N°. 289.
134s Jaargang.
1891.
Dinsda
8 December.
Deze courant verschijnt d a g e 1 tj k
met uitzondering van Zon- en Feestdagen;
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.-
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentien20 cent per regel] 813 abonnement lager]
Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten, benevens alle
dankbetuigingen; van 17 regels 1.50;
iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte]
Middelbnrg 7 December.
Remonte-Commissie.
Militie en schutterijen.
ONDERWIJS.
KERKNIEUWS*
UIT STAD EN PROVINCIE.
IIIDDELBIIGSOIE (DIMM.
a
V hem ometer.
Middelburg 7 Dec. rm. 8n.44 gr.
12 n 49 gr., av. 4 n. 47 gr. F.
Verwacht Z. -wind
IdrertenHSa
Agenten te Vlieringen: P. G. bi Vit Mistbabh k Zoo*, te Goes: A. A. W.Bollasb,teKrniningenF. y.b.Pxijl, teZierikzee: A.C.b*Moow, teTholen: W. A.
ya* NrEuwïKHUiJzi* en te TerneusenM. dx Jong*. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de i moeten des namiddags te éém buk
ndvertentie-burean's van Nijgh Va* Ditkax, te Botterdam, bi Gxbx. Bilotakt*, te Gravenhage, en A. bi la Max Az*., te Amsterdam. j aan het bureau bezorgd zjjn, willen
Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publieité étrangère G. L. Daube Ca., Joh* F. Jokes, opvolger. jjj des avonds nog worden opgenomen.
In den jongsten Brief uit Se Hofstad ia de
Arnh, Ct lezen wg het volgende
Weinig beweging is er hier gemaakt over een
toch inderdaad belangrgk feit in onze parle
mentaire geschiedenis, de verkiezing van den
oud-minister Havelaar in plaats van een liberaal
te Gouda. Als van invloed op de bestaande
meerderheid, die niet heel veel vermindering
velen kan, is dit feit al van meer beteekenis
dan men er aan toekende, maar ook om den
persoon, die gekozen werd. Ik geloof niet, dat
men dien daarmede een grooten dienst heeft
gedaan. Wanneer er tot nu toe reden bestond
om den afgetreden minister van waterstaat te
prgzen, werden zgne werken als minister, de
■poorwegovereenkomsten en de nieuwe postwet,
aangevoerd. In de couranten gaat dat goed
men is het debat over de spoorwegovereen-
komsten al tamelgk vergeten, alleen de ge
wezen aandeelhouders en commissarissen van
de opgeheven Bhgnspoorwegmaatacbappg en
de bureau-ambtenaren hebben reden tot
herinnering aan bijkomstige omstandigheden
de eersten, om l'accord parfait de Vordat de
overdracht hunner affaire zoo aangenaam voor
hen maakte, de tweeden om het gemis van de
leges, nu en in het vervolg, dat zjj te danken
hebben aan het verzuim, door een hunner col-
ga'a bjj de afbetaling gepleegd. En van de
postwet, weet het publiek, dat ze geruimen
tyd geleden is aangenomenmeer niet. Maar
in de Tweede kamer weet men van al die din
gen meer dan dat. Zjj, die de spoorwegover-
eenkomsten bestreden en in de onbeschrjjfeljjke
verwarring die er uit voortkwam de bevestiging
van hunne voorspellingen gezien hebben, zitten
op de groene banken of aan de groene tafelt.
Onder de eersten behoort zelfs de voormalige
directenr-generaal der Staatsspoorweg-exploitatie
maatschappij, die verwijderd is moeten worden
om de spoorwegovereenkomsten mogeljjk te
maken in dat gezelschap zal de sage van des
vorigen ministers exceptioneel beleid weldra
vergeten, zoo niet erger, zjjn. En wat de
postwet betreft, wanneer men des heeren Have-
laar's opvolger eens gaat vragen, hoe het tocb
komt dat de nienwe postwet nog maar altoos
ennitgevoerd blijft, zal ook de postwetver-
betering-legende spoedig tot de geschiede
nis gaan behooren. Het is te begrjjpen dat de
partg, waartoe deze ex-bewindsman behoort,
hem te Gonda candidaat heeft gesteld, nadat
het gebleken was, dat zjj voor een meer dweep
ziek man barer richting elders de tot welsla
gen onmisbare medewerking niet vinden kon
van den verkozene daarentegen is het niet zoo
gemakkelijk to verklaren, dat hg de candida-
tunr in de gegeven omstandigheden heeft aan
genomen. Wie weet of er in de volgende week,
bg de behandeling der begrooting van het
departement van waterstaat, niet momenten
sollen voortkomen, waarop de ond-minister zal
inzien, dat hjj verstandiger bad gedaan met
nog eenigen tgd buiten de kamer te blgven.
Nu kan 't den tchjjn hebben, dat hg binnen
geroepen is om te midden van een weinig
welwillend gezelschap, de hoofdpersoon te zjjn
bg het bekende spelletje: wat zegt ge van
mjjn vriend? Van de ministerstafel zal de
beer Tak, en van de groene banken de heer
Vrolik niet veel goeds van den vriend en diens
nalatenschap te zeggen hebben.
Bg kon. besluit is benoemd tot commies der
postergen 4e kl. J. B. Visseher, thans surnu
merair.
Het afdeelingBverslag der Tweede kamer orer
het ontwerp tot aangaan eener geldleening is,
geljjk Zaterdag in 't kort is gemeld, versche
nen. Verscheidene leden achten het beter, om
de leening nog niet uit te sohrjjven, maar door
een verhoogde uitgifte van vlottende schuld
en te gelde making van inschrijvingen op het
Grootboek in de eerste behoeften te voorsien.
Dan sou voorloopig moeten worden afgezien
van het voornemen om in 1892 de schnld aan
den Bhjjnspoorweg, tot een bedrag van 22
millioen af te doen. Volgens de eigen erken
tenis van den minister is de leening niet
volstrekt noodig om in de behoefte aan kas-
middelen te voorzienen nitstel der leening
geeft besparing van noodeloos renteverlies.
Bovendien wil de minister 13 millioen minder
leenen, dan volgens berekening noodig is. Later
zal ook voor Indië geld noodig zjjn, en men
aobt het niet wenscheljjk dikwjjls leeningen
te slniten tot kleine bedragen. Ook met het
oog op den toestand van de beurs verdient het
^een aanbeveling thans te leenea.
Andere leden meenen, dat het uitschrjjven
dar leening van voorzichtig financieel beleid
getuigt. Er is behoefte aan kasgeld en vlot
tende schold is geen gewenscht betaalmiddel.
Ook is de aflossing der schuld aan de Rijn
spoorwegmaatschappij volgens de spoorwegwet
noodig, hoewel waarschjjnlgk eerst in November.
En met het oog op den toestand der bears
verdient het geen aanbeveling om voor 8}
millioen galden aan inschrijvingen op het
Grootboek aan de markt te brengen.
Toch wordt het wenschelgk geacht dat de
minister van de eventneele inschrijvingen,
slechts zooveel behoeft aan te nemen, als noo
dig is tot voorziening in de kasbehoeften voor
de naaste toekomst.
De vraag werd nog geopperd, waarom niet
liever een leening van 60 millioen wordt nit-
gesohreven in seriën.
Tegen het slniten eener latere leening uit
sluitend voor Indië, onder garantie van Neder
land, bestaat bg vele leden ernstig bezwaar
ten laste van den staat moet geleend worden
wat voor Indië en Nederland noodig zal blgken
te zjjn.
De gevolgen dezer leening voor de begrooting
geraamd op f 145.524 en die volgens som
mige leden misschien wel f 915.200 zonden
bedragen maken het noodig ernstige be
sprekingen te honden over de toekomst der
staatsfinanciën.
Tegen de opvatting des ministers, dat deze
leening slechts eene kasoperatie zon zjjn, die
nende tot dekking van tekorten, werd met na
druk opgekomen. Men beweerde dat slechts
mocht worden geleend tot dekking van nit
gaven, waarvan het zeker is dat zg inkomsten
znllen verschaffen van ten minste geljjk bedrag
als de renten der schold. Mocht de minister
niet aantoonen dat de tekorten het gevolg zjjn
van productieve uitgaven, dan zonden zg over
wegen of zjj wel voor het ontwerp konden
stemmen. "Vele andere leden aohtten het BUL
ten twjjtel dat de leening dient tot dekking
van productieve uitgaven. De rentetype van
8 j pCt. werd vrjj algemeen goedgekeurd.
Als bg ons eenige officieren met bjjbehoorend
gezelschap uitgaan om paarden te koopen voor
de ruiter jj of voor bet geschut, dan vinden de
Nederlandscbe paarden slechts zelden genade
in de oogen van deze strenge keurmeesters.
Zoo'n Nederlandsch paard heeft in hunne oogen
zoo vele en zulke groote gebreken, dat het
totaal ongeschikt is voor onze bereden wapenen.
Natuurlijk hebben wjj daartegen niets in te
brengen. Wjj gelooven gaarne, dat de meeste
Nederlandsche paarden niet waardig zjjn een
rekrunt, laat staan een ritmeester of een gene
raal te dragenwe gelooven gaarne aan die
onwaardigheid, maar toch moeten ons een
paar opmerkingen van 't hart.
De meeste paarden znllen wel vereisoht wor
den in tjjden van oorlog ook zal men dan wel
paarden noodig hebben, die niet alleen trekken,
maar die 't ook kannen volhouden.
Daar 't onmogelijk zal wezen, om het te kort
aan paarden, dat er bg 't nitbreken van een
oorlog zal zjjn, nit het buitenland aan te val
len, znllen alsdan misschien twee-derde der
gebruikte paarden Nederlanders zjjn.
Waarom na in een tgd van vtede afgekeurd
datgene, waarmede men zich in tjjd van oorlog
zal moeten behelpen?
Dat's éêne vraag.
Het Ylaamsch Uadzandsche paard is in 't oog
der remonte-eommissie een afschuwelijk dier,
zoo vol gebreken, dat zjj haast niet op te
noemen zjjn.
Hoe komt het nn, dat de Dnitscher voortdu
rend onze leeljjke paarden komt opkoopen en
daarvoor sommen besteedt, waaraan men vroe
ger niet had durven denken?
Nog eene derde vraag.
l»e Italiaansche paardenkooper Corbella is
verleden week met een tiental paarden van
Zwolle naar Milaan vertrokken, welke paarden
hg in de omstreken van eerstgenoemde stad
heeft opgekocht en waarvoor hjj prgzen besteed
heeft van zes tot negen honderd gulden.
Als men de vracht daarbjj rekent, dan is
het toch wel geoorloofd te zeggen, dat onze
paarden veel geld kosten en daaruit de ge
volgtrekking at te leiden, dat zjj nog zoo slecht
niet zjjn.
Voor slechte paarden toch geeft men inden
regel niet veel geld.
En wederom komen we tot de vraag: hoe
komt het toch, dat in de verschillende deelen
van ons rjjk zoo weinig paarden genrde vin
den in de oogen der remonte-eommissie
{Weekblad woor Z.- Vlaanderen W.D)
Het atdeelingsvcsl&jjjyer Tweede kamer is
verschenen over de wetsontwerpen tot tjjdeljjke
versterking van de nationale militie en tot
wijziging van de schutterjjwet.
In de eerste plaats gaven bg het onderzoek
daarvan verscheidene leden hnnne teleurstelling
te kennen over hetnitbljjven van eene definitieve
regeling der levende strijdkrachten. Men achtte
het, aangezien het gevaar voor oorlog voortdu
rend bljjft bestaan, onverantwoordelijk langer in
dezen staat van zaken te blgven berusten. Men
had dan ook, na de reeds gevoerde beraadslagin
gen en genomen beslissingen, onverwjjld een
nienw definitief voorstel van deze regeering ver
wacht. Hoewel van andere zjjde gewesen werd op
het omvangrijke van deze regeling, zoodat tijde
lijke maatregelen onvermjjdeljjk schgnen, aohtten
vele leden het toch noodig, dat de regeering
zich nader zon verklaren omtrent de strekking
der regeling, die zjj beoogt, en omtrent het
tjjdBtip der indiening daarvan.
Inmiddels was de groote meerderheid van
oordeel dat de nn voorgestelde maatregelen
niet beantwoorden aan het karakter van nood
wetten, dat zjj geenszins gevorderd worden door
den nood van het oogen blik en in bestaande
regeling der strjjdkrachten vrjj diep ingrjjpen.
Daarom gaf men der regeering in overweging
op hare voorstellen terng te komen en zich te
bepalen tot het voordragen van een verlen-
gingBwet in gewjjzigden vorm; met dien ver
stande dat daarmede gepaard ging een wjjziging
van art. 6 der militiewet, welke verlenging van
diensttjjd mogeljjk maakt zonder het bewjjs te
vorderen, dat de omstandigheden, welke daartoe
nopen, als buitengewone zjjn te beschouwen-
Enkele leden waren zelfs van oordeel, dat
slechtB eene kamer, g< kozen na eene op breeder
grondslag gevevtigHa raqrelinc? L-* w;—li,
bevoegd zon zjjn tot zulke maatregelen mede
te werken.
Andere leden waren evenwel van oordeel,
dat de voorgestelde wetswjjzigingen de voorkeur
verdienen boven eene jaarlgks terugkeerende
beslissing over de verlenging van den militie-
diensttjjd, terwjjl tegen vertraging van de
indiening van definitieve voorstellen ook een
waarborg gevonden zon worden hierin, dat de
veranderde toestand met betrekking tot de
schntterjjen toch op den daar zon blgken
onhoudbaar te zjjn.
Yoor vele leden was het ook een bezwaar
dat deze voorstellen niet strekken tot invoering
van den persoonljjken dienstplicht, h. i. een
noodzakeljjk complement van de verlenging
van den diensttgd, omdat daardoor de be
zwaren van het stelsel van plaatsvervanging
nog vermeerderen. Een groot aantal leden zon
dan ook slechts onder voorwaarden, dat de
afschaffing der plaatsvervanging in het militie-
ontwerp alsnog werd opgenomen, zich daarmede
vereenigen.
Yele leden meen len, terwjjl zjj bevreemding
erover te kennen gaven, dat de minister van
oorlog, voorstander van groote contingenten
en korten diensttjjd, een voorstel tot verdub
beling van den diensttgd had gedaan, dat op
die wjjze toch niet veel meer voor versterking
zou zjjn verkregen dan door bestendiging van
de thans geldende verlengingswet. De daaraan
ontleende bedenkingen leidden tot het beslait,
dat toevoeging van drie lichtingen, bestaande nit
sedert jaren niet meer geoefende manschappen,
zonder behoorljjke voorziening in kader, klee
ding, uitrustingen en bewapening, niet als
een werkeijjke versterking der weerbaarheid
kon worden aangemerkt. Daarbjj komt toene
ming van de ongeljjkheid van den druk der
persoonlijke lasten en de terugwerkende kracht
voor de reeds ingeschreven lichtingen, welke
mede reeds als bezwaar gold. Wat de verzwa
ring van lasten betreft, deden sommigen echter
opmerken, dat deze alleen in oorlogstjjd was
te vreezen.
Het vond ook afkeuring, dat de minister van
oorlog zgne denkbeelden omtrent den eersten
oefeningstjjd reeds nn wenschte in praktjjk te
brengen.
Ten slotte werd gevraagd of de minister, als
de gevraagde verlenging wordt toegestaan,
voornemens is in de bestaande organisatie van
het leger geen verandering te brengen en of
hjj van oordeel is dat die verlenging Neder
land in staat zal stellen zioh tegen aanvallen
op zgne onafhankeljjkheid of zjjne neutraliteit
beboorljjk te verdedigen.
Terwjjl geklaagd werd over gemis aan toe
lichting van de dienstverlenging voor de zee
miliciens, werd, wat de schntterjjen aangaat,
in het breede de meening ontwikkeld dat deze
voorstellen tengevolge zonden hebben dat de
militaire waarde der sehuttarjjjes, die toch orer
het algemeen niet hoog gesohat wordt, nog
eene gevaarlgke vermindering zal ondergaan
door het voorstel om hen, die gedurende vjjt
jaar bjj het leger en gedurende vier jaar bg de
zeemacht gediend hebben, in vredestgd van den
dienst als schatter vrjj te stellen.
De commissie van rapporteurs
(bestaande nit de heeren Bntgers van Bozen-
burg, Land, Schimmelpenninck v. d. Oye, V. d.
Feltz en Gnyot) vat de beschouwingen,
welke nit de afdeelingen z jj n ge
rapporteerd, ten slotte hierin sa
men, dat het wetsontwerp tot tij
delijke versterking van de militie
op den bjjval van de meerderheid
der kamer kwaljjk rekenen kan,
tenzjj het öf tot eene zuivere nood
wet omgewerkt öf met devereiscfa
te bepalingen tot invoering van
den persoonljjken dienstplicht
aangevuld wordt.
Nog werd gevraagd of de reg. het schutterg-
ontwerp zal handhaven als het militie-ontwerp
mocht verworpen worden.
Bjj het verslag zjjn gevoegd lo eene nota
van den heer Schimmelpenninck v. d. Ojje,
houdende beschouwingen en becjjfeiingen over
de steikte van de legermacht, die de regeering
beoogt, waaromtrent bg den steller verschil
lende twijfelingen zjjn gerezen 2o eene nota
van den heer Schaepman, in hoofdzaak strek
kende om het z. i. bnitengewone karakter de «er
niet nit bnitengewone omstandigheden geboren
»noodwet" aan te geven. Bg hem is de vraag
gerezen, of niet feitelgk de regeering langs
dezen omweg tot den persoonljjken dienstplicht
komt ook en voore 1 wegens den zwaarderen
drnk, die nn zou ontstaan voor hen, die nog
minder dan te voren bg machte zonden zjjn
plaatsvervangers te stellen. Daardoor zou aan
landbouw en njjverheid onmiskenbaar schade
worden berokkend, en zoo zon de toenemende
beweging naar den persoomginju ummijfum.
baar oorsprong hebben in den wrevel en den
njjd der benadeelden.
De voordracht voor onderwijzer aan school
B (hoofd de heer Van Kamer) te Vlissingen,
bestaat nit de heeren C. de Jonge te St Phi-
lipsland, W. H. Lenselink te Bjjsoord en J. J.
van Doeselaar te Ternenzen.
Te Borssele heeft zich voor de nienwe
onderwjjzers-betrekking, op eene jaarwedde van
ƒ400, één sollicitant aangemeld.
In de Ct zjjn opgenomen de statuten
der vereenigingDe Vrije Evangelische Kerkelijke
Vereeniging te Bath, gemeeite Billand-Bath.
Het doel der vereeniging is het zedeljjk,
maatschappelijk en godsdienstig leven der in
woners van Bath aan te kweeken en te bevorderen
De vereeniging zal trachten dit doel te be
reiken: a door het houden van vergaderingen,
waarin de Bjjbel wordt besproken en uitgelegd;
l door het houden van voordrachten, waarin
tot een zedeljjk, maatschappelijk en godsdien
stig leven wordt aangespoordc door het
elkander onderrichten in het geloof, gegrond
op den Bjjbeld door het elkander behoeden
voor afdwalingen en het waarschuwen voor
alles wat verkeerd is en in strjjd met de leer
van Jezus Christus.
Het bestuur der vereeniging bestaat nit zeven
leden.
De eerste maal treden als bestnnrders op de
heeren A. M. Steketee, W. van Strien, A. Blok
Cz., J. Dronkers, J. Walraven, J. Kooman en
J. de Noojjer Sr.
Wekelijksche opgaaf betreffende de Ned. herv.
kerk.
Beroepen naarAlkmaar H. de Haan te Op-
hemertLinschoten J. Ph. Hattink Jr. to
Nienwkerk aan den IJselNieuwendam N.
Jolles te Beusichem Eansdorp W. Voors, cand.;
Oostermeer F. T. Salverda te Wons c. a.; Us-
seloo B- Cremer, cand.; en naar Kolham J. O.
Vegter, cand.
Bedankt voor: Zierikzee J. A. Schnltz te
Geertruidenberg Kampen J. H. Wensinck te
Njjkerk; Bunschoten P. H. Versteeg te Sint
Pancras Kattendjjke W. Yoors, cand.j en voor
Ytens en Aalsum J. Heeringa te Sebaldebnren
Aangenomen naarAngerlo J. A. van Leen.
wen, cand.
Een algemeen bekend en algemeen geacht
ingezeten dezer gemeente, die, na zich jaren
lang aan de opvoeding der jengd en de op.
leiding van onderwijzers gewjjd te hebben, nog
slechts kort geleden zjjn welverdienden wsttjjd
zag aanbreken, immers eerst met den 1 April
1891 werd hg op zjjn verzoek gepensioneerd
als hoofd van school E, de heer J. van
Slujjs is Zondag alhier overleden.
In enkele trekken willen wg den leveneloop
van dezen kundigeo, bescheiden onderwijzer
schetsen. Wjj doen dit nn, omdat, toen de heer
Van Slujjs zjjn ambt neerlegde, het ons bekend
wis dat hjj van eene dergeljjke mededeeling
liefst verschoond bleef.
De heer J. van Slujjs, geboren te Gr jjpskerke
den 29en Aug. 1820, genoot zjjne opleiding als
onderwijzer aanvankeljjk op zjjn geboorteplaats
van den toenmaligen hoofdonderwijzer W. Auer
Later werd hg als adsistent-ondermeester ge
plaatst aan een der armenscholen te Middelburg,
van waar hjj als ondermeester overgeplaatst
werd naar de school van den heer P. Leupen,
terwjjl hjj, na 13 Oct. 1842 de acte als hoofd,
onderwijzer te hebben gehaald, in 1845, na
het oterljjden van den heer Bos, tot hoofdonder
wijzer van eene bjjzondere school der tweede
klasse alhier benoemd werd.
Deze school, die in een bloeienden staat
verkeerde, werd tengevolge van de reorganisatie
volgens de wet van 1857 eene openbare school
voor jongens. Daaraan wjjdde de beer Van
Slugs van 1 Januari 1858 tot April van dit
jaar, toen hg op zjjn verzoek eervol ontslagen
werd, zgne beste krachten. Een aantal jongelni
uit den gegoeden stand leidde bg daar op voor
de lessen aan het gymnasium of de rjjks boogere
burgerschool. Tal van personen, die thans een
aanzienljjke of eervolle betrekking in de maat
schappij bekleeden, danken den heer Van
Slujjs hunne eerste vorming.
By de oprichting van de rjjks normaallessen,
waarvan de opening plaats had den28 Januari
1860, werd den heer Van Slugs een deel van
dat onderwijs opgedragen, welke taak hjj tot
15 April van dit jaar vervulde. Ook vele
onderwjjzers danken den Hinken leermeester
Gedurende eene lange reeks van jaren ver
leende de overledene ook zgne gewaardeerde
diensten bjj het afnemen der acte-cxamens in
deze provincie.
Sedert de oprichting der MiddelburgschC
Onderwijzers Zangvereeniging, 16 Aug. 1862, ver
vulde de heer Van Slugs tot fcept. 1890, geheel
belangloos, de betrekking van directeur dier
vereeniging, die hg steeds een warm hart toe
droeg en waarvan hjj bjj zjjn vrjjwillig aftreden
tot eerelid benoemd werd.
Verder was hjj lid van bet bestuur van het
onderwjjzers gezelschap in bet arrondissement
Middelburg en'lid van het Zeeuwschgenootschap
der Wetenschappen.
Deze enkele mededeelingen bewjjzen voldoende
dat met ♦meester" Van Slugs is heengegaan
een nnttig burgerzgne vrienden en kennissen
zullen daarbjj voegen een oprecht vriend, zjjne
leerlingen van vroeger en later tgd een kundig
en humaan leermeester, iemand die een open
oog had voor het goede en voor het schoone.
En allen, die den aangenamen man zoozeer
waardeerden, zullen met leedwezen hebben
gadegeslagen, boe in betrekkelgK korten tgd de
krachten van die eenmaal flinke figuur wer
den gesloopt en het ten zeeiste betreuren dat
hjj, wien allen na zjjn werkzaam leven, zoo
gaarne een langdurige rust hadden gegund,
slechts zoo kort de vruchten van het hem toe
komende pensioen heeft mogen plukken. Zgne
nagedachtenis zal zeker nog langen tgd bjj
velen in herinnering blgven voortleven.
Niettegenstaande het alles behalve aan
gename weder, regenachtig en modderig als
het was, is Zaterdag, zoowel hier als elders,
de naamdag van den goeden Sint Nikolaas
weder opgewekt gevierd. Den ganschen dag
heerschte er een aangename drukte, maar
vooral des avonds bereikte deze haar top
punt. Er is veel gekocht, veel ontvangen, maar
ook veel gegeven. Vooral wat dit laatste be
treft ontvangen wjj, behalve uit Middelburg
zelve, van verschillende gemeenten in deze
provincie, waar de schoolkinderen onthaald
werden of een kleedingstuk oadeau kregen,
berichten, die wjj echter niet in al hnn bijzon
derheden kunnen opnemen; reden waarom wg
ons tot dit algemeen bericht bepalen.
In den afgeloopen nacht zjjn weder drie
konjjnen ontvreemd, thans op het Zand onder
Koudekerke.
Ook in en bg Hansweert zjjn diefstallen van
die dieren aan de orde van den nacht.
in yerband met de in den laatsten tgd
herbaaldelgk vernomen klachten over te late
aankomst der avondtreinen hier en te Vlisbingen
zullen wjj traohten gedurende eenigen tgd eene
opgaaf te doen van den tgd, waarop die treinen
te Vlissingen aankwamen.