Verspreide Berichten.
Nog eons diefstal.
Burgerlijke stand.
Bekl. heeft het bed niet gestolen uit behoefte
maar om geld te krggen om te drinken.
Spreker gispte de handelwgj van opkoopers,
die een bagatel betalen voor zaken, welke zjj
weten dat belangrijk grootere waarde hebben.
De ambtenaar wees erop dat bekl. slecht
bekend staat bg de politie en toonde verder aan
dat de ten laste gelegde feiten wettig en over
tuigend bewezen zjjn. Hg vorderde schuldig
verklaring van bekl. aan het te lasten gelegde
feit en zgne veroordeeling tot eene gevangenis
straf van zes maanden en inde kosten van het
geding.
Naast den beklaagde in de vorige zaak nam
alsnu plaats F. H., oud 58 jaar, schildersknecht.
Beiden waren beklaagd ter zake dat zjj op 22
Augustus 1891, des voormiddags tusachen 9 en 10
uren, te zamen en in vereeniging, uit de fabriek
van den heer Pennock, staande aan het Seisbol-
werk te Middelburg, eenige"kilo's beddeveêren,
aan deze toebehoorende,hebben weggenomen,met
het oogmerk om zich die wederrechtelijk toe
te eigenen, en zulks nadat de le bekl. zich
den toegang tot die fabriek had verschaft door
een raam ervan open te schuiven en door die
opening naar binnen te klimmen, terwjjl de
2a bekl., begrijpende dat de le bekl. met het
oogmerk om diefstal te plegen, de fabriek was
binnengeklommen, zelf buiten de fabriek bleef
wachten, van den len bekl. den zak, waarin de
gestolen veêren geborgen waren, over heeft
genomen, met dien beklaagde heeft vervoerd,
verkocht en de opbrengst ervan gedeeld, of
althans, wat den 2en bekl. betreft, dat hjj,
door zjjne hiervoren omschreven handelingen,
den len bekl. opzettelijk behulpzaam is ge.
weest bjj het plegen van den diefstal.
In deze zaak waren vanwege het O. M. 9
getuigen voorgebracht.
De heer Pennock herkende de ter terecht
zitting aanwezige veeren als aan hem toebe
hoorende, schatte de hoeveelheid op een twintig
kilo, ter waarde van f 12. Getuige heeft be.
merkt dat uit. de fabriek veeren ontvreemd
waren, doch heeft niet gezien wie het deed.
Op 22' Augustus, tjjdens de werklieden der
fabriek afwezig waren, moeten de dieven zich
door inklimming toegang verschaft hebben.
l)e eerste bekl. N. ontkende inbraak gepleegd
te hebbenhjj heeft een stomp tegen het raam
gegeven, daarop is dit opengesprongen en is
hjj er doorgeklommen. De tweede bekl. weet
niet hoe N. naar binnen gekomen is.
De getuigen J. A. Mulder en J. F. Wolff
verklaarden dat zjj, toen zjj in den middag van
22 Augustus in de fabriek kwameD, bemerkt
hebben dat van een hoop en zakken met veeren
een gedeelte ontvreemd was. De poort stond
open en het raam, anders met een wervel ge
sloten, eveneens. Er moet, om dien wervel
te verschuiven, eerst een plank weggebroken zjjn.
De bekl. N. hield vol niet gebroken te hebben.
De vierde getuige H. Rgnders, boodschap-
looper voor de gevangenis, verklaarde in den
morgen van 22 Aug. met Abrahamse op het
Bolwerk nabjj de fabriek van den heer Pen
nock geweest te zjjn en de twee bekl. van de
hoogte te hebben zien afkomen. Beiden zaten
vol met veeren en H. droeg een zak die bljjk-
baar veeren bevatten. Zjj gingen den kant
van de Seisstraat uit.
De volgende getuige, de werkman J. Abra
hamse, verklaarde in denzelfden geest. Alleen
heeft hjj de bekl. een half uur vóór dat zjj
met den zak terugkwamen over het Bolwerk
zien gaan; toen hadden ejj geen zak bjj zich.
De getuige A. Flipse verklaarde van N.
veeren gekocht te hebben, naar hjj meent op
den 24 Aug. Voor de 9 kilo veeren betaalde
hjj 0.35 per kilo.
Uit het verhoor van de bekl. bleek dat dit
niet de veeren waren, van dezen diefstal af
komstig, maar andere, aan Net behoorende.
De volgende getuige P. M. Tilroe deelde
mede dat hjj op 22 Aug. van N. veeren ge
kocht heeft in bjjzjjn van den bekl. F.
Er was een hoeveelheid van 6 a 7 kilo.
De veeren bevonden zich in een zak, die 's mor
gens door N. bjj getuige geleend was. Getuige
heeft de Veeren met 2 betaaldhjj heeft die
veeren vervolgens voor f 2.80 aan getuige J. H.
Hubrechtse verkocht.
Deze, daarna gehoord, verklaarde op 22 Aug.
de bewuste veeren van den vorigen getuige
voor f 2.80 gekocht te hebben.
Als laatste getuige werd ook in deze zaak
de agent van politie A. Pasveer gehoord. Deze
deelde mede dat hjj de bewuste veeren bjj
den vorigen getuige ontvangen heeft en die op
het bureau van politie heeft gedeponeerd.
Bekl. N. verklaarde den zak bjj Tilroe ge
haald te hebben, omdat hjj voornemens was de
veeren te gaan ontvreemden. Hg deelde mede,
hoe hjj door de heining gekomen is en bleef
bg zgn bewering niet gebroken te hebben.
Hg pleegde den diefstal, terwjjl de tweede
bekl. op den uitkjjk bleef staan. De mede-
deelingen omtrent den verkoop sloten met die
van de getuigen. De opbrengst is tussohen
beide bekl. verdeeld, d. w. z. is ten deele ver
teerd aan drank en tabak, anderdeels ontving
ieder eenige stuivers in de hand.
De tweede bekl. verklaarde niet met het
doel om te stelen met N. naar het bolwerk
gegaan te zgn en eerst, toen hg bg de fabriek
was, dit te hebben begrepen. Hg ontkende
op den uitkgk gestaan te hebben, terwjjl
overigens zgne verklaring sloot met die van N.
De bekl. weet niet, hoe hg er toegekomen is.
Hg ontkende dat op de Markt tusschen N. en
hem is afgesproken om te gaan stelenwel
heeft N. hem gezegd geld noodig te hebben.
Bg de fabriek begreep hg wat het doel van
N. was.
De ambtenaar van het O. M. wees er op
dat ook in deze zaak alleen de bekentenis
als eene verzaohtende omstandigheid ia aan te
nemen. Niet uit behoefte is gestolenalleen
om aan den lust tot drank te voldoen.
De bekentenis van bekl. wordt ten volle
bevestigd door de getuigenverklaringen) waar
door het ten laste gelegde feit voor wat den
eersten bekl. betreft, wettig en overtuigend be
wezen is.
Wat betreft den tweeden bekl. rjjst de vraag,
heeft bg het feit medegepleegd of is bg mede
plichtig? De ambtenaar meende daarop te
moeten antwoorden dat de tweede bekl. mede
dader is op grond dat hg het gestolene aan
gevat heeft, op uitkgk stond en van het voor.
deel profiteerde.
De ambtenaar eisente voor ieder der bekl.
schuldigverklaring en veroordeeling tot zes
maanden gevangenisstraf.
Ook in deze twee zaken is de uitspraak be
paald op heden over 8 dagen.
Alwedef diefstal.
Na afloop der vorige zaak nam op de bank
der beklaagden plaats C. H., oud 22 jaar,
werkman te Middelburg, aan wien ten laste
gelegd werd dat hg in de maanden Juni
en Juli 1891, op verschillende tgdstippen,
uit eene loods, staande op de Loskade te
Middelburg, heeft weggenomen, met het oog
merk om zich wederrechtelgk toe te eigenen,
de navolgende hoeveelheden lood, eenmaal 58
KG., eenmaal 98 KG. en eenmaal 40 KG., een
en ander toebehoorende aan de Compagnie
générale de conduits (Teau.
In deze zaak werden door het O. M. 6 ge
tuigen voorgebracht, terwjjl de heer mr A. C.
A. Jaoobse Boudewjjnse als verdediger optrad.
Als eerste getuige werd gehoord T. Ph.
Boshuger, vertegenwoordiger der bovengenoemde
compagnie.
Hg verklaarde dat bekl. vroeger in dienst
was geweest der compagnie en dat hem in
Juli door de politie te Middelburg lood was
vertoond, dat door haar was in beslag genomen,
welk lood hg herkende als aan de compagnie
toebehoorende en dat bestemd was voor de
werken der duinwaterleiding. In het geheel is
hem bg onderzoek gebleken dat ontvreemd is
290 kilogram lood ter waarde van p. m. 0.20
per kilo. Het lood was geborgen in eene loods
aan de Loskade, die 's nachts werd gesloten.
Bekl. heeft van Mei tot einde Juni bjj de
compagnie gewerkt, genoot een loon van 13
ct. per uur en werd ontslagen, omdat er geen
werk meer voor hem was.
Getuige weet van den diefstal niet af. Bekl.
heeft verklaard dat hg het lood van buiten
de loods door een gat heeft weggenomen. Ge
tuige verklaarde dat dit mogelgk is. Yerder
deelde hg mede dat bekl., tgdens hg in dienst
was, den sleutel van de loods in zgn bezit
heeft gehad.
Bekl. erkende den diefstal gepleegd te hebben;
eens heeft hg 58 kilo, een andermaal 98 kilo
en een andermaal 40 kilo weggenomen. Tjjdens
hjj in dienst was genoot hjj het volle ver
trouwen van de bazentoen heeft hg het lood
voor de deur gelegd en later het van buiten
weggenomen.
De tweede getuige, de agent van politie A.
Pasveer, verklaarde van den conducteur der
stoomboot op Zierikzee overgenomen te hebben
de 18 stuks lood, hier aanwezig, en die naar
het bureau van politie te hebben overgebracht.
J. Willemse, koopman alhier, de derde ge
tuige, verklaarde van den bekl. den 6an Juli
58 kilo lood gekocht te hebben S. 0.12 cent
per kilo. Later kocht hg 40 kilo voor denzelfden
prjjs en nog later nog 98 kilo a 0.10J cent.
Dat lood heeft hg den dag na den inkoop
verkocht aan Cohen.
Getuige vond het niet vreemd dat bekl. hem
lood te koop aanbood, omdat hg zeide dat zjjn
vader dit lang in huis had. Hg wist niet dat
het afkomstig was van de waterleiding.
De voorzitter wees dezen getuige op de heden
morgen door den ambtenaar gebruikte uit
drukking dat, zoo er geen helers waren, er
ook geen dieven waren, en merkte op dat ge
tuige veel te lagen prgs voor het lood betaald
heeft.
De vrouw van den vorigen getuige verklaarde
tegenwoordig geweest te zgn bg enkele inkoo-
pen door haar man.
Gebeurt het wel meer vroeg de voorzit-
ser dat menschen als bekl. zulke groote
hoeveelheden lood aanbieden? waarop getuige
antwoorddeja, nu wordt eens veel aangeboden
en dan weinig.
De volgende getuige, N. J. Cohen, koopman
alhier, verklaarde van Willemse op onderschei
dene tgdstippen in Juni en Juli lood gekocht
te hebben voor 0.12 0.13 per kilo.
Dit lood heeft getuige verzonden naar Zierik
zee, in twee partgen
J. J. Yerbeeke, koopman te Zierikzee, de
laatste getuige, verklaarde van N. J. Cohen
op 3 en 23 Juli lood uit Middelburg ont
vangen te hebben, welk lood tot een gewicht
van 286 kilo in zgn pakhuis in beslag genomen is.
Alsnu werd bekl. gehoord. Hg deelde nog
mede den eersten diefstal gepleegd te hebben
tot eigen voordeel, terwgl de opbrengst van
de andere diefstallen door hem met zgn schoon
vader is gedeeld. Hg stal, omdat hg behoefte
had, maar ook omdat hg daartoe door zgn
schoonvader was aangezet.
Op een vraag van den ambtenaar wat bekl.
tot de opkoopers gezegd had, antwoordde deze
dat Willemse bereid was tot opkoopen tegen
een prjjs van 0.12. Willemse heeft niets
gevraagd, docht wist dat hg in dienst was
van de compagnie.
De ambtenaar van het openbaar ministerie
noemde den hier behandelden diefstal een ernstig
misdrgfernstiger dan een gewoonnog meer
echter dan in de vorige zaken hebben in deze
zaak de opkoopers zeer onverantwoordeljjk
gehandeld. Hier werd door een werkman, in
dienst der waterleiding, een kolossale hoeveel
heid lood van een bjjzonder soort aangeboden,
wat zeker twjjfel bg hen over de herkomst
moest wekken. Zg hebben echter gekocht
zonder zich over de herkomst te bekommeren.
Yerder zette de ambtenaar, aan de hand van
de afgelegde verklaringen en de bekentenis
van bekl., uiteen dat de ten laste gelegde feiten
wettig en overtuigend'zjjn bewezen en vorderde
schuldigverklaring van bekl. en zgne veroor
deeling tot 4 maanden gevangenisstraf en in
de kosten van de procedure.
De verdediger stelde de vraag onder welke
omstandigheden de toeëigening heeft plaats
gehad.
Geschiedde dit toen het lood was onder be
waring van anderen of toen het was onder
bewaring en toezicht van bekl. In het eerste
geval is diefstal, in het tweede geval is ver
duistering gepleegd.
Daarna zette pleiter uiteen dat, op grond
van hetgeen hier is medegedeeld en in de in
structie is gebleken,'hier geenszins diefstal ge
pleegd is maar alleen van verduistering sprake
kan zgn.
Bekl. heeft, tgdens hg waker was en den
sleutel onder zgne berusting had, de stukken
lood dicht bg de deur gelegd, waarna hg zich
des avonds onder door de deur ervan meester
maakte. Hjj heeft dus het goed, dat onder zgn
bewaking was, zich toegeëigend door misbruik
te maken van het vertrouwen, dat in hem
gesteld was.
Aangezien het element, noodig om verduiste
ring toe te passen, niet voorkomt in de dagvaar
ding is pleiter van oordeel dat bekl. zal moeten
worden vrggesproken van het hem te laste geleg
de. Hg concludeerde daartoe, vorderende dat de
kosten in deze door den staat zullen worden
gedragen.
Na re- en dupliek, waarbjj van de zgde van
het O. M. o. a. werd aangevoerd, dat het
bekl. wel onverschillig zal zgn of bg wegens
diefstal of verduistering wordt veroordeeld,
en dat, zoo hg van het eerste werd vrggespro
ken, eene vervolging wegens het tweede zou
ingesteld worden, en de verdediger had ge
wezen op het non bis in idem en bg twgfel
had uitgesproken of zoodanige vervolging wel
mogelgk zou zgn, werd het onderzoek in deze
zaak gesloten en de uitspraak bepaald op
heden over acht dagen.
De laatste zaak had eveneens looddiefstal
ten onderwerp.
Na verscheen voor de rechtbank P.
M. M., 52 jaar oud, werkman te Mid
delburg, die zich te verantwoorden had
dat bg lo op 31 Juli 1891, in den avond
uit eene schuur, staande op de werf Mid
delburgss Welvaren te Middelburg, drie stuk
ken lood, behoorende aan de maatschappg,
genaamd Compagnie générale de conduits Peau,
heeft weggenomen, met het oogmerk om
zich die wederrechtelgk toe te eigenen2o
in de maand Juni 1891 te Middelburg op-
zettelgk voordeel heeft getrokken uit de
opbrengst van 100 KG. lood, die hg wist, dat
zgn schoonzoon Hageman korten tjjd te voren,
ten nadeele van genoemde maatschappg, nit
eene loods op de Loskade had gestolen, door
dat lood aan Nathan Cohen te verkoopen en
de helft der opbrengst voor zich te behouden.
In deze zaak waren 7 getuigen gedagvaard.
In deze zaak was de heer Boshuger eveneens
de eerste getuige* Hg verklaarde dat ook M.
gedurende eenigen tjjd in dienst van de com
pagnie geweest is en hg mogelgk ook wel eens
waker geweest is. Hg was belast met lood te
halen van de werf en dat te brengen ter plaatse
waar het benoodigd was.
Nadat de agent van politie A. Pasveer me
degedeeld had het lood van de boot overgeno
men te hebben, werd als derde getuige opge
roepen de bekl. in de vorige zaak, Hageman.
Deze, schoonzoon van den bekl., wenschte ge
bruik te maken van de bevoegdheid, hem bjj
de wet toegekend, om in deze zaak geen ge
tuigenis af te leggen.
De vierde getuige, M. G. Schuit, verklaarde
op uitnoodiging van M. op een Zondag morgen,
2 Augmedegegaan te zgn naar de loods op
de Loskaai, waar M. hem drie stukken lood
vertoonde en vroeg of getuige die koopen wilde.
Getuige had zich daartoe bereid verklaard,
wgl hg niet wist dat bekl. niet eerljjk daar
aan kwam.
De voorzitter verklaarde niet te begrgpen
dat getuige niet vatte hoe hier met gestolen
goed handel gedreven werd. Getuige zeide dat
hjj niet al te nuchter was. De voorzitter wees
ook dezen getuige, en hem niet het minst, op
zgn zeer afkeurenswaardige handelwgs.
Getuige verklaarde het lood gekocht te
hebben voor 13 50 en verkocht te hebben voor
f 16.50.
De bekl. deelde mede dat getuige 's Zaterdags
twee stukken lood gekocht heeft en des Zondags
een en voegde daarbg dat deze getuige aan
zgn schoonzoon gevraagd had om lood te koopen.
Getuige ontkende dit echter.
De volgende getuige A. Flipse verklaarde van
get. Schuit de drie stukken lood, ter terechtzit
ting aanwezig, gekocht te hebben voor 0.11
per kilo, terwgl de daarna gehoorde getuige
N. J. Cohen verklaarde van M. op 23 Juni 100
kilo lood gekocht te hebben. Hjj betaalde
daarvoor f 12.
De verkoop geschiedde 's avonds omstreeks
half acht. Getuige heeft niet gevraagd hoe
bekl. aan dat lood kwam, hg vond er niets
vreemds in dat bekl. het lood presenteerde,
wist ook niet dat hg werkzaam was aan de
waterleiding. Ook heeft de eigenaardige vorm
van de stukken lood zgne aandacht niet ge
trokken. De voorzitter wees ook dezen getuige
op zgn minstens genomen vreemde houding.
Op eene vraag van den ambtenaar of deze
getuige aan M. op zgne vraag: >bljjft het nu
gedekt had geantwoord»ga maar door, je
hebt je geld", gaf bekl. een toestemmend ant
woord, De getuige ontkende dit echter hard
nekkig.
De, in de vorige zaak ook gehoorde getuige
J. J. Yerbeeke legde dezelfde getuigenis af als
in de vorige zaakhg meende dat de vier
stukken, die het hier geldt, zich onder de bjj
hem in. beslag genomen voorraad bevonden.
Aan bekl. werd nog gevraagd of hg het ten
laste gelegde erkende; hg beantwoordde dit
toestemmend. Hjj heeft het lood ontvreemd
op de werf en het gebracht naar de loods op
de Loskade. De opbrengst heeft hg met zgn
schoonzoon gedeeld.
Bekl. erkende ook het tweede hem ten laste
gelegde feit en voerde als verontschuldiging
aan gebrek.
De ambtenaar van het openbaar ministerie
achtte het eerste aan dezen bekl. te laste ge
legde misdrgf wettig en overtuigend bewezen
en veroordeelde, bg de uiteenzetting van de
redenen die hem daartoe leidden, streng de
houding van getuige Schuit.
Ook het tweede feit was naar het oordeel
van den ambtenaar wettig en overtuigend be
wezen en hg vond in de afgelegde verklaring
omtrent getuige Cohen aanleiding om diens
houding in dezen zeer afkeurenswaardig te
noemen.
Na erop gewezen te hebben dat bekl. reeds
driemaal wegens diefstal veroordeeld is eisohte
de ambtenaar zgne schuldigverklaring aan de
te laste gelegde feiten en zgne veroordeeling
tot zes maanden gevangenisstraf en in de kosten
van het geding.
In deze zaak is de uitspraak ook op aan
staanden Yrgdag bepaald.
De rechtbank was voor de berechting van
al deze zaken samengesteld uit de heeren tnrs
jhr A. van Reigersberg Verslugs, voorzitter, P.
J. CHlentels en S. Gratema, rechters, jhr J.
Schuurbeque Boege, ambtenaar van het O. M.,
en jhr W. H. Snouck Hurgronje, griffier.
Vooral bg de behandeling der laatste twee
zaken was een vrg talrgk publiek tegenwoordig.
Door dezelfde rechtbank zgn veroordeeld
wegens
diefstal: G. C. B., 15jWemeldinge,
thans te Middelburg gedetineerd, tot 8 m. gev.
straf, met vermindering van den door hem in
verzekerde bewaring doorgebrachten tgd
P. J. d. P., 13 j., arbeider, Axel, tot 1 m.gev.
straf en A. B21 j., dienstbode, Rotterdam,
tot 10 b. s. 10 d. h., en|
schennis der eerbaarheid: E. L.,
29 j., zonder middelen van bestaan en zonder
vaste woonplaats, te Middelburg gedetineerd,
en J. D., 31 j., koopman, Goes, ieder tot 1 m.
gev. straf.
Allen fn de kosten.
Vrggesproken zgnE. L. (hierboven
genoemd) en J. v. K., 29 j., zonder beroep en
zonder vaste woonplaats, alhier gedetineerd,
beiden beklaagd van landlooperjj.
Yan 24 en 25 Sept.
Middslbubo. BevallenJ. Kooman, geb.
Louwerse, z. M. Cornu, geb. Dirkse, d.
Overleden: J. C. Biondina, d. 3 m. J. Barent-
sen, z. 8 m. P. Rosendaal, vrouw van J. Gil-
lisse, 59 j. A. van Leersnm, ongeb. z. 20 j.
M. de Rgk, wed0 van B. B. Biondina, 72 j.
De luit. ter zee le kl. L. N. de Brngne
ia belast met het bevel van Hr. Mb. torpedo
boot groot model ld/en, te Hellevoetsluis, ter
vervanging van den luit. ter zee le kl. F. E.
baron Mulert, die te Willemsoord is geplaatst
aan boord van Hr. Ms. schroefstoomschip le
kl. Johan Willem Friso.
De heer G. van Diesen, inspecteur van
den waterstaat moet, zoo melden de Holland-
sche bladen, teruggekomen zgn van zgn voor
nemen om den dienst met pensioen te verlaten.
De plaats van den inspecteur van den water
staat J. F. W. Conrad, die in November den
dienst verlaat, zal werden ingenomen door den
hoofd-ingenieur J. M. F. Wellan, die tevens
met de leiding der werkzaamheden van het
Merwede-kanaal zal belaat big ven, waarmede
hjj reeds als hoofdingenieur is belast.
Uit Rotterdam wordt het gerucht tegen
gesproken, dat de heer Sprenger van Egk tot
burgemeester van die gemeente zou worden
benoemd.
De portretten van mr Yan Tienhoven en
mr N. G. Pierson, die Thérèse Schwartze de
opdracht heeft te schilderen en die door eenige
ingezetenen aan de stad Amsterdam zullen
worden aangeboden, zgn bestemd de aula der
universiteit te versieren.
Zooals wjj meldden heeft jhr mr C. J.
den Tex zgn ontslag genomen als lid van den
raad te Amsterdam, in verband met de fami
liebetrekking, waarin hg tot den nieuw be
noemden burgemeester van de hoofdstad, den
heer Yening Meinesz, staat. Beiden zgn zwagers.
De heer Den Tex heeft daardoor een vrg
lastigen knoop doorgehakt.
Bg art. 21 van de gemeentewet toch wordt
wel bepaald, dat bloedverwantschap of zwa
gerschap in den eersten of tweeden graad niet
bestaan mag >tusschen den burgemeester en
de leden van den raad, noch tusschen de leden
onderling"; doch hoe gehandeld moet werden
in een geval als zich thans te Amsterdam
voordoet, nl.dat tot burgemeester iemand
benoemd wordt, wiens bloedverwant of zwager
reeds lid van den raad is, daaromtrent geeft
de wet geen opheldering, al bljjkt uit de in
terpretatie van het artikel, indertgd door den
auteur van de gemeentewet, Thorbecke, gege
ven, dat zijne meening is, dat in zoodanig
geval het raadslid behoort te wjjken. Deze
meening is echter door verschillende wetsuit-
leggers bestreden.
In dezelfde raadszitting is het rapport om
trent de taptoegebeurtenissen weder ter sprake
gekomen, waaromtrent door eenige leden op
een spoedige behandeling van de zaak werd
aangedrongen.
Na een mededeeling evenwel, van de be
stuurstafel gedaan, dat de nieuwbenoemde
burgemeester den wensch geuit had, dat deze
aangelegenheid niet buiten hem om zou behan
deld worden, werd besloten te wachten totdat
de he«r Y ening Meinesz zgn betrekking aan
vaard zal hebben. Dit geschiedt 15 October.
Het instructie-bataljon te Kampen leverde
Woensdag aan de korpsen inf. 44 korperaals-
titulair; hiervan zgn er 4 bjj het reg. gren. en
jagers, 3 bjj het le en 8e reg. inf., 5 bjj het
2c, 3e en 5e reg. inf., 6 bg het 4e en 7e reg.
inf., en 7 bg het 9e reg. int. in den effectieven
graad overgegaan.
Bjj het instructie-bataljon zgn 43 jongelingen
als volontair in dienst gesteld, 8 werden ge
neeskundig ongeschikt bevonden, terwgl 1 niet
aan de oproeping heeft voldaan.
Het kereltje, van wiens zonderlinge manier
om van Pargs naar Amsterdam te reizen gis
teren een telegram reeds melding maakte, is
een oude bekende, die al meer zulke grappen
uitvoerde, natuurlgk bg wgze van reclame. Hg is
nl. Herman Zeitung, de koffiehuisbediende uit
Weenen, die voor twee jaren zooveel van zich
deed spreken door met dezelfde, toen nog oor-
spronkelgke, gelegenheid van zgn geboortestad
naar Pargs te reizen en die later zich eveneens
als colli naar Hamburg liet vervoeren en van
daar in zgne houten woning het kanaal overstak.
Maandag middag is hjj van Pargs vertrokken.
De koffnr, waarin hjj zat, was volgens den
vrachtbrief afgezonden door Robert Rupprecht,
boulevard St. Michel 28 te Pargs en bestemd
voor een klein calé concert te Amsterdam.
Volgens de douane-verklaring bevatte de koffer
kleeren en boeken. In afwachting van de
vervulling van de douane-formaliteiten werd
de koffer in de douaneloods aan het Westerdok
in de hoofdstad opgeslagenen toen een der
douanen de loods binnentrad hoorde hjj roepen
zonder dat hg kon nagaan van welke zgde
het geluid kwam. Spoedig herhaalde zich het
geroep, gevolgd door geklop, dat, naar weldra
bleek, uit den koffer kwam.
Terstond werd van het geval kennis gegeven
aan den chef van het Centraal station, den
heer Yan Yassen, die onmiddellgk met eenige
agenten van politie naar de douaneloods ging.
Daar bleek het dat inmiddels door de gleuf
tusschen koffer en deksel een kaartje was
zichtbaar geworden, waarop het portret van
een jongman, en de woordenSouvenir de
Vhomme-colliHermann Zeitung. Grande Vitesse
Vienne-Paris 62 heures.
Natuurlgk werd Herman spoedig uit zgn
lastig verbljjt verlost, eenig eten en drinken
verschaft en vervolgens geverbaliseerd wegens
ontduiking der vracht.
De koffer, die, in afwachting dat de naar
het goederentarief verschuldigde vracht is vol
daan, aan het station blgft, is geheel van hout,
zwart geverfd, en, geljjk gemeld, lang 1.05 M.,
breed 55 cM., hoog 77 cM. Het deksel is eenigs-
zins rond en van boven met behangselgaas
bespannen, hoofdzakelgk met het doel twee
rgen luchtgaatjes voor het oog te bedekken.
Yan binnen was de koffer gewoon mat papier
beplakt, zonder kussens of iets. In den deksel
prgkte een groote bontgekleurde plaat met
een allegorische voorstelling van het verbond
te Kronstadt.
De koffer kon van binnen met een haakje
gesloten worden. Yerder was de inrichting
zoo, dat Zeitung, zoo eenig ongeluk gebeurd
ware, dat deksel iets kon optillen, ten einde
het touw door te sngden, met welk doel hg
een mesje bg zich had. Zgn verdere bagage
bestond uit een stuk van een kleedje, een met
rommel gevuld klein valiesje, een flesch, ge
vuld met een minder drinkbare vloeistof.
Yerder bleek uit in de kist liggende schil
len, dat Zeitung op reis zgn dorst met een
paar citroenen gestild had.
De voorstellingen in »het Park" te Am
sterdam zgn zoo meldt het N. v. d. D. een
nieuw stadium ingetreden, daar Woensdagavond
Sequah aan zgn publiek mededeelde, dat geen
doctoren meer op de tribune zouden toegelaten
worden. Hg verklaarde dezen maatregel geno
men te hebben, naar aanleiding van de z. i. te
ruwe en hardhandige wgze, waarop een dokter
in de middagséance van Woensdag een lgder
aan rheumatiek had onderzocht.
De eigenaardige en niet onvermakelgke
toestand is dus nu geboren, dat de wonderdokter
meent, zgn patiënten te moeten beschermen
tegen de vertegenwoordigers der ofticieele
wetenschap 1
Dinsdag avond heeft zich te 's Hage bjj
den Parallelweg een man op den tramweg ge
worpen, toen een trein aankwam. Hg werd
gedood.
De Belg, die veertien dagen geleden te
's Hage in arrest is genomen, verdacht van
zakkenrollerjj, is, wegens gebrek aan voldoend
bewjjs zgner schuld aan dit misdrgf, buiten
vervolging en op vrjje voeten gesteld.
Te Breda heeft een felle brand gewoed
in een der paardenstallen bg de artillerie-ka
zerne. Hg ontstond op den hooizolder. Binnen
een uur was het gebouw uitgebrand. De paarden-
en equipementen werden gered, en door het
krachtdadig optreden der brandweer en het
stille weder bleven de omliggende stallen
gespaard.
Eenige maanden geleden heeft de directie
van het museum van knnstngverheid te Haar
lem een zaal geopend, die geheel gevuld is met
producten onzer nationale knnstngverheid uit
vroegere dagenschoorsteen, lambriseering,
meubelen en het verdere huisraad werden niet
afzonderlgk als onderdeel tentoongesteld, doch
tot een harmonieus geheel samengesteld, dat
ons een aanschouwelgk beeld geeft van hetgeen
men in vroegere dagen met zooveel smaak en
kunst wist te vervaardigen.
Deze methode van tentoonstellen wordt even
eens in verschillende groote buitenlandsche
musea met het meeste succes gevolgdhet
boeit den bezoeker, daar het karakter van elk
voorwerp door de omgeving meer tot zgn recht
komt, dan in de strengere rubrieken gerang.
schikte verzamelingen.
Thans verzoekt men ons mede te deelen,
dat weldra een op geljjke wgze ingerichte
tentoonstelling van Orientaalsche kunst zal
geopend worden.
De gelukkige eigenaar dezer verzameling is
de heer G. E. Haarsma, vroeger bewoner van
Huize Rust en Vreugd te Wassenaar, die met
de meeste welwillendheid zgn belangrgke col
lectie in bruikleen aan het museum heeft af
gestaan.