betrek king aan de gemeenteschool te Cadzand. aardigen avond brachten wg Donderdag in on zen sohouwburg door! Door den aanblik van de zaal kwamen wjj reeds in de rechte stemming. Zg was goed bezet door groote menscben wat tegenwoordig meer gebeurt maar tusschen hen in zag men als lieve stoflage menig kinderkopje zoo vrooljjk en prettig rondkijken. En toen wjj onzen blik links lieten gaan was de verrassing nog grooter. Daar boven waren de hoofdjes niet te tellen. Dat was de om het eens grootscheeps uit te drukken «artisten'-loge. L»aar zaten zij, die in de Prins van Sind zouden meedoen, en nu, zoolang Sneeuwwit en Rozerood werd opgevoerd, onder de toeschouwers hadden plaats genomen. Hoe rustig en stil zjj zich hielden onder het spelen en zingen, men kon het hun toch aa nzien dat zjj verlangend waren om ook te beginnen hun oogjes getuigden ervan. En toen eindeljjk het publiek was verzocht om zjjne goedkeuring; het verzekerd was dat 't booze Dwergje geen boos ventje was, i n het scherm nog eens opge haald om het vjjftal, dat in Sneeuwwit en Roze rood zoo aardig en flink had gezongen en gespeeld, den welverdienden dank daarvoor te betuigen toen was in een ommezien die loge daarboven leeg. En geen wonder, want er moeBt nog heel wat gebeuren vóór De Prins van Sind kon beginnen, en de kleinen ze) ven hunkerden naar het oogenblik om zich te kannen kleeden. De grootste verrassing, het grootste genot leverde echter ons het tooneel zelf op. Wjj hadden steeds veel goeds gehoord van deze kinderopvoeringen al waren de be denkingen en opmerkingen daarover ook ons niet verzwegen maar wjj bleven het een waagstuk vinden om zulke kleine persoontjes op een groot tooneel, in een overvollen schouw burg voor het publiek te doen optreden. Tot nutoe hadden zjj nog slechts in besloten kring zich laten zien en hooren. Zon het nn gaan Zouden zjj durven zingen en spreken, wanneer zoovele honderden oogen op hen waren gericht En ziet, nanweljjks ging het scherm op, of wjj werden getroffen door eene zeldzame en gepaste vrijmoedigheid, een losheid van bewe ging, die ons en meerderen, welke zich nit hun jeugd den angst nog voorstelden als men zalf in den familiekring een versje moest opzeggen, verbaasden. En zoo ging het den ganschen avond. Het is al een genot om znlke lieve kinder stemmen te hoorenmaar wanneer zich daar aan dan paren losse bewegingen, beschaafde manieren, een gracieuse houding, dan wordt dat genot nog verhoogd en hei geheel gestem peld tot eene kunstniting, die ook op de kleine deelnemers niet anders dan gunstig werken kan. Wg achten ons niet geroepen hier de be zwaren te bespreken of te weerleggen die tegen dergeljjke opvoeringen zjjn aan te voerente minder omdat wjj zelfs overtuigd zjjn dat de heftigste tegenstander, had hjj gisterenavond die opvoering bjjgewoond, zjjn bedenkingen had laten ruaten en met een allergunstigscen in druk huiswaarts was gekeerd. Maar aan den anderen kant onthouden wjj ons ook, hoeveel aanleiding wjj er toe zouden hebben, met opzet van de vermel ding van afzonderljjke persoontjes, die zich bjj- zonder verdienBteljjk maakten door zang n spel, of van vermelding van bjjzonder aantrek- keljjke tooneeltjes. Dit voegt, dunkt ons, bg dergeljjke opvoeringen niet. Wjj gc-tuigen sleehts dat bet geheel aller liefst was, door zang en spel, maar vooral ook door de zorg, de moeite en de kosten, die eraan besteed waren. De costumes waren sierljjk en smaakvolaan de tooneelzetting was al gedaan wat men kon om den indruk te verboogen van het sprookje uit de Duizend en een nacht. Geen wonder dat na elk bedrgf toejuichingen weerklonkenen aan het slot een harteljjk herhaald applaus allen medewerkenden den danfc brapht voor het verschaft genoegen.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1891 | | pagina 1