N°„ 245. 134e Jaargang. 1891. Zaterdag IT October. Middelburg 16 October. Een ellendige toestand. Deze courant verschfjnt d a g e 1 k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prfjs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 6 cent. Advertentiën20 cent per regel. Bi] abonnement lager! Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten, benevens alle dankbetuigingen; van 17 regels 1.50; iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte; Theiuioiueter. Middelburg 16 Oct. vm. 8u. 53 gr. m. 12 a 59 gr., &v. 4 u. 59 gr. F. Verwacht Z. O. wind. Agenten te Vlissingen: P. G. de Vei Mestdagh Zoon, te Goes: A. W.Bolland.teKruiitingenF. v.d.Peul, te ZierikzeeA.C.de Mooij, tTholenW. A. Ailve«-lenllëa van Nieuwenhuijzen en te Terneuzen: M. de Jonge. Verder ut alle postkantoren en boekbandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de moeten des namiddags te ééa uur advertentie-bureau's van Nijgh Van Dmii te Botterdam, de G e. Belxneante, te 's Gravenbage, en A. de ia Mar Azn., te Amsterdam. aan het bureau bezorgd zpn, willeB Hoofdagenten voor het Buitenland: te irjjs en Londen, dt C< pagnie générale do Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger. xg des avonds nog worden opgenomen. Herhaaldelijk is in redevoeringen, in bladen en ook in de Nieuwe Gids reeds gewezen op den ellendigen toestand der arbeiders in de veenderijen te Beets. Wat daar valt waar te nemen gaat alle beschrijving te bovenen menigeen zal, waar de waarheid wordt mede gedeeld, aan overdrijving denken. Toch is bjj menige schildering van dien toestand daarvan in de verste verte geen sprake. Het tegendeel is eer het geval. In die overtuiging werden wjj versterkt bp het lezen van eene beschrijving, welke dezer dagen voorkwam in de N. R. Ct. Haar cor respondent te Akkrum, de heer S. Wartena jr., bracht Dinsdag 6 October, met nog drie andere personen, van verschillende maatschappelijke positie en onderscheidene politieke richting een bezoek aan die veenderijen en daarvan geelt hp nu een zeer lezenswaardig verslag in genoemd blad. Wp kunnen dat verslag natuurlpk niet op den voet volgen; daarvoor is het te uitvoerig; maar door enkele aanhalingen willen wp toch trachten de belangstelling onzer lezers voor het geheel op te wekken, en aantoonen hoe groote schande voor Nederland het is, wanneer die toestand daar nog langer wordt bestendigd. Zjj, die in de veenüerpen werken, kunnen verdeeld worden in vier klassen, en wel ten eerste de „trekkers", die in het vroege voorjaar komen om in den mengbak te werken, een goed loon verdienenen in den zomer elders als maaiers, hooiers of boerenarbeiders werkzaam zpn. In de tweede plaats zpn daar de onderbazen, de tusscbenpersonen tusschen den eigenaar, in casu den veenbaas, en de gewone arbeiders bevolking; zp hebben het geheele jaar werk en meerendeels het niet kwaad. Sommigen wer den echter te laag bezoldigd en moeten er dan een winkel op nahouden, waarvan natuurlpk de onder hen wtrkende arbeiders het gelag betalen. Ten derde heeft men de vaste arbeiders, die vrij goede woningen hebben, maar waarvan man, vrouw, zonen en dochters zonder onder scheid hard en lang moeten werken voor een schamel loon. De vierde categoriede losse arbeiders heeft het het hardst. Losse arbeiders zpn de zoo- danigen, die aan geen enkele veenderp zpn aangesteld, en alleen werken als er iets bui tengewoons te doen is, wat buiten bet arbeids veld ligt van den turfmaker. Zp zpn meest allen vroeger vaste turfmakers geweest, maar om verschillende redenen, nog al dikwpls om dat het land van hunnen baas uitgeveend was, of wpl er arbeiders moesten worden afgedankt, omdat de baas niet genoeg land meer had voor het getal arbeiders, dat te voren bp hem werkte. Deze losse arbeiders zpn dan ook werkeljjk de paria's der veenstreken. Hun toestand bleek zoo onbeschrpfelpk ellendig, dat de heer War tena en zpne tochtgenooten allen er door wer den geroerd. Maar waarom gaan die menschen dan niet elderB heen, waar meer werk is te vinden zal de lezer vragen; en dan antwoordt hp met de wedervraag: waarheen dan V Waar zpn arbeiders te kort? En al ware dit het geval, dan vergete men niet, dat de menschen niets anders hebben geleerd en ook niets an ders hebben kunnen leeren, omdat zp, als kinderen in de eenigszins gunstiger omgeving van den vasten arbeider opgegroeid, al spoedig mede moesten werken om het aantal te ver werken roeden turf van het buisgezin te vermeer deren en eenigszins het bestaan te verbeteren. De heer Wartena beschrpft ons enkele woningen van die menschenen die beschrij ving komt overeen met die, door den heer P. L. Tak indertpd in de Nieuwe Gids gegeven. Zulk een >woonhok" bestaat uiteen voorhokje groot pl. tn. 1* M., en het woonvertrek, dat piet; veel grooter is. Het ameublement bestaat uit een rood, roes tig, half vergaan kookkacheltje, hier en daar wat kapotte kopjes, schoteltjes en bordjes, en een petroleumlampje, dat alleen in den win ter dienst doet, als er nl. centen zpn om pe troleum te koopen, wat lang niet altijd het geval is. Het licht komt door de reten in de zjjwanden en door een paar glaasjes, die men met eenige brutaliteit venstertjes" zou kunnen noemen. »Ook praalt in die woning eene bedstede, bestemd voor man, vrouw en 3 kinderen: Het is niet meer dan eene vierkante ruimte achter het beschot, door een gordjjn afgesloten. De bedderp bestaat uit geen bed, maar alleen uit eenig muf stroo, waarover een laken, ter wijl tot bedekking éen deken aanwezig is. In dat hok slaapt de geheele familie bjj elkaar- Spoedig benauwd zullen ze het er niet krjjgen, want in de wanden zpn reten en openingen genoeg, Boms zoo groot dat er wel eene mans hand doorgestoken kan worden. Toen de heer Wartena het gezin, dat dit verblpf bewoonde, bezocht, vertelde de vrouw dat ze tegenwoordig goed werk hadden, dat de man den heelen zomer werk had gehad en nu op het oogenblik 80 ct. verdiende. Hare jongens hadden de vorige week 30 ct. verdiend, maar dat was slechts nu en dan. Ook zp had wel eens dagen van 65 ct., en nu. aangenomen werk van 40 ct. per dag. Zp moest daarvoor van 's morgens 5 tot 's avonds 5 in de baggelaar werken. Dus op dit oogenblik ging het best voor hun doen, en het blijmoedig gelaat der vrouw en de opge wekte toon overtuigden de bezoekers dat ze wel in haar schik was. Maarzulke »goede dagen" kwamen zoo zeldener waren zoovele dagen en maanden waarin niets verdiend werd, en dan de winter.Ze werden dan onder houden, als het erg begon te nppen, en kregen op zpn hoogst, met brood enz. inbegrepen, in de week ƒ2.50. Een ander gezin bewoonde een »veenpaleis"> in casu vóór 18 jaar door den man gekocht voor 40toen het nog een heusch woonschip was, dat in heusch water lag, doch later ruoest het op het land gehaald worden van wege de lekkage. Het ameublement bestond uit eene bankeen onderstuk van een stoel met een plankje er over, om voor inzakken te vrpwaren, terwjjl er twee bed steden waren, waarvan eene aan den ingang en bespijkerd met oude kleeden. Zelfs op den grond, o bittere ironie, lag een Btukje vaneen oud kleed. De inventaris van het bed bestond uit eenig riet, in plaats van stroo, een lap van onherkenbare stof, die als deken dienst deed en een zakje hooi, dat als kussen fungeerde. Hier sliepen de drie oudste jongens van 18, 13 en 8 jaar. In een even armoedige bedstede aan den anderen kant slapen man, vrouw en 2 kinderen, een meisje van 11 en een van 11 jaar. De jongens van 13 en 8 jaar gaan naar school, het meisje niet, omdat het geene voeg zame kleeding heeft, geljjk in Beets, helaas meermalen voorkomt. De hut zelf was nog benepener dan de hier boven genoemde en nog meer epen. Alles buiten en binnen getuigde van de diepste ellende. Het hoofd van het gezin, dat daar woonde, bad in den zomer geruimen tjjd niets te doen gehad. Met het prachtige herfstweer waren er weer van het buisgezin aan den arbeid, nl. man en 18jarige zoon. De eerste verdiende sinds een week of zes met het turfwerk 80 ct, de zoon gedurende 3 weken 45 ct, wat evenwel spoedig tot 25 ct zou dalen, om daarna geheel op te houden. In een der z.g. trekkerBtenten, waarin in het voorjaar de trekkers, die in de mengbank werken, hun nachtverblijf houden en die dns als keet dienst doen een dier verbljjven waar het somber en benauwd was door de rook uit de feachelpjjp, die lang niet reikte tot den nok, zoodat het geheele verblpf met rook was gevuld; waar het tochtte onder, boven, voor, achter, links en rechts door de gaten in dak en wanden, troffen de bezoekers een jongen man, rillende van de kou, hoestende en hard ziek. De man, gehuwd en vader van een kind, leed verschrikke lijk van de kou. En hoe zou het dan van den winter zpn? In gezonde dagen verdiende die man wel te verstaan, als er wat te doen viel per dag 0.35 tot 1.25, maar boven de f 1.25 nooit, ook niet in het langst der dagen. Nu werd hp door het armbestuur gesteund, dat hem 2.50 onderstand per week verschafte. Na dit treurig bezoek werd een kjjkje ge nomen in een m6er voorspoedig gezin, bestaande uit zes personen, van welke er vjjf geregeld op bet veld arbeiden, nl. man, vrou n, een zoon van 30 jaar en twee meisjes van 18 en 16 jaar, terwjjl er nog bovendien een jongen was van 12 jaar, die zoo geregeld mogeljjk de school bee ohfc maar, rindai. door het natte zomerweer het werk ten achteren was, mee moest helpen. In het gunstigste geval dat zich dit jaar niet voordoet verdient dit huisgezin met vjjf groote menschen per jaar op z'n hoogst 612, op z'n laagst f 462 50, dat is per persoon, dooreengenomen, 122.40 en 92.50. En daarvoor moet in den zomer wel eens van 's morgens 3 tot 's avonds 9 uur en altjjd van zonsopgang tot het donker is gewerkt worden. Bovendien hebben ze nog vrjje woning, vrjj turf in den zomer, en 's winters voor 12, terwpl er voor ieder jaarlijks een steek jjzer a 2 en om de 2 jaar een kantschop af moet, eveneens van pl. m. 2, terwpl ook nog het rietsnpden en strooisel samenbrengen door of op kosten van den turfmaker geschiedt. Een getrouwde dochter uit dat gezin ver diende met haar man als vaste turfmakers f 240, waarvan een en ander af moet aan huishuur, zestig cent per week voor het oppassen van haar kind, zoodat er 198 overschiet waarvoor man en vrouw hard moeten werken, en de laatste haar kind bp vreemden laten, terwpl zij nog bovendien de winkelwaren duur der moeten betalen. Over die gedwongen winkelnering is vroeger reeds dikwpls geschrevendaarbjj behoeven wp dns niet lang stil te staan. Alleen melden wp op gezag van den heer Wartena dat een gezin, bestaande uit man en vrouw, dat f 179.20 verdiende met vrp huis en vrp turf, zpn winkelwaren moest halen op een uur afstands bp dtn baas te Boonbergumen daarbp b. v. voor een half kilog. koffie 9 cent en voor een half kilog. zeep 4 cent meer moest betalen dan in een vrjjen winkel van een broer, bp wien het echtpaar niet koopen mocht. 5 - Een allerdroevigst staaltje van manier van wonen trof de heer Wartena met zpn bezoekers aan bp een gezin, bestaande uit man, vrouw en zes kinderen, waarvan de oudste 26 jaar en de jongste 12 jaar was. Alles was in het »woonhok" van dat gezin open, zelfs het dak was d jour bewerkt. Een binnens- of buitenshuis was er niet meer, toen eenige losse plankjes waren weggenomen. Yan een schoorsteen was geen sprake. Een gat in de zoldering, wat grooter dan de andere openingen en ook wat ronder en statiger, moest den rook doen ontsnap pen uit de kachel, vrij wel het eenige huisraad, dat nog een beetje onderhouden en bruikbaar scheen. Des nachts slapen in een slaaphok, met riet en hooi opgevuld en problematiek beddegoed, de man, de vrouw en een jongen van 12 jaar, terwpl de 26jarige zoon gemeenlpk op den grond slaapt. Doch als het erg koud is, dan moet hp ook op >bed" bjj vader, moeder en jongsten broeder. In het andere bok slaapt de 22jarige dochter des »huizes" met drie broeders van 18, 16 en 14 jaar. Bp een bezoek aan een onderbaas, die het goed had, deelde de vrouw daarvan de man was van huis geheel het gevoelen over den ellendigen toestand, die er heersehte en die elk jaar, zoo er geen ingrppende maatre gelen worden genomen, verergeren zou. Zp wist te verhalen van een gezin, bestaande uit man, vrouw en zes kinderen, dat in twee dagen niets te eten had gehad. Dat door al die ellende, door het arbeiden dat de kinderen moeten doen om toch iets te helpen verdienen, het schoolverzuim zeer groot is, ligt voor de hand. In het slot van zpn verslag schrjjft de heer Wartena: »En wat nu te doen om in dezen onhoud- baien toestand verandering te brengen On houdbaar te meer, omdat de voor vervening geschikte grond elk jaar vermindert en, als een noodzakelijk gevolg daarvan, de losse ar beiders, de ellendigsten van allen, vermeerderen en gerecruteerd worden uit de afgedankte vaste turfmakers. Deze toestand is reeds lang te voren gezien. »Yan een ouden heer te Akkrum vernam ik, dat reeds in het jaar 1859, toen de veenderjj in Beets begon te ontstaan en er nog geen enkel huis stond, waar nu eene bevolking van meer dan 1000 menschen gevonden wordt, de toenmalige burgemeester van Utingeradeel, de heer Lyclama a Nyeholt, heeft gezegd»A1b we 20 k 30 jaar verder zjjD, zal hier in deze nu nog schier onbewoonde Btreken eene onbe- sehrjjfelpke armoede heerschen". Dit gezegde berustte op de ervaringen, in andere veenko lonies opgedaan. Maar daar, geljjk in Haskerland en Eugwirden, had mon slikgelden en arm- gelden, waarmede men de uitgeveende landen heeft ingepolderd en nieuwe bronnen van werk voor den arbeider geopend. Heeft men dan in Beets geen geld om zoo iets te doen Is het waar dat ook hier eene ruime kas van Blikgelden moet wezen, geljjk algemeen wordt beweerd? Waarom gebeurt dit dan niet Waarom stuiten alle pogingen af op eene volhardende weigering Op die vragen doet men heden der N. R. Ct. als antwoord de mededeeling dat, blpkens het verslag van den toestand der provincie Friesland over 1890, het bedrag van bet door Ged. staten goedgekeurd kohier der slikgelden voor den Grooten Veenpolder van Opsterland en Smal- lingerland, waartoe het dorp Beets behoort, was f 13.333.14i en het kohier van het armengeld 1404.421. Verder wordt in dat verslag medegedeeld een „staat, aanwpzende den stand der fondsen voor de waterkeeringen en van die voor de algemeene armen, voortgevloeid uit de vervening in gemeenten en veenpolders over 1890." Daaruit blpkt o. a. dat het bedrag van hetgeen te dezer zake op het Grootboek der Werkelpke Schuld was belegd, was van genoemden polder voor de waterkeeringen 373.000 a 21 pet. en voor de armengelden voor het dorp Beets 51.000 a 21 en f 700 a 3 pet. In het geheel was voor een en ander van alle veenpolders te zamen belegd 3.486.422.331, als op het Grootboek 3.324.850 a 21, f 3450 a 3 en 57.500 a 3f pet. en op andere wjjze f 25.820.62i a 3i pet., 78.500 a 4 en 23.000 a 5 pet. Algemeen waren de heer Wartena en zpne drie tochtgenooten het eens dat twee uitste kende en tevens gelukkig zeer goed uitvoerbare middelen om in de toekomst verbetering te brengen waren de landerpen, die nu verwaar loosd liggen, te verbeteren, en verder in te polderen. Ook de menschen, die zp in Beets sprakenwaren van die meening. En het was hunne heilige ernstige overtuiging, dat bierdoor bljjvende verbetering zal worden gebracht, terwpl zp zich terecht stomp denken op de vraag, »waarom dat maar nooit geschiedt Toch hebben zp op grond van hun onderzoek nog iets anders te zeggen. Werkverschaffing op het land, inpoldering zullen niet d a d e 1 p k baten. De winter nadert met rassehe schreden, en daarmede de schrikkelpkste ellende, die nii niet meer kan voorkomen worden. Daarvoor is het te laat. Doch, waar collecten worden gehouden om Limburger landbouwers de schade te helpen dragen, door hagelslag veroorzaakt; waar Bussische joden worden ondersteund, en overstroomingen in zuidelijk Europa de beurzen openen, daar meenen zp dat ook eene collecte voor de nooddruftigen in den komenden winter te Beets eene dringende behoefte is. Dat zjj, die er het meest bjj betrokken zpn, er zich voorspannen, aan medewerking zal het zeker niet ontbreken. Van het zwaarbelaste arm bestuur in Opsterland is waarlpk niet meer te vergen dan wat het nu reeds doen most." Deze wenk dient overwogen en ter harte genomen te worden. Tegen hagelslag had men zich kunnen verzekerentegen ellendige toestanden als daar in Beets is geen voorzie ning mogeljjk voor hen, die daaronder het meest gebukt gaan. Hulp van allen, maar ook hulp van regee- ricgswege om den toestand daar te verbeteren is dringend noodig Wie zal dit niet beamen, na het lezen zelfs van dit uittreksel uit een zeer vertrouwbaar en lezenswaardig verslag Dezer dagen is de kwestie ter sprake ge bracht, wie de kosten moet dragen voor den raad van voogdjj, die aan de moeder onzer jeugdige koningin ter zijde gesteld is bjj het uitoefenen der voogdij over haar minderjarige dochter. Die raad bestaat uit een negental leden, welke door de wet zjjn aangewezen. Bjj het optreden van dien raad moesten kosten gemaakt worden, om een vergaderzaal zóó in te richten, dat zp geschikt was voor het houden van zittingen. Ten laste van wien moeten de nu gedane en de later nog te doene uitgaven gebracht worden Ten laste van den staat of van de minder jarige koningin Volgens een schrpven uit Den Haag in de N. Roti. Crt. zouden zp gedragen moeten worden door den stoat. Hierbjj maakt de lijd de volgende, o. i. gegronde opmerking. Onder herinnering dat de vroegere voorzitter der Ee rste kamer, baron Schimmelpenninck van der Oye, die door wplen Z. M. den koning tot lid van den raad van voogdjj werd benoemd, Bedert overleden is, terwpl zpn plaats in laatstgenoemd college onvervuld is gebleven, schrjjft het blad Wp wenschen op de juistheid van het ge leverde betoog niets af te dingen, maar alleen onze verwondering erover te kennen geven, dat voor de bjjeenkomsten van acht heeren, die toch niet dageljjks vergaderen, een afzonder lijke zaal zal moeten nieuw ingericht en ge meubeld worden. Dat de kosten van een en ander niet onbeduidend zullen zpn, bljjkt ge noeg. Zou willen wjj vragen in een der koninkljjke paleizen of landsgebouwen geen behoorljjk vertrek meer beschikbaar zpn De heer mr G. de Vries, die als lid van den raad van state op de meest eervolle wjjze ontslag heeft gekregen, begon zpn loopbaan als griffier der staten van Noord-Holland en onderscheidde zich in die betrekking door het schrpven zpner nog altjjd veel geraadpleegde werken over de wetgevende macht der plaatselijke besturen en over het polderwezen. Wegens zpne buiten gewone bekwaamheid in ons administratief recht werd hjj reeds op betrekkeljjk jeugdigen leeftpd tot lid van den raad van Btate benoemd en trad in 1872, na Thorbecke's overlpden, als minister van justitie op in het kabinet- Gaertsema. Hp is een der weinige ministers van justitie geweest, die in verouderde deelen van ons burgerljjk en handelsrecht wjjzigingen hebben tot stand gebracht, zooals in de regeling van het pandrecht en de commiasionnairs, de hand lichting en de formaliteiten bp voogdjj en curateele zaken. Toen het ministerie-Geertsema wegens het mislukken der census-verlaging in Aug. 1874 aftrad, keerde mr. De Vries tot het ambteloos leven terug, doch slechts voor korten tjjd. Een jaar daarna vaardigde Amsterdam hem af naar de Tweede kamer, waar hjj anderhalf jaar jjverig aan de werkzaamheden deelnam. In April 1877 nam hjj weder een benoeming aan tot lid van den raad van state, in welk college hjj sedert zitting heeft gehad in de afdeeling voor geschillen van bestuur en thans tevens voorzitter was van de afdeeling voor waterstaat, handel en npverheid. Met opgewektheid heeft hp vele jaren ook deelgenomen aan de werkzaamheden der Ne- derlandsche Juristenvereniging, welker ver gaderingen hjj menigmaal heeft geleid. Nu de heer De Vries wegens zjjn gevorder den leeftjjd uit den staatsdienst ontslag neemt, brengt het Hhld. hem een woord van dankbare hulde. De onderscheiding, hem verleend door zpn benoeming tot staatsraad in buitengewonen aienBt, is een waardige erkenning van zpn buitengewone verdiensten. Bjj kon. besluit is aan J. A. van Boven, burgemeester van Terneuzen en van Hoek, met ingang van 1 Januari 1892, op verzoek, eervol ontslag verleend als burgemeester van laatst genoemde gemeente. Verder is eene commissie ingesteld tot het houden van een vergelpkend onderzoek naar de bekwaamheid van eandidaten voor de be trekking van adspirant-ingenieur van den waterstaat, bestaande uit de heeren J. M. F. Wellan, hoofdingenieur van den waterstaat, belast met den aanleg van het kanaal van Amsterdam naar de Merwede, als voorzitter A. M. K. W. baron van Ittersum, hoofdingenieur van den waterstaat in het 10e districtH. E. de Brujjn, hoofingenieur van den waterstaat, i elast met den algemeenen dienst van den walerBtaatdr G. J. Legebeke, hoogleeraar aan de polytechnische schooldr G. A. Scheltema, hoogleeraar aan de polyteohnische schoolP. H. Kamper, ingenieur van den waterstaat le kl. te Utrecht; mr N. J. van IJsselstepn, hoofd commies bjj het dep. van waterstaat, handel en npverheidH. F. Bejjerman, ingenieur van den waterstaat 2e kl. te 's Gravenhage, tevens als secretaris. De minister van justitie zal Dinsdag geen audiëntie verleenen. Blpkens het in de Staatscourant van 15 Oct« opgenomen verslag van het examen tot toe lating als cadet aan de koninkljjke militaire academie in het jaar 1891 hadden zich voor het examen 276 adspiranten aangemeld. Hier van hebben van het examen afgezien of na het Ecbrifielpk examen zich teruggetrokken 7. Bjj het geneeskundig onderzoek werden 57 eandidaten ongeschikt bevonden, zoodat door 212 adspiranten aan beide gedeelten van het examen is deelgenomen. Van dezen hebben 83 aan de vereisebten van het examen voldaan7 van hen hadden met goed gevolg het examen afgelegd als adelborst bjj de koninklijke Nederlandschs marine.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1891 | | pagina 1