N°„ 245.
134e Jaargang.
1891.
Zaterdag
IT October.
Middelburg 16 October.
Een ellendige toestand.
Deze courant verschfjnt d a g e 1 k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prfjs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 6 cent.
Advertentiën20 cent per regel. Bi] abonnement lager!
Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten, benevens alle
dankbetuigingen; van 17 regels 1.50;
iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte;
Theiuioiueter.
Middelburg 16 Oct. vm. 8u. 53 gr.
m. 12 a 59 gr., &v. 4 u. 59 gr. F.
Verwacht Z. O. wind.
Agenten te Vlissingen: P. G. de Vei Mestdagh Zoon, te Goes: A. W.Bolland.teKruiitingenF. v.d.Peul, te ZierikzeeA.C.de Mooij, tTholenW. A. Ailve«-lenllëa
van Nieuwenhuijzen en te Terneuzen: M. de Jonge. Verder ut alle postkantoren en boekbandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de moeten des namiddags te ééa uur
advertentie-bureau's van Nijgh Van Dmii te Botterdam, de G e. Belxneante, te 's Gravenbage, en A. de ia Mar Azn., te Amsterdam. aan het bureau bezorgd zpn, willeB
Hoofdagenten voor het Buitenland: te irjjs en Londen, dt C< pagnie générale do Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger. xg des avonds nog worden opgenomen.
Herhaaldelijk is in redevoeringen, in bladen
en ook in de Nieuwe Gids reeds gewezen op
den ellendigen toestand der arbeiders in de
veenderijen te Beets. Wat daar valt waar te
nemen gaat alle beschrijving te bovenen
menigeen zal, waar de waarheid wordt mede
gedeeld, aan overdrijving denken. Toch is bjj
menige schildering van dien toestand daarvan
in de verste verte geen sprake. Het tegendeel
is eer het geval.
In die overtuiging werden wjj versterkt bp
het lezen van eene beschrijving, welke dezer
dagen voorkwam in de N. R. Ct. Haar cor
respondent te Akkrum, de heer S. Wartena jr.,
bracht Dinsdag 6 October, met nog drie andere
personen, van verschillende maatschappelijke
positie en onderscheidene politieke richting een
bezoek aan die veenderijen en daarvan geelt
hp nu een zeer lezenswaardig verslag
in genoemd blad.
Wp kunnen dat verslag natuurlpk niet op
den voet volgen; daarvoor is het te uitvoerig;
maar door enkele aanhalingen willen wp toch
trachten de belangstelling onzer lezers voor het
geheel op te wekken, en aantoonen hoe groote
schande voor Nederland het is, wanneer die
toestand daar nog langer wordt bestendigd.
Zjj, die in de veenüerpen werken, kunnen
verdeeld worden in vier klassen, en wel ten
eerste de „trekkers", die in het vroege voorjaar
komen om in den mengbak te werken, een goed
loon verdienenen in den zomer elders als
maaiers, hooiers of boerenarbeiders werkzaam
zpn.
In de tweede plaats zpn daar de onderbazen,
de tusscbenpersonen tusschen den eigenaar, in
casu den veenbaas, en de gewone arbeiders
bevolking; zp hebben het geheele jaar werk
en meerendeels het niet kwaad. Sommigen wer
den echter te laag bezoldigd en moeten er
dan een winkel op nahouden, waarvan natuurlpk
de onder hen wtrkende arbeiders het gelag
betalen.
Ten derde heeft men de vaste arbeiders,
die vrij goede woningen hebben, maar waarvan
man, vrouw, zonen en dochters zonder onder
scheid hard en lang moeten werken voor een
schamel loon.
De vierde categoriede losse arbeiders
heeft het het hardst. Losse arbeiders zpn de zoo-
danigen, die aan geen enkele veenderp zpn
aangesteld, en alleen werken als er iets bui
tengewoons te doen is, wat buiten bet arbeids
veld ligt van den turfmaker. Zp zpn meest
allen vroeger vaste turfmakers geweest, maar
om verschillende redenen, nog al dikwpls om
dat het land van hunnen baas uitgeveend was,
of wpl er arbeiders moesten worden afgedankt,
omdat de baas niet genoeg land meer had voor
het getal arbeiders, dat te voren bp hem werkte.
Deze losse arbeiders zpn dan ook werkeljjk
de paria's der veenstreken. Hun toestand bleek
zoo onbeschrpfelpk ellendig, dat de heer War
tena en zpne tochtgenooten allen er door wer
den geroerd. Maar waarom gaan die menschen
dan niet elderB heen, waar meer werk is te
vinden zal de lezer vragen; en dan antwoordt
hp met de wedervraag: waarheen dan V Waar
zpn arbeiders te kort? En al ware dit het
geval, dan vergete men niet, dat de menschen
niets anders hebben geleerd en ook niets an
ders hebben kunnen leeren, omdat zp, als
kinderen in de eenigszins gunstiger omgeving
van den vasten arbeider opgegroeid, al spoedig
mede moesten werken om het aantal te ver
werken roeden turf van het buisgezin te vermeer
deren en eenigszins het bestaan te verbeteren.
De heer Wartena beschrpft ons enkele
woningen van die menschenen die beschrij
ving komt overeen met die, door den heer P.
L. Tak indertpd in de Nieuwe Gids gegeven.
Zulk een >woonhok" bestaat uiteen voorhokje
groot pl. tn. 1* M., en het woonvertrek, dat
piet; veel grooter is.
Het ameublement bestaat uit een rood, roes
tig, half vergaan kookkacheltje, hier en daar
wat kapotte kopjes, schoteltjes en bordjes, en
een petroleumlampje, dat alleen in den win
ter dienst doet, als er nl. centen zpn om pe
troleum te koopen, wat lang niet altijd het
geval is. Het licht komt door de reten in de
zjjwanden en door een paar glaasjes, die men
met eenige brutaliteit venstertjes" zou kunnen
noemen.
»Ook praalt in die woning eene bedstede,
bestemd voor man, vrouw en 3 kinderen: Het
is niet meer dan eene vierkante ruimte achter
het beschot, door een gordjjn afgesloten. De
bedderp bestaat uit geen bed, maar alleen
uit eenig muf stroo, waarover een laken, ter
wijl tot bedekking éen deken aanwezig is. In
dat hok slaapt de geheele familie bjj elkaar-
Spoedig benauwd zullen ze het er niet krjjgen,
want in de wanden zpn reten en openingen
genoeg, Boms zoo groot dat er wel eene mans
hand doorgestoken kan worden.
Toen de heer Wartena het gezin, dat dit
verblpf bewoonde, bezocht, vertelde de vrouw
dat ze tegenwoordig goed werk hadden, dat
de man den heelen zomer werk had gehad
en nu op het oogenblik 80 ct. verdiende.
Hare jongens hadden de vorige week 30 ct.
verdiend, maar dat was slechts nu en dan.
Ook zp had wel eens dagen van 65 ct., en
nu. aangenomen werk van 40 ct. per dag.
Zp moest daarvoor van 's morgens 5 tot
's avonds 5 in de baggelaar werken. Dus op
dit oogenblik ging het best voor hun doen, en
het blijmoedig gelaat der vrouw en de opge
wekte toon overtuigden de bezoekers dat ze wel
in haar schik was. Maarzulke »goede
dagen" kwamen zoo zeldener waren zoovele
dagen en maanden waarin niets verdiend werd,
en dan de winter.Ze werden dan onder
houden, als het erg begon te nppen, en kregen
op zpn hoogst, met brood enz. inbegrepen, in
de week ƒ2.50.
Een ander gezin bewoonde een »veenpaleis">
in casu vóór 18 jaar door den man gekocht
voor 40toen het nog een heusch woonschip
was, dat in heusch water lag, doch later
ruoest het op het land gehaald worden van
wege de lekkage. Het ameublement bestond
uit eene bankeen onderstuk van een
stoel met een plankje er over, om voor
inzakken te vrpwaren, terwjjl er twee bed
steden waren, waarvan eene aan den ingang
en bespijkerd met oude kleeden. Zelfs op den
grond, o bittere ironie, lag een Btukje vaneen
oud kleed. De inventaris van het bed bestond
uit eenig riet, in plaats van stroo, een lap van
onherkenbare stof, die als deken dienst deed
en een zakje hooi, dat als kussen fungeerde.
Hier sliepen de drie oudste jongens van 18,
13 en 8 jaar. In een even armoedige bedstede
aan den anderen kant slapen man, vrouw en
2 kinderen, een meisje van 11 en een van 11
jaar. De jongens van 13 en 8 jaar gaan naar
school, het meisje niet, omdat het geene voeg
zame kleeding heeft, geljjk in Beets, helaas
meermalen voorkomt.
De hut zelf was nog benepener dan de hier
boven genoemde en nog meer epen. Alles
buiten en binnen getuigde van de diepste ellende.
Het hoofd van het gezin, dat daar woonde,
bad in den zomer geruimen tjjd niets te doen
gehad. Met het prachtige herfstweer waren er
weer van het buisgezin aan den arbeid, nl. man
en 18jarige zoon. De eerste verdiende sinds
een week of zes met het turfwerk 80 ct, de
zoon gedurende 3 weken 45 ct, wat evenwel
spoedig tot 25 ct zou dalen, om daarna geheel
op te houden.
In een der z.g. trekkerBtenten, waarin in
het voorjaar de trekkers, die in de mengbank
werken, hun nachtverblijf houden en die dns
als keet dienst doen een dier verbljjven waar het
somber en benauwd was door de rook uit de
feachelpjjp, die lang niet reikte tot den nok,
zoodat het geheele verblpf met rook was gevuld;
waar het tochtte onder, boven, voor, achter,
links en rechts door de gaten in dak en wanden,
troffen de bezoekers een jongen man, rillende
van de kou, hoestende en hard ziek. De man,
gehuwd en vader van een kind, leed verschrikke
lijk van de kou. En hoe zou het dan van den
winter zpn? In gezonde dagen verdiende die man
wel te verstaan, als er wat te doen viel per
dag 0.35 tot 1.25, maar boven de f 1.25
nooit, ook niet in het langst der dagen. Nu
werd hp door het armbestuur gesteund, dat hem
2.50 onderstand per week verschafte.
Na dit treurig bezoek werd een kjjkje ge
nomen in een m6er voorspoedig gezin, bestaande
uit zes personen, van welke er vjjf geregeld
op bet veld arbeiden, nl. man, vrou n, een zoon
van 30 jaar en twee meisjes van 18 en 16
jaar, terwjjl er nog bovendien een jongen was
van 12 jaar, die zoo geregeld mogeljjk de
school bee ohfc maar, rindai. door het natte
zomerweer het werk ten achteren was, mee
moest helpen. In het gunstigste geval dat
zich dit jaar niet voordoet verdient dit
huisgezin met vjjf groote menschen per jaar
op z'n hoogst 612, op z'n laagst f 462 50,
dat is per persoon, dooreengenomen, 122.40
en 92.50. En daarvoor moet in den zomer
wel eens van 's morgens 3 tot 's avonds 9 uur
en altjjd van zonsopgang tot het donker is
gewerkt worden. Bovendien hebben ze nog
vrjje woning, vrjj turf in den zomer, en 's winters
voor 12, terwpl er voor ieder jaarlijks een
steek jjzer a 2 en om de 2 jaar een kantschop
af moet, eveneens van pl. m. 2, terwpl ook
nog het rietsnpden en strooisel samenbrengen
door of op kosten van den turfmaker geschiedt.
Een getrouwde dochter uit dat gezin ver
diende met haar man als vaste turfmakers
f 240, waarvan een en ander af moet aan
huishuur, zestig cent per week voor het oppassen
van haar kind, zoodat er 198 overschiet
waarvoor man en vrouw hard moeten werken,
en de laatste haar kind bp vreemden laten,
terwpl zij nog bovendien de winkelwaren duur
der moeten betalen.
Over die gedwongen winkelnering is vroeger
reeds dikwpls geschrevendaarbjj behoeven
wp dns niet lang stil te staan. Alleen melden
wp op gezag van den heer Wartena dat een
gezin, bestaande uit man en vrouw, dat
f 179.20 verdiende met vrp huis en vrp turf,
zpn winkelwaren moest halen op een uur
afstands bp dtn baas te Boonbergumen
daarbp b. v. voor een half kilog. koffie 9 cent
en voor een half kilog. zeep 4 cent meer
moest betalen dan in een vrjjen winkel van
een broer, bp wien het echtpaar niet koopen
mocht. 5 -
Een allerdroevigst staaltje van manier van
wonen trof de heer Wartena met zpn bezoekers
aan bp een gezin, bestaande uit man, vrouw
en zes kinderen, waarvan de oudste 26 jaar en
de jongste 12 jaar was. Alles was in het
»woonhok" van dat gezin open, zelfs het dak
was d jour bewerkt. Een binnens- of buitenshuis
was er niet meer, toen eenige losse plankjes
waren weggenomen. Yan een schoorsteen was
geen sprake. Een gat in de zoldering, wat
grooter dan de andere openingen en ook wat
ronder en statiger, moest den rook doen ontsnap
pen uit de kachel, vrij wel het eenige huisraad,
dat nog een beetje onderhouden en bruikbaar
scheen.
Des nachts slapen in een slaaphok, met riet
en hooi opgevuld en problematiek beddegoed,
de man, de vrouw en een jongen van 12 jaar,
terwpl de 26jarige zoon gemeenlpk op den
grond slaapt. Doch als het erg koud is, dan
moet hp ook op >bed" bjj vader, moeder en
jongsten broeder. In het andere bok slaapt
de 22jarige dochter des »huizes" met drie
broeders van 18, 16 en 14 jaar.
Bp een bezoek aan een onderbaas, die het
goed had, deelde de vrouw daarvan de man
was van huis geheel het gevoelen over
den ellendigen toestand, die er heersehte en
die elk jaar, zoo er geen ingrppende maatre
gelen worden genomen, verergeren zou. Zp
wist te verhalen van een gezin, bestaande uit
man, vrouw en zes kinderen, dat in twee dagen
niets te eten had gehad.
Dat door al die ellende, door het arbeiden
dat de kinderen moeten doen om toch iets te
helpen verdienen, het schoolverzuim zeer groot
is, ligt voor de hand.
In het slot van zpn verslag schrjjft de heer
Wartena:
»En wat nu te doen om in dezen onhoud-
baien toestand verandering te brengen On
houdbaar te meer, omdat de voor vervening
geschikte grond elk jaar vermindert en, als
een noodzakelijk gevolg daarvan, de losse ar
beiders, de ellendigsten van allen, vermeerderen
en gerecruteerd worden uit de afgedankte vaste
turfmakers. Deze toestand is reeds lang te
voren gezien.
»Yan een ouden heer te Akkrum vernam ik,
dat reeds in het jaar 1859, toen de veenderjj
in Beets begon te ontstaan en er nog geen
enkel huis stond, waar nu eene bevolking van
meer dan 1000 menschen gevonden wordt, de
toenmalige burgemeester van Utingeradeel, de
heer Lyclama a Nyeholt, heeft gezegd»A1b
we 20 k 30 jaar verder zjjD, zal hier in deze
nu nog schier onbewoonde Btreken eene onbe-
sehrjjfelpke armoede heerschen". Dit gezegde
berustte op de ervaringen, in andere veenko
lonies opgedaan. Maar daar, geljjk in Haskerland
en Eugwirden, had mon slikgelden en arm-
gelden, waarmede men de uitgeveende landen
heeft ingepolderd en nieuwe bronnen van
werk voor den arbeider geopend.
Heeft men dan in Beets geen geld om zoo
iets te doen Is het waar dat ook hier eene
ruime kas van Blikgelden moet wezen, geljjk
algemeen wordt beweerd? Waarom gebeurt
dit dan niet Waarom stuiten alle pogingen
af op eene volhardende weigering
Op die vragen doet men heden der N. R. Ct.
als antwoord de mededeeling dat, blpkens het
verslag van den toestand der provincie Friesland
over 1890, het bedrag van bet door Ged. staten
goedgekeurd kohier der slikgelden voor den
Grooten Veenpolder van Opsterland en Smal-
lingerland, waartoe het dorp Beets behoort,
was f 13.333.14i en het kohier van het armengeld
1404.421. Verder wordt in dat verslag
medegedeeld een „staat, aanwpzende den
stand der fondsen voor de waterkeeringen
en van die voor de algemeene armen,
voortgevloeid uit de vervening in gemeenten
en veenpolders over 1890." Daaruit blpkt
o. a. dat het bedrag van hetgeen te dezer
zake op het Grootboek der Werkelpke Schuld
was belegd, was van genoemden polder voor
de waterkeeringen 373.000 a 21 pet. en voor
de armengelden voor het dorp Beets 51.000
a 21 en f 700 a 3 pet.
In het geheel was voor een en ander van alle
veenpolders te zamen belegd 3.486.422.331, als
op het Grootboek 3.324.850 a 21, f 3450 a 3
en 57.500 a 3f pet. en op andere wjjze
f 25.820.62i a 3i pet., 78.500 a 4 en 23.000
a 5 pet.
Algemeen waren de heer Wartena en zpne
drie tochtgenooten het eens dat twee uitste
kende en tevens gelukkig zeer goed uitvoerbare
middelen om in de toekomst verbetering te
brengen waren de landerpen, die nu verwaar
loosd liggen, te verbeteren, en verder in te
polderen. Ook de menschen, die zp in Beets
sprakenwaren van die meening. En het was
hunne heilige ernstige overtuiging, dat bierdoor
bljjvende verbetering zal worden gebracht,
terwpl zp zich terecht stomp denken op de
vraag, »waarom dat maar nooit geschiedt
Toch hebben zp op grond van hun onderzoek
nog iets anders te zeggen. Werkverschaffing
op het land, inpoldering zullen niet d a d e 1 p k
baten. De winter nadert met rassehe schreden,
en daarmede de schrikkelpkste ellende, die nii
niet meer kan voorkomen worden. Daarvoor
is het te laat. Doch, waar collecten worden
gehouden om Limburger landbouwers de schade
te helpen dragen, door hagelslag veroorzaakt;
waar Bussische joden worden ondersteund, en
overstroomingen in zuidelijk Europa de beurzen
openen, daar meenen zp dat ook eene collecte
voor de nooddruftigen in den komenden winter
te Beets eene dringende behoefte is. Dat zjj,
die er het meest bjj betrokken zpn, er zich
voorspannen, aan medewerking zal het zeker
niet ontbreken. Van het zwaarbelaste arm
bestuur in Opsterland is waarlpk niet meer te
vergen dan wat het nu reeds doen most."
Deze wenk dient overwogen en ter harte
genomen te worden. Tegen hagelslag had
men zich kunnen verzekerentegen ellendige
toestanden als daar in Beets is geen voorzie
ning mogeljjk voor hen, die daaronder het meest
gebukt gaan.
Hulp van allen, maar ook hulp van regee-
ricgswege om den toestand daar te verbeteren
is dringend noodig
Wie zal dit niet beamen, na het lezen zelfs
van dit uittreksel uit een zeer vertrouwbaar
en lezenswaardig verslag
Dezer dagen is de kwestie ter sprake ge
bracht, wie de kosten moet dragen voor den
raad van voogdjj, die aan de moeder onzer
jeugdige koningin ter zijde gesteld is bjj het
uitoefenen der voogdij over haar minderjarige
dochter. Die raad bestaat uit een negental
leden, welke door de wet zjjn aangewezen.
Bjj het optreden van dien raad moesten
kosten gemaakt worden, om een vergaderzaal
zóó in te richten, dat zp geschikt was voor
het houden van zittingen.
Ten laste van wien moeten de nu gedane en
de later nog te doene uitgaven gebracht worden
Ten laste van den staat of van de minder
jarige koningin
Volgens een schrpven uit Den Haag in de
N. Roti. Crt. zouden zp gedragen moeten worden
door den stoat.
Hierbjj maakt de lijd de volgende, o. i.
gegronde opmerking. Onder herinnering dat
de vroegere voorzitter der Ee rste kamer, baron
Schimmelpenninck van der Oye, die door wplen
Z. M. den koning tot lid van den raad van
voogdjj werd benoemd, Bedert overleden is,
terwpl zpn plaats in laatstgenoemd college
onvervuld is gebleven, schrjjft het blad
Wp wenschen op de juistheid van het ge
leverde betoog niets af te dingen, maar alleen
onze verwondering erover te kennen geven,
dat voor de bjjeenkomsten van acht heeren, die
toch niet dageljjks vergaderen, een afzonder
lijke zaal zal moeten nieuw ingericht en ge
meubeld worden. Dat de kosten van een en
ander niet onbeduidend zullen zpn, bljjkt ge
noeg. Zou willen wjj vragen in een
der koninkljjke paleizen of landsgebouwen geen
behoorljjk vertrek meer beschikbaar zpn
De heer mr G. de Vries, die als lid van den
raad van state op de meest eervolle wjjze ontslag
heeft gekregen, begon zpn loopbaan als griffier
der staten van Noord-Holland en onderscheidde
zich in die betrekking door het schrpven zpner
nog altjjd veel geraadpleegde werken over de
wetgevende macht der plaatselijke besturen en
over het polderwezen. Wegens zpne buiten
gewone bekwaamheid in ons administratief recht
werd hjj reeds op betrekkeljjk jeugdigen leeftpd
tot lid van den raad van Btate benoemd en
trad in 1872, na Thorbecke's overlpden, als
minister van justitie op in het kabinet-
Gaertsema.
Hp is een der weinige ministers van justitie
geweest, die in verouderde deelen van ons
burgerljjk en handelsrecht wjjzigingen hebben
tot stand gebracht, zooals in de regeling van
het pandrecht en de commiasionnairs, de hand
lichting en de formaliteiten bp voogdjj en
curateele zaken.
Toen het ministerie-Geertsema wegens het
mislukken der census-verlaging in Aug. 1874
aftrad, keerde mr. De Vries tot het ambteloos
leven terug, doch slechts voor korten tjjd. Een
jaar daarna vaardigde Amsterdam hem af naar
de Tweede kamer, waar hjj anderhalf jaar
jjverig aan de werkzaamheden deelnam. In
April 1877 nam hjj weder een benoeming aan
tot lid van den raad van state, in welk college
hjj sedert zitting heeft gehad in de afdeeling
voor geschillen van bestuur en thans tevens
voorzitter was van de afdeeling voor waterstaat,
handel en npverheid.
Met opgewektheid heeft hp vele jaren ook
deelgenomen aan de werkzaamheden der Ne-
derlandsche Juristenvereniging, welker ver
gaderingen hjj menigmaal heeft geleid.
Nu de heer De Vries wegens zjjn gevorder
den leeftjjd uit den staatsdienst ontslag neemt,
brengt het Hhld. hem een woord van dankbare
hulde. De onderscheiding, hem verleend door
zpn benoeming tot staatsraad in buitengewonen
aienBt, is een waardige erkenning van zpn
buitengewone verdiensten.
Bjj kon. besluit is aan J. A. van Boven,
burgemeester van Terneuzen en van Hoek, met
ingang van 1 Januari 1892, op verzoek, eervol
ontslag verleend als burgemeester van laatst
genoemde gemeente.
Verder is eene commissie ingesteld tot het
houden van een vergelpkend onderzoek naar
de bekwaamheid van eandidaten voor de be
trekking van adspirant-ingenieur van den
waterstaat, bestaande uit de heeren J. M. F.
Wellan, hoofdingenieur van den waterstaat,
belast met den aanleg van het kanaal van
Amsterdam naar de Merwede, als voorzitter
A. M. K. W. baron van Ittersum, hoofdingenieur
van den waterstaat in het 10e districtH. E.
de Brujjn, hoofingenieur van den waterstaat,
i elast met den algemeenen dienst van den
walerBtaatdr G. J. Legebeke, hoogleeraar aan
de polytechnische schooldr G. A. Scheltema,
hoogleeraar aan de polyteohnische schoolP.
H. Kamper, ingenieur van den waterstaat le
kl. te Utrecht; mr N. J. van IJsselstepn, hoofd
commies bjj het dep. van waterstaat, handel
en npverheidH. F. Bejjerman, ingenieur van
den waterstaat 2e kl. te 's Gravenhage, tevens
als secretaris.
De minister van justitie zal Dinsdag geen
audiëntie verleenen.
Blpkens het in de Staatscourant van 15 Oct«
opgenomen verslag van het examen tot toe
lating als cadet aan de koninkljjke militaire
academie in het jaar 1891 hadden zich voor
het examen 276 adspiranten aangemeld. Hier
van hebben van het examen afgezien of na
het Ecbrifielpk examen zich teruggetrokken 7.
Bjj het geneeskundig onderzoek werden 57
eandidaten ongeschikt bevonden, zoodat door
212 adspiranten aan beide gedeelten van het
examen is deelgenomen.
Van dezen hebben 83 aan de vereisebten
van het examen voldaan7 van hen hadden
met goed gevolg het examen afgelegd als
adelborst bjj de koninklijke Nederlandschs
marine.