N°. 200. 134" Jaargang. 1891. W oensdag 26 Augustus. Middelburg 25 Augustus. 1 Deze courant verschijnt d a g e 1 fj k a j met uitzondering van Zon- en Feestdagen; Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.— Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën20 cent per regel; Bij abonnement lager; Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten, benevens alle dankbetuigingen; van 17 regels 1.50; iedere regel meer ƒ0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. ONDERWIJS. KUNST EN LETTEREN. UIT STAD EN PROVINCIE. üiniinisi iu.s(iii mum. Thermometer. Middelburg 25 Aug. vm. 8 u. 63 gr. m. 12 tl 69 gr., av. 4 u. 67 gr. F. Ver-wacht Z. W. wind. Agenten te Vlissingen: P. G-. de Vet Meetdagh Zoon, te Goes: A. A. W.Bolland,teKrniningen:F. v. d. Peijl, te ZierikzeeA. C. deMooij, teTholen: W. A. Advrertentiëe tan Neeuwenhcijzen en te Terneuren: M. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de moeten des namiddags te ééa nui advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmae, te Rotterdam, de Gebe. Belintante, te 's Gravenhage, en A. de la Mae AzN., te Amsterdam. aan het bureau besorgd snn wille» Hoofdagenten voor bet Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publioité étrangère G. L. Dadbe Cie., John F. Jones, opvolger. 8p des avonds nog worden opgenomen. Aan bet slot van bare beschouwing over bet ministerie zeide, zooals uit het gisteren gegeven overzicht bleek, de redactie van de Standaard »Van wat naar het „democratische" ook maar zweemt, hebben deze stuurlieden een bartgrondigen afkeer. Ze zjjn, Lely uitgezon derd, vertegenwoordigers van de periode der satisfaits, die achter ons ligtmaar missen alle gemeenschap met de Bociale beweging, die thans het hart der volken beeft ingenomen. •Politiek gesproken, honden ze onze staat kundige ontwikkeling dus op, en kunnen, ook al trappen ze het wiel van Btaat, dat de von ken er bp afvliegen, ons niet anders dan een periode van stagnatie doen intreden. Aan velerlei mogen ze de hand slaan, maar de politieke ontwikkeling brengen ze niet verder." Als »het democratische" ook naar de mee ning van de Standaard de politieke ontwikke ling moet brengen, waarom worden dan zoo vraagt de Arnh. Cf. terecht door de Standaard bp voorkeur adellpke heeren tot volksvertegenwoordigers aanbevolen Zou die bevordering van »het democratische" te ver wachten zpn van de baronnen Mackay, Van der Borch, Van Dedem, De Geer, Schimmel- penninck, Van Wasaenaer, en de jonkheeren Van Asch van Wjjck, De Savornin Lohman en graaf van Bjjlandt? Wjj weten wel dat de Standaard gaarne zich democratische allures geeft, maar als het op daden, of kiezen, aan komt, dan houdt ze zich toch bp hen, van wie de democratie niets te wachten heeft. Aan hare verzuchting is dus niet veel te hechten. Dat de heer Gleichman geen enkel oogenblik in de combinatie voor het nieuwe kabinet begrepen was, valt, zeker wel met grond, hieruit te verklaren, dat deze als de aangewezen voor zitter van de Tweede kamer werd beschouwd, en men hem daarvoor ook bestemt. Wat den minister van waterstaat, den heer Lely, betreft, zoo meent de Haagsche sprokke laar van het Utr. Dbld. op de vraag, die met het oog op 1s ministers jeugdigen leettpd en weinig openbaar verleden alleszins verklaarbaar is, hoe men aan hem kwam, dit antwoord te kunnen geven. De zaak is vrjj eenvoudig. De heer Lely zat met den heer Tak van Poort vliet in de commissie voor den »open water weg" van Amsterdam naar zee, zoodat de commanditaire vennoot van den kabinetsfor mateur gelegenheid had gehad, de bekwaam heden en zienswijze van den jongen ingenieur goed te leeren kennen en waardeeren, mogen we er gerust bpvoegen, want alB mr. Tak, die zichzelf aan waterstaat zulke hooge eischen stelde, iemand uitkiest voor die taak, dan kan men tameljjk gerust zpn, dat hp er goede degeljjke motieven voor heeft. Alvorens van het onderwerp van den dag af te stappen, zoo vervolgt die schrjjver, wil ik nog eene bjjzonderheid vermelden, die zeer zeker niet algemeen bekend is. 't Heeft weinig gescheeld, of de heer Van Tienhoven waszpne portefeuille alweer kwpt geweeBt, nog vóór de benoeming officieel bad plaats geüadof liever, hp is haar zelfs kwpt geweestwant toen Z. Exc. in 't begin der vorige week op een goeden morgen hier ter stede was aangekomen, miste hp zjjne portefeuille, die in een spoor- wegwaggon was achtergebleven, en slechts met behulp van de telegraaf was hp een paar uren later weer in het bezit van het kostbare stuk. Het Ib zeker wel belangrijk om nn de heer Tak van Poortvliet als leider van het ministerie wordt beschouwd en in ieder geval een der gewichtigste portefeuilles, die van binnenlandsche zaken, heeft aanvaard te ver nemen hoe bjj over sommige belangrijke punten van staatsbeleid denkt. Wp zullen daarom, op het voetspoor van het Bbld, eens herinneren aan hetgeen door hem is gezegd bp de algemeene beraadslagingen over de staatBbegrooting van 1891, welke zooals men misschien nog weet ditmaal na de afhandeling der tien eerBte hoofdstukken, bp de onvoorziene uitgaven werden gehouden, toen de Tweede kamer in 't eind van Januari weder bpeen was gekomen. Bjj die beraadslagingen trad ook de heer Tak op met het betoog, dat het nu afgetreden ministerie en de meerderheid der oude Tweede kamer in gebreke waren ge bleven de beloften uit den verkiezingstijd te vervullen, ofschoon de grondwetsherziening voor vele hervormingen den weg had gebaand. De heer Tak ging aldus voort: fWet de uitvoering der gewpzigde grond wetsbepalingen moet derhalve nog een aanvang worden gemaakt. Maar de volksbehoeften, die haar in het leven riepen, zpn inmiddels niet verdwenen. Onbevredigd, dringen zp slechts te meer. Trouwens zp staan ons alle voor den geest, waar ik mjj thans tot de aanduiding van enkele moet bepalen. •Dat vrpheid van bewegingin voortbrenging en verkeer voor het behoud onzer volkswel vaart onmisbaar is, wordt niet meer ernstig bestreden. Waar de gedrukte toestand van den landbouw voorziening eischt, moet in die vrpheid allereerst herstel worden gezocht. Terwjjl op elk gebied de grondstof, het kapi taal op de gemakkelijkste en goedkoopste wjjze onder het bereik van den voortbrenger wordt geplaatst, iB hier te lande de overgang van den grond in de banden van den land bouwer, die daaruit op elk gegeven oogenblik het meeste voordeel meent te kunnen trekken, belemmerd door hooge mutatie- en oversohrjj- vingsrechten. Yoor de ontwikkeling van den landbouw is daardoor een noodzakeljjke voor waarde weggenomende mededinging met vreemden is onder zulke omstandigheden bjjna onmogelpk gemaakt. Meer en meer wordt zulks erkend. In de onlangs verschenen ver slagen der landbouwenquête wordt allerwege de ophelfing der mutatierechten als eerste voorwaarde voor de opbeuring van den ge- drukten toestand gesteld. Den landbouw in dit opzicht te brengen onder het gemeene recht, hem van deze drukkende helling te ontlasten, zal een der eerste maatregelen in het belang der algemeene welvaart moeten zpn. De bevrediging van dezen eisch vormt een belangrijk onderdeel der hervorming van ons belastingstelsel, zoo dringend noodig, en waar van de lpnen sedert lang getrokken zpn. Eene billjjke verdeeling van den belastingdruk in verband met de draagkracht der ingezetenen; de opruiming der heffingen, welke de ontwik keling van handel, njjverheid en verkeer be lemmeren of de eerste levensbehoeften treffen en eene geheele omwerking van het samen- stelsel der directe belastingen. De bezwaren hiertegen zpn voor een groot deel weggeval len, sedert het verdwpnen van den belasting- census de, uit de grondwettelijke bepalingen voortspruitende moeilijkheid deed vervallen. Wordt het voortbrengend vermogen van den grond door opheffing der mutatie- en over- schrpvingsrechten verhoogd, dan bestaat er alle aanleiding, om de daaruit genotene in komsten zwaarder dan thans te treffen. Ook de andere bronnen van inkomst bebooren in billpke verhouding bjj te dragen in de alge meene lasten van den staat. Op dit gebied is een omvangrijke voorarbeid vereischt, welke tot spoedig handelen in staat kan stellen. Aan medewerking daarbjj zal het niét ont breken, wanneer slechts de invoering der nieuwe, billpke belastingvormen met verwij dering van scbadeljjke heffingen gepaard gaat en niet benuttigd wordt tot het vormen van ruimere kassen of tot grootere uitgaven, een meer „weelderigen voet van leven." In nauw verband hiermede Btaat, wat men de voorzienig in den nood der gemeenten heeft genoemd. Zonder twjjfel zal, wil men groote moeilijkheden en bezwaren voorkomen, het financiewezen der gemeenten eene grondige herziening eischen. Dat daartoe meerdere vrp heid in de keuze en den omvang van haar be lastinggebied moet worden verzekerd, staat, naar ik meen, thanB bp allen vaBt. Wanneer men hierbp echter want op zich zelve is deze vrpheid niet voldoende de gemeenten slechts, geljjk de aanhangige wetsvoordracht wil, met eene hoogere bpdrage uit de tegen woordige rijksbelasting te hnlp wil komen, zal de kwaal slechts slepende gehouden, geene blpvende genezing aangebracht worden. „Wie niet een vreemdeling ia in de geschie denis van ons staatsbestuur, weet dat gedu rende de laatste vjjftig jaren de gemeentebe sturen in toenemende mate zpn beschouwd en benuttigd als organen van het staatsgezag, als uitvoerders van de rjjkswetten. Daartegen is op zich zelf geen bezwaar. Maar hieraan werd het euvel verbonden, dat niet slechts de uit voering van menige staatswet maar ook de bekostiging der daarvoor noodige maatregelen ten laste kwam der gemeenten en op hare ingezetenen als zoodanig drukt, De groote onbillijkheid springt in hst oog. De gemeen telijke administratie verkreeg daardoor som wijlen veel grooteren omvang en eischte meer dere uitgaven. De kosten, aan de uitvoering der rjjkswet verbonden, loopen zeer uiteen naar mate van den bjjzonderen toestand der ver schillende gemeenten, en drukken meermalen op de ingezetenen in omgekeerde reden tot de 1 welvaart hunner plaats. Te zwaarder, omdat vele ingezetenen zich door verplaatsing aan hunne bpdrage tot de hlgemeene lasten kon den onttrekken. •Om in den financieelen toestand der ge meenten verbetering te brengen, kan men niet met eene versterking harer ontvangsten, zonder meer, volstaan. Ook de uitgaven moeten worden onder het oog gezien. Die, welke ten behoeve der algemeene huishouding van den staat ge schieden, aan de plaatselijke huishouding der gemeenten vreemd zpn, dienen te worden afgezonderd en in den een of anderen vorm gebracht ten laste van het rjjk. Daarna zoude aan de gemeentebesturen eene veel grootere vrpheid in het beheer harer plaatseljjke bnis- bouding en de keuze der daarvoor noodige heffingen kunnen worden gegeven. De grond wetgever van 1848 heeft de autonomie der gewesteljjke en plaatseljjke besturen, welke in de eerste helft der eeuw schier was verdwenen, opnieuw gevestigd. De grondwets herziening van 1887 heeft de vroegere bepa lingen in diezelfde richting nog vrijgeviger uitgewerkt. Wordt aan deze gewpzigde voor schriften uitvoering gegeven, dan zal de ver houding tusschen het financiewezen van rijk, provincie en gemeente veel gemak kelp ker en beter dan thans zpn te regelen. En daarbjj •zal tevens het voordeel zpn verkregen, dat het hoogere bestuur de uitgaven, .welke nit zjjne maatregelen voortvloeien, niet aan anderen op de schouders kan leggenmaar dat elk bestuur, hetzjj hooger of lager, voor de finan- cieele gevolgen der door hem genomene maat regelen en voor de bepaling van de wjjze, waarop zp door de ingezetenen zullen worden gedragen, ten volle verantwoordelijk bljjft. •Wanneer van verantwoordelijkheid sprake is, komt vanzeli de regeling van het kies recht op den voorgrond. De regeering heeft laatstelijk in de memorie van antwoord, als grond voor het achterwege blpven van elk daartoe strekkend voorstel, haar wensch doen gelden, dat de tegenwoordige kiezers eerlang een oordeel zouden vellen over haar beleid. Een zonderlinge reden, voorwaar. Wat mag de regeering bewegen om aan dit oordeel bp voorkeur en uitsluitend te hechten? Want dat de regeling van het kiesrecht thanB ge brekkig is, weten wjj allen. Zp werd inder haast ontworpen, als eene overgangsbepaling. Zp grondt do kiesbevoegdheid op verouderde voorschriften voor belastingheffing, die in de verschillende deelen des lands zeer ongeljjk werken, het kiesrecht daardoor aan den eenen toekennende, aan den ander onder geljjke omstandigheden onthoudende. Daardoor pleegt onrecht jegens vele ingezetenen. Haar voorbestaan moet, wjjl zp aan sommigen een voorrecht boven anderen schenkt, het gezag der algemeene en plaatseljjke vertegenwoordi ging verzwakken. „Wanneer het stemrecht, door wie ook uitgeoefend, het karakter van gemeen recht verliest, om dat van een voor recht te erlangen, gaat men tegen de streek der hedendasgsche vaart lijnrecht in", zeide Thorbecke reeds in 1844 in de bekende rede over het hedenuaagsche staatsburgerschap, waarmede hjj den grondslag voor de kieswet geving van na 1848 heeft gelegd. Daarin stond het beginsel op den voorgrond, dat alle in gezetenen, die tot de uitoefening van het stemrecht geschiktheid bezittende kiesbe voegdheid gelpkelpk erlangen. Werd de be- lastingcensns destjjds als criterium voor de toekenning dier bevoegdheid aangenomen, dit geschiedde in den gedachtengang des ont werpers met de stellige bedoelingdat de greneljjn zoude worden verschoven naarmate meerdere ontwikkeling en belangstelling in de algemeene zaak zich onder alle klassen van ingezetenen zonden uitbreiden. Kort geleden werd voor de eerste maal de kring der kies- bevoegden uitgebreid. Maar reeds vóór bpna vijftig jaar bad Thorbecke met profetischen blik de moeilijkheid omschreven, welke uit een te lang verschuiven dezer uitbreiding voort vloeien moest. »Pereoonljjk standsvoorrecht heet afgeschaft, opdat aan de bekwaamheid en verdienste hare natuurlijke baan worde ge opend maar een op bezit van uitwendige goederen gegrond stelsel van voorrechten treedt in de plaats. Burgerstand beteekent opnieuw een deel, eene klasse van het volk. Te mid den eener maatschappij, op gemeen recht der leden gebouwd, wordt- eene onoverklimbare grens tusschen bevoegden en onbevoegden ge sticht. Wie vindt den toon, waarin deze dissonant zich oplost?" •De nieuwe kieswet zal, wordt zp in den rechten toon geschreven, die oplossing schen ken. Zp zal, de eischen voor het stemrecht naar den aard der algemeene en plaatseljjke vertegenwoordiging onderscheiden stellende» ons Staten-Generaal en Provinciaal- en ge meenteraden schenken door de medewerking van allen, die recht van medespreken bezitten, krachtig samengesteld en zich daarvan be- wusst; in staat om in bestuur en wetgeving veel wat verzuimd is in te halen en tevens te voorzien in de maatschappelijke behoeften, welke het heden doet gelden of de toekomst zal scheppen. •Zoo ooit daartoe een krachtig en eendrachtig handelen in het landsbelang noodig ware, uit stel ooit onverdedigbaar was te achten, dan zeker thans, bij den toestand waarin wp op dit oogenblik verkeeren. In de ernstige dagen, welke wp doorleefden, schaarden wjj ons allen dichter rond den troon. Nimmer gevoelden wjj dieper, hoe groot eene kracht voor ons volksleven is uitgegaan van het hnis van Oranje welke steun dat in gevaren voor Nederland is geweest. Maar juist daarom klemt thans meer dan ooit voor ons de verplichting om de ge breken van ons staatsgebouw te herstellen, het inwendig verband der deelen te bevestigen en te versterken, aan alle krachten van ons volks leven eene vrjje ontwikkeling te verzekeren. De grondwetsherziening heeft de hinderpalen, welke daartegen in den weg stonden, opgeruimd. Veel had reeds kuunen, had reeds moeten zjjn tot stand gebracht. Maar hiervoor schoten de krachten der meerderheid van 1888 te kort Zjj liet ons in het moeras. Moge een volgend tijdperk van wetgeving aan gindsche tafel eene regeering vinden, door overtuiging, werkkrecht en moed gerechtigd en in Btaat, om den volks geest te wekken en onze grondwet opnieuw van eene doode letter te maken tot eene levende kracht." De congres-leden werden Zondag op het raad huis door den burgemeester, den heer Lippens welkom geheeten met een hartelijke toespraak. Na hem sprak de heer Van Droogenbroek, afgevaardigde der Belgische regeering, namens deze om den leden het welkom toe te roepen. Namens de Noord-Nederlanders sprak prof. Quack, namens de Zuid-Nederlanders voerde Max Rooses het woord. Met een uitvoerige rede van den voorzitter der regelingscommissie, jhr A. de Maere Lim- nander werd Maandagmorgen te 9 uren het congres geopend. Het Jjjk van madame Agar, dat op wensch der overledene in Frankrjjk zal ter aarde wor den beBteld, kwam gisteren te Marseille aan en is direct door naar Parjjs getransporteerd. De leerlingen der openbare school te Kleverskerke hebben in de vier jaren van het bestaan der schoolspaarbank daarin ingelegd 711.25. De vorige week is door den'gemeenteraad van 's Gravenhage benoemd tot leerares in natuurljjke historie, tevens belast met het on derwijs in rekenen in de hoogste klasse, aan de Hoogere Burgerschool voor meisjes de eenige sollicitante mej. A. M. Will, met 15 stemmen. Er waren verder uitgebracht 1 stem in blanco en 7 op mej. J. E. Treub, die niet op de voordracht stond. Bjj kon. besluit is op verzoek eervol ontslag verleend als leeraar aan de R. H. B. S. te Warffum aan J. J. Meder de met verlof hier te lande aanwezige officier van gezondh. Ie kl. van het leger in N.-I. D. J, Blok, ter zake van lichaamsgebreken, eervol uit den militairen dienst ontslagen, met toe kenning van pensioen; en benoemd tot dir. van het post- en telegraaf, kantoor te Klnndert J. M. van der Poel, thans dir. van het telegraafkantoor en brievengaarder te Egmond. De audientiën van den minister van koloniën zullen, te beginnen met 4 September, des Vrjjdags om een uur 'b namiddags in het ge bouw van het departement van koloniën plaats vinden. Door ons hof is voor den tjjd van acht dagen de lichte rouw aangenomen wegens het over lijden van H. K. H. mevrouw de hertogin Eugenius van Wurtemberg, geboren prinses van SchaumburgLippe. Uit Den Haag schrijft men aan de Amst. Qrt omtrent het afscheid, door.den minister van oorlog van het personeel van zpn departement genomen Begeleid door de referendarissen of hoofd officieren, hoofden der verschillende afdeelingen, ontving generaal Bergansius de ambtenaren afdeelingsgewjjze in zjjn kabinet. Op de hem eigene kalme en waardige wjjze dankte hjj de chefs, zoowel als de lagere ambtenaren voor den jjver en de toewjjding, door hen, gedu rende zpn optreden als hoofd van het depar tement, steeds aan den dag gelegd, het betreu rende nochtans, dat er nog zooveel was, dat niet afgedaan is kunnen worden. Vooral speet het hem, dat de legerwet niet tot een goed einde is kunnen komen. Nadat de generaal zich in aller herinnering gunstig aanbevolen had, reikte hjj allen, hoog- en lagergeplaatsten, blpkbaar getroffen, de hand tot afscheid. De hoofden der afdeelingen dankten den braven generaal voor de woorden van waardeering, zooeven tot hen en hunne ondergeschikten gesproken, en gaven hem te kennen, dat zpn aftreden door allen, die de eer hadden onder hem te mogen werken, ten zeerste betreurd werd. Zelden is er dan ook een minister van oor log geweest, wiens heengaan zóo trof als dat van minister Bergansius. Zelden zag men aan het hoofd van het oorlogsdepartement een man van zóo groote werkkracht-, een man met zulk eenen jjver, een man die zóo de sympathie ajjner ambtenaren had, een man zóo kundig, zóo nauwgezet en zóo rechtvaardig al deze Minister. De naam Bergansius zal aan het departement van oorlog steeds met eere genoemd worden." .Dezer dagen wordt, zooals men weet te Gent het XXI Nederlandsch taal en letter kundig oongres gehouden, Ter aanvulling van het korte bericht in het vorig nommer omtrent de Maandag na middag gehouden oefening der dd. schutterjj op het Molenwater alhier, waarbp twee in rang verhoogde officieren geïnstalleerd werden en de in den nationalen schietwedstrijd behaalde medailles aan het vaandel gehecht zpn, dient Dog gemeld dat de majoor-commandant, de heer F. G. Sprenger, den bevorderden officieren geluk wenschte, hun de belangen der schut terij bÜ vernieuwing aanbeval en het vertrou wen uitte dat zjj in den nienwen rang hunne verplichtingen naar behooren zullen blpven nakomen. De commandant deelde verder mede dat aan den kapitein De Maret Tak het bevel over de le compagnie bljjft opgedragen en dat de le luit. Van der Lejjé ingedeeld bljjft bjj de 2e compagnie. Vóór het aanhechten der medailles hield de majoor een toespraak, ongeveer als volgt lui dende »Bp den schietwedBtrpd, die uitge schreven werd door de Vereenigirtg van Neder- landsche scherpschutters, gehouden te Hoorn op het laatst der maand Juni, en waaraan een groot deel van Nederland's schutterjj, leger* en weerbaarheidskorpsen heeft deelgenomen, zpn door een detachement onzer schutterij prjjzen behaald en wel de 2de prjjs voor salvo* vuur op 300 Meter en de 3de prjjs voor indi* vidueel vuur op 225 Meter; beide opengesteld voor d. d. schutterijen. •Onder leiding van kapitein Boone hebbed sergeants Timmermans en Nuessell, de korpo raals Kalkman en Baans en schutter Hering zich geoefend om op deze, voor ons weinig be kende afstanden te schieten en het gevolg van hunne pogingen is geweest dat zp met eer«t het strpdperk verlaten hebben. •Het is mjj eene behoefte hun hier voor het front der schutterp dank te zeggen voor de wijze, waarop zp de d.d. sehutterjj van Mid delburg te Hoorn hebben vertegenwoordigd Door hen is weder bewezen dat met oefening en goeden wil ook trots eene verouderde schut terp wet en de ontmoedigende toon, waarop door sommige hooggeplaatste militaire speci aliteiten over de schutterijen gesproken wordt; een doel kan bereikt worden dat de verdedi ging van ons dierbaar vaderland in de uren van gevaar van groot nut kan zpn. •Wat de toekomst ons zal brengen is onzeker. Zal de schutterp spoedig verdwpnenzal eene betere inrichting haar meer dan thans aan hare roeping doen beantwoorden Wjj tasten dienaangaande in het duister, doch het is ons aller plicht, om, zoolang wjj leden der schut terp zpn, onze taak zoo goed mogeljjk te verrichten. Moge het voorbeeld van de mannen, die ons te Hoorn met eere vertegenwoordigden, ons allen tot navolging aansporen 1" 1 De medailles werden vervolgens aan het vaandel gehecht. Hierna werd door den troep, met de muziek aan het hoofd, voor de overwinnaars gedefileerd, terwpl de oefening met een militaire wandeling door de stad besloten werd.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1891 | | pagina 1