N°. 278. 134e Jaargang. 1891. Woensdag 25 November. letteren en kunst. kerknieuws- uit stad en provincie. Deze courant verschijnt d a g e 1 f] k met uitzondering van Zon- en Feestdagen] Prfjs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.= Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën j 20 cent per regel] Bij abonnement lager] Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten, benevans alle dankbetuigingen; van 17 regels 1.50; iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Middelburg 24 November. Open brief i ddhiii it(. son; courant SherniOBetert Middelburg 24 Not. vb. 80.87 gr. m. 12 u. 40 gr., av. 4 u. 39 gr. F. V trwacht O. wind Agenten te Vlissingen: P. G. ra Vet Mestdagh Zoo», te Goes: A. A. W. Bolland, te KruisingenF. v. d. Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te Tbolen: W. A. tan Nieuwnnhtjijzen en te TerneuzenM. ra Jongi. Verder nemen nlle postkantoren en boekhandelarén abonnementen en advertentiën aan, evenals de ad verten tie-burean'g van Nijgh Van Ditmab, te Rotterdam, ra Gebb. Bklotantb, te 's Gravenhage, en A. ra la Man Azn., te Amsterdam. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjj» en Londen, de Compagnie générale de Publioité étrangère G. L. Dattbe Cre., John F. Jones, opvolger. Advertentiëa moeten des namiddags te ééa uur aan het bureau bezorgd sjjn, willen zjj des avonds nog worden opgenomen. aan de redactie van- de Middelburgscbe Courant. Een vriend, die mij mijn' f.ilen toont, Gestreng bestraft, en nooit verschoont, Heeft op mijn hart een groot vermogen. Van Alphen. Geachte Redactie Meermalen kwamen in de Middelburgsche cou rant phrasen voor, die Seitenhiebe tegen de militairen zonden kunnen genoemd worden. Bgna nooit werd een militair onderwerp be sproken of de éene of andere hatelijkheid moest gelucht worden. Gingen wjj dit schouderop halend voorbjj, het swjjgen bjj het lezen van het hoofdartikel in uw blad no. 275 van 21 deser zou eene beschuldiging tegen de mili tairen zjjn. In dat hoofdartikel wordt de strjjd, aange bonden door sommige bladen tegen den minister Seyffardt, geweten aan officieren en waarom Omdat die bladen uitkwamen in plaatsen, waar sterke garnizoenen liggen. Is dat een bewijs grond Of mogen wjj bet veeleer als eene insinuatie, een verdachtmaking aanmerken. Een verdachtmaking van de ergste soort, omdat vooreerst uwe redactie in het bjj voegsel van uwe courant van 23 deser meldt dat Mars in het Han delsblad, een blad uit een groote garnizoensplaats schreef in denzelfden geest als gjj en Mars bovendien een oud-officier isen vervolgens omdat in de Nieuwe Rotterdammer van gisteren een hoofdartikel voorkwam, tot bestrjjding van den minister van oorlog en niemand toch zal beweren, dat Rotterdam een groote garnizoens plaats is. De beschuldiging, door uwe redactie op den voorgrond geplaatst, dat niet de liberalen, niet de geest die in de Liberale Unie voorzat bjj de behandeling der legerwet, den minister van oorlog bestrjjden, maar hierin alleen militaire en hofinvloeden de hoofdrol spelen, werden al zeer weinig gestaafd. Trouwens uwe redactie gevoelde ditzelf en achtte het noodig door andere beschuldigingen haar beweren te staven. De niet benoeming van een chef van het regiment Grenadiers en Jagers; de eigen be grippen van militaire eer; het werken om promotie te maken, moesten er met de haren worden bjjgesleept. Deze alle te samen moesten bewjjzen, dat de militaire cdterie voor dezen minister een zeer gevaarljjke coterie is. Ten opzichte van al die verdachtmakingen, onderschreven wjj gaarne de woorden, door de officieren E. G. Staal, I. H. van der Hegge Zjjnen en N. Bosboom gericht tot het Kamerlid De Geer van Jutfaaszjj luiden «Zie M. de R., wanneer een zeker soort van volksleiders, voor wie verdachtmaking middel is tot bereiking van hun doel, diergeljjke phrasen uiten, kan men die schouderophalend voorbjj gaan. «Leedwezen en verontwaardiging deden mjj schrjjven." Is het niet alsof deze woorden tot uwe redactie waren gericht? Maar meer nog dwingt mjj tot schrjjven, ofschoon wjj hier zouden kunnen eindigen. Punt voor punt willen wjj uwe verdachtma kingen bespreken. Ie. Begrjjpt u niet, dat u met de verkon diging van den invloed der hofkringen, der koningin hare kroon ontneemt? Ziet u niet in, dat u als redaotie eener cou rant, die veel gelezen wordt, als volksleider den volke verkondigt niet de koningin regeert, maar de hofkringen En als nu de verkiezingen te Gouda en te Tiel en later wellicht andere eens tegenvallen en wjj si erk gekleurde partjj-ministeriën krjjgen en de koningin wellicht haar veto zal moeten uitspreken over aangeboden wetsontwerpen, zult u dan geen berouw gevoelen, dat konink lijk gezag langzamerhand te hebben ontdaan van zjjn kracht 2e. De niet benoeming tot nu toe van een chef van het korps Grenadiers en Jagers wordt door u den volke verkondigd, als eene beschul diging tegen de koninginmaar hebt u zich wel eens rekenschap gegeven van de verant- woordeljjkheid eener daad, die drukt op hem, welke met de traditie breekt of de kracht ont kent, die aan den korpsgeest wordt ontleend? Herinnert gjj u nog den slag van Waterloo, waar de Oude Garde werd gesommeerd zich over te geven; weet gjj nog het antwoord van dat kranige korpslaat ik het u herhalen, het La mille Garde meurtmuit ru te rend pas. Ziet daar een voorbeeld uit duizende van de kracht ran den korpsgeest van een keur corps. Het gaf zich niet over, maar liet zich neersabelen. Begrjjpt gjj nu dat zoo'n korps gekrenkt wordt als het een Artillerist, hoe bekwaam ook, tot chef moet krjjgen? Misschien ligt hierin echter de ware oorzaak niet, indien er te deien opzichte verschil van inzichten be staat, tusschen de kroon en haren raadsman, den minister. Wjj oordeelden slechts naar het geen de bladen daaromtrent schreven. In ieder geval zullen wjj de laatsten zjjn, per sé het Koninkljjk Yeto te beschuldigen. 3e. IJit het bovenstaande knnt u gemakke- ljjk de eigen begrippen va militaire eer af meten. Op dit aambeeld werd zoo dik wjj ls door u gehamerd. En toch zoo lang er voor beelden voorkomen, als dat van de Oude Garde bg Waterloo, zoo lang zal de militaire eer zich handhaven. Levendig kan ik mg voorstellen, hoe eeu zoogenaamd practisch man van den tegenwoor- digen tgd zou verkondigen «waartoe was dat noodig, dat die Garde zich in do pan liet hak ken, hadden zg zich maar overgegeven en waren zjj maar kalm naar huis gegaan." Of slaan wg den blik naar Indië. Wg zien onze flinke troepen daar een bentiug bestor men. Ziet, de voorsten zgn er al in en vallen; de volgende dringen door en nemen de bentiug over de lgken hunner krggsmakkers. Dezelfde practisobe negentiende eeuwer zon misschien weer zeggen «waarom ook zoo haantje de voorste willen wezenblgf je wat achter, dan kom je er ook en je hebt veel minder kans van sneuvelen. En Nurks zou zeggen «HetiBhuneigen schuld dat ze vieleu, het was toch maar te doen om een Willemsorde met riddersoldg. Maar zg, die er bg waren en er goed afkwa men, zullen later in het burgerlgk leven terug gekeerd met trots vertellen, dat zg bg de be storming van die bentiug zgn geweest. Gevoelt gg nu, geachte redactie, wat de eigen begrippen van militaire eer zgn? Gevoelt gjj nu wat die militaire coterie is, nl. mannen die zich doodvechten om u, Nederlanders, het bezit uwer vrgheden, het behond uwer koloniën te waarborgen, opdat, voor het geval zg u waarschuwen, dat de macht door u gegeven onvoldoende is om met hoop op goeden uit slag te kunnen strgden, zg door u ongestraft zouden kunnen worden verdacht gemaakt? Maar wees gerust, zg zullen op hun post big ven en trachten met de geringe afgedwongen middelen voor het dankbaar vaderland te overwinnen. 4e. Zondt gg nn werkeljjk denken, geachte redactie, dat de open brief, door den overste Van Tnerenbont indertgd gericht aan den overste Sejjffardt om diens beginselen te be- strgden, tot achterdeurtje zon hebben «het maken van promotie Zoudt gg nn werkelgk verlangen, dat alle militairen, die de toen verkondigde beginselen van het kamerlid Sejjffardt bestreden, nn plotseling de adoration mutuelle zonden moeten gaan toepassen Die dwaze eigen begrippen van militaire eer zonden dat niet toestaan, en wg zgn er stellig van overtuigd, dat een dergelgke zwenking den minister van oorlog, die terecht door n als een man met een ridderlgk karakter wordt getee- kend, zon walgen. 5e Van atoreken van dezen minister van oorlog, die nog niet in de gelegenheid was te verklaren welke reorganisatie van het leger hg wenschte in te voeren, bleek ons dan ook nog_ niets. Wel mindere appreciatie van de noodwet. Wie weet of u later misschien nog eens berouw zult hebben over ideën, die u nu den minister toedenkt en die wel eens konden blgken heel anders te zgn. Wees echter over tuigd, dat, welke organisatie deze minister ons geven zal, wg, militaire coterie, zooals u het leger wenscht te noemen, altgd tevreden zullen zjjn, indien slechts de weerkracht van ons vaderland zal verbeterd zgn, zoodat de strgd tot verdediging met meer dan waarschgnlgk- heid van goeden uitslag kan gevoerd worden. Dat de minister die verbetering op de lange baan wenscht te schuiven, wordt door ons alweer een verdachtmaking geacht. Yeeleer onderschrgven wg de gedachte van Mars, dat er veel tgd noodig is om een reorganisatie tot stand te brengen. De minister wordt door ons te veel geacht om niet geloofd te worden, als hg verkondigt, dat de noodwet slechts tot 1895 behoeft te dienen, omdat in dat jaar de nieuwe organisatie in werking kan treden, die hg zich voorstelt aan het leger te geven. Meer dan noodig scheen het mg toe u het vorenstaande toe te zenden. Wil het ter weer legging van uw hoofdartikel, vroeger aange haald, aan de lezerB van uw blad ter kennis brengen. Strjjd omtrent onze verschillende opvattin gen wordt door mg verder niet noodig en niet gewenscht geoorde-ilcl. Daarom geef ik u de verzekering, dat ik mg alleen tot dit enkel protest zal bepalen. Middelburg, 23 November 1891. Van Aken. Ten einde niet te veel op eens van de aan dacht onzer lezers te vergen, zullen wg in ons volgend nommer op dit schrgven antwoorden. Red. Bg kon besluit is benoemd tot notaris binnen het arr. 's Gravenhage, ter standplaats de ge meente Leiden, J. F. Meiners, candidaat-notaris aldaar. In een der Atjehsche brieven van het Bata- viaasch Handelsblad wordt de aanval in de Deli-courant tegen den nieuwen gouverneur van Atjeh krachtig bestreden. Daarin wordt geschreven «Een zeer pgnlgken indruk maakte hier algemeen een schandelgk artikel, waar mede de Deli-Courant van 19 September, onder den titel van Gewogen en te licht be vonden zgne kolommen opende, waarvan de strekking is, bet beleid van den kolonel Pompe van Meerdervoort op de ellendigste wgze in verdenking te brengen en waaien eene animositeit tegen zgn persoon wordt aan den dag gelegd, zooals die alleen door het meest verfoeilgk eigenbelang kan worden in de pen gegeven. Algemeen wordt dat artikel hier dan ook afgekeurd, zelfs door hen, die misschien niet in alle opzichten met de door den tegen- woordigen gouverneur gevolgde politiek mee gaan. De schrgver van bedoeld sensatie-artikel, die zeker geïnteresseerd is bg eene eventueele bestuursverandering op Atjeh, oiacht toch wat heel veel, wanneer hg na vier maanden reeds de afdoende resultaten verwacht van eene veranderde politiek" Het Hbld verheugt zich over deze tegenspraak, waaruit blgkt dat men in Atjeh zelf den nieuwen gouverneur beter beoordeelt. Uit de berichten, die het blad in den laatsten tgd, rechtstreeks en zgdelings uit Indië ontving, meent het te kunnen afleiden dat het werkelgk niet veel had gescheeld of de Indische regee ring was, tengevolge der op touw gezette kuipergen, aan het wankelen geraakt. Maar de blgkbare overdrgving, waaraan de intriganten zich bezondigden, heeft de oogen doen open gaan. Indien deze opvatting juist is, heeft het Amsterdamsch orgaan hoop dat eindelgk een einde zal komen aan de ondermgning van het gezag op Atjehniet door vgandig gezinde Atjehers, maar door onze eigen landgenooten- Een drama te Atjeh. Het was donker op den avond van Dinsdag den 20on October jl., toen een bende Atjehers bg den Kroeng Zingkar bet door ons bezette gebied trachtte door te sluipen. Eene hinderlaag van eene brigade maréchans- sées, aldaar geposteerd, opende op die indrin gers een salvo. De vgand verdween onmiddellgk in het hooge struikgewas, in de zoogenaamde duizend meters vrge strook, doch niet om zgne plannen te laten varen, maar om eene stelling tegen den spoordgk in te nemen, teneinde ons eene gevoelige les te geven. Op het salvo der maréchaussées kwamen onmiddellgk uit de bentiug Tjot Iri de le luite nant CornelisBen, met 20 bajonnetten, en uit de bentiug Lampermé de 2e luitenant Dgbstra, ook met een gelgk aantal bajonnetten, bg de hinderlaag maréchaussées, om bg,een eventueel gevecht die brigade krachtdadig te kunnen ondersteunen. De ondersteuning was niet noodig, waarom beide patrouilles huiswaarts keerden. De pa trouille van Lampermé kwam zonder stoornis in haar benting terug. Die van Tjot Iri echter was zoo gelukkig niet. Goed gesloten, met haren commandant, den kranigen le luit. Cornelissen, stiet zg, dicht bg hare benting, op diezelfde Atjehers, die men dacht verdreven te hebben. De Atjehers lieten hun prooi tot op een paar passen naderen, gaven een goed welgericht salvo daarop en verdwenen. Hoewel ontredderd, zond de patrouille op de weggeloopen Atjehers nog een paar salvo's; en toen de maan met hare eerste stralen het terrein verlichtte, bescheen zg het Igk van een veelbelovend en jong officier, die met een gapende kogelwond in het hart op den grond lag, en drie zwaar gekwetste inlandsche mili- tairen, De 2e luitenant Dgkstra, die nauweljjks in de benting Lampermé terug was, spoedde ziob met zgne manschappen naar de plaats fles onheils, doch kon slechts het hartverscheurend schouw spel waarnemen, dat zgn vroolgke, dappereeu solide kameraad gesneuveld op het gras lag. De dierbare doode en de gekwetsten werden naar de benting Tjot Iri getransporteerd en van daar per extratrein naar het hospitaal te Panteh Perak. En toen de maan ver boven de kimmen, kwam, kon zg slechts het terrein 'oeschgnen waar Nederlandsche lankmoedigheid (door den Atjeher als lafhartigheid beschouwd) weder zware offers van Nederlandsche zonen had geëischt. De treurmare was spoedig te Kota Radja verspreid, waar een zeer groot aantal officieren hunnen geliefden kameraad betreurden. Des namiddags werd het lgk van dien dapperen officier plechtig ter aarde besteld. De gouverneur, officieren van land- en zee macht, ambtenaren, burgers en een groot aan tal mindere militairen deden, onder de treurige tonen van den marche funèbre, den dierbaren gesneuvelde uitgeleide tot aan zgn laatste rustplaats. De kiBt prgkte met drie groote kransen, waarvan er éen was van de minderen van de laatst door hem gecommandeerde benting. Verliezen wg door zgnen dood een flinken, vrooljjken ea goeden kameraad en het Neder- landsch-Indisch leger een kranig en veelbelo vend officier, zgne moeder en zuster zgn door zgn vroegtgdig afsterven beroofd van een lief hebbenden zoon en broeder en haren grootsten steun en verzorger. Kota Radja, 24 October 1891. Dra. {N. d. D.) Bg den heer H. A. Tjeenk Willink te Haarlem is de bekende Nederlandsche Almanak voor 1892 verschenen. De omslag draagt het fraai portret in kleurendruk van H. M. konin gin Wilhelmina, terwgl een der eerste platen het portret van wglen koning Willem III is. Als gewoonlgk komen ook thans, behalve andere houtsneden, in dezen jaargang de beel tenissen voor van mannen van beteekenis, welke in den loop dezes jaars ons ontvielen. Wat den verderen inhoud betreft, bg onder vinding weet men dat die wg zouden bgna zeggen onmisbaar is voor hen, die de ge beurtenissen van den dag volgen. Dit is wel de beste aanbeveling voor dezen fraaien en nuttigen almanak. Aflevering 7 van deel VIII der 2e serie van het Tijdschrift van het Koninklijk Neder- landsch Aardrijkskundig Genootschap bevatHet internationale congres van de aardrgksknndige wetenschappen te Bern van 9—15 Ang. 1891, door W. van Goltstein Nederlands gemeenten boven 10000 inwoners naar rangorde der be volking op 1 Jan. 1891, met opgave van het bevolkingscgfer op 1 Jan. 1890, (volkstelling) en van de absolute en de percentsgewgze toe neming van bevolking gedurende het jaar 1890 en gedurende het tgdperk van 1 Jan. 1886 tot 1 Jan. 1891, door J. F. Hoekstra Jz.Das Areal der Niederlandischen Besitzungen in Ostindien, von prof. dr Hermann Wagner in Göttingen, (mit einer karte); schrgven van dr H. F. C. ten Kate aan het bestuur; mededeeling van het bestnnr in zake het wetenschappelgk on derzoek van het eiland Floresnieu were publi caties over Europa, door J. A. C. A. Timmer man de meteorologische resultaten van de expeditie der Challenger in betrekking tot de physische geographie, door H. Zondervan. Het schetsen van kaarten volgens den Schetsatlas van H. A. Rgkens en de waarde dier kaarten als middel bg het onderwgs, door H- A. R. Nieuwe uitgaven. Beroepen bg de Ned. herv. kerk te Vlis- singen de heer D. J. Prins, predikant te Leks mond. Zondagmorgen is bg de Ned. herv. gemeente te Grgpskerke als predikant bevestigd de heer J. Gommer door den heer B. B. van Hoorn, pred. te Domburg, naar aanleiding van Openbaringen 14 vers 6. 's Middags predikte de bevestigde over 1 Cor. 2 vers 2. De heer Dr. J. Dyserinck, vroeger predi kant bg de doopsgezinde Gemeente te Vlissigen, thans te Rotterdam, hoopt op 1 December a. t. den dag te herdenken, waarop hg vóór 30 jaren het predikambt te Helder aanvaardde. Wg ontvingen weer van eenige njjvere inge zetenen van Middelburg uitnoodigingeu tot het bezoeken van hunne St. Nicolaas-étalageen dit geeft ons aanleiding mee te deelen dat wg v itmaal het in de laatste jaren gebruikelgk overzicht niet zullen geven. Waar zoo weinig verandering in het aantal winkels ontstaaten wg te gelegener tgd steeds van belangrgke veranderingen, verbeteringen en nitbreidingen bg bestaande inrichtingen melding maakten, is het onmogelgk in zulk een St. Nicolaas-beschrgving telken jare ver scheidenheid te brengen. Wg willen daarom eens een jaar overslaan met zulk een revuemaar wenschen gaarne allen winkeliers in onze stad, die, daarvan zgn wg overtuigd want de concurrentie, hun ambitie en hun eigenbelang dwingen hen d ato e door ruime sorteering en goede be diening zullen wedgveren, een druk bezoek toe. Er is zooveel te zien en te koop, dat niemand zich naar elders behoeft te begeven om een goed St. Nieolaascadeau machtig te worden. De toeht van de justitie naar 's Haeren- hoek inzake de inbraak, diefstal en moordpoging schjjnt naar men ons van daar meldt weinig resultaat te hebben opgeleverd. Twee personen, op wie men vermoeden had, werden gehoord maar weder vrggelaten. Geen licht moet in dezen nog ontstoken zgn. Maandag is aan het strand onder Nieuw- dorp een dood paard aangespoeld. Oppervlakkig beschouwd scheen het dier eerst kort dood te zjjn, of het zeewater moet het tegen ontbin ding hebben bewaard. De toestand van den heer mr J. Moolen- burgh is naar men ons heden uit Zierikzee meldt redelgk. De nacht was rustig. Te Axel iB opgericht eene afdeeling van den Nederlandschen bond tot bescherming van dieren. Zg telt reeds 22 leden. Zaterdagavond werd de eerste vergadering gehouden tot het benoemen van een bestunr en het vaststellen van een reglement. Als bestuursleden werden gekozen de heeren P. Dregmans, B. T. J. Hugenholtz, C. P. Min jon, H. Cransberg en J. Bauwens. Besloten werd nog bg de slagers aan te dringen op het gebruik van slachtmaskers, waarvan reeds een tweetal zgn besteld. Eene commissie uit de vereeniging, bestaande nit de heeren J. Bauwens, W. Verconteren en Jac. Dregmans, zal bg het slachten met het masker tegenwoordig zgn, ten einde de goede werking daarvan te consiateeren. De vereeniging Opwaarts te St Jan-Steen, gaf Zondag 11. haar eerste winteruitvoering. Doordien dezen keer zoowel heeren als dames toegang hadden, was de zaal goed bezet. De zangstukken lieten zoo scbrgft men ons verder niets te wenschen over. Ook de comediestukjes Wie zal de schoonzoon zijn en De drie werkstakers, vonden veel bgval. ,ba vereeniging heeft den bezoekers een recht aan. genamen avond bezorgd en men hoopt, dat zjj het publiek dezen winter nog meer van die avonden zal verschaffen. De Maandag morgen te IJzendgke ge houden raadszitting was voor een groot gedeelte gewgd aan onderwgsbelangen. De onderwgzer aan de openbare school no 2, (Klakbaan) de heer C. Rovers, heeft eenigen tgd geleden een verzoekschrift ingediend om te worden overgeplaatst naar de openbare school no 1 (kom der gemeente), aan welke inrichting door het aanstaand vertrek van den onderwjjzer, den heer Van den Dries met 1 December eene vacature ontstaat. Tegen overplaatsing wordt evenwel door de Bchoolautoriteiten bezwaar gemaakt, waarom burgemeester en wethouders eene oproeping voor onderwgzer deden. De benoeming van den heer Rovers is nu niettemin vrij wel zeker. Of daarna opnieuw een derde onderwgzer aan de school op de Klakbaan zal aangesteld worden, hangt af van de werking van een in dezelfde zitting genomen besluit, waa.bg de verordening op het verstrekken van onderwjjs werd gewgzigd. De minimum leettgd van toe lating werd bepaald op zes, de maximum leet tgd op 15 jaar. Leerlingen boven de 13 jaar, die van 1 October—1 April meer dan 30 school tijden verzuimen worden, van de school geweerd, uitgezonderd wanneer ongesteldheid de oorzaak is. Men hoopt daardoor het aantal schoolkin deren op de Klakbaan op 80 ot minder te brengen, tengevolge waarvan de noodzakelijk heid van een derden onderwgzer zou vervallen. Dergelgk besluit van den gemeenteraad ta Hoofdplaat werd door Gedeputearde Staten ver nietigd, maar door den Raad van State ge handhaafd. Voor de geldleening i 7000, ten beho|Y| fjè

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1891 | | pagina 1