N°. 197.
134s Jaargang.
1891
Zaterdag
22 Augustus.
Middelburg 21 Augustus.
Dezfl courant verschijnt dagelij k
met uitzondering van Zon- en Feestdagen;
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.-^-5
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiëu20 cent per regel; Bij abonnement lager;
Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten, benevens alle
dankbetuigingen; van 17 regels 1.50;
iedere regel meer /0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte;
MIDDELBURGS
Theraionefer.
Middelburg 21 Aug. rm. 8 u. 62 gr.
m. 12 tl 62 gr., av. 4 u. 59 gr. F.
Verwacht Z. wind.
Agenten te Vlissingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te KminingenF. v. d. Peijl, te ZierikzeeA. C. de Mooij, teTholenW. A. Advertentiëu
tan Niedwenhuijzen en te TerneutenM. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de moeten des namiddags te één tmi
advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmar, te Rotterdam, de Gebb. Belineante, te 's Gravenhage, en A. de la Mae Azn., te Amsterdam. aan ^et bureau bezorgd zjjn willen
Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parps en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cm., John F. Jones, opvolger. i ap des avonds nog worden opgenome».
De Maasbode maakt, naar aanleiding van
onze opstellen onder het opschiftWenken
die te denken geven, eene enkele opmerking, en
uit daarbjj de meening dat wjj den heer Wjjnen
noch de schoolwet begrjjpen. Het blad herin
nert er aan dat genoemde zeereerwaarde heer,
toen hp zjjn advies gaf in zake katholieke
schoolboeken op de openbare school, alleen
sprak van zulk eene school, .uitsluitend
bezocht door Katholieke kinde-
r e n." »Hp benadeelt dus," volgens de Maas
bode, „noch Protestant, noch Israëliet, noch
hen die geheel buiten de kerk staan."
Nu willen wp even opmerken dat openbare
scholen, waarin uitsluitend katholieke kinderen
gaan, tot de zeldzaamheden behooren; maar
het strjjdt toch o. i. met het karakter der
neutrale openbare school om die er zjjn dienst
baar te maken aan het onderricht in katholieke
geloofstellingen en aan de verbreiding van
specifiek katholieke meeningen.
Als dan morgen in eene andere gemeente een
school uitsluitend door Protestantsche kleinen
wordt bezocht, zou men die school eenvoudig
op protestantsoh kerkelpke leest kunnen gaan
schoeien.
Dat is o. i. gevaarlijk, ook omdat daardoor
een beletsel ontstaan zou voor andersdenkenden,
die in een gemeente komen wonen, om hun
kinderen daarheen te zenden. Wat heden is
kan morgen allicht anders worden. En het
bezoek van éen Protestantsoh of Israëlitisch
kind op zulk eene openbare school, uitsluitend
door katholieken bezocht en op katholieke
leest geschoeid, zoo eene reorganisatie noodig
maken die voor de gemeente vrp kostbaar
wezen zou.
De door den heer Wjjnen gewenschte regeling
sou bovendien aanleiding kunnen geven tot
allerlei misbruiken, b.v. om, uit zucht tot be
houd van den bestaanden toestand, langs allerlei
wegen andersdenkenden van de openbare school
af te houden; en bjjgevolg tot geheele
verloochening van den aard van zulk eene
school.
Wp hopen daarom dat het gevoelen van de
Maasbode zal worden gelogenstraft, waar zjjn
redactie het hoogst onwaarschpnljjk noemt dat
wp voor onze meening steun zullen vinden bp
het liberale ministerie.
Dat dit, in onzen geest handelende, zjjn eigen
Trienden zou Terloochenen, betwpfelen wjj; en
dat er een storm zou opgaan in de katholieke
provinciën, bewjjst daarom nog niet dat een
regeling als de heer Wjjnen wenscht recht
vaardig en wettig is. Eene eerljjke toepassing
der wet kan slechts op den duur stand houden
en in deze ook slechts zjjn in het belang van
de bjjzondere school.
Dit meenen wjj in onze opstellen voldoende
te hebben aangetoonde
Welkomstgroeten.
Het Handelsblad roept het nienwe ministerie
een harteljjk welkom I toe, en spreekt de ver
wachting uit, dat het zioh Zal bepveren een
werkzaam ministerie te zjjn, werkzaam niet
als partjj-kabinet, maar als een bewind dat
zich voorneemt vele van de reeds te lang ver
zuimde hervormingen, onder medewerking der
staten-generaal, tot stand te brengen.
Het nienwe kabinet beschikt daartoe over
uitnemende krachten, juist aan die departe
menten, van welker arbeid men het meest te
vragen heeftbinnenlandsche zaken, justitie,
financiën en koloniën. Een ministerie, waarin
de heeren Tak, Smidt, Pierson en W. K. van
Dedem zitting nemen, wekt groote verwach
tingen op, welke het blad hoopt dat zullen
worden verwezenljjkt. Verwachtingen, welke
zioh niet bepalen tot de oplossing van een
enkel vraagstuk, maar zich uitstrekken tot een
grooter getal regelingen, waaraan even dringend
behoefte bestaat.
Het blad kan zich moeilpk voorstellen, dat
de genoemde mannen met den heer Van Tien-
hoven en de drie meer .speciale ministers" zjjn
gaan samensitten, uitsluitend om ten spoedigste
een uitbreiding van het kiesrecht uit te lokken.
Immers zulk een politiek zou weldra weder
eene ontbinding noodig maken en vermoedeljjk
efcji Kamer in het leven roepen als die
van 1888, zoodat we weder eenige jaren in de
woestpn van stilstand zouden hebben rond te
dolen
Tegelpk met kiesrochtbeschouwing noemde
de heer Tak van Poortvliet indertijd, in een
brief aan Amsterdam's Burgerplicht, belasting
hervorming en nu meent het blad inzonderheid
uit het optreden van den heer Pierson als
minister van financiën te mogen opmaken, dat
het nieuwe ministerie ernstig van plan is de
belastingvraag ter hand te nemen-
Na eene herinnering aan hetgeen de heer
Pierson in de Gids van October 1881 schreef
over belastinghervorming zegt het Hbld.: »De
man,.die zich aldus van het innig verkeerde
onzer thans nog altpd geldende belasting
regeling doordrongen toonde, heeft nu de
portefeuille van financiën aanvaard en daar
voor der Nederlandsche Bank vaarwel gezegd.
Hij heeft aldus een zeer groot offer op het
altaar der vaderlandsliefde gebracht. Is het
aan te nemen, dat hp nu, met de armen over
elkander geslagen, eerst den uitslag eener
Kieswetwjjziging zal afwachten, die hem fluks
weder van het staatstooneel kan verwijderen
Of zal hp niet veeleer de sporen van zjjn be
wind in een betere verdeeling der lasten wil
len achterlaten?"
Ten slotte zegt het Amsterdamsch orgaan
.Wanneer wjj het nieuwe ministerie aldus
zien samengesteld uit bekwame mannen, veelal
zelfs uitstekende elementen, dan schjjnt de
verwachting gerechtvaardigd, dat zjjn leus zal
zjjn een variant op die van den heer Heems
kerk in 1874, namelpk: .harder stoken èn in
Nederland èn in Indië".
»Of deze verwachtingen inderdaad zullen
worden verwezenljjkt
.Men zal met het antwoord nog eenige weken
geduld moeten hebben. Yóor de opening der
nieuwe zitting op 15 September zal de nieuwe
regeering niet in de gelegenheid zjjn haar
plannen te ontvouwen.
»Intus8chen meenen wjj toch, dat oihtrent
twee zaken genoegzame zekerheid bestaat. In
de eerste plaats, dat het nieuwe ministerie
met den heer Tak van Poortvliet als leider
een kabinet van krachtig en vooruitgang zal
zjjn. In de tweede plaats, dat het geen reactie
tegen maatregelen van zjjn voorganger, met
name wat de schoolwet betreft, in zin heeft.
Vooral het optreden van de heeren Van Tien
hoven en Pierson strekt daarvoor tot waarborg."
Ook het Vaderland wil niet aannemen dat
het kabinet niet meer zal zjjn dan een kabinet
ad hoc. Dan had, dunkt het blad, de samen
stelling zooveel moeite niet behoeven te baren,
en dan zouden niet mannen als Smidt, Pierson
en Van Dedem zjjn aangezocht of te vinden
geweest om de nederige rol van tjjdeljjke be
waarders der ministerieele portefenilles te
vervullen. Bepaaldeljjk ondenkbaar is het, dat
de president van de Nederl. Bank zjjn eervolle,
onafhankelijke en lucratieve betrekking zou
prjjs geven, voelde hp niet de roeping en de
kracht in zich om als hervormer onzer belas
tingen op te treden.
„Deze benoeming zal door het liberale land
met groote voldoening worden begroet. In
wetenschappelijke kennis van de wetten, die
de volkswelvaart beheerschen, en van de theo
rie der belastingen zoekt hp zjjn wederga, en
van zjjn practische ervaring, zjjn voortvarend-
heid en zjjn debatteertalent mag verwacht
worden, dat hp leven zal weten te geven aan
hetgeen hp heeft geleerd. Ook is het een
groote gerustheid, dat wp onder Pierson s lei
ding niet bevreesd behoeven te zjjn voor pro
tectionistische velleïteiten, voor welker wer
king anders het milieu zoo] gunstig begint
te worden."
Met evenveel vreugde begroet het blad de
heeren Smidt en Van Dedem, van wien het
eene koloniale hervormingspolitiek verwacht.
Minder bevredigd is het Vaderland door de
benoeming van den beer Seyffard. Deze zal,
zegt het blad, .zelfkennis genoeg bezitten, om
te weten dat zjjne benoeming door de over-
groote meerderheid van het officierskorps en
door de overgroote meerderheid van de verte
genwoordiging met wantrouwen wordt begroet.
Niet om zjjn talenten of karaktermen waar
deert zjjn algemeene kennis en de warmte
zjjner overtuiging, en de rondborstige recht
schapenheid van zjjn karakter staat boven elke
verdenking verheven. Maar wantrouwen om
het stelsel van legervorming, waarvan hjj nu
sinds jaren de onvermoeide pleitbezorger is.
.Over de andere portefeuilles valt, zoo schrpft
het Haagsche liberale orgaan ten slotte, niet
veel te zeggen. Men mag vertrouwen, dat de
burgemeester van Amsterdam de» diplomatie.
ken tact niet zal missen- om op waardige en
krachtige wjjze het beheer onzer buitenland-
sche zaken te voeren. Wat de nieuwe minisiers
van marine en wateriiiaut betreft, beiden staan
bekend als bekwame ingenieurs, of zjj staats
manstalent bezitten zal moeten blijken.
„Het nieuwe ministerie treedt in zooverre op
onder een gunstig gesternte, daar het in de
kamer tegenover zich vindt een minderheid ter
neer geslagen, gedesorganiseerd en van al haar
bekwaamste elementen beroofd, een minder
heid, wier aangewezen leider de kamer binnen
komt, niet als triumphator, omstuwd door jonge
ren die vertrouwend naar hem opzien, maar als
verslagene, binnengeslopen door een achter
deurtje en met wantrouwen bejegend, en
daar het steunt op een meerderheid, die meer
dan ooit de behoefte zal gevoelen, om door
eensgezinde samenwerking aan de natie te
toonen, dat, na 't droevig echec van hef Chis-
teljjk bewustzjjn, van de liberale beginselen
alleen hervorming is te wachten van zooveel,
dat vraagt om hervorming.
.Moge het vertrouwen, waarmee wp het nieuwe
wetgevend tpdperk tegemoet gaan, niet worden
beschaamd.
.De hoofdzaak is dat het Kabinet wete wat
het wil en dat het de Kamer wete te leiden."
De Zutph~ courant kan helaas 1 een gevoel
van teleurstelling niet onderdrukken.
.Men moet ongetwpfeld erkennen, zegt zjj,
dat er op deze Ijjst van ministers namen voor
komen die een uitmuntenden klank hebben,
doch de titularissen voor marine, oorlog, ko
loniën, waterstaat, handel en npverheid wekken
niet dadeljjk docr hun verleden de gunstigste
verwachtingen voor een krachtig, doortastend
reorganiseerend optreden op. Of de heer Lely
op het gebied van handel en npverheid over
genoeg ervaring beschikt zal de tpd moeten
leeren.
>Bp de keuze van den heer Van Tienhoven
moet men ongetwpfeld meer aan groote sym
pathie van de koningin-regentes voor dezen
bekwamen man dan aan politieke overwegingen
denkenden kloeken schout van Amster
dam zal het echter waarschjjnljjk wel niet
zwaar vallen van dit vermoeiend ambt te
scheiden. De benoeming van den heer Tak van
Poortvliet doet a in eene concessie van de ge
avanceerde liberalen denken, dochkrjjgt men
overigens den indruk, dat dit nu een ministerie
is dat het program van de Liberale Unie uit
moet voeren, waarop toch inderdaad de liberale
meerderheid gekozen is
.Ons past voorzeker eenig geduld."
Bp kon. besluit:
is, met ingang van 16 Sept. 1891, benoemd
tot directeur van het telegraafkantoor en brie
vengaarder te Cortgene K. Willemsen, thans
gelpke betrekking bekleedende te Ridderkerk
is mr ZE. baron Mackay, minister van kolo
niën, benoemd tot minister van Staat. Reeds
gemeld in een deel der oplaag van ons vorig nommer);
is de vice-admiraal P. Ten Bosch benoemd
tot adjudant in buitengewonen dienst van H. M.
de koningin
zjjn de heeren A. Eisses, laatstelpk architect
der le klasse bp den waterstaat en 's lands
burgerljjke openbare werken in Nederlandsch-
Indië, en A. H. Gjjsberts, laatstelpk resident
der Westerafdeeling van Borneo, beiden thans
met verlof hier te lande, op hun verzoek, de
eerste wegens pbysieke ongeschiktheid, met
ingang van 1 September 1891eervol uit
's lands dienst ontslagen, met toekenning van
pensioen.
Onder de mogendheden, die protesteeren
tegen de houding der Chineesche regeering
ten opzichte vpn de Christenen, vindt men ook
niet zonde eenige verbazing, Rusland vermeld.
De keizer van China zou hem met Modder
man kunnen toevoegen„herziet u zelf".
Hoe is bet mogeljjk dat de Russische pot
den Chineeschen ketel zjjne zwartheid verwjjt,
of zou hjj meenen dat de keizer van China
niet hetzelfde .recht" als de keizer van Rus
land had om uit zjjn rjjk allen te weren, die
anders gelooven dan hjjzelf ArnhCrt.)
Donderdag morgen kwamen onze koningin
en de koningin-regentes met haar gevolg in
hofrptuigen van Arnhem te Renkum aan. Van
alle woningen wapperde de driekleur. De
vorstelpke personen werden aan de grens der
gemeente opgewacht door den burgemeester
van Wageningen, in ambtsgewaad, de wethou
ders en den secretaris dier gemeente. De
koninginnen groetten zeer minzaam.
Aan de groote oprjjlaan werden HH. MM.
door honderden aanwezigen met gejuich begroet.
Zjj begaven zich naar Oranje-Nassau'soord, al.
^aar 4e parken, de plantsoenen en de welig
groeiende bosschen met belangstelling werden
bezichtigd.
Bij de terugkomst namen zjj aan het Driel-
sche veer het leggen van een pontonbrug door
de pontonniers in oogenschouw, terwjjl aan
boord van eene Concordia-boot de terugreis
naar Arnhem werd voortgezet. Na vervolgens
met de hofrjjtuigen naar Velp te zjjn gegaan
Keerden de vorstelpke personen per extra-trein
naar het Loo terug.
De nieuwe ministers.
De Hollandsche bladen bevatten de volgende,
bun uit Den Haag toegezonden herinneringen
aan het leven der nieuwe titularissen, die
beden de portefeuilles van hunne voorgangers
zullen overnemen.
De heer mr J. P. R. Tak van Poortvliet, die
thans als minister-president optreedt, is reeds
voor de tweede maal minister. Hp was de
eerste minister van waterstaat, handel en njj
verheid na de instelling van dit departement
op zjjn voorBtel. Door de afstemming van art.
1 van zjjn kanalenwet, diende het ministerie,
waarin Tak gezeten was, zjjn ontslag in. Zooals
men weet werd het gevraagde ontslag niet
verleend, maar trad het ministerie Tak-Kap-
peyne eenige maanden later af, tengevolge van
de weigering des konings om machtiging te
verleenen tot het indienen van een voorstel
tot grondwetsherziening.
Gepromoveerd op een ljjvige dissertatie over
het Recht van Amendement, was de heer Tak
als 't ware voorbeschikt om een belangrjjke rol
in het parlement te vervullen. Als jong doctor
in de rechten, werd hjj al dadelpk benoemd tot
commies-griffier van de Tweede kamer der
Staten-generaal. Na verscheidene jaren deze
leerschool te hebben doorloopen, verwisselde
hp zjjn plaats in het bureau der kamer met
een zetel op de groene banken, hem aangeboden
door het district Middelburg, dat later met eene
enkele uitzondering toen het de heeren Buteux
en Smit afvaardigde, de zpde der anti-liberalen
koos Hjj trad daarna op voor Zutphen van Augus
tus 1875 tot zjjne benoeming tot minister van
waterstaat. Daarna was hjj nog 4 jaar lid
der kamer voor Amsterdam en werd hjj bjj de
anti-Kappeyniaansche strooming, die destjjds
door het land ging, niet herkozen.
De staten van Noord-Holland benoemden hem
tot lid van de Eerste kamer voor die provincie,
waarop Amsterdam na de kamerontbinding in
Maart '88 de eerste gelegenheid aangreep om
den heer Tak weer naar de Tweede kamer at
te vaardigen. De vruchten van zjjn arbeid en
studiën cp het gebied van handel, npverheid,
scheepvaart en verkeer zjjn in verschillende
ondernemingen met name de stoomvaartmaat
schappij Zeeland, te aanschouwen.
Bjj al zjjn parlementaire en andere bezig
heden vervulde mr Tak tevens met de meeste
nauwgezetheid de betrekking van djjkgraaf van
Delfland. Zjjn speciale kennis van waterstaats
en polderaangelegenheden zouden hem voor de
portefeuille van waterstaat als 't ware hebben
aangewezen, maar de aanvaarding door mr,
Tak van de portefeuille van binnenlandsche
zaken doet vermoeden, dat het ministerie is
opgetreden met den ernstigen wil om het
kiesrechtvraagstuk, waarover de nieuwe minis
ter van Binnenl. zaken nog dit jaar in cie
Kamer zjjn denkbeelden heeft ontvouwd, tot
oplossing te brengen.
De minister van luitenlandsche zaken mr G.
van Tienhoven, is, evenals zjjn onmiddellijke
ambtsvoorganger, jhr Hartsen, nimmer in de
diplomatie werkzaam geweest, maar, door zjjn
vroeger ambt van hoogleeraar in de rechtsge
leerdheid aan het toenmalige athenaeum te
Amsterdam, genoegzaam bekend met het infer
nale- en volkenrecht om als leider der buiten-
landsche aangelegenheden op te treden.
Ook was de heer Van Tienhoven vroeger lid
van den Amsterdamschen gemeenteraad. Na
zjjn aftreden als hoogleeraar koos de hoofdstad
hem tot lid van de Tweede kamer, maar niet
lang na de aanvaarding van dit lidmaatschap
werd hjj geroepen jhr Den Tex op te volgen
als burgemeester van Amsterdam, met welke
functie bjj het lidmaatschap der Tweede kamer
onvereenigbaar achtte, zoodat hp dit na zjjne
burgemeestersbenoeming neerlegde om zich kort
daarna het minder tjjdroovende mandaat van
lid der Eerste kamer voor Noord-Holland te
laten welgevallen. In beide takken der volks
vertegenwoordiging bewoog de heer Van Tien
hoven zich bjj voorkeur op het gebied der
belastingen.
Bekend is 't hoe hij door een gulle en gast-
vrjje ontvangst van landgenooten en vreemde
lingen de eer en waardigheid van het burge
meesterschap der hoofdstad wist op te houden,
een urbaniteit, welke in een minister van
buitenlandsche zaken, tot wiens ambt receptiën
noodzakelpkerwpze behooren, niet te versma
den is.
Mr H. J. Smidt, Minister van Justitie, is geen
onbekende in regeerings- en parlementaire
kringen.
Reeds in het kabinet-Kappeye was hem de
portefeuille van 'justitie toebedeeld en een van
zjjn voornaamste werkzaamheden was de wjj-
ziging der wet op het notarisambt. Aan de
voorbereiding van het nationale wetboek van
strafrecht nam hjj een ruim aandeel. Hjj kwam
in de Tweede kamer, afgevaardigd door Assen
zjjn woonplaats toen hp nogTgriffier der
Proy, staten van Drenthe was. In s lands
vergaderzaal deed hjj zich niet alleen kennen
als een scherpzinnig jurist, doch tevens als
iemand doorkneed in de administratieve rechts
spraak, van welke uitgebreide kennis de regee
ring part-jj trok door hem te ben^e- r tot lid
?an den Raad van state, tevens zitting heb
bende in de afdeeling voor de geschillen van
bestuur.
Door het vertrouwen des konings en van de
regeering, werd hjj als gouverneur naar Suri
name gezonden, waar hjj met krachtige hand,
blpkbaar tot tevredenheid van het oppergezag
in het moederland (onder het nu afgetreden
ministerie werd hjj bevorderd tot commandeur
van den N ederlandschen Leeuwhet bestuur
voerde, totdat bjj dit moest nederleggen om na
de grondswetsherziening van 1888, opgeroepen
voor het nieuw gevormde district Emmen, in
de Tweede kamer plaats te nemen.
In de jongste zittingsperiode werd hjj be
noemd tot voorzitter der commissie van voor
bereiding der faillissementswet en genoegzaam
bekend is 't, dat in mr Smidt de leider van
de liberale partjj in de Tweede kamer werd
gezien.
Prof. Pierson, de minister van financiën, is als
financier algemeen bekend. Hjj heeft zjjn
studiën gemaakt van de staatsfinanciën, waartoe
het presidium van de vereeniging voor de statis
tiek hem ruimschoots gelegenheid bood, en
bekleedde laatstelpk de betrekking van presi
dent der Ned. Bank.
Over het Nederlandsche belastingstelsel en
de accjjnzen heeft hjj menigmaal zjjne denk
beelden, o. a. in de Gids, ontwikkeld.
Luitenant-kolonel Sejjffardt, de nienwe Mi
nister van Oorlog, is, evenals generaal Bergansius,
een artillerist.
De artillerie-wetenschappen doceerde hp eerst
als leeraar aan de Kon. Mil. Academie, daarna
als leeraar aan de krjjgsschool te 's Gravenhage.
Bjj zjjne bevordering tot majoor werd hjj
toegevoegd aan den commandant in de stelling
der Nienwe Hollandsche Waterlinie te Utrecht,
welk district hem in 1888 tot lid van de
Tweede kamer koos. Als zoodanig diende hjj
een voorstel jin tot tjjdeljjke versterking onzer
levende strijdkrachten, dat echter geen meer
derheid vond.
Sejjffardt is voorstander van algemeenen
dienstplicht met korteren oefeningstjjd en kon
nit dien hoofde niet meegaan met de hoofd
beginselen der legerwet, uitgenomen dat van
den persoonljjken dienstplicht, welken bjj als
een onmisbaren grondslag voor elke legerin-
richting noodzakelijk acht.
Als officier der artillerie heeft hjj bpzondere
studiën gemaakt van de doode weermiddelen,
met name van de forten-bezettingen.
Met den nieuwen Minister van Marine, den
hoofdingenieur voor scheepsbouw J. C. Jansen
wordt een speciaal vak van ons zeewezen in
het kabinet vertegenwoordigd. In die tech
nische betrekking waB de heer Jansen achter
eenvolgens aan verschillende directiën der
marine werkzaamlater werd hjj als hoofd
ingenieur voor den algemeene dienst beschik
baar gesteld. In dien werkkring heeft de
minister zich ten volle vertrouwd kunnen ma
ken met de inrichting der schepen, het ma
terieel en het beheer der rpkswerven. Sedert
eenige jaren tot aan zjjn benoeming tot mi
nister, stond hjj aan het hoofd der afdeeling
materieel der zeemacht en bestuur van 's rijks
werven, zoodat de technische en administratieve
zaken der marine hem meer bjjzonder bezig
hielden.
De hoofdingenieur Jansen staat bekend als
een bekwaam man, met helder oordeel die
gelegenheid had zich vaak op de hoogte te
stellen van de inrichting der marine bp ver
schillende andere mogendheden.
Deze minister van marine bekleedt den rang
van kapitein ter zee, welke aan zjjn betrek
king geassimileerd is.
Zjjn verdiensten werden nog onlangs ge
waardeerd door zjjne benoeming tot ridder
van den Nederl. Leeuw.
De heer C. Lely, Minister van Waterstaat,
Handel en Nijverheid, civiel-ingenieur, is tevenB
ingenieur der Zuiderzee-maatschappp, belast
met het maken van een plan tot droogmaking
der Zuiderzee. Hjj was vroeger leeraar aan de
polytechnische school te Delft en is een be
kwaam technicus'. Laatstelpk heelt'hij zich uit
Amsterdam metterwoon te 's Hage gevestigd.
De liberalen in het district Delft hebben den
heer Lely meermalen in aanmerking gebracht
voor een zetel in de Tweede kamer aer Staten-
Generaal.
De Minister van Koloniën, mr W. K. baron van
Dedem, lid der Tweede kamer voor Hoorn van
September 1880, heeft door een jarenlang verblpf
in Nederl.-Indië, waar hp als advocaat en procu
reur werkzaam was, vele Indische toestanden
door eigen aanschouwing leeren kennen en een
schat van kennis op koloniaal gebied verzameld,
die hjj zich als lid der kamer ten nntte maakte
om met warmte te strpden voor het recht en de
ontwikkeling van den inlander, de hervorming
van onze bestuursinrichting, voor krachtige
maatregelen tegen het opium-misbruik en voor
een financieele scheiding tusschen Nederland en
lndië. Tot verwezenlijking van dit laatste be
ginsel nam hjj als lid der kamer het initiatief tot
elfc wetsvoorstel, dat met geringe meerderheid
werd verworpen. Hjj was burgemeester van
Hoorn, lid der staten van Noord-Holland, voor
zitter van het Indisch genootschap en warm
bevorderaar van de belangen van den landbouw,