RECHTSZAKEN. "FEUILLETON. De Meeltere Tan Lady Olrna. Middelburg in 1890. LA ND BOU W-COMMISSIE. Kamer van koophandel en fabrieken te Middelburg, VERKOOPINGEN ENZ. Burgerlijke stand. Te IJerseke ia verleden week op een nacht van een paard de staart en in den laatst verloopen nacht zjjn van vier paarden, die in de weide liepen, de staarten afgesneden. Alle dieren waren eigendom van denzelfden landbonwer. De politie doet natuurlijk onder zoek. Te Hansweert liep Dinsdag namiddag bjj het op de haven zetten het Nederlandsch tjalk schip Op hoop van Zegenschipper Gr. Nieuwhof, beladen met tarwe van Antwerpen naar Wor- merveer, zoodanig op de Westhavenberm dat het zwaar lek werd en nauwelijks door middi 1 van eenige pompers kon boven water gehouden worden. De lading van genoemd tjalkschip zal hoogstwaarschjjnljjk in een ander vaartuig moeten overgeladen worden. De directie van het hulppost en tele graafkantoor te Cortgene (8e klasse), is vacant. Traktement 1200 en vrjje woning. Sollicitatiën naar de gemelde betrekking zullen uiterljjk 25 dezer moeten zjjn ingediend. Bg het te 's Hage gehouden examen voor candidaat-secretaris is geslaagd de heer J. Polderman van St. MaartenBdjjk. Arr,tndissements-Hechtt)antc te Middelburg. Door den officier van justitie is ter griffie dier rechtbank gedösisteerd van het hooger beroep, aangeteekend tegen het ten laste van den gedetineerden, te Goes wonenden koopman en winkelier A. v. d. B. door voornoemde rechtbank gewezen vonnis ter zake van be- driegeljjke bankbreuk. Terzelfde griffie is door K. S., 39 jaar oud, te Hansweert, thans alhier gedetineerd, koop man (en specialiteit in pluimgedierte), door deze rechtbank terzake van diefstal van kippen veroordeeld tot 2 jaar gevangenisstraf, tegen dat vonnis hooger beroep aangeteekend. Kantongerecht te Middelburg. Zooals we gisteren mededeelden werd Gl. H. N., Vlissingen, veroordeeld wegens het in eene voor het publiek toegankeljjke localiteit, waar voor geen vergunning is verleend, toedienen van sterken drank in het klein, tot 3 b. s. 1 d. De beklaagde was verbalise6rd toen zjj aan W. M., die voor een der logeergasten uit het logement het Gouden Lam, waar zjj als buffet juffrouw dienst deed, een pakje naar dit logement had gebracht, een glas met jenever toediende. De beklaagde beriep zich bjj hare verdedi ging op art. 15 der drankwet, waar de voor gaande artikelen niet van toepassing worden verklaard op drank verkoop in logementen aan logeergastenbewerende dat het glas met jenever door den als logeergast in dit logement verbljjvenden M. N. was gekocht en betaald, terwjjl het op zjjne orders door haar aan W. M. was toegediend, welke bewering werd be vestigd door de verklaring van den getuige a décharge, voornoemden M. N. De kantonrechter overwoog echter dat de bekl., al moge het feit zich alzoo hebben toe gedragen, zich te vergeefs op art. 15 der drank wet beroept, en wel op de navolgende gronden dat de bepaling toch dat de art. 1—14 niet op drankverkoop in logementen aan logeer gasten van toepassing zjjn niet mag worden opgevat in onbeperlcten zin doch dat zjj in hare uitlegging behoort te worden getoetst aan de geschiedenis der wet; dat nameljjk bjj de behandeling van art. 15 in de vergadering van 20 Juni 1881 van de Eerste kamer der Staten-Generaal de minister van justitie, onder wien het wetsontwerp tot stand gekomen waB, heeft verklaard dat logeer gasten mogen bestellen voor hunne bezoekers sterkendrank, wanneer het betreft een werkeljjk bezoek dat zulk eene aanduiding nu geheel over bodig ware geweest zoo die bepaling van het art. moest worden opgevat in onbeperkten zin dat dan ook de minister met d^ze verklaring bljjkbaar heeft aangewezen een grens, waar binnen de drankverkoop aan logeergasten is beperkt, zoodat daarbuiten valt zoodanige ver koop, strekkende om de toediening te doen plaats hebben aan personen, die niet tot hunne bezoekers kunnen worden gebracht; dat hier, waar door een logeergast een borrel glas met jenever zou zjjn gekocht, doch de toediening daarvan niet aan zjjn gast of bezoeker is geschied, doch aan een persoon slechts tot belooning voor een door dezen aan hem bewezen dienst, nameljjk, omdat deze voor dien logeer gast had bezorgd een pakje naar dat logement, bedoeld wetsart. niet van toepassing kan worden verklaard, zoodat de reden, door de bekl. tot hare verantwoording aangevoerd, als onaanne- moljjk behoort te worden verworpen. Uit het Engelsch. V n. n D A I IN E. HOOFDSTUK XIll. „Mej. Frenck zoo vervolgde kapitein Faulkland „bezit een groote mate van zelf standigheid en schjjnt niet bjjzonder aan n gehecht te zjjn. Maar vrouwen zjjn slimmer in die dingen dan wjj, en gjj kunt misschien iets uitrichten." »Ik kan alles uitrichten, als gjj maar doet wat ik zeg," merkte lady Olivia op. »Uw eerste werk na het tweede moet zjjn, haar for meel ten huweljjk te vragen, bjj haar vader. Laat mjj slechts een weinig tjjd om hem voor te bereiden en ga voort met de dochter zoo opvallend mogeljjk het hof to maken. Ik wil (Vervolg.) Met betrekking tot de medische politie ontleenen wjj aan het verslag het volgende De reiniging van straten, goten en riolen geschiedde regelmatig. Evenals in vorige jaren, heeft het burgerljjk armbestuur zich weder belast met het doen schoonhouden van alle straten, grachten en pleinen, voor zoover dit niet door particulieren moet geschieden. Het aantal van hen, die, bjj wjjze van abon nement, aan het armbestuur de zorg overdroegen voor het schoonhouden van dat gedeelte straat of plein, hetwelk zjj volgens het politieregle- ment verplicht zjjn schoon te houden, bedroeg op ultimo Dec. 1023 of 108 meer dan in 1889 Gedurende het geheele jaar werden 8 perso nen, in vier ploegen verdeeld, gebezigd tot het dagelyksch schoonhoudenvoorts waren een 21-tal persoren, voor het grootste gedeelte vrouwen, gedurende 33 weken werkzaam met wieden. Aan werkloon is uitbetaald ƒ3005 81$. Ver der werd 494.78$ uitgegeven voor het aan schaffen en onderhouden van materialen en gereedschappen, kleeding voor de vegers en administratiekosten. De ontvangsten bedroegen f 3555 90$, (zjjnde eene bjjdrage uit de gemeentekas ad ƒ2150, voorts f 1362.12 voor abonnementsgelden en 43 .78$ als saldo van bet vorige jaar en op brengst van den verkoop van oude materialen) De urinoirs werden dageljjks door eenen van gemeentewege daarvoor aangewezen persoon behoorljjk gereinigd. Sommige urinoirs werden, waar zulks in het belang der gezondheid of zedeljjkheid noodig bleek, verplaatst. Van wege het gemeentebestuur zjjn 561 biljetten wegens besmetteljjke ziekte aangeplakt tegen 17 in 1889 te weten 11 wegens typhus en febris typho'idea, 2 wegens diphtheritis, en 548 wegens mazelen. Van de bevoegdheid, den burgemeester bjj art. 4 der wet op de besmettelijke ziekten toegekend, werd door dezen herhaaldeljjk ge bruik gemaakt. De gezamenljjke ontsmettings- kosten bedroegen 149,12. De drie in deze gemeente aanwezige begraaf plaatsen voldoen aan de wetteljjke eischen en geven, met betrekking tot den openbaren gezondheidstoestand, geene aanleiding tot opmerkingen. In 1890 zjjn [begravenop de gemeente begraafplaats 326 ljjken, op de bjjzondere be graafplaats der Israëlitische gemeente 4 lyken, op de bjjzondere begraafplaats der Roomsch- katholieke gemeente 32 ljjken. Door het burgerljjk armbestuur werd genees- en heelkundige hulp verstrekt aan 435 gezin nen of eenloopende personen, zjjnde 52 meer dan in het vorige jaar. Hiervan werden 81 bedeeld en 354 niet bedeeld. Voor de gemeente-genees- en heelkundigen werden voor het verleenen van bedoelde hulp 1982 schrifteljjke uitvaardigingen afgegeven, te weten 1655 voor de geneeskundigen en 327 voor de heelkundigen, of te zamen 205 meer dan in 1889. Voor rekening van het burgerlyk armbestuur werden in de gemeente-apotheek bereid en afgegeven 15972 recepten, te weten 1420 voor bedeelden en 14522 voor niet-bedeel Jen, of te zamen 2334 meer dan in het vorige jaar. De kosten, berekend tegen 0,20 het recept, bedroegen 3194,40 of ƒ1148,70 meer dan in 1889. Het getal verpleegden in het gasthuis be droegop 1 Januari 1890 14 mannelijke, 24 vrouweljjke, 38 totaal. Gedurende het jaar werden opgenomen 91 m., 80 v., 1711. .Totaal der verpleegden in 1890 105 m., 104 v.j 209 t. Hiervan zjjn hersteld 70 m., 58 v., 128 t. Bljjft 35 m., 46 v., 81 t. Gelurende het jaar zjjn overleden 8 m., 12 v., 20 t., zoodat de bevol king op 31 December 1890 bedroeg 27 m., 34 v., 61 t. Onder het getal verpleegden zjjn begrepen 166 voor rekening van het burgerljjk armbe stuur met 15746, 34 voor rekening van particulieren met 1302 en 5 uit andere gestich ten met 500 dagen, alzoo te zamen 17548 ver- pleegdagen, of 2011 meer dan het vorige jaar. Van particulieren werd ontvangen f 1139,25, zjjnde 208,50 minde: dan in 1889. (Wordt vervolgd.) Door de landbouwcommissie is aan den minister van waterstaat een advies gezonden over de vraag in hoeverre onze landbouwbe langen door een wjjziging van de bestaande beln stingen zouden kunnen worden gebaat. De commissie heeft daarin twee verschillende vragen behandeld 1. Zjjn de belastingen in het algemeen zoo danig geregeld, dat de landbouw een evenredig deel draagt in verhouding tot andere bronnen van het nationaal inkomen 2o. Zjjn de afzonderljjke belastingen zoodanig gekozen en ingericht, dat de landbouw, bij be taling van zjjn evenredig deel, in zjjn voort brenging zoo weinig mogeljjk wordt belemmerd Uit het advies, opgenomen in de Staats courant van heden, bljjkt in hoofdzaak het volgende De landbouw gaat in verhouding tot zjjn productiviteit onder te zware lasten gebukt. in deze mjjn zin hebben en dat zal ook ge beuren, als gy mjj helpt." »Gjj kunt op mjj rekenen. Met het geld is het immers in orde Ik zit nogal in de klem op het oogenblik en moet een rjjke vrouw hebben." Alles is in orde, zooals gjj zegt. Poeldyk is roet het fortuin harer moeder gekocht en komt aan haar bjj den dood van haar vader. Dat wist ik niet voor mjjn trouwen en toen ik er achter kwam was het te laat. Maar zjj heeft er geen recht op, zoolang de heer Frenck leeft, dus al trouwt gy met haar, moet gy u niet verbeelden dat gjj mjj het huis kunt uit zetten 1" >Dus zjjn er geen comptanten? De heer Frenck kan nog wel twintig jaar leven." Alles komt in orde," zei zjj opstaande. »Er wordt een behoorlyk jaargeld voor haar vastgesteld, als zjj voor den dood van haar vader, waarnaar gjj zoo vurig schjjnt te ver langen, trouwt. Als gjj geld noodig hebt, kunt gjj gerust zjjn dat gy het krjjgen zult." Deze zware druk wordt in hooge mate onbilljjk door den vrjjdom, welken het kapitaal in porte feuille geniet. Doch zells wanneer men den land bouw vergeljjkt met andere wel belaste bronnen van inkomen, is de uitkomst voor den landbouw niet gunstig. Een directe vergeljjking van enkele landbou- wera-bedrjjven met enkele handelszaken of ne ringen, zooals voorkomt in sommige enquê teverslagen is zeker weinig afdoende. De patentwet werkt, zooals algemeen bekend is, zoo ongeljjk, dat uit het eene geval niet tot het andere mag worden besloten. Maar ook de druk der grondbelasting is alles behalve gelykmatig. Door de herziening van de be lastbare opbrengst der ongebouwde eigendom men moge hierin belangryke verbeteringen worden gebracht, de werkelyke toestand is thans reeds aanmerkelijk afgeweken van dien, welke den grondslag vormt der schattin gen, een afwjjking, die van jaar tot jaar snel toeneemt. Doch indirect bljjkt de wanverhouding der belasting voldoende. Vooreerst dient in het oog gehouden te worden, dat de landbouwer wel van patent is vrygesteld, doch dat de personeele belasting voor de meesten inderdaad werkt als bedrijfsbelasting. Dit is vooral het geval met de 2e, 3e, 5e en 6e grond slagen. In den rrgel betalen de mingegoede landbouwers aan personeel, voor hun paarden, inwonende dienstboden, haardsteden en vensters voor zoover deze geheel onmisbaar zjjn voor hun bedrjjf, meer in de personeele belasting, dan kooplieden of industrieelen in het patent vooral de groote industrieelen en de groote kooplieden mogen in vergelijking met de land bouwers en in de verhouding tot hun winsten zeer bevoorrecht worden geacht. Bovendien betaalt de grondeigendom een aanzienlyk percentage aan de grondbelasting. Naar de laatste herziening bedraagt de netto huurwaarde 96 millioen. Rekent men voor het inkomen der landbouwers uit hun bedrjjf boven dien 50 pCt van de huurwaarde, dus 48 millioen, dan wordt de opbrengst van den landbouw 144 millioen. Deze raming is onge twijfeld te hoog en is verre van de werkelijk heid, omdat sedert de waardeering der belast bare opbrengst de grond aanmerkelijk in waarde is gedaald en het inkomen der boeren door achteruitgang en schulden op een veel lager cjjfer moet worden geschat. Doch neemt men de boogere cjjfers als basis van berekening en stelt men, dat de grondbelasting met de opcen ten -zal bedragen 8 pCt van de belastbare opbrengst, dan wordt de verhouding tot het inkomen toch nog ruim 5 pCt. By het personeel en de grondbelasting komt dan nog een aanzienlyk, hoewel niet onder cyfers te brengen bedrag, dat de landbouwer meer dan handel en nyverheid betaalt aan motatierechten en accynzen. Eindeljjk mag niet worden vergeten, dat, geljjk reeds in het Enquêteverslag (p. 95) werd uiteengezet, de landbouw in vele streken van het land bezwaard wordt met provinciale be lasting, polder- of waterschapslasten, die voor 6en belangrjjk deel 'dienen om uitgaven van algemeen belang te dekken. De commissie behandelt daarna meer in het bjjzonderde grondbelasting, de belastbare opbrengst van de ongebouwde eigendommen, het personeel, de mutatiezegel- en hypotheek rechten, de accjjnzen en de gemeentebelastingen en zegt ten slotte„Zjj deelt u haar overwe gingen mede in de verwachting, dat haar over tuiging, dat de belangen van den landbouw grondige hervorming van verschillende belas tingen eischen, door de regeering moge wor den gedeeld en in het vertrouwen, dat haar wenschen weerklank mogen vinden in maat regelen om billjjke grieven weg te nemen en de ontwikkeling van een der groote takken van het volksinkomen te bevorderen." Zitting van heden (Woensdag) namiddag te 3 uren. Voorzitter de heer mr G. N. de Stoppelaar. Afwezig de heeren Tak, Alberts en Spren- ger, allen met kennisgeving. De notulen van het verhandelde in de vorige zitting worden gelezen en goedgekeurd. Daarna geschiedt mededeeling van eenige ingekomen stukken, waaronder behoort de cor respondentie dezerzjjds gevoerd met de Neder- landsche kamer van koophandel te Londen, betreffende eene in Juni gehouden bijeenkomst ter behandeling van den invoer van zuivel producten uit Nederland naar Engeland. Daar van is het gevolg geweest dat de heer Snyder8 de kamer te Londen heeft vertegenwoordigd, die rapport uitbrengt van het daar verhan- »Het is niet alleen het geld", zei hjj vuurrood wordende. „Ik bewonder juffrouw Frenck ook om haar persoon. Zjj zal een goed figuur maken aan het hoofd mjjner tafel en als wy eens getrouwd zyn zal ik wel zorgen dat zjj wellevender tegen my is. Ik weet niet dat ik ooit zoo mjjn zinnen op een meisje gezet heb." »0, spaar my 1 Het moet tjjd zyn om te ontbjjten. Nu moest gjj liever naar beneden gaan." HOOFDSTUK XIV. Later op den dag kreeg Pamela, tot haar verbazing, een boodschap dat haar vader haar terstond wenschte te spreken in de kamer van lady Olivia. Zjj wist dat hy daar zelden toegelaten werd en zjj «elf was er niet geweest sedert den dag, toen de uitnoodigingen voor Kerstmis geschreven moesten worden. Lang zaam liep zjj de gangen door, benieuwd wat haar te wachten stond. delde. (Dit ia in hoofdzaak onzen lezers ïeeds vroeger bekend gemaakt). Verder deelde de heer Snyders nog mede dat de invoer van melk uit Nederland hoogst moeiljjk, zoo niet onmogeljjk zou zyn, vooral omdat de invoer belemmerd wordt door de vrees der Engelschen voor het overbrengen van smetstoffen door melk en drinkwater. Ook uit het oogpunt van te late aankomst in Enge land is meikuit voer daarheen niet aan te raden. Alsnu was aan de orde het uitbrengen van verschillende rapporten. De commissie voor de maand, in wier handen om advies is gesteld een schrjjven van den minister van waterstaat betreffende de instel ling van een centralen raad van handel en nyverheid, heeft daarvan met belangstelling kennis genomen. Reeds vroeger is door deze kamer de wen- schelykheid van zoodanig college betoogd, toen daarvan in 1879 sprake was bjj eene voorge nomen wjjziging van het reglement voor de kamers van koophandel en fabrieken, in verband waarmede eene vergadering is gehouden van afgevaardigden van vjjf dienaangaande door de regeering geraadpleegde kamers, waarbjj de Middelburgsche kamer werd vertegenwoordigd door haren voorzitter en secretaris, de heeren mr W. C. Borsius en mr E. Fokker. Men ging toen, en te recht uit van het denkbeeld >dat samenwerking van de kamers van koophandel en fabrieken nuttig is, zoowel omdat vereenigde kamers grooteren invloed zullen uitoefenenden iedere kamer afzonderljjk, alsook, omdat de regeering daardoor beter ingelicht kan worden dan door verschillende adviezen, dikwerf ingegeven door lokale omstan digheden en met elkander in strjjd." De commissie kan zich alzoo met het principe van de instelling van bedoelden raad vereenigen, opdat overeenkomstig het denkbeeld van den minister meer voeling met handel en nyverheid besta. Op grond van dit laatste kan zjj zich tevens wel vereenigen met de door eenige andere kamers van koophandel kenbaar ge maakte wenscheljjkheid om dien raad te doen bestaan uit het dubbel voorgestelde aantal, nl. uit 24 leden. De belangen van handel en nyverheid zyn niet altjjd dezelfdebjj uitbreiding van het aantal leden zouden uit elke provincie twee leden kunnen afgevaardigd worden, waardoor de gelegenheid zal gegeven worden, om, zoo noodig, één lid te benoemen, die hoofdzakeljjk den handel, een ander die de nyverheid zou kun nen vertegenwoordigen. Bjj verhindering van een der afgevaardigden zou bovendien de pro vincie bjj de te houden vergadering van den raad toch door het ander lid vertegenwoordigd zyn. De commissie betreurt het dat bjj het ont- werp-beBluit (art. 2) aan dien raad niet de bevoegdheid tot initiatief zal worden toege kend en het alzoo uitsluitend een adviseerend college zal zjjn. Verder heeft zich bjj de commissie de vraag voorgedaan of de voorgedragen wjjze van ver kiezing van leden (art. 5) wel de meest ge- wenschte is en of het niet de voorkeur verdient, om de door de kamers van ééne provincie op verschillende personen uitgebrachte stemmen voor ieder hunner bjjeen te tellen en alsdan hem voor gekozen te houden, die, mits voldoende aan de bjj art. 3 gestelde voorwaarden, de meeste stemmen op zich zal vereenigd hebben. De commissie stelt voor deze beschouwingen aan den minister mede te deelen en van het daartoe strekkende schrjjven afschrift te zenden aan Gedeputeerde Btaten van Zeeland, ter vol- doening aan het daartoe door dit college kenbrar gemaakt verlangen. Conform het rapport wordt besloten. Door deze en onderscheidene elders gevestigde kamers is herhaaldeljjk de aandacht der regee ring gevestigd op het groot belang, dat handel en scheepvaart vooral de kleine sehipperjj hebben bjj eene afschaffing van de watertollen. Door de Vereeniging tot behartiging der stoom- vaartbelangen in Nederland is opnieuw in April jl. dienaangaande een request ingediend aan de Tweede kamer, dat door de kamer van koophandel te Arnhem bjj een adres harerzjjds is ondersteund. Laatstgenoemd college verklaart daarin>dat door genoemde vereeniging zeer nauwkeurig de verschillende gronden, die voor het afschaffen van de watertollen pleiten, zyn aangevoerd en de daartegen aangevoerde bezwaren zyn we- derlegd", weshalve het meent zich te kunnen onthouden van eene herhaling van die gronden en argumenten. Daar dit ook het geval zal zyn bjj deze kamer en volgens het oordeel der maandcom- missie ondersteuning van het verzoek, zonder De heer Frenck stond voor het vuur en wenkte haar plaats te nemen, daarop keek hjj zyn vrouw aan, die met een zeer verstoord gelaat op een canapé lag en de oogen van haar stiefdochter afwendde. Onwillekeurig vouwde Pamela de handen en zjj kreeg een gevoel van beklemming. Wat zou er ge beuren Verlangt gjj mjj te spreken, papa?" vroeg zjj eindeljjk, daar de stilte ondragelijk werd. »Zeker, anders zou ik u niet hebben laten roepen. Toen ik u eenige maanden ge leden mjjne huwelijksplannen mededeelde", zei haar vader op zenuwachtigen toon, »ontvingt gy die tyding opeen wyze, die my zeer teleur stelde en my deed vreezen dat Poeldyk geen aangenaam verblyf voor mjjn vrouw zou zyn, zoolang gy er waart. Die vrees is helaas 1 bewaarheid. Zjj is genoodzaakt geweest bjjna uitsluitend in hare eigen kamers te vertoeven en heeft zich, zoolang zjj hier is, als een indringster moeten gevoelen. Daar mjjn geluk aanvoeren van nieuwe argumenten, als nutteloos en overbodig mag beschouwd worden, stelt zjj voor het schrjjven van de Arnhemsche kamer te dezer zake voor kennisgeving aan te nemen. Ook hiermede veraenigt zich de vergadering. Omtrent het schrjjven van den minister van waterstaat betreffende bepalingen ter voorko ming van aanvaringen op zee adviseert de commissie voor de maand het volgende. Zij meende in deze het gevoelen te moeten inwinnen van de grootste belanghebbende in onze omgeving De stoomvaartmaatschappij Zee land en vernam dat door die maatschappij reeds aan den minister van waterstaat eenige beden kingen tegen de voorgestelde bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee waren ingebracht. Aan de commissie werd door die maatschappij medegedeeld dat zjj de noodzakeljjkheid van eenige der voorgestelde veranderingen niet inzag, doch in andere wijzigingen eene nuttige aan vulling van de bestaande bepalingen meende te ontwaren, by voorbeeld de toevoeging van sub 4 in art. 7. Met art. 21 kan de maatschappij zich niet vereenigen, omdat zjj vermeent dat art. 18 van het kon. besl. van 26 Juli 1885 Stblno 168), houdende gewjjzigde bepalingen tegen aanvarin gen op zee, voor de praktjjk veel doeltreffen der is. In het nieuwe voorsohrift wordt aan den gezagvoerder van het schip, dat volgens de voorafgaande bepalingen niet behoeft te wjjken verboden handelend op te treden, tenzy in zeer buitengewone omstandighedenhetgeen bjj vele gevallen, de aanvaringen zal vermeerderen, terwjjl de bepalingen van bovenvermeld kon besl. meer waarborg geven, dat van beide zjjden alles in het werk zal gesteld worden, om eene aanvaring te voorkomen. De commissie vermeent op de belangrijkheid van bovenstaande opmerkingen te moeten wjjzen en adviseert om die onder de aandacht van den minister van waterstaat te brengen. Ook dit voorstel geeft geene aanleiding tot discussiën en zonder deze vereenigt de kamer zich ermede. Door de commissie voor de maand wordt alsnu rapport uitgebracht op het verzoek der Arnhemsche kamer tot ondersteuning van een adres dier kamer aan den minister van water staat betreffende de afsluiting van eenige perrons der Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen. Het komt der commissie niet wenschelyk voor een maatregel tegen te werken, die ge nomen is in het belang der veiligheid van het poorwegverkeer en waartegen de bezwaren zeer overdreven zjjn voorgesteld. De brievenbussen aan de stations maken het ook den kleinen koopman gemakkeljjk zjjne brieven op het laatste oogenblik te verzenden, xoodat de gevallen dat dergeljjke personen een perronkaartje noodig hebben uiterst zeldzaam zullen voorkomen. De commissie adviseert het adres niet te ondersteunen, met welk advieB de vergadering zich vereenigt. Eindeljjk geschiedt overlegging van een Bchryven van de volksmaatschappjj de Veld bloem te Brussel, houdende verzoek tot onder steuning van het door deze maatschappy ge- wenschte tot stand brengen van een tolver bond tusschen België met Noord-Nederland. Dit schrjjven wordt voor kennisgeving aan genomen. Nog worden overgelegd verschillende inge komen gedrnktens, die deels ter visie gelegd, deels in het archief geplaatst en deels bjj de leden rondgezonden zullen worden. Daarna is de zitting gesloten. Maandag en Dinsdag zyn in de concertzaal te Zierikzee door het bestuur der visscheryen op de Schelde en Zeenwsche stroomen, in het openbaar, voor 3 of 6 jaren verpacht: 90 per- ceelen vischplaatsen en schelpdieren-visscherjjen in de Grevelingen. Er werd voor de perceelen als jaarljjksche pachtsom besteed van 2 tot 530, terwjjl de geheele opbrengst bedroeg f 9735 'b jaars. Van 14—15 Juli. Middelburg. BevallenJ. Bostelaar, geb. Yan der Werf, z. S. A. Labrujjère, geb. Over- duin, d. Overleden: A. Leendêrs, wed1 van M. E. Mulder, 57 j. geheel van het hare afhangt heb ik daar ook zeer onder geleden. Mjjn huwelijksleven is niet geweest, wat ik er van verwacht had." „Neen, papa, dat heb ik gezien. Wat verlangt gy van mjj Lady Olivia maakte een ongeduldig gebaar. De heer Frenck ging schieljjk voort. >Ik was overtuigd, dat als men u dit onder het oog bracht en er deed zich een gelegenheid voor om u elders te vestigen, gjj die gaarne zoudt aangcjjpen. Die gelegenheid doet zich thans voor." »Op welke wyze vroeg Pamela doods bleek. De slag was gevallen. Zjj wist het ergste. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1891 | | pagina 2