N°. 160. 134° Jaargang. 1891. Y rijdag 10 Juli. *8,F EUILLETONi Ie itoMtes Tan Laiy OMa. Deze courant verschijnt d a g e 1i] k g met uitzondering van Zon- en Feestdagen: Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.-2 Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën20 cent per regel: By abonnement lager. Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten, benevens alle dankbetuigingen; van 17 regels 1.50; iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Middelburg 9 Juli. i li li nisi it sd 11; iiiiitiM. W Thermometer. Agenten te VlisBingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon, te Goea: A. A. WBolland, teKruiningenF. v. d.Peijl, te ZierikzeeA.C.de Mooir, teTholenW. A. i Advertentiën Middelburg 9 Juli vm. 8 u. 64 gr. van Neeuwenhdijzen en te TerneurenM. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekbandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de moeten des namiddags te één uur m. 12 u. 69 gr-, av. 4 u. 67 gr. F. I advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmab, te Rotterdam, de Gebb. Belenïante, te 'b Gravenbage, en A. de ia Ma» Azn., te Amsterdam. aan het bureau bezorgd zjjn, wille* Verwacht N. wind. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Pnblioité étrangère G. L. Dadbe Cie., John F. Jones, opvolger. rp des avonds nog worden opgenomen. Het ontbreekt in dere dagen natuurlijk niet aan allerlei soort politieke doctoren, die hun ongevraagd advies geven over betgeen er ge daan moet worden in bet belang van eene oplossing der staatkundige moeilijkheden, waarin ons land zich thans, na den uitslag der ver kiezingen, bevindt. Een gewoon sterveling zou zeggenzoo heel moeiljjk is die oplossing niet. De kwestie is zelfs zeer eenvoudig. Het huidige kabinet heeft slechts de rekening op te maken om na te gaan hoe de zaken staan. Het weet dat de meerderheid is aan liberale zjjde. Wil het ministerie-Mackay het er toch op wagen om nog voor de nieuwe kamer te verschijnen; welnu het doe dit. Het zal dan zeker wel eenige verbaasde gezichten zienmaar dat is minder. Spoedig zal het wel bljjken of samen werking al dan niet mogelijk is. Maar dit verschjjnen zou toch wel wat al te zonderling wezen; en zulk een beroep op mede werking thans nog getuigen van eene bewon derenswaardige naïveteit. De liberalen hebben wezenljjk voortdurend bljjk gegeven van een prijzenswaardig streven naar samenwerking; van eene te waardeeren zucht om het kabinet in zjjne goede daden te steunen. Maar men mag niet te veel vergenen niet al te zeer misbruik maken van die goede gezindheid. Wij zouden dit middel d™ niot durven aan raden, omdat het de crisis maar zon vertragen, en een goede, spoedige en geregelde oplos sing daarvan verhinderen. Tot die conclusie komt ook gelukkig de Protestantsche Noord-Brabanter, een orgaan dat wjj met opzet noemen, omdat het, naar wij meenen, in nauwe betrekking staat tot den minister De Savornin Lobman. Het is anders niet mogeljjk en onze lezers zouden dit zeker niet willen om al de gevoelens van al die verschillende bladen der anti-liberalen mee te deelen. Maar nog éen blad dienen wjj even aan te halen, omdat dit, De Bood schapper, een langwjjlig betoog levert om aan te toonen dat eigenlgk het ministerie niet behoeft weg te gaan als de koningin-regentes dit niet wenscht. Die Boodschapper n. 1. vestigt o, vinding rijke geest de aandacht op het feit, dat de grondwet volstrekt niet voorschrijft dat de Kamers, en nog veel minder de kiezers, minis ters aanstellen of afzettenmaar dat dit een onvervreemdbaar recht blijft der kroon. »De grondwet verklaart uitdrukkelijk dat de koning zjjne ministers benoemt of ontslaat naar welgevallen. „Het is goed zegt het blad dat deze Uit het Engelsch. Van I) A I N E. HOOFDSTUK XII. 'Lady Olivia en juffrouw Challoner wachtten beiden op Carey eB. mylady wees hem terstond een stoel naast zich aan. Kapitein Faulkland was regelrecht naar Pamela toege gaan, die bij de oude mevrouw Challoner zat maar zjj nam geen notitie van hem en bleef met de oude dame doorpraten, »Wel, hoe vindt gjj hen vroeg lady Olivia de kamer rondziende. »Ik zag dat gjj aan tafel schik in uw buurvrouw hadt." - »0, zeer veelhet was heel lief van u om zoo goed voor mg te zorgenik moet zoo meteen weer naar mjjn dame toe, daar ons gesprek nog niet uit is. Yan de anderen ken ik niemand dan kapitein Faulkland en kan dus geen meening over hen uitspreken." »En wat zegt gjj van hem vroeg lady Olivia, in de richting ziende waar de persoon in kwestie aan zjjn knevel zat te trekken, in afwachting dat het gesprek van Pamela uit zou zijn. »Gij moet reeds lang een opinie over hem waarheid duideljjk worde uitgesproken. Zonder deze bepaling toch werd ons land eenvoudig een republiek met een gekroond hoofd tot president. En ieder anti-revolutionair moet er zich wel van doordringen, dat er oogen- blikken kunnen komen waarin de vorst of vorstin, getrouw aan eed, een ministerie moet handhaven of aanstellen dat aan eene tjjde- ljjke meerderheid in Eerste of Tweede kamer mishaagt. Vooral dan kan er ernstig sprake van zjjn om dat recht uit te oefenen, wanneer big kt dat de toevallige meerderheid in de kamer minderheid is in het land en van haar positie misbruik tracht te maken om de meerderheid te verdrukken. Ja telkens wanneer de vorst ziet dat de zwakke wordt gekrenkt, behoort hjj pal te staan en liever kroon en scepter in de waagschaal te stellen, dan te dulden dat het kromme tot recht wordt gemaakt of de zwakke wordt verdrukt. «Het grondwettig recht van den vorst bigve daarom ook thans ongeschondenen duideljjk zij uitgesprokenhet benoemen en ontslaan van ministers is het privilege van de koningin regentes. Als staaltje van hetgeen er in het brein van sommigen kan omgaan haalden wjj het bovenstaande aan. Zoo'n republiek met een gekroond hoofd tot presidenthet is vreeseljjk I Wjj meenden en meenen nog dat wjj in ons land juist op dat punt nog al een uitstekenden middenweg hadden gevonden. En dan: wat is zoo'n blad bescheiden in zjjn eisch Zulk een vorst moest ten behoeve van een party, wier macht ten onder gaat en die zich 111 ™".kke te ziiu al zou men dit niet zeggen aah het leven en het spektakel dat zjj altjjd met haar z.g. godsdienst maakt zich op de bres en zelfs daarvoor »kroon en scepter in de waagschaal stellen". Er zouden zeker zonderlinge toestanden geboren wordenen de proclamaties met ge kleurde randjes onzaliger gedachtenis 1 nogmaals haar invloed moeten uitoefenen. Het is te hopen dat er betere raadslieden der koningin-regentes ter zjj staan dan mannen als de redacteur van de Boodschapper. Toch is hjj dit moet te zjjner eer gezegd worden ten slotte weêr tot bezinning en tot de conclusie gekomen dat eene aftreding van dit bewind op dit oogenblik tot verkrjjging van zuiverder toestanden noodzakeljjk is. Als het kabinet dit nu maar begrjjpt en dien overeenkomstig handelt, zjjn wjj al een schrede op den goeden weg. En als dan verder de koningin-regentes een der liberale woordvoerders uitnoodigt haar van advies te dienen of verzoekt een kabinet saam te stellen, dan hebben wjj vertrouwen genoeg in het juist begrip van onze mannen dat zjj H. M. wel verder den juisten weg zullen aan- wjjzen om tot eene goede oplossing te geraken. hebben en dan heeft de mjjne geen waarde. Ik ken u lang genoeg om te weten dat gij best in staat zjjt om uw eigen meening over iemand te vormen en dus die van een ander niet behoeft." „Er kan slechts éen meening zjjn over den staat van zaken daar ginds", zei zjj, weer naar den kapitein ziende, „hjj maakt zeer in het oogloopend zjjn hof. Dat is juffrouw Frenck misschien kent gjj haar niet op wie hjj zoo geduldig wacht 1" Zjj keerde zich om en zag hem lang aan, toen zjj Pamela noemde, maar hjj keek slechts belangstellend. „Hoe vindt gij haar Nu laat ik mjj niet weer afschepenin dit geval wil ik uwe opinie weten." „Over haar uiterljjk Want meer knnt gjj niet verwachten. Waarljjk, lady Olivia, ik vind er iets zeer onbarmhartigs in om over een dame te praten, zooals wjj doen, terwjjl zjj er als het onbewuste voorwerp onzer opmer kingen bjj zit. Ik voel mjj eenigszins laag daarbjj." „Maar vindt gjj haar schoon Wat zegt gjj Ik heb gezegd dat ik u niet losliet en ik zal woord houden. Gjj zult mjj zeggen wat gjj van haar denkt." „Wat tegen mjjn wil?" hernam hg lachend. „Er steekt echter geen kwaad in om te zeggen dat ik juffrouw Frenck mooi vind. Dat moeten wjj van iedere dame zeggen, indien wjj eenige ridderlijkheid in ons hebben." De hoofdleiders onzer partjj moeten in deze samenwerken en krachtig zich toonen bjj hun eerste optreden; ter beschaming van al die beweringen hunner tegenstanders dat er geen goed, homogeen liberaal ministerie is saam te stellen. Dat is er wèl, mits de opdracht slechts geschiede aan het juiste adresen elk ander, die soms zulk een opdracht mocht ontvangen, daarheen verwjjze. Dit kan het einde der crisis bespoedigen en ons besparen allerlei noodelooze en nuttelooze pogingen om ministerieele combinaties te ver krjjgen, die tot niets leiden kunnen. Dat juiste adres is bekend genoegon- noodig dus dat wjj het noemen. En dan behoeft verder het nieuwe kabinet zich niet te bekommeren over allerlei onheil spellende voorzeggingen van de tegenpartij. De liberale partjj heeft door schade en schande genoeg geleerdwjj hebben alle vertrouwen dat hare mannen daarom wjjs zjjn geworden en tot goed beleid geschikt. In de Arnhemsche Crt. van gisteren, heden ook in de Middeïb. Crt., vonden wjj een citaat uit de Nieuwe Delftsche Crt., bljjkbaar ontleend aan ons jongste persoverzicht. Wjj leiden dit hieruit af, dat de bedoelde bladen de conclusie van de Nieuwe Delftsche Crt. op rekening stel den van de Tijd. Ter vermjjding van mogeljjk misverstand meenen wjj de aandacht op deze vergissing te moeten vestigen. {Tijd.) Aan het Hbld. schrjjft men uit Den Haag ---.D<?e ^erontwaardizinsr over de benoeming van dev Eeer savornin Jüohman Junior tot ambtenaar bjj het ministerie van koloniën. Verschillende geschikte ambtenaren, die in lageren rang een zeker aantal dienst jaren tellen, zjjn ten achter gesteld bjj iemand, die van zjjne geschiktheid nog de eerste bljj ken moet geven en als eenige aanbeveling kan aanvoeren dat zjjn vader pas gouverneur van Suriname is geweest en zich daar op zoo eervolle wijze heeft onderscheiden. «En wèl was er haast bjj die benoeming 1 De benoemde heer Savornin Lohman is nog niet eens met papa uit Suriname terugge keerd 1 Bjj zjjn6 aankomst moest hg zjjn ta feltje reeds gedekt vinden. Hjj werd dus benoemd >met ingang van 15 Juli". Had men dien datum dan niet kunnen afwachten «Neen, schjjnt het, want als ons stervend ministerie dan wellicht reeds niet meer be stond, zou de gelegenheid ontbroken hebben om uit dankbaarheid den zoon van Suriname's beroemden gouverneur nog onder dak te bren gen. Nu is, dank zjj der koninkljjke hand- teekening onder het benoemingsbesluit, de eventueele opvolger voor een fait accompli geplaatst. »Het is, naar den algemeenen indruk, alhier een stuitende partjj benoeming, die men aller minst van minister Mackay bad verwacht. «Wel zoo hoorden we gisteren een kamer lid zeggen de minister zal denkenlaat ons nog maar voor de vriendjes zorgen, we kunnen weldra niets meer doen en we kunnen ons krediet toch niet meer verspelen." »Dat zegt nog niet veel; maar het kan mij ook niet schelen, daar zjj weldra in 't hu- weljjk zal treden" zei lady Olivia op den kapitein wjjzende, die Pamela eindeljjk zoover gekregen had dat zjj naar hem luisterde. «Zoodat gjj haar gezelschap spoedig zult moeten ontberen," zei Carey. „Daar is de heer Frenck een oogenblik ik moet hem spreken." Hjj ging de kamer door naar den gastheer, die bljjkbaar verheugd was iemand te vinden met wien hjj praten kon, daar de meeste zjjner gasten hem met onverschilligheid behandelden. «Ik wilde u wel iets vragen over uwe vroegere navorschingen, mjjnheer Frenck. Gjj zet toch uwe oudheidkundige studies voort »Ach neen," antwoordde de heer Frenck verlegen »ik heb er in den laatsten tjjd niets aan gedaanmaar na Kerstmis zal ik toch weer beginnen en mjjn dochter heeft eenige papieren en dingen voor mjj in orde gebracht. Gjj kent immers mjjn dochter?" »Ik ben nog niet voorgesteld, en verlang daar zeer naar." «Zeker, zeker, als gjj met mij mede gaat zal ik u met genoegen voorstellen." Zjj gingen naar de plaats, waar Pamela nog altjjd verstrooid zat te luis teren naar kapitein Faulkland, die zeer onaan genaam glimlachte, toen de heer Frenck Carey aan. zjjn dochter voorstelde, en hg keek nog boozer toen deze erbjj voegde; »Ik laat bet Hierbjj teekent het Amsterdamscbe blad bet volgende aan Wjj beseffen zeer goed waarom onze steeds gematigde, bezadigde correspondent op zoo scherpe wjjze deze benoeming afkeurt. Hjj is het met ons eens, dat het gezag van de regeering zooveel mogeljjk steeds gesteund moet worden, onverschillig of die regeering van onze partjj zjj of niet. Wjj kunnen ons gerust beroepen, op alles wat we Bchreven tjjdens dit ministerie aan het bewind was, als bewjjs van ons ernstig streven in dit opzicht. Doch naar onze meening wordt de eerbied voor het gezag op bedenkelijke wjjze onder- mjjnd door een benoeming zoo partijdig en onverstandig als deze. Hoe kan de heer Mackay, die als bedacht zaam staatsman bekend staat, die op eervolle wjjze een moeieljjke taak vervulde en de partjj van dr Kuyper flink in bedwang hield, nu op het laatste oogenblik tot zulke even onhandige als onbilljjke benoeming zjjne medewerking leenen Heeft de heer De Savornin Lohman als gouverneur van Suriname zich gedragen met onpartijdigheid, waardigheid, zelfbedwang? Moet hjj hier te lande ter verantwoording geroepen worden voor zjjn gedrag Of moet men als bljjk van tevredenheid over zjjne groote verdiensten zjjn zoon in overhaasting nog boven het hoofd van verdienstelijke amb tenaren een baantje geven In naam van het gezag dat wjj geëerbie digd wenschen in ons land stellen wjj deze vragen. Ze zullen in de Tweede kamer op krachtige wjjze herhaald worden, al iB het ministerie, dat zich met deze partjjdige benoeming uit luidde, ook afgetreden. De JVIaczsbod& laeeffc Go volgende gedragaHyre opgemaakt voor de nieuwe R. K. centrumpartij in de Tweede kamer «De katholieke staatspartjj zal niet beginnen met de regeering, welke het ministerie Mackay zal opvolgen, te bestrjjdenen zjj denkt er niet aan, over vier jaren het gezag te veroveren. »De katholieke staatspartij zal niet beginnen met de regeering te bestrijden. Dit is zeer natuurljjk voor ieder, die weet, dat zij het ministerie-Mackay ten ondergang heeft gebracht met de voorwetenschap, dat de katholieken zeiven niet als regeering zouden kunnen opvol gen. Zjj werkte in dien geest, dat uit den strjjd der verkiezingen slechts een «ministerie van zaken" of een bepaald liberaal kabinet zou hunnen voortkomen. Won zjj den slag, dan was noodzakeljjk elk optredende regeering een haar »per se" vjjandig ministerie. »Is dit zoo, en ontkenning schjjnt hier on- mogeljjk, dan treedt de katholieke staatspartjj tegenover het nieuwe ministerie op niet alleen zonder vjjandige bedoelingen, maar zelfs met het bepaalde plan om het te steunen, zoolang het dit zelf niet onmogeljjk maakt. „Begint men nu evenwel met een ministerie te steunen en is men voornemens dit te bljj- ven doen, zoolang het niet onmogeljjk wordt gemaakt, dan kan er ook geen plan bestaan om het over vier jaren te doen vallen. aan mjjn dochter over, u in te lichten omtrent de punten waarover wjj sprakenik zie dat lady Olivia mjj wenkt," en zonder verder iets te zeggen liet hjj Carey bjj Pamela staan. Pamela had het knikje en den glimlach tegen Carey herhaald, maar geen toespeling op hun vroegere ontmoeting gemaakt. Carey bleef naast haar en de kapitein trok gemeljjk aan zjjn knevel. »Ik vroeg den heer Frenck of bjj nog altjjd zjjne oudheidkundige studies voortzette," zei Carey, en den kapitein aanziende, voegde hjj erbjj«Stelt gjj ook belang in die dingen «Niet bijzondermisschien zoudt gjj mjjn stoel wel willen hebben, om de zaak op uw gemak te bepraten?" zei de kapitein bits half opstaande. «Als gjj zoo goed wilt zjjn," antwoordde Carey kortaf; en eer de ander goed wist wat er gebeurde, nam .hjj plaats en liet den kapitein staan. Deze keek hem onuitsprekelijk verbaasd aan, keerde zich om en droop af. Pamela kon haar lachen niet verbergen en Carey aanziende zag zjj een oogenblik dezelfde uitdrukking op zjjn gelaat; maar hjj was te big dat hg naasl haar zat om zich lang met kapitein Fanlkland bezig te houden en zei; «Ik heb een gevoel alsof ik niet slechts een nieuwe kennis mag zjjn, juffrouw Frenck. Daar ik reeds eenmaal het genoegen heb gehad u op Poeldjjk te zien komt het mjj bjjna voor dat ik aanspraak mag maken op de plaats van een vriend", «Kapitein Fanlkland is geen vriend") «Of dit laatste noodzakeljjk zal zjjn, zal eerst later uitgemaakt moeten worden, nl. al» de liberalen het algemeen belang zoozeer be- nadeelen, dat het een gebiedende plicht wordt, hen te bestrjjden en eene meerderheid tegen hen te organiseeren. Zouden bjjv. de liberalen zich aan de belangen des lands in het algemeen en aan 'die der katholieken in het bgzonder zoo ernstig vergrjjpen, als de anti-revolntion- nairen dit gedaan hebben," een waarschuwing ten aanzien van de legerwet «dan zon het katholieke centrum zjjn steun niet langer aan het ministerie kunnen verleenen. «Uit al het vorenstaande bljjkt, dat van een bepaald bondgenootschap der minderheden geen sprake kan zjjn dat de katholieke staatsparty niet vjjandig zal optreden tegen de nieuwe regeering, onverschillig of deze een ministerie van zaken of een liberaal kabinet is en ein deljjk, dat bg baar nu nog geen plan bestaat om in 1895 of zelfs nog vroeger weder met de anti-revolutionnairen tot de regeering te ge raken." Bg kon. besluit is benoemd tot ridder der orde van den Nederlandschen Leeuw mr F, W. J. G. Snjjder van Wissenkerke, referendaris bg het departement van justitie. Verder zgn de officieren van gezondheid der 2e klasse bg de zeemacht S. A. van Leer eu J. van der Kolk, met ingang van 16 Juli a. s., bevorderd tot officier van gezondheid der le klasse. Bovendien zgn benoemdtot ontvanger der dir. belastingen, invoerr. en accgnzen te Wernhout c. a. W. Kleber te Zunderttot ontvanger der dir. belast, en acc. te Eindhoven, (buitengemeenten) jhr J. W. E. von Schmidt auf Altenstadt, thans ontvanger derzelfde mid delen te Gemert c. a., met intrekking der be noeming van den ontvanger der dir. bel. en acc. J. HanegraafF van dec Colfl" te JUtoja&exz o. a., tot ontvanger dier middelen te Eindhoven (buitengemeenten)tot ontvanger der dir. bel. invoerr. en acc. te Leens c. a.g M. Ruring te Anjum c. a.tot ontvanger der dir. bel. invoerr. en acc. te Avereest c. a. J. J. Loke te Druten c. a.tot ontvanger der dir. bel. en acc. te 's Gravenzande c. a. A. Bruist te Weesp c. a. tot ontr. der dir. bel. en acc. te Oud-Beierland c. a. G. J. van Soest te Heusden c. a.idem te Terborg (gemeente Wisch) c. a. jhr A. J. D. Coenen, ontv. der dir. bel. en acc. te Breu- kelen c. a.tot ontv. der invoerr. en aec. te Ngmegen jhr J. L. A. van Haeften, controleur der dir. bel. invoerr. en acc. te Gouda; tot ontv. der dir. bel. en acc. te Vreeswgk c. a. jhr J. Hora Siccama te Driebergen c. a.tot ontv. der dir. bel. en acc. te Zwgndrecht c. a. W. van Bochove te Oude-Pekela c. a.tot ontv. der dir. bel. invoerr. en acc. te Coevorden c. a. G. H. Voerman, verific. 3e categ. der voormelde middelen te Amsterdamtot ontv. der dir. bel. invoerr. en acc. te Zevenaar c. a. G. M. A. Passtoors, ontv. der dir. bel. en acc. te Etten en Lear c. a. Uit Amsterdam scbrgft men ons Met een enkel woord hebben wg reeds ver meld, dat onze gemeenteraad zich Woensdag merkte Pamela aan. Doch toen zjj naar hem opzag keek zg niet ontevreden. «Hjj was zoo goed mg zgn plaats af te staan" zei Carey met iets ondeugends in zgn blik. «Wees verzekerd, dat ik zjjn goedheid niet zal vergeten maar hem die te gelegenef tjjd trachten te vergelden. Toen ik u het laatst zag waart gjj zoo vriendel jjk van te zeggen dat gg mg eenige zeldzame oudheden op Poeldjjk wildet laten zien, als ik tgd had. Misschien mag ik hopen die nu te zien, terwgl ik hier logeer, als gg tgd hebt". „Ik heb tgd genoeg; maar vader heeft sedert zgn terugkeer zgn werk nog niet hervat en daarom heb ik ook het mgne gestaakt". «Misschien zou hg er toekomen het weer op te vatten, als gg weer bezig waart, er is vaak slechts een kleine prikkel noodig om een groote zaak aan den gang te brengen." «Kent gg vele menschen hier?" vroeg Pamela. «Bjjna niemand", zei Carey rondziende; «ik ken kapitein Faulkland oppervlakkig, mjjn gastheer en gastvrouw, de dame die ik aan tafel bracht, juffrouw Challoner en dat is al. Mgn zeemansleven heeft gemaakt dat ik vreeseljjk onbekend ben in de groote wereld." «Spgt u dat?" vroeg Pamela, onver schillig om zich heen ziende. In de groote zaal werd druk gelachen en gepraat. Kapitein Faulkland zat naast lady Qlivia es dq blikken, welke die dame nu ea

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1891 | | pagina 1