N°. 227. 134° Jaargang. 1891. Zaterdas 26 September. Middelburg 25 September. Deze courant verschijnt d a g e 1Ij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prfjs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.- Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën20 cent per regel; Bij abonnement lag«rj Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten, beneve is alle dankbetuigingen; van 17 regels 1.50; iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. UIT STAD EN PROVINCIE. RECHTSZAKEN. Brandstichting door schuld. ONDER WIJS. MIDDELBURG Thermometer. Agenten te VlissingenP. G. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Krniningen: F. v. d. Peijx, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te Tholen: W. A. i Advertentiën Middelburg 25 Sept. vm. 8 n. 59 gr. I van Nieuwenhtjijzen en te TerneuzenM. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren sn boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de I moeten des namiddags te ééa nu» m. 12 u. 67 gr., av. 4 u. 65 gr. F. advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmad, te Rotterdam, de Gebb. Beuntante, te 's Gravenhage, en A. de la Mab Azn., te Amsterdam. ftan ^et bureau bezorgd «fin willen Verwacht Z. W. wind. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publioité étrangère G. L. Daube Cre., John F. Jones, opvolger. ^es avonds nog worden opgenomen. - Wjj hebben onze lezers niet lastig gevallen met berichten over den politieken strjjd in het district Hoorn, die gisteren beslist en waar van heden de uitslag bekend is. Wjj deden dit met opzet, omdat zjj, die daarin belang ktellen, kennis kunnen nemen van de uitvoerige verslagen in de Hollandsche bladen en voor het meerendeel die strjjd, hoofdzakelijk tusschen twee personen, weinig aantrekkelijks en ver kwikkends aanbiedt. Wjj hebben in Juni van den stembusstrijd al volop genoten. Op één punt willen wjj echter wjjzen, omdat daarbjj de liberale club in de Twsede kamer is betrokkenen er eenig licht opgaat over den nieuwen afgevaardigde voor Veendam, dr. L. Poelman die na zjjne verkiezing als anti liberaal werd voorgesteld. Bjj een debat, dat Dinsdagavond te Edam plaats bad tusschen de beeren mr H. Pb. de Kan ter en mr. M. W. F. Treub, wist laatstgenoemde te verhalen dat genoemde dr. Poelman den beer Tjjdens, bet radicale lid voor Winschoten, zou hebben gevraagd lid der liberale kamer club te worden om de conservatieve elementen er uit te werpen en scheuring te maken. Die verklaring beeft nu een schrjjven van dr Poelman uitgelokt, opgenomen in een paar Amsterdamsche bladen. Dit luidt als volgt t »De mededeeling van mr Treub aan de kiezers te Edam over een onderhoud tusschen mjj en den heer Tjjdens is onjuistzjj moet op een misverstand berusten, öf van den heer Tjjdens tegenover mjj, öf van den beer Treub tegenover den heer Tjjdens. Ineen vluchtig praatje met den laatste raadde ik hem aan zich bjj de liberale party aan te sluiten, teneinde zich niet te isoleeren. De gedachte, dat de radicalen de voorhoede der liberalen behooren uit te maken, beeft mjj steeds bekoord. De woorden die er bjj dit onderhoud tusschen ons gewisseld werden, kan ik niet met juistheid teruggeven. Mjjne be doeling waB zeker niet, om door middel van of met den heer Tjjdens onder de liberale party scheuring te verwekken, nog minder om de liberalen uit hunne eigene partyvergadering te verdrjjven; wat te denken van iemand in wiens brein zulk een dwaze gedachte opkwam Versterking van den linkervleugel der party, waarbjj ik de eer heb mjj zelf te rangschikken, acht ik gewenscbt en ook de beer Tjjdens kan of kon. daartoe iets by dragen. Met het oog op dit doel, gaf ik hem den genoemden raad. Het was my dus niet om scheuring maar om vereeniging te doen." Voor ons beeft deze verklaring van dr Poel man daarom vooral zooveel waarde, omdat hjj hierin de reeds herhaaldelijk door ons verde digde stelling verkondigt dat er voor de z. g. radicalen geen reden is om zich van de liberalen af te scheidenen dat vereeniging veel beter is dan afscheiding. genoemde synode bljjkt, dat de Chr. Geref. van de doleerenden hebben geëiscbt, dat dezen zouden verklaren zich geheel van de Ned. Herv. kerk te hebben afgescheiden, terwjjl de do leerenden van de afgescheidenen verlangen dat zjj de statuten van 1869 ter zijde zullen stellen en terug zullen keeren tot de Dordtsche kerken ordening. Zjj moeten dus die kerkenordening bjj de regeering indienen tot verkrjjging van rechtspersoonlijkheid, onder bewering, dat die kerkenordening hunne statuten vormt. Maar de minister van justitie zal, evenals een zjjner voorgangers, antwoorden, dat de kerkenorde ning een theologisch geschift is en geen sta tuten dus geeft. Evenals de doleerenden zullen de afgescheidenen als Kerkelijke Kas rechts persoonlijkheid kunnen verkrjjgen, en 't is de vraag of zjj daarmede genoegen zullen Demen. De synode der doleerenden wacht dus, voordat de vereeniging definitief tot stand komt, nog eerst mededeelingen van de uitkomsten, door de Chr. Ger. berk verkregen bjj haar pogen om de Dordtsche kerkenordening zelve bjj de overheid in te dienen. De vereeniging is dus nog in wording en het zal vermoedeljjk nog lang duren, eer zjj werkelijkheid is. Maar als zjj tot stand komt, is het dan geen dwaasheid geweest van dr Kuyper en de zjjnen om te gaan doleeren Het ware beter geweest, zoo men zich dadeljjk by de afgescheidenen had gevoegd. Geld, moeite en tjjd waren dan niet noodeloos verspild en veel bitterheid zou er vermeden zjjn. betrekking te 's Gravenhage, eervol ontslag verleend. Voer de verbetering van het gedeelte der zeewering te Vlissingen, genaamd het Leuge- naarshoofd, wordt op de staatsbegrooting f 22.090 uitgetrokken. Te Vlissingen is Donderdag de tweede petroleum-tank op het terrein aan de tweede binnenhaven in gebruik genomen. Het stoomschip Rock-Liglit is begonnen de lading petroleum in die tank over te pompen. Bjj kon. besluit is pensioen verleend aan J. M. Bogaard, we duwe van J. J. Adriaansen, in leven rjjksveld- wachter (opziener der jacht en visscherjj) der 3e kl., ten bedrage van ƒ263 'sjaars; benoemd tot kantonrechter te Sneek mr K. Klein, thans kantonrechter te Lemmer, en is de heer C. E Viruly, lid van den raad der gemeente Rotterdam, benoemd tot ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw. De verkiezing voor een lid der Tweede kamer in het district Helder vacature-Land is bepaald op Dinsdag 13 October a. en eene eventueele herstemming op Dinsdag 27 October. De Staatscourant van heden (Vrjjdag) bevat het besluit van den 14en September 1891 tot, vaststelling van een reglement voor de hoogere krijgsschool Staatsblad no 170). Aan het ministerie van financiën wordt eene nieuwe wet op de registratie bewerkt. De heer mr C. E. Achterberg, inspecteur der registratie aan heb departement, is met dezen arbeid be last. Zaterdag a. zal de koningin-regentes te 's Gravenhage de adres-commissie uit de Tweede kamer ontvangen. H. M. keert daarna dien zelfden dag naar Het Loo terug. De kroonprins van Italië komt aanstaanden Woensdag te Amsterdam en bezoekt van daar eenige Noord-Hollandsche gemeenten en verder Den Haag. Gedurende zjjn achtdaagsch verbljjf hier te lande zal hjj ook een bezoek brengen aan de koninginnen op Het Loo. De zangvereeniging Excelsior te Goes gaf Donderdag avond in de Prins van Oranje een concert, dat ook toegankeljjk was voor het publiek. Het programma was zeer afwisselend en werd naar men ons schryft flink uit gevoerd. Het viel dan ook zeer in den smaak van het publiek, dat wel talrjjker vertegen woordigd had kunnen zjjD. Yan de zangnom- mers voldeden het meeat Am Wörther See. Walzer Idylle, van Koschat en het ja;erkoor uit de opera Rosamunde van Schubert. De direc teur, de heer Kooiman, gaf een drietal solo- nommers op de piano, die, even als genoemde zangstukken, een hartelyk applaus verwierven. Jammer vindt onze berichtgever het dat, naar hjj meende op te merken, het ledental van Excelsior weer is verminderd en daardoor de tenor- en sopraan-partyen te zwak bezet waren. Tot stationschef te RillandBath is be noemd de heer A. Veenkant. Men schryft ons uit IJzendjjke Donderdag werd alhier in éen perceel geveild een hofsteedje in den Ameliapolder te Biervliet met 9.96.40 hectaren bouw- en we>!and. tweede klasse. Kooper werd de heerJulien Ha verbek e te Hoofdplaat voor f 10,750, onverminderd 13 veilingskosten en bybetaling van 15% wijn penningen over eene verhooging van 1951, zoodat de hectare op 1250 zal komen te staan. Hieruit bljjkt dat, zoowel als dezer dagen in Schouwen, ook in dit deel van Zeeland de prjjs der landerjjen aanmerkelyk in waarde begint te stjjgen. De hooge koers der effecten en de zich afwisselende alarmeerende politieke berichten doen velen besluiten hunne fondsen te réaliseeren en meer zekere beleggingen te zoeken, hetzjj in vast goed hetzjj in hypotheken, die men op soliede panden volop tegen 4% kan verkrjjgen. In bovengenoemd district Hoorn is bjj de herstemming voor een lid der Tweede kamer vacature-Van Dedem gekozen de heer 1". B. J. FEBF (Liberaal) met 1811 van de 3343 uitgebrachte stemmen. De heer mr M. W. F. Treub (Radicaal en candidaat der katholieken) verkreeg er 1516. By de eerste stemming, op Donderdag 10 September, waren 2452 kiezers opgekomenen verkreeg de heer Ferf 968 en de heer Treub 860 stemmen, terwjjl op den katholieken can didaat, den heer mr. A. F. Vos de Wael 504 en op den heer P. van Vliet Jr. (anti-revol.) 61 stemmen waren uitgebracht. Bjj de stemming op 9 Juni werd baron Van Dedem (L) herkozen met 1634 van de 2158 stemmen. De Wageninger wjjst er op, dat men ver keerd zou doen uit het bericht, dat het voorstel tot vereeniging met de Christ. Geref. door de synode der Ned. Geref. kerken eenparig is aangenomen, de gevolgtrekking te maken dat de samensmelting van afgescheidenen en do leerenden werkelyk een feit is geworden, yjt bet verslag van de zevende zitting der Bjj de Tweede kamer zjjn ingekomen de wetsontwerpen tot bekrachtiging van provinciale belastingen. Worden ze aangenomen, dan zal i met 1892 in de onderscheidene provinciën, behalve Friesland en Drenthe, een geljjk getal opcenten worden geheven, als voor het loopende jaar is toegestaan. In Friesland en Drenthe zullen de uitgaven worden gedekt bjj vermin dering van het getal opcenten op de grond belasting, resp. met 4 en 2, en van dat der opcenten op het personeel met 2 en 1. Het bij koninkljjke boodschap van 9 Decem ber 1890 aan de Tweede kamer der Staten- Generaal ter overweging aangeboden ontwerp van wet op het faillissement en de surséance van betaling, dat in de vorige zitting ingevolge koninklyke machtiging werd ingetrokken, is thans opnieuw onveranderd wsder aangeboden De minister van justitie verwyst voor de uiteenzetting der gronden, waarop het ontwerp rust, naar de Toelichtende Memorie, die het bjj de eerste aanbieding vergezelde. Arrondissements-Rechtbank te Middelburg. Heden werden voor deze rechtbank onder meer behandeld de navolgende zaken Dit feit werd ten laste gelegd aan J. R., oud 41 jaar, werkman te Terneuzen. Hjj werd beklaagd dat hjj op den 19 Januari 1891, des voormiddags omstreeks 6 uren, werk zaam bjj het lossen der lading van het stoom-, .uigeuuo gecuige, ae lampenist A. Scheele, schip River Lagan, liggende aan de loskade te verklaarde de hierbedoelde lamp afgegeven te Terneuzen, nabjj de mast van dat schin hnvar, I hebben niemand had hem daarom gevraagd hij 4.^ C. de mast bemerkende, deze in beslag had genomen. Hjj deelde verder mede dat de lamp ongeveer 3 meter boven de lading hing en dat die lading bestond uit geperste balen, waaruit echter de wollige inhoud hier en daar te voorschyn kwam. Getuige heeft toen eenige inlichtingen ingewonnen bjj den heer Van IJsselstein, die echter er niet voor was dat van de zaak proces- i verbaal werd opgemaakt. Op eene vraag van den voorzitter deelde de getuige nog mede dat ongehekelde hennip of jute een zeer brandbare stof is en dat, zooals trouwens hier gebleken is, door het vallen van brandende petroleum zeer gemakkeljjk brand ontstaan kan. De schade bepaalde er zich toe dat een 60 of 70 tal balen jute geheel of gedeelteljjk verbrand zjjn en ook aan het schip eenig nadeel is toegebracht. De beklaagde deelde mede dat hjj op den bewusten dag met 3 andere werklieden bezig was de River Lagan te lossen, en dat hjj de lamp, waarvan hier sprake is en die bjj van Scheele ontvangen had, aan den mast heeft opgehangen. Hjj kan niet zeggen hoe de brand ontstaan istoen de vlam zich vertoonde heb ben de aanwezigen den brand met water ge- bluscht. Bekl. verklaarde verder dat altjjd lampen als de hierbedoelde worden gebruikt deze staan op de kade en bekl. heeit nimmer andere gebezigd. Alleen in de hangars wordt met lantaarns gewerkt. Als tweede getuige, ook als deskundige, werd gehoord de spoorwegambtenaar H. van Grin- bergen, die tjjdens den brand niet aan boord is geweest doch wel gezien heeft dat verbrande balen van het vaartuig vervoerd zjjn. Hy verklaarde verder dat aan boord van schepen meestal lampen worden gebruikt als de hier bedoelde doch dat die in de hangars niet mogen gebruikt worden. Scheele, de straks te hocrea lampenist, zet de lampen op de kaai gereed. De volgende getuige, de heer N. C. E. van IJsselstein, cargadoor, evenals de overige ge tuigen te Terneuzen woonachtig, is tjjdens den brand niet aan boord geweest; wel is hem be kend dat eenige jute verbrand is en het dek van het schip geschroeid. Getuige verklaarde op een vraag van den voorzitter nimmer last gegeven te hebben om open lampen op sche pen of in de hangars te gebruiken, maar steeds bevolen te hebben gesloten lantaarns te be nuttigen. De voorzitter merkte den getuige op dat hjj dus wel ontevreden zal geweest zjjn, toen hem gebleken was dat tegen zjjn last gehandeld werd. Hy beaamde dit, waarop de voorzitter opmerkte dat het dan wel eenigszins vreemd klinkt dat getuige den politiebeambte, die de overtreding constateerde, minder heusoh behan delde. Getuige antwoordde hierop dat hjj de zaak liever niet vervolgd zag, omdat dit bjj zjjn drukke zaken hem veel tjjdverlies opleverde. Getuige ontkende verder den lampenist be last te hebben open lampen te geven. De bekl. verklaarde verder nogmaals dat de lampenist voor het werk op de schepen steeds open lampen gereed zette. Hem is van een verbod om die lampen te gebruiken, niets be kend. Alleen in de hangars moeten lantaarns gebruikt worden. De volgende getuige, de lampenist A. Scheele, .—1—1j - i bekend was om flambouwen te gebruiken. De heer Van IJsselstein heeft integendeel gelaat, dat de lampen moesten-gebruikt worden. Deze, nu nogmaals gehoord, gaf eene nadere I explicatie van de door hem gegeven voorschrif ten daaruit bleek dat eigenljjk de stuurlieden toezicht moeten houden op de soort lampen, die aan 'boord komenhjj noemde enkele ree- derjjen, bjj welke steeds de flambouwen worden I geweerd. De verklaringen van de volgende getuigen, de werklieden J. van Aalst en P. Keymels, brachten geen nieuw licht in de zaakzjj stemden overeen met de andere getuigenissen. Alleen verklaarde de eerste dat na 19 Jan. gesloten lantaarns zjjn in gebruik geuomen. Een der getuigen, als deskundige gedagvaard, was niet ter terechtzitting verschenen. De ambtenaar van het openbaar ministerie begon met zjjne verbazing te uiten dat op den 19 Jan. niet veel grooter ongelukken gebeurd zjjn en niet het schip met de lading geheel een prooi der vlammen geworden is. Spreker wees op de schromelyke onvoorzich tigheid van hem, die indirect de oorzaak van den brand is, nl. hjj die den last heeft gegeven de lampen als hier aanwezig te gebruiken. Bjj wilde geen naam noemen hjj, dien de schoen past, kan hem aantrekken. De persoon, die de directe oorzaak is van den brand, heeft ook onvoorzichtig gehandeld door de lamp te han gen boven de zeer brandbare lading. Daarna stelde de ,ambtenaar twee vragen eerstens heeft bekl. de lamp gehangen boven de lading en tweedensis door van die lamp neer vallende vonken de brand ontstaan? Beide vragen beantwoordde hjj toestemmend. Hy achtte nit de afgelegde getuigenverklaringen en de be kentenis van beklaagde het te lasten gelegde feit wettig en overtuigend bewezenen vor derde dus schuldigverklaring van beklaagde en, onder aanneming van verzachtende om standigheden, zjjne veroordeeling tot zeven dagen hechtenis en in de kosten van het ge ding. Nadat de voorzitter den bekl. nog het een en ander had gevraagd en hem de gevorderds straf had medegedeeld zeide bekl. dat het wel ongelukkig is werkman te zjjn. Het onderzoek werd daarop gesloten en de uitspraak bepaald op heden over aoht dagen. Diefstal. Terneuzen, nabjj de mast van dat schip boven de te lossen goederen, bestaande uit saamge- perste jute en ongehekelde hennip, heeft op gehangen eene brandende opene petroleum lamp of zoogenaamde flambouw van zoo danige constructie dat de daarvan afvallende brandende vonken niet in een glas worden o---—-6- "D weet wanneer er 's avonds gewerkt wordt en geeft dan lampen of lantaarns, de laatste wanneer men ze vraagt. In den regel geeft getuige lampen als de hier aanwezige. Op de vraag van den voorzitter of de heer Van IJsselstein, de eigenaar der lantaarns, niet verboden heeft Benoemd tot onderwjjzeres aan de school voor M. TJ. L. O. te Alkmaar, mej. M. Smit Sibinga te Middelburg. Aan mej. A. M. Will, leerares in de dier en plantkunde aan de middelbare school voor meisjes te Leeuwarden, is door den raad op baar verzoek, wegens hare benoeming in geljjke - o-..«.„vu „v ojjuuMi uor lantaarns, niet verboden heeft opgevangen en bjj de minste beweging de olie flambouwen te gebruiken, antwoordt getuige uit den bek van de lamp langs de brandende dat dit verbod vroeger gedaan is, maar dat put kan neerdrnppelen, onder de zich daar sedert langen tyd, echter zonder toestemming onder bevindende goederen, door welke onvoor- van den heer Van IJsselstein, flambouwen ge- zichtigheid, tengevolge van het vallen van een bruikt worden, omdat de werklieden bjj het vonk van de pit op de zeer ontvlambare lading licht van een gesloten lantaarn niet kunnen zien. of door dat er brandende petroleum op die lading De voorzitter wees dezen getuige erop is neergevallen, gemeen gevaar voor brand is hoe hjj in de instructie verklaard heeft dat de ontstaan voor schip en lading, immers in die flambouwen cp last van den heer Van IJssel- lading brand is uitgebroken en ongeveer 60 ba- stein worden gegeven, indien niet bepaaldelijk len jute gedeeltelijk zjjn verbrand of geschroeid, gesloten lantaarns gevraagd worden, welke lading op dat odgenblik aan den heer Getuige verklaarde dat zjjne toenmalige ver- Van IJsselstejjn, als houder van het cognosse klaring dan zeker verkeerd was begrepen. Hjj ment, in ieder geval niet aan den beklaagde verzekerde verder dat, wanneer de werklieden of aan den eigenaar van het schip toebehoordeandere lampen vroegen, zjj die kregen, en zulks niettegenstaande hy, indien hjj dat Bekl. verklaarde dit niet geweten te hebben verlangd had, van den lampenist eene gesloten hy heeft de lamp genomen, die hem werd ver lantaarn had kunnen bekomen. strekt en die steeds door alle werklieden ge- In deze zaak waren door het openbaar mi- bruikt werd. nisterie 8 getuigen opgeroepen. Als eerste getuige werd gehoord de wacht meester der marechaussee A. v. d. Amede, die verklaarde dat, toen hem op den 19en Jan. bekend werd dat in de lading van het stoom- t_i— Tl' T De werkman A. Riemens, de vjjfde getuige, is in dienst bjj den heer Van IJsselstein en belast met het vullen en schoonmaken der lantaarns en lampen. Bjj het werk op gewone schepen worden meestal de flambouwen gebruikt h .vu mi Bwum- senepen worden meestal de flambouwen gebruikt schip River Lagan brand was ontstaan, hy zich en slechts bjj uitzondering gesloten lantaarns, daarheen bad begeven en, de lamp, aan den Getuige verklaarde nog dat hem geen verbod J. J. N., oud 32 jaar, werkman te Middelburg, werd beklaagd dat hjj op den 4en Augustus 1891 een donzen bed, dat hing op eene houten deur aan de voorzyde der fabriek van den heer Pennock, staande op het Seisbolwerk te Middelburg, aan dezen toebehoorende, heeft weggenomen, met het oogmerk om ziob dat wederrechtelijk toe te eigenen. In deze zaak waren 5 getuigen door het O. M. gedagvaard. Als eerste werd gehoord de heer J. A. Pen nock, die verklaarde dat het ter terechtzitting aanwezige bed het zjjne is en gedurende eenige maanden in de fabriek aanwezig was. Het had eene waarde van 14 en bevond zich in een kamertje aan het einde der fabriek. Die fabriek is geheel omheind, zoodat bekl. eerst door hrt rasterwerk heeft moeten gaan, vóór hjj in de fabriek kon komen. Bekl. heeft jaren bjj de firma Pennock gediend en was volkomen op de hoogte van de gelegenheid. De bekl. bekende dat hy het feit bedreven heeft doeh dat het bed op een houten deur aan de voorzyde der fabriek hing. De heer Pennock sprak dit tegen, evenals zyn bedienden J. A. Mulder en J. F. Wolf die het bed beiden hadden gezien in de zaal aan het eind der fabriek. De vierde getuige A. Flipse, koopman, ver klaarde van den bekl. het bed gekocht te hebben voor f 0.75, wjjl hjj de waarde van het hem aangebodene niet kende. Dit gaf den voorzitter aanleiding om den ge tuige te waarschuwen in het vervolg voorzichtig te zyn met den aankoop van zaken, die hy niet kent. De laatste getuige, de agent van politie A. Pasveer, deed verslag van hetgeen door hem ter opsporing van een en ander verricht is. Nadat den heer Pennock gevraagd was, waarom bek], door hem ontslagen was en deze geantwoord had dat dit hoofdzakelijk aan dronkenschap en het aan diens nooit op tyd aan den winkel komen was te wjjten, vroeg de voorzitter of bekl. iets tot zjjne verschooning had in te brengen, waarop deze zich op zyn huisgezin beriep. De ambtenaar van het openbaar ministerie wees er op dat zoowel in deze zaak als in da nog volgende van toepassing is het gezegde f Waren er geen helers, er waren geen di<m»|

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1891 | | pagina 1