N°. 154.
134e Jaargang.
1891.
Vrijda
3 Juli.
or
Deze courant verschijnt d a g e 1 Ij k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen;
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.-—;
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën20 cent per regel: Bij abonnement lager.
Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten, benevens alle
dankbetuigingen; van 17 regels 1.50;*
iedere regel meer ƒ0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Middelburg 2 Juli.
IDDEIBMn COURANT.
W
Thermometer. Agenten te Ylissingen: P. G. de Yet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W.Box,land,te KruiningenP. v.d.Peijl,teZierikzee: A.C.deMooir,teTholen: W. A. Advertentiën
Middelburg 2 Juli Tm. 8 u. 67 gr. van nmnvenhrnjzen en te TerneuienM. de Jonge. Yerder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de j moeten des namiddags te één uur
m. 12 u. 70 gr., av. 4 u. 70 gr. F. i advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmar, te Botterdam, de Gebb.. Belintante, te 's Gravenhage, en A. de da Mab. Azn., te Amsterdam. aan het bureau bezorgd zgn, wille*
Verwacht W. wind. Hoofdagenten voor het Buitenland: teParjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Ceb., John F. Jones, opvolger. 1 xg des avonds nog worden opgenomen.
De St. Crt. van "Woensdag avond meldt:
Heden zgn Hunne Majesteiten de keizer en
keizerin van Duitschland met hoogstdezelver
gevolg te half twee uur te Amsterdam aange
komen, en door Hare Majesteiten de koningin
en de koningin-weduwe, regentes, hartelgk
verwelkomd.
Bjj de aankomst waren, behalve Harer Majes-
teits gevolg, aanwezig de minister der kroon
en verschillende hooge civiele en militaire
autoriteiten.
Van IJmuiden tot Amsterdam werden Hunne
Majesteiten begeleid door den gemeenteraad
van Amsterdam.
By koninkljjk besluit is, benoemd tot direc
teur van het post- en telegraafkantoor te
Naarden, G. W. A. Preusting, thans in geljjke
betrekking te Smilde.
Onder bet opschrift«Beleefdheid of
verklaart het Vad. dat baar de beteekenis der
mededeeling in de St.Ct., dat het bezoek van
den Duitschen keizer door de koningin-regentes
en door de natie op hoogen prjja wordt gesteld,
niet duideljjk is.
Het blad meent dat de Staatscourant het
orgaan was, waardoor de regeering sprak tot
de natie. Aan haar behoeft men niet mede te
deelen, dat de regentes een beleefdheidsbezoek
waardeert, wat van zelf spreekt. Nog minder
dat de natie het bezoek op hoogen prjjs stelt,
iets wat de regeering trouwens verzekert, zonder
dat bljjkt, op welken grond zjj tot deze ver
zekering gerechtigd is. Natuurljjk dat de natie
een beleefdheidsbezoek, der regentes gebracht,
om harentwille waardeert en dat zg bereid
moet zjjn den hoogen bezoeker van haar vorstin
beleefd en waardig, desnoods met eenige staatsie
te ontvangen, maar wat reden heeft zg voor
zich dit bezoek op hoogen prgste
stellen
En in elk geval waartoe zoo iets in de
Staatscourant gezegd? Is het nommer van
gisteren met deze conventioneele phrase be
stemd, om, met of zonder zwart-wit-rood
randje, aan den Duitschen monarch te worden
gezonden
Het Vad. vreest hier de sporen te ontwaren
van een meer Duitschen dan Nederlandschen
karaktertrek, van een onderdanigheid, die te
genover niemand zoozeer als tegenover den
Duitsohen keizer behoorde te worden vermeden.
Verder schrgft het blad nog
»Er is meer, dat ons in de ontvangst van
den keizer niet aanstaat. Waarom «juffrouw
Eendracht" op den Dam zoo zorgvuldig ver
borgen? De dame is niet fraai, dat is waar,
maar de versiering is ook niet fraai. En al is
het monument niet schoon, wansmakelgke
monumenten vindt men ook elders wel, het
verlevendigt de herinnering aan een schoon
tijdperk onzer historie. Moet dat tegenover
een Duitsch vorst met het monument worden
weggemoffeld
«Tegenover de opgeschroefde drukte, waartoe
dit keizerbezoek aanleiding geeft, deed het ons
goed de kalme en waardige taal te lezen van
een Amsterdammer, die een brochuretje schreef
-»Hoe moeten wjj den keizer van Dnitschland
ontvangen?" Wg moeten, zegt hg, den keizer
ontvangen «zoo goed mogeljjk," dat wil
Zeggen: met al den eerbied, dien men aan een
vorst verschuldigd is, vooral aan den machtigen
Vorst, die reeds bewees op dien eerbied recht
te hebben met al de voorkomendheid en
beleefdheid, die wg verschuldigd zjjn aan deD
gast van onze geërbiedigde koningin, en ook
met al de gastvrgheid, die wg evenzeer ver
schuldigd zgn aan iederen vreemdeling, die ons
met een bezoek vereert en zich eenige dagen
aan ons toevertrouwt."
«Toch moeten wg niet meer sympathie betui
gen dan wg gevoelen en sommige dagbladen
ons zouden willen opdringen en vooral niet
meenen, dat wg dankbaarheid verschuldigd zjjn
aan Dnitschland, dat zgn veroveringen niet
verder heeft uitgebreid
«Dat de Nederlanders geen Duitsche rosetten
dragen en geen Duitsche vlaggen uitsteken;
hoogstens een Duitschen wimpel, om de in
tentie aan te geven.
«Laat de keizer van ons den indruk krggen,
dat het Hollandsche volk waardig, beleefd en
gastvrg is dat het de eer van zgn bezoek
heeft weten te waardeeren; dat het echter
trotsch is op zgn nationaal karakter, zjjn
nationale vrgheid als zgn hoogste goed be
schouwt, en mocht het er op aankomen om te
strgden, het nog even ontembaar zou zgn als
voor drie honderd jaar.
«De keizer zal er ons dee te hooger om achten."
Aan de Hollandsche bladen- ontleenen wjj
met betrekking tot het bezoek van keizer
Wilhelm te Amsterdam nog het volgende.
Na afloop van het familie-dejeuner ten paleize
brachten Woensdagmiddag de vorsteljjke per
sonen een bezoek aan het rjjkemusenm. Even
als bjj de aankomst werden de keizerljjke en
koninkljjke rjjtuigen d la Daumont gereden en
alle begeleid door een officier van de rjjdende
artillerie in zgn schitterende uniform.
De keizer was gekleed in het klein tenue
van generaal der gardes de corps, het hoofd
gedekt door den gouden punthelm, Z. K. M.
zat in het eerste rjjtuig met H. M. de regentes.
In het tweede had H. K. M. de keizezin
plaats genomen in gezelschap van de prins en
prinses Von Wied. De prins was in geljjke
uniform gekleed als de keizer, doch had de
borst versierd met het cordon van den Neder
landschen Leeuw. Tot het hooge gezelschap
behoorde o. a. de vice-president van den Baad
van state, jhr Van Beenen.
In de eerste plaats werd de eerezaal bezocht.
De keizer stond lang voor de Nachtwacht stil,
maar meer nog trok hem aan de Schutters
maaltijd. Z. M. onderhield zich met den hoofd,
directeur Obreen en den architect Cugpers.
In het Nederlandsche museum werd Z. M.
rondgeleid door den directeur David van der
Eellen, en bleek vooral de marine-afdeeling
zjjne belangstelling te wekken. Meer dan een
uur werd in het rgksmuseum doorgebracht.
Telkens vormden zich groepen, met de koningin,
keizerin of den keizer tot middelpunt, welke zich
dan onder voorlichting, ook der heeren Schöffer
en Van Biemsdgk, met een of ander kunstwerk
in het bgzonder bezig hielden.
Tot kwart over vgven bleven de hooge
bezoekers in het museum, waarna zg naar het
paleis terugkeerden.
Aan het groot gala-diner ten hove dat s'na-
middags in de groote of balzaal werd gegeven
namen 110 gasten deel. De tafel was hoefjj-
zervormig en uit het midden gedekt.
Aan bet hoofd zat de keizer, en de konin
gin-regentes rechts van Z. M.; links van den
keizer zat de keizerin en daarnaast H. M.
koningin Wilhelmina met baronesse Van Har-
denbroek, naast H. M. de koningin-regentes
de vorst en de vorstin Von Wied. Tegenover
den keizer zaten de Duitsche gezant graaf Von
Bantzau en de Nederlandsche gezant te Berljjn,
en voorts nog een achttal gezanten van vreemde
mogendheden, onder wie de pauselgke nuntius;
links en rechts van de gezanten zaten de
Nederlandsche ministersterwjjl de overige
plaatsen aan weerszjjden door grootwaardig-
heidsbekleeders of hunne dames werden inge
nomen. De aanblik van dezen vorsteljjken
disch was luisterrijk. Tegenover den keizer
kon men het Fransche plateau opmerkenwat
verder links en rechts de geschenken van
Amsterdam, Den Haag, enz. Het groote mid
denstuk vormde «de slag bg Nieuwpoort", terwjjl
de beide einden waren afgedekt met bet pla
teau-Begeer, doorwglenZ. M. koning Willem III
aan koningin Emma geschonken.
Toen de eerste gerechten rondgedragen
waren, stonden op een teeken van H. M. de
koningin-regentes allen van hunne zitplaat
sen op. H. M. bracht een korten heildronk uit
op den keizer en de keizerin van Dnitschland,
waarmede H. M. haren gasten tevens het welkom
in Nederland toeriep. De muziek der grenadiers
en jagers, die op het binnenplein was opge
steld, hief hierop de Duitsche volkshymne
Heil dir im Siegerkranz aan.
De keizer beantwoordde den heildronk der
koningin-regentes spoedig. In hoofdzaak zeide
Z. M.«Mjjn dank, mjjn besten dank, uit den
grond mgns harten, mgn innigen dank. Als
Hohenzollern ben ik bjjzonderen dank verplicht
aan het Huis van Oranje-Nassau, omdat een
mgner voorvaderen zgne opleiding in dat Huis
erlangde en de goede zeden en gewoonten
daarvan had overgenomen." Deze woorden
werden in het Duitsch uitgesproken, terwjjl
Z. M. in het Nederlandsch zgn toost besloot
met deze woorden«Ik drink op de gezond
heid vanH.M. de koningin-regentes"; hierop
Harer Majesteits hand vattende, kuste hg die
hoffeljjk. De muziek hief hierop het Wilhelmus aan.
Volgens eene andere lezing Btelde de keizer
een dronk in op de gezondheid van de beide
koninginnen en op het welzjjn der Neder
landsche natie.
Meer toosten werden niet gehouden, en liet
de muziek zich verder ook niet hooren.
Benoemd zgn tot ridder grootkruis van den
Nederlandschen Leeuw Rreiherr Marschal von
Bieberstein, staatssecretaris en geheimraad van
Z. M. den keizerVon Hahnke, generaal-ad-
judant, generaal der infanterie van Z. M.
graaf Zu Eulenburg, opperhofmaarschalk; Von
Wittich, generaal-adjudant; generaal-luitenant
Von Mirbach, opperhofmeester, en tot com
mandeur dier orde de vleugel-adjudant Von
Kessel.
Door Z. M. den koizer van Dnitschland zgn
benoemd tot commandeur der Duitsche Kroon
orde de minister van marine en viee-admiraal
Cramer en tot ridder de schout-bg-nacht Bo-
gaert, terwjjl Z. M. den intendant van het
paleis, baron De Constant Bebecque, vereerde
met een prachtige gouden sigarettendoos,
waarop het portret des keizers geëmailleerd
en in diamanten.
Voorts heeft de keizer aan den kapitein Apol,
aan de beide hoofdcommissarissen van politie
Steenkamp en Doesburg, de orde van den
Rooden Adelaar derde klasse geschonken.
De keizer droeg de witte kurassiers-uniform,
en alle gasten die daartoe gerechtigd waren,
het grootkruis van den Nederlandschen Leeuw.
's Avonds had de groote taptoe plaats, het
eenige militaire feest op het programma van
de ontvangst van den keizer voorkomende.
Bjjna alle te Amsterdam in garnizoen liggende
officieren, benevens de officieren der schutterjj
waren uitgenoodigd deze uitvoering bg te wonen,
die precies te half tien aanving.
H. M. de koningin-weduwe was daarbg met
haar gasten op het balkon gezeten, terwjjl
koningin Wilhelmina in de zaal vertoefde en
af en toe op den voorgrond trad. De keizer
was gekleed in een witte kurassiersuniform met
zilveren helm waarop een gouden adelaar; de
keizerin in een zwart gewaad met een prach
tige parure.
Op het oogenblik dat de vorstelijke perso
nen op bet balkon verschenen, plaatsten alle
officieren zich op het asphalt-trottoir en maak
ten onder het brengen van het militair saluut,
front naar het paleis.
Het Heil dir im Siegerkranz werd door de
vorsteljjke personen blootbhoofd aangehoord.
Op dit volkslied volgde het Wilhelmus.
Na dit luid toegejuichte nummer volgde
's keizers lievelingsmarsch, de Iiohenfriedberger-
marsch, nog uit het midden der vorige eeuw
dagteekenende.
Tot slot kwam andermaal het Wilhelmus in
de oude zetting.
Het défilé had plaats onder de tonen van
den marseh der grenadiers.
Door tusschenkomst van zjjnen gewonen en
een aan hem toegevoegden adjudant deed Z. M.
den heer Van der Linden zjjn hooge tevreden
heid betuigen, en verzoeken de oude zetting
van het Wilhelmus nogmaals ten beste te geven,
waaraan terstond voldaan werd.
Algemeen trok het de aandacht, dat Z. M.,
die de eerste maal dit stuk niet als een volkslied
herkend had, thans het militaire saluut maakte.
Een gedeelte van den avond vertoefde ook
H. D. H. de prinses Von Wied op het balkon.
Een reusachtige menigte woonde het feest
bg, dat door prachtig weer begunstigd werd.
Onder de aanwezigen op het voorplein werd
o. a. opgemerkt de pauselgke internuntius bjj
ons hof, mgr. Einaldini.
De politie had ongeloof!jjke moeite de menigte
in bedwang te houden. Haar pogingen Blaagden
in zoover, dat tjjdens de uitvoering de noodige
ruimte vrjj was.
Na den afmarsoh echter was er geen houden
aan en ontstond op de door de officieren en
hunn9 dames bezette kleine steentjes zelfs eene
kleine paniek.
In het gedrang zgn verschillende personen
flauw gevallen en naar de hoofdwacht gedra
gen. Alle geruchten van ernstige ongelukken
zgn echter, voor zooveel het Hdbl bekend is,
ongegrond.
Naar aanleiding van de belangrjjke som geldB,
welke de ontvangst van den keizer en de keizerin
van Dnitschland zou kosten, zeide het N. v. d.
D., dat bg menigeen de vraag zou rjjzen:
wie zal dat betalen
«Wg gelooven voegde het blad daaraan
toe nog niet te moeten of mogen zeggen
wie wel, maar daarentegen kunnen wg verze
keren, dat de kosten van de versiering van
den Dam en van tal van andere feestelgkheden,
behalve het vuurwerk, niet ten laste van stad
of land zullen komen."
Het D. v. N. deelde daarop mede, dat de
koningin-regentes de kosten der ontvangst te
Amsterdam, uitgezonderd het vuurwerk, voor
haar rekening had genomen.
Van goed onderrichte zgde schrgft men thans
aan de Arnh. Ct.
Het bericht betreffende de betaling der kosten
voor de ontvangst van den keizer van Dnitsch
land lezende, vond ik aan het slot er van de
woordenQuarlum non datur.
Bjjna zou ik genei cd zgn dit te vertalen
door «Er wordt geen kwartje gegeven." Onwaar
toch is het bericht van het Nieuws, dat de
regentes de kosten van de versiering van Am
sterdam betaalt. Alles wordt uit de gemeen
tekas bekostigd, maar het gemeentebestuur
hoopt, dat uit de staatskas een tegemoetkoming
zal gegeven worden. Dat is zuivere waarheid.
De koningin betaalt alleen de kosten van bet
inwendig opknappen van het paleis.
In een brief aan Het Centrum betuigt dr
Schaepman de redactie dank voor den steun
hem en zgne vrienden geboden tgdens den
verkiezingstijd. Hg doet dit met volkomen
gerustheid, omdat hjj zich gedurende al dien
tjjd van rechtstreeksche en zgdelingsche mede
werking onthouden heeft.
Hoofddoel van zgn scbrgven is evenwel, om
iets te zeggen, naar aanleiding van een hoofd
artikel in Het Centrum opgenomen ter bestrjjding
van De Tijd.
Dr Schaepman noemt zich een oud vriend
en een leerling van De Tijd. Daarom trof hem
de harde toon, die uit het artikel van Het
Centrum sprak. Bovendien is hg het echter
oneens met de slotsom, waartoe het blad kwam.
Het Centrum schreef:
«De gemoedelijke raad zich van napleiten te
onthouden is inderdaad kostelgk.
«"Wg zuilen echter vrgheid nemen dien niet
te volgen en telkenmale als wjj de striemen
der liberale tuchtroede op onzen rug voelen
kletteren, zullen vrjj De Tijd voorhouden
«Ziedaar uw werk 1""
Dr Schaepman schrgft naar aanleiding hiervan:
«Ik hoop van harte, ik weet zelfB zeker, dat
gg dit uw voornemen niet ten uitvoer brengen
zult. Behoef ik u te zeggen dat u dit alleB
noch zou troosten, noch zou versterken
«Maar laat ons de zaak eens ernstiger bezien.
„Ik laat de vraag ter zgde of De Tijd niet
voorzichtiger had gehandeld, door dezen wgzen
raad niet uit spreken, maar zgn les te prediken
door de daad. Nog geheel andere vragen zou
den oprjjzen en het stellen der vragen alleen
zou een soort napleiten worden.
«Maar wat is napleiten
«Niet napleiten staat niet gelgk met ver
geten. Men kan, men mag niet altjjd vergeten.
Trouw jegens anderen, echt christelijk eergevoel
verbieden soms alles te vergeten. Omdat men
iemand niet steeds aan zgn schuld herinneren
wil, behoeft men den kerfstok niet op den
haard te werpen, men zet hem uit het gezicht.
Hg kan altjjd nog dienst doenook als wapen
tegen den een of anderen kinkel.
«Napleiten is een vervelend ding. Het maakt
den kloeken strjjd tot njjdig gekibbel en de
honesta dissensio wordt een vraag van geljjk-
hebberg.
«Laat ons elkander wel verstaan. Indien
ik met De Tijd zeg«niet napleiten," dan
sprak ik daarmede geen veroordeeling uit over
betgeen ik tot heden zeide of deed. Ia geentn
deele. Hoe dikwjjls en in hoeveel ik hebbe
gefaald, ik sta nog muurvast in de overtui
ging, dat de weg door u en mjj gevolgd, zoo
niet de eenige goede, dan toch de betere weg
was en is. Maar nog te Beverwjjk heb ik
gezegdindien wg onder elkander strgden,
laat ons dan zoo strgden dat wjj ten minste
weer goede vrienden kunnen worden. Nu is
de toestand zoodanig dat wjj niet meer moe
ten, niet meer mogen strjjden, allerminst in
den vorm die «napleiten" heet; Wg staan
nu over een macht, een vjjandelgke macht.
De meerderheid, die nu spoedig de verant
woordelijke regeering op zich zal nemen, is
machtig door veelzjjdig talent, rgke ervaring
en een ons overtreffende kennis van middelen
en wegen. Voorzeker, zg zal in den aanvang
kalm en gemoedelijk optreden, zjj zal zich
onthouden van alles wat een vliegen onder de
wapen rechtvaardigen kon. Juist om dit
alles is de hoogste krachtsinspanning noodig
en hoven en vóór alleseendracht.
«Hoe die eendracht zal komen is een vraag
die ik hier niet kan of wil beantwoorden.
Maar dat zg komen moet, behoort onze vaste
overtuiging te zjjn. In die overtuiging moe
ten wg ons onthouden van «napleiten." Hoe
bjj menige herinnering onze rechtmatige toorn
ook moge ontwaken, zwggen is nu een plicht,
plicht naar eer en geweten.
«Gg herinnert u uit Fiavius Josephus den
man, die in de laatste dagen voor de ver
woesting van Jeruzalem zgn «Wee, wee 1" deeü
hooren over de stad. Na de verwoesting dat
«Wee" te herhalen, lacht mg weinig toe. Mg
dunkt, gg en ik, wg zuilen te zamen het
voorbeeld volgen dier andere zonen van Juda,
die naar de getuigenis van Nehemia, Jeruza
lem herbouwden, met de eene hand arbeidend,
in de andere houdende bet zwaard."
In haar nomnier van heden verklaart de Tijd
naar aanleiding van dit schrjjven van dr
Schaepman, door haar overgenomen, dat zg
op hetgeen dr Schaepman zegt over haar en
over zjjn eigen politieke meeningen, waar die
van de hare mochten verschillen, niet wenscht
te antwoorden. Zg laat dit na, in de eerste
plaats omdat zjj, daarop ingaande, in strgd
zoude komen met het door haar zelve gegeven
advies van niet napleiten een advies, waar
aan dr Schaepman, tot hare groote voldoe
ning, zgn adhaesie schenkt. Zjj beschouwt
het schrgven van dr Schaepman als een woord
van verzoening, een woord dat, vooral nu
het door hem gesproken wordt, op het oogen
blik waarop hg (tgdelgk ten minste) van het
parlementair leven terugtreedt, door haar
gewaardeerd wordt.
Onder verzekering dat de overtuiging, dat de
door haar aangewezen weg de betere was, bg
haar even «muurvast" staat als dit bg dr
Schaepman ten aanzien zjjner meening het
geval is, noodigt de Tijd alle Nederlandsche
katholieken, hoe ook in den jongsten tgd hun
politieke inzichten mochten niteenloopen, uit,
van heden af, eendrachtig samen te werken tot
bestrgding en afwering van al datgene, waar
door nu of in de toekomst hun gemeenschap-
peljjke belangen als Nederlanders en als
katholieken zouden geschaad of bedreigd worden.
Men schrgft aan het D. v. N. uit de residentie
«Het zoeken naar en onderhandelen over een
kamerzetel voor dr Schaepman schgnt meer
bezwaren na zich te sleepen dan men zoo
oppervlakkig zou denken. Almeloo toch aoht
bet niet geraden den dokter daar aan eene
verkiezing te onderwerpen. Zjj boudt haren
Cremers vast. In het district Eist, waar de
heer Van Dedem zich niet ongenegen ver
klaarde om, zoo noodig, voor zgn zetel te be
danken, terwille van den heer Schaepman,
bljjkt men dezen ruil tot nu toe niet aan te
durven en voor Eindhoven is plotseling ernstig
het oog gevestigd op den te Eist gevallen
candidaat der katholieken, De BaB."
Zooals reeds gisteren gemeld werd stelde de
kiesvereeniging Noord-Brabant te Eindhoven
den heer Smits, burgemeester dier gemeente,
candidaat.
Uit Atjeh schrgft men o. m. aan de Sum.
Crt. van dato 26—29 Mei.
Het gouvernementB-Btoomschip Condor, in het
laatst der vorige maand van hier naar Singa
pore vertrokken, teneinde den nieuwbenoemden
gouverneur van dit gewest af te halen, is op
den 4en dezer met dezen ter reede Oleh-leh
teruggekeerd. EerBt den volgenden dag ont
scheepte de heer Pompe van Meerdervoort.
Na op luisterrgke wgze door de officieren,
ambtenaren, inlandsche en Chineesche hoofden
te zgn ingehaald, nam de nieuwe titularis
nog dienzelfden dag in het gouvernementshuis
in den Kraton het bestuur over dit gewest
van den plaatseljjken militairen commandant
en van den assiBtent-resident alhier over. On-
middelljjk daarna vaardigde de gouverneur het
bevel uit, dat alle dwangarbeiders, voor het
verrichten van particuliere diensten ter be
schikking gesteld van officieren en ambtenaren,
dadeljjk naar het kettinggangerskwartier moes
ten terugkeeren om uitsluitend voor 's lands
dienst beschikbaar te bijjven; zelfs die, in het
gouvernementshotel bescheiden, niet uitgezon
derd. Met dezen maatregel is één der be
staande misbruiken uitgeroeid. De vendutie
van den inboedel van den gouverneur Van
Teyn heeft drie dagen geduurd en ruim elf
duizend gulden opgebracht.
Sedert maanden üeerscht hier eén felle hitte,
tengevolge waarvan de gezondheidstoestand
minder gunstig is. Indien de regenmoesson
niet spoedig intreedt, vreest men dat naast de
chronisch heerschende beri-beri, ook de cholera
het hoofd weder op zal steken. Volgens Britsch-
Indische berichten woedt deze ellendige ziekte
nogal ernstig op Malakka. Gelukkig dat aan
boord Hr. Ms. schepen van oorlog langs de
Atjeh-kusten de gezondheid goed iaonze
marine heeft hier een zware taak te volbrengen,
doch zjj kwgt er zich van met een plichtbesef
en toewgding, die boven de loftuiging van den
kroniekschrijver verheven zjjn. Het eenige wat
hg er van zeggen kan is, dat zjj de kern van
het tegenwoordige afsluitingsstelsel is, als hoe
danig zjj ons onschatbare diensten bewgst. De
stoomtram werd bjj Tjot-Iri door Atjehers be
schoten, doch zonder eenig gevolg.
Naar het B. N. verneemt heeft de hees
J, P. Sineok zich tot de regeering gewend met