N°. 197. 134s Jaargang. 1891 Zaterdag 22 Augustus. Middelburg 21 Augustus. Dezfl courant verschijnt dagelij k met uitzondering van Zon- en Feestdagen; Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.-^-5 Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiëu20 cent per regel; Bij abonnement lager; Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten, benevens alle dankbetuigingen; van 17 regels 1.50; iedere regel meer /0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte; MIDDELBURGS Theraionefer. Middelburg 21 Aug. rm. 8 u. 62 gr. m. 12 tl 62 gr., av. 4 u. 59 gr. F. Verwacht Z. wind. Agenten te Vlissingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te KminingenF. v. d. Peijl, te ZierikzeeA. C. de Mooij, teTholenW. A. Advertentiëu tan Niedwenhuijzen en te TerneutenM. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de moeten des namiddags te één tmi advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmar, te Rotterdam, de Gebb. Belineante, te 's Gravenhage, en A. de la Mae Azn., te Amsterdam. aan ^et bureau bezorgd zjjn willen Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parps en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cm., John F. Jones, opvolger. i ap des avonds nog worden opgenome». De Maasbode maakt, naar aanleiding van onze opstellen onder het opschiftWenken die te denken geven, eene enkele opmerking, en uit daarbjj de meening dat wjj den heer Wjjnen noch de schoolwet begrjjpen. Het blad herin nert er aan dat genoemde zeereerwaarde heer, toen hp zjjn advies gaf in zake katholieke schoolboeken op de openbare school, alleen sprak van zulk eene school, .uitsluitend bezocht door Katholieke kinde- r e n." »Hp benadeelt dus," volgens de Maas bode, „noch Protestant, noch Israëliet, noch hen die geheel buiten de kerk staan." Nu willen wp even opmerken dat openbare scholen, waarin uitsluitend katholieke kinderen gaan, tot de zeldzaamheden behooren; maar het strjjdt toch o. i. met het karakter der neutrale openbare school om die er zjjn dienst baar te maken aan het onderricht in katholieke geloofstellingen en aan de verbreiding van specifiek katholieke meeningen. Als dan morgen in eene andere gemeente een school uitsluitend door Protestantsche kleinen wordt bezocht, zou men die school eenvoudig op protestantsoh kerkelpke leest kunnen gaan schoeien. Dat is o. i. gevaarlijk, ook omdat daardoor een beletsel ontstaan zou voor andersdenkenden, die in een gemeente komen wonen, om hun kinderen daarheen te zenden. Wat heden is kan morgen allicht anders worden. En het bezoek van éen Protestantsoh of Israëlitisch kind op zulk eene openbare school, uitsluitend door katholieken bezocht en op katholieke leest geschoeid, zoo eene reorganisatie noodig maken die voor de gemeente vrp kostbaar wezen zou. De door den heer Wjjnen gewenschte regeling sou bovendien aanleiding kunnen geven tot allerlei misbruiken, b.v. om, uit zucht tot be houd van den bestaanden toestand, langs allerlei wegen andersdenkenden van de openbare school af te houden; en bjjgevolg tot geheele verloochening van den aard van zulk eene school. Wp hopen daarom dat het gevoelen van de Maasbode zal worden gelogenstraft, waar zjjn redactie het hoogst onwaarschpnljjk noemt dat wp voor onze meening steun zullen vinden bp het liberale ministerie. Dat dit, in onzen geest handelende, zjjn eigen Trienden zou Terloochenen, betwpfelen wjj; en dat er een storm zou opgaan in de katholieke provinciën, bewjjst daarom nog niet dat een regeling als de heer Wjjnen wenscht recht vaardig en wettig is. Eene eerljjke toepassing der wet kan slechts op den duur stand houden en in deze ook slechts zjjn in het belang van de bjjzondere school. Dit meenen wjj in onze opstellen voldoende te hebben aangetoonde Welkomstgroeten. Het Handelsblad roept het nienwe ministerie een harteljjk welkom I toe, en spreekt de ver wachting uit, dat het zioh Zal bepveren een werkzaam ministerie te zjjn, werkzaam niet als partjj-kabinet, maar als een bewind dat zich voorneemt vele van de reeds te lang ver zuimde hervormingen, onder medewerking der staten-generaal, tot stand te brengen. Het nienwe kabinet beschikt daartoe over uitnemende krachten, juist aan die departe menten, van welker arbeid men het meest te vragen heeftbinnenlandsche zaken, justitie, financiën en koloniën. Een ministerie, waarin de heeren Tak, Smidt, Pierson en W. K. van Dedem zitting nemen, wekt groote verwach tingen op, welke het blad hoopt dat zullen worden verwezenljjkt. Verwachtingen, welke zioh niet bepalen tot de oplossing van een enkel vraagstuk, maar zich uitstrekken tot een grooter getal regelingen, waaraan even dringend behoefte bestaat. Het blad kan zich moeilpk voorstellen, dat de genoemde mannen met den heer Van Tien- hoven en de drie meer .speciale ministers" zjjn gaan samensitten, uitsluitend om ten spoedigste een uitbreiding van het kiesrecht uit te lokken. Immers zulk een politiek zou weldra weder eene ontbinding noodig maken en vermoedeljjk efcji Kamer in het leven roepen als die van 1888, zoodat we weder eenige jaren in de woestpn van stilstand zouden hebben rond te dolen Tegelpk met kiesrochtbeschouwing noemde de heer Tak van Poortvliet indertijd, in een brief aan Amsterdam's Burgerplicht, belasting hervorming en nu meent het blad inzonderheid uit het optreden van den heer Pierson als minister van financiën te mogen opmaken, dat het nieuwe ministerie ernstig van plan is de belastingvraag ter hand te nemen- Na eene herinnering aan hetgeen de heer Pierson in de Gids van October 1881 schreef over belastinghervorming zegt het Hbld.: »De man,.die zich aldus van het innig verkeerde onzer thans nog altpd geldende belasting regeling doordrongen toonde, heeft nu de portefeuille van financiën aanvaard en daar voor der Nederlandsche Bank vaarwel gezegd. Hij heeft aldus een zeer groot offer op het altaar der vaderlandsliefde gebracht. Is het aan te nemen, dat hp nu, met de armen over elkander geslagen, eerst den uitslag eener Kieswetwjjziging zal afwachten, die hem fluks weder van het staatstooneel kan verwijderen Of zal hp niet veeleer de sporen van zjjn be wind in een betere verdeeling der lasten wil len achterlaten?" Ten slotte zegt het Amsterdamsch orgaan .Wanneer wjj het nieuwe ministerie aldus zien samengesteld uit bekwame mannen, veelal zelfs uitstekende elementen, dan schjjnt de verwachting gerechtvaardigd, dat zjjn leus zal zjjn een variant op die van den heer Heems kerk in 1874, namelpk: .harder stoken èn in Nederland èn in Indië". »Of deze verwachtingen inderdaad zullen worden verwezenljjkt .Men zal met het antwoord nog eenige weken geduld moeten hebben. Yóor de opening der nieuwe zitting op 15 September zal de nieuwe regeering niet in de gelegenheid zjjn haar plannen te ontvouwen. »Intus8chen meenen wjj toch, dat oihtrent twee zaken genoegzame zekerheid bestaat. In de eerste plaats, dat het nieuwe ministerie met den heer Tak van Poortvliet als leider een kabinet van krachtig en vooruitgang zal zjjn. In de tweede plaats, dat het geen reactie tegen maatregelen van zjjn voorganger, met name wat de schoolwet betreft, in zin heeft. Vooral het optreden van de heeren Van Tien hoven en Pierson strekt daarvoor tot waarborg." Ook het Vaderland wil niet aannemen dat het kabinet niet meer zal zjjn dan een kabinet ad hoc. Dan had, dunkt het blad, de samen stelling zooveel moeite niet behoeven te baren, en dan zouden niet mannen als Smidt, Pierson en Van Dedem zjjn aangezocht of te vinden geweest om de nederige rol van tjjdeljjke be waarders der ministerieele portefenilles te vervullen. Bepaaldeljjk ondenkbaar is het, dat de president van de Nederl. Bank zjjn eervolle, onafhankelijke en lucratieve betrekking zou prjjs geven, voelde hp niet de roeping en de kracht in zich om als hervormer onzer belas tingen op te treden. „Deze benoeming zal door het liberale land met groote voldoening worden begroet. In wetenschappelijke kennis van de wetten, die de volkswelvaart beheerschen, en van de theo rie der belastingen zoekt hp zjjn wederga, en van zjjn practische ervaring, zjjn voortvarend- heid en zjjn debatteertalent mag verwacht worden, dat hp leven zal weten te geven aan hetgeen hp heeft geleerd. Ook is het een groote gerustheid, dat wp onder Pierson s lei ding niet bevreesd behoeven te zjjn voor pro tectionistische velleïteiten, voor welker wer king anders het milieu zoo] gunstig begint te worden." Met evenveel vreugde begroet het blad de heeren Smidt en Van Dedem, van wien het eene koloniale hervormingspolitiek verwacht. Minder bevredigd is het Vaderland door de benoeming van den beer Seyffard. Deze zal, zegt het blad, .zelfkennis genoeg bezitten, om te weten dat zjjne benoeming door de over- groote meerderheid van het officierskorps en door de overgroote meerderheid van de verte genwoordiging met wantrouwen wordt begroet. Niet om zjjn talenten of karaktermen waar deert zjjn algemeene kennis en de warmte zjjner overtuiging, en de rondborstige recht schapenheid van zjjn karakter staat boven elke verdenking verheven. Maar wantrouwen om het stelsel van legervorming, waarvan hjj nu sinds jaren de onvermoeide pleitbezorger is. .Over de andere portefeuilles valt, zoo schrpft het Haagsche liberale orgaan ten slotte, niet veel te zeggen. Men mag vertrouwen, dat de burgemeester van Amsterdam de» diplomatie. ken tact niet zal missen- om op waardige en krachtige wjjze het beheer onzer buitenland- sche zaken te voeren. Wat de nieuwe minisiers van marine en wateriiiaut betreft, beiden staan bekend als bekwame ingenieurs, of zjj staats manstalent bezitten zal moeten blijken. „Het nieuwe ministerie treedt in zooverre op onder een gunstig gesternte, daar het in de kamer tegenover zich vindt een minderheid ter neer geslagen, gedesorganiseerd en van al haar bekwaamste elementen beroofd, een minder heid, wier aangewezen leider de kamer binnen komt, niet als triumphator, omstuwd door jonge ren die vertrouwend naar hem opzien, maar als verslagene, binnengeslopen door een achter deurtje en met wantrouwen bejegend, en daar het steunt op een meerderheid, die meer dan ooit de behoefte zal gevoelen, om door eensgezinde samenwerking aan de natie te toonen, dat, na 't droevig echec van hef Chis- teljjk bewustzjjn, van de liberale beginselen alleen hervorming is te wachten van zooveel, dat vraagt om hervorming. .Moge het vertrouwen, waarmee wp het nieuwe wetgevend tpdperk tegemoet gaan, niet worden beschaamd. .De hoofdzaak is dat het Kabinet wete wat het wil en dat het de Kamer wete te leiden." De Zutph~ courant kan helaas 1 een gevoel van teleurstelling niet onderdrukken. .Men moet ongetwpfeld erkennen, zegt zjj, dat er op deze Ijjst van ministers namen voor komen die een uitmuntenden klank hebben, doch de titularissen voor marine, oorlog, ko loniën, waterstaat, handel en npverheid wekken niet dadeljjk docr hun verleden de gunstigste verwachtingen voor een krachtig, doortastend reorganiseerend optreden op. Of de heer Lely op het gebied van handel en npverheid over genoeg ervaring beschikt zal de tpd moeten leeren. >Bp de keuze van den heer Van Tienhoven moet men ongetwpfeld meer aan groote sym pathie van de koningin-regentes voor dezen bekwamen man dan aan politieke overwegingen denkenden kloeken schout van Amster dam zal het echter waarschjjnljjk wel niet zwaar vallen van dit vermoeiend ambt te scheiden. De benoeming van den heer Tak van Poortvliet doet a in eene concessie van de ge avanceerde liberalen denken, dochkrjjgt men overigens den indruk, dat dit nu een ministerie is dat het program van de Liberale Unie uit moet voeren, waarop toch inderdaad de liberale meerderheid gekozen is .Ons past voorzeker eenig geduld." Bp kon. besluit: is, met ingang van 16 Sept. 1891, benoemd tot directeur van het telegraafkantoor en brie vengaarder te Cortgene K. Willemsen, thans gelpke betrekking bekleedende te Ridderkerk is mr ZE. baron Mackay, minister van kolo niën, benoemd tot minister van Staat. Reeds gemeld in een deel der oplaag van ons vorig nommer); is de vice-admiraal P. Ten Bosch benoemd tot adjudant in buitengewonen dienst van H. M. de koningin zjjn de heeren A. Eisses, laatstelpk architect der le klasse bp den waterstaat en 's lands burgerljjke openbare werken in Nederlandsch- Indië, en A. H. Gjjsberts, laatstelpk resident der Westerafdeeling van Borneo, beiden thans met verlof hier te lande, op hun verzoek, de eerste wegens pbysieke ongeschiktheid, met ingang van 1 September 1891eervol uit 's lands dienst ontslagen, met toekenning van pensioen. Onder de mogendheden, die protesteeren tegen de houding der Chineesche regeering ten opzichte vpn de Christenen, vindt men ook niet zonde eenige verbazing, Rusland vermeld. De keizer van China zou hem met Modder man kunnen toevoegen„herziet u zelf". Hoe is bet mogeljjk dat de Russische pot den Chineeschen ketel zjjne zwartheid verwjjt, of zou hjj meenen dat de keizer van China niet hetzelfde .recht" als de keizer van Rus land had om uit zjjn rjjk allen te weren, die anders gelooven dan hjjzelf ArnhCrt.) Donderdag morgen kwamen onze koningin en de koningin-regentes met haar gevolg in hofrptuigen van Arnhem te Renkum aan. Van alle woningen wapperde de driekleur. De vorstelpke personen werden aan de grens der gemeente opgewacht door den burgemeester van Wageningen, in ambtsgewaad, de wethou ders en den secretaris dier gemeente. De koninginnen groetten zeer minzaam. Aan de groote oprjjlaan werden HH. MM. door honderden aanwezigen met gejuich begroet. Zjj begaven zich naar Oranje-Nassau'soord, al. ^aar 4e parken, de plantsoenen en de welig groeiende bosschen met belangstelling werden bezichtigd. Bij de terugkomst namen zjj aan het Driel- sche veer het leggen van een pontonbrug door de pontonniers in oogenschouw, terwjjl aan boord van eene Concordia-boot de terugreis naar Arnhem werd voortgezet. Na vervolgens met de hofrjjtuigen naar Velp te zjjn gegaan Keerden de vorstelpke personen per extra-trein naar het Loo terug. De nieuwe ministers. De Hollandsche bladen bevatten de volgende, bun uit Den Haag toegezonden herinneringen aan het leven der nieuwe titularissen, die beden de portefeuilles van hunne voorgangers zullen overnemen. De heer mr J. P. R. Tak van Poortvliet, die thans als minister-president optreedt, is reeds voor de tweede maal minister. Hp was de eerste minister van waterstaat, handel en njj verheid na de instelling van dit departement op zjjn voorBtel. Door de afstemming van art. 1 van zjjn kanalenwet, diende het ministerie, waarin Tak gezeten was, zjjn ontslag in. Zooals men weet werd het gevraagde ontslag niet verleend, maar trad het ministerie Tak-Kap- peyne eenige maanden later af, tengevolge van de weigering des konings om machtiging te verleenen tot het indienen van een voorstel tot grondwetsherziening. Gepromoveerd op een ljjvige dissertatie over het Recht van Amendement, was de heer Tak als 't ware voorbeschikt om een belangrjjke rol in het parlement te vervullen. Als jong doctor in de rechten, werd hjj al dadelpk benoemd tot commies-griffier van de Tweede kamer der Staten-generaal. Na verscheidene jaren deze leerschool te hebben doorloopen, verwisselde hp zjjn plaats in het bureau der kamer met een zetel op de groene banken, hem aangeboden door het district Middelburg, dat later met eene enkele uitzondering toen het de heeren Buteux en Smit afvaardigde, de zpde der anti-liberalen koos Hjj trad daarna op voor Zutphen van Augus tus 1875 tot zjjne benoeming tot minister van waterstaat. Daarna was hjj nog 4 jaar lid der kamer voor Amsterdam en werd hjj bjj de anti-Kappeyniaansche strooming, die destjjds door het land ging, niet herkozen. De staten van Noord-Holland benoemden hem tot lid van de Eerste kamer voor die provincie, waarop Amsterdam na de kamerontbinding in Maart '88 de eerste gelegenheid aangreep om den heer Tak weer naar de Tweede kamer at te vaardigen. De vruchten van zjjn arbeid en studiën cp het gebied van handel, npverheid, scheepvaart en verkeer zjjn in verschillende ondernemingen met name de stoomvaartmaat schappij Zeeland, te aanschouwen. Bjj al zjjn parlementaire en andere bezig heden vervulde mr Tak tevens met de meeste nauwgezetheid de betrekking van djjkgraaf van Delfland. Zjjn speciale kennis van waterstaats en polderaangelegenheden zouden hem voor de portefeuille van waterstaat als 't ware hebben aangewezen, maar de aanvaarding door mr, Tak van de portefeuille van binnenlandsche zaken doet vermoeden, dat het ministerie is opgetreden met den ernstigen wil om het kiesrechtvraagstuk, waarover de nieuwe minis ter van Binnenl. zaken nog dit jaar in cie Kamer zjjn denkbeelden heeft ontvouwd, tot oplossing te brengen. De minister van luitenlandsche zaken mr G. van Tienhoven, is, evenals zjjn onmiddellijke ambtsvoorganger, jhr Hartsen, nimmer in de diplomatie werkzaam geweest, maar, door zjjn vroeger ambt van hoogleeraar in de rechtsge leerdheid aan het toenmalige athenaeum te Amsterdam, genoegzaam bekend met het infer nale- en volkenrecht om als leider der buiten- landsche aangelegenheden op te treden. Ook was de heer Van Tienhoven vroeger lid van den Amsterdamschen gemeenteraad. Na zjjn aftreden als hoogleeraar koos de hoofdstad hem tot lid van de Tweede kamer, maar niet lang na de aanvaarding van dit lidmaatschap werd hjj geroepen jhr Den Tex op te volgen als burgemeester van Amsterdam, met welke functie bjj het lidmaatschap der Tweede kamer onvereenigbaar achtte, zoodat hp dit na zjjne burgemeestersbenoeming neerlegde om zich kort daarna het minder tjjdroovende mandaat van lid der Eerste kamer voor Noord-Holland te laten welgevallen. In beide takken der volks vertegenwoordiging bewoog de heer Van Tien hoven zich bjj voorkeur op het gebied der belastingen. Bekend is 't hoe hij door een gulle en gast- vrjje ontvangst van landgenooten en vreemde lingen de eer en waardigheid van het burge meesterschap der hoofdstad wist op te houden, een urbaniteit, welke in een minister van buitenlandsche zaken, tot wiens ambt receptiën noodzakelpkerwpze behooren, niet te versma den is. Mr H. J. Smidt, Minister van Justitie, is geen onbekende in regeerings- en parlementaire kringen. Reeds in het kabinet-Kappeye was hem de portefeuille van 'justitie toebedeeld en een van zjjn voornaamste werkzaamheden was de wjj- ziging der wet op het notarisambt. Aan de voorbereiding van het nationale wetboek van strafrecht nam hjj een ruim aandeel. Hjj kwam in de Tweede kamer, afgevaardigd door Assen zjjn woonplaats toen hp nogTgriffier der Proy, staten van Drenthe was. In s lands vergaderzaal deed hjj zich niet alleen kennen als een scherpzinnig jurist, doch tevens als iemand doorkneed in de administratieve rechts spraak, van welke uitgebreide kennis de regee ring part-jj trok door hem te ben^e- r tot lid ?an den Raad van state, tevens zitting heb bende in de afdeeling voor de geschillen van bestuur. Door het vertrouwen des konings en van de regeering, werd hjj als gouverneur naar Suri name gezonden, waar hjj met krachtige hand, blpkbaar tot tevredenheid van het oppergezag in het moederland (onder het nu afgetreden ministerie werd hjj bevorderd tot commandeur van den N ederlandschen Leeuwhet bestuur voerde, totdat bjj dit moest nederleggen om na de grondswetsherziening van 1888, opgeroepen voor het nieuw gevormde district Emmen, in de Tweede kamer plaats te nemen. In de jongste zittingsperiode werd hjj be noemd tot voorzitter der commissie van voor bereiding der faillissementswet en genoegzaam bekend is 't, dat in mr Smidt de leider van de liberale partjj in de Tweede kamer werd gezien. Prof. Pierson, de minister van financiën, is als financier algemeen bekend. Hjj heeft zjjn studiën gemaakt van de staatsfinanciën, waartoe het presidium van de vereeniging voor de statis tiek hem ruimschoots gelegenheid bood, en bekleedde laatstelpk de betrekking van presi dent der Ned. Bank. Over het Nederlandsche belastingstelsel en de accjjnzen heeft hjj menigmaal zjjne denk beelden, o. a. in de Gids, ontwikkeld. Luitenant-kolonel Sejjffardt, de nienwe Mi nister van Oorlog, is, evenals generaal Bergansius, een artillerist. De artillerie-wetenschappen doceerde hp eerst als leeraar aan de Kon. Mil. Academie, daarna als leeraar aan de krjjgsschool te 's Gravenhage. Bjj zjjne bevordering tot majoor werd hjj toegevoegd aan den commandant in de stelling der Nienwe Hollandsche Waterlinie te Utrecht, welk district hem in 1888 tot lid van de Tweede kamer koos. Als zoodanig diende hjj een voorstel jin tot tjjdeljjke versterking onzer levende strijdkrachten, dat echter geen meer derheid vond. Sejjffardt is voorstander van algemeenen dienstplicht met korteren oefeningstjjd en kon nit dien hoofde niet meegaan met de hoofd beginselen der legerwet, uitgenomen dat van den persoonljjken dienstplicht, welken bjj als een onmisbaren grondslag voor elke legerin- richting noodzakelijk acht. Als officier der artillerie heeft hjj bpzondere studiën gemaakt van de doode weermiddelen, met name van de forten-bezettingen. Met den nieuwen Minister van Marine, den hoofdingenieur voor scheepsbouw J. C. Jansen wordt een speciaal vak van ons zeewezen in het kabinet vertegenwoordigd. In die tech nische betrekking waB de heer Jansen achter eenvolgens aan verschillende directiën der marine werkzaamlater werd hjj als hoofd ingenieur voor den algemeene dienst beschik baar gesteld. In dien werkkring heeft de minister zich ten volle vertrouwd kunnen ma ken met de inrichting der schepen, het ma terieel en het beheer der rpkswerven. Sedert eenige jaren tot aan zjjn benoeming tot mi nister, stond hjj aan het hoofd der afdeeling materieel der zeemacht en bestuur van 's rijks werven, zoodat de technische en administratieve zaken der marine hem meer bjjzonder bezig hielden. De hoofdingenieur Jansen staat bekend als een bekwaam man, met helder oordeel die gelegenheid had zich vaak op de hoogte te stellen van de inrichting der marine bp ver schillende andere mogendheden. Deze minister van marine bekleedt den rang van kapitein ter zee, welke aan zjjn betrek king geassimileerd is. Zjjn verdiensten werden nog onlangs ge waardeerd door zjjne benoeming tot ridder van den Nederl. Leeuw. De heer C. Lely, Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid, civiel-ingenieur, is tevenB ingenieur der Zuiderzee-maatschappp, belast met het maken van een plan tot droogmaking der Zuiderzee. Hjj was vroeger leeraar aan de polytechnische school te Delft en is een be kwaam technicus'. Laatstelpk heelt'hij zich uit Amsterdam metterwoon te 's Hage gevestigd. De liberalen in het district Delft hebben den heer Lely meermalen in aanmerking gebracht voor een zetel in de Tweede kamer aer Staten- Generaal. De Minister van Koloniën, mr W. K. baron van Dedem, lid der Tweede kamer voor Hoorn van September 1880, heeft door een jarenlang verblpf in Nederl.-Indië, waar hp als advocaat en procu reur werkzaam was, vele Indische toestanden door eigen aanschouwing leeren kennen en een schat van kennis op koloniaal gebied verzameld, die hjj zich als lid der kamer ten nntte maakte om met warmte te strpden voor het recht en de ontwikkeling van den inlander, de hervorming van onze bestuursinrichting, voor krachtige maatregelen tegen het opium-misbruik en voor een financieele scheiding tusschen Nederland en lndië. Tot verwezenlijking van dit laatste be ginsel nam hjj als lid der kamer het initiatief tot elfc wetsvoorstel, dat met geringe meerderheid werd verworpen. Hjj was burgemeester van Hoorn, lid der staten van Noord-Holland, voor zitter van het Indisch genootschap en warm bevorderaar van de belangen van den landbouw,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1891 | | pagina 1