N°. 160.
134° Jaargang.
1891.
Y rijdag
10 Juli.
*8,F EUILLETONi
Ie itoMtes Tan Laiy OMa.
Deze courant verschijnt d a g e 1i] k g
met uitzondering van Zon- en Feestdagen:
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.-2
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën20 cent per regel: By abonnement lager.
Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten, benevens alle
dankbetuigingen; van 17 regels 1.50;
iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Middelburg 9 Juli.
i li li nisi it sd 11; iiiiitiM.
W
Thermometer. Agenten te VlisBingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon, te Goea: A. A. WBolland, teKruiningenF. v. d.Peijl, te ZierikzeeA.C.de Mooir, teTholenW. A. i Advertentiën
Middelburg 9 Juli vm. 8 u. 64 gr. van Neeuwenhdijzen en te TerneurenM. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekbandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de moeten des namiddags te één uur
m. 12 u. 69 gr-, av. 4 u. 67 gr. F. I advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmab, te Rotterdam, de Gebb. Belenïante, te 'b Gravenbage, en A. de ia Ma» Azn., te Amsterdam. aan het bureau bezorgd zjjn, wille*
Verwacht N. wind. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Pnblioité étrangère G. L. Dadbe Cie., John F. Jones, opvolger. rp des avonds nog worden opgenomen.
Het ontbreekt in dere dagen natuurlijk niet
aan allerlei soort politieke doctoren, die hun
ongevraagd advies geven over betgeen er ge
daan moet worden in bet belang van eene
oplossing der staatkundige moeilijkheden, waarin
ons land zich thans, na den uitslag der ver
kiezingen, bevindt.
Een gewoon sterveling zou zeggenzoo heel
moeiljjk is die oplossing niet. De kwestie is
zelfs zeer eenvoudig. Het huidige kabinet heeft
slechts de rekening op te maken om na te
gaan hoe de zaken staan. Het weet dat de
meerderheid is aan liberale zjjde. Wil het
ministerie-Mackay het er toch op wagen om
nog voor de nieuwe kamer te verschijnen;
welnu het doe dit. Het zal dan zeker wel
eenige verbaasde gezichten zienmaar dat is
minder. Spoedig zal het wel bljjken of samen
werking al dan niet mogelijk is.
Maar dit verschjjnen zou toch wel wat al te
zonderling wezen; en zulk een beroep op mede
werking thans nog getuigen van eene bewon
derenswaardige naïveteit. De liberalen hebben
wezenljjk voortdurend bljjk gegeven van een
prijzenswaardig streven naar samenwerking;
van eene te waardeeren zucht om het kabinet
in zjjne goede daden te steunen. Maar men
mag niet te veel vergenen niet al te zeer
misbruik maken van die goede gezindheid.
Wij zouden dit middel d™ niot durven aan
raden, omdat het de crisis maar zon vertragen,
en een goede, spoedige en geregelde oplos
sing daarvan verhinderen.
Tot die conclusie komt ook gelukkig de
Protestantsche Noord-Brabanter, een orgaan dat
wjj met opzet noemen, omdat het, naar wij
meenen, in nauwe betrekking staat tot den
minister De Savornin Lobman. Het is anders
niet mogeljjk en onze lezers zouden dit
zeker niet willen om al de gevoelens van
al die verschillende bladen der anti-liberalen
mee te deelen. Maar nog éen blad dienen wjj
even aan te halen, omdat dit, De Bood
schapper, een langwjjlig betoog levert om aan
te toonen dat eigenlgk het ministerie niet
behoeft weg te gaan als de koningin-regentes
dit niet wenscht.
Die Boodschapper n. 1. vestigt o, vinding
rijke geest de aandacht op het feit, dat
de grondwet volstrekt niet voorschrijft dat de
Kamers, en nog veel minder de kiezers, minis
ters aanstellen of afzettenmaar dat dit een
onvervreemdbaar recht blijft der kroon.
»De grondwet verklaart uitdrukkelijk dat de
koning zjjne ministers benoemt of ontslaat naar
welgevallen.
„Het is goed zegt het blad dat deze
Uit het Engelsch.
Van I) A I N E.
HOOFDSTUK XII.
'Lady Olivia en juffrouw Challoner wachtten
beiden op Carey eB. mylady wees hem
terstond een stoel naast zich aan. Kapitein
Faulkland was regelrecht naar Pamela toege
gaan, die bij de oude mevrouw Challoner zat
maar zjj nam geen notitie van hem en
bleef met de oude dame doorpraten,
»Wel, hoe vindt gjj hen vroeg lady
Olivia de kamer rondziende. »Ik zag dat gjj
aan tafel schik in uw buurvrouw hadt."
- »0, zeer veelhet was heel lief van u
om zoo goed voor mg te zorgenik moet
zoo meteen weer naar mjjn dame toe, daar ons
gesprek nog niet uit is. Yan de anderen ken
ik niemand dan kapitein Faulkland en kan
dus geen meening over hen uitspreken."
»En wat zegt gjj van hem vroeg lady
Olivia, in de richting ziende waar de persoon
in kwestie aan zjjn knevel zat te trekken, in
afwachting dat het gesprek van Pamela uit
zou zijn.
»Gij moet reeds lang een opinie over hem
waarheid duideljjk worde uitgesproken. Zonder
deze bepaling toch werd ons land eenvoudig
een republiek met een gekroond hoofd tot
president. En ieder anti-revolutionair moet
er zich wel van doordringen, dat er oogen-
blikken kunnen komen waarin de vorst of
vorstin, getrouw aan eed, een ministerie moet
handhaven of aanstellen dat aan eene tjjde-
ljjke meerderheid in Eerste of Tweede kamer
mishaagt.
Vooral dan kan er ernstig sprake van zjjn
om dat recht uit te oefenen, wanneer big kt
dat de toevallige meerderheid in de kamer
minderheid is in het land en van haar positie
misbruik tracht te maken om de meerderheid
te verdrukken. Ja telkens wanneer de vorst
ziet dat de zwakke wordt gekrenkt, behoort
hjj pal te staan en liever kroon en scepter in
de waagschaal te stellen, dan te dulden dat
het kromme tot recht wordt gemaakt of de
zwakke wordt verdrukt.
«Het grondwettig recht van den vorst bigve
daarom ook thans ongeschondenen duideljjk
zij uitgesprokenhet benoemen en ontslaan
van ministers is het privilege van de koningin
regentes.
Als staaltje van hetgeen er in het brein
van sommigen kan omgaan haalden wjj het
bovenstaande aan.
Zoo'n republiek met een gekroond hoofd tot
presidenthet is vreeseljjk I
Wjj meenden en meenen nog dat wjj in ons
land juist op dat punt nog al een uitstekenden
middenweg hadden gevonden.
En dan: wat is zoo'n blad bescheiden in
zjjn eisch
Zulk een vorst moest ten behoeve van een
party, wier macht ten onder gaat en die zich
111 ™".kke te ziiu al zou men dit
niet zeggen aah het leven en het spektakel
dat zjj altjjd met haar z.g. godsdienst maakt
zich op de bres en zelfs daarvoor »kroon en
scepter in de waagschaal stellen".
Er zouden zeker zonderlinge toestanden
geboren wordenen de proclamaties met ge
kleurde randjes onzaliger gedachtenis 1
nogmaals haar invloed moeten uitoefenen.
Het is te hopen dat er betere raadslieden
der koningin-regentes ter zjj staan dan mannen
als de redacteur van de Boodschapper.
Toch is hjj dit moet te zjjner eer gezegd
worden ten slotte weêr tot bezinning en tot
de conclusie gekomen dat eene aftreding van
dit bewind op dit oogenblik tot verkrjjging
van zuiverder toestanden noodzakeljjk is.
Als het kabinet dit nu maar begrjjpt en dien
overeenkomstig handelt, zjjn wjj al een schrede
op den goeden weg.
En als dan verder de koningin-regentes een der
liberale woordvoerders uitnoodigt haar van
advies te dienen of verzoekt een kabinet saam
te stellen, dan hebben wjj vertrouwen genoeg
in het juist begrip van onze mannen dat zjj
H. M. wel verder den juisten weg zullen aan-
wjjzen om tot eene goede oplossing te geraken.
hebben en dan heeft de mjjne geen waarde.
Ik ken u lang genoeg om te weten dat gij
best in staat zjjt om uw eigen meening over
iemand te vormen en dus die van een ander
niet behoeft."
„Er kan slechts éen meening zjjn over
den staat van zaken daar ginds", zei zjj, weer
naar den kapitein ziende, „hjj maakt zeer in
het oogloopend zjjn hof. Dat is juffrouw Frenck
misschien kent gjj haar niet op wie hjj
zoo geduldig wacht 1" Zjj keerde zich om en
zag hem lang aan, toen zjj Pamela noemde,
maar hjj keek slechts belangstellend. „Hoe
vindt gij haar Nu laat ik mjj niet weer
afschepenin dit geval wil ik uwe opinie
weten."
„Over haar uiterljjk Want meer knnt
gjj niet verwachten. Waarljjk, lady Olivia, ik
vind er iets zeer onbarmhartigs in om over
een dame te praten, zooals wjj doen, terwjjl
zjj er als het onbewuste voorwerp onzer opmer
kingen bjj zit. Ik voel mjj eenigszins laag
daarbjj."
„Maar vindt gjj haar schoon Wat zegt
gjj Ik heb gezegd dat ik u niet losliet en
ik zal woord houden. Gjj zult mjj zeggen wat
gjj van haar denkt."
„Wat tegen mjjn wil?" hernam hg
lachend. „Er steekt echter geen kwaad in om
te zeggen dat ik juffrouw Frenck mooi vind.
Dat moeten wjj van iedere dame zeggen, indien
wjj eenige ridderlijkheid in ons hebben."
De hoofdleiders onzer partjj moeten in deze
samenwerken en krachtig zich toonen bjj hun
eerste optreden; ter beschaming van al die
beweringen hunner tegenstanders dat er geen
goed, homogeen liberaal ministerie is saam te
stellen.
Dat is er wèl, mits de opdracht slechts
geschiede aan het juiste adresen elk ander,
die soms zulk een opdracht mocht ontvangen,
daarheen verwjjze.
Dit kan het einde der crisis bespoedigen en
ons besparen allerlei noodelooze en nuttelooze
pogingen om ministerieele combinaties te ver
krjjgen, die tot niets leiden kunnen.
Dat juiste adres is bekend genoegon-
noodig dus dat wjj het noemen.
En dan behoeft verder het nieuwe kabinet
zich niet te bekommeren over allerlei onheil
spellende voorzeggingen van de tegenpartij.
De liberale partjj heeft door schade en schande
genoeg geleerdwjj hebben alle vertrouwen
dat hare mannen daarom wjjs zjjn geworden
en tot goed beleid geschikt.
In de Arnhemsche Crt. van gisteren, heden
ook in de Middeïb. Crt., vonden wjj een citaat
uit de Nieuwe Delftsche Crt., bljjkbaar ontleend
aan ons jongste persoverzicht. Wjj leiden dit
hieruit af, dat de bedoelde bladen de conclusie
van de Nieuwe Delftsche Crt. op rekening stel
den van de Tijd. Ter vermjjding van mogeljjk
misverstand meenen wjj de aandacht op deze
vergissing te moeten vestigen. {Tijd.)
Aan het Hbld. schrjjft men uit Den Haag
---.D<?e ^erontwaardizinsr over
de benoeming van dev Eeer savornin Jüohman
Junior tot ambtenaar bjj het ministerie van
koloniën. Verschillende geschikte ambtenaren,
die in lageren rang een zeker aantal dienst
jaren tellen, zjjn ten achter gesteld bjj iemand,
die van zjjne geschiktheid nog de eerste bljj
ken moet geven en als eenige aanbeveling
kan aanvoeren dat zjjn vader pas gouverneur
van Suriname is geweest en zich daar op zoo
eervolle wijze heeft onderscheiden.
«En wèl was er haast bjj die benoeming 1
De benoemde heer Savornin Lohman is nog
niet eens met papa uit Suriname terugge
keerd 1 Bjj zjjn6 aankomst moest hg zjjn ta
feltje reeds gedekt vinden. Hjj werd dus
benoemd >met ingang van 15 Juli". Had men
dien datum dan niet kunnen afwachten
«Neen, schjjnt het, want als ons stervend
ministerie dan wellicht reeds niet meer be
stond, zou de gelegenheid ontbroken hebben
om uit dankbaarheid den zoon van Suriname's
beroemden gouverneur nog onder dak te bren
gen. Nu is, dank zjj der koninkljjke hand-
teekening onder het benoemingsbesluit, de
eventueele opvolger voor een fait accompli
geplaatst.
»Het is, naar den algemeenen indruk, alhier
een stuitende partjj benoeming, die men aller
minst van minister Mackay bad verwacht.
«Wel zoo hoorden we gisteren een kamer
lid zeggen de minister zal denkenlaat
ons nog maar voor de vriendjes zorgen, we
kunnen weldra niets meer doen en we
kunnen ons krediet toch niet meer verspelen."
»Dat zegt nog niet veel; maar het kan
mij ook niet schelen, daar zjj weldra in 't hu-
weljjk zal treden" zei lady Olivia op den
kapitein wjjzende, die Pamela eindeljjk zoover
gekregen had dat zjj naar hem luisterde.
«Zoodat gjj haar gezelschap spoedig zult
moeten ontberen," zei Carey. „Daar is de heer
Frenck een oogenblik ik moet hem
spreken."
Hjj ging de kamer door naar den gastheer,
die bljjkbaar verheugd was iemand te vinden
met wien hjj praten kon, daar de meeste zjjner
gasten hem met onverschilligheid behandelden.
«Ik wilde u wel iets vragen over uwe
vroegere navorschingen, mjjnheer Frenck.
Gjj zet toch uwe oudheidkundige studies voort
»Ach neen," antwoordde de heer Frenck
verlegen »ik heb er in den laatsten tjjd niets
aan gedaanmaar na Kerstmis zal ik toch
weer beginnen en mjjn dochter heeft eenige
papieren en dingen voor mjj in orde gebracht.
Gjj kent immers mjjn dochter?"
»Ik ben nog niet voorgesteld, en verlang
daar zeer naar."
«Zeker, zeker, als gjj met mij
mede gaat zal ik u met genoegen
voorstellen." Zjj gingen naar de plaats,
waar Pamela nog altjjd verstrooid zat te luis
teren naar kapitein Faulkland, die zeer onaan
genaam glimlachte, toen de heer Frenck Carey
aan. zjjn dochter voorstelde, en hg keek nog
boozer toen deze erbjj voegde; »Ik laat bet
Hierbjj teekent het Amsterdamscbe blad bet
volgende aan
Wjj beseffen zeer goed waarom onze steeds
gematigde, bezadigde correspondent op zoo
scherpe wjjze deze benoeming afkeurt.
Hjj is het met ons eens, dat het gezag van
de regeering zooveel mogeljjk steeds gesteund
moet worden, onverschillig of die regeering
van onze partjj zjj of niet.
Wjj kunnen ons gerust beroepen, op alles
wat we Bchreven tjjdens dit ministerie aan het
bewind was, als bewjjs van ons ernstig streven
in dit opzicht.
Doch naar onze meening wordt de eerbied
voor het gezag op bedenkelijke wjjze onder-
mjjnd door een benoeming zoo partijdig en
onverstandig als deze.
Hoe kan de heer Mackay, die als bedacht
zaam staatsman bekend staat, die op eervolle
wjjze een moeieljjke taak vervulde en de partjj
van dr Kuyper flink in bedwang hield, nu op
het laatste oogenblik tot zulke even onhandige
als onbilljjke benoeming zjjne medewerking
leenen
Heeft de heer De Savornin Lohman als
gouverneur van Suriname zich gedragen met
onpartijdigheid, waardigheid, zelfbedwang?
Moet hjj hier te lande ter verantwoording
geroepen worden voor zjjn gedrag Of moet
men als bljjk van tevredenheid over zjjne
groote verdiensten zjjn zoon in overhaasting
nog boven het hoofd van verdienstelijke amb
tenaren een baantje geven
In naam van het gezag dat wjj geëerbie
digd wenschen in ons land stellen wjj deze
vragen.
Ze zullen in de Tweede kamer op krachtige
wjjze herhaald worden, al iB het ministerie,
dat zich met deze partjjdige benoeming uit
luidde, ook afgetreden.
De JVIaczsbod& laeeffc Go volgende gedragaHyre
opgemaakt voor de nieuwe R. K. centrumpartij
in de Tweede kamer
«De katholieke staatspartjj zal niet beginnen
met de regeering, welke het ministerie Mackay
zal opvolgen, te bestrjjdenen zjj denkt er
niet aan, over vier jaren het gezag te veroveren.
»De katholieke staatspartij zal niet beginnen
met de regeering te bestrijden. Dit is zeer
natuurljjk voor ieder, die weet, dat zij het
ministerie-Mackay ten ondergang heeft gebracht
met de voorwetenschap, dat de katholieken
zeiven niet als regeering zouden kunnen opvol
gen. Zjj werkte in dien geest, dat uit den
strjjd der verkiezingen slechts een «ministerie
van zaken" of een bepaald liberaal kabinet
zou hunnen voortkomen. Won zjj den slag,
dan was noodzakeljjk elk optredende regeering
een haar »per se" vjjandig ministerie.
»Is dit zoo, en ontkenning schjjnt hier on-
mogeljjk, dan treedt de katholieke staatspartjj
tegenover het nieuwe ministerie op niet alleen
zonder vjjandige bedoelingen, maar zelfs met
het bepaalde plan om het te steunen, zoolang
het dit zelf niet onmogeljjk maakt.
„Begint men nu evenwel met een ministerie
te steunen en is men voornemens dit te bljj-
ven doen, zoolang het niet onmogeljjk wordt
gemaakt, dan kan er ook geen plan bestaan
om het over vier jaren te doen vallen.
aan mjjn dochter over, u in te lichten omtrent
de punten waarover wjj sprakenik zie dat
lady Olivia mjj wenkt," en zonder verder iets
te zeggen liet hjj Carey bjj Pamela staan.
Pamela had het knikje en den glimlach tegen
Carey herhaald, maar geen toespeling op hun
vroegere ontmoeting gemaakt. Carey bleef naast
haar en de kapitein trok gemeljjk aan zjjn knevel.
»Ik vroeg den heer Frenck of bjj nog
altjjd zjjne oudheidkundige studies voortzette,"
zei Carey, en den kapitein aanziende, voegde
hjj erbjj«Stelt gjj ook belang in die dingen
«Niet bijzondermisschien zoudt gjj mjjn
stoel wel willen hebben, om de zaak op uw
gemak te bepraten?" zei de kapitein bits
half opstaande.
«Als gjj zoo goed wilt zjjn," antwoordde
Carey kortaf; en eer de ander goed wist wat er
gebeurde, nam .hjj plaats en liet den kapitein
staan. Deze keek hem onuitsprekelijk verbaasd
aan, keerde zich om en droop af. Pamela kon
haar lachen niet verbergen en Carey aanziende
zag zjj een oogenblik dezelfde uitdrukking op
zjjn gelaat; maar hjj was te big dat hg naasl
haar zat om zich lang met kapitein Fanlkland
bezig te houden en zei; «Ik heb een gevoel
alsof ik niet slechts een nieuwe kennis mag
zjjn, juffrouw Frenck. Daar ik reeds eenmaal
het genoegen heb gehad u op Poeldjjk te zien
komt het mjj bjjna voor dat ik aanspraak mag
maken op de plaats van een vriend",
«Kapitein Fanlkland is geen vriend")
«Of dit laatste noodzakeljjk zal zjjn, zal
eerst later uitgemaakt moeten worden, nl. al»
de liberalen het algemeen belang zoozeer be-
nadeelen, dat het een gebiedende plicht wordt,
hen te bestrjjden en eene meerderheid tegen
hen te organiseeren. Zouden bjjv. de liberalen
zich aan de belangen des lands in het algemeen
en aan 'die der katholieken in het bgzonder
zoo ernstig vergrjjpen, als de anti-revolntion-
nairen dit gedaan hebben," een waarschuwing
ten aanzien van de legerwet «dan zon het
katholieke centrum zjjn steun niet langer aan
het ministerie kunnen verleenen.
«Uit al het vorenstaande bljjkt, dat van een
bepaald bondgenootschap der minderheden geen
sprake kan zjjn dat de katholieke staatsparty
niet vjjandig zal optreden tegen de nieuwe
regeering, onverschillig of deze een ministerie
van zaken of een liberaal kabinet is en ein
deljjk, dat bg baar nu nog geen plan bestaat
om in 1895 of zelfs nog vroeger weder met de
anti-revolutionnairen tot de regeering te ge
raken."
Bg kon. besluit is benoemd tot ridder der
orde van den Nederlandschen Leeuw mr F, W.
J. G. Snjjder van Wissenkerke, referendaris bg
het departement van justitie.
Verder zgn de officieren van gezondheid der
2e klasse bg de zeemacht S. A. van Leer eu
J. van der Kolk, met ingang van 16 Juli a. s.,
bevorderd tot officier van gezondheid der le
klasse.
Bovendien zgn benoemdtot ontvanger
der dir. belastingen, invoerr. en accgnzen te
Wernhout c. a. W. Kleber te Zunderttot
ontvanger der dir. belast, en acc. te Eindhoven,
(buitengemeenten) jhr J. W. E. von Schmidt
auf Altenstadt, thans ontvanger derzelfde mid
delen te Gemert c. a., met intrekking der be
noeming van den ontvanger der dir. bel. en
acc. J. HanegraafF van dec Colfl" te JUtoja&exz o.
a., tot ontvanger dier middelen te Eindhoven
(buitengemeenten)tot ontvanger der dir. bel.
invoerr. en acc. te Leens c. a.g M. Ruring te
Anjum c. a.tot ontvanger der dir. bel. invoerr.
en acc. te Avereest c. a. J. J. Loke te Druten
c. a.tot ontvanger der dir. bel. en acc. te
's Gravenzande c. a. A. Bruist te Weesp c. a.
tot ontr. der dir. bel. en acc. te Oud-Beierland
c. a. G. J. van Soest te Heusden c. a.idem
te Terborg (gemeente Wisch) c. a. jhr A. J. D.
Coenen, ontv. der dir. bel. en acc. te Breu-
kelen c. a.tot ontv. der invoerr. en aec. te
Ngmegen jhr J. L. A. van Haeften, controleur
der dir. bel. invoerr. en acc. te Gouda; tot
ontv. der dir. bel. en acc. te Vreeswgk c. a.
jhr J. Hora Siccama te Driebergen c. a.tot
ontv. der dir. bel. en acc. te Zwgndrecht c. a.
W. van Bochove te Oude-Pekela c. a.tot
ontv. der dir. bel. invoerr. en acc. te Coevorden
c. a. G. H. Voerman, verific. 3e categ. der
voormelde middelen te Amsterdamtot ontv.
der dir. bel. invoerr. en acc. te Zevenaar c. a.
G. M. A. Passtoors, ontv. der dir. bel. en acc.
te Etten en Lear c. a.
Uit Amsterdam scbrgft men ons
Met een enkel woord hebben wg reeds ver
meld, dat onze gemeenteraad zich Woensdag
merkte Pamela aan. Doch toen zjj naar hem
opzag keek zg niet ontevreden.
«Hjj was zoo goed mg zgn plaats af te
staan" zei Carey met iets ondeugends in zgn
blik. «Wees verzekerd, dat ik zjjn goedheid
niet zal vergeten maar hem die te gelegenef
tjjd trachten te vergelden. Toen ik u het
laatst zag waart gjj zoo vriendel jjk van te zeggen
dat gg mg eenige zeldzame oudheden op Poeldjjk
wildet laten zien, als ik tgd had. Misschien
mag ik hopen die nu te zien, terwgl ik hier
logeer, als gg tgd hebt".
„Ik heb tgd genoeg; maar vader heeft
sedert zgn terugkeer zgn werk nog niet hervat
en daarom heb ik ook het mgne gestaakt".
«Misschien zou hg er toekomen het weer op
te vatten, als gg weer bezig waart, er is vaak
slechts een kleine prikkel noodig om een
groote zaak aan den gang te brengen."
«Kent gg vele menschen hier?" vroeg
Pamela.
«Bjjna niemand", zei Carey rondziende;
«ik ken kapitein Faulkland oppervlakkig,
mjjn gastheer en gastvrouw, de dame die ik
aan tafel bracht, juffrouw Challoner en dat is
al. Mgn zeemansleven heeft gemaakt dat ik
vreeseljjk onbekend ben in de groote wereld."
«Spgt u dat?" vroeg Pamela, onver
schillig om zich heen ziende.
In de groote zaal werd druk gelachen en
gepraat. Kapitein Faulkland zat naast lady
Qlivia es dq blikken, welke die dame nu ea