N°. 278.
134e Jaargang.
1891.
Woensdag
25 November.
letteren en kunst.
kerknieuws-
uit stad en provincie.
Deze courant verschijnt d a g e 1 f] k
met uitzondering van Zon- en Feestdagen]
Prfjs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.=
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën j 20 cent per regel] Bij abonnement lager]
Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten, benevans alle
dankbetuigingen; van 17 regels 1.50;
iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Middelburg 24 November.
Open brief
i ddhiii it(. son; courant
SherniOBetert
Middelburg 24 Not. vb. 80.87 gr.
m. 12 u. 40 gr., av. 4 u. 39 gr. F.
V trwacht O. wind
Agenten te Vlissingen: P. G. ra Vet Mestdagh Zoo», te Goes: A. A. W. Bolland, te KruisingenF. v. d. Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te Tbolen: W. A.
tan Nieuwnnhtjijzen en te TerneuzenM. ra Jongi. Verder nemen nlle postkantoren en boekhandelarén abonnementen en advertentiën aan, evenals de
ad verten tie-burean'g van Nijgh Van Ditmab, te Rotterdam, ra Gebb. Bklotantb, te 's Gravenhage, en A. ra la Man Azn., te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjj» en Londen, de Compagnie générale de Publioité étrangère G. L. Dattbe Cre., John F. Jones, opvolger.
Advertentiëa
moeten des namiddags te ééa uur
aan het bureau bezorgd sjjn, willen
zjj des avonds nog worden opgenomen.
aan de redactie van- de Middelburgscbe
Courant.
Een vriend, die mij mijn' f.ilen toont,
Gestreng bestraft, en nooit verschoont,
Heeft op mijn hart een groot vermogen.
Van Alphen.
Geachte Redactie
Meermalen kwamen in de Middelburgsche cou
rant phrasen voor, die Seitenhiebe tegen de
militairen zonden kunnen genoemd worden.
Bgna nooit werd een militair onderwerp be
sproken of de éene of andere hatelijkheid moest
gelucht worden. Gingen wjj dit schouderop
halend voorbjj, het swjjgen bjj het lezen van
het hoofdartikel in uw blad no. 275 van 21
deser zou eene beschuldiging tegen de mili
tairen zjjn.
In dat hoofdartikel wordt de strjjd, aange
bonden door sommige bladen tegen den minister
Seyffardt, geweten aan officieren en waarom
Omdat die bladen uitkwamen in plaatsen, waar
sterke garnizoenen liggen. Is dat een bewijs
grond Of mogen wjj bet veeleer als eene
insinuatie, een verdachtmaking aanmerken.
Een verdachtmaking van de ergste soort, omdat
vooreerst uwe redactie in het bjj voegsel van uwe
courant van 23 deser meldt dat Mars in het Han
delsblad, een blad uit een groote garnizoensplaats
schreef in denzelfden geest als gjj en Mars
bovendien een oud-officier isen vervolgens
omdat in de Nieuwe Rotterdammer van gisteren
een hoofdartikel voorkwam, tot bestrjjding van
den minister van oorlog en niemand toch zal
beweren, dat Rotterdam een groote garnizoens
plaats is.
De beschuldiging, door uwe redactie op den
voorgrond geplaatst, dat niet de liberalen, niet
de geest die in de Liberale Unie voorzat bjj de
behandeling der legerwet, den minister van
oorlog bestrjjden, maar hierin alleen militaire
en hofinvloeden de hoofdrol spelen, werden
al zeer weinig gestaafd. Trouwens uwe redactie
gevoelde ditzelf en achtte het noodig door
andere beschuldigingen haar beweren te staven.
De niet benoeming van een chef van het
regiment Grenadiers en Jagers; de eigen be
grippen van militaire eer; het werken om
promotie te maken, moesten er met de haren
worden bjjgesleept. Deze alle te samen moesten
bewjjzen, dat de militaire cdterie voor dezen
minister een zeer gevaarljjke coterie is.
Ten opzichte van al die verdachtmakingen,
onderschreven wjj gaarne de woorden, door de
officieren E. G. Staal, I. H. van der Hegge
Zjjnen en N. Bosboom gericht tot het Kamerlid
De Geer van Jutfaaszjj luiden
«Zie M. de R., wanneer een zeker soort van
volksleiders, voor wie verdachtmaking middel
is tot bereiking van hun doel, diergeljjke
phrasen uiten, kan men die schouderophalend
voorbjj gaan.
«Leedwezen en verontwaardiging deden mjj
schrjjven."
Is het niet alsof deze woorden tot uwe
redactie waren gericht?
Maar meer nog dwingt mjj tot schrjjven,
ofschoon wjj hier zouden kunnen eindigen.
Punt voor punt willen wjj uwe verdachtma
kingen bespreken.
Ie. Begrjjpt u niet, dat u met de verkon
diging van den invloed der hofkringen, der
koningin hare kroon ontneemt?
Ziet u niet in, dat u als redaotie eener cou
rant, die veel gelezen wordt, als volksleider
den volke verkondigt niet de koningin regeert,
maar de hofkringen
En als nu de verkiezingen te Gouda en te
Tiel en later wellicht andere eens tegenvallen
en wjj si erk gekleurde partjj-ministeriën krjjgen
en de koningin wellicht haar veto zal moeten
uitspreken over aangeboden wetsontwerpen,
zult u dan geen berouw gevoelen, dat konink
lijk gezag langzamerhand te hebben ontdaan
van zjjn kracht
2e. De niet benoeming tot nu toe van een
chef van het korps Grenadiers en Jagers wordt
door u den volke verkondigd, als eene beschul
diging tegen de koninginmaar hebt u zich
wel eens rekenschap gegeven van de verant-
woordeljjkheid eener daad, die drukt op hem,
welke met de traditie breekt of de kracht ont
kent, die aan den korpsgeest wordt ontleend?
Herinnert gjj u nog den slag van Waterloo,
waar de Oude Garde werd gesommeerd zich
over te geven; weet gjj nog het antwoord van
dat kranige korpslaat ik het u herhalen, het
La mille Garde meurtmuit ru te rend
pas. Ziet daar een voorbeeld uit duizende van
de kracht ran den korpsgeest van een keur
corps. Het gaf zich niet over, maar liet zich
neersabelen.
Begrjjpt gjj nu dat zoo'n korps gekrenkt
wordt als het een Artillerist, hoe bekwaam
ook, tot chef moet krjjgen? Misschien ligt
hierin echter de ware oorzaak niet, indien er
te deien opzichte verschil van inzichten be
staat, tusschen de kroon en haren raadsman,
den minister. Wjj oordeelden slechts naar het
geen de bladen daaromtrent schreven. In ieder
geval zullen wjj de laatsten zjjn, per sé het
Koninkljjk Yeto te beschuldigen.
3e. IJit het bovenstaande knnt u gemakke-
ljjk de eigen begrippen va militaire eer af
meten. Op dit aambeeld werd zoo dik wjj ls
door u gehamerd. En toch zoo lang er voor
beelden voorkomen, als dat van de Oude Garde
bg Waterloo, zoo lang zal de militaire eer
zich handhaven.
Levendig kan ik mg voorstellen, hoe eeu
zoogenaamd practisch man van den tegenwoor-
digen tgd zou verkondigen «waartoe was dat
noodig, dat die Garde zich in do pan liet hak
ken, hadden zg zich maar overgegeven en waren
zjj maar kalm naar huis gegaan."
Of slaan wg den blik naar Indië. Wg zien
onze flinke troepen daar een bentiug bestor
men. Ziet, de voorsten zgn er al in en vallen;
de volgende dringen door en nemen de bentiug
over de lgken hunner krggsmakkers. Dezelfde
practisobe negentiende eeuwer zon misschien
weer zeggen «waarom ook zoo haantje de
voorste willen wezenblgf je wat achter, dan
kom je er ook en je hebt veel minder kans van
sneuvelen. En Nurks zou zeggen «HetiBhuneigen
schuld dat ze vieleu, het was toch maar te
doen om een Willemsorde met riddersoldg.
Maar zg, die er bg waren en er goed afkwa
men, zullen later in het burgerlgk leven terug
gekeerd met trots vertellen, dat zg bg de be
storming van die bentiug zgn geweest.
Gevoelt gg nu, geachte redactie, wat de
eigen begrippen van militaire eer zgn? Gevoelt
gjj nu wat die militaire coterie is, nl. mannen
die zich doodvechten om u, Nederlanders, het
bezit uwer vrgheden, het behond uwer koloniën
te waarborgen, opdat, voor het geval zg u
waarschuwen, dat de macht door u gegeven
onvoldoende is om met hoop op goeden uit
slag te kunnen strgden, zg door u ongestraft
zouden kunnen worden verdacht gemaakt? Maar
wees gerust, zg zullen op hun post big ven en
trachten met de geringe afgedwongen middelen
voor het dankbaar vaderland te overwinnen.
4e. Zondt gg nn werkeljjk denken, geachte
redactie, dat de open brief, door den overste
Van Tnerenbont indertgd gericht aan den
overste Sejjffardt om diens beginselen te be-
strgden, tot achterdeurtje zon hebben «het
maken van promotie Zoudt gg nn werkelgk
verlangen, dat alle militairen, die de toen
verkondigde beginselen van het kamerlid
Sejjffardt bestreden, nn plotseling de adoration
mutuelle zonden moeten gaan toepassen Die
dwaze eigen begrippen van militaire eer zonden
dat niet toestaan, en wg zgn er stellig van
overtuigd, dat een dergelgke zwenking den
minister van oorlog, die terecht door n als een
man met een ridderlgk karakter wordt getee-
kend, zon walgen.
5e Van atoreken van dezen minister van
oorlog, die nog niet in de gelegenheid was te
verklaren welke reorganisatie van het leger
hg wenschte in te voeren, bleek ons dan ook
nog_ niets. Wel mindere appreciatie van de
noodwet. Wie weet of u later misschien nog
eens berouw zult hebben over ideën, die u nu
den minister toedenkt en die wel eens konden
blgken heel anders te zgn. Wees echter over
tuigd, dat, welke organisatie deze minister ons
geven zal, wg, militaire coterie, zooals u het
leger wenscht te noemen, altgd tevreden zullen
zjjn, indien slechts de weerkracht van ons
vaderland zal verbeterd zgn, zoodat de strgd
tot verdediging met meer dan waarschgnlgk-
heid van goeden uitslag kan gevoerd worden.
Dat de minister die verbetering op de lange
baan wenscht te schuiven, wordt door ons
alweer een verdachtmaking geacht. Yeeleer
onderschrgven wg de gedachte van Mars, dat
er veel tgd noodig is om een reorganisatie
tot stand te brengen. De minister wordt door
ons te veel geacht om niet geloofd te worden,
als hg verkondigt, dat de noodwet slechts
tot 1895 behoeft te dienen, omdat in dat jaar
de nieuwe organisatie in werking kan treden,
die hg zich voorstelt aan het leger te geven.
Meer dan noodig scheen het mg toe u het
vorenstaande toe te zenden. Wil het ter weer
legging van uw hoofdartikel, vroeger aange
haald, aan de lezerB van uw blad ter kennis
brengen.
Strjjd omtrent onze verschillende opvattin
gen wordt door mg verder niet noodig en
niet gewenscht geoorde-ilcl. Daarom geef ik
u de verzekering, dat ik mg alleen tot dit
enkel protest zal bepalen.
Middelburg, 23 November 1891.
Van Aken.
Ten einde niet te veel op eens van de aan
dacht onzer lezers te vergen, zullen wg in ons
volgend nommer op dit schrgven antwoorden.
Red.
Bg kon besluit is benoemd tot notaris binnen
het arr. 's Gravenhage, ter standplaats de ge
meente Leiden, J. F. Meiners, candidaat-notaris
aldaar.
In een der Atjehsche brieven van het Bata-
viaasch Handelsblad wordt de aanval in de
Deli-courant tegen den nieuwen gouverneur
van Atjeh krachtig bestreden.
Daarin wordt geschreven
«Een zeer pgnlgken indruk maakte
hier algemeen een schandelgk artikel, waar
mede de Deli-Courant van 19 September,
onder den titel van Gewogen en te licht be
vonden zgne kolommen opende, waarvan de
strekking is, bet beleid van den kolonel
Pompe van Meerdervoort op de ellendigste
wgze in verdenking te brengen en waaien eene
animositeit tegen zgn persoon wordt aan den
dag gelegd, zooals die alleen door het meest
verfoeilgk eigenbelang kan worden in de pen
gegeven. Algemeen wordt dat artikel hier dan
ook afgekeurd, zelfs door hen, die misschien
niet in alle opzichten met de door den tegen-
woordigen gouverneur gevolgde politiek mee
gaan. De schrgver van bedoeld sensatie-artikel,
die zeker geïnteresseerd is bg eene eventueele
bestuursverandering op Atjeh, oiacht toch wat
heel veel, wanneer hg na vier maanden reeds
de afdoende resultaten verwacht van eene
veranderde politiek"
Het Hbld verheugt zich over deze tegenspraak,
waaruit blgkt dat men in Atjeh zelf den
nieuwen gouverneur beter beoordeelt. Uit de
berichten, die het blad in den laatsten tgd,
rechtstreeks en zgdelings uit Indië ontving,
meent het te kunnen afleiden dat het werkelgk
niet veel had gescheeld of de Indische regee
ring was, tengevolge der op touw gezette
kuipergen, aan het wankelen geraakt. Maar de
blgkbare overdrgving, waaraan de intriganten
zich bezondigden, heeft de oogen doen open
gaan.
Indien deze opvatting juist is, heeft het
Amsterdamsch orgaan hoop dat eindelgk een
einde zal komen aan de ondermgning van het
gezag op Atjehniet door vgandig gezinde
Atjehers, maar door onze eigen landgenooten-
Een drama te Atjeh.
Het was donker op den avond van Dinsdag
den 20on October jl., toen een bende Atjehers
bg den Kroeng Zingkar bet door ons bezette
gebied trachtte door te sluipen.
Eene hinderlaag van eene brigade maréchans-
sées, aldaar geposteerd, opende op die indrin
gers een salvo.
De vgand verdween onmiddellgk in het
hooge struikgewas, in de zoogenaamde duizend
meters vrge strook, doch niet om zgne plannen
te laten varen, maar om eene stelling tegen
den spoordgk in te nemen, teneinde ons eene
gevoelige les te geven.
Op het salvo der maréchaussées kwamen
onmiddellgk uit de bentiug Tjot Iri de le luite
nant CornelisBen, met 20 bajonnetten, en uit
de bentiug Lampermé de 2e luitenant Dgbstra,
ook met een gelgk aantal bajonnetten, bg de
hinderlaag maréchaussées, om bg,een eventueel
gevecht die brigade krachtdadig te kunnen
ondersteunen.
De ondersteuning was niet noodig, waarom
beide patrouilles huiswaarts keerden. De pa
trouille van Lampermé kwam zonder stoornis
in haar benting terug.
Die van Tjot Iri echter was zoo gelukkig
niet.
Goed gesloten, met haren commandant, den
kranigen le luit. Cornelissen, stiet zg, dicht
bg hare benting, op diezelfde Atjehers, die
men dacht verdreven te hebben.
De Atjehers lieten hun prooi tot op een paar
passen naderen, gaven een goed welgericht
salvo daarop en verdwenen.
Hoewel ontredderd, zond de patrouille op
de weggeloopen Atjehers nog een paar salvo's;
en toen de maan met hare eerste stralen het
terrein verlichtte, bescheen zg het Igk van
een veelbelovend en jong officier, die met een
gapende kogelwond in het hart op den grond
lag, en drie zwaar gekwetste inlandsche mili-
tairen,
De 2e luitenant Dgkstra, die nauweljjks in de
benting Lampermé terug was, spoedde ziob met
zgne manschappen naar de plaats fles onheils,
doch kon slechts het hartverscheurend schouw
spel waarnemen, dat zgn vroolgke, dappereeu
solide kameraad gesneuveld op het gras lag.
De dierbare doode en de gekwetsten werden
naar de benting Tjot Iri getransporteerd en
van daar per extratrein naar het hospitaal te
Panteh Perak.
En toen de maan ver boven de kimmen,
kwam, kon zg slechts het terrein 'oeschgnen
waar Nederlandsche lankmoedigheid (door den
Atjeher als lafhartigheid beschouwd) weder
zware offers van Nederlandsche zonen had
geëischt.
De treurmare was spoedig te Kota Radja
verspreid, waar een zeer groot aantal officieren
hunnen geliefden kameraad betreurden. Des
namiddags werd het lgk van dien dapperen
officier plechtig ter aarde besteld.
De gouverneur, officieren van land- en zee
macht, ambtenaren, burgers en een groot aan
tal mindere militairen deden, onder de treurige
tonen van den marche funèbre, den dierbaren
gesneuvelde uitgeleide tot aan zgn laatste
rustplaats. De kiBt prgkte met drie groote
kransen, waarvan er éen was van de minderen
van de laatst door hem gecommandeerde benting.
Verliezen wg door zgnen dood een flinken,
vrooljjken ea goeden kameraad en het Neder-
landsch-Indisch leger een kranig en veelbelo
vend officier, zgne moeder en zuster zgn door
zgn vroegtgdig afsterven beroofd van een lief
hebbenden zoon en broeder en haren grootsten
steun en verzorger.
Kota Radja, 24 October 1891. Dra.
{N. d. D.)
Bg den heer H. A. Tjeenk Willink te
Haarlem is de bekende Nederlandsche Almanak
voor 1892 verschenen. De omslag draagt het
fraai portret in kleurendruk van H. M. konin
gin Wilhelmina, terwgl een der eerste platen
het portret van wglen koning Willem III is.
Als gewoonlgk komen ook thans, behalve
andere houtsneden, in dezen jaargang de beel
tenissen voor van mannen van beteekenis,
welke in den loop dezes jaars ons ontvielen.
Wat den verderen inhoud betreft, bg onder
vinding weet men dat die wg zouden bgna
zeggen onmisbaar is voor hen, die de ge
beurtenissen van den dag volgen. Dit is wel
de beste aanbeveling voor dezen fraaien en
nuttigen almanak.
Aflevering 7 van deel VIII der 2e serie
van het Tijdschrift van het Koninklijk Neder-
landsch Aardrijkskundig Genootschap bevatHet
internationale congres van de aardrgksknndige
wetenschappen te Bern van 9—15 Ang. 1891,
door W. van Goltstein Nederlands gemeenten
boven 10000 inwoners naar rangorde der be
volking op 1 Jan. 1891, met opgave van het
bevolkingscgfer op 1 Jan. 1890, (volkstelling)
en van de absolute en de percentsgewgze toe
neming van bevolking gedurende het jaar 1890
en gedurende het tgdperk van 1 Jan. 1886 tot
1 Jan. 1891, door J. F. Hoekstra Jz.Das
Areal der Niederlandischen Besitzungen in Ostindien,
von prof. dr Hermann Wagner in Göttingen,
(mit einer karte); schrgven van dr H. F. C.
ten Kate aan het bestuur; mededeeling van
het bestnnr in zake het wetenschappelgk on
derzoek van het eiland Floresnieu were publi
caties over Europa, door J. A. C. A. Timmer
man de meteorologische resultaten van de
expeditie der Challenger in betrekking tot de
physische geographie, door H. Zondervan. Het
schetsen van kaarten volgens den Schetsatlas
van H. A. Rgkens en de waarde dier kaarten
als middel bg het onderwgs, door H- A. R.
Nieuwe uitgaven.
Beroepen bg de Ned. herv. kerk te Vlis-
singen de heer D. J. Prins, predikant te Leks
mond.
Zondagmorgen is bg de Ned. herv. gemeente
te Grgpskerke als predikant bevestigd de heer
J. Gommer door den heer B. B. van Hoorn, pred.
te Domburg, naar aanleiding van Openbaringen
14 vers 6. 's Middags predikte de bevestigde
over 1 Cor. 2 vers 2.
De heer Dr. J. Dyserinck, vroeger predi
kant bg de doopsgezinde Gemeente te Vlissigen,
thans te Rotterdam, hoopt op 1 December a. t.
den dag te herdenken, waarop hg vóór 30 jaren
het predikambt te Helder aanvaardde.
Wg ontvingen weer van eenige njjvere inge
zetenen van Middelburg uitnoodigingeu tot het
bezoeken van hunne St. Nicolaas-étalageen
dit geeft ons aanleiding mee te deelen dat wg
v itmaal het in de laatste jaren gebruikelgk
overzicht niet zullen geven.
Waar zoo weinig verandering in het aantal
winkels ontstaaten wg te gelegener tgd steeds
van belangrgke veranderingen, verbeteringen
en nitbreidingen bg bestaande inrichtingen
melding maakten, is het onmogelgk in zulk
een St. Nicolaas-beschrgving telken jare ver
scheidenheid te brengen.
Wg willen daarom eens een jaar overslaan
met zulk een revuemaar wenschen gaarne
allen winkeliers in onze stad, die, daarvan
zgn wg overtuigd want de concurrentie, hun
ambitie en hun eigenbelang dwingen hen
d ato e door ruime sorteering en goede be
diening zullen wedgveren, een druk bezoek toe.
Er is zooveel te zien en te koop, dat niemand
zich naar elders behoeft te begeven om een
goed St. Nieolaascadeau machtig te worden.
De toeht van de justitie naar 's Haeren-
hoek inzake de inbraak, diefstal en moordpoging
schjjnt naar men ons van daar meldt
weinig resultaat te hebben opgeleverd. Twee
personen, op wie men vermoeden had, werden
gehoord maar weder vrggelaten. Geen licht
moet in dezen nog ontstoken zgn.
Maandag is aan het strand onder Nieuw-
dorp een dood paard aangespoeld. Oppervlakkig
beschouwd scheen het dier eerst kort dood te
zjjn, of het zeewater moet het tegen ontbin
ding hebben bewaard.
De toestand van den heer mr J. Moolen-
burgh is naar men ons heden uit Zierikzee
meldt redelgk. De nacht was rustig.
Te Axel iB opgericht eene afdeeling van
den Nederlandschen bond tot bescherming van
dieren. Zg telt reeds 22 leden. Zaterdagavond
werd de eerste vergadering gehouden tot het
benoemen van een bestunr en het vaststellen
van een reglement. Als bestuursleden werden
gekozen de heeren P. Dregmans, B. T. J.
Hugenholtz, C. P. Min jon, H. Cransberg en J.
Bauwens.
Besloten werd nog bg de slagers aan te
dringen op het gebruik van slachtmaskers,
waarvan reeds een tweetal zgn besteld. Eene
commissie uit de vereeniging, bestaande nit
de heeren J. Bauwens, W. Verconteren en Jac.
Dregmans, zal bg het slachten met het masker
tegenwoordig zgn, ten einde de goede werking
daarvan te consiateeren.
De vereeniging Opwaarts te St Jan-Steen,
gaf Zondag 11. haar eerste winteruitvoering.
Doordien dezen keer zoowel heeren als dames
toegang hadden, was de zaal goed bezet. De
zangstukken lieten zoo scbrgft men ons
verder niets te wenschen over. Ook de
comediestukjes Wie zal de schoonzoon zijn
en De drie werkstakers, vonden veel bgval. ,ba
vereeniging heeft den bezoekers een recht aan.
genamen avond bezorgd en men hoopt, dat zjj
het publiek dezen winter nog meer van die
avonden zal verschaffen.
De Maandag morgen te IJzendgke ge
houden raadszitting was voor een groot gedeelte
gewgd aan onderwgsbelangen.
De onderwgzer aan de openbare school no 2,
(Klakbaan) de heer C. Rovers, heeft eenigen tgd
geleden een verzoekschrift ingediend om te
worden overgeplaatst naar de openbare school
no 1 (kom der gemeente), aan welke inrichting
door het aanstaand vertrek van den onderwjjzer,
den heer Van den Dries met 1 December eene
vacature ontstaat. Tegen overplaatsing wordt
evenwel door de Bchoolautoriteiten bezwaar
gemaakt, waarom burgemeester en wethouders
eene oproeping voor onderwgzer deden. De
benoeming van den heer Rovers is nu niettemin
vrij wel zeker.
Of daarna opnieuw een derde onderwgzer
aan de school op de Klakbaan zal aangesteld
worden, hangt af van de werking van een in
dezelfde zitting genomen besluit, waa.bg de
verordening op het verstrekken van onderwjjs
werd gewgzigd. De minimum leettgd van toe
lating werd bepaald op zes, de maximum leet
tgd op 15 jaar. Leerlingen boven de 13 jaar,
die van 1 October—1 April meer dan 30 school
tijden verzuimen worden, van de school geweerd,
uitgezonderd wanneer ongesteldheid de oorzaak
is. Men hoopt daardoor het aantal schoolkin
deren op de Klakbaan op 80 ot minder te
brengen, tengevolge waarvan de noodzakelijk
heid van een derden onderwgzer zou vervallen.
Dergelgk besluit van den gemeenteraad ta
Hoofdplaat werd door Gedeputearde Staten ver
nietigd, maar door den Raad van State ge
handhaafd.
Voor de geldleening i 7000, ten beho|Y|
fjè