Verspreide Berichten. Nog eons diefstal. Burgerlijke stand. Bekl. heeft het bed niet gestolen uit behoefte maar om geld te krggen om te drinken. Spreker gispte de handelwgj van opkoopers, die een bagatel betalen voor zaken, welke zjj weten dat belangrijk grootere waarde hebben. De ambtenaar wees erop dat bekl. slecht bekend staat bg de politie en toonde verder aan dat de ten laste gelegde feiten wettig en over tuigend bewezen zjjn. Hg vorderde schuldig verklaring van bekl. aan het te lasten gelegde feit en zgne veroordeeling tot eene gevangenis straf van zes maanden en inde kosten van het geding. Naast den beklaagde in de vorige zaak nam alsnu plaats F. H., oud 58 jaar, schildersknecht. Beiden waren beklaagd ter zake dat zjj op 22 Augustus 1891, des voormiddags tusachen 9 en 10 uren, te zamen en in vereeniging, uit de fabriek van den heer Pennock, staande aan het Seisbol- werk te Middelburg, eenige"kilo's beddeveêren, aan deze toebehoorende,hebben weggenomen,met het oogmerk om zich die wederrechtelijk toe te eigenen, en zulks nadat de le bekl. zich den toegang tot die fabriek had verschaft door een raam ervan open te schuiven en door die opening naar binnen te klimmen, terwjjl de 2a bekl., begrijpende dat de le bekl. met het oogmerk om diefstal te plegen, de fabriek was binnengeklommen, zelf buiten de fabriek bleef wachten, van den len bekl. den zak, waarin de gestolen veêren geborgen waren, over heeft genomen, met dien beklaagde heeft vervoerd, verkocht en de opbrengst ervan gedeeld, of althans, wat den 2en bekl. betreft, dat hjj, door zjjne hiervoren omschreven handelingen, den len bekl. opzettelijk behulpzaam is ge. weest bjj het plegen van den diefstal. In deze zaak waren vanwege het O. M. 9 getuigen voorgebracht. De heer Pennock herkende de ter terecht zitting aanwezige veeren als aan hem toebe hoorende, schatte de hoeveelheid op een twintig kilo, ter waarde van f 12. Getuige heeft be. merkt dat uit. de fabriek veeren ontvreemd waren, doch heeft niet gezien wie het deed. Op 22' Augustus, tjjdens de werklieden der fabriek afwezig waren, moeten de dieven zich door inklimming toegang verschaft hebben. l)e eerste bekl. N. ontkende inbraak gepleegd te hebbenhjj heeft een stomp tegen het raam gegeven, daarop is dit opengesprongen en is hjj er doorgeklommen. De tweede bekl. weet niet hoe N. naar binnen gekomen is. De getuigen J. A. Mulder en J. F. Wolff verklaarden dat zjj, toen zjj in den middag van 22 Augustus in de fabriek kwameD, bemerkt hebben dat van een hoop en zakken met veeren een gedeelte ontvreemd was. De poort stond open en het raam, anders met een wervel ge sloten, eveneens. Er moet, om dien wervel te verschuiven, eerst een plank weggebroken zjjn. De bekl. N. hield vol niet gebroken te hebben. De vierde getuige H. Rgnders, boodschap- looper voor de gevangenis, verklaarde in den morgen van 22 Aug. met Abrahamse op het Bolwerk nabjj de fabriek van den heer Pen nock geweest te zjjn en de twee bekl. van de hoogte te hebben zien afkomen. Beiden zaten vol met veeren en H. droeg een zak die bljjk- baar veeren bevatten. Zjj gingen den kant van de Seisstraat uit. De volgende getuige, de werkman J. Abra hamse, verklaarde in denzelfden geest. Alleen heeft hjj de bekl. een half uur vóór dat zjj met den zak terugkwamen over het Bolwerk zien gaan; toen hadden ejj geen zak bjj zich. De getuige A. Flipse verklaarde van N. veeren gekocht te hebben, naar hjj meent op den 24 Aug. Voor de 9 kilo veeren betaalde hjj 0.35 per kilo. Uit het verhoor van de bekl. bleek dat dit niet de veeren waren, van dezen diefstal af komstig, maar andere, aan Net behoorende. De volgende getuige P. M. Tilroe deelde mede dat hjj op 22 Aug. van N. veeren ge kocht heeft in bjjzjjn van den bekl. F. Er was een hoeveelheid van 6 a 7 kilo. De veeren bevonden zich in een zak, die 's mor gens door N. bjj getuige geleend was. Getuige heeft de Veeren met 2 betaaldhjj heeft die veeren vervolgens voor f 2.80 aan getuige J. H. Hubrechtse verkocht. Deze, daarna gehoord, verklaarde op 22 Aug. de bewuste veeren van den vorigen getuige voor f 2.80 gekocht te hebben. Als laatste getuige werd ook in deze zaak de agent van politie A. Pasveer gehoord. Deze deelde mede dat hjj de bewuste veeren bjj den vorigen getuige ontvangen heeft en die op het bureau van politie heeft gedeponeerd. Bekl. N. verklaarde den zak bjj Tilroe ge haald te hebben, omdat hjj voornemens was de veeren te gaan ontvreemden. Hg deelde mede, hoe hjj door de heining gekomen is en bleef bg zgn bewering niet gebroken te hebben. Hg pleegde den diefstal, terwjjl de tweede bekl. op den uitkjjk bleef staan. De mede- deelingen omtrent den verkoop sloten met die van de getuigen. De opbrengst is tussohen beide bekl. verdeeld, d. w. z. is ten deele ver teerd aan drank en tabak, anderdeels ontving ieder eenige stuivers in de hand. De tweede bekl. verklaarde niet met het doel om te stelen met N. naar het bolwerk gegaan te zgn en eerst, toen hg bg de fabriek was, dit te hebben begrepen. Hg ontkende op den uitkgk gestaan te hebben, terwjjl overigens zgne verklaring sloot met die van N. De bekl. weet niet, hoe hg er toegekomen is. Hg ontkende dat op de Markt tusschen N. en hem is afgesproken om te gaan stelenwel heeft N. hem gezegd geld noodig te hebben. Bg de fabriek begreep hg wat het doel van N. was. De ambtenaar van het O. M. wees er op dat ook in deze zaak alleen de bekentenis als eene verzaohtende omstandigheid ia aan te nemen. Niet uit behoefte is gestolenalleen om aan den lust tot drank te voldoen. De bekentenis van bekl. wordt ten volle bevestigd door de getuigenverklaringen) waar door het ten laste gelegde feit voor wat den eersten bekl. betreft, wettig en overtuigend be wezen is. Wat betreft den tweeden bekl. rjjst de vraag, heeft bg het feit medegepleegd of is bg mede plichtig? De ambtenaar meende daarop te moeten antwoorden dat de tweede bekl. mede dader is op grond dat hg het gestolene aan gevat heeft, op uitkgk stond en van het voor. deel profiteerde. De ambtenaar eisente voor ieder der bekl. schuldigverklaring en veroordeeling tot zes maanden gevangenisstraf. Ook in deze twee zaken is de uitspraak be paald op heden over 8 dagen. Alwedef diefstal. Na afloop der vorige zaak nam op de bank der beklaagden plaats C. H., oud 22 jaar, werkman te Middelburg, aan wien ten laste gelegd werd dat hg in de maanden Juni en Juli 1891, op verschillende tgdstippen, uit eene loods, staande op de Loskade te Middelburg, heeft weggenomen, met het oog merk om zich wederrechtelgk toe te eigenen, de navolgende hoeveelheden lood, eenmaal 58 KG., eenmaal 98 KG. en eenmaal 40 KG., een en ander toebehoorende aan de Compagnie générale de conduits (Teau. In deze zaak werden door het O. M. 6 ge tuigen voorgebracht, terwjjl de heer mr A. C. A. Jaoobse Boudewjjnse als verdediger optrad. Als eerste getuige werd gehoord T. Ph. Boshuger, vertegenwoordiger der bovengenoemde compagnie. Hg verklaarde dat bekl. vroeger in dienst was geweest der compagnie en dat hem in Juli door de politie te Middelburg lood was vertoond, dat door haar was in beslag genomen, welk lood hg herkende als aan de compagnie toebehoorende en dat bestemd was voor de werken der duinwaterleiding. In het geheel is hem bg onderzoek gebleken dat ontvreemd is 290 kilogram lood ter waarde van p. m. 0.20 per kilo. Het lood was geborgen in eene loods aan de Loskade, die 's nachts werd gesloten. Bekl. heeft van Mei tot einde Juni bjj de compagnie gewerkt, genoot een loon van 13 ct. per uur en werd ontslagen, omdat er geen werk meer voor hem was. Getuige weet van den diefstal niet af. Bekl. heeft verklaard dat hg het lood van buiten de loods door een gat heeft weggenomen. Ge tuige verklaarde dat dit mogelgk is. Yerder deelde hg mede dat bekl., tgdens hg in dienst was, den sleutel van de loods in zgn bezit heeft gehad. Bekl. erkende den diefstal gepleegd te hebben; eens heeft hg 58 kilo, een andermaal 98 kilo en een andermaal 40 kilo weggenomen. Tjjdens hjj in dienst was genoot hjj het volle ver trouwen van de bazentoen heeft hg het lood voor de deur gelegd en later het van buiten weggenomen. De tweede getuige, de agent van politie A. Pasveer, verklaarde van den conducteur der stoomboot op Zierikzee overgenomen te hebben de 18 stuks lood, hier aanwezig, en die naar het bureau van politie te hebben overgebracht. J. Willemse, koopman alhier, de derde ge tuige, verklaarde van den bekl. den 6an Juli 58 kilo lood gekocht te hebben S. 0.12 cent per kilo. Later kocht hg 40 kilo voor denzelfden prjjs en nog later nog 98 kilo a 0.10J cent. Dat lood heeft hg den dag na den inkoop verkocht aan Cohen. Getuige vond het niet vreemd dat bekl. hem lood te koop aanbood, omdat hg zeide dat zjjn vader dit lang in huis had. Hg wist niet dat het afkomstig was van de waterleiding. De voorzitter wees dezen getuige op de heden morgen door den ambtenaar gebruikte uit drukking dat, zoo er geen helers waren, er ook geen dieven waren, en merkte op dat ge tuige veel te lagen prgs voor het lood betaald heeft. De vrouw van den vorigen getuige verklaarde tegenwoordig geweest te zgn bg enkele inkoo- pen door haar man. Gebeurt het wel meer vroeg de voorzit- ser dat menschen als bekl. zulke groote hoeveelheden lood aanbieden? waarop getuige antwoorddeja, nu wordt eens veel aangeboden en dan weinig. De volgende getuige, N. J. Cohen, koopman alhier, verklaarde van Willemse op onderschei dene tgdstippen in Juni en Juli lood gekocht te hebben voor 0.12 0.13 per kilo. Dit lood heeft getuige verzonden naar Zierik zee, in twee partgen J. J. Yerbeeke, koopman te Zierikzee, de laatste getuige, verklaarde van N. J. Cohen op 3 en 23 Juli lood uit Middelburg ont vangen te hebben, welk lood tot een gewicht van 286 kilo in zgn pakhuis in beslag genomen is. Alsnu werd bekl. gehoord. Hg deelde nog mede den eersten diefstal gepleegd te hebben tot eigen voordeel, terwgl de opbrengst van de andere diefstallen door hem met zgn schoon vader is gedeeld. Hg stal, omdat hg behoefte had, maar ook omdat hg daartoe door zgn schoonvader was aangezet. Op een vraag van den ambtenaar wat bekl. tot de opkoopers gezegd had, antwoordde deze dat Willemse bereid was tot opkoopen tegen een prjjs van 0.12. Willemse heeft niets gevraagd, docht wist dat hg in dienst was van de compagnie. De ambtenaar van het openbaar ministerie noemde den hier behandelden diefstal een ernstig misdrgfernstiger dan een gewoonnog meer echter dan in de vorige zaken hebben in deze zaak de opkoopers zeer onverantwoordeljjk gehandeld. Hier werd door een werkman, in dienst der waterleiding, een kolossale hoeveel heid lood van een bjjzonder soort aangeboden, wat zeker twjjfel bg hen over de herkomst moest wekken. Zg hebben echter gekocht zonder zich over de herkomst te bekommeren. Yerder zette de ambtenaar, aan de hand van de afgelegde verklaringen en de bekentenis van bekl., uiteen dat de ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend'zjjn bewezen en vorderde schuldigverklaring van bekl. en zgne veroor deeling tot 4 maanden gevangenisstraf en in de kosten van de procedure. De verdediger stelde de vraag onder welke omstandigheden de toeëigening heeft plaats gehad. Geschiedde dit toen het lood was onder be waring van anderen of toen het was onder bewaring en toezicht van bekl. In het eerste geval is diefstal, in het tweede geval is ver duistering gepleegd. Daarna zette pleiter uiteen dat, op grond van hetgeen hier is medegedeeld en in de in structie is gebleken,'hier geenszins diefstal ge pleegd is maar alleen van verduistering sprake kan zgn. Bekl. heeft, tgdens hg waker was en den sleutel onder zgne berusting had, de stukken lood dicht bg de deur gelegd, waarna hg zich des avonds onder door de deur ervan meester maakte. Hjj heeft dus het goed, dat onder zgn bewaking was, zich toegeëigend door misbruik te maken van het vertrouwen, dat in hem gesteld was. Aangezien het element, noodig om verduiste ring toe te passen, niet voorkomt in de dagvaar ding is pleiter van oordeel dat bekl. zal moeten worden vrggesproken van het hem te laste geleg de. Hg concludeerde daartoe, vorderende dat de kosten in deze door den staat zullen worden gedragen. Na re- en dupliek, waarbjj van de zgde van het O. M. o. a. werd aangevoerd, dat het bekl. wel onverschillig zal zgn of bg wegens diefstal of verduistering wordt veroordeeld, en dat, zoo hg van het eerste werd vrggespro ken, eene vervolging wegens het tweede zou ingesteld worden, en de verdediger had ge wezen op het non bis in idem en bg twgfel had uitgesproken of zoodanige vervolging wel mogelgk zou zgn, werd het onderzoek in deze zaak gesloten en de uitspraak bepaald op heden over acht dagen. De laatste zaak had eveneens looddiefstal ten onderwerp. Na verscheen voor de rechtbank P. M. M., 52 jaar oud, werkman te Mid delburg, die zich te verantwoorden had dat bg lo op 31 Juli 1891, in den avond uit eene schuur, staande op de werf Mid delburgss Welvaren te Middelburg, drie stuk ken lood, behoorende aan de maatschappg, genaamd Compagnie générale de conduits Peau, heeft weggenomen, met het oogmerk om zich die wederrechtelgk toe te eigenen2o in de maand Juni 1891 te Middelburg op- zettelgk voordeel heeft getrokken uit de opbrengst van 100 KG. lood, die hg wist, dat zgn schoonzoon Hageman korten tjjd te voren, ten nadeele van genoemde maatschappg, nit eene loods op de Loskade had gestolen, door dat lood aan Nathan Cohen te verkoopen en de helft der opbrengst voor zich te behouden. In deze zaak waren 7 getuigen gedagvaard. In deze zaak was de heer Boshuger eveneens de eerste getuige* Hg verklaarde dat ook M. gedurende eenigen tjjd in dienst van de com pagnie geweest is en hg mogelgk ook wel eens waker geweest is. Hg was belast met lood te halen van de werf en dat te brengen ter plaatse waar het benoodigd was. Nadat de agent van politie A. Pasveer me degedeeld had het lood van de boot overgeno men te hebben, werd als derde getuige opge roepen de bekl. in de vorige zaak, Hageman. Deze, schoonzoon van den bekl., wenschte ge bruik te maken van de bevoegdheid, hem bjj de wet toegekend, om in deze zaak geen ge tuigenis af te leggen. De vierde getuige, M. G. Schuit, verklaarde op uitnoodiging van M. op een Zondag morgen, 2 Augmedegegaan te zgn naar de loods op de Loskaai, waar M. hem drie stukken lood vertoonde en vroeg of getuige die koopen wilde. Getuige had zich daartoe bereid verklaard, wgl hg niet wist dat bekl. niet eerljjk daar aan kwam. De voorzitter verklaarde niet te begrgpen dat getuige niet vatte hoe hier met gestolen goed handel gedreven werd. Getuige zeide dat hjj niet al te nuchter was. De voorzitter wees ook dezen getuige, en hem niet het minst, op zgn zeer afkeurenswaardige handelwgs. Getuige verklaarde het lood gekocht te hebben voor 13 50 en verkocht te hebben voor f 16.50. De bekl. deelde mede dat getuige 's Zaterdags twee stukken lood gekocht heeft en des Zondags een en voegde daarbg dat deze getuige aan zgn schoonzoon gevraagd had om lood te koopen. Getuige ontkende dit echter. De volgende getuige A. Flipse verklaarde van get. Schuit de drie stukken lood, ter terechtzit ting aanwezig, gekocht te hebben voor 0.11 per kilo, terwgl de daarna gehoorde getuige N. J. Cohen verklaarde van M. op 23 Juni 100 kilo lood gekocht te hebben. Hjj betaalde daarvoor f 12. De verkoop geschiedde 's avonds omstreeks half acht. Getuige heeft niet gevraagd hoe bekl. aan dat lood kwam, hg vond er niets vreemds in dat bekl. het lood presenteerde, wist ook niet dat hg werkzaam was aan de waterleiding. Ook heeft de eigenaardige vorm van de stukken lood zgne aandacht niet ge trokken. De voorzitter wees ook dezen getuige op zgn minstens genomen vreemde houding. Op eene vraag van den ambtenaar of deze getuige aan M. op zgne vraag: >bljjft het nu gedekt had geantwoord»ga maar door, je hebt je geld", gaf bekl. een toestemmend ant woord, De getuige ontkende dit echter hard nekkig. De, in de vorige zaak ook gehoorde getuige J. J. Yerbeeke legde dezelfde getuigenis af als in de vorige zaakhg meende dat de vier stukken, die het hier geldt, zich onder de bjj hem in. beslag genomen voorraad bevonden. Aan bekl. werd nog gevraagd of hg het ten laste gelegde erkende; hg beantwoordde dit toestemmend. Hjj heeft het lood ontvreemd op de werf en het gebracht naar de loods op de Loskade. De opbrengst heeft hg met zgn schoonzoon gedeeld. Bekl. erkende ook het tweede hem ten laste gelegde feit en voerde als verontschuldiging aan gebrek. De ambtenaar van het openbaar ministerie achtte het eerste aan dezen bekl. te laste ge legde misdrgf wettig en overtuigend bewezen en veroordeelde, bg de uiteenzetting van de redenen die hem daartoe leidden, streng de houding van getuige Schuit. Ook het tweede feit was naar het oordeel van den ambtenaar wettig en overtuigend be wezen en hg vond in de afgelegde verklaring omtrent getuige Cohen aanleiding om diens houding in dezen zeer afkeurenswaardig te noemen. Na erop gewezen te hebben dat bekl. reeds driemaal wegens diefstal veroordeeld is eisohte de ambtenaar zgne schuldigverklaring aan de te laste gelegde feiten en zgne veroordeeling tot zes maanden gevangenisstraf en in de kosten van het geding. In deze zaak is de uitspraak ook op aan staanden Yrgdag bepaald. De rechtbank was voor de berechting van al deze zaken samengesteld uit de heeren tnrs jhr A. van Reigersberg Verslugs, voorzitter, P. J. CHlentels en S. Gratema, rechters, jhr J. Schuurbeque Boege, ambtenaar van het O. M., en jhr W. H. Snouck Hurgronje, griffier. Vooral bg de behandeling der laatste twee zaken was een vrg talrgk publiek tegenwoordig. Door dezelfde rechtbank zgn veroordeeld wegens diefstal: G. C. B., 15jWemeldinge, thans te Middelburg gedetineerd, tot 8 m. gev. straf, met vermindering van den door hem in verzekerde bewaring doorgebrachten tgd P. J. d. P., 13 j., arbeider, Axel, tot 1 m.gev. straf en A. B21 j., dienstbode, Rotterdam, tot 10 b. s. 10 d. h., en| schennis der eerbaarheid: E. L., 29 j., zonder middelen van bestaan en zonder vaste woonplaats, te Middelburg gedetineerd, en J. D., 31 j., koopman, Goes, ieder tot 1 m. gev. straf. Allen fn de kosten. Vrggesproken zgnE. L. (hierboven genoemd) en J. v. K., 29 j., zonder beroep en zonder vaste woonplaats, alhier gedetineerd, beiden beklaagd van landlooperjj. Yan 24 en 25 Sept. Middslbubo. BevallenJ. Kooman, geb. Louwerse, z. M. Cornu, geb. Dirkse, d. Overleden: J. C. Biondina, d. 3 m. J. Barent- sen, z. 8 m. P. Rosendaal, vrouw van J. Gil- lisse, 59 j. A. van Leersnm, ongeb. z. 20 j. M. de Rgk, wed0 van B. B. Biondina, 72 j. De luit. ter zee le kl. L. N. de Brngne ia belast met het bevel van Hr. Mb. torpedo boot groot model ld/en, te Hellevoetsluis, ter vervanging van den luit. ter zee le kl. F. E. baron Mulert, die te Willemsoord is geplaatst aan boord van Hr. Ms. schroefstoomschip le kl. Johan Willem Friso. De heer G. van Diesen, inspecteur van den waterstaat moet, zoo melden de Holland- sche bladen, teruggekomen zgn van zgn voor nemen om den dienst met pensioen te verlaten. De plaats van den inspecteur van den water staat J. F. W. Conrad, die in November den dienst verlaat, zal werden ingenomen door den hoofd-ingenieur J. M. F. Wellan, die tevens met de leiding der werkzaamheden van het Merwede-kanaal zal belaat big ven, waarmede hjj reeds als hoofdingenieur is belast. Uit Rotterdam wordt het gerucht tegen gesproken, dat de heer Sprenger van Egk tot burgemeester van die gemeente zou worden benoemd. De portretten van mr Yan Tienhoven en mr N. G. Pierson, die Thérèse Schwartze de opdracht heeft te schilderen en die door eenige ingezetenen aan de stad Amsterdam zullen worden aangeboden, zgn bestemd de aula der universiteit te versieren. Zooals wjj meldden heeft jhr mr C. J. den Tex zgn ontslag genomen als lid van den raad te Amsterdam, in verband met de fami liebetrekking, waarin hg tot den nieuw be noemden burgemeester van de hoofdstad, den heer Yening Meinesz, staat. Beiden zgn zwagers. De heer Den Tex heeft daardoor een vrg lastigen knoop doorgehakt. Bg art. 21 van de gemeentewet toch wordt wel bepaald, dat bloedverwantschap of zwa gerschap in den eersten of tweeden graad niet bestaan mag >tusschen den burgemeester en de leden van den raad, noch tusschen de leden onderling"; doch hoe gehandeld moet werden in een geval als zich thans te Amsterdam voordoet, nl.dat tot burgemeester iemand benoemd wordt, wiens bloedverwant of zwager reeds lid van den raad is, daaromtrent geeft de wet geen opheldering, al bljjkt uit de in terpretatie van het artikel, indertgd door den auteur van de gemeentewet, Thorbecke, gege ven, dat zijne meening is, dat in zoodanig geval het raadslid behoort te wjjken. Deze meening is echter door verschillende wetsuit- leggers bestreden. In dezelfde raadszitting is het rapport om trent de taptoegebeurtenissen weder ter sprake gekomen, waaromtrent door eenige leden op een spoedige behandeling van de zaak werd aangedrongen. Na een mededeeling evenwel, van de be stuurstafel gedaan, dat de nieuwbenoemde burgemeester den wensch geuit had, dat deze aangelegenheid niet buiten hem om zou behan deld worden, werd besloten te wachten totdat de he«r Y ening Meinesz zgn betrekking aan vaard zal hebben. Dit geschiedt 15 October. Het instructie-bataljon te Kampen leverde Woensdag aan de korpsen inf. 44 korperaals- titulair; hiervan zgn er 4 bjj het reg. gren. en jagers, 3 bjj het le en 8e reg. inf., 5 bjj het 2c, 3e en 5e reg. inf., 6 bg het 4e en 7e reg. inf., en 7 bg het 9e reg. int. in den effectieven graad overgegaan. Bjj het instructie-bataljon zgn 43 jongelingen als volontair in dienst gesteld, 8 werden ge neeskundig ongeschikt bevonden, terwgl 1 niet aan de oproeping heeft voldaan. Het kereltje, van wiens zonderlinge manier om van Pargs naar Amsterdam te reizen gis teren een telegram reeds melding maakte, is een oude bekende, die al meer zulke grappen uitvoerde, natuurlgk bg wgze van reclame. Hg is nl. Herman Zeitung, de koffiehuisbediende uit Weenen, die voor twee jaren zooveel van zich deed spreken door met dezelfde, toen nog oor- spronkelgke, gelegenheid van zgn geboortestad naar Pargs te reizen en die later zich eveneens als colli naar Hamburg liet vervoeren en van daar in zgne houten woning het kanaal overstak. Maandag middag is hjj van Pargs vertrokken. De koffnr, waarin hjj zat, was volgens den vrachtbrief afgezonden door Robert Rupprecht, boulevard St. Michel 28 te Pargs en bestemd voor een klein calé concert te Amsterdam. Volgens de douane-verklaring bevatte de koffer kleeren en boeken. In afwachting van de vervulling van de douane-formaliteiten werd de koffer in de douaneloods aan het Westerdok in de hoofdstad opgeslagenen toen een der douanen de loods binnentrad hoorde hjj roepen zonder dat hg kon nagaan van welke zgde het geluid kwam. Spoedig herhaalde zich het geroep, gevolgd door geklop, dat, naar weldra bleek, uit den koffer kwam. Terstond werd van het geval kennis gegeven aan den chef van het Centraal station, den heer Yan Yassen, die onmiddellgk met eenige agenten van politie naar de douaneloods ging. Daar bleek het dat inmiddels door de gleuf tusschen koffer en deksel een kaartje was zichtbaar geworden, waarop het portret van een jongman, en de woordenSouvenir de Vhomme-colliHermann Zeitung. Grande Vitesse Vienne-Paris 62 heures. Natuurlgk werd Herman spoedig uit zgn lastig verbljjt verlost, eenig eten en drinken verschaft en vervolgens geverbaliseerd wegens ontduiking der vracht. De koffer, die, in afwachting dat de naar het goederentarief verschuldigde vracht is vol daan, aan het station blgft, is geheel van hout, zwart geverfd, en, geljjk gemeld, lang 1.05 M., breed 55 cM., hoog 77 cM. Het deksel is eenigs- zins rond en van boven met behangselgaas bespannen, hoofdzakelgk met het doel twee rgen luchtgaatjes voor het oog te bedekken. Yan binnen was de koffer gewoon mat papier beplakt, zonder kussens of iets. In den deksel prgkte een groote bontgekleurde plaat met een allegorische voorstelling van het verbond te Kronstadt. De koffer kon van binnen met een haakje gesloten worden. Yerder was de inrichting zoo, dat Zeitung, zoo eenig ongeluk gebeurd ware, dat deksel iets kon optillen, ten einde het touw door te sngden, met welk doel hg een mesje bg zich had. Zgn verdere bagage bestond uit een stuk van een kleedje, een met rommel gevuld klein valiesje, een flesch, ge vuld met een minder drinkbare vloeistof. Yerder bleek uit in de kist liggende schil len, dat Zeitung op reis zgn dorst met een paar citroenen gestild had. De voorstellingen in »het Park" te Am sterdam zgn zoo meldt het N. v. d. D. een nieuw stadium ingetreden, daar Woensdagavond Sequah aan zgn publiek mededeelde, dat geen doctoren meer op de tribune zouden toegelaten worden. Hg verklaarde dezen maatregel geno men te hebben, naar aanleiding van de z. i. te ruwe en hardhandige wgze, waarop een dokter in de middagséance van Woensdag een lgder aan rheumatiek had onderzocht. De eigenaardige en niet onvermakelgke toestand is dus nu geboren, dat de wonderdokter meent, zgn patiënten te moeten beschermen tegen de vertegenwoordigers der ofticieele wetenschap 1 Dinsdag avond heeft zich te 's Hage bjj den Parallelweg een man op den tramweg ge worpen, toen een trein aankwam. Hg werd gedood. De Belg, die veertien dagen geleden te 's Hage in arrest is genomen, verdacht van zakkenrollerjj, is, wegens gebrek aan voldoend bewjjs zgner schuld aan dit misdrgf, buiten vervolging en op vrjje voeten gesteld. Te Breda heeft een felle brand gewoed in een der paardenstallen bg de artillerie-ka zerne. Hg ontstond op den hooizolder. Binnen een uur was het gebouw uitgebrand. De paarden- en equipementen werden gered, en door het krachtdadig optreden der brandweer en het stille weder bleven de omliggende stallen gespaard. Eenige maanden geleden heeft de directie van het museum van knnstngverheid te Haar lem een zaal geopend, die geheel gevuld is met producten onzer nationale knnstngverheid uit vroegere dagenschoorsteen, lambriseering, meubelen en het verdere huisraad werden niet afzonderlgk als onderdeel tentoongesteld, doch tot een harmonieus geheel samengesteld, dat ons een aanschouwelgk beeld geeft van hetgeen men in vroegere dagen met zooveel smaak en kunst wist te vervaardigen. Deze methode van tentoonstellen wordt even eens in verschillende groote buitenlandsche musea met het meeste succes gevolgdhet boeit den bezoeker, daar het karakter van elk voorwerp door de omgeving meer tot zgn recht komt, dan in de strengere rubrieken gerang. schikte verzamelingen. Thans verzoekt men ons mede te deelen, dat weldra een op geljjke wgze ingerichte tentoonstelling van Orientaalsche kunst zal geopend worden. De gelukkige eigenaar dezer verzameling is de heer G. E. Haarsma, vroeger bewoner van Huize Rust en Vreugd te Wassenaar, die met de meeste welwillendheid zgn belangrgke col lectie in bruikleen aan het museum heeft af gestaan.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1891 | | pagina 2