RECHTSZAKEN.
"FEUILLETON.
De Meeltere Tan Lady Olrna.
Middelburg in 1890.
LA ND BOU W-COMMISSIE.
Kamer van koophandel en fabrieken
te Middelburg,
VERKOOPINGEN ENZ.
Burgerlijke stand.
Te IJerseke ia verleden week op een
nacht van een paard de staart en in den
laatst verloopen nacht zjjn van vier paarden,
die in de weide liepen, de staarten afgesneden.
Alle dieren waren eigendom van denzelfden
landbonwer. De politie doet natuurlijk onder
zoek.
Te Hansweert liep Dinsdag namiddag bjj
het op de haven zetten het Nederlandsch tjalk
schip Op hoop van Zegenschipper Gr. Nieuwhof,
beladen met tarwe van Antwerpen naar Wor-
merveer, zoodanig op de Westhavenberm dat
het zwaar lek werd en nauwelijks door middi 1
van eenige pompers kon boven water gehouden
worden. De lading van genoemd tjalkschip
zal hoogstwaarschjjnljjk in een ander vaartuig
moeten overgeladen worden.
De directie van het hulppost en tele
graafkantoor te Cortgene (8e klasse), is vacant.
Traktement 1200 en vrjje woning.
Sollicitatiën naar de gemelde betrekking
zullen uiterljjk 25 dezer moeten zjjn ingediend.
Bg het te 's Hage gehouden examen voor
candidaat-secretaris is geslaagd de heer J.
Polderman van St. MaartenBdjjk.
Arr,tndissements-Hechtt)antc te Middelburg.
Door den officier van justitie is ter griffie
dier rechtbank gedösisteerd van het hooger
beroep, aangeteekend tegen het ten laste van
den gedetineerden, te Goes wonenden koopman
en winkelier A. v. d. B. door voornoemde
rechtbank gewezen vonnis ter zake van be-
driegeljjke bankbreuk.
Terzelfde griffie is door K. S., 39 jaar oud,
te Hansweert, thans alhier gedetineerd, koop
man (en specialiteit in pluimgedierte), door
deze rechtbank terzake van diefstal van kippen
veroordeeld tot 2 jaar gevangenisstraf, tegen
dat vonnis hooger beroep aangeteekend.
Kantongerecht te Middelburg.
Zooals we gisteren mededeelden werd Gl. H.
N., Vlissingen, veroordeeld wegens het in eene
voor het publiek toegankeljjke localiteit, waar
voor geen vergunning is verleend, toedienen
van sterken drank in het klein, tot 3 b. s. 1 d.
De beklaagde was verbalise6rd toen zjj aan
W. M., die voor een der logeergasten uit het
logement het Gouden Lam, waar zjj als buffet
juffrouw dienst deed, een pakje naar dit
logement had gebracht, een glas met jenever
toediende.
De beklaagde beriep zich bjj hare verdedi
ging op art. 15 der drankwet, waar de voor
gaande artikelen niet van toepassing worden
verklaard op drank verkoop in logementen aan
logeergastenbewerende dat het glas met
jenever door den als logeergast in dit logement
verbljjvenden M. N. was gekocht en betaald,
terwjjl het op zjjne orders door haar aan W.
M. was toegediend, welke bewering werd be
vestigd door de verklaring van den getuige a
décharge, voornoemden M. N.
De kantonrechter overwoog echter dat de
bekl., al moge het feit zich alzoo hebben toe
gedragen, zich te vergeefs op art. 15 der drank
wet beroept, en wel op de navolgende gronden
dat de bepaling toch dat de art. 1—14 niet
op drankverkoop in logementen aan logeer
gasten van toepassing zjjn niet mag worden
opgevat in onbeperlcten zin doch dat zjj in
hare uitlegging behoort te worden getoetst
aan de geschiedenis der wet;
dat nameljjk bjj de behandeling van art. 15
in de vergadering van 20 Juni 1881 van de
Eerste kamer der Staten-Generaal de minister
van justitie, onder wien het wetsontwerp tot
stand gekomen waB, heeft verklaard dat logeer
gasten mogen bestellen voor hunne bezoekers
sterkendrank, wanneer het betreft een werkeljjk
bezoek
dat zulk eene aanduiding nu geheel over
bodig ware geweest zoo die bepaling van het
art. moest worden opgevat in onbeperkten zin
dat dan ook de minister met d^ze verklaring
bljjkbaar heeft aangewezen een grens, waar
binnen de drankverkoop aan logeergasten is
beperkt, zoodat daarbuiten valt zoodanige ver
koop, strekkende om de toediening te doen
plaats hebben aan personen, die niet tot hunne
bezoekers kunnen worden gebracht;
dat hier, waar door een logeergast een borrel
glas met jenever zou zjjn gekocht, doch de
toediening daarvan niet aan zjjn gast of bezoeker
is geschied, doch aan een persoon slechts tot
belooning voor een door dezen aan hem bewezen
dienst, nameljjk, omdat deze voor dien logeer
gast had bezorgd een pakje naar dat logement,
bedoeld wetsart. niet van toepassing kan worden
verklaard, zoodat de reden, door de bekl. tot
hare verantwoording aangevoerd, als onaanne-
moljjk behoort te worden verworpen.
Uit het Engelsch.
V n. n D A I IN E.
HOOFDSTUK XIll.
„Mej. Frenck zoo vervolgde kapitein
Faulkland „bezit een groote mate van zelf
standigheid en schjjnt niet bjjzonder aan n
gehecht te zjjn. Maar vrouwen zjjn slimmer
in die dingen dan wjj, en gjj kunt misschien
iets uitrichten."
»Ik kan alles uitrichten, als gjj maar
doet wat ik zeg," merkte lady Olivia op. »Uw
eerste werk na het tweede moet zjjn, haar for
meel ten huweljjk te vragen, bjj haar vader.
Laat mjj slechts een weinig tjjd om hem voor
te bereiden en ga voort met de dochter zoo
opvallend mogeljjk het hof to maken. Ik wil
(Vervolg.)
Met betrekking tot de medische politie
ontleenen wjj aan het verslag het volgende
De reiniging van straten, goten en riolen
geschiedde regelmatig.
Evenals in vorige jaren, heeft het burgerljjk
armbestuur zich weder belast met het doen
schoonhouden van alle straten, grachten en
pleinen, voor zoover dit niet door particulieren
moet geschieden.
Het aantal van hen, die, bjj wjjze van abon
nement, aan het armbestuur de zorg overdroegen
voor het schoonhouden van dat gedeelte straat
of plein, hetwelk zjj volgens het politieregle-
ment verplicht zjjn schoon te houden, bedroeg
op ultimo Dec. 1023 of 108 meer dan in 1889
Gedurende het geheele jaar werden 8 perso
nen, in vier ploegen verdeeld, gebezigd tot het
dagelyksch schoonhoudenvoorts waren een
21-tal persoren, voor het grootste gedeelte
vrouwen, gedurende 33 weken werkzaam met
wieden.
Aan werkloon is uitbetaald ƒ3005 81$. Ver
der werd 494.78$ uitgegeven voor het aan
schaffen en onderhouden van materialen en
gereedschappen, kleeding voor de vegers en
administratiekosten.
De ontvangsten bedroegen f 3555 90$, (zjjnde
eene bjjdrage uit de gemeentekas ad ƒ2150,
voorts f 1362.12 voor abonnementsgelden en
43 .78$ als saldo van bet vorige jaar en op
brengst van den verkoop van oude materialen)
De urinoirs werden dageljjks door eenen van
gemeentewege daarvoor aangewezen persoon
behoorljjk gereinigd.
Sommige urinoirs werden, waar zulks in het
belang der gezondheid of zedeljjkheid noodig
bleek, verplaatst.
Van wege het gemeentebestuur zjjn 561
biljetten wegens besmetteljjke ziekte aangeplakt
tegen 17 in 1889 te weten 11 wegens typhus
en febris typho'idea, 2 wegens diphtheritis, en
548 wegens mazelen.
Van de bevoegdheid, den burgemeester bjj
art. 4 der wet op de besmettelijke ziekten
toegekend, werd door dezen herhaaldeljjk ge
bruik gemaakt. De gezamenljjke ontsmettings-
kosten bedroegen 149,12.
De drie in deze gemeente aanwezige begraaf
plaatsen voldoen aan de wetteljjke eischen en
geven, met betrekking tot den openbaren
gezondheidstoestand, geene aanleiding tot
opmerkingen.
In 1890 zjjn [begravenop de gemeente
begraafplaats 326 ljjken, op de bjjzondere be
graafplaats der Israëlitische gemeente 4 lyken,
op de bjjzondere begraafplaats der Roomsch-
katholieke gemeente 32 ljjken.
Door het burgerljjk armbestuur werd genees-
en heelkundige hulp verstrekt aan 435 gezin
nen of eenloopende personen, zjjnde 52 meer
dan in het vorige jaar. Hiervan werden 81
bedeeld en 354 niet bedeeld.
Voor de gemeente-genees- en heelkundigen
werden voor het verleenen van bedoelde hulp
1982 schrifteljjke uitvaardigingen afgegeven,
te weten 1655 voor de geneeskundigen en 327
voor de heelkundigen, of te zamen 205 meer
dan in 1889.
Voor rekening van het burgerlyk armbestuur
werden in de gemeente-apotheek bereid en
afgegeven 15972 recepten, te weten 1420
voor bedeelden en 14522 voor niet-bedeel Jen,
of te zamen 2334 meer dan in het vorige jaar.
De kosten, berekend tegen 0,20 het recept,
bedroegen 3194,40 of ƒ1148,70 meer dan in
1889.
Het getal verpleegden in het gasthuis be
droegop 1 Januari 1890 14 mannelijke, 24
vrouweljjke, 38 totaal. Gedurende het jaar
werden opgenomen 91 m., 80 v., 1711. .Totaal
der verpleegden in 1890 105 m., 104 v.j 209 t.
Hiervan zjjn hersteld 70 m., 58 v., 128 t. Bljjft
35 m., 46 v., 81 t. Gelurende het jaar zjjn
overleden 8 m., 12 v., 20 t., zoodat de bevol
king op 31 December 1890 bedroeg 27 m., 34
v., 61 t.
Onder het getal verpleegden zjjn begrepen
166 voor rekening van het burgerljjk armbe
stuur met 15746, 34 voor rekening van
particulieren met 1302 en 5 uit andere gestich
ten met 500 dagen, alzoo te zamen 17548 ver-
pleegdagen, of 2011 meer dan het vorige jaar.
Van particulieren werd ontvangen f 1139,25,
zjjnde 208,50 minde: dan in 1889.
(Wordt vervolgd.)
Door de landbouwcommissie is aan den
minister van waterstaat een advies gezonden
over de vraag in hoeverre onze landbouwbe
langen door een wjjziging van de bestaande
beln stingen zouden kunnen worden gebaat.
De commissie heeft daarin twee verschillende
vragen behandeld
1. Zjjn de belastingen in het algemeen zoo
danig geregeld, dat de landbouw een evenredig
deel draagt in verhouding tot andere bronnen
van het nationaal inkomen
2o. Zjjn de afzonderljjke belastingen zoodanig
gekozen en ingericht, dat de landbouw, bij be
taling van zjjn evenredig deel, in zjjn voort
brenging zoo weinig mogeljjk wordt belemmerd
Uit het advies, opgenomen in de Staats
courant van heden, bljjkt in hoofdzaak het
volgende
De landbouw gaat in verhouding tot zjjn
productiviteit onder te zware lasten gebukt.
in deze mjjn zin hebben en dat zal ook ge
beuren, als gy mjj helpt."
»Gjj kunt op mjj rekenen. Met het geld
is het immers in orde Ik zit nogal in de
klem op het oogenblik en moet een rjjke
vrouw hebben."
Alles is in orde, zooals gjj zegt. Poeldyk
is roet het fortuin harer moeder gekocht en
komt aan haar bjj den dood van haar vader.
Dat wist ik niet voor mjjn trouwen en toen
ik er achter kwam was het te laat. Maar zjj
heeft er geen recht op, zoolang de heer Frenck
leeft, dus al trouwt gy met haar, moet gy u
niet verbeelden dat gjj mjj het huis kunt uit
zetten 1"
>Dus zjjn er geen comptanten? De heer
Frenck kan nog wel twintig jaar leven."
Alles komt in orde," zei zjj opstaande.
»Er wordt een behoorlyk jaargeld voor haar
vastgesteld, als zjj voor den dood van haar
vader, waarnaar gjj zoo vurig schjjnt te ver
langen, trouwt. Als gjj geld noodig hebt, kunt
gjj gerust zjjn dat gy het krjjgen zult."
Deze zware druk wordt in hooge mate onbilljjk
door den vrjjdom, welken het kapitaal in porte
feuille geniet. Doch zells wanneer men den land
bouw vergeljjkt met andere wel belaste bronnen
van inkomen, is de uitkomst voor den landbouw
niet gunstig.
Een directe vergeljjking van enkele landbou-
wera-bedrjjven met enkele handelszaken of ne
ringen, zooals voorkomt in sommige enquê
teverslagen is zeker weinig afdoende. De
patentwet werkt, zooals algemeen bekend is,
zoo ongeljjk, dat uit het eene geval niet tot
het andere mag worden besloten. Maar ook
de druk der grondbelasting is alles behalve
gelykmatig. Door de herziening van de be
lastbare opbrengst der ongebouwde eigendom
men moge hierin belangryke verbeteringen
worden gebracht, de werkelyke toestand is
thans reeds aanmerkelijk afgeweken van
dien, welke den grondslag vormt der schattin
gen, een afwjjking, die van jaar tot jaar snel
toeneemt.
Doch indirect bljjkt de wanverhouding der
belasting voldoende.
Vooreerst dient in het oog gehouden te worden,
dat de landbouwer wel van patent is vrygesteld,
doch dat de personeele belasting voor de meesten
inderdaad werkt als bedrijfsbelasting. Dit is
vooral het geval met de 2e, 3e, 5e en 6e grond
slagen. In den rrgel betalen de mingegoede
landbouwers aan personeel, voor hun paarden,
inwonende dienstboden, haardsteden en vensters
voor zoover deze geheel onmisbaar zjjn voor
hun bedrjjf, meer in de personeele belasting,
dan kooplieden of industrieelen in het patent
vooral de groote industrieelen en de groote
kooplieden mogen in vergelijking met de land
bouwers en in de verhouding tot hun winsten
zeer bevoorrecht worden geacht.
Bovendien betaalt de grondeigendom een
aanzienlyk percentage aan de grondbelasting.
Naar de laatste herziening bedraagt de netto
huurwaarde 96 millioen. Rekent men voor het
inkomen der landbouwers uit hun bedrjjf boven
dien 50 pCt van de huurwaarde, dus 48
millioen, dan wordt de opbrengst van den
landbouw 144 millioen. Deze raming is onge
twijfeld te hoog en is verre van de werkelijk
heid, omdat sedert de waardeering der belast
bare opbrengst de grond aanmerkelijk in waarde
is gedaald en het inkomen der boeren door
achteruitgang en schulden op een veel lager
cjjfer moet worden geschat. Doch neemt men
de boogere cjjfers als basis van berekening en
stelt men, dat de grondbelasting met de opcen
ten -zal bedragen 8 pCt van de belastbare
opbrengst, dan wordt de verhouding tot het
inkomen toch nog ruim 5 pCt.
By het personeel en de grondbelasting komt
dan nog een aanzienlyk, hoewel niet onder
cyfers te brengen bedrag, dat de landbouwer
meer dan handel en nyverheid betaalt aan
motatierechten en accynzen.
Eindeljjk mag niet worden vergeten, dat,
geljjk reeds in het Enquêteverslag (p. 95) werd
uiteengezet, de landbouw in vele streken van
het land bezwaard wordt met provinciale be
lasting, polder- of waterschapslasten, die voor
6en belangrjjk deel 'dienen om uitgaven van
algemeen belang te dekken.
De commissie behandelt daarna meer in het
bjjzonderde grondbelasting, de belastbare
opbrengst van de ongebouwde eigendommen,
het personeel, de mutatiezegel- en hypotheek
rechten, de accjjnzen en de gemeentebelastingen
en zegt ten slotte„Zjj deelt u haar overwe
gingen mede in de verwachting, dat haar over
tuiging, dat de belangen van den landbouw
grondige hervorming van verschillende belas
tingen eischen, door de regeering moge wor
den gedeeld en in het vertrouwen, dat haar
wenschen weerklank mogen vinden in maat
regelen om billjjke grieven weg te nemen en
de ontwikkeling van een der groote takken
van het volksinkomen te bevorderen."
Zitting van heden (Woensdag) namiddag
te 3 uren.
Voorzitter de heer mr G. N. de Stoppelaar.
Afwezig de heeren Tak, Alberts en Spren-
ger, allen met kennisgeving.
De notulen van het verhandelde in de vorige
zitting worden gelezen en goedgekeurd.
Daarna geschiedt mededeeling van eenige
ingekomen stukken, waaronder behoort de cor
respondentie dezerzjjds gevoerd met de Neder-
landsche kamer van koophandel te Londen,
betreffende eene in Juni gehouden bijeenkomst
ter behandeling van den invoer van zuivel
producten uit Nederland naar Engeland. Daar
van is het gevolg geweest dat de heer Snyder8
de kamer te Londen heeft vertegenwoordigd,
die rapport uitbrengt van het daar verhan-
»Het is niet alleen het geld", zei hjj
vuurrood wordende. „Ik bewonder juffrouw
Frenck ook om haar persoon. Zjj zal een goed
figuur maken aan het hoofd mjjner tafel en
als wy eens getrouwd zyn zal ik wel zorgen
dat zjj wellevender tegen my is. Ik weet niet
dat ik ooit zoo mjjn zinnen op een meisje
gezet heb."
»0, spaar my 1 Het moet tjjd zyn om
te ontbjjten. Nu moest gjj liever naar beneden
gaan."
HOOFDSTUK XIV.
Later op den dag kreeg Pamela, tot haar
verbazing, een boodschap dat haar vader haar
terstond wenschte te spreken in de kamer van
lady Olivia. Zjj wist dat hy daar zelden
toegelaten werd en zjj «elf was er niet geweest
sedert den dag, toen de uitnoodigingen voor
Kerstmis geschreven moesten worden. Lang
zaam liep zjj de gangen door, benieuwd wat
haar te wachten stond.
delde. (Dit ia in hoofdzaak onzen lezers ïeeds
vroeger bekend gemaakt).
Verder deelde de heer Snyders nog mede dat
de invoer van melk uit Nederland hoogst
moeiljjk, zoo niet onmogeljjk zou zyn, vooral
omdat de invoer belemmerd wordt door de
vrees der Engelschen voor het overbrengen van
smetstoffen door melk en drinkwater. Ook uit
het oogpunt van te late aankomst in Enge
land is meikuit voer daarheen niet aan te raden.
Alsnu was aan de orde het uitbrengen van
verschillende rapporten.
De commissie voor de maand, in wier handen
om advies is gesteld een schrjjven van den
minister van waterstaat betreffende de instel
ling van een centralen raad van handel en
nyverheid, heeft daarvan met belangstelling
kennis genomen.
Reeds vroeger is door deze kamer de wen-
schelykheid van zoodanig college betoogd, toen
daarvan in 1879 sprake was bjj eene voorge
nomen wjjziging van het reglement voor de
kamers van koophandel en fabrieken, in verband
waarmede eene vergadering is gehouden van
afgevaardigden van vjjf dienaangaande door de
regeering geraadpleegde kamers, waarbjj de
Middelburgsche kamer werd vertegenwoordigd
door haren voorzitter en secretaris, de heeren
mr W. C. Borsius en mr E. Fokker.
Men ging toen, en te recht uit van het
denkbeeld >dat samenwerking van de kamers
van koophandel en fabrieken nuttig is, zoowel
omdat vereenigde kamers grooteren invloed
zullen uitoefenenden iedere kamer afzonderljjk,
alsook, omdat de regeering daardoor beter
ingelicht kan worden dan door verschillende
adviezen, dikwerf ingegeven door lokale omstan
digheden en met elkander in strjjd."
De commissie kan zich alzoo met het principe
van de instelling van bedoelden raad vereenigen,
opdat overeenkomstig het denkbeeld van den
minister meer voeling met handel en nyverheid
besta. Op grond van dit laatste kan zjj zich
tevens wel vereenigen met de door eenige
andere kamers van koophandel kenbaar ge
maakte wenscheljjkheid om dien raad te doen
bestaan uit het dubbel voorgestelde aantal, nl.
uit 24 leden.
De belangen van handel en nyverheid zyn
niet altjjd dezelfdebjj uitbreiding van het
aantal leden zouden uit elke provincie twee
leden kunnen afgevaardigd worden, waardoor
de gelegenheid zal gegeven worden, om, zoo
noodig, één lid te benoemen, die hoofdzakeljjk
den handel, een ander die de nyverheid zou kun
nen vertegenwoordigen. Bjj verhindering van
een der afgevaardigden zou bovendien de pro
vincie bjj de te houden vergadering van den
raad toch door het ander lid vertegenwoordigd
zyn.
De commissie betreurt het dat bjj het ont-
werp-beBluit (art. 2) aan dien raad niet de
bevoegdheid tot initiatief zal worden toege
kend en het alzoo uitsluitend een adviseerend
college zal zjjn.
Verder heeft zich bjj de commissie de vraag
voorgedaan of de voorgedragen wjjze van ver
kiezing van leden (art. 5) wel de meest ge-
wenschte is en of het niet de voorkeur verdient,
om de door de kamers van ééne provincie op
verschillende personen uitgebrachte stemmen
voor ieder hunner bjjeen te tellen en alsdan
hem voor gekozen te houden, die, mits
voldoende aan de bjj art. 3 gestelde voorwaarden,
de meeste stemmen op zich zal vereenigd
hebben.
De commissie stelt voor deze beschouwingen
aan den minister mede te deelen en van het
daartoe strekkende schrjjven afschrift te zenden
aan Gedeputeerde Btaten van Zeeland, ter vol-
doening aan het daartoe door dit college
kenbrar gemaakt verlangen.
Conform het rapport wordt besloten.
Door deze en onderscheidene elders gevestigde
kamers is herhaaldeljjk de aandacht der regee
ring gevestigd op het groot belang, dat handel
en scheepvaart vooral de kleine sehipperjj
hebben bjj eene afschaffing van de watertollen.
Door de Vereeniging tot behartiging der stoom-
vaartbelangen in Nederland is opnieuw in April
jl. dienaangaande een request ingediend aan
de Tweede kamer, dat door de kamer van
koophandel te Arnhem bjj een adres harerzjjds
is ondersteund.
Laatstgenoemd college verklaart daarin>dat
door genoemde vereeniging zeer nauwkeurig de
verschillende gronden, die voor het afschaffen
van de watertollen pleiten, zyn aangevoerd en
de daartegen aangevoerde bezwaren zyn we-
derlegd", weshalve het meent zich te kunnen
onthouden van eene herhaling van die gronden
en argumenten.
Daar dit ook het geval zal zyn bjj deze
kamer en volgens het oordeel der maandcom-
missie ondersteuning van het verzoek, zonder
De heer Frenck stond voor het vuur en
wenkte haar plaats te nemen, daarop keek hjj
zyn vrouw aan, die met een zeer verstoord
gelaat op een canapé lag en de oogen van
haar stiefdochter afwendde. Onwillekeurig
vouwde Pamela de handen en zjj kreeg een
gevoel van beklemming. Wat zou er ge
beuren
Verlangt gjj mjj te spreken, papa?"
vroeg zjj eindeljjk, daar de stilte ondragelijk
werd.
»Zeker, anders zou ik u niet hebben
laten roepen. Toen ik u eenige maanden ge
leden mjjne huwelijksplannen mededeelde", zei
haar vader op zenuwachtigen toon, »ontvingt
gy die tyding opeen wyze, die my zeer teleur
stelde en my deed vreezen dat Poeldyk geen
aangenaam verblyf voor mjjn vrouw zou zyn,
zoolang gy er waart. Die vrees is helaas 1
bewaarheid. Zjj is genoodzaakt geweest bjjna
uitsluitend in hare eigen kamers te vertoeven
en heeft zich, zoolang zjj hier is, als een
indringster moeten gevoelen. Daar mjjn geluk
aanvoeren van nieuwe argumenten, als nutteloos
en overbodig mag beschouwd worden, stelt zjj
voor het schrjjven van de Arnhemsche kamer
te dezer zake voor kennisgeving aan te nemen.
Ook hiermede veraenigt zich de vergadering.
Omtrent het schrjjven van den minister van
waterstaat betreffende bepalingen ter voorko
ming van aanvaringen op zee adviseert de
commissie voor de maand het volgende.
Zij meende in deze het gevoelen te moeten
inwinnen van de grootste belanghebbende in
onze omgeving De stoomvaartmaatschappij Zee
land en vernam dat door die maatschappij reeds
aan den minister van waterstaat eenige beden
kingen tegen de voorgestelde bepalingen
ter voorkoming van aanvaringen op zee waren
ingebracht.
Aan de commissie werd door die maatschappij
medegedeeld dat zjj de noodzakeljjkheid van
eenige der voorgestelde veranderingen niet inzag,
doch in andere wijzigingen eene nuttige aan
vulling van de bestaande bepalingen meende
te ontwaren, by voorbeeld de toevoeging van
sub 4 in art. 7.
Met art. 21 kan de maatschappij zich niet
vereenigen, omdat zjj vermeent dat art. 18 van
het kon. besl. van 26 Juli 1885 Stblno 168),
houdende gewjjzigde bepalingen tegen aanvarin
gen op zee, voor de praktjjk veel doeltreffen
der is.
In het nieuwe voorsohrift wordt aan den
gezagvoerder van het schip, dat volgens de
voorafgaande bepalingen niet behoeft te wjjken
verboden handelend op te treden, tenzy in zeer
buitengewone omstandighedenhetgeen bjj
vele gevallen, de aanvaringen zal vermeerderen,
terwjjl de bepalingen van bovenvermeld kon
besl. meer waarborg geven, dat van beide zjjden
alles in het werk zal gesteld worden, om eene
aanvaring te voorkomen.
De commissie vermeent op de belangrijkheid
van bovenstaande opmerkingen te moeten wjjzen
en adviseert om die onder de aandacht van
den minister van waterstaat te brengen.
Ook dit voorstel geeft geene aanleiding tot
discussiën en zonder deze vereenigt de kamer
zich ermede.
Door de commissie voor de maand wordt
alsnu rapport uitgebracht op het verzoek der
Arnhemsche kamer tot ondersteuning van een
adres dier kamer aan den minister van water
staat betreffende de afsluiting van eenige
perrons der Maatschappij tot Exploitatie van
Staatsspoorwegen.
Het komt der commissie niet wenschelyk
voor een maatregel tegen te werken, die ge
nomen is in het belang der veiligheid van het
poorwegverkeer en waartegen de bezwaren
zeer overdreven zjjn voorgesteld.
De brievenbussen aan de stations maken het
ook den kleinen koopman gemakkeljjk zjjne
brieven op het laatste oogenblik te verzenden,
xoodat de gevallen dat dergeljjke personen een
perronkaartje noodig hebben uiterst zeldzaam
zullen voorkomen.
De commissie adviseert het adres niet te
ondersteunen, met welk advieB de vergadering
zich vereenigt.
Eindeljjk geschiedt overlegging van een
Bchryven van de volksmaatschappjj de Veld
bloem te Brussel, houdende verzoek tot onder
steuning van het door deze maatschappy ge-
wenschte tot stand brengen van een tolver
bond tusschen België met Noord-Nederland.
Dit schrjjven wordt voor kennisgeving aan
genomen.
Nog worden overgelegd verschillende inge
komen gedrnktens, die deels ter visie gelegd,
deels in het archief geplaatst en deels bjj de
leden rondgezonden zullen worden.
Daarna is de zitting gesloten.
Maandag en Dinsdag zyn in de concertzaal
te Zierikzee door het bestuur der visscheryen
op de Schelde en Zeenwsche stroomen, in het
openbaar, voor 3 of 6 jaren verpacht: 90 per-
ceelen vischplaatsen en schelpdieren-visscherjjen
in de Grevelingen.
Er werd voor de perceelen als jaarljjksche
pachtsom besteed van 2 tot 530, terwjjl de
geheele opbrengst bedroeg f 9735 'b jaars.
Van 14—15 Juli.
Middelburg. BevallenJ. Bostelaar, geb.
Yan der Werf, z. S. A. Labrujjère, geb. Over-
duin, d.
Overleden: A. Leendêrs, wed1 van M. E.
Mulder, 57 j.
geheel van het hare afhangt heb ik daar ook
zeer onder geleden. Mjjn huwelijksleven is
niet geweest, wat ik er van verwacht had."
„Neen, papa, dat heb ik gezien. Wat
verlangt gy van mjj
Lady Olivia maakte een ongeduldig gebaar.
De heer Frenck ging schieljjk voort.
>Ik was overtuigd, dat als men u dit
onder het oog bracht en er deed zich een
gelegenheid voor om u elders te vestigen, gjj
die gaarne zoudt aangcjjpen. Die gelegenheid
doet zich thans voor."
»Op welke wyze vroeg Pamela doods
bleek. De slag was gevallen. Zjj wist het
ergste.
(Wordt vervolgd.)