N°. 227.
134° Jaargang.
1891.
Zaterdas
26 September.
Middelburg 25 September.
Deze courant verschijnt d a g e 1Ij k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prfjs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.-
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën20 cent per regel; Bij abonnement lag«rj
Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten, beneve is alle
dankbetuigingen; van 17 regels 1.50;
iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
UIT STAD EN PROVINCIE.
RECHTSZAKEN.
Brandstichting door schuld.
ONDER WIJS.
MIDDELBURG
Thermometer. Agenten te VlissingenP. G. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Krniningen: F. v. d. Peijx, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te Tholen: W. A. i Advertentiën
Middelburg 25 Sept. vm. 8 n. 59 gr. I van Nieuwenhtjijzen en te TerneuzenM. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren sn boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de I moeten des namiddags te ééa nu»
m. 12 u. 67 gr., av. 4 u. 65 gr. F. advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmad, te Rotterdam, de Gebb. Beuntante, te 's Gravenhage, en A. de la Mab Azn., te Amsterdam. ftan ^et bureau bezorgd «fin willen
Verwacht Z. W. wind. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publioité étrangère G. L. Daube Cre., John F. Jones, opvolger. ^es avonds nog worden opgenomen.
-
Wjj hebben onze lezers niet lastig gevallen
met berichten over den politieken strjjd in
het district Hoorn, die gisteren beslist en waar
van heden de uitslag bekend is. Wjj deden
dit met opzet, omdat zjj, die daarin belang
ktellen, kennis kunnen nemen van de uitvoerige
verslagen in de Hollandsche bladen en voor
het meerendeel die strjjd, hoofdzakelijk tusschen
twee personen, weinig aantrekkelijks en ver
kwikkends aanbiedt.
Wjj hebben in Juni van den stembusstrijd
al volop genoten.
Op één punt willen wjj echter wjjzen, omdat
daarbjj de liberale club in de Twsede kamer
is betrokkenen er eenig licht opgaat over
den nieuwen afgevaardigde voor Veendam, dr.
L. Poelman die na zjjne verkiezing als anti
liberaal werd voorgesteld.
Bjj een debat, dat Dinsdagavond te Edam
plaats bad tusschen de beeren mr H. Pb. de Kan
ter en mr. M. W. F. Treub, wist laatstgenoemde
te verhalen dat genoemde dr. Poelman den
beer Tjjdens, bet radicale lid voor Winschoten,
zou hebben gevraagd lid der liberale kamer
club te worden om de conservatieve elementen
er uit te werpen en scheuring te maken.
Die verklaring beeft nu een schrjjven van
dr Poelman uitgelokt, opgenomen in een paar
Amsterdamsche bladen.
Dit luidt als volgt t »De mededeeling van
mr Treub aan de kiezers te Edam over een
onderhoud tusschen mjj en den heer Tjjdens is
onjuistzjj moet op een misverstand berusten, öf
van den heer Tjjdens tegenover mjj, öf van den
beer Treub tegenover den heer Tjjdens. Ineen
vluchtig praatje met den laatste raadde ik
hem aan zich bjj de liberale party aan
te sluiten, teneinde zich niet te isoleeren. De
gedachte, dat de radicalen de voorhoede der
liberalen behooren uit te maken, beeft mjj
steeds bekoord. De woorden die er bjj dit
onderhoud tusschen ons gewisseld werden, kan
ik niet met juistheid teruggeven. Mjjne be
doeling waB zeker niet, om door middel van
of met den heer Tjjdens onder de liberale party
scheuring te verwekken, nog minder om de
liberalen uit hunne eigene partyvergadering
te verdrjjven; wat te denken van iemand in
wiens brein zulk een dwaze gedachte opkwam
Versterking van den linkervleugel der party,
waarbjj ik de eer heb mjj zelf te rangschikken,
acht ik gewenscbt en ook de beer Tjjdens kan
of kon. daartoe iets by dragen. Met het oog op
dit doel, gaf ik hem den genoemden raad.
Het was my dus niet om scheuring maar om
vereeniging te doen."
Voor ons beeft deze verklaring van dr Poel
man daarom vooral zooveel waarde, omdat hjj
hierin de reeds herhaaldelijk door ons verde
digde stelling verkondigt dat er voor de z. g.
radicalen geen reden is om zich van de liberalen
af te scheidenen dat vereeniging veel beter
is dan afscheiding.
genoemde synode bljjkt, dat de Chr. Geref. van
de doleerenden hebben geëiscbt, dat dezen
zouden verklaren zich geheel van de Ned. Herv.
kerk te hebben afgescheiden, terwjjl de do
leerenden van de afgescheidenen verlangen dat
zjj de statuten van 1869 ter zijde zullen stellen
en terug zullen keeren tot de Dordtsche kerken
ordening. Zjj moeten dus die kerkenordening
bjj de regeering indienen tot verkrjjging van
rechtspersoonlijkheid, onder bewering, dat die
kerkenordening hunne statuten vormt. Maar
de minister van justitie zal, evenals een zjjner
voorgangers, antwoorden, dat de kerkenorde
ning een theologisch geschift is en geen sta
tuten dus geeft. Evenals de doleerenden zullen
de afgescheidenen als Kerkelijke Kas rechts
persoonlijkheid kunnen verkrjjgen, en 't is de
vraag of zjj daarmede genoegen zullen Demen.
De synode der doleerenden wacht dus, voordat
de vereeniging definitief tot stand komt, nog
eerst mededeelingen van de uitkomsten, door
de Chr. Ger. berk verkregen bjj haar pogen
om de Dordtsche kerkenordening zelve bjj de
overheid in te dienen.
De vereeniging is dus nog in wording en
het zal vermoedeljjk nog lang duren, eer zjj
werkelijkheid is. Maar als zjj tot stand komt,
is het dan geen dwaasheid geweest van dr
Kuyper en de zjjnen om te gaan doleeren
Het ware beter geweest, zoo men zich dadeljjk
by de afgescheidenen had gevoegd. Geld, moeite
en tjjd waren dan niet noodeloos verspild en
veel bitterheid zou er vermeden zjjn.
betrekking te 's Gravenhage, eervol ontslag
verleend.
Voer de verbetering van het gedeelte der
zeewering te Vlissingen, genaamd het Leuge-
naarshoofd, wordt op de staatsbegrooting
f 22.090 uitgetrokken.
Te Vlissingen is Donderdag de tweede
petroleum-tank op het terrein aan de tweede
binnenhaven in gebruik genomen.
Het stoomschip Rock-Liglit is begonnen de
lading petroleum in die tank over te pompen.
Bjj kon. besluit
is pensioen verleend aan J. M. Bogaard, we
duwe van J. J. Adriaansen, in leven rjjksveld-
wachter (opziener der jacht en visscherjj) der
3e kl., ten bedrage van ƒ263 'sjaars;
benoemd tot kantonrechter te Sneek mr K.
Klein, thans kantonrechter te Lemmer, en
is de heer C. E Viruly, lid van den raad
der gemeente Rotterdam, benoemd tot ridder
in de orde van den Nederlandschen Leeuw.
De verkiezing voor een lid der Tweede kamer
in het district Helder vacature-Land is
bepaald op Dinsdag 13 October a. en eene
eventueele herstemming op Dinsdag 27 October.
De Staatscourant van heden (Vrjjdag) bevat
het besluit van den 14en September 1891 tot,
vaststelling van een reglement voor de hoogere
krijgsschool Staatsblad no 170).
Aan het ministerie van financiën wordt eene
nieuwe wet op de registratie bewerkt. De heer
mr C. E. Achterberg, inspecteur der registratie
aan heb departement, is met dezen arbeid be
last.
Zaterdag a. zal de koningin-regentes te
's Gravenhage de adres-commissie uit de Tweede
kamer ontvangen. H. M. keert daarna dien
zelfden dag naar Het Loo terug.
De kroonprins van Italië komt aanstaanden
Woensdag te Amsterdam en bezoekt van daar
eenige Noord-Hollandsche gemeenten en verder
Den Haag.
Gedurende zjjn achtdaagsch verbljjf hier te
lande zal hjj ook een bezoek brengen aan de
koninginnen op Het Loo.
De zangvereeniging Excelsior te Goes gaf
Donderdag avond in de Prins van Oranje een
concert, dat ook toegankeljjk was voor het
publiek. Het programma was zeer afwisselend
en werd naar men ons schryft flink uit
gevoerd. Het viel dan ook zeer in den smaak
van het publiek, dat wel talrjjker vertegen
woordigd had kunnen zjjD. Yan de zangnom-
mers voldeden het meeat Am Wörther See.
Walzer Idylle, van Koschat en het ja;erkoor
uit de opera Rosamunde van Schubert. De direc
teur, de heer Kooiman, gaf een drietal solo-
nommers op de piano, die, even als genoemde
zangstukken, een hartelyk applaus verwierven.
Jammer vindt onze berichtgever het dat, naar
hjj meende op te merken, het ledental van
Excelsior weer is verminderd en daardoor de
tenor- en sopraan-partyen te zwak bezet waren.
Tot stationschef te RillandBath is be
noemd de heer A. Veenkant.
Men schryft ons uit IJzendjjke
Donderdag werd alhier in éen perceel geveild
een hofsteedje in den Ameliapolder te Biervliet
met 9.96.40 hectaren bouw- en we>!and. tweede
klasse. Kooper werd de heerJulien Ha verbek e
te Hoofdplaat voor f 10,750, onverminderd 13
veilingskosten en bybetaling van 15% wijn
penningen over eene verhooging van 1951,
zoodat de hectare op 1250 zal komen te
staan.
Hieruit bljjkt dat, zoowel als dezer dagen
in Schouwen, ook in dit deel van Zeeland de
prjjs der landerjjen aanmerkelyk in waarde
begint te stjjgen. De hooge koers der effecten
en de zich afwisselende alarmeerende politieke
berichten doen velen besluiten hunne fondsen
te réaliseeren en meer zekere beleggingen te
zoeken, hetzjj in vast goed hetzjj in hypotheken,
die men op soliede panden volop tegen 4%
kan verkrjjgen.
In bovengenoemd district Hoorn is bjj de
herstemming voor een lid der Tweede kamer
vacature-Van Dedem gekozen de heer
1". B. J. FEBF (Liberaal) met 1811 van
de 3343 uitgebrachte stemmen.
De heer mr M. W. F. Treub (Radicaal en
candidaat der katholieken) verkreeg er 1516.
By de eerste stemming, op Donderdag 10
September, waren 2452 kiezers opgekomenen
verkreeg de heer Ferf 968 en de heer Treub
860 stemmen, terwjjl op den katholieken can
didaat, den heer mr. A. F. Vos de Wael 504
en op den heer P. van Vliet Jr. (anti-revol.)
61 stemmen waren uitgebracht.
Bjj de stemming op 9 Juni werd baron Van
Dedem (L) herkozen met 1634 van de 2158
stemmen.
De Wageninger wjjst er op, dat men ver
keerd zou doen uit het bericht, dat het voorstel
tot vereeniging met de Christ. Geref. door de
synode der Ned. Geref. kerken eenparig is
aangenomen, de gevolgtrekking te maken dat
de samensmelting van afgescheidenen en do
leerenden werkelyk een feit is geworden,
yjt bet verslag van de zevende zitting der
Bjj de Tweede kamer zjjn ingekomen de
wetsontwerpen tot bekrachtiging van provinciale
belastingen. Worden ze aangenomen, dan zal
i met 1892 in de onderscheidene provinciën,
behalve Friesland en Drenthe, een geljjk getal
opcenten worden geheven, als voor het loopende
jaar is toegestaan. In Friesland en Drenthe
zullen de uitgaven worden gedekt bjj vermin
dering van het getal opcenten op de grond
belasting, resp. met 4 en 2, en van dat der
opcenten op het personeel met 2 en 1.
Het bij koninkljjke boodschap van 9 Decem
ber 1890 aan de Tweede kamer der Staten-
Generaal ter overweging aangeboden ontwerp
van wet op het faillissement en de surséance
van betaling, dat in de vorige zitting ingevolge
koninklyke machtiging werd ingetrokken, is
thans opnieuw onveranderd wsder aangeboden
De minister van justitie verwyst voor de
uiteenzetting der gronden, waarop het ontwerp
rust, naar de Toelichtende Memorie, die het
bjj de eerste aanbieding vergezelde.
Arrondissements-Rechtbank te Middelburg.
Heden werden voor deze rechtbank onder
meer behandeld de navolgende zaken
Dit feit werd ten laste gelegd aan J.
R., oud 41 jaar, werkman te Terneuzen.
Hjj werd beklaagd dat hjj op den 19 Januari
1891, des voormiddags omstreeks 6 uren, werk
zaam bjj het lossen der lading van het stoom-, .uigeuuo gecuige, ae lampenist A. Scheele,
schip River Lagan, liggende aan de loskade te verklaarde de hierbedoelde lamp afgegeven te
Terneuzen, nabjj de mast van dat schin hnvar, I hebben niemand had hem daarom gevraagd hij
4.^
C. de
mast bemerkende, deze in beslag had genomen.
Hjj deelde verder mede dat de lamp ongeveer
3 meter boven de lading hing en dat die lading
bestond uit geperste balen, waaruit echter de
wollige inhoud hier en daar te voorschyn
kwam. Getuige heeft toen eenige inlichtingen
ingewonnen bjj den heer Van IJsselstein, die
echter er niet voor was dat van de zaak proces-
i verbaal werd opgemaakt.
Op eene vraag van den voorzitter deelde de
getuige nog mede dat ongehekelde hennip of
jute een zeer brandbare stof is en dat, zooals
trouwens hier gebleken is, door het vallen
van brandende petroleum zeer gemakkeljjk
brand ontstaan kan. De schade bepaalde er
zich toe dat een 60 of 70 tal balen jute geheel
of gedeelteljjk verbrand zjjn en ook aan het
schip eenig nadeel is toegebracht.
De beklaagde deelde mede dat hjj op den
bewusten dag met 3 andere werklieden bezig
was de River Lagan te lossen, en dat hjj de
lamp, waarvan hier sprake is en die bjj van
Scheele ontvangen had, aan den mast heeft
opgehangen. Hjj kan niet zeggen hoe de brand
ontstaan istoen de vlam zich vertoonde heb
ben de aanwezigen den brand met water ge-
bluscht. Bekl. verklaarde verder dat altjjd
lampen als de hierbedoelde worden gebruikt
deze staan op de kade en bekl. heeit nimmer
andere gebezigd. Alleen in de hangars wordt
met lantaarns gewerkt.
Als tweede getuige, ook als deskundige, werd
gehoord de spoorwegambtenaar H. van Grin-
bergen, die tjjdens den brand niet aan boord
is geweest doch wel gezien heeft dat verbrande
balen van het vaartuig vervoerd zjjn.
Hy verklaarde verder dat aan boord van
schepen meestal lampen worden gebruikt als
de hier bedoelde doch dat die in de hangars
niet mogen gebruikt worden. Scheele, de straks
te hocrea lampenist, zet de lampen op de kaai
gereed.
De volgende getuige, de heer N. C. E. van
IJsselstein, cargadoor, evenals de overige ge
tuigen te Terneuzen woonachtig, is tjjdens den
brand niet aan boord geweest; wel is hem be
kend dat eenige jute verbrand is en het dek
van het schip geschroeid. Getuige verklaarde
op een vraag van den voorzitter nimmer last
gegeven te hebben om open lampen op sche
pen of in de hangars te gebruiken, maar steeds
bevolen te hebben gesloten lantaarns te be
nuttigen.
De voorzitter merkte den getuige op dat hjj
dus wel ontevreden zal geweest zjjn, toen hem
gebleken was dat tegen zjjn last gehandeld
werd. Hy beaamde dit, waarop de voorzitter
opmerkte dat het dan wel eenigszins vreemd
klinkt dat getuige den politiebeambte, die de
overtreding constateerde, minder heusoh behan
delde. Getuige antwoordde hierop dat hjj de
zaak liever niet vervolgd zag, omdat dit bjj
zjjn drukke zaken hem veel tjjdverlies opleverde.
Getuige ontkende verder den lampenist be
last te hebben open lampen te geven.
De bekl. verklaarde verder nogmaals dat de
lampenist voor het werk op de schepen steeds
open lampen gereed zette. Hem is van een
verbod om die lampen te gebruiken, niets be
kend. Alleen in de hangars moeten lantaarns
gebruikt worden.
De volgende getuige, de lampenist A. Scheele,
.—1—1j - i
bekend was om flambouwen te gebruiken. De
heer Van IJsselstein heeft integendeel gelaat,
dat de lampen moesten-gebruikt worden.
Deze, nu nogmaals gehoord, gaf eene nadere
I explicatie van de door hem gegeven voorschrif
ten daaruit bleek dat eigenljjk de stuurlieden
toezicht moeten houden op de soort lampen,
die aan 'boord komenhjj noemde enkele ree-
derjjen, bjj welke steeds de flambouwen worden
I geweerd.
De verklaringen van de volgende getuigen,
de werklieden J. van Aalst en P. Keymels,
brachten geen nieuw licht in de zaakzjj
stemden overeen met de andere getuigenissen.
Alleen verklaarde de eerste dat na 19 Jan.
gesloten lantaarns zjjn in gebruik geuomen.
Een der getuigen, als deskundige gedagvaard,
was niet ter terechtzitting verschenen.
De ambtenaar van het openbaar ministerie
begon met zjjne verbazing te uiten dat op den
19 Jan. niet veel grooter ongelukken gebeurd
zjjn en niet het schip met de lading geheel
een prooi der vlammen geworden is.
Spreker wees op de schromelyke onvoorzich
tigheid van hem, die indirect de oorzaak van
den brand is, nl. hjj die den last heeft gegeven
de lampen als hier aanwezig te gebruiken.
Bjj wilde geen naam noemen hjj, dien de schoen
past, kan hem aantrekken. De persoon, die de
directe oorzaak is van den brand, heeft ook
onvoorzichtig gehandeld door de lamp te han
gen boven de zeer brandbare lading.
Daarna stelde de ,ambtenaar twee vragen
eerstens heeft bekl. de lamp gehangen boven de
lading en tweedensis door van die lamp neer
vallende vonken de brand ontstaan? Beide vragen
beantwoordde hjj toestemmend. Hy achtte nit
de afgelegde getuigenverklaringen en de be
kentenis van beklaagde het te lasten gelegde
feit wettig en overtuigend bewezenen vor
derde dus schuldigverklaring van beklaagde
en, onder aanneming van verzachtende om
standigheden, zjjne veroordeeling tot zeven
dagen hechtenis en in de kosten van het ge
ding.
Nadat de voorzitter den bekl. nog het een
en ander had gevraagd en hem de gevorderds
straf had medegedeeld zeide bekl. dat het wel
ongelukkig is werkman te zjjn.
Het onderzoek werd daarop gesloten en de
uitspraak bepaald op heden over aoht dagen.
Diefstal.
Terneuzen, nabjj de mast van dat schip boven
de te lossen goederen, bestaande uit saamge-
perste jute en ongehekelde hennip, heeft op
gehangen eene brandende opene petroleum
lamp of zoogenaamde flambouw van zoo
danige constructie dat de daarvan afvallende
brandende vonken niet in een glas worden
o---—-6- "D
weet wanneer er 's avonds gewerkt wordt en geeft
dan lampen of lantaarns, de laatste wanneer
men ze vraagt. In den regel geeft getuige
lampen als de hier aanwezige. Op de vraag
van den voorzitter of de heer Van IJsselstein,
de eigenaar der lantaarns, niet verboden heeft
Benoemd tot onderwjjzeres aan de school
voor M. TJ. L. O. te Alkmaar, mej. M. Smit
Sibinga te Middelburg.
Aan mej. A. M. Will, leerares in de dier
en plantkunde aan de middelbare school voor
meisjes te Leeuwarden, is door den raad op
baar verzoek, wegens hare benoeming in geljjke
- o-..«.„vu „v ojjuuMi uor lantaarns, niet verboden heeft
opgevangen en bjj de minste beweging de olie flambouwen te gebruiken, antwoordt getuige
uit den bek van de lamp langs de brandende dat dit verbod vroeger gedaan is, maar dat
put kan neerdrnppelen, onder de zich daar sedert langen tyd, echter zonder toestemming
onder bevindende goederen, door welke onvoor- van den heer Van IJsselstein, flambouwen ge-
zichtigheid, tengevolge van het vallen van een bruikt worden, omdat de werklieden bjj het
vonk van de pit op de zeer ontvlambare lading licht van een gesloten lantaarn niet kunnen zien.
of door dat er brandende petroleum op die lading De voorzitter wees dezen getuige erop
is neergevallen, gemeen gevaar voor brand is hoe hjj in de instructie verklaard heeft dat de
ontstaan voor schip en lading, immers in die flambouwen cp last van den heer Van IJssel-
lading brand is uitgebroken en ongeveer 60 ba- stein worden gegeven, indien niet bepaaldelijk
len jute gedeeltelijk zjjn verbrand of geschroeid, gesloten lantaarns gevraagd worden,
welke lading op dat odgenblik aan den heer Getuige verklaarde dat zjjne toenmalige ver-
Van IJsselstejjn, als houder van het cognosse klaring dan zeker verkeerd was begrepen. Hjj
ment, in ieder geval niet aan den beklaagde verzekerde verder dat, wanneer de werklieden
of aan den eigenaar van het schip toebehoordeandere lampen vroegen, zjj die kregen,
en zulks niettegenstaande hy, indien hjj dat Bekl. verklaarde dit niet geweten te hebben
verlangd had, van den lampenist eene gesloten hy heeft de lamp genomen, die hem werd ver
lantaarn had kunnen bekomen. strekt en die steeds door alle werklieden ge-
In deze zaak waren door het openbaar mi- bruikt werd.
nisterie 8 getuigen opgeroepen.
Als eerste getuige werd gehoord de wacht
meester der marechaussee A. v. d. Amede, die
verklaarde dat, toen hem op den 19en Jan.
bekend werd dat in de lading van het stoom-
t_i— Tl' T
De werkman A. Riemens, de vjjfde getuige,
is in dienst bjj den heer Van IJsselstein en
belast met het vullen en schoonmaken der
lantaarns en lampen. Bjj het werk op gewone
schepen worden meestal de flambouwen gebruikt
h .vu mi Bwum- senepen worden meestal de flambouwen gebruikt
schip River Lagan brand was ontstaan, hy zich en slechts bjj uitzondering gesloten lantaarns,
daarheen bad begeven en, de lamp, aan den Getuige verklaarde nog dat hem geen verbod
J. J. N., oud 32 jaar, werkman te Middelburg,
werd beklaagd dat hjj op den 4en Augustus
1891 een donzen bed, dat hing op eene houten
deur aan de voorzyde der fabriek van den
heer Pennock, staande op het Seisbolwerk te
Middelburg, aan dezen toebehoorende, heeft
weggenomen, met het oogmerk om ziob dat
wederrechtelijk toe te eigenen.
In deze zaak waren 5 getuigen door het O. M.
gedagvaard.
Als eerste werd gehoord de heer J. A. Pen
nock, die verklaarde dat het ter terechtzitting
aanwezige bed het zjjne is en gedurende eenige
maanden in de fabriek aanwezig was. Het had
eene waarde van 14 en bevond zich in een
kamertje aan het einde der fabriek. Die fabriek
is geheel omheind, zoodat bekl. eerst door hrt
rasterwerk heeft moeten gaan, vóór hjj in de
fabriek kon komen. Bekl. heeft jaren bjj de
firma Pennock gediend en was volkomen op
de hoogte van de gelegenheid.
De bekl. bekende dat hy het feit bedreven
heeft doeh dat het bed op een houten deur
aan de voorzyde der fabriek hing.
De heer Pennock sprak dit tegen, evenals
zyn bedienden J. A. Mulder en J. F. Wolf
die het bed beiden hadden gezien in de zaal
aan het eind der fabriek.
De vierde getuige A. Flipse, koopman, ver
klaarde van den bekl. het bed gekocht te
hebben voor f 0.75, wjjl hjj de waarde van
het hem aangebodene niet kende.
Dit gaf den voorzitter aanleiding om den ge
tuige te waarschuwen in het vervolg voorzichtig
te zyn met den aankoop van zaken, die hy
niet kent.
De laatste getuige, de agent van politie A.
Pasveer, deed verslag van hetgeen door hem
ter opsporing van een en ander verricht is.
Nadat den heer Pennock gevraagd was,
waarom bek], door hem ontslagen was en deze
geantwoord had dat dit hoofdzakelijk aan
dronkenschap en het aan diens nooit op tyd
aan den winkel komen was te wjjten, vroeg
de voorzitter of bekl. iets tot zjjne verschooning
had in te brengen, waarop deze zich op zyn
huisgezin beriep.
De ambtenaar van het openbaar ministerie
wees er op dat zoowel in deze zaak als in da
nog volgende van toepassing is het gezegde f
Waren er geen helers, er waren geen di<m»|