N°. 299.
134s Jaargang.
189L
Zaterda
19 December.
Welk een alleraangenaamsten,
Of
Dm* oourant rerschfjnt dagelijks;
niet uitzondering van Zon- en Feestdagen!
PrQs per kwartaal in Middelburg en per post franco J.=!
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertontien20 cent per regel; Bij abonnement lager;
Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten, beneven» alle
dankbetuigingen; van 17 regels 1.50;
iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte;
Middelburg 18 December.
ONDERWIJS.
UIT STAD EN PROVINCIE.
HI i) ui'mi Ri.sciii: COIIAOT.
the rat o veter.
Middelburg 18 'Dec. vm. 8 u. 81 gr.
m. 12 u. 35 gr., av. 4 n. 83 gr. F.
V irwacht N. O wind
Agenten te Ylissingen: P. G. de Yet Mxstdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bollajtd, te KruisingenF. v. d. Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te Tholen: W. A.
vab nreuwekhtjijzen en te TerneuzenM. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de
advertentie-bnreau's van Nijgh Ya» Ditmab, te Botterdam, db Gbbb. Bslotabtb, te Gravenhage, en A. de la Mab Az»., te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Datjbe Ca., Joh» F. Jobbs, opvolger.
AdvertenUSn
moeten des namiddags te dén nut
j aan het bureau beiorgd zjjn, willen
zjj des avonds nog worden opgenomen.
Het Donderdag in de Tweede kamer
besprokene inzake het Militaire huis der
koningin verdient eenige uitvoeriger mededee-
ling dan het korte telegram, ons daarover
gesonden, geven kon.
Wjj ontleenen hieromtrent het volgende aan
de Oprechte Baarlemsche courant
De heer Yan Kerkwjjk leidde de besprekingen
omtrent dit punt bjj art. 4 der begrooting van
oorlog (G r o o t e s t a f) in. Hg herinnerde aan
zjjnen aandrang in Januari jl., tot zuiniger en
eenvoudiger inrichting van het Militaire huis
der koningin, nn de grjjze vorst overleden is,
dien men om zjjnen hoogen leeftjjd niet lastig
wilde vallen. Het bezwaar van eene breede
organisatie van bet Militaire hnis is, dat zoo
vele officieren, zonder dat zjj ooit weder actief
dienen, in rang vooruitgaan. In verband daar
mede behoorde er verandering te komen in
de bepalingen omtrent de bevordering. Hg
verlangde dus reeds vroeger een ininiger beheer
en eenvoudiger organisatie. Spreker had de satis
factie dat ook de aandacht van de Eerste
kamer op de zaak werd gevestigd. De regee
ring verklaarde, dat zjj ook hare aandacht op
de organisatie van Hr. Ms. militaire huis ge
vestigd hield. Er is echter niets van gebleken.
Yeeleer heeft er nog bestendiging plaats ge
had van den toestand door de benoeming van
den heer Zeegers Yeeokens, in plaats van den
heer Boëll, tot adjudant der koningin. Thans
hebben wederom zeer vele leden op inkrim
ping van het aantal ordonnanoe-officieren bg
het huis van H. M. in het afdeelingsverslag
aangedrongen. De regeering zegt. alweder, dat
hare aandacht op de zaak is gevestigd, terwjjl
zg ten aanzien van de tot de landmacht be-
hoorende officieren, die bg het militaire huis
dienst doen, verwjjst naar de herziening van
de wet op de bevordering, welke herzie
ning echter niet door de regeering zal
worden ter hand genomen. (Gelach.) Waarom
wordt geen uitvoering gegeven aan het
koninklijk besluit van 8 April 1849, inhou
dende, dat onverminderd het aantal der ordon
nanoe-officieren slechts vier adjudanten in ge
wonen dienst aan den persoon des sonvereins
zonden zjjn toegevoegd? Spreker deed in het
voorbijgaan opmerken dat de benoeming van
een adjudant van H. M. evenmin door den
verantwoordelijken minister moest worden ge
contrasigneerd als die van een kamerheer,
Alleen moet bg benoeming van een officier tot
adjudant dezen non-activiteit worden verleend.
Daarna terugkomende op het aantal adjudanten
van H. M., drong de heer Yan Kerkwgk nog
maals aan op de uitvoering van het K. B. van
8 April 1849.
De beer Yan Honten uitte de meening, dat
de >Groote Stat" en het Militaire Huis der
Koningin niet moeten worden gecombineerd in
dit begrootings-hootdstuk. De koning als zoo
danig had geen militairen rang, maar hg be
kleedde als sonverein den rang van opperbe
velhebber van legeren vloot. In die hoedanigheid
werden hem adjudanten toegevoegdeen zekere
Stat. Maar znlk een Staf behoeft niet geplaatst
te worden bg eene vronwelgke sonverein. Thans
kan de qualiteit van stafofficier en die van
huis-officiant geheel verschillen. Zg behooren
ieder onder een bjjzonder grondwettig recht.
Met huisofficianten hebben wg grondwettig
niets te maken. Daarentegen kunnen wg van
militaire officieren, die bg het koninklgk huis
dienst doen, geen actieven dienst vergen, even
min als dat het geval zon zjjn met rechterlijke
officianten bg het Hof. De regeering behoort
zich dus niet met de inwendige inrichting van
het Huis der Koningin te bemoeiendat is
overgelaten aan het welgevallen van H. M.
Maar aan den anderen kant mogen onze staf
officieren geen hofofficianten zjjn. Daardoor
ontstaat verwarring, ook in dien zin, dat men
van zulke officieren eigenljjk inlichters van de
Kroon maakt in militaire zaken. Uit dien
hoofde heeft spreker principieel bezwaar tegen
de bestaande inrichting.
De minister van oorlog betuigde zjjn leed
wezen dat de heer Yan Kerkwgk die zaak ter
sprake had gebracht, omdat hjj onjuiste gronden
had aangevoerd. Bg het kon. besluit van
1849 werd bepaald dat alle adjudanten in
gewonen dienst bg Willem II onder koning
Willem III zjjn aangebleven. Welken nieuwen
adjudant van de landmacht heeft Z. M. tjjdens
zjjn leven aangesteld Geen enkelen. De minis
ter gelooft dan ook dat de kamer zich nog
wel eens zal bedenken op de organisatie van
de adjudanten. In 1881 ii bovendien bepaald
(jat bet militaire hnii sob bestaan uit 6 adju
danten en 6 ordonnance officieren. Er zjjn
maar 5 ordonnancen. Zon men nu der konin
gin het recht ontzeggen één enkelen adjudant
te benoemen, dien sg begeerde? Heen. De
regeering harerzjjds wjjkt niet af van de orga
nisatie, bjjkon. besluit vastgesteld.
En wat doen dan de stafofficieren aan het
hof? vroeg de heer Yan Houten. Dit zjjn geen
eigenljjke stafofficieren. Zou de natie zich nu
niet belacheljjk maken als zjj nn iets ging
afschaffen, wat zelfs bg de Fransche republiek
bestaat
Maar het is volstrekt niet gebleken, dat die
offioieren de militaire raadslieden van H. M.
zouden zjjn. Dit zon de minister trouwens niet
toelaten, want deze alleen is verantwoordeljjk.
De regeering houdt zich aan de bestaande
organisatie. Wil de heer Yan Houten een
amendement voorstellen, hjj moet het weten,
maar de minister voorspelt hem niet vee]
succes.
Hierop repliceerde de heer Yan Houten door
er op te wjjzen dat in de af deelingen «zeer
vele leden" tegen de bestendiging van deze
organisatie zich hebben verklaard. De kamer
is dan ook z. i. volkomen bevoegd in bare
critiek; en al is de minister er tegen, dan is
dit nog geen reden om na te laten een amen
dement voor te stellen. Dat cavaliere hands off
geldt ook voor een ministrieel niet. Hg bleef
overigens volhouden dat de bier bedoelde
officieren als «Stafofficieren" worden beschouwd-
En als zg zich met militaire zaken zelfs niet
mogen bemoeien, zooals de minister zelf er
kent, dan is hun bestaan op de begrooting
niet gewettigd. Maar bet zon aan den ande
ren kant niet van eene onjuiste opvatting van
het koningschap getuigen, als de kamer meende
zich met deze zaak te moeten bemoeien. Een
amendement zal spreker niet voorstellen, maar
hg beeft toch gemeend de zaak onder de
aandacht te moeten brengen.
De heer Yan Kerkwjjk, pal staande voor de
beginselen, wilde zich niet ontzien een
amendement voor te stellen. En wat sprekers
beroep op het kon. besluit van 8 April 1849
betreft, wanneer dit onjuist was, had de
minister het in de Memorie van Antwoord
moeten zeggen op het verslag, waarin dat be
sluit werd aangehaald. Er is ook wèl een
nienwe adjudant aangesteld (in April, van de
zeemacht). Hjj stelde als amendement voor,
met het doel nn het aantal adjudanten op 8
te beperken, den post met 3000 te vermin
deren.
De heer Smeenge verklaarde namens de
commissie van rapporteurs, wier voorzitter
afwezig is, dat deze, na de debatten gehoord
te hebben, eenparig van meening is, dat
de aanneming van het amendement niet
wen schel jjk is.
De heer Brantsen van de Zjjp verklaarde,
namens de anti-revolntionnaire partjj, dat hg
tegen het amendement zon stemmen, omdat hg
met volle vertrouwen aan H. M. wenschtover
te laten het tgdstip en de gelegenheid, waarop
H. M. de organisatie van haar militair hnis
zal willen ter hand nemen.
De heer Yan der Feltz verzekerde ook tegen
het amendement te sullen stemmen. De minister
kan niet gemeerd hebben door zjjn stem de
kamer te. intimideereneerder zou die toon
hem prikkelen om het amendement aan te
nemen. Met den heer Yan Houten was hjj
het niet eens, dat de koningin, omdat zjj vrouw
is, geen militairen staf zon behoeven. Dit zou
ook niet strooken met de waardigheid van de
koningin, wie wg eene jaarwedde toeleggen om
hare vorsteljjke waardigheid op te honden en
haar daartoe de gelegenheid te geven. Dit is
in alle Enropeesche staten gebrnikelgk. Spreker
zal dus tegen het amendement stemmen nit
égard voor H. M., wie hg overlaat de beslissing
of bet met Hare waardigheid kan overeenkomen
een kleiner organisatie aan het militaire huis
te geven.
De heer Van der Kaaj deed opmerken, dat,
welk het lot van het amendement zg, de zaak
geen stap verder wordt gebracht. Erheerschte
misverstand. Bjj velen bestaat te dezer zake
geen gevestigde meening. Vooralsnog staat hjj
op het standpunt van den heer Yan Houten,
maar het is een misverstand dat de minister
van oorlog naar diens verstandige woorden
geen ooren heeft gehad. Kan de minister de
verzekering geven dat hg de woorden van den
heer Yan Houten nader zal overwegen en een
principieele beslissing te dezer zake
voor de Kamer zal voorbereiden? In dat ge
val zon spreker tegen het amendement stemmen,
anders zou hg er toegebracht kunnen worden
er zich voor te verklaren.
De minister van oorlog deed ten slotte
eenigszins amende honorable. Hjj verklaarde
volstrekt geen gemis nan de deferentie jegens
de kamer te hebben bedoeld. Hg toch bleef
nog altjjd bet amendement ontjjdig achten
maar verklaarde dat het^de plicht van elke
regeering is om hier ernstig behandelde zaken
in gezette overweging te nemen. Daartoe heeft
de minister nog niet knnnen komen. En waar
nu zoo groote zaken ons bezig houden was toch
zulk eene kleine besparing niet urgent. Dit
maakte hem een weinig kregelig in zjjnen toon.
Ten slotte werd, zooals onze lezers weten'
hei amendement-Van Kerkwgk verworpen
met 69 tegen 17 stemmen,
Voor stemden: de heerenYanKerkwjjki
Smit, Fyttersen, Zaayer, Ferf, Viruly, Kielstra,
Poelman, Heldt, Zjjlma, Lieftinck, Borgesins,
Schepel, Tydens, Zyp, De Kanter en Hartogh>
Dit was het voornaamste nit de discussiën,
gevoerd bg de behandeling der begrooting voor
oorlog, die ten slotte, met een eindcjjfer van
21.299.268, zonder hoofdeljjke stemming werd
aangenomen.
De minister, die als kamerlid om ijjne open
hartigheid, bonhomie en levendigheid steeds
werd gewaardeerd, verloochent die karakter
trekken ook niet nn hg aan de groene tafel
zit. Dit voerde hem gisteren wel wat ver, toen
hg den heer Yan Houten stoutweg en uitdagend
toeriep«Stel maar een amendement voor,
het wordt toch met eclatante meerderheid
verworpen." Later bond de heer Seyffardt
dan ook wel wat in.
Een even bouts verklaring was wel de ver
zekering nit zjjn mond dat hg zich niet aan
krantenpraatjes stoort. Dit nam intusschen
niet weg zegt Het Vad. «dat zekere
krantenpraatjes met welgevallen werden aan,
gehaald, nl. waar de minister in zjjn denk.
beelden omtrent korter oefeningstjjd een mede.
stander had ontdekt in Mart, den schrjjver in
het Handelsblad. Natuurljjk als een kranten
praatje zoo aangenaam dan is bet men-
scheljjk er aan te hechten. Andere kranten
praatjes zjjn licht zoo prettig niet."
Het is hierbjj trouwens weêr het onde liedje
als een courant iemand vleit of het een of
ander goedkeurt, vindt men haar nog zoo kwaad
niet, maar wee, zoo zjj een ongunstige meening
uit of iets zegt, in strjjd met anderer gevoelen.
Dan zjjn die anderen dadeljjk gereed haar met
hooghartigheid, minachting of nog erger te
bejegenen.
Dat een minister niet hooger zich plaatst,
is wel wat kleingeestig. De pers is nu eenmaal
een niet te miskennen macht, maar een eerljjk
redacteur zal toch altjjd de eerste zjjn om te
erkennen dat aan zjjn gevoelen niet meer
waarde mag worden toegekend dan aan dat van
éen persoon, en om te beseffen dat er altjjd,
en gelukkig! verschil van meening zal bljjven
bestaan. Zjjn meening te uiten is zjjn plicht;
maar eveneens om anderer gevoelen ook, waar
dit gewenscht wordt, daartegenover te stellen.
Men behoeft daarom nog niet elkander van uit
de hoogte te bejegenen of vjjandig gezind te zjjn.
Volgens telegram nit Batavia aan de N.
R. Crt. heeft kolonel Pompe van Meerdervoort,
gouverneur van Atjeb, zjjn pensioen gevraagd.
Den vorigen dag bevatte bet Bbld een bericht
in dien zin.
Bjj kon. besl. is
aan mr. W. F. G. L. Framjois, op zjjn ver
zoek, eervol ontslag verleend als president van
het gerechtshof te 's Gravenhage, met dank
betuiging
benoemd tot president van dat hof mr. J
Spoor, thans vice-president van gemeld college;
en tot vice-president mr. H. W. de Graaf, thans
raadsheer in genoemd college;
benoemd tot notaris binnen het arrondisse
ment Utrecht, ter standplaats de gemeente
Utrecht, J. J. Walland, candidaat-notaris te
Zeist;
aan J. van Bejjerdam, op zjjn verzoek, eervol
ontslag verleend uit zjjne betrekking van refe
rendaris bg het departement van binnenlandscbe
zaken, met dankbetuiging en in zjjne plaats
benoemd L. F. G. P. Schreuder, thans hoofd
commies bg dat departement.
Verder zjjn benoemd tot ontvanger der dir.
bel. enz. te Yeenendaal jhr W. J. de Jonge
thans te Coljjnsplaat; te Vljjmen J. Spoor thans
te Sluis (gisteren reeds medegedeeld)te Mak.
kum U. Bjjpma, te Makkinga c. a., (residentie
Oosterwolde)te Horst o. a. jhr A. van Baab
van Canstein, te Ittervoort c. a.te Zuidhorn
c. a. S. Heyt, te Baard c. a.te Groningen
H. B. H. Malingré, te Eindhoven o. a.te
Enschedé c. a. J. M. Burgerhoudt, te Wormer-
veer o. a.te Dragten c. a. P. A. de Bochefort,
te Warnsveld c. a.; te Harmeien c. a. jhr A.
J. D. Coenen, te Terborg o. a.te Vreeiwjjk
6. a# T. P, Krjjger, te Hezeriwpnde
Nog is de heer W. J. van der Min, arts,
benoemd en aangesteld tot officier van gezond
heid der 2de klasse bjj het pers. van den ge-
neesk. dienst van het leger in N.-I.
De begrooting voor Suriname voor 1892 is
door den minister van koloniën verminderd
met 4000 op den post voor tractementen
van het personeel bg het immigratie-departe
ment in de kolonie, zjjnde het tractement van
een sub-agent, waaromtrent de minister vooraf
een advies wil inwinnen van den nienw te
benoemen agent-generaal. Met dezen ambtenaar
zal ook in overleg worden getreden omtrent
bet nemen van eene tweede proef met immi
gratie van Javaansche werklieden, omtrent wie
aanvankeljjk gunstige indrukken door de plan
ters zjjn ontvangen. Om de gisting, die cp
sommige plantages onder de Britsch Indische
immigranten schjjnt te heerschen, tegen te
gaan, is voorsbands strenge toepassing van de
strafwet gelast, terwjjl de klachten van be
langhebbenden inmiddels nader zullen worden
onderzocht. De bjjdrage aan de koloniale geld
middelen daalt nu tot f 155.907.76$.
De minister zal trachten, waar het mogeljjk
is, de bestaande bestuursorganisatie te vereen
voudigen en stelt zich voor, de wenscheljjkheid
eener wjjziging van het regeeringsreglement te
overwegen. Ook hoopt hg zich zoodra mogeljjk
bezig te houden met hetgeen noodig is om
eene comptabiliteitswet voor Suriname tot
stand te brengen.
Tot onderwjjzer aan de openbare lagere
school te Brakel is benoemd de heer T. B. G.
Boogerd, te Middelburg.
Voor de betrekking van onderwjjzer
aan de openbare school te Sluiskil, gemeente
Terneuzen, jaarwedde f 450, heeft zich geen
enkel sellicitant aangemeld.
Door den compagniescommandant, den
kapitein Van Barnevald te Ylissingen, werd
heden bjj het middagappel, de bronzen medailje
voor 12 jaren trouwen dienst uitgereikt aan
den sergeant D. Djjkstra van de le comp., 4e
bat. 3e reg. inf. aldaar.
Het eereteeken voor belangrjjke krjjgsver-
richtingen (Atjeh 1873/1890) is nog toegekend
aan de eerste-luitenants van het 4e bat. 3e reg,
inf. te Ylissingen F. H. Boissevain en A.
Kisjes, laatstgenoemde gedetacheerd van het
Oost-Indisch leger.
De plechtige uitreiking daarvan aan ge
noemde officieren zal eerstdaags plaats hebben.
Donderdag hield de nienwe vereeniging
Nut en genoegen te Yeere bare eerste gewone
vergadering. Voor een good gevulde zaal werd
door den heer Den Hartogh, Betuwna&r van
geboorte, en ontvanger te Yeere, Cremer's no
velle Bruur Joapik op boeiende wjjze voorge
dragen. Met nog een drietal bjjdragen door
andere heeren werd de voor de aanwezigen
genotvolle avond besloten.
De justitie is heden naar Baarland ver
trokken ter onderzoeking van een in den af-
geloopen nacht op eene hofstede aldaar, door
eenige personen, gepleegden diefstal van gelds
waarden.
Omtrent dien diefstal meldt men ons dut hjj
gepleegd is op'de hofstede de Brouwerij, bewoond
door den landbouwer Bemjjn en zjjne zuBter,
twee bejaarde menscben. Het kabinet was
stukgeslagen, effecten en geld daaruit gehaald
en verder alles over den vloer geworpen. De
bewoners werden door de dieven bedreigd als
zjj niet stil waren. Om den knecht, die op
zolder sliep, te beletten daar af te komen, had
men de trap weggenomen. Hg wist eohter
toch naar beneden te komen en ging de bnren
wekken.
De dieven, op wie nog geschoten werd, hebben
zich door de vlucht weten te redden, dooreen
anderen weg te nemen, dan waardoor ze binnen
gekomen waren. Zg lieten een paar klompen
achter, die in beslag genomen zjjn.
Door den knecht zon een der dieven aan zjjn
spraak herkend zjjn, zoodat er wel eenig uit
zicht bestaat dat de justitie de daders in
handen krjjgen zal.
Te Borssele werd deze week voor het
eerst beproefd gelden te verzamelen voor
het uitdeelen van liefdegiften aan de behoeftige
ingezetenen, die vroeger gewoon waren Kerst-
koorn op te halen of Nieuwjaar te wenschen
aan de huizen. Woensdag bleek bjj bet uit
brengen der verslagen van de sub-oommissiën
cUt ets totaal bedrag ?ai 506.60 ww bijeen
gezameld. Dit is zeker eene, voor eene verre
van rjjke gemeente van plus minus 1000 zielen,
belangrjjke som. De aangewende pogingen
eohjjnen dus instemming te vinden.
In de Donderdag te Groede gehouden
vergadering van den gemeenteraad werd onder
meer benoemd tot lid van het burgerljjk arm
bestuur de beer J. G. Meijer Sr, en benoemd
tot onderwjjzereB aan de school aan den Kruisdjjk
mej. Maria Bisseeuw, thans in dezelfde betrek
king aan de gemeenteschool te Cadzand.
aardigen avond brachten wg Donderdag in on
zen sohouwburg door!
Door den aanblik van de zaal kwamen wjj
reeds in de rechte stemming. Zg was goed bezet
door groote menscben wat tegenwoordig meer
gebeurt maar tusschen hen in zag men als
lieve stoflage menig kinderkopje zoo vrooljjk
en prettig rondkijken.
En toen wjj onzen blik links lieten gaan
was de verrassing nog grooter. Daar boven
waren de hoofdjes niet te tellen. Dat was de
om het eens grootscheeps uit te drukken
«artisten'-loge. L»aar zaten zij, die in de
Prins van Sind zouden meedoen, en nu, zoolang
Sneeuwwit en Rozerood werd opgevoerd, onder
de toeschouwers hadden plaats genomen.
Hoe rustig en stil zjj zich hielden onder het
spelen en zingen, men kon het hun toch aa nzien
dat zjj verlangend waren om ook te beginnen
hun oogjes getuigden ervan. En toen eindeljjk
het publiek was verzocht om zjjne goedkeuring;
het verzekerd was dat 't booze Dwergje geen
boos ventje was, i n het scherm nog eens opge
haald om het vjjftal, dat in Sneeuwwit en Roze
rood zoo aardig en flink had gezongen en
gespeeld, den welverdienden dank daarvoor te
betuigen toen was in een ommezien die
loge daarboven leeg.
En geen wonder, want er moeBt nog heel
wat gebeuren vóór De Prins van Sind kon
beginnen, en de kleinen ze) ven hunkerden naar
het oogenblik om zich te kannen kleeden.
De grootste verrassing, het grootste genot
leverde echter ons het tooneel zelf op.
Wjj hadden steeds veel goeds gehoord van
deze kinderopvoeringen al waren de be
denkingen en opmerkingen daarover ook ons
niet verzwegen maar wjj bleven het een
waagstuk vinden om zulke kleine persoontjes
op een groot tooneel, in een overvollen schouw
burg voor het publiek te doen optreden. Tot
nutoe hadden zjj nog slechts in besloten
kring zich laten zien en hooren. Zon het nn
gaan Zouden zjj durven zingen en spreken,
wanneer zoovele honderden oogen op hen waren
gericht
En ziet, nanweljjks ging het scherm op, of
wjj werden getroffen door eene zeldzame en
gepaste vrijmoedigheid, een losheid van bewe
ging, die ons en meerderen, welke zich nit
hun jeugd den angst nog voorstelden als men
zalf in den familiekring een versje moest
opzeggen, verbaasden.
En zoo ging het den ganschen avond.
Het is al een genot om znlke lieve kinder
stemmen te hoorenmaar wanneer zich daar
aan dan paren losse bewegingen, beschaafde
manieren, een gracieuse houding, dan wordt
dat genot nog verhoogd en hei geheel gestem
peld tot eene kunstniting, die ook op de
kleine deelnemers niet anders dan gunstig
werken kan.
Wg achten ons niet geroepen hier de be
zwaren te bespreken of te weerleggen die tegen
dergeljjke opvoeringen zjjn aan te voerente
minder omdat wjj zelfs overtuigd zjjn dat de
heftigste tegenstander, had hjj gisterenavond
die opvoering bjjgewoond, zjjn bedenkingen had
laten ruaten en met een allergunstigscen in
druk huiswaarts was gekeerd.
Maar aan den anderen kant onthouden
wjj ons ook, hoeveel aanleiding wjj er toe
zouden hebben, met opzet van de vermel
ding van afzonderljjke persoontjes, die zich bjj-
zonder verdienBteljjk maakten door zang n
spel, of van vermelding van bjjzonder aantrek-
keljjke tooneeltjes. Dit voegt, dunkt ons, bg
dergeljjke opvoeringen niet.
Wjj gc-tuigen sleehts dat bet geheel aller
liefst was, door zang en spel, maar vooral ook
door de zorg, de moeite en de kosten, die eraan
besteed waren. De costumes waren sierljjk en
smaakvolaan de tooneelzetting was al gedaan
wat men kon om den indruk te verboogen van
het sprookje uit de Duizend en een nacht.
Geen wonder dat na elk bedrgf toejuichingen
weerklonkenen aan het slot een harteljjk
herhaald applaus allen medewerkenden den danfc
brapht voor het verschaft genoegen.