N°. 200.
134" Jaargang.
1891.
W oensdag
26 Augustus.
Middelburg 25 Augustus.
1
Deze courant verschijnt d a g e 1 fj k a j
met uitzondering van Zon- en Feestdagen;
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.—
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën20 cent per regel; Bij abonnement lager;
Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten, benevens alle
dankbetuigingen; van 17 regels 1.50;
iedere regel meer ƒ0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
ONDERWIJS.
KUNST EN LETTEREN.
UIT STAD EN PROVINCIE.
üiniinisi iu.s(iii mum.
Thermometer.
Middelburg 25 Aug. vm. 8 u. 63 gr.
m. 12 tl 69 gr., av. 4 u. 67 gr. F.
Ver-wacht Z. W. wind.
Agenten te Vlissingen: P. G-. de Vet Meetdagh Zoon, te Goes: A. A. W.Bolland,teKrniningen:F. v. d. Peijl, te ZierikzeeA. C. deMooij, teTholen: W. A. Advrertentiëe
tan Neeuwenhcijzen en te Terneuren: M. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de moeten des namiddags te ééa nui
advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmae, te Rotterdam, de Gebe. Belintante, te 's Gravenhage, en A. de la Mae AzN., te Amsterdam. aan het bureau besorgd snn wille»
Hoofdagenten voor bet Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publioité étrangère G. L. Dadbe Cie., John F. Jones, opvolger. 8p des avonds nog worden opgenomen.
Aan bet slot van bare beschouwing over bet
ministerie zeide, zooals uit het gisteren gegeven
overzicht bleek, de redactie van de Standaard
»Van wat naar het „democratische" ook
maar zweemt, hebben deze stuurlieden een
bartgrondigen afkeer. Ze zjjn, Lely uitgezon
derd, vertegenwoordigers van de periode der
satisfaits, die achter ons ligtmaar missen
alle gemeenschap met de Bociale beweging,
die thans het hart der volken beeft ingenomen.
•Politiek gesproken, honden ze onze staat
kundige ontwikkeling dus op, en kunnen, ook
al trappen ze het wiel van Btaat, dat de von
ken er bp afvliegen, ons niet anders dan een
periode van stagnatie doen intreden. Aan velerlei
mogen ze de hand slaan, maar de politieke
ontwikkeling brengen ze niet verder."
Als »het democratische" ook naar de mee
ning van de Standaard de politieke ontwikke
ling moet brengen, waarom worden dan
zoo vraagt de Arnh. Cf. terecht door de
Standaard bp voorkeur adellpke heeren tot
volksvertegenwoordigers aanbevolen Zou die
bevordering van »het democratische" te ver
wachten zpn van de baronnen Mackay, Van
der Borch, Van Dedem, De Geer, Schimmel-
penninck, Van Wasaenaer, en de jonkheeren
Van Asch van Wjjck, De Savornin Lohman en
graaf van Bjjlandt? Wjj weten wel dat de
Standaard gaarne zich democratische allures
geeft, maar als het op daden, of kiezen, aan
komt, dan houdt ze zich toch bp hen, van wie
de democratie niets te wachten heeft.
Aan hare verzuchting is dus niet veel te
hechten.
Dat de heer Gleichman geen enkel oogenblik
in de combinatie voor het nieuwe kabinet
begrepen was, valt, zeker wel met grond, hieruit
te verklaren, dat deze als de aangewezen voor
zitter van de Tweede kamer werd beschouwd,
en men hem daarvoor ook bestemt.
Wat den minister van waterstaat, den heer
Lely, betreft, zoo meent de Haagsche sprokke
laar van het Utr. Dbld. op de vraag, die met
het oog op 1s ministers jeugdigen leettpd en
weinig openbaar verleden alleszins verklaarbaar
is, hoe men aan hem kwam, dit antwoord te
kunnen geven. De zaak is vrjj eenvoudig. De
heer Lely zat met den heer Tak van Poort
vliet in de commissie voor den »open water
weg" van Amsterdam naar zee, zoodat de
commanditaire vennoot van den kabinetsfor
mateur gelegenheid had gehad, de bekwaam
heden en zienswijze van den jongen ingenieur
goed te leeren kennen en waardeeren,
mogen we er gerust bpvoegen, want alB mr.
Tak, die zichzelf aan waterstaat zulke hooge
eischen stelde, iemand uitkiest voor die taak,
dan kan men tameljjk gerust zpn, dat hp er
goede degeljjke motieven voor heeft.
Alvorens van het onderwerp van den dag
af te stappen, zoo vervolgt die schrjjver, wil
ik nog eene bjjzonderheid vermelden, die zeer
zeker niet algemeen bekend is. 't Heeft weinig
gescheeld, of de heer Van Tienhoven waszpne
portefeuille alweer kwpt geweeBt, nog vóór de
benoeming officieel bad plaats geüadof liever,
hp is haar zelfs kwpt geweestwant toen
Z. Exc. in 't begin der vorige week op een
goeden morgen hier ter stede was aangekomen,
miste hp zjjne portefeuille, die in een spoor-
wegwaggon was achtergebleven, en slechts met
behulp van de telegraaf was hp een paar uren
later weer in het bezit van het kostbare stuk.
Het Ib zeker wel belangrijk om nn de
heer Tak van Poortvliet als leider van het
ministerie wordt beschouwd en in ieder geval
een der gewichtigste portefeuilles, die van
binnenlandsche zaken, heeft aanvaard te ver
nemen hoe bjj over sommige belangrijke punten
van staatsbeleid denkt.
Wp zullen daarom, op het voetspoor van het
Bbld, eens herinneren aan hetgeen door hem
is gezegd bp de algemeene beraadslagingen
over de staatBbegrooting van 1891, welke
zooals men misschien nog weet ditmaal na
de afhandeling der tien eerBte hoofdstukken, bp
de onvoorziene uitgaven werden gehouden, toen
de Tweede kamer in 't eind van Januari weder
bpeen was gekomen. Bjj die beraadslagingen
trad ook de heer Tak op met het betoog, dat
het nu afgetreden ministerie en de meerderheid
der oude Tweede kamer in gebreke waren ge
bleven de beloften uit den verkiezingstijd te
vervullen, ofschoon de grondwetsherziening
voor vele hervormingen den weg had gebaand.
De heer Tak ging aldus voort:
fWet de uitvoering der gewpzigde grond
wetsbepalingen moet derhalve nog een aanvang
worden gemaakt. Maar de volksbehoeften,
die haar in het leven riepen, zpn inmiddels
niet verdwenen. Onbevredigd, dringen zp
slechts te meer. Trouwens zp staan ons alle
voor den geest, waar ik mjj thans tot de
aanduiding van enkele moet bepalen.
•Dat vrpheid van bewegingin voortbrenging
en verkeer voor het behoud onzer volkswel
vaart onmisbaar is, wordt niet meer ernstig
bestreden. Waar de gedrukte toestand van
den landbouw voorziening eischt, moet in die
vrpheid allereerst herstel worden gezocht.
Terwjjl op elk gebied de grondstof, het kapi
taal op de gemakkelijkste en goedkoopste
wjjze onder het bereik van den voortbrenger
wordt geplaatst, iB hier te lande de overgang
van den grond in de banden van den land
bouwer, die daaruit op elk gegeven oogenblik
het meeste voordeel meent te kunnen trekken,
belemmerd door hooge mutatie- en oversohrjj-
vingsrechten. Yoor de ontwikkeling van den
landbouw is daardoor een noodzakeljjke voor
waarde weggenomende mededinging met
vreemden is onder zulke omstandigheden bjjna
onmogelpk gemaakt. Meer en meer wordt
zulks erkend. In de onlangs verschenen ver
slagen der landbouwenquête wordt allerwege
de ophelfing der mutatierechten als eerste
voorwaarde voor de opbeuring van den ge-
drukten toestand gesteld. Den landbouw in
dit opzicht te brengen onder het gemeene
recht, hem van deze drukkende helling te
ontlasten, zal een der eerste maatregelen in
het belang der algemeene welvaart moeten zpn.
De bevrediging van dezen eisch vormt een
belangrijk onderdeel der hervorming van ons
belastingstelsel, zoo dringend noodig, en waar
van de lpnen sedert lang getrokken zpn.
Eene billjjke verdeeling van den belastingdruk
in verband met de draagkracht der ingezetenen;
de opruiming der heffingen, welke de ontwik
keling van handel, njjverheid en verkeer be
lemmeren of de eerste levensbehoeften treffen
en eene geheele omwerking van het samen-
stelsel der directe belastingen. De bezwaren
hiertegen zpn voor een groot deel weggeval
len, sedert het verdwpnen van den belasting-
census de, uit de grondwettelijke bepalingen
voortspruitende moeilijkheid deed vervallen.
Wordt het voortbrengend vermogen van den
grond door opheffing der mutatie- en over-
schrpvingsrechten verhoogd, dan bestaat er
alle aanleiding, om de daaruit genotene in
komsten zwaarder dan thans te treffen. Ook
de andere bronnen van inkomst bebooren in
billpke verhouding bjj te dragen in de alge
meene lasten van den staat. Op dit gebied
is een omvangrijke voorarbeid vereischt, welke
tot spoedig handelen in staat kan stellen.
Aan medewerking daarbjj zal het niét ont
breken, wanneer slechts de invoering der
nieuwe, billpke belastingvormen met verwij
dering van scbadeljjke heffingen gepaard gaat
en niet benuttigd wordt tot het vormen van
ruimere kassen of tot grootere uitgaven, een
meer „weelderigen voet van leven."
In nauw verband hiermede Btaat, wat men
de voorzienig in den nood der gemeenten heeft
genoemd. Zonder twjjfel zal, wil men groote
moeilijkheden en bezwaren voorkomen, het
financiewezen der gemeenten eene grondige
herziening eischen. Dat daartoe meerdere vrp
heid in de keuze en den omvang van haar be
lastinggebied moet worden verzekerd, staat,
naar ik meen, thanB bp allen vaBt. Wanneer
men hierbp echter want op zich zelve is
deze vrpheid niet voldoende de gemeenten
slechts, geljjk de aanhangige wetsvoordracht
wil, met eene hoogere bpdrage uit de tegen
woordige rijksbelasting te hnlp wil komen, zal
de kwaal slechts slepende gehouden, geene
blpvende genezing aangebracht worden.
„Wie niet een vreemdeling ia in de geschie
denis van ons staatsbestuur, weet dat gedu
rende de laatste vjjftig jaren de gemeentebe
sturen in toenemende mate zpn beschouwd en
benuttigd als organen van het staatsgezag, als
uitvoerders van de rjjkswetten. Daartegen is
op zich zelf geen bezwaar. Maar hieraan werd
het euvel verbonden, dat niet slechts de uit
voering van menige staatswet maar ook de
bekostiging der daarvoor noodige maatregelen
ten laste kwam der gemeenten en op hare
ingezetenen als zoodanig drukt, De groote
onbillijkheid springt in hst oog. De gemeen
telijke administratie verkreeg daardoor som
wijlen veel grooteren omvang en eischte meer
dere uitgaven. De kosten, aan de uitvoering
der rjjkswet verbonden, loopen zeer uiteen naar
mate van den bjjzonderen toestand der ver
schillende gemeenten, en drukken meermalen
op de ingezetenen in omgekeerde reden tot de
1 welvaart hunner plaats. Te zwaarder, omdat
vele ingezetenen zich door verplaatsing aan
hunne bpdrage tot de hlgemeene lasten kon
den onttrekken.
•Om in den financieelen toestand der ge
meenten verbetering te brengen, kan men niet
met eene versterking harer ontvangsten, zonder
meer, volstaan. Ook de uitgaven moeten worden
onder het oog gezien. Die, welke ten behoeve
der algemeene huishouding van den staat ge
schieden, aan de plaatselijke huishouding der
gemeenten vreemd zpn, dienen te worden
afgezonderd en in den een of anderen vorm
gebracht ten laste van het rjjk. Daarna zoude
aan de gemeentebesturen eene veel grootere
vrpheid in het beheer harer plaatseljjke bnis-
bouding en de keuze der daarvoor noodige
heffingen kunnen worden gegeven. De grond
wetgever van 1848 heeft de autonomie der
gewesteljjke en plaatseljjke besturen, welke
in de eerste helft der eeuw schier was
verdwenen, opnieuw gevestigd. De grondwets
herziening van 1887 heeft de vroegere bepa
lingen in diezelfde richting nog vrijgeviger
uitgewerkt. Wordt aan deze gewpzigde voor
schriften uitvoering gegeven, dan zal de ver
houding tusschen het financiewezen van rijk,
provincie en gemeente veel gemak kelp ker en
beter dan thans zpn te regelen. En daarbjj
•zal tevens het voordeel zpn verkregen, dat
het hoogere bestuur de uitgaven, .welke nit
zjjne maatregelen voortvloeien, niet aan anderen
op de schouders kan leggenmaar dat elk
bestuur, hetzjj hooger of lager, voor de finan-
cieele gevolgen der door hem genomene maat
regelen en voor de bepaling van de wjjze,
waarop zp door de ingezetenen zullen worden
gedragen, ten volle verantwoordelijk bljjft.
•Wanneer van verantwoordelijkheid sprake
is, komt vanzeli de regeling van het kies
recht op den voorgrond. De regeering heeft
laatstelijk in de memorie van antwoord, als
grond voor het achterwege blpven van elk
daartoe strekkend voorstel, haar wensch doen
gelden, dat de tegenwoordige kiezers eerlang
een oordeel zouden vellen over haar beleid.
Een zonderlinge reden, voorwaar. Wat mag
de regeering bewegen om aan dit oordeel bp
voorkeur en uitsluitend te hechten? Want
dat de regeling van het kiesrecht thanB ge
brekkig is, weten wjj allen. Zp werd inder
haast ontworpen, als eene overgangsbepaling.
Zp grondt do kiesbevoegdheid op verouderde
voorschriften voor belastingheffing, die in de
verschillende deelen des lands zeer ongeljjk
werken, het kiesrecht daardoor aan den eenen
toekennende, aan den ander onder geljjke
omstandigheden onthoudende. Daardoor pleegt
onrecht jegens vele ingezetenen. Haar
voorbestaan moet, wjjl zp aan sommigen een
voorrecht boven anderen schenkt, het gezag
der algemeene en plaatseljjke vertegenwoordi
ging verzwakken. „Wanneer het stemrecht,
door wie ook uitgeoefend, het karakter van
gemeen recht verliest, om dat van een voor
recht te erlangen, gaat men tegen de streek
der hedendasgsche vaart lijnrecht in", zeide
Thorbecke reeds in 1844 in de bekende rede
over het hedenuaagsche staatsburgerschap,
waarmede hjj den grondslag voor de kieswet
geving van na 1848 heeft gelegd. Daarin stond
het beginsel op den voorgrond, dat alle in
gezetenen, die tot de uitoefening van het
stemrecht geschiktheid bezittende kiesbe
voegdheid gelpkelpk erlangen. Werd de be-
lastingcensns destjjds als criterium voor de
toekenning dier bevoegdheid aangenomen, dit
geschiedde in den gedachtengang des ont
werpers met de stellige bedoelingdat de
greneljjn zoude worden verschoven naarmate
meerdere ontwikkeling en belangstelling in
de algemeene zaak zich onder alle klassen van
ingezetenen zonden uitbreiden. Kort geleden
werd voor de eerste maal de kring der kies-
bevoegden uitgebreid. Maar reeds vóór bpna
vijftig jaar bad Thorbecke met profetischen
blik de moeilijkheid omschreven, welke uit
een te lang verschuiven dezer uitbreiding voort
vloeien moest. »Pereoonljjk standsvoorrecht
heet afgeschaft, opdat aan de bekwaamheid
en verdienste hare natuurlijke baan worde ge
opend maar een op bezit van uitwendige
goederen gegrond stelsel van voorrechten treedt
in de plaats. Burgerstand beteekent opnieuw
een deel, eene klasse van het volk. Te mid
den eener maatschappij, op gemeen recht der
leden gebouwd, wordt- eene onoverklimbare
grens tusschen bevoegden en onbevoegden ge
sticht. Wie vindt den toon, waarin deze
dissonant zich oplost?"
•De nieuwe kieswet zal, wordt zp in den
rechten toon geschreven, die oplossing schen
ken. Zp zal, de eischen voor het stemrecht
naar den aard der algemeene en plaatseljjke
vertegenwoordiging onderscheiden stellende»
ons Staten-Generaal en Provinciaal- en ge
meenteraden schenken door de medewerking
van allen, die recht van medespreken bezitten,
krachtig samengesteld en zich daarvan be-
wusst; in staat om in bestuur en wetgeving
veel wat verzuimd is in te halen en tevens
te voorzien in de maatschappelijke behoeften,
welke het heden doet gelden of de toekomst
zal scheppen.
•Zoo ooit daartoe een krachtig en eendrachtig
handelen in het landsbelang noodig ware, uit
stel ooit onverdedigbaar was te achten, dan
zeker thans, bij den toestand waarin wp op
dit oogenblik verkeeren. In de ernstige dagen,
welke wp doorleefden, schaarden wjj ons allen
dichter rond den troon. Nimmer gevoelden
wjj dieper, hoe groot eene kracht voor ons
volksleven is uitgegaan van het hnis van Oranje
welke steun dat in gevaren voor Nederland is
geweest. Maar juist daarom klemt thans meer
dan ooit voor ons de verplichting om de ge
breken van ons staatsgebouw te herstellen, het
inwendig verband der deelen te bevestigen en
te versterken, aan alle krachten van ons volks
leven eene vrjje ontwikkeling te verzekeren.
De grondwetsherziening heeft de hinderpalen,
welke daartegen in den weg stonden, opgeruimd.
Veel had reeds kuunen, had reeds moeten zjjn
tot stand gebracht. Maar hiervoor schoten de
krachten der meerderheid van 1888 te kort
Zjj liet ons in het moeras. Moge een volgend
tijdperk van wetgeving aan gindsche tafel eene
regeering vinden, door overtuiging, werkkrecht
en moed gerechtigd en in Btaat, om den volks
geest te wekken en onze grondwet opnieuw
van eene doode letter te maken tot eene
levende kracht."
De congres-leden werden Zondag op het raad
huis door den burgemeester, den heer Lippens
welkom geheeten met een hartelijke toespraak.
Na hem sprak de heer Van Droogenbroek,
afgevaardigde der Belgische regeering, namens
deze om den leden het welkom toe te roepen.
Namens de Noord-Nederlanders sprak prof.
Quack, namens de Zuid-Nederlanders voerde
Max Rooses het woord.
Met een uitvoerige rede van den voorzitter
der regelingscommissie, jhr A. de Maere Lim-
nander werd Maandagmorgen te 9 uren het
congres geopend.
Het Jjjk van madame Agar, dat op wensch
der overledene in Frankrjjk zal ter aarde wor
den beBteld, kwam gisteren te Marseille aan en
is direct door naar Parjjs getransporteerd.
De leerlingen der openbare school te
Kleverskerke hebben in de vier jaren van het
bestaan der schoolspaarbank daarin ingelegd
711.25.
De vorige week is door den'gemeenteraad
van 's Gravenhage benoemd tot leerares in
natuurljjke historie, tevens belast met het on
derwijs in rekenen in de hoogste klasse, aan
de Hoogere Burgerschool voor meisjes de eenige
sollicitante mej. A. M. Will, met 15 stemmen.
Er waren verder uitgebracht 1 stem in blanco
en 7 op mej. J. E. Treub, die niet op de
voordracht stond.
Bjj kon. besluit is
op verzoek eervol ontslag verleend als leeraar
aan de R. H. B. S. te Warffum aan J. J.
Meder
de met verlof hier te lande aanwezige officier
van gezondh. Ie kl. van het leger in N.-I. D. J,
Blok, ter zake van lichaamsgebreken, eervol
uit den militairen dienst ontslagen, met toe
kenning van pensioen; en
benoemd tot dir. van het post- en telegraaf,
kantoor te Klnndert J. M. van der Poel, thans
dir. van het telegraafkantoor en brievengaarder
te Egmond.
De audientiën van den minister van koloniën
zullen, te beginnen met 4 September, des
Vrjjdags om een uur 'b namiddags in het ge
bouw van het departement van koloniën plaats
vinden.
Door ons hof is voor den tjjd van acht dagen
de lichte rouw aangenomen wegens het over
lijden van H. K. H. mevrouw de hertogin
Eugenius van Wurtemberg, geboren prinses
van SchaumburgLippe.
Uit Den Haag schrijft men aan de Amst.
Qrt omtrent het afscheid, door.den minister van
oorlog van het personeel van zpn departement
genomen
Begeleid door de referendarissen of hoofd
officieren, hoofden der verschillende afdeelingen,
ontving generaal Bergansius de ambtenaren
afdeelingsgewjjze in zjjn kabinet. Op de hem
eigene kalme en waardige wjjze dankte hjj de
chefs, zoowel als de lagere ambtenaren voor
den jjver en de toewjjding, door hen, gedu
rende zpn optreden als hoofd van het depar
tement, steeds aan den dag gelegd, het betreu
rende nochtans, dat er nog zooveel was, dat
niet afgedaan is kunnen worden. Vooral speet
het hem, dat de legerwet niet tot een goed
einde is kunnen komen. Nadat de generaal
zich in aller herinnering gunstig aanbevolen
had, reikte hjj allen, hoog- en lagergeplaatsten,
blpkbaar getroffen, de hand tot afscheid. De
hoofden der afdeelingen dankten den braven
generaal voor de woorden van waardeering,
zooeven tot hen en hunne ondergeschikten
gesproken, en gaven hem te kennen, dat zpn
aftreden door allen, die de eer hadden onder
hem te mogen werken, ten zeerste betreurd
werd.
Zelden is er dan ook een minister van oor
log geweest, wiens heengaan zóo trof als dat
van minister Bergansius. Zelden zag men aan
het hoofd van het oorlogsdepartement een man
van zóo groote werkkracht-, een man met zulk
eenen jjver, een man die zóo de sympathie
ajjner ambtenaren had, een man zóo kundig,
zóo nauwgezet en zóo rechtvaardig al deze
Minister.
De naam Bergansius zal aan het departement
van oorlog steeds met eere genoemd worden."
.Dezer dagen wordt, zooals men weet
te Gent het XXI Nederlandsch taal en letter
kundig oongres gehouden,
Ter aanvulling van het korte bericht in
het vorig nommer omtrent de Maandag na
middag gehouden oefening der dd. schutterjj
op het Molenwater alhier, waarbp twee in rang
verhoogde officieren geïnstalleerd werden en
de in den nationalen schietwedstrijd behaalde
medailles aan het vaandel gehecht zpn, dient
Dog gemeld dat de majoor-commandant, de
heer F. G. Sprenger, den bevorderden officieren
geluk wenschte, hun de belangen der schut
terij bÜ vernieuwing aanbeval en het vertrou
wen uitte dat zjj in den nienwen rang hunne
verplichtingen naar behooren zullen blpven
nakomen.
De commandant deelde verder mede dat aan
den kapitein De Maret Tak het bevel over de
le compagnie bljjft opgedragen en dat de le
luit. Van der Lejjé ingedeeld bljjft bjj de 2e
compagnie.
Vóór het aanhechten der medailles hield de
majoor een toespraak, ongeveer als volgt lui
dende »Bp den schietwedBtrpd, die uitge
schreven werd door de Vereenigirtg van Neder-
landsche scherpschutters, gehouden te Hoorn op
het laatst der maand Juni, en waaraan een
groot deel van Nederland's schutterjj, leger*
en weerbaarheidskorpsen heeft deelgenomen,
zpn door een detachement onzer schutterij
prjjzen behaald en wel de 2de prjjs voor salvo*
vuur op 300 Meter en de 3de prjjs voor indi*
vidueel vuur op 225 Meter; beide opengesteld
voor d. d. schutterijen.
•Onder leiding van kapitein Boone hebbed
sergeants Timmermans en Nuessell, de korpo
raals Kalkman en Baans en schutter Hering
zich geoefend om op deze, voor ons weinig be
kende afstanden te schieten en het gevolg van
hunne pogingen is geweest dat zp met eer«t
het strpdperk verlaten hebben.
•Het is mjj eene behoefte hun hier voor het
front der schutterp dank te zeggen voor de
wijze, waarop zp de d.d. sehutterjj van Mid
delburg te Hoorn hebben vertegenwoordigd
Door hen is weder bewezen dat met oefening
en goeden wil ook trots eene verouderde schut
terp wet en de ontmoedigende toon, waarop
door sommige hooggeplaatste militaire speci
aliteiten over de schutterijen gesproken wordt;
een doel kan bereikt worden dat de verdedi
ging van ons dierbaar vaderland in de uren
van gevaar van groot nut kan zpn.
•Wat de toekomst ons zal brengen is onzeker.
Zal de schutterp spoedig verdwpnenzal eene
betere inrichting haar meer dan thans aan
hare roeping doen beantwoorden Wjj tasten
dienaangaande in het duister, doch het is ons
aller plicht, om, zoolang wjj leden der schut
terp zpn, onze taak zoo goed mogeljjk te
verrichten. Moge het voorbeeld van de mannen,
die ons te Hoorn met eere vertegenwoordigden,
ons allen tot navolging aansporen 1" 1
De medailles werden vervolgens aan het
vaandel gehecht.
Hierna werd door den troep, met de muziek
aan het hoofd, voor de overwinnaars gedefileerd,
terwpl de oefening met een militaire wandeling
door de stad besloten werd.