N°. 154. 134e Jaargang. 1891. Vrijda 3 Juli. or Deze courant verschijnt d a g e 1 Ij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen; Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.-—; Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën20 cent per regel: Bij abonnement lager. Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten, benevens alle dankbetuigingen; van 17 regels 1.50;* iedere regel meer ƒ0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Middelburg 2 Juli. IDDEIBMn COURANT. W Thermometer. Agenten te Ylissingen: P. G. de Yet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W.Box,land,te KruiningenP. v.d.Peijl,teZierikzee: A.C.deMooir,teTholen: W. A. Advertentiën Middelburg 2 Juli Tm. 8 u. 67 gr. van nmnvenhrnjzen en te TerneuienM. de Jonge. Yerder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de j moeten des namiddags te één uur m. 12 u. 70 gr., av. 4 u. 70 gr. F. i advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmar, te Botterdam, de Gebb.. Belintante, te 's Gravenhage, en A. de da Mab. Azn., te Amsterdam. aan het bureau bezorgd zgn, wille* Verwacht W. wind. Hoofdagenten voor het Buitenland: teParjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Ceb., John F. Jones, opvolger. 1 xg des avonds nog worden opgenomen. De St. Crt. van "Woensdag avond meldt: Heden zgn Hunne Majesteiten de keizer en keizerin van Duitschland met hoogstdezelver gevolg te half twee uur te Amsterdam aange komen, en door Hare Majesteiten de koningin en de koningin-weduwe, regentes, hartelgk verwelkomd. Bjj de aankomst waren, behalve Harer Majes- teits gevolg, aanwezig de minister der kroon en verschillende hooge civiele en militaire autoriteiten. Van IJmuiden tot Amsterdam werden Hunne Majesteiten begeleid door den gemeenteraad van Amsterdam. By koninkljjk besluit is, benoemd tot direc teur van het post- en telegraafkantoor te Naarden, G. W. A. Preusting, thans in geljjke betrekking te Smilde. Onder bet opschrift«Beleefdheid of verklaart het Vad. dat baar de beteekenis der mededeeling in de St.Ct., dat het bezoek van den Duitschen keizer door de koningin-regentes en door de natie op hoogen prjja wordt gesteld, niet duideljjk is. Het blad meent dat de Staatscourant het orgaan was, waardoor de regeering sprak tot de natie. Aan haar behoeft men niet mede te deelen, dat de regentes een beleefdheidsbezoek waardeert, wat van zelf spreekt. Nog minder dat de natie het bezoek op hoogen prjjs stelt, iets wat de regeering trouwens verzekert, zonder dat bljjkt, op welken grond zjj tot deze ver zekering gerechtigd is. Natuurljjk dat de natie een beleefdheidsbezoek, der regentes gebracht, om harentwille waardeert en dat zg bereid moet zjjn den hoogen bezoeker van haar vorstin beleefd en waardig, desnoods met eenige staatsie te ontvangen, maar wat reden heeft zg voor zich dit bezoek op hoogen prgste stellen En in elk geval waartoe zoo iets in de Staatscourant gezegd? Is het nommer van gisteren met deze conventioneele phrase be stemd, om, met of zonder zwart-wit-rood randje, aan den Duitschen monarch te worden gezonden Het Vad. vreest hier de sporen te ontwaren van een meer Duitschen dan Nederlandschen karaktertrek, van een onderdanigheid, die te genover niemand zoozeer als tegenover den Duitsohen keizer behoorde te worden vermeden. Verder schrgft het blad nog »Er is meer, dat ons in de ontvangst van den keizer niet aanstaat. Waarom «juffrouw Eendracht" op den Dam zoo zorgvuldig ver borgen? De dame is niet fraai, dat is waar, maar de versiering is ook niet fraai. En al is het monument niet schoon, wansmakelgke monumenten vindt men ook elders wel, het verlevendigt de herinnering aan een schoon tijdperk onzer historie. Moet dat tegenover een Duitsch vorst met het monument worden weggemoffeld «Tegenover de opgeschroefde drukte, waartoe dit keizerbezoek aanleiding geeft, deed het ons goed de kalme en waardige taal te lezen van een Amsterdammer, die een brochuretje schreef -»Hoe moeten wjj den keizer van Dnitschland ontvangen?" Wg moeten, zegt hg, den keizer ontvangen «zoo goed mogeljjk," dat wil Zeggen: met al den eerbied, dien men aan een vorst verschuldigd is, vooral aan den machtigen Vorst, die reeds bewees op dien eerbied recht te hebben met al de voorkomendheid en beleefdheid, die wg verschuldigd zjjn aan deD gast van onze geërbiedigde koningin, en ook met al de gastvrgheid, die wg evenzeer ver schuldigd zgn aan iederen vreemdeling, die ons met een bezoek vereert en zich eenige dagen aan ons toevertrouwt." «Toch moeten wg niet meer sympathie betui gen dan wg gevoelen en sommige dagbladen ons zouden willen opdringen en vooral niet meenen, dat wg dankbaarheid verschuldigd zjjn aan Dnitschland, dat zgn veroveringen niet verder heeft uitgebreid «Dat de Nederlanders geen Duitsche rosetten dragen en geen Duitsche vlaggen uitsteken; hoogstens een Duitschen wimpel, om de in tentie aan te geven. «Laat de keizer van ons den indruk krggen, dat het Hollandsche volk waardig, beleefd en gastvrg is dat het de eer van zgn bezoek heeft weten te waardeeren; dat het echter trotsch is op zgn nationaal karakter, zjjn nationale vrgheid als zgn hoogste goed be schouwt, en mocht het er op aankomen om te strgden, het nog even ontembaar zou zgn als voor drie honderd jaar. «De keizer zal er ons dee te hooger om achten." Aan de Hollandsche bladen- ontleenen wjj met betrekking tot het bezoek van keizer Wilhelm te Amsterdam nog het volgende. Na afloop van het familie-dejeuner ten paleize brachten Woensdagmiddag de vorsteljjke per sonen een bezoek aan het rjjkemusenm. Even als bjj de aankomst werden de keizerljjke en koninkljjke rjjtuigen d la Daumont gereden en alle begeleid door een officier van de rjjdende artillerie in zgn schitterende uniform. De keizer was gekleed in het klein tenue van generaal der gardes de corps, het hoofd gedekt door den gouden punthelm, Z. K. M. zat in het eerste rjjtuig met H. M. de regentes. In het tweede had H. K. M. de keizezin plaats genomen in gezelschap van de prins en prinses Von Wied. De prins was in geljjke uniform gekleed als de keizer, doch had de borst versierd met het cordon van den Neder landschen Leeuw. Tot het hooge gezelschap behoorde o. a. de vice-president van den Baad van state, jhr Van Beenen. In de eerste plaats werd de eerezaal bezocht. De keizer stond lang voor de Nachtwacht stil, maar meer nog trok hem aan de Schutters maaltijd. Z. M. onderhield zich met den hoofd, directeur Obreen en den architect Cugpers. In het Nederlandsche museum werd Z. M. rondgeleid door den directeur David van der Eellen, en bleek vooral de marine-afdeeling zjjne belangstelling te wekken. Meer dan een uur werd in het rgksmuseum doorgebracht. Telkens vormden zich groepen, met de koningin, keizerin of den keizer tot middelpunt, welke zich dan onder voorlichting, ook der heeren Schöffer en Van Biemsdgk, met een of ander kunstwerk in het bgzonder bezig hielden. Tot kwart over vgven bleven de hooge bezoekers in het museum, waarna zg naar het paleis terugkeerden. Aan het groot gala-diner ten hove dat s'na- middags in de groote of balzaal werd gegeven namen 110 gasten deel. De tafel was hoefjj- zervormig en uit het midden gedekt. Aan bet hoofd zat de keizer, en de konin gin-regentes rechts van Z. M.; links van den keizer zat de keizerin en daarnaast H. M. koningin Wilhelmina met baronesse Van Har- denbroek, naast H. M. de koningin-regentes de vorst en de vorstin Von Wied. Tegenover den keizer zaten de Duitsche gezant graaf Von Bantzau en de Nederlandsche gezant te Berljjn, en voorts nog een achttal gezanten van vreemde mogendheden, onder wie de pauselgke nuntius; links en rechts van de gezanten zaten de Nederlandsche ministersterwjjl de overige plaatsen aan weerszjjden door grootwaardig- heidsbekleeders of hunne dames werden inge nomen. De aanblik van dezen vorsteljjken disch was luisterrijk. Tegenover den keizer kon men het Fransche plateau opmerkenwat verder links en rechts de geschenken van Amsterdam, Den Haag, enz. Het groote mid denstuk vormde «de slag bg Nieuwpoort", terwjjl de beide einden waren afgedekt met bet pla teau-Begeer, doorwglenZ. M. koning Willem III aan koningin Emma geschonken. Toen de eerste gerechten rondgedragen waren, stonden op een teeken van H. M. de koningin-regentes allen van hunne zitplaat sen op. H. M. bracht een korten heildronk uit op den keizer en de keizerin van Dnitschland, waarmede H. M. haren gasten tevens het welkom in Nederland toeriep. De muziek der grenadiers en jagers, die op het binnenplein was opge steld, hief hierop de Duitsche volkshymne Heil dir im Siegerkranz aan. De keizer beantwoordde den heildronk der koningin-regentes spoedig. In hoofdzaak zeide Z. M.«Mjjn dank, mjjn besten dank, uit den grond mgns harten, mgn innigen dank. Als Hohenzollern ben ik bjjzonderen dank verplicht aan het Huis van Oranje-Nassau, omdat een mgner voorvaderen zgne opleiding in dat Huis erlangde en de goede zeden en gewoonten daarvan had overgenomen." Deze woorden werden in het Duitsch uitgesproken, terwjjl Z. M. in het Nederlandsch zgn toost besloot met deze woorden«Ik drink op de gezond heid vanH.M. de koningin-regentes"; hierop Harer Majesteits hand vattende, kuste hg die hoffeljjk. De muziek hief hierop het Wilhelmus aan. Volgens eene andere lezing Btelde de keizer een dronk in op de gezondheid van de beide koninginnen en op het welzjjn der Neder landsche natie. Meer toosten werden niet gehouden, en liet de muziek zich verder ook niet hooren. Benoemd zgn tot ridder grootkruis van den Nederlandschen Leeuw Rreiherr Marschal von Bieberstein, staatssecretaris en geheimraad van Z. M. den keizerVon Hahnke, generaal-ad- judant, generaal der infanterie van Z. M. graaf Zu Eulenburg, opperhofmaarschalk; Von Wittich, generaal-adjudant; generaal-luitenant Von Mirbach, opperhofmeester, en tot com mandeur dier orde de vleugel-adjudant Von Kessel. Door Z. M. den koizer van Dnitschland zgn benoemd tot commandeur der Duitsche Kroon orde de minister van marine en viee-admiraal Cramer en tot ridder de schout-bg-nacht Bo- gaert, terwjjl Z. M. den intendant van het paleis, baron De Constant Bebecque, vereerde met een prachtige gouden sigarettendoos, waarop het portret des keizers geëmailleerd en in diamanten. Voorts heeft de keizer aan den kapitein Apol, aan de beide hoofdcommissarissen van politie Steenkamp en Doesburg, de orde van den Rooden Adelaar derde klasse geschonken. De keizer droeg de witte kurassiers-uniform, en alle gasten die daartoe gerechtigd waren, het grootkruis van den Nederlandschen Leeuw. 's Avonds had de groote taptoe plaats, het eenige militaire feest op het programma van de ontvangst van den keizer voorkomende. Bjjna alle te Amsterdam in garnizoen liggende officieren, benevens de officieren der schutterjj waren uitgenoodigd deze uitvoering bg te wonen, die precies te half tien aanving. H. M. de koningin-weduwe was daarbg met haar gasten op het balkon gezeten, terwjjl koningin Wilhelmina in de zaal vertoefde en af en toe op den voorgrond trad. De keizer was gekleed in een witte kurassiersuniform met zilveren helm waarop een gouden adelaar; de keizerin in een zwart gewaad met een prach tige parure. Op het oogenblik dat de vorstelijke perso nen op bet balkon verschenen, plaatsten alle officieren zich op het asphalt-trottoir en maak ten onder het brengen van het militair saluut, front naar het paleis. Het Heil dir im Siegerkranz werd door de vorsteljjke personen blootbhoofd aangehoord. Op dit volkslied volgde het Wilhelmus. Na dit luid toegejuichte nummer volgde 's keizers lievelingsmarsch, de Iiohenfriedberger- marsch, nog uit het midden der vorige eeuw dagteekenende. Tot slot kwam andermaal het Wilhelmus in de oude zetting. Het défilé had plaats onder de tonen van den marseh der grenadiers. Door tusschenkomst van zjjnen gewonen en een aan hem toegevoegden adjudant deed Z. M. den heer Van der Linden zjjn hooge tevreden heid betuigen, en verzoeken de oude zetting van het Wilhelmus nogmaals ten beste te geven, waaraan terstond voldaan werd. Algemeen trok het de aandacht, dat Z. M., die de eerste maal dit stuk niet als een volkslied herkend had, thans het militaire saluut maakte. Een gedeelte van den avond vertoefde ook H. D. H. de prinses Von Wied op het balkon. Een reusachtige menigte woonde het feest bg, dat door prachtig weer begunstigd werd. Onder de aanwezigen op het voorplein werd o. a. opgemerkt de pauselgke internuntius bjj ons hof, mgr. Einaldini. De politie had ongeloof!jjke moeite de menigte in bedwang te houden. Haar pogingen Blaagden in zoover, dat tjjdens de uitvoering de noodige ruimte vrjj was. Na den afmarsoh echter was er geen houden aan en ontstond op de door de officieren en hunn9 dames bezette kleine steentjes zelfs eene kleine paniek. In het gedrang zgn verschillende personen flauw gevallen en naar de hoofdwacht gedra gen. Alle geruchten van ernstige ongelukken zgn echter, voor zooveel het Hdbl bekend is, ongegrond. Naar aanleiding van de belangrjjke som geldB, welke de ontvangst van den keizer en de keizerin van Dnitschland zou kosten, zeide het N. v. d. D., dat bg menigeen de vraag zou rjjzen: wie zal dat betalen «Wg gelooven voegde het blad daaraan toe nog niet te moeten of mogen zeggen wie wel, maar daarentegen kunnen wg verze keren, dat de kosten van de versiering van den Dam en van tal van andere feestelgkheden, behalve het vuurwerk, niet ten laste van stad of land zullen komen." Het D. v. N. deelde daarop mede, dat de koningin-regentes de kosten der ontvangst te Amsterdam, uitgezonderd het vuurwerk, voor haar rekening had genomen. Van goed onderrichte zgde schrgft men thans aan de Arnh. Ct. Het bericht betreffende de betaling der kosten voor de ontvangst van den keizer van Dnitsch land lezende, vond ik aan het slot er van de woordenQuarlum non datur. Bjjna zou ik genei cd zgn dit te vertalen door «Er wordt geen kwartje gegeven." Onwaar toch is het bericht van het Nieuws, dat de regentes de kosten van de versiering van Am sterdam betaalt. Alles wordt uit de gemeen tekas bekostigd, maar het gemeentebestuur hoopt, dat uit de staatskas een tegemoetkoming zal gegeven worden. Dat is zuivere waarheid. De koningin betaalt alleen de kosten van bet inwendig opknappen van het paleis. In een brief aan Het Centrum betuigt dr Schaepman de redactie dank voor den steun hem en zgne vrienden geboden tgdens den verkiezingstijd. Hg doet dit met volkomen gerustheid, omdat hjj zich gedurende al dien tjjd van rechtstreeksche en zgdelingsche mede werking onthouden heeft. Hoofddoel van zgn scbrgven is evenwel, om iets te zeggen, naar aanleiding van een hoofd artikel in Het Centrum opgenomen ter bestrjjding van De Tijd. Dr Schaepman noemt zich een oud vriend en een leerling van De Tijd. Daarom trof hem de harde toon, die uit het artikel van Het Centrum sprak. Bovendien is hg het echter oneens met de slotsom, waartoe het blad kwam. Het Centrum schreef: «De gemoedelijke raad zich van napleiten te onthouden is inderdaad kostelgk. «"Wg zuilen echter vrgheid nemen dien niet te volgen en telkenmale als wjj de striemen der liberale tuchtroede op onzen rug voelen kletteren, zullen vrjj De Tijd voorhouden «Ziedaar uw werk 1"" Dr Schaepman schrgft naar aanleiding hiervan: «Ik hoop van harte, ik weet zelfB zeker, dat gg dit uw voornemen niet ten uitvoer brengen zult. Behoef ik u te zeggen dat u dit alleB noch zou troosten, noch zou versterken «Maar laat ons de zaak eens ernstiger bezien. „Ik laat de vraag ter zgde of De Tijd niet voorzichtiger had gehandeld, door dezen wgzen raad niet uit spreken, maar zgn les te prediken door de daad. Nog geheel andere vragen zou den oprjjzen en het stellen der vragen alleen zou een soort napleiten worden. «Maar wat is napleiten «Niet napleiten staat niet gelgk met ver geten. Men kan, men mag niet altjjd vergeten. Trouw jegens anderen, echt christelijk eergevoel verbieden soms alles te vergeten. Omdat men iemand niet steeds aan zgn schuld herinneren wil, behoeft men den kerfstok niet op den haard te werpen, men zet hem uit het gezicht. Hg kan altjjd nog dienst doenook als wapen tegen den een of anderen kinkel. «Napleiten is een vervelend ding. Het maakt den kloeken strjjd tot njjdig gekibbel en de honesta dissensio wordt een vraag van geljjk- hebberg. «Laat ons elkander wel verstaan. Indien ik met De Tijd zeg«niet napleiten," dan sprak ik daarmede geen veroordeeling uit over betgeen ik tot heden zeide of deed. Ia geentn deele. Hoe dikwjjls en in hoeveel ik hebbe gefaald, ik sta nog muurvast in de overtui ging, dat de weg door u en mjj gevolgd, zoo niet de eenige goede, dan toch de betere weg was en is. Maar nog te Beverwjjk heb ik gezegdindien wg onder elkander strgden, laat ons dan zoo strgden dat wjj ten minste weer goede vrienden kunnen worden. Nu is de toestand zoodanig dat wjj niet meer moe ten, niet meer mogen strjjden, allerminst in den vorm die «napleiten" heet; Wg staan nu over een macht, een vjjandelgke macht. De meerderheid, die nu spoedig de verant woordelijke regeering op zich zal nemen, is machtig door veelzjjdig talent, rgke ervaring en een ons overtreffende kennis van middelen en wegen. Voorzeker, zg zal in den aanvang kalm en gemoedelijk optreden, zjj zal zich onthouden van alles wat een vliegen onder de wapen rechtvaardigen kon. Juist om dit alles is de hoogste krachtsinspanning noodig en hoven en vóór alleseendracht. «Hoe die eendracht zal komen is een vraag die ik hier niet kan of wil beantwoorden. Maar dat zg komen moet, behoort onze vaste overtuiging te zjjn. In die overtuiging moe ten wg ons onthouden van «napleiten." Hoe bjj menige herinnering onze rechtmatige toorn ook moge ontwaken, zwggen is nu een plicht, plicht naar eer en geweten. «Gg herinnert u uit Fiavius Josephus den man, die in de laatste dagen voor de ver woesting van Jeruzalem zgn «Wee, wee 1" deeü hooren over de stad. Na de verwoesting dat «Wee" te herhalen, lacht mg weinig toe. Mg dunkt, gg en ik, wg zuilen te zamen het voorbeeld volgen dier andere zonen van Juda, die naar de getuigenis van Nehemia, Jeruza lem herbouwden, met de eene hand arbeidend, in de andere houdende bet zwaard." In haar nomnier van heden verklaart de Tijd naar aanleiding van dit schrjjven van dr Schaepman, door haar overgenomen, dat zg op hetgeen dr Schaepman zegt over haar en over zjjn eigen politieke meeningen, waar die van de hare mochten verschillen, niet wenscht te antwoorden. Zg laat dit na, in de eerste plaats omdat zjj, daarop ingaande, in strgd zoude komen met het door haar zelve gegeven advies van niet napleiten een advies, waar aan dr Schaepman, tot hare groote voldoe ning, zgn adhaesie schenkt. Zjj beschouwt het schrgven van dr Schaepman als een woord van verzoening, een woord dat, vooral nu het door hem gesproken wordt, op het oogen blik waarop hg (tgdelgk ten minste) van het parlementair leven terugtreedt, door haar gewaardeerd wordt. Onder verzekering dat de overtuiging, dat de door haar aangewezen weg de betere was, bg haar even «muurvast" staat als dit bg dr Schaepman ten aanzien zjjner meening het geval is, noodigt de Tijd alle Nederlandsche katholieken, hoe ook in den jongsten tgd hun politieke inzichten mochten niteenloopen, uit, van heden af, eendrachtig samen te werken tot bestrgding en afwering van al datgene, waar door nu of in de toekomst hun gemeenschap- peljjke belangen als Nederlanders en als katholieken zouden geschaad of bedreigd worden. Men schrgft aan het D. v. N. uit de residentie «Het zoeken naar en onderhandelen over een kamerzetel voor dr Schaepman schgnt meer bezwaren na zich te sleepen dan men zoo oppervlakkig zou denken. Almeloo toch aoht bet niet geraden den dokter daar aan eene verkiezing te onderwerpen. Zjj boudt haren Cremers vast. In het district Eist, waar de heer Van Dedem zich niet ongenegen ver klaarde om, zoo noodig, voor zgn zetel te be danken, terwille van den heer Schaepman, bljjkt men dezen ruil tot nu toe niet aan te durven en voor Eindhoven is plotseling ernstig het oog gevestigd op den te Eist gevallen candidaat der katholieken, De BaB." Zooals reeds gisteren gemeld werd stelde de kiesvereeniging Noord-Brabant te Eindhoven den heer Smits, burgemeester dier gemeente, candidaat. Uit Atjeh schrgft men o. m. aan de Sum. Crt. van dato 26—29 Mei. Het gouvernementB-Btoomschip Condor, in het laatst der vorige maand van hier naar Singa pore vertrokken, teneinde den nieuwbenoemden gouverneur van dit gewest af te halen, is op den 4en dezer met dezen ter reede Oleh-leh teruggekeerd. EerBt den volgenden dag ont scheepte de heer Pompe van Meerdervoort. Na op luisterrgke wgze door de officieren, ambtenaren, inlandsche en Chineesche hoofden te zgn ingehaald, nam de nieuwe titularis nog dienzelfden dag in het gouvernementshuis in den Kraton het bestuur over dit gewest van den plaatseljjken militairen commandant en van den assiBtent-resident alhier over. On- middelljjk daarna vaardigde de gouverneur het bevel uit, dat alle dwangarbeiders, voor het verrichten van particuliere diensten ter be schikking gesteld van officieren en ambtenaren, dadeljjk naar het kettinggangerskwartier moes ten terugkeeren om uitsluitend voor 's lands dienst beschikbaar te bijjven; zelfs die, in het gouvernementshotel bescheiden, niet uitgezon derd. Met dezen maatregel is één der be staande misbruiken uitgeroeid. De vendutie van den inboedel van den gouverneur Van Teyn heeft drie dagen geduurd en ruim elf duizend gulden opgebracht. Sedert maanden üeerscht hier eén felle hitte, tengevolge waarvan de gezondheidstoestand minder gunstig is. Indien de regenmoesson niet spoedig intreedt, vreest men dat naast de chronisch heerschende beri-beri, ook de cholera het hoofd weder op zal steken. Volgens Britsch- Indische berichten woedt deze ellendige ziekte nogal ernstig op Malakka. Gelukkig dat aan boord Hr. Ms. schepen van oorlog langs de Atjeh-kusten de gezondheid goed iaonze marine heeft hier een zware taak te volbrengen, doch zjj kwgt er zich van met een plichtbesef en toewgding, die boven de loftuiging van den kroniekschrijver verheven zjjn. Het eenige wat hg er van zeggen kan is, dat zjj de kern van het tegenwoordige afsluitingsstelsel is, als hoe danig zjj ons onschatbare diensten bewgst. De stoomtram werd bjj Tjot-Iri door Atjehers be schoten, doch zonder eenig gevolg. Naar het B. N. verneemt heeft de hees J, P. Sineok zich tot de regeering gewend met

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1891 | | pagina 1