N°. 289. 134s Jaargang. 1891. Dinsda 8 December. Deze courant verschijnt d a g e 1 tj k met uitzondering van Zon- en Feestdagen; Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.- Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentien20 cent per regel] 813 abonnement lager] Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten, benevens alle dankbetuigingen; van 17 regels 1.50; iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte] Middelbnrg 7 December. Remonte-Commissie. Militie en schutterijen. ONDERWIJS. KERKNIEUWS* UIT STAD EN PROVINCIE. IIIDDELBIIGSOIE (DIMM. a V hem ometer. Middelburg 7 Dec. rm. 8n.44 gr. 12 n 49 gr., av. 4 n. 47 gr. F. Verwacht Z. -wind IdrertenHSa Agenten te Vlieringen: P. G. bi Vit Mistbabh k Zoo*, te Goes: A. A. W.Bollasb,teKrniningenF. y.b.Pxijl, teZierikzee: A.C.b*Moow, teTholen: W. A. ya* NrEuwïKHUiJzi* en te TerneusenM. dx Jong*. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de i moeten des namiddags te éém buk ndvertentie-burean's van Nijgh Va* Ditkax, te Botterdam, bi Gxbx. Bilotakt*, te Gravenhage, en A. bi la Max Az*., te Amsterdam. j aan het bureau bezorgd zjjn, willen Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publieité étrangère G. L. Daube Ca., Joh* F. Jokes, opvolger. jjj des avonds nog worden opgenomen. In den jongsten Brief uit Se Hofstad ia de Arnh, Ct lezen wg het volgende Weinig beweging is er hier gemaakt over een toch inderdaad belangrgk feit in onze parle mentaire geschiedenis, de verkiezing van den oud-minister Havelaar in plaats van een liberaal te Gouda. Als van invloed op de bestaande meerderheid, die niet heel veel vermindering velen kan, is dit feit al van meer beteekenis dan men er aan toekende, maar ook om den persoon, die gekozen werd. Ik geloof niet, dat men dien daarmede een grooten dienst heeft gedaan. Wanneer er tot nu toe reden bestond om den afgetreden minister van waterstaat te prgzen, werden zgne werken als minister, de ■poorwegovereenkomsten en de nieuwe postwet, aangevoerd. In de couranten gaat dat goed men is het debat over de spoorwegovereen- komsten al tamelgk vergeten, alleen de ge wezen aandeelhouders en commissarissen van de opgeheven Bhgnspoorwegmaatacbappg en de bureau-ambtenaren hebben reden tot herinnering aan bijkomstige omstandigheden de eersten, om l'accord parfait de Vordat de overdracht hunner affaire zoo aangenaam voor hen maakte, de tweeden om het gemis van de leges, nu en in het vervolg, dat zjj te danken hebben aan het verzuim, door een hunner col- ga'a bjj de afbetaling gepleegd. En van de postwet, weet het publiek, dat ze geruimen tyd geleden is aangenomenmeer niet. Maar in de Tweede kamer weet men van al die din gen meer dan dat. Zjj, die de spoorwegover- eenkomsten bestreden en in de onbeschrjjfeljjke verwarring die er uit voortkwam de bevestiging van hunne voorspellingen gezien hebben, zitten op de groene banken of aan de groene tafelt. Onder de eersten behoort zelfs de voormalige directenr-generaal der Staatsspoorweg-exploitatie maatschappij, die verwijderd is moeten worden om de spoorwegovereenkomsten mogeljjk te maken in dat gezelschap zal de sage van des vorigen ministers exceptioneel beleid weldra vergeten, zoo niet erger, zjjn. En wat de postwet betreft, wanneer men des heeren Have- laar's opvolger eens gaat vragen, hoe het tocb komt dat de nienwe postwet nog maar altoos ennitgevoerd blijft, zal ook de postwetver- betering-legende spoedig tot de geschiede nis gaan behooren. Het is te begrjjpen dat de partg, waartoe deze ex-bewindsman behoort, hem te Gonda candidaat heeft gesteld, nadat het gebleken was, dat zjj voor een meer dweep ziek man barer richting elders de tot welsla gen onmisbare medewerking niet vinden kon van den verkozene daarentegen is het niet zoo gemakkelijk to verklaren, dat hg de candida- tunr in de gegeven omstandigheden heeft aan genomen. Wie weet of er in de volgende week, bg de behandeling der begrooting van het departement van waterstaat, niet momenten sollen voortkomen, waarop de ond-minister zal inzien, dat hjj verstandiger bad gedaan met nog eenigen tgd buiten de kamer te blgven. Nu kan 't den tchjjn hebben, dat hg binnen geroepen is om te midden van een weinig welwillend gezelschap, de hoofdpersoon te zjjn bg het bekende spelletje: wat zegt ge van mjjn vriend? Van de ministerstafel zal de beer Tak, en van de groene banken de heer Vrolik niet veel goeds van den vriend en diens nalatenschap te zeggen hebben. Bg kon. besluit is benoemd tot commies der postergen 4e kl. J. B. Visseher, thans surnu merair. Het afdeelingBverslag der Tweede kamer orer het ontwerp tot aangaan eener geldleening is, geljjk Zaterdag in 't kort is gemeld, versche nen. Verscheidene leden achten het beter, om de leening nog niet uit te sohrjjven, maar door een verhoogde uitgifte van vlottende schuld en te gelde making van inschrijvingen op het Grootboek in de eerste behoeften te voorsien. Dan sou voorloopig moeten worden afgezien van het voornemen om in 1892 de schnld aan den Bhjjnspoorweg, tot een bedrag van 22 millioen af te doen. Volgens de eigen erken tenis van den minister is de leening niet volstrekt noodig om in de behoefte aan kas- middelen te voorzienen nitstel der leening geeft besparing van noodeloos renteverlies. Bovendien wil de minister 13 millioen minder leenen, dan volgens berekening noodig is. Later zal ook voor Indië geld noodig zjjn, en men aobt het niet wenscheljjk dikwjjls leeningen te slniten tot kleine bedragen. Ook met het oog op den toestand van de beurs verdient het ^een aanbeveling thans te leenea. Andere leden meenen, dat het uitschrjjven dar leening van voorzichtig financieel beleid getuigt. Er is behoefte aan kasgeld en vlot tende schold is geen gewenscht betaalmiddel. Ook is de aflossing der schuld aan de Rijn spoorwegmaatschappij volgens de spoorwegwet noodig, hoewel waarschjjnlgk eerst in November. En met het oog op den toestand der bears verdient het geen aanbeveling om voor 8} millioen galden aan inschrijvingen op het Grootboek aan de markt te brengen. Toch wordt het wenschelgk geacht dat de minister van de eventneele inschrijvingen, slechts zooveel behoeft aan te nemen, als noo dig is tot voorziening in de kasbehoeften voor de naaste toekomst. De vraag werd nog geopperd, waarom niet liever een leening van 60 millioen wordt nit- gesohreven in seriën. Tegen het slniten eener latere leening uit sluitend voor Indië, onder garantie van Neder land, bestaat bg vele leden ernstig bezwaar ten laste van den staat moet geleend worden wat voor Indië en Nederland noodig zal blgken te zjjn. De gevolgen dezer leening voor de begrooting geraamd op f 145.524 en die volgens som mige leden misschien wel f 915.200 zonden bedragen maken het noodig ernstige be sprekingen te honden over de toekomst der staatsfinanciën. Tegen de opvatting des ministers, dat deze leening slechts eene kasoperatie zon zjjn, die nende tot dekking van tekorten, werd met na druk opgekomen. Men beweerde dat slechts mocht worden geleend tot dekking van nit gaven, waarvan het zeker is dat zg inkomsten znllen verschaffen van ten minste geljjk bedrag als de renten der schold. Mocht de minister niet aantoonen dat de tekorten het gevolg zjjn van productieve uitgaven, dan zonden zg over wegen of zjj wel voor het ontwerp konden stemmen. "Vele andere leden aohtten het BUL ten twjjtel dat de leening dient tot dekking van productieve uitgaven. De rentetype van 8 j pCt. werd vrjj algemeen goedgekeurd. Als bg ons eenige officieren met bjjbehoorend gezelschap uitgaan om paarden te koopen voor de ruiter jj of voor bet geschut, dan vinden de Nederlandscbe paarden slechts zelden genade in de oogen van deze strenge keurmeesters. Zoo'n Nederlandsch paard heeft in hunne oogen zoo vele en zulke groote gebreken, dat het totaal ongeschikt is voor onze bereden wapenen. Natuurlijk hebben wjj daartegen niets in te brengen. Wjj gelooven gaarne, dat de meeste Nederlandsche paarden niet waardig zjjn een rekrunt, laat staan een ritmeester of een gene raal te dragenwe gelooven gaarne aan die onwaardigheid, maar toch moeten ons een paar opmerkingen van 't hart. De meeste paarden znllen wel vereisoht wor den in tjjden van oorlog ook zal men dan wel paarden noodig hebben, die niet alleen trekken, maar die 't ook kannen volhouden. Daar 't onmogelijk zal wezen, om het te kort aan paarden, dat er bg 't nitbreken van een oorlog zal zjjn, nit het buitenland aan te val len, znllen alsdan misschien twee-derde der gebruikte paarden Nederlanders zjjn. Waarom na in een tgd van vtede afgekeurd datgene, waarmede men zich in tjjd van oorlog zal moeten behelpen? Dat's éêne vraag. Het Ylaamsch Uadzandsche paard is in 't oog der remonte-eommissie een afschuwelijk dier, zoo vol gebreken, dat zjj haast niet op te noemen zjjn. Hoe komt het nn, dat de Dnitscher voortdu rend onze leeljjke paarden komt opkoopen en daarvoor sommen besteedt, waaraan men vroe ger niet had durven denken? Nog eene derde vraag. l»e Italiaansche paardenkooper Corbella is verleden week met een tiental paarden van Zwolle naar Milaan vertrokken, welke paarden hg in de omstreken van eerstgenoemde stad heeft opgekocht en waarvoor hjj prgzen besteed heeft van zes tot negen honderd gulden. Als men de vracht daarbjj rekent, dan is het toch wel geoorloofd te zeggen, dat onze paarden veel geld kosten en daaruit de ge volgtrekking at te leiden, dat zjj nog zoo slecht niet zjjn. Voor slechte paarden toch geeft men inden regel niet veel geld. En wederom komen we tot de vraag: hoe komt het toch, dat in de verschillende deelen van ons rjjk zoo weinig paarden genrde vin den in de oogen der remonte-eommissie {Weekblad woor Z.- Vlaanderen W.D) Het atdeelingsvcsl&jjjyer Tweede kamer is verschenen over de wetsontwerpen tot tjjdeljjke versterking van de nationale militie en tot wijziging van de schutterjjwet. In de eerste plaats gaven bg het onderzoek daarvan verscheidene leden hnnne teleurstelling te kennen over hetnitbljjven van eene definitieve regeling der levende strijdkrachten. Men achtte het, aangezien het gevaar voor oorlog voortdu rend bljjft bestaan, onverantwoordelijk langer in dezen staat van zaken te blgven berusten. Men had dan ook, na de reeds gevoerde beraadslagin gen en genomen beslissingen, onverwjjld een nienw definitief voorstel van deze regeering ver wacht. Hoewel van andere zjjde gewesen werd op het omvangrijke van deze regeling, zoodat tijde lijke maatregelen onvermjjdeljjk schgnen, aohtten vele leden het toch noodig, dat de regeering zich nader zon verklaren omtrent de strekking der regeling, die zjj beoogt, en omtrent het tjjdBtip der indiening daarvan. Inmiddels was de groote meerderheid van oordeel dat de nn voorgestelde maatregelen niet beantwoorden aan het karakter van nood wetten, dat zjj geenszins gevorderd worden door den nood van het oogen blik en in bestaande regeling der strjjdkrachten vrjj diep ingrjjpen. Daarom gaf men der regeering in overweging op hare voorstellen terng te komen en zich te bepalen tot het voordragen van een verlen- gingBwet in gewjjzigden vorm; met dien ver stande dat daarmede gepaard ging een wjjziging van art. 6 der militiewet, welke verlenging van diensttjjd mogeljjk maakt zonder het bewjjs te vorderen, dat de omstandigheden, welke daartoe nopen, als buitengewone zjjn te beschouwen- Enkele leden waren zelfs van oordeel, dat slechtB eene kamer, g< kozen na eene op breeder grondslag gevevtigHa raqrelinc? L-* w;—li, bevoegd zon zjjn tot zulke maatregelen mede te werken. Andere leden waren evenwel van oordeel, dat de voorgestelde wetswjjzigingen de voorkeur verdienen boven eene jaarlgks terugkeerende beslissing over de verlenging van den militie- diensttjjd, terwjjl tegen vertraging van de indiening van definitieve voorstellen ook een waarborg gevonden zon worden hierin, dat de veranderde toestand met betrekking tot de schntterjjen toch op den daar zon blgken onhoudbaar te zjjn. Yoor vele leden was het ook een bezwaar dat deze voorstellen niet strekken tot invoering van den persoonljjken dienstplicht, h. i. een noodzakeljjk complement van de verlenging van den diensttgd, omdat daardoor de be zwaren van het stelsel van plaatsvervanging nog vermeerderen. Een groot aantal leden zon dan ook slechts onder voorwaarden, dat de afschaffing der plaatsvervanging in het militie- ontwerp alsnog werd opgenomen, zich daarmede vereenigen. Yele leden meen len, terwjjl zjj bevreemding erover te kennen gaven, dat de minister van oorlog, voorstander van groote contingenten en korten diensttjjd, een voorstel tot verdub beling van den diensttgd had gedaan, dat op die wjjze toch niet veel meer voor versterking zou zjjn verkregen dan door bestendiging van de thans geldende verlengingswet. De daaraan ontleende bedenkingen leidden tot het beslait, dat toevoeging van drie lichtingen, bestaande nit sedert jaren niet meer geoefende manschappen, zonder behoorljjke voorziening in kader, klee ding, uitrustingen en bewapening, niet als een werkeijjke versterking der weerbaarheid kon worden aangemerkt. Daarbjj komt toene ming van de ongeljjkheid van den druk der persoonlijke lasten en de terugwerkende kracht voor de reeds ingeschreven lichtingen, welke mede reeds als bezwaar gold. Wat de verzwa ring van lasten betreft, deden sommigen echter opmerken, dat deze alleen in oorlogstjjd was te vreezen. Het vond ook afkeuring, dat de minister van oorlog zgne denkbeelden omtrent den eersten oefeningstjjd reeds nn wenschte in praktjjk te brengen. Ten slotte werd gevraagd of de minister, als de gevraagde verlenging wordt toegestaan, voornemens is in de bestaande organisatie van het leger geen verandering te brengen en of hjj van oordeel is dat die verlenging Neder land in staat zal stellen zioh tegen aanvallen op zgne onafhankeljjkheid of zjjne neutraliteit beboorljjk te verdedigen. Terwjjl geklaagd werd over gemis aan toe lichting van de dienstverlenging voor de zee miliciens, werd, wat de schntterjjen aangaat, in het breede de meening ontwikkeld dat deze voorstellen tengevolge zonden hebben dat de militaire waarde der sehuttarjjjes, die toch orer het algemeen niet hoog gesohat wordt, nog eene gevaarlgke vermindering zal ondergaan door het voorstel om hen, die gedurende vjjt jaar bjj het leger en gedurende vier jaar bg de zeemacht gediend hebben, in vredestgd van den dienst als schatter vrjj te stellen. De commissie van rapporteurs (bestaande nit de heeren Bntgers van Bozen- burg, Land, Schimmelpenninck v. d. Oye, V. d. Feltz en Gnyot) vat de beschouwingen, welke nit de afdeelingen z jj n ge rapporteerd, ten slotte hierin sa men, dat het wetsontwerp tot tij delijke versterking van de militie op den bjjval van de meerderheid der kamer kwaljjk rekenen kan, tenzjj het öf tot eene zuivere nood wet omgewerkt öf met devereiscfa te bepalingen tot invoering van den persoonljjken dienstplicht aangevuld wordt. Nog werd gevraagd of de reg. het schutterg- ontwerp zal handhaven als het militie-ontwerp mocht verworpen worden. Bjj het verslag zjjn gevoegd lo eene nota van den heer Schimmelpenninck v. d. Ojje, houdende beschouwingen en becjjfeiingen over de steikte van de legermacht, die de regeering beoogt, waaromtrent bg den steller verschil lende twijfelingen zjjn gerezen 2o eene nota van den heer Schaepman, in hoofdzaak strek kende om het z. i. bnitengewone karakter de «er niet nit bnitengewone omstandigheden geboren »noodwet" aan te geven. Bg hem is de vraag gerezen, of niet feitelgk de regeering langs dezen omweg tot den persoonljjken dienstplicht komt ook en voore 1 wegens den zwaarderen drnk, die nn zou ontstaan voor hen, die nog minder dan te voren bg machte zonden zjjn plaatsvervangers te stellen. Daardoor zou aan landbouw en njjverheid onmiskenbaar schade worden berokkend, en zoo zon de toenemende beweging naar den persoomginju ummijfum. baar oorsprong hebben in den wrevel en den njjd der benadeelden. De voordracht voor onderwijzer aan school B (hoofd de heer Van Kamer) te Vlissingen, bestaat nit de heeren C. de Jonge te St Phi- lipsland, W. H. Lenselink te Bjjsoord en J. J. van Doeselaar te Ternenzen. Te Borssele heeft zich voor de nienwe onderwjjzers-betrekking, op eene jaarwedde van ƒ400, één sollicitant aangemeld. In de Ct zjjn opgenomen de statuten der vereenigingDe Vrije Evangelische Kerkelijke Vereeniging te Bath, gemeeite Billand-Bath. Het doel der vereeniging is het zedeljjk, maatschappelijk en godsdienstig leven der in woners van Bath aan te kweeken en te bevorderen De vereeniging zal trachten dit doel te be reiken: a door het houden van vergaderingen, waarin de Bjjbel wordt besproken en uitgelegd; l door het houden van voordrachten, waarin tot een zedeljjk, maatschappelijk en godsdien stig leven wordt aangespoordc door het elkander onderrichten in het geloof, gegrond op den Bjjbeld door het elkander behoeden voor afdwalingen en het waarschuwen voor alles wat verkeerd is en in strjjd met de leer van Jezus Christus. Het bestuur der vereeniging bestaat nit zeven leden. De eerste maal treden als bestnnrders op de heeren A. M. Steketee, W. van Strien, A. Blok Cz., J. Dronkers, J. Walraven, J. Kooman en J. de Noojjer Sr. Wekelijksche opgaaf betreffende de Ned. herv. kerk. Beroepen naarAlkmaar H. de Haan te Op- hemertLinschoten J. Ph. Hattink Jr. to Nienwkerk aan den IJselNieuwendam N. Jolles te Beusichem Eansdorp W. Voors, cand.; Oostermeer F. T. Salverda te Wons c. a.; Us- seloo B- Cremer, cand.; en naar Kolham J. O. Vegter, cand. Bedankt voor: Zierikzee J. A. Schnltz te Geertruidenberg Kampen J. H. Wensinck te Njjkerk; Bunschoten P. H. Versteeg te Sint Pancras Kattendjjke W. Yoors, cand.j en voor Ytens en Aalsum J. Heeringa te Sebaldebnren Aangenomen naarAngerlo J. A. van Leen. wen, cand. Een algemeen bekend en algemeen geacht ingezeten dezer gemeente, die, na zich jaren lang aan de opvoeding der jengd en de op. leiding van onderwijzers gewjjd te hebben, nog slechts kort geleden zjjn welverdienden wsttjjd zag aanbreken, immers eerst met den 1 April 1891 werd hg op zjjn verzoek gepensioneerd als hoofd van school E, de heer J. van Slujjs is Zondag alhier overleden. In enkele trekken willen wg den leveneloop van dezen kundigeo, bescheiden onderwijzer schetsen. Wjj doen dit nn, omdat, toen de heer Van Slujjs zjjn ambt neerlegde, het ons bekend wis dat hjj van eene dergeljjke mededeeling liefst verschoond bleef. De heer J. van Slujjs, geboren te Gr jjpskerke den 29en Aug. 1820, genoot zjjne opleiding als onderwijzer aanvankeljjk op zjjn geboorteplaats van den toenmaligen hoofdonderwijzer W. Auer Later werd hg als adsistent-ondermeester ge plaatst aan een der armenscholen te Middelburg, van waar hjj als ondermeester overgeplaatst werd naar de school van den heer P. Leupen, terwjjl hjj, na 13 Oct. 1842 de acte als hoofd, onderwijzer te hebben gehaald, in 1845, na het oterljjden van den heer Bos, tot hoofdonder wijzer van eene bjjzondere school der tweede klasse alhier benoemd werd. Deze school, die in een bloeienden staat verkeerde, werd tengevolge van de reorganisatie volgens de wet van 1857 eene openbare school voor jongens. Daaraan wjjdde de beer Van Slugs van 1 Januari 1858 tot April van dit jaar, toen hg op zjjn verzoek eervol ontslagen werd, zgne beste krachten. Een aantal jongelni uit den gegoeden stand leidde bg daar op voor de lessen aan het gymnasium of de rjjks boogere burgerschool. Tal van personen, die thans een aanzienljjke of eervolle betrekking in de maat schappij bekleeden, danken den heer Van Slujjs hunne eerste vorming. By de oprichting van de rjjks normaallessen, waarvan de opening plaats had den28 Januari 1860, werd den heer Van Slugs een deel van dat onderwijs opgedragen, welke taak hjj tot 15 April van dit jaar vervulde. Ook vele onderwjjzers danken den Hinken leermeester Gedurende eene lange reeks van jaren ver leende de overledene ook zgne gewaardeerde diensten bjj het afnemen der acte-cxamens in deze provincie. Sedert de oprichting der MiddelburgschC Onderwijzers Zangvereeniging, 16 Aug. 1862, ver vulde de heer Van Slugs tot fcept. 1890, geheel belangloos, de betrekking van directeur dier vereeniging, die hg steeds een warm hart toe droeg en waarvan hjj bjj zjjn vrjjwillig aftreden tot eerelid benoemd werd. Verder was hjj lid van bet bestuur van het onderwjjzers gezelschap in bet arrondissement Middelburg en'lid van het Zeeuwschgenootschap der Wetenschappen. Deze enkele mededeelingen bewjjzen voldoende dat met ♦meester" Van Slugs is heengegaan een nnttig burgerzgne vrienden en kennissen zullen daarbjj voegen een oprecht vriend, zjjne leerlingen van vroeger en later tgd een kundig en humaan leermeester, iemand die een open oog had voor het goede en voor het schoone. En allen, die den aangenamen man zoozeer waardeerden, zullen met leedwezen hebben gadegeslagen, boe in betrekkelgK korten tgd de krachten van die eenmaal flinke figuur wer den gesloopt en het ten zeeiste betreuren dat hjj, wien allen na zjjn werkzaam leven, zoo gaarne een langdurige rust hadden gegund, slechts zoo kort de vruchten van het hem toe komende pensioen heeft mogen plukken. Zgne nagedachtenis zal zeker nog langen tgd bjj velen in herinnering blgven voortleven. Niettegenstaande het alles behalve aan gename weder, regenachtig en modderig als het was, is Zaterdag, zoowel hier als elders, de naamdag van den goeden Sint Nikolaas weder opgewekt gevierd. Den ganschen dag heerschte er een aangename drukte, maar vooral des avonds bereikte deze haar top punt. Er is veel gekocht, veel ontvangen, maar ook veel gegeven. Vooral wat dit laatste be treft ontvangen wjj, behalve uit Middelburg zelve, van verschillende gemeenten in deze provincie, waar de schoolkinderen onthaald werden of een kleedingstuk oadeau kregen, berichten, die wjj echter niet in al hnn bijzon derheden kunnen opnemen; reden waarom wg ons tot dit algemeen bericht bepalen. In den afgeloopen nacht zjjn weder drie konjjnen ontvreemd, thans op het Zand onder Koudekerke. Ook in en bg Hansweert zjjn diefstallen van die dieren aan de orde van den nacht. in yerband met de in den laatsten tgd herbaaldelgk vernomen klachten over te late aankomst der avondtreinen hier en te Vlisbingen zullen wjj traohten gedurende eenigen tgd eene opgaaf te doen van den tgd, waarop die treinen te Vlissingen aankwamen.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1891 | | pagina 1