N°. 1667 134" Jaargang. 1891. Vrijda IT Juli. OpmJii tot normale morton. or Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen: Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.—5 Afzonderlijke nominers zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën20 cent per regel: Bij abonnement lager. Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten, benevens alle dankbetuigingen; van 17 regels 1.50;' iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Middelburg 16 Jnli. HIDDELBl lil,Sj lll nil HIM. Theimometeri Middelburg 16 Juli vm. 8 u. 61 gr. m. 12 u. 70 gr., av. 4 u. 69 gr. F. Verwacht verand. wind. Agenten te Vlissingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W.Bolland, teKrniningen: F. v.d.Peijx, teZierikzee: A.C.deMooij, teTholen: W. A. van Nlehwenhuijzen en te TerneuienM. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmar, te Botterdam, de Gebr. Belineante, te 's Gravenhage, en A. de la Mar Azn., te Amsterdam. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parys en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger. Advertentiën moeten des namiddags te één uur aan het bureau bezorgd spn, willen sjj des avonds nog worden opgenomen. Wij leven weer in den tijd der examens. Toelatings-examens, overgangs-examens en eind-examens, zij zijn op nieuw aan de orde van den dag. Van af de lagere tot de middelbare scholen verkeert de jeugd in zenuwachtige spanning en vooral in zulk een tijd dringt zich als van zelf de vraag op den voorgrond, in hoever de richting van ons tegenwoordig onderwijs voldoet aan de eisehen der opvoeding van den geheelen mensch." Indertijd hebben wij gewezen op de gebrek kige organsiatie, die het z. g. drilsysteem nog in al zijn glorie ten troon verheften waardoor er geen aansluiting bestaat tusschen onze hoogere burgerscholen en menige in richting, o. a. de militaire academie, waai de jongelui een carrière zich kunnen ver werven. Men heeft nog altijd afzonderlijke instel lingen noodig om de hersenen der jongens pasklaar te maken, zóo dat zij een bepaald examen kunnen afleggen. Hoe verderfelijk dit stelsel algemeen moge gevonden worden, het zal nog jaren duren, eer daarmee wordt gebroken. Oude gewoonten roesten bij ons zoo gemakkelijk vastzoodat er jaren over heen gaan vóór er eenige verandering daarin gebracht kan worden en wordt. Terwijl het gymnasium de deur ontsluit voor onze hoogescholen om den doctorstitel te verkrijgen in eenige faculteit, loopen onze jongelui met de diploma's der Hoogere burgerscholen in den zak en eenalgemeene kennis in het hoofd, zonder dat, op grond daarvan, voor hen voldoende rechten bestaan boven anderen waar het toelatings-examens geldt voor deze of gene carrière. Met dat diploma kunnen zij aan de universiteit stu- deeren voor arts maar zij kunnen niet promoveeren in medicijnen of philosophie. En bovendien, al geeft zulk een diploma H. B. S. toegang tot de Polytechnische school, en, tijdelijk althans, tot den artille rie-cursus te Delft, benevens de militaire school te Haarlem, en een paar andere in richtingen; dit zijn o. i. nog veel te weinig rechten in verband met de eisehen, die op zulk een school den jongelui worden ge steld en de studie die een vijfjarige cursus aan zulk eene school met zich brengt. Wij waardeeren dat onderwijs aan onze burgerscholen hoogen daarom juist wezen wjj vroeger en wijzen wij nu weer op eene leemte, die des te meer wordt gevoeld, omdat er altijd aan die richting van ons onderwijs zekere eenzijdigheid kleeft, waarop in deze dagen ook meer en meer de aandacht is gevestigd. Worden er door ons tegenwoordig stelsel van onderwijs practische menschen gevormd? vraagt menigeen. En op die vraag wordt door niet weinigen een beslist ontkennend antwoord gegeven. Om dit te beoordeelen dienen wij in de eerste plaats tot ons lager onderwijs af te dalen, omdat daarop bij onze andere instellingen voor middelbaar en hooger onderricht wordt voortgebouwd en omdat, welke goede gaven men voor zijn verder leven aan zulke hoo gere instellingen den jongens ook moge meegeven, een practische zin, een practische blik hun van veel meer nut vaak kan wezen om in de wereld vooruit te komen dan groote geleerdheid. Luisteren wij nu naar de stèm van dr F. W. van Eeden, in het jongste nommer van Eigen Haarddan kan „de mensch, door het tegenwoordige onderwijs opge voed, vergeleken worden bij een wind. molen, wiens werking alleen uit den kop komt, aangedreven door geblaas van buiten, „De mensch, zooals hij worden moet, zal zijn als het stoomwerktuig, dat door het vuur van een welgesmeeden haard inwendig wordt in werking gebracht"" _En zoo zegt dr Yan Eeden verder de man, die onze eeuw den weg heeft aangewezen tot beteren toestand, verdient gelijke hulde als de grootste weldoener der menschheid, wier namen langer leven dan de hechtste monumenten van hare knust. „Die man was een eenvoudig man, een predikant in Finland, Uno Cygnaeus, gebo ren in 1810, gestorven in 1888. Hij is de eerste geweest, die door zijn volhardend streven het onderwijs in handenarbeid op alle volksscholen in Finland heeft inge voerd. En uit het hooge Noorden verspreidt zich zijn systeem allengs over de beschaafde wereld. Geheel Scandinavië heeft het voorbeeld van Finland reeds nagevolgd. Kusland, Noordduitschland, België, Enge land, Frankrijk, Amerika zijn daarmede ijverig bezig. Ook de vlug bevattende Itali aan maakt zich gereed. Ik zag op Naas een twintigtal Italianen de cursus bijwonen. Eerlang komen ook de Spanjaarden, de Turken als de Nederlandsche jongens nog altijd „De ouderwetsehe boekengeleerdheid zit nog te zeer op den troon van het Neder- landsch onderwijs." Onze lezers begrijpen dadelijk dat dr. Van Eeden hier een lans breekt voor het z.g. „S/iyri-onderwijs", het onderricht in handenarbeid, dat niet verward mag worden met ambachtsonderwijs of met gymnastiek, maar waarbij de eerste beginselen van het handwerk worden aangewend als middel tot volksopvoeding. Door dat onderwijs wordt geleerd juist zien, overleg, beleid, orde, netheid, vaardigheid met de hand, maar vooral harnsgmieuse ontwikkeling van den zoogenaamden geest met het lichaam met andere woorden: door dat onderwijs wordt bevorderd „opvoeding van den ge heelen mensch." Het lichaam is daarbij weer eindelijk tot zijn recht gekomen. Hier is de eerste stap gedaan voor eene nieuwe ontwikkeling van het menschdom. Het lichaam, welks op voeding sedert de uitvinding der boekdruk kunst erg was verwaarloosd, heeft eindelijk den geest ingehaald en zich weder met hem vereenigd." Voor onze lezers is deze kwestie geen nieuwe; reeds vroeger is in ons blad daarop de aandacht gevestigd door de heeren J. F. Hondius en J. Stam maar nu dit onderwijs in handenarbeid weer meer be. sproken wordtnu wij weer in een periode leven, waarop het onderwijs in het algemeen zoozeer de aandacht trekt, meenden wij op de huidige beweging ten gunste van dat onderricht wel eens te mogen wijzen en de belangstelling daarvoor te vragen in onze omgeving. Wij kunnen natuurlijk niet afdalen lot bijzonderheden, die meer in een vakblad en in een tijdschrift thuis behoorenmaar nu van regeeringswege tevens dat onderwijs met sympathie is bejegend door in het pro gramma voor het onderwijs aan de normaal scholen de Slöjd op te nemen, is het, dunkt ons, ook de plicht van een gewoon dagblad om in deze te trachten de onverschilligen wakker te schudden, de twijfelaars te he keeren, de voorstandera tot ijver aan te zetten om voor dat onderwijs meer en meer propaganda te maken. En wie het nut ervan wil leeren kennen wie meer van dat onderwijs in handenarbeid wil weten, hij leze zoo hij daarvan nog geen kennis nam het belangrijk opstel, in de Gids van Maart, geschreven door onzen stadgenoot, den heer J. F. Hondius. Wij herinnerden met opzet aan het begin van ons opstel aan ons middelbaar- en hooger onderwijs. Welnu, in het Gzcte-opstel wordt nog gewezen op het oordeel van dr Berg, rector van het gymnasium te Frederiksburg, waar de Slöjd werd ingevoerd, en deze erkent: „Ik heb leeren inzien, dat de vor deringen in het hooger onderwijs aanmerkelijk zijn toegenomen, sedert de Slöjd onder de leervakken werd opgenomen. Wat mjj betreft ik heb er niet dan gunstige en in 't geheel geen nadeelige gevolgen van gezien." En in het. buitenland, in Zweden, zijn de beste en meest invloedrijken onder de onder- wijzers de warmste voorstanders voor dat onderwijs in handenarbeid. „Zij erkennen eenparig dat zij de SXCjl niet gaarne op hunne scholen zouden missen; dat de Slöjd een onfeilbaar opvoedingsmiddel en een uit stekende hulp is voor het theoretisch onder wijs dat de leerlingen in de helft van den tijd evenveel en grondiger kennis opdoen, dat ze veel vlugger, veel bevattelijker en oplettender zijn dan vroeger, dat de verklaringen en uitleggingen van een gan- schen dag den knaap niet zooveel leeren als een uur degelijken, goed geleiden arbeid; in éen woord dat de Slöjd voor de school onmisbaar is." Niet alleen door woorden, meer met daden bewijzen ze dat zij het meenen. Vele onderwijzers geven meer uren iSYöfd-onderwijs dan waartoe ze verplicht zijn, ja nog sterker, er zijn verscheidene voor beelden aan te wijzen van onderwijzers, die, waar de school of de gemeente niet genoeg middelen bezat om het inrichten van een .Sfójrf-lokaal met al zijne gereedschappen te bekostigen, al het benoodigde uit eigen beurs aanschaften. Wel een bewijs hoe hoog dit onder wijs gewaardeerd wordt door de op voeders." En wie vreezen mocht dat door de in voering van de Slöjd het theoretisch onder wijs zal dalen vergist zich. Het tegendeel is in Zweden gebleken. „Ieder kan er lezen en schrijven en zoover zijn we nog niet in Nederland."Daartoe zal,echter ook wel meege werkt hebben dat in 1842 in Zweden reeds leerplicht tot het 14e jaar was ingevoerd. „De studie van de Duitsche en Engelsche talen is vrij algemeen. De boekhandel staat in Zweden op dezelfde hoogterats :n Duitsch- land en Nederland. Tot in de kleinste ge huchten treft men dagbladen en tijdschriften aan." De heer Hondius, die, evenals de heer Van Eeden, een cursus bijwoonde van de heeren Abrahamson en Salomon op Naas bij Go thenburg, geeft nog meer lezenswaardige bijzonderheden omtrent het nut en de prac tische gevolgen van dit onderwijs. Het doel daarvan is le. Lust en liefde bij het kind in te planten voor arbeid in het algemeen. 2e. Eerlijken handenarbeid te leeren achten. 3e. Onafhankelijkheid en zelfvertrouwen op te wekken. 4e. Orde, nauwkeurigheid, reinheid en zindelijkheid te leeren. 5e. Oplettendheid, vlijt en volharding aan te kweeken. 6e. De lichaamskrachten te versterken. 7e. Het oog te oefenen en den zin voor vormen te ontwikkelen. 8e. Eene algemeene handvaardigheid te verschaffen. Men zietdit zijn geen geringe voordeelen en wie wil weten op welke gronden die gunstige verwachtingen omtrent dat onder wijs steunen, hij leze de nadere toelichting, welke de heer Hondius omtrent die acht punten geeft. Voornamelijk treedt bij dat onderricht de hout-bearbeiding op den voorgronden de redenen daarvoor worden aan de hand van dr Salomon door den heer Hondius nader ontvouwd terwijl tevens wordt aangegeven waarom de onderwijzer de meest geschikte persoon is om dit onderwijs te geven. Hij is paedagogisch gevoïmdhij kan bij het onderwijs in handenarbeid zooveel te pas brengen wat in de theoretische lessen is behandeld, en omgekeerd. Ziedaar in enkele trekken nog eens ge wezen op een voor onze jeugd hoogst nuttig onderricht, dat, hoewel bekend, in ons land nog lang niet algemeen waardeering en steun ondervindt. Terecht wees Alma Tadema, dien de heer Hondius als gast van den heer Abrahamson op Naas ontmoette, er op hoe wij in deze in Nederland nog bij andere volken ten achter zijn. Is dit omdat ons onderwijs zoo voortref felijk is; omdat het geen verbetering be hoeft Wij betwijfelen het. Telkens en telkens weer herhalen zich de klachten over het onpractische van ons onderwijsover het eenzijdige karakter dat het draagtover het overdreven leeren, dat de jongens op sommige scholen moeten doen over het dwaze van het al te overvloedig huiswerk dat door enkele onderwijzers hun wordt opgedragen. Van de hersenen wordt zooveel gevergd dat de eisehen van hel lichaam niet tot hun recht kunnen komen. De zucht naar hervorming op dit punt openbaart zich meer en meeropdat de lagere school, die niet vragen kan naar de bijzondere bestemming van ieder kind, of het timmerman of smid, dokter of advokaat worden zal, meer berekend worde voor hare algemeene taak menschenpractische menschen te vormen en de opvoeding daar meer gericht zij dan tot heden op het werkelijk leven. Waar nu de gansche wereld aan een streven in die richting, van Zweden uit gaande, hare aandacht schenktdaar is het nuttig en noodig, meenen wij, dat ook wij breken met den ouden sleur. De regeering gaf het voorbeeld moge dit door gemeente besturen en onderwijzers gevolgd worden. En met te meer genoegen vernamen wij daarom dat te Middelburg eene Sljöd-ver- eeniging is opgericht, waarvan de heeren mr J. v. d. Lek de Clerq, Herman Snijders en J. F. Hondius het voorioopig bestuur uit maken. Zeker zal eene reorganisatie op onderwijs gebied moeten plaats hebben; en daartoe gaat men in ons land niet zoo licht over maar het welzijn der jeugd en de ervaring der laatste jaren brengen mee dat men de kwestie eens goed onder de oogen zie en ook hier, evenals in andere landen, de handen aan het werk sla om eene verbetering tot stand te brengen die bevorderlijk kan zijn aan de opvoediDg van den geheelen mensch waaraan nu, met ons tegenwoordig stelsel, nog heel wat ontbreekt. Over de oplossing der ministerieele crisis is de Arnh. Ct geheel met ons van meening dat zjj als 't ware voor de hand ligt. Zjj vindt terecht het raadplegen van den heer Heemskerk allerzonderlingsten het bericht dat hjj arm en arm met den heer Tak van Poortvliet naar het Loo gegaan zou zjjn een bericht, meer in verband staande met de fantasmagoriën van politieke tinnegieters dan met de nuchtere feiten Het blad sehryft £zeer ad remHet hooldvan den Staat is natuurlijk allerminst beperkt in de keuze dergenen, wier raad zjj verlangt in te winnen in een oogenblik van crisis. Tusschen een vorst of vorstin, die lang heeft geregeerd, en staatslieden, die hem meermalen in het bestuur des lands hebben gediend, ontstaat noodwendig zekere band van vertrouwen en toewijding, die aan hunnen raad in moeiljjke omstandigheden veel waarde doet hechten. Zoo is het van de tegenwoordigs koningin van Engeland bekend dat zjj, zoolang de hertog van Wellington nog leefde, by gouvernementeele crisis, welker op lossing eigenaardige of abnormale moeilijkheden inhad, den bejaarden oud-minister en veldmaar schalk by zich ontbood. Punch noemde dat indertydsending for the old doctor, den man van ervaring die een geslacht had zieü opgroeien, en van wiens raadgevingen en huismiddeltjes men gaarne gediend is, of ze althans geduldig en welwillend aanhoort, ook al roept men in geval van ziekte liever de dadelijke hulp in van den jongsten geneesheer, die meer de man is van den nienweren tyd. Maar de politieke omstandigheden, waarin Nederland op het oogenblik verkeert, zyn vol komen normaal en bieden geenerlei eigenaardige noch byzondere moeiiykheden aan, evenmin als in 1888. Toen had het onervaren, pas tot die waardigheid verheven kiezerBlichaam zich van de liberale party afgekeerd, en twee par tyen van de „tegenovergestelde richting" had den zich op schyabaar vasten grondslag tot éen eenige anti-liberale party, die dus meerderheid in de Tweede kamer was, geconstitueerd. Ge volg hiervan was de optreding van een anti liberaal ministerie, eene optreding,door niemand allerminst door de pas veroordeelde liberalen afgekeurd, hoewel er toen nog eenige aanlei ding voor eene andere oplossing kon hebben bestaan, daar in de Eerste kamer nog altoos eene groote liberale meerderheid aanwezig was Nu, in 1891, daarentegen bestaat zelfs die aanleiding niet, en ligt de natuuriyke oplos sing vlak voor de hand. Nevens de, by de laatste periodieke verkiezingen, gehandhaafde liberale meerderheid in de Eerste kamer heb ben de kiezers thans eene liberale meerderheid in de Tweede kamer gebracht, en een school knaap kan narekenen wat er nu, na de nood zakelijke aftreding van het anti-liberaal ministerie, gebeuren moet. Het is niet alleen in het belang der liberale party, dat wy de optreding van een gedecideerd liberaal ministerie wenscheiyk achten integen deel, werd er nu gemodderd en getransigeerd, er zou ten Blotte nog sterker en onweder- staanbaarder aandrang tot het optreden van zoodanig ministerie ontstaan. Maar wy achten de normale oplossing op het oogenblik wen- scheiyk voor alle partyen. De natie heeft zich bp de verkiezingen duidelyk geuit het niet opvolgen van die uiting zou niet veel minder zyn dan een conflict, dat wy by deze eerste gouvernementeele crisis na koning Willem 's dood ernstig zouden betreuren, vooral om de volstrekte nutteloosheid. Aangaande de richting van het landsbestuur voor de volgende vier jaren kan wel by nie mand eenige twyfel bestaan. Daarover is de raad van den heer Heemskerk Sr., noch van eenig ander oud of jong staatsman, waarlyk niet noodig. En omtrent de keuze der personen, aan wie het bestuur in die richting zal wor den toevertrouwd, zyn alleen de toongevende leden der liberale party tot raadgeven bevoegd. Hieromtrent heeft koning Willem, de consti- tutioneele vorst by uitnemendheid, nog in het laatst van zyn leven een voortreffelyk voor beeld gegeven, toen by eerst in 1888, en later opnieuw in 1890, den heer Mackay, tot kabi- netsformeerder en minister-president geroepen, de vrye hand liet in de keuze zyner collega's. Dinsdag te ongeveer 1 uur is op het paleis het Loo aangekomen de heer Van Tienhoven, burgemeester van Amsterdam, die een langdu rig onderhoud had met H. M. de koningin regentes, en te 5 nur weder vertrok. Zoo deze wat wel waarschynlyk is over de miniBterieele crisis is geraadpleegd, dan zal hy zeker H. M. wel in goeden zin hebben ge adviseerd. Het schynt dit jaar op en naby het Zuider- zendingfeest, in het Liesbosch gehouden, verre van stichtelijk te zyn toegegaanen hoofd zakelijk schynen vertegenwoordigers van het z. g. christenvolk by uitnemendheid zooals dikwyls wordt gezegd aan al die ongerech tigheden schuld te hebben. In de Zeeuw sehryft ten minste een onbekende, en het blad moet het geschrevene beamen o. a. het volgende: »Zoodra de van Vlissingen komende trein te Liesbosch kwam, werd er geklaagd over drie jonge paartjes in Zuid-Bevelandsche kleader- draeht, die zich in den trein ongepast iemand zeide zelfs »liederlyk" hadden gedragen. Het moeten dus jongelieden zyn, die te Noord- Kraayert of 's Heer Arendskerke zyn ingestapt. Schryver dezes was er getuige van, dat aan een jonkman van dat gezelschap by den ingang van h6t feestterrein eene meer dan halfvolle drankflesch werd ontnomen. »Het was op 8 Juli tot in 't begin van den namiddag erg regenachtig; geen wonder dat velen wilden beproeven den voormiddag te Breda door te brengen in afwachting van schoon weder. Men zegt dat van Liesbosch uaar Breda byna 800 spoorkaartjes zyn verkocht, „En hoe ging het in Breda toe 1 Daar hebben lieden in Zeeuwsche boerenkleeding door on- Uebbelykheid de ergenis van vele roomschen gewekt. Men had daar andere en betere ge dachten van het orthodoxe Zeeland. Waarom toch moeten zoovele jongelieden uit den boe renstand, zoodra zy uit zyn, drinken, Bchreeuwen en stampvoeten dat herbergen en koffiehuizen er van daveren »Een vertrouwd zegsman verhaalt dat te Breda lieden, als Zuid-Bevelanders gekleed, na een rijtoertje znlk een hevige ruzie hadden met hun koetsier, dat de maréohaussée er aan te pas moest komen. „Dat boerinnetjes, zelfs op het feestterrein, aan Bredasche en Zevenbergsche heeren aan- leidig gaven tot dingen, welke op een zendings- teest niet 't huis behooren, kon ieder op weinige meters aistands van de cantine waarnemen, »En de Walcherschen „Op dit zendingsfeest zyn ze niet in het oog geloopen. Maar 't is dezer dagen een jaar geleden, dat schryver dezes per ongeluk in Vlissingen kwam, toen het daar kermis wae. Men mag nu praten van ruw zeevolk zooveel men wil, toch waren de eenige schreeuwers en onhebbelyke lawaaimakers, destyds te Vlis singen ontmoet, drie gezelschappen in Wal- chersche hoerendracht. „Laat ons nu eens deugd, godsdienst, bei

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1891 | | pagina 1