N°. 260.
1349 Jaargang.
W oensdag
4 November.
1801.
Een gewichtig vraagslök.
Middelburg 3 November.
Deze courant verschijnt dagelfj k«,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen:
Prfjs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.^—1
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën20 cent per regel: Bij abonnement lager!
Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten, benevens alle
dankbetuigingen; van 17 regels 1.50;
iedere regel meer 10,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
jPaar is schijnheilige vroomheid, die de
Dat is onze innige overtuiging en zij zegt
UIT STAD EN PROVINCIE.
HIDDELBM1 COURANT.
1 heini«n>etei.
Middelburg 3 Nov. vm. 8 u. 40 gr.
m. 12 o. 44 gr-, av. 4 u. 45 gr. F*
Verwacht N. O. wind.
Agenten te Vlissingen: P. G. de Vit Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te EruiningenF. v. d. Peijl, te ZierikzeeA. C. de Mooh, te TholenW. A. kdvertenUëi
van Nieuwenetuuzen en te TerneuzenM. de Jonge. Verder jiemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de moeten des namiddags te éém urn
advertentie-burean's van Nijgh Van Ditma*, te Botterdam, de Gebe. Beline ante, te 's Gravenhage, en A. de la Ma* Azn., te Amsterdam. aan het bureau bezorgd zp, willen
Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjg en Londen, de Compagnie générale de Publieité étrangère G. L. Daube Cie., John FJones, opvolger. zp des avonds nog worden opgenomen.
De eigenaardige beweging, die dezer dagen
te Middelburg verschillende gemoederen in
beroering brengt, en veel stof tot spreken
oplevert, noopt ons een enkel woord in het
midden te brengen.
Wij kunnen dit nu met te meer recht en
gerustheid doen nu de z. g. Middernachts
zending is teruggebracht tot hare natuurlijke
en oorspronkelijke grenzen; en het Leger
des Eeils zich niet meer op den voorgrond
plaatst. Dat achten wij gelukkig, want diens
optreden ging te veel gepaard met ostentatie
en beweging zoo geheel het Leger, met
al zijne goede hoedanigheden, eigen, dan
dat dit op den duur kon geschieden zonder
ernstig gevaar op te leveren voor de openbare
orde.
Er werd door zijn handelingen te veel
gespeculeerd op de algemeene nieuwsgierig
heid; en aanleiding gegeven tot opstootjes
en beroeringen, die, naar wij vernamen, zelfs
hooge afkeuring vonden bij de voorstanders
der Middernachtszending zelve.
Thans heeft een der hoofdpersonen van
die beweging de leiding daarvan in onze
Btad op zich genomenhierbij gesteund door
mannen, aan wier belangstelling voor het
algemeen welzijn aan wier warm hart voor
het hpil van het menschdom wij niets wil
len afdingen, en van wie wij gaarne aan
nemen dat zij het eerlijk meenen met. hun
pogen om de maatschappij beter te maken.
Daarvan getuigde menig woord, gesproken
op de vergadering, Maandag avond in het
Schuttershof gehoudenhiervan legt getui
genis af de zelfopofferende houding van
menig strijder voor deze zaak, die zich de
bezwaren, aan een nachtelijk waken in wind
en weer, wil getroosten.
Maar te meer achten wij ons geroepen om
te waarschuwen tegen de overdrijving,
waarmee men, in onze oogen, het doel voor
bijstreeft; en in 'tkort de bedenkingen te
ontvouwen, die wij tegen zulke handelingen,
hoe goed ook bedoeld, hebben.
Wij meenen dat dit zonder bezwaar kan
geschieden omdat deze zijde der kwestie te
beschouwen is zonder in details te treden,
die alles behalve geschikt zijn om in de
kolommen van een gewoon dagblad te
worden besproken.
Het ligt voor de hand dat er een hemels -
breed verschil bestaat tusschen het standpunt,
dat de heeren der Middernachtszending
innemen, en dat, waarop wij ons plaatsen.
Zij vragen meer wat het „geloof" hun
tot plicht oplegt, terwijl wij, die ons stellen
boven alle kerkelijke gelooven, welke ontel
baar zijn in de wereld, het maatschappelijk
belang in deze vooral willen doen wegen.
Nu zullen wij niet beweren, dat zij die strijden
tegen de ontucht voor dat belang geheel en
al de oogen sluiten, verre van dienmaar
onloochenbaar is toch het feit dat hun blik
in deze al te eenzijdig, al te beneveld is,
en hun „geloof" hen juist de practische
kanten van het vraagstuk te veel over het
hoofd doet zien.
Ontboezemingen, zooals die Maandagavond
in het Schuttershof weerklonken „wij dul
den niet dat huizen van ontucht bestaan";
„de zonde der ontucht heeft geen recht van
bestaan, de Christelijke gemeenschap duldt
haar niet" zij zijn zeker zeer geschikt,
om op een deel van het publiek indruk te
maken maar van naderbij beschouwd leggen
zij hoegenaamd geen gewicht in de schaal.
Het zijn klanken, niets meer; waarbij
ieder, die eenigszins kalm nadenkt, en het
verstand boven het gevoel laat spreken
wat bij zulke kwesties een eerste eisch is
de schouders moet ophalen, gedachtig aan
het bekende„Men moet de wereld nemen
zooals zij is, niet zooals zij wezen moet."
Er is op de wereld nn eenmaal ontzag
lijk veel, dat anders moest zijnte trachten
dit te veranderen, te verbeteren is ieders
plicht, die zijne roeping als mensch volbren
gen wil.
oprechte, eerlijke man niet dulden kan;
maar de ervaring leert helaas dat menigeen
in den strijd daartegen ten ondergaat.
Daar zijn armoe en ellende, waarvan ve
len het hart breektmaar waarvoor het
middel tot oplossing nog altijd niet is ge
vonden.
Men moet dit alles duldenen met macht
spreuken is het niet weg te nemen.
Ditzelfde geldt ook van de ontucht.
Zoolang de wereld beslaat zal ook zij be
staan en naarmate de ellende en de ar
moede toenemende oplossing van menig
sociaal vraagstuk nog een gesloten boek
blijftde vroegtijdige huwelijken worden
belemmerd door de broodvraag, de toene
mende bezwaren om zich een behoorlijk
middel van bestaan te verschaffenzal de
prostitutie blijven en wij vreezen toenemen.
Zoolang er menschen zijn met slechte
eigenschappen, met lage en booze hart
stochten, zal dit kwaad niet uit de wereld
verdwijnen.
Dat is de eenvoudige, in menig opzicht
bedroevende, feitelijke toestand.
Over die punten zal men het algemeen
wel eens zijnhet groote verschil schuilt
eenvoudig in de kwestie der middelen
om dat alles te verbeteren al zal het wel
altijd een illusie blijven, wat het steeds
is geweest, om al het verkeerde in goed
te veranderen.
Nu is echter van ons standpunt de vrees
zeer groot dat door eenige der middelen,
nog wel de voornaamste, die de Midder-
nachtszending aanwendt, het kwaad, dat zij
bestrijden wil, verergeren zal, al zal het zich
dan misschien niet zoo openlijk aan
onze oogen vertoonen.
Het ligt voor de hand dat zij, die aan
gevallen worden, verjaagd, vervolgd, op
tegenweer bedacht zullen zijnzinnen zullen
op middelen om hunne aanvallers te ver
schalken, hunnen bestrijders een rad voor de
oogen te draaien.
En het gevolg daarvan zal zijn dat het
kwaad zich verschuilen zal in zulke diep
verborgen hoeken dat het niet meer is na
te gaanmaar dat het in zijne droeve
gevolgen, in zijne ellende voor tal van gezin
nen nog vreeselijker wezen zal.
De geschiedenis van den dag leert dat
ieder oogenblik. En Berlijn geeft ons thans
nog te aanschouwen, hoe diep verdorven
de maatschappij daar is, o. a. met zijne
z. g. souteneurs.
Die toestand daar dagteekent van het
oogenblik, dat men de prostitutie in die stad
ongereglementeerd liet; die toestand daar
getuigt van eene verfijnde onzedelijkheid,
welke in het geheim in de hoogste kringen
valt waar te nemen.
En Pruisen's hoofdstad staat op dat punt
niet alleen. In het booze is men niet licht
uitgestudeerd, waar het geldt middelen te
zoeken om zich aan het oog der gerechtig
heid te onttrekken en wij hebben wezenlijk
hier niet nader en breeder aan te toonen,
hoe vaak men zich achter godsdienst en hooge
positie verschuilt om de zedelijkheid op dit
en op velerlei gebied met voeten te treden;
het geluk van anderen te verwoesten.
Om al die redenen blijven wij gelooven
dat wat de Middernachtszending najaagt een
onbegonnen werk iseen werk dat geen
praktisch resultaat kan opleveren.
Wij willen voor een oogenblik aannemen
dat zij haar hoofddoel heeft bereikt; dat
alle inrichtingen, die zij thans bestrijdt, zijn
verdwenenzal zij dan, evenals de gerusten
in Sion, kunnen beweren dat de maatschappij
zedelijker is en beter?
Onzes inziens zal zij dan eenvoudig erop
kunnen wijzen dat oogenschijnlijk
een stad zedelijker ismen zal een stap
verder komen op den weg, dien men tegen
woordig meer en meer bewandelt, d. w. z.
van openlijk vertoonvan schijnheiligheid,
die met bedrog hand aan hand gaat; maar
wie verder doordringt, wie meer achter de
schermen ziet, zal dan ontdekken dat de
onzedelijkheid voor de maatschappij, voor
de gezinnen een veel gevaarlijker karakter
heeft aangenomen.
ons tevens dat er andere, betere middelen zijn
om het kwaad tegen te gaan.
In de eerste plaats blijden wij een krachtig,
een zooveel mogelijk consequent doorgevoerd
toezicht van gemeente- of liever nog van
staatswege op de prostitutie handhaven, een
toezicht, dat geen gelegenheid openlaat tot
misbruiken, zooals er nu helaasweer vele
vallen waar te nemenen die wij niet
duidelijk behoeven aan te wijzen.
Maar dan zijn er Maandagavond door
sprekers in het Schuttershof vingerwijzingen
gedaan, ons als uit het hart gegrepen. Daar
is er op gewezen, hoe vooral de ouders ge
roepen zijn om het kwaad te helpen tegen
gaan door hunne kinderen te leiden en te
behoeden, door hunne zonen en dochters
een aangenaam, gezellig thuis te bezorgen.
Hier is de goede weg aangewezenmaar
wij willen nog verder gaan. Wij wenschen
dat men die zorg in het gezin ook vooral
uitstrekke tot de ondergeschikten.
Op het individu dient gewerktdat is
zeker, doch niet zooals thans geschiedt.
Het is een waarheid dat uithuizigheid,
zucht naar pronk en praal in alle standen
meer en meer toenemen; dat in tal van
gezinnen geen huiselijk leven bestaatomdat
dochteren en zonen daaruit bet grootste deel
van hun tijd op straat doorbrengen.
Welnu dat te helpen tegengaan is plicht
der ouders, maar ook van hen, die zich ge
roepen achten den menschen den goeden weg
te wijzen.
Men wijt veel van den tegenwoordigen
toestand gebruikelijkerwijze aan den mate-
rialistischen geest, die zegt men in de
laatste jaren meer en meer de overhand
krijgt. Nog heden wordt in de Tijd die
stelling verkondigd in een brief uit Duitsch-
land.
Welnu, wij vragenop wie komt de
voornaamste schuld van dit verschijnsel
anders dan op hen, die nu al eeuwen aan
eeuwen beweren dat zij het Christendom
prediken
Wat blijkt er van hun invloed?
Dat de materialistische geest de overhand
kreeg stel dat dit waar is, wat wij ont
kennen is hun tot verwijt toe te rekenen,
die in koude, dorre stellingen, door vorm-
dienst, den mensch vervreemden van hetgeen
wezenlijk goed en verheffend in den
godsdienst, hoe verschillend van vorm ook,
valt aan te nemen.
Dat in de maatschappij zooveel armoede
en ellende, oorzaak van zooveel slechtheid,
wordt gevonden is ook voor een deel te
wijten aan hen, die meer naar den vorm
streven dan naar den geest der christelijke
liefdedie meer en in de eerste plaats vragen:
wat gelooft men dan naar de eenige
kwestieis hij of zij, wie geholpen moet
worden, een mensch
Eerst in de laatste jaren, gedrongen door
den nood, uit zelfbehoud voor zijn kerk,
heeft men de wanverhoudingen, de wonden
in de maatschappij onder de oogen gezien.
Thans worden er sociale congressen gehou
den op christelijken grondslagthans wordt
de wereld verbaasd door Encyclieken, waarin
niets nieuws wordt verkondigd, maar de
eeuwige oude stelling op den voorgrond
treedt, dat er zonder eene bepaalde kerk
geen heil is te verwachten.
In plaats van algemeene menschenliefde
treedt ook hij de Middernachtzending-be
weging kerkgeloof op den voorgrond.
Scheiding en scheiding blijft steeds sche
ring en inslag.
En juist al dat streven, hoofdzakelijk
gericht op den glans en de glorie van het
geloof, maakt dat men jaren lang verzuimd
heeft wat plicht wasen over het hoofd
gezien wat nabij lagdat men in zijn eigen
kring, in zijn eigen genootschap het best
verkeerdheden kan bestrijden.
En nu tracht men door middelen, van
afkeurenswaardige overdrijving niet viij te
pleiten, goed te maken wat bedorven is.
Laat men in het gezin, en in de maat
schappij er naar streven weg te nemen, wat
de ontucht in de hand werktde armoede
en de ellende, die menigeen in haar armen
voert, helpen lenigen, en men zal het kwaad
in den wortel aantasten en meer en beter
het doel bereiken dan door allerlei
kunstmiddelen, die slechts dat kwaad zullen
verplaatsen ten nadeele vaa het zedelijk
peil en van het algemeen welzijn der maat
schappij.
De Boodschapper, het anti-re volution «air
orgaan, dat in Den Haag verschijnt, bevat een
belangrijke meciedeeling omtrent de kwestie
der vele .appèls" (in zake schoolsubsidiën),
welke aan den nu afgetreden secretaris-gene
raal mr Hubrecht werden geweten en verweten,
maar in dat geval meenden wjj veeleer
voor rekening van den minister Lohman
kwamen. Volgens .vertrouwbare inlichtingen,"
die aan De Boodschapper .werden verstrekt,"
heeft de zaak zich aldus toegedragen
.Teneinde in alle provinciën gelpvormige
toepassing der wet te verkrijgen, heeft de
vorige minister van binnenlandsche zaken aan
commissarissen der koningin en aan de in-
spec'.eurs verzocht om in alle twijfelachtige
gevallen te appelleeren. Op die wjjze is in
bpna elke kwestie een eindbeslissing genomen
door den koning, op voordracht van een mi
nister uit het kabinet, dat de wet op het
lager onderwijs voorstelde en werd alzoo
eenparigheid in de uitvoering verzekerd.
.Het zal nn moeten worden afgewacht of
een volgend minister van binnenlandsche zaken
Tan de eens genomen beslissingen afwjjkt. Hjj
kan dat slechs doen op gronden, aan de wet
ontleend. Voor partijdigheid bestaat hier echter
weinig gevaar.
.In ieder geval kan noch de Baad van state,
noch de heer Hnbrecht daaraan iets toe of ai
doen. In dezen beslist de minister geheel
zelfstandig."
Volgens deze lezing, die wel de ware zal zp,
heeft inderdaad de minister Lohman de vele
beroepen tegen de beslissingen van Gedep.
staten uitgelokt. En dat kan hem geenszins
ten kwade worden geduid; integendeel, voor
znlk een poging om gelpvormige toepassing
der wet te verzekeren, is zeer veel te zeggen,
al is er nogal omslag aan verbonden.
Intusschen, vraagt het Hbl., waar bljjft bjj
deze toedracht van zaken de .algemeene be.
kende" grief, welke tegen mr Hubrecht is te
berde gebracht
Bjj kon. besluit
is aan den eervol ontslagen inspecteur van
den waterstaat J. F. W. Conrad de personeele
titel verleend van hoofdinspecteur van den
waterstaat
is dr J. H. de Haas, geneesheer-directeur van
de inrichting tot het verleenen van hulp aan
minvermogende oogljjders voor Zuid-Holland,
te Botterdam, benoemd tot ridder in de orde
van den Nederlandschen Leeuw.
De verkiezing voor een lid van de Tweede
kamer in het hoofd kiesdistrict Gouda, ter
voorziening ie de vacature ontstaan doordien
de heer M. Boogaerdt Bzn. zp ontslag heeft
genomen, is bepaald op 24 November; her
stemming, zoo die noodig is, op 8 December.
De tweede kamer is tegen 10 November
bpengeroepen.
Zooals gisteren onder Laatste Berichten werd
medegedeeld verklaart de minister van koloniën
in zp Memorie van Antwoord op het voor-
loopig verslag der Tweede kamer over zpe
begrooting o. a., dat hjj op zp voorstel in
financieels scheiding aanvankelijk niet terug
komt, en dat een eventaeele leening op naam
van Indië onder Nederlandsche garantie moet
worden gesloten.
Ten opzichte van Atjeh wordt een scheep
vaartregeling voorbereid. De gonv.-generaal
heeft inmiddels den gouverneur van Atjeh eerst
mondeling en daarna nog eens telegraphisch
aangespoord alles te vermpden wat tot verzwak
king van den sluitingsmaatregel zou kunnen
leiden, en met het geven van licentiën niet
verder te gaan dan het laten vervoeren van
rjjst van Edi naar Eerti en Telok Semawé ter
voorziening in den nood in de Paserstreek, en
zulks alleen als nitzonderingsmaatregel tot de
Oostkust van Atjeh aanbeveling verdient.
De min. treedt in nader overleg met de
Indisohe regeering over het vroeger beoogde
doen optreden van Toeankoe Mohamad Daoed
onder Nederlands soevereiniteit als Sultan.
De sedert I?88 gebleken weerspannigheid
van de tebidah-Dajahs, een sterke stam binnen
het grondgebied van den Panembahan van
Sintang aan de Boven Eajah-rivier (wester-afd.
van Borneo), heeft tot de bekende tuohtiging
geleid, waarvan het doel was ons gezag te
handhaven en al aanstonds te zorgen, dat de
stammen, welke, aanvankelijk medegesleept in
de oproerige beweging, zich bereid hadden
verklaard om zioh aan de beslissingen van
het bestuur te onderwerpen, niet weder een
lp gingen trekken met de tebidah-Dajaks.
Er bestaat thans geen vrees meer, dat hun
weerspannige houding door andere stammen
zou worden gevolgd. Dit blpt uit de berioh-
ten van 25 Augustus. Van den geest onder
de tebidah's zeiven was toen nog niets met
zekerheid mede te deelen.
Bjj nota van wpiging is de begrooting
vermeerderd met f 8220 voor een nieuwen
assistent-resident in de residentie Tapanoelien
vermeerderd met f 9000, waarmee de subsidie
der ambachtsschool is verhoogd, ten einde die
te doen Btrekken ook tot vorming van machi
nisten en opzichters van den waterstaat.
Volgens bericht uit Indië is de opium kwes
tie thans in behandeling bjj den raad van
Indië. De directeur van financiën, hoewel in
het algemeen niet instemmende met bet rap
port van den heer Groeneveldt, helt toch over
tot de meening, dat de invoering van een regie
wenschelp is; de heer Te Mechelen echter
bljjft aan de pacht vasthouden. De leden van
den raad van Indië zp het over de zaak niet
eens. Hoe de gouvernenr-generaal er over denkt
is niet bekend.
Dat de regeering, evenmin als iemand onder
de autoriteiten, instemt met de Atjehpolitiek,
door kolonel Pompe gevolgd, bljjkt volgens de
Java bode hieruit, dat zjj reeds een tiental
licentiën en andere maatregelen van den gou
verneur van Atjeh doet intrekken. Hoezeer de
gouverneur-generaal dan ook van kolonel Pom
pe van Meerdervoort geen atwping verwachtte
van de vroegere gedragslp blpt hi<ruit, dat
de landvoogd ge' n conferentie met hem heeft
gebonden vóór hjj naar Atjeh ging.
Maandagavond werd in de groote Schut
tershof-zaal alhier eene openbare vergadering
gehouden van de christelpe werkliedenver-
eeniging Luctor et Emtrgo, afdeeling Middelburg
van Patrimonium, waarbjj de heer Joh. van der
Steur als spreker optrad.
Hjj had ten onderwerp De Middernachtszen
ding. Daarin zijn we allen belanghebbenden. Zijn
we ook allen belangstellenden f
De groote zaal was eivolofschoon de mannen
de meerderheid uitmaakten, waren ook vrjj
wat vronwen aanwezig.
Nadat de vergadering met het zingen van
het 5e vers van psalm 119 was aangevangen,
werd uit het Evangelie van Lukas, 15e hoofdstuk,
van vers 11 tot 29 voorgelezen, en daarna een
gebed nitgesproken.
De heer dr J. Heldring, predikant alhier,
die de leiding dezer vergadering op zich geno
men had, zette in het kort het doel der Mid
dernachtzending niteen, en gaf daarna den
middernachtzendeling, den heer Van der Stenr,
het woord.
Deze zette in korte trekken uiteen hoe de
Middernachtzending, eene zuiver Nederlandsche
zaak, in Haarlem begonnen, is ontstaan en
zich over een groot deel van het land heeft
uitgestrekt; en besprak daarna de vraag: wat
kan en moet van een moreel standpunt gedaan
worden tot opheffing der prostitutie?
In de eerste plaats werden bjj de beant
woording ervan de ouders opgewekt om hunne
kinderen te leiden en te behoeden tegen de
macht der verleiding, verder om hun zonen
en dochters een gezellig, aangenaam thuis te
bezorgen, waaraan de meer beschaafden op
verschillende wpze behulpzaam kunnen zp.
Voorts verdient aanbeveling heiliging van het
huwelp, inrichting van tehuizen voor dienst
boden als anderszins.
De spreker wees er daarbjj op dat het werk
der zending niet alleen in groote steden maar
ook in plaatsen als Middelburg zeer dringend
noodig is. Ofschoon Blechts korten tp in
Middelburg, weet spreker dat bier meer dan
twaalf huizen gevonden worden, waar het
posteeren der zendelingen nut hebben kan,
niet dat dit alle huizen van ontucht zpec
zp ook danskroegen en bierhuizen onder, waar
dieven en prostitueés gekweekt worden, waar
de jeugd verdorven wordtook theetuinen met
donkere priëeltjes, waar velen den eersten stap
doen op het verkeerde pad.
Hjj wekte al zpe hoorders op de midder*
nachtzending in haar pogen te steunen.