LAATSTE BERICHTEN.
Tertrote en aantel schept
BUITENLAND.
Algemeen Overzicht
Beknopte Mededeelingen.
INGEZONDEN STUKKEN.
Het Leger des Heils en de
Middernachtzending.
HANDELSBERICHTEN.
Graanmarkten enz.
H- III afd. 1 art. 3. De commissie vraagt,
wat burg. en weth. heeft bewogen om het
inkomen van den sasmeester met f 50 te ver
noogen, daar zjj zjju tegenwoordig inkomen met
het oog op zjjne werkzaamheden voldoende acht.
Borg. en weth. geven te kennen dat die ambte
naar nacht en dag zjjoe diensten moet verleenen
en dat voor eene mindere belooning dan 10 per
week wellicht geen ander geschikt persoon zal
te krjjgen zjjn. Zjjn inkomen is door de af
neming van den verkoop van zelkasch aanmer-
kelyk verminderd.
Na discussie verklaart de commissie geen
bezwaar meer te hebben om de gevraagde
verhooging toe te staan, wat de raad goedkeurt.
H. III afd. 2 art. 1. Onderhoud van openb.
gebouwen. De commissie vraagt waarom deze
post 800 hooger is gebracht dan in 1891.
Burg. en weth. verwjjzen naar de bjj de
begrooting gevoegde staten der in 1892 uit te
voeren wc i ken.
Art. 2. Kosten van haven en kanaalwerken.
De commissie vraagt waarom de poBt van 16
voor het smeren der halzen en beugels afzon
derlek wordt uitgetrokken. Burg. en weth.
antwoorden: »omiatdaz8 uitgave, zooalsjook uit
de memorie van toelichting bljjkt, afzonderlijk
is geregeld by abonnement."
Art. 3. Onderhoud van bruggen. De com
missie vraagt of, met het oog op de waarschijn
lijkheid van al geheele vernieuwing der brug
binnen korten tjjd, met deze herstelling nog niet
een jaar kan worden gewscbt.
Burg. en weth. antwoorden dat het hun niet
bekend is, dat binnen eenige jaren tot alge-
heele vernieuwing der brug buiten de Zuid-
havenpoort, die de commissie vermoedelijk
bedoelt, zal moeten worden overgegaan.
Art. 6. Kosten van straten, pleinen en markten.
De oommisgie vereenigt zich met het gevoelen
van burg. en weth. om dit jaar geen 2000
voor straatkeien uit te geven, doch vestigt de
aandacht op de slechte bestrating in sommige
gedeelten der stad, welke door eene herlegging
veel zoude verbeteren.
Ar. 7. Kosten van fonteinen, wandelplaateen
en beplantingen. De commissie vraagt of het
ook de bedoeling is een aanvang te maken met
de beplanting van de verschillende, aan de ge
meente toebehoorende wegen. Zjj vestigt de
aandacht op de aanplant der jonge boomen aan
het Zeiketerrein en acht aanplant v«n een of
meer hoogstammige boomen tegen den muur
van den tuin der dames Van der LekdeClercq
zeer wenscheljjk.
Hoofdstuk V afd. I art. 11. Kosten voort
vloeiende uit de wetgeving op de besmettelijke
ziekten. De commissie vraagt of deze post niet
kan worden geschrapt, daar de aanwezige ont
smettingsmiddelen tot heden nooit zjjn gebruikt
en niet aan bederf onderhevig zjjn.
Burg. en weth. antwoorden dat dit cjjfer is
geraamd, om zoo noodig bjj voorkomende ge
vallen van besmettelijke ziekten te kunnen
besteden en dat ontsmettingsmiddelen niet in
voorraad zjjn.
Art. 12. Kosten van plaatselijke gezondheids-
politie. De commissie vraagt waarvoor die
gelden werden uitgegeven.
Bnrg. en weth. antwoorden, voor het aan-
koopen van benoodigdheden als: petroleum en
voop, bet onschadelijk maken van afgekeurd
vleesch.
Afd. II art. 1. Kosten der schutterjj. Wordt
goedgekeurd de begrooting der dienstdoende
schutterjj in ontvang en uitgaaf op 1168.55.
Hoofdat. VI afd. 2 art. 1. Subsidie aan het
burg. armbestuur. Wordt vastgesteld de begroo
ting van het burg. armbestuur in ontvang en uit
gaal op 10835.83 en de subsidie ten bedrage
van 924 goedgekeurd.
H. VI afd. 2 art. 2. Kosten van verpleging
van krankzinnigen. De commissie wenschte
gaarne de namen der 5 verpleegden te weten.
Burg. en weth, antwoorden dat het hun uit
een oogpunt van kieschheid niet wenscheljjk
voorkomt aan het verzoek der commissie te
voldoen, doch het register der verpleegden
berust ter secretarie. Burg. en weth. stellen
dit gaarne ter beschikking van de leden.
fl. VII aid. 3 art. 3. Toelagen en bjjdragen
tot opleiding van onderwjjzers. De commissie
vraagt of er tegenwoordig van het gymnastiek
onderwya door bedoelde personen gebruik wordt
gemaakt. Burg. en wetb. antwoorden ontken
nend. De met het bestuur der gymnastiekschool
gemaakte regeling bestaat echter nog, zoodat
zjj er gebruik van kunnen maken.
Art. 9. Kosten van verlichting en verwarming
en schoonhouden der lokalen. De commissie
acht het wenscheljjk om bjj school A een berg-
plaatc te maken voor steenkolen, aangezien het
dageljjksche halen uit het magazjjn in het raad
huis nog al duur is.
Burg. en weth. geven hierop te kennen dat
vroeger, toen de steenkolen bjj de school werden
geborgen, de uitgaven door meerder gebruik
hooger waren en juist daarom werd de berg
plaats naar het raadhuis overgebracht.
Bjj het ter perse gaan van ons blad was de
behandeling der begrooting nog niet afgeloopen
wjj komen hierop dns nader terug.
Voor de vrjje- en orde-oefeningen der gym
nastiek zjjn heden alhier geëxamineerd 12
heeren, waarvan 6 werden afgewezen.
Toegelaten zjjn de beeren J. Fokkinga te
Middelburg, W. Bruynzeel te Vrouwepolder,
A. v. d. Brugge te Kapelle, C. Kloosterman te
Kloetinge, A. J. Weber te Kruiningen en J. J.
Blankert te Vlisaingen.
Terneazen. Het tegen de Suikerplaat
zittende Engelsche stoomschip Woodstock men
zie de rubriek Uit stad en provincie zakt
van de plaat naar de diepte. Bereids zjjn zes
geladen lichters alhier aangekomen, terwjjl ook
vele goederen zjjn aangedreven.
Washington. De regeering beschouwt de
aanranding van Amerikaansche matrozen door
de Chileenen als een beleediging, der Ameri
kaansche eer aangedaan. De gezant der
Vereenigde Staten in Chili moet afdoend herstel
jegens het gepleegde onrecht vragen. Bjj wei
gering zullen de diplomatieke betrekkingen met
Chili worden afgebroken.
Parijs. De bisschop van Sens betuigt
instemming met het voorloopig verbod betrek-
keljjk de bedevaarten.
he Vallois Perret. Alle radicale can
didates zjjn tegen de opportunisten en Bou-
langisten tot raadsleden gekozen.
Nu de dampen der oratorische zoenoffers van
het socialisten-congres te Erfurt beginnen op
te trekken, kan men langzamerhand de beteeke-
nis en de mogeljjke gevolgen van den partjjdag
gaan overzien. Geschiedt niet nog een wonder
of brengt bjjv. niet een manouevre van den
gemeenschappeljjken vjjand de oude wapen
broeders weder bjjeen, dan is met bet congres te
Erfurt de scheuring binnen de Duitsche sociaal
democratische party een feit geworden. Dit
beteekentdan is voor een groot deel, althans
tjjdeljjk, de kracht dier party gebroken en
heeft de opheffing der socialisten-wet uitge
werkt, wat vele vjjanden der socialisten van
haar hoopten en verwachttentweedracht is
getreden in de plaats der eendracht, waardoor
men in de tjjden van tegenspoed en dwang
tegen allen druk was ingegroeid, en waar twee
dracht heerscht ontstaat zwakte.
Oogenschjjnljjk zjjn Bebel, Liebknecht en
Singer als overwinnaars uit Erfurt terugge
keerd, maar hun zegepraal is eene a la Pyr-
rkus. Zjj bevinden zich in de weinig benijdens
waardige positie van een leger, dat tusschen
twee vjjandeljjke machten is ingesloten. Wel
hebben zjj den vjjand aan de linkerzjjde hun
kracht doen gevoelen, maar hjj laat zich daar
door te minder verschalken, wjjl hjj tegelykertjjd
gezien heeft, hoe zjj parlementeerden met den
tegenstander aan den rechterkant.
Het is Bebel en Liebknecht geenszins gelukt
du haut de leur grandeur de «jongeren" te
imponeeren. Dezen bezitten allen eigenwaan
der jeugd en wat hun nog aan goed gemoti
veerd overleg bjj hun oppositie ontbreekt,
zoeken zjj door brutaliteit en verdachtmaking
te vervangen. Het moet hun vrjj wat vol
doening hebben geschonken, na de amadeljjke
bejegening hun aangedaan, te zien, hoe Bebel en
Liebknecht bakzeil hebben moeten halen voor
Vollmar. Liebknecht verklaarde in zjjn rede
aanneming van het tegen Vollmar gerichte
amendement-Oerfcel vooreen noodzakelijkheid, ja
hjj ging zelfs zóo ver te verzekeren, dat bjj, in
dien het amendement-Oertel niet werd aange
nomen, tot de Berljjnsche oppositie zou over
gaan. Bebel drong ook nog na de tweede
rede van Vollmar er op aan, dat de vergade
ring met een duideljjk >ja" of „neen" op het
amendement-Oertel zon antwoorden, maar geen
van beiden protesteerden, toen daarop het
amendement-Oertel ingetrokken en een resolutie
werd aangenomen, welke Vollmar van den
beginne af niet had bestreden.
Het congres heeft alzoo vermeden een oordeel
over Vollmar's houding te vellen. Hoe meer
men deze zaak overweegt, hoe meer men tot
het besluit komt, dat de oude beproefde leiders
ten slotte niet gewaagd hebben een beslissing
uit te lokken, omdat zjj niet meer zeker waren
in deze kwestie een meerderheid voor zich op
den partydag te vinden.
Met dit twijfelachtig succes zjjn de leden
der partyleiding huiswaarts gekeerd. Te Erfurt
lieten zjj feiteljjk Vollmar als overwinnaar
achter en te huis vonden zjj de woelige lastige
«jongeren," die hun terugkomst niet hadden
afgewacht om te beginnen zich als goed ge
sloten oppositie te organiseeren.
Tegenover de werkzaamheid der socialisten,
die te Erfurt van het party-verband werden
uitgesloten, richt de Vorwarts een oproeping
tot de Berljjnsche partygenooten, waarbjj dezen
met onmiddellijke nitsluiting nit de party be
dreigd worden, ingeval zjj het wagen zich by
de groep-Werner aan te sluiten. Nadat in
hooger beroep is beslist, heeft men zich een
voudig te onderwerpen wie zich niet voegt
staat buiten de party. Het socialisme zelve
is een wereldbeschouwing, waarvan niemand,
zelfs de dwaaste ideoloog niet kan worden
buitengesloten, maar een georganiseerde party,
die tegen een wereld in wapenen strjjdt, kan
franctireurs en vrjjbniters in haar rjjen niet
gebruiken.
Men kan denken met welke ingenomenheid
deze betreurenswaardige twisten tusschen de
leden der sociaal-democratische party door
haar bestrijders worden gadegeslagen, Zjj ver
heugen zich dat hun oude vjjanden Bebel en
Liebknecht zich thans in zulk een netelige
positie bevinden, en schynen niet te begrypen
dat de opportunistische politiek van die par
tyleiders minder onmiddelljjke gevaren in zich
verbergt voor de tgenwoordige maatschappjj
dan de woeste, revolutionnaire politiek van de
Werners en Wildb' rgers. Of hopen de anti
socialisten missohien, dat zjj met dezelaatsten
eerder gereed kannen komen dan met de
taaie volharding van de ervaren leiders
Tusschen de scheuring binnen de sociaal
democratische party en een dezer dagen ver
schenen brochure van Bismarck's bekend fac
totum Lothar Bucher is de aandacht der
Berljjnsche politieke kringen verdeeld. Onder
den titel«Verwerpen of aannemen" richt
zich het geschrift tegen het Duitsch-Oostenrjjksch
handelstractaat. In hoofdzaak evenwel bevat
het een nieuwen heftigen aanval op Bismarck's
opvolger en is tevens een warm pleidooi voor
het herstel van den ex-kanselier in al zjjn
vroegere ambten en waardigheden.
Met bedachtzaamheid den persoon des keizers
sparend, wordt de tegenwoordige regeering ver
anderlijke lnim en slaafschheid verweten,
terwijl de keizer omringd wordt door lieden,
wier recht op gunst slechts in hun vjjandschap
tegen Bismarck schjjnt te bestaan. Da schrjjver
acht den terugkeer van den ex-rjjkskanselier
steeds waarschjjnljjker, alleen hjj kan de kroon
weder in haar vroegeren luister herstellen. Het
gansche Duitsche volk zou deze daad toejuichen
en den keizer toejubbelen als nooit te voren.
Wanneer Bismarck dan weder rjjkskanselier
was zou hjj opnieuw in het binnenland steun zoe
ken by de agrariërs>n de groot-industrieelen, en
de graanrechten, op welker verlaging thans van
alle zjjden wordt aangedrongen, nog verhoogen.
Hjj zou een einde maken aan de vernederende
toegefelijkheid van Dnitschlandjegens Oostenrjjk,
zooals zich die in het concept-handelstractaat
tusschen de beide natiën heeft geopenbaard.
Hy zou tevens doen uitkomen, dat Duitschland
wel Oostenrijks invloed in het Oosten, maar
niet dien van Engeland tegenover Rusland wil
waarborgen. Hjj zou daardoor eene toenadering
tusschen Duitschland en Rusland mogeljjk
maken, terwjjl de politiek van zjjn opvolger
juist Ru.land in de armen van Frankryk heeft
gedreven. De eeniga thans levende man, die
het verbond tusschen Rusland en Frankryk
weder kan losmaken, is vorst Bismarck, omdat
dit werk de voortzetting zon zjjn van de politiek
welke by zyn leven lang heeft toegepast. «Is
de terugkeer tot die politiek niet meer mogeljjk,
dan moeten wjj rekenen op den oorlog en dan
maar ook slechts dan komt de oorlog
voor Duitschland hoe eer hoe beter, en dan zal
bjj minder schrikwekkend zjjn, wanneer vorst
Bismarck weder rijkskanselier is, en de heer
Yon Caprivi een legerkorps commandeert, dan
wanneer de heer Von Caprivi diplomatieke
nota's opstelt en vorst Bismarck als veldmaar
schalk een deel der kustverdediging op zich
neemt."
"Velen schrjjven aan Bismarck zeiven het
vaderschap dezer brochure toe. Niet zonder
beteekenis is het derhalve dat de officieuse
Nordd. Allg. Ztg. een woord van protest laat
hooren tegen de «sofismen" in dit geschrift,
waarmede men stemming beproeft te maken
tegen de handels-politiek der regeering. Te-
geljjkertjjd deelt het blad mede dat de onder
handelingen over een handelstractaat tusBc'nen
Oostenrjjk en Duitschland met Italië, te Munchen
gevoerd, geëindigd zyn en zoowel dit laatste
als het Duitsch-Oostenrjjksche handelstractaat
den rjjksdag in Nov. a. zal voorgelegd worden,
zoodat axioma'B, als die in de brochnre, tegen
over feiten geen doorgang meer zullen vinden.
De pauB heeft een schrjjven tot den aarts
bisschop van Aix gericht, waarin de Heil.
Vader den prelaat zyn deelneming betuigt,
terwjjl hjj tevens met leedwezen wjjst op de
anti-pauseljjke demonstraties te Rome, die bewjj-
zen aan welke beleedigingen en gevaren de paus
bloot staat. Leo XIII houdt zich verzekerd dat
mgr. Gouthe Soulard voort zal gaan voor
de kerk te strjjden.
Aan den Temps seint men uit Rome dat de
paus zyn smart heeft geuit overjde vervolging,
tegen den aartsbisschop ingesteld, ,.maar hjj
zou, teneinde de Fransche regeering voor moei-
lykheden te behoeden, den nuntius te Parjjs
uitgenoodigd hebben de bisschoppen, die het
voorbeeld van den aartsbisschop van Aix hadden
willen volgen, dit voornemen af te raden.
Bjj zjjn critiek over de begrooting van
1892 betoogde de heer Camille Pelletan in de
Fransche kamer dat de uitgaven 50 millioen
francs hooger zyn dan op de begrooting voor
1891. Sprekende van den oeconomischen toe
stand des lands, veroordeelt de spreker de
protectionistische staatkunde. De openbare
schuld bedraagt, naar hjj verzekert, meer dan
30 milliard.
In zyn antwoord aan C%mille Pelletan en
de andere sprekers, die zjjn begrooting hadden
gecitiseerd, bestreed Zaterdag de minister
Rouvier de beweringen, dat de belastingdruk
buitengewoon zwaar was in vergeljjking met
dien in andere landen. Hjj beloofde, dat de
regeering bjj de volgende begrooting een voor
stel zal doen tot hervorming van de belasting
op de dranken. Yerder stond hjj stil bjj de
hervormingen, welke reeds by deze begrooting
worden bewerkstelligd, een begrooting die een
batig slot geeft van 29 millioen en welke
bewjjst dat de financieels toestand des lands
geschikt is om alle critiek te ontwapenen.
De minister Rouvier wees verder nog op
hetgeen de republiek had tot stand gebracht;
de laatst gesloten leeningen bewjjzen, dat het
staatscrediet niet is uitgeput.
Nadat nog Pelletan geprotesteerd had tegen
de expeditiën in Afrika, waarop De Freycinet
kort antwoordde, werd het algemeen debat
over de begrooting gesloten.
Het congres van spoorwegarbeiders te
Parjjs heeft zich bezig gehouden met het
samenstellen der nieuwe statuten. Deze zullen
officieel bekend gemaakt en toegepast worden
den len Januari 1892,
Naar de Eaml. Nachr. mededeelen, zal
waarscbjjnlyk nog binnen het jaar bjj den
bondsraad en den rjjksdag een voorstel worden
ingediend tot verkorting van den diensttjjd
tot twee jaar.
Begrjjpeljjker wjjze bastrydt Bismarck's orgaan
deze hervorming en voert als motief daartegen
aan het feit, dat keizer Wilhelm I altjjd na-
drukkeljjk zich verklaard heeft voor een dienst
tyd van drie jaar. Zouden de Hamb. Nachr.
somwjjlen alles in het Dnitsche rjjk onveran
derd willen laten, zooals het was onderden
ouden keizer Wilhelm, omdat deze bet zoo
wenschte
Bjj het feestmaal, dat prof. Yirchow
Woensdag in het raadhuis te Berlyn werd
aangeboden ter gelegenheid van het eerebnr-
gerschap, hem door die stad bjj zyn 70jarig
jubilé verleend, werden eenige toespraken ge
houden, welke keizer Wilhelm, als hjj het
verslag leest, een minder aangename gewaarwor
ding moeten verschaffen.
Wat zal hjj o. a. denken van enkele
woorden van prof. Virchow Na de verzeke
ring dat hjj het zich sedert 1847 ten plicht
rekende, waar het bestuur niet goed handelde,
daartegen oppositie te voeren, zeide de jubilaris
op lnimigen toon: «Ik had het natuurljjk ook
aangenamer gevonden altjjd waardeering en
erkenning, voortrekking in plaats van achter-
uitstelling te vinden, want als een gewoon
sterveling ben ik voor bewjjzen van hoogachting
ook niet ongevoelig. Maar toch moet ik hier
ten slotte openlyk uitspreken, dat ik het toch
nog zoover gebracht heb dat niets een hoogere
waarde voor mjj heeft dan het bewustzjjn mjjn
plicht vervuld te hebben. Ik voel mjj niet
in staat, op dit standpunt Btaande, mjjne
handelingen in te richten naar het oordeel
van anderen. Hoe ik te handelen heb, hoe ik
op wil treden, dat is m jj n e zaak, daarover
heb ik zelf te beslissen en zoolang mjjne ge
dragingen voor recht en wet bestaan knnnen,
kan ik mjj nog altjjd als een goed burger
overal vertoonen."
Het stormachtig applaus, dat op deze woorden
volgde, bewees, dat ook de aanwezigen het
met den hoogleeraar op dit punt ten volle eens
waren.
Het Berliner Tagéblalt meent dat prof. Yirchow
het eens is met den Stuttgarter hofprediker
Gerock
"Nein, den Mann will ich nich sclieltfin,
Der sich Fiirstengunst gewsnn
Höher mag das Haupt noch tragen,
Wer die Gnnst entbebren kann
Doch das schönste Khrenzeichen
Schmickt den Mann, der unentwegt
Heitrer Stirn pour le mérite
Hoher Herren Ungnnst tragt."
De Nation herinnert aan de woorden van
Bailly tegen de hovelingen van Lodewjjk XVI,
die hem een orde en een adelljjken titel aan
boden «Wie de eer heeft tot de drie eerste
academiën van Frankryk te behooren, is in
het oog der verstandigen reeds onderscheiden
en adeljjk genoeglint en titel kannen daaraan
niets meer toevoegen."
Het recht van vergaderen. In het Saksisohe
stadje Penig verbood onlangs de politie het
houden van een vergadering van metaalarbei
ders op Zaterdag avond, op grond dat het
grootste deel der bevolking er aanstoot aan
nam, wanneer op Zon- en feestdagen, evenals
op de daaraan voorafgaande avonden, politieke
bjjeenkomsten werden gehouden
Ve rscheidene Oostenrjjksche afgevaardig
den hadden zich tot den paus gericht met de
vraag, of zjj konden deelnemen aan het vredes
congres te Rome. Zjj ontvingen van Leo XIII
een ontkennend antwoord, daar dit congres het
werk is van vrjj metselaars.
Er is besloten, dat voor iedere zitting van
het congres een nieuwe president zal verkozen
worden en daar er zeven zittingen zullen^zjjn,
moeten zeven presidenten worden benoemd
een Italiaan, een Duitscher, een Franschman,
een Oostsnrjjker, een Engelschman, een Ame
rikaan en een Zwitser.
Vrjjdag is het verhoor der beschuldigden
in het anarchisten-proces te Rome ten einde
gebracht. Körner schreef de verstoring der
orde op 1 Mei alleen toe aan de agents provocateurs
der Romeinsche politie.
In Spanje heeft een commissie uit de
kamers van koophandel een onderzoek ingesteld
over den stand vau den wissel in het buiten
land, over den toestand van de Bank, den uit
voerhandel in wynen en de algemeene staat
huishoudkundige politiek, waarover zjj een
rapport aan de kamers heeft uitgebracht.
Door Duitsche en Oostenrjjksohe bladen
was het bericht verspreid, dat Servië met
Duitschland en Oostenrjjk onderhandelingen
had aangeknoopt over het sluiten van handels,
tractaten. Uit Belgrado wordt dit bericht
ten stelligste tegengesproken.
Op Madagascar bljjft de toestand gespan
nen. De Hova's treden met de grootste onbe
schaamdheid tegen de Franschen op, die zich
allerlei beleedigingen moeten laten welgevallen.
Mynheer de Redacteur.
Ik had het vermoed dat mjjn geschrjjf, naar
aanleiding van de vraag van kap. Hos of de
optreding van het Leger de» Heils tot practische
bestrjjding der ontucht ondersteuning verdient,
wel tot tegenspraak aanleiding geven zou. Ja,
zelfs was ik zoo jjdel te verwachten dat meer
dan éen naar de pen zon gegrepen hebben om
me te bestryden. Daarom en ook omdat het
mjj aan tjjd ontbrak kom ik eerst nu tot u
met de vraag om mjj voor het laatst in dezen
een weinig plaatsruimte af te staan om den
heer R. te Y., die in het nommer uwer courant
van Zaterdag enkele bedenkingen oppert tegen
het door mjj geschrevene, te antwoorden. Ik
zeg voor het laatst, omdat het onderwerp, om
verschillende redenen, zich niet leent tot eene
verdere meer uitvoerige polemiek.
Ik moet beginnen met den heer R. vrien-
deljjk dank ervoor te zeggen dat hjj zjjne op
merkingen maakt op zeer waardeerende, kalme
manier en zonder noodeloozen omhaal van
woorden. Ook ik hoop in dien toon te bljj ven,
want men kan met elkaar in een of ander op
zicht van meening verschillen en toch goede
vrienden zyn.
De heer R. geeft toe dat het niet onnoodig
is de onderwerpelyke zaak van den practischen
kant te beschouwen, daar men in een toestand
van opwinding gevaar loopt het eenvoudigste
voorbjj te zien, doch betreurt het dat ik zelf
aan dit euvel mank ga en maakt, om dat te
bewjjzen, enkele kantteekeningen op mjjn
stukje. Hetgeen hjj aanvoert wil ik trachten
zoo kort mogeljjk te weerleggen.
Alvorens vergunne de heer R. me te zeggen
dat, waar ik er op wees hoe het geheele optre
den van het «leger" in dezen m. i. niets anderB
was dan reclame, ik juist het oog had op de
concurrentie ook in het «geloof'. Welk per
soonlijk voordeel de «heeren van het leger"
van het bloeien hamer zaak zouden
hebben, laat ik buiten bespreking maar dat zjj
voor dien bloei jjveren op allerhande manier
en dat het hun lang niet onverschillig is of hun
ledental toeneemt en de inkomsten stjjgen
dat hebben zjj gemeen met allen, die in »g e-
l o o f" doen.
Mynheer R. is te dezen opzichte ook wel
geen vreemdeling in Jeruzalem en zal mjj,
daaTom niet uitnoodigen dit beweren nader
te staven. Deed hy dat, dan zou ik hem
b. v. kunnen wjjzen op eene rede van een
der corypheën der katholieken, den heer Bahl-
mann, die onlangs dit helder deed uitkomen.
Hjj zeide, wjjzende op den ommekeer, die
vooral in Zuid- en Noord-Holland wordt
waargenomen, geestdriftvol de weleer
aan de katholieken ontnomen kerken zyn
verlaten en vervallen, daarnaast verheffen
zich allerwegen de ranke torenspitsen van
nieuwe, prachtige katholieke kerken. „Wy zjjn
de catacomben uitjuichte hjj, «de tjjd dat wjj
voor de uitoefening van onzen eeredienst in
schuren en op zolders moesten bjjeenkomen, is
voor ons voorbjjmaar hy is thans gekomen
voor de protestanten, de nakomelingen van onze
vroegere verdrukkersde doleerenden moeten
zich met sc'nuren en afgedankte schoolgebouwen
als bedehuizen behelpen."
De heer R. geeft mij in zeker opzicht goljjk,
waar ik zeg dat het mjjne zaak is of ik schade
beloop aan mjjn ziel of aan mjjn lichaam en
dat geen ander zich daarmede heeft te bemoeien,
maar hjj is van meening dat de eene mensch
verplicht is den anderen, wanneer hjj ziet dat
deze zich benadeelen wil te waarschuwen en
door geoorloofde middelen zoo mogeljjk daarvan
af te houden. De heer R. vergeet echter dit
te bewjjzen en het Toorbeeld, dat hy aanhaalt,
hjj neemt natuurljjk er een dat pakt of
ik iemand die zich om 't leven wil brengen
stil zyn gang zou laten gaan, vervalt; in zoo'n
geval ben ik verplicht, en die plicht legt de
wet mjj op, zoo ik het zonder hinder voor mjj
zelf do. n kan, dit te beletten. Liet ik dit na,
dan zou misschien de strafreohter in art. 450
van het W. v. S. aanleiding kannen vinden
mjj hechtenis of boete op te leggen.
De heer R. begrypt zelf wel dat het niet zou
aangaan zjjne stelling consequent door te
voeren. De eene burger staat toch niet onder
voogdjj van den ander en ieder heeft toch
zjjne eigenaardige, somtjjds geheel met die van
een ander strjjdende opvattingen.
Mjjne afkeuring van het doen der heeren
van 't Heilsleger is niet erop gegrond, zooals
R meent, dat iets verkeerd is, wjjl een ander
er zich aan ergert en op eene ongepaste
manier aan die ergernis lucht geeft. Zeer
zeker niet. Hun doen, geheel in den geest
van de schetterende taktiek, die in de geheele
Heilsbeweging doorstraalt, moet tot die op
stootjes, misschien tot meer, aanleiding geven.
Yerder heb ik beweerd dat de heeren van
't Heilsleger zich boven de gestelde machten
plaatsen. Naar aanleiding hiervan komt de
heer R. met de mjj onbegrjjpeljjke en niets
ter zake doende stelling voor den dag dat de
wetgever niet bedoeld heeft dat er gepaten
teerde en gereglementeerde bordeelen moesten
zjjn of opgericht worden evenals scholen. Dat
heb ik ook niet beweerd. Ik heb eenvoudig
willen zeggen de betrokken personen, ik noemde
ze biethuishonders, hebben door het nemen
van patent het recht verkregen hun bedrjjf
uit te oefenen, de wetgever staat dat toewie
geeft nn den Middernachtzendelingen het recht
die uitoefening feiteljjk te beletten? 'tls waar dat
door geen enkele bepaling het werk der Mid
dernachtzending verboden wordt, maar om
slechts een paar voorbeelden te noemenwelk
een toestand zon er geboren worden, wanneer
de afschaffers zich posteerden voor de winkels
van tappers en sljjters, de vegetariërs voor die
der slagers, de tegenstanders van het rooken
voor de tabaks- of sigarenwinkels; en daar den
gaanden en komenden man hun meening
opdrongen
Waar R. mjj toegeeft dat de betrokken per
sonen benadeeld worden, begrjjp ik niet, hoe
bjj mjjne conclusie onjnist noemen kan en wil
dat ik het in den dronkaard prjjs dat hjj zoo
goed zorgt voor de broodwinning van den
herbergier. Ik laat geheel ter zjjde of de per
sonen, die de bewuste huizen bezoeken, daar
mede kwaad doen of goed, alleen pleitte ik
ervoor dat iemand, die belasting betaalt voor
het uitoefenen van een of ander vak, die daar
mede dus het recht tot die uitoefening koopt,
daarin niet belemmerd wordeterwjjl het
m. i. de plicht der politie en jnstitie is om te
waken dat niemand van de hem gegeven be
voegdheid misbruik make; en om door goede
maatregelen het kwaad zooveel mogeljjk tegen
te gaan.
Ik ben overtuigd dat ik hiermede den heer
R. niet tot mjjne meening bekeerd heb, maar
ik meen mjjn afkeurend oordeel over het op
treden van het leger in deze voldoende te heb
ben gemotiveerd.
Ik dank u, mynheer de redacteur, voor de
mjj verleende plaatsrnimte en bljjf
Achtend,
Cosmopoliet.
Voor de verdere bespreking van dit onder
werp sluiten wjj nu de kolommen van ons blad.
Red.
Vlisslngen, 26 Oct. Binnengekomen,
Zondag, het Eng. stoomschip Broomhill, gez. J.
Warminger, van Warkworth.
V ertrokken, Zondag, het Eng. ss. Darial,
gez. Davies, naar Shields.
Hulst, 26 Oct. Ter g r a a n ma r k t van heden
waren de prjjzen als volgtoude tarwe 12.25
a ƒ12.40; nieuwe dito 1150 a ƒ11.75 per
100 kilorogge 7.50 a 7.75 gerst 9.50
a 9.60 erwten 11.— a 11.25 paarden-
boonen 7.25 a 7,50 koolzaad a
f boter 1.15 a 1.20 eieren 4.90
per 100 stuks. De aanvoer was gering.
Ter vee markt waren aangevoerd 3 stuks
rundvee en 21 biggen11 biggen werden ver»
kocht en van de runders niet een.