27 Juni. N°. 149. 134e Jaargang. 1891. Zaterda In de toekomst. Or Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen; Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.i Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën20 cent p ;r regel; By abonnement lager. Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten, benevens allo dankbetuigingen; van 17 regels 1.50; iedere regel meer /0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Middelburg 26 Juni. MDDELBIIRGSCHE E0IR1M. Thermometer. Middelburg 26 Juni vm. 8 u. 71 gr. m. 12 u. 77 gr., av. 4 u. 76 gr. F. Verwacht Z. W. wind. Agenten te Vlissingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te KruiningenF. v. d. Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij, teTbolen: W. I van Nteuwenhuuzen en te TerneuienM. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmah, te Botterdam, de Gebr. Belinïante, te 's Gravenhage, en A. de la Mar Azn., te Amsterdam. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube CrE., John F. Jones, opvolger. Advertentiën moeten des namiddags te één uur aan het bureau bezorgd zjjn, willen t jj des avonds nog worden opgenomen. Er heerscht in de vrijzinnige pers, en in deze niet alleen, eene opgewekte stemming. En geen wonder. De uitslag der herstemmingen voor de nieuwe Tweede kamer, die in het tweede vierjarig tijdvak zal mederegeeren, geeft stof tot tevredenheid; en heeft de voordeelen, den 9eu Juni behaald, zoo vermeerderd dat wij, liberalen, thans van eene volkomen overwinning kunnen gewagen en de meer derheid in ons lagerhuis is verplaatst. Dat het district Middelburg zijn anti- revolutionriwij|n afgevaardigde behoudt, doet aan het feit nikt te kort dat wij op eene aanzienlijke winst aan onze zijde mogen wijzen. De tegenwoordige kamer bestaat uit 44 liberalen, 1 conservatief, 28 anti-revolution- nairen, 26 katholieken en 1 sociaal-democraat. De conservatief en de sociaal-democraat zijn bij den strijd gevallenof laatstge noemde nog op de been zal geholpen worden, hangt af èn van hemzelven, of hij, na de geleden neerlaag, nog bij de gratie van mr Treub zal willen plaats nemen in de nieuwe kamer; èn van de kiezers die ten slotte nog wel het meest in deze te beslissen hebben. Het was voor mr Treub een moeilijk ge val en zijn genomen besluit mag terecht, zooals hij doet, eene opoffering heeten. Nie mand zal hem kunnen verzekeren, noch veel minder zwart op wit geven dat, nu hij zoo edelmoedig was van te abdiqueeren, de heer Domela Nieuwenhuis zijn zetel zal innemen. Best mogelijk dat men tegenover dezen weer een ander radicaal candidaat stelten mr Treub dus gevaar loopt dat zijne goede bedoeling faaltal is het hem minder te doen om den persoon en de sociaal democratische partij dan wel om de over winning van een rechtvaardigheidsprincipe. Dat de heer Domela Nieuwenhuis uit de Kamer zal gaan, betreuren Wij, vooral omdat hij als vertegenwoordiger van eene zekere partij daar o. i. behoort, en hij in den laatsten tijd in de kamer zich niet meer, zoo als vroeger, schuldig maakte aan sterke overdrijving en bijzondere excentriciteiten. Voor onze partij is echter de keuze van mannen als mr Treub en Tijdens een aan winst zij toch zullen in belangrijke zaken wel naast de liberalen staan en zich niet altijd tegenover hen stellen, zooals de huidige afgevaardigde van Schoterland doet. Wij zullen echter de zetels in Schoter land en Winschoten maar voor ons, libera len, buiten rekening houden; en aannemen dat zij, die hen zullen innemen, een afzon derlijken partijgroep zullen vormen, nu eens staande tegenover dan weer naast de libe ralen. De liberale partij kan in de nieuwe kamer zelfstandig op een 53 stemmen rekenenzij Won dus 9 zetels. De katholieken zullen door 25 afgevaar digden vertegenwoordigd zijn en verloren éen vertegenwoordiger. Hun verlies in getal is gering, maar let men op den persoon die viel, op dr H. J. A. M. Schaepman, dan weegt dit verlies wel driedubbel. Hij, de man die jaren lang de leider der partij was, een man van invloed en van gewicht; een man naar wien velen luister den, is gevallen. En wat den val voor hem nog harder, nog pijnlijker maakt is het bewustzijn dat eigen geloofsgenooten daaraan meer dan waarschijnlijk hebben meegewerkt en dat zij niet licht hem een zetel zullen ruimenomdat er een heftige antipathie tegen hem bestaat. Hij is in ieder geval, stel dat hij weêr als afgevaardigde op een zetel werd hersteld, als leider veroordeeld. Wij herinneren ons nog hoe, bij een pole miek tus8chen het orgaan van dr Schaepman en ons, van die zijde de hoop werd geuit, dat de eendracht onder de katholieken nog Wel hersteld zou worden. „En aldus schreef het Centrum destijds zoo durven wij de Middelburgsche courant nog een tooneel voorspellen, dat, zoo het al niet ten genoegen der liberale partij moge zijn, toch niet meer bepaald zoo aantrekkelijk zal wezen." Wij waagden het destijds twijfel te opperen of die voorspelling wel zou worden vervuld; omdat wij wel wisten, hoe men in katholieke kringen over dr Schaepman en de zijnen dachten wij beweerden dat er nog heel wat gebeuren moest vóór dat dit aantrekkelijk tooneel daar is. En de uitkomst heeft onze meening ge rechtvaardigd. Het schouwspel, dat het Centrum zich droomde, is achterwege gebleven. Of het nu voor ons zoo aantrekkelijk is? Dat te Wijk bij Duurstede een liberaal is gekozen, daarover verheugen wij ons van harte. Maar toch meenen wij dat het jammer is dat een man van talent als dr Schaepman in de kamer zal gemist worden. Het was altijd een eigenaardig genot hem met den heer Lieftinck in een spiegelgevecht te zien en te hooren. Hij is onder de katholieken een figuur, en vertegenwoordigt onder hen een fractie, die een woordvoerder mag hebben. Thans tellen die z.g. „Roomsch-antirevolution- nairen" vijf leden tegen zestien „katholieken," zooals de Maasbode zoo karakteristiek en zoo kenschetsend voor de disharmonie onder de Roomsche politieke partij zich uitdrukt. De meeste slagen zijn bij den strijd echter gevallèn in het kamp der anti-revolutionnairen. Het aantal hunner afgevaardigden is gedaald tot 20. Acht zetels verloren zij dus. En wat vooral opmerkelijk mag heeten is de geringe meerderheid, waarmêe hun can- didaten in sommige districten overwonnen; de groote achteruitgang in het stemmental op hun candidaten, sedert 1888 waar te nemen. Men lette b. v. eens op Bodegraven, waar hun candidaat slechts met 9aan Delft waar hij met niet meer dan 30 stemmen overwon. In 1888 kreeg de heerBrummel- kamp als anti-revolutionnair candidaat in Groningen nog 1840 stemmen en thans bracht hij het niet verder dan tot 1318. In het district Wolvega waren in 1888 bij de herstemming op den heer Bosgra 1115 stemmen uitgebracht, thans verwierf de heer Brummelkamp niet meer dan 919 stemmen. Trots allerlei machinaties, en verschillende pogingen om de volkspartij te believen en al de katholieken voor hun candidaten te winnen, is dit niet gelukt. De liberalen zijn overwinnaars geworden, en het bewind van dr Kuyper en dr Schaepman, het monsterverbond is veroordeeldhier door eene meerderheid die overwon, ginds door eene sterke minderheid, die daartegen pro testeerde. En wat voor die party nog treuriger is: als straks het ministerie, begrijpende de uitspraak van de kiezers, heengaatdan mist de anti-revolutionnaire partij hare voor naamste mannen in de kamer; mannen als Mackay en De Savornin Lohman die eenmaal hun woordvoerders waren. Zullen anderen hun zetel voor hen ruimen? Wij betwijfelen het. En bovendienonder de gevallenen zijn er ook nog, wien een zetel wel niet onwel gevallig zijn zal. Die partij is dus gevoelig getroffenzij leed een verlies zoo sterk dat wij betwijfelen of zij dit in de eerste jaren wel te boven zal komen. En die uitslag is verkregen door hetzelfde kiesrecht, dat in 1888 zoo hoog geprezen werd, omdat daardoor den liberalen het heft uit handen werd genomen. Toen weerklonk de jubelkreet dat de liberalen waren veroordeeldhet Neder- landsche volk genoeg van hen had. Het z. g. „christelijk" volk was hun bewind moede. En thans, nadat nog slechts drie en half jaar een kabinet van gematigd anti-liberale richting aan het bewind is, betuigt de meerderheid der zelfde kiezers dat zij de liberalen weer aan het roer wenschendat zij huiverig zijn voort te gaan op den in geslagen weg. Zulk een vonnis is dav.rom ook des te welsprekender. Welsprekend voor dr Kuyper, die daaruit leeren kan dat bij de sterke macht der liberalen zich ditmaal aansloten eigen partij- genooten, die, zijn drijven op staatkundig en kerkelijk gebied moede, hem niet als leider wenschen. Dat in het algemeen hoezeer men het talentvol, kalm en bezadigd optreden van een Mackay waardeerde een Bergansius als een man van karakter en ijver boog achtteeen Havelaar als minister van waterstaat prees de ruilhandel met mini- sterieele zetels zooals er een na den val van Keuchenius plaats hadhet opnemen van elementen als jhr mr A. F. de Savornin Lohman in het kabineten het zenden van diens broeder als gouverneur naar Suriname, te groote gevaren opleverden voor het wel zijn des lands om mannen te kunnen hand haven, die daaraan meededen. En nu spreken wij nog niet eens over het grootste kwaad, door dr Kuyper gebrouwen, het opzwepen der kerkelijke hartstochten en het mengen van de kerk in den politieken strijd. Ook daarover is het anathema uitgesproken door de meerderheid der kiezersen wij verheugen ons daarom te meer over het behaalde succes. Maar niet minder welsprekend en welluidend willen wij er bijvoegen, is de uitspraak voor de liberalen. Zij hebben met meed gestreden; en zij het ook dat hier en daar hulp hun is verleend door personen, die niet altijd naast hen staan, zij hebben hun overwinning hoofdzakelijk te danken aan hun eigen krachtsontwikkeling. Bovendien, die verleende hulp danken zij ook voor een groot deel aan de waardige houding, door hunne ver tegenwoordigers in Tweede en Eerste kamer aangenomen tegenover de anti-liberale meer derheid, aan hun optreden tegen het anti liberale kabinet, dat zij steunden, waar het steun verdiende. Met kracht protesteeren wij daarom tegen de hooghartige woorden van de Maasbode die ons, liberalen, toeroept te „bedenken dat wij onze overwinning niet danken aan ons zeiven maar aan een deel der katholieken en dat deze kunnen brekeD, wat zij gemaakt hebben". Die hulp is ons niet gegeven om ons te believenmaar omdat een deel der katho lieken dit noodig achtte uit zelfbehoud, uit noodzakelijkheid om in en buiten de Tweede kamer het bondgenootschap met de anti- revolutionnairen te kunnen afbreken. En tegen de bewering van de Maasbode pleit zoo duidelijk mogelijk het onloochen bare feit dat de liberalen vooral wonnen in districten, welke bijna geen katho lieke kiezers tellen, zooals Ber- gum, Wolvega en Ridderkerk. Dit is eene erkentenis van de lijd, die de redeneering van het Rotterdamsche katholieke blad geheel in duigen doet vallen. Maar de beslissing der kiezers legt den liberalen eene hoogst ernstige verplichting op. De anti-revolutionnaire partij is veroordeeld; de katholieke is de sterkste tegenstander in de kamer maar gezamenlijk vormen zij nog eene krachtige minderheid. De taak van regeeren zal den liberalen niet gemakkelijk gemaakt worden. En met vreugde zal het worden gadeslagen, wanneer zij eens door onderlinge verdeeldheid fiasco maakten. Men hoore slechts de profetie van de Tijd na de overwinning, op 9 Juni behaald »Met alle waardeering voor het talent en den jjver, door de liberale party by de ver kiezingen aan den dag gelegd, meenen wjj toch in de door haar aangewende en met gunstig gevolg bekroonde poging, om reeds nu weder meerderheid in de Tweede kamer te worden, een politieken misgreep te moeten zien. Yan daar dat wy ons omtrent de door haar behaal de overwinning niet al te zeer bekommeren. Die overwinning zal bljjken, meer de liberale party zelve da» óns noodlottig te zjjn, Tot groote hervormingen, die van haar verlangd, die van haar gedroomd worden, ontbreekt baar de moed, ontbreekt haar de kracht van over tuiging, die tot heilryke daden voert. 4 Zal een gesukkel blyven met deels onwillige, deels onmachtige elementen een bestendiging wordt het van de oude kwaal, die reeds vóór jaren den naderenden ondergang voorspelde. Voor haar kunnen wij in de (behaalde) zegepraal niets anders ontdekken dan een vleugje vóór den dood." Die profetie moet gelogenstraft worden. De liberale partij dient vooral in de kamer te toonen dat zij ernstig wil wat zij beloofd heeften hij, die straks als kabinetsformeer der zal optreden, moet daarop vooral het oog gericht houden. Dat de verkregen meerderheid nog sleehts gering is, geeft ons om éene reden stof tot vreugdedit kan meewerken om onder de liberalen de eendracht te sterker, de zucht tot samenwerking te grooter te maken. En als straks de hand aan het werk wordt geslagen, dan hopen wij, dat de liberale meerderheid in de eerste plaats ons een nieuwe kiesrechtregeling verschaffe, in den geest van het manifest der Liberale Unie een regeling die dat recht zoover mogelijk uitbreidten ons de waarborgen oplevert dat wij eenigszins ontwikkelde en zelfstandige kiezers krijgen. Dat vooral is een dringende eisch van het oogenblikdat is eene eerste verplichting voor de liberale partij, terwijl eene goede regeling op dit punt ook haar ten goede kan en zal komen. Dat de Standaard one niet bjjster gezind ie laat zich begrjjpen; wjj hebben menig zwak punt van zyn redactie en vooral van zjjn hoofdleider aangetasten, naar wy ons vleien, menig oog geopend voor de afkearingswaardige politiek, door haar en hem gehuldigd. Dit zal het blad ons niet licht vergeven; en wy zullen van die zjjde nog dikwyls aan een aanval bloot staan; waarby het met eer lijkheid en waarheidsliefde niet al te nauw wordt genomen. Nu weêr neemt de Standaard op het jongste schrjjven van mr Lucasse in ons blad; en laat dit voorafgaan door deze tirade„In de Middelburgsche courant, die, evenals nog dezer dagen op zoo ergerlyke wjjze tegen mr Keu chenius, nu weer het wapen der verdachtma king tegen den antir. candidaat in Middelburg keert, schryft de heer mr C. Lucasse het vol gend ingezonden stuk." Wil de redacteur, die dit schret f, ons eens duidelijk aangeven, welk wapen der verdacht making wy tegen mr Keuchenins en mr Lu casse hanteerden Wat wy over eerstgenoemde schreven was waarheideenvoudige waarheid en is door den heer Keuchenius zei ven bevestigd. Wat wy bekend maakten was ons afgedwongen door een onhandigheid van het anti-revolutionnaire blad in ons middenen wy hebben mr KeucheniuB allerminst een verwjjt gemaakt van hetgeen hjj eenmaal deed en van wat hjj nog steeds is. Wat nu mr Lucasse betreft, ook tegenover hem meenen wy eene eerlyke, eene loyale houding te hebben aangenomen. Dat zal hy zelf, dunkt ons, de eerste zyn om te erkennen. En de Standaard had dit tegenover ons ook kunnen doen door, gelijk met zyn stuk, over te nemen wat wjj naar aanleiding daarvan schre ven. Dan hadden zjjne, lezers beter kunnen oordeelen over onze houding in deze. Er is ontegenzeggelijk nog veel onverklaar baars in het voorgevallene tnsschen mr Lucasse en de Boomsch-katholieke kiesvereeniging. Zuiver is de zaak nog lang niet, en daarom vragen wy nog eenswie zjjn de bedrogenen Veel is er dat nog opgehelderd dient te worden, en dat kunnen alleen de heer Lucasse zelf en de katholieke leiders, die met hem hebben gesproken. Het is dringend noodig dat alsnog over dit duistere het volle licht worde ontsto ken. De heer Lucasse kan niet beter doen dan zonder omwegen in de bladen en wy geven hem daartoe gaarne ook in de Midd. Ct gelegenheid eens uiteen te zetten wat inzake de legerwet, zooals hy schreef, >aoor hem sinds langen tjjd is ge dacht en gezegd en op een desbetreffende vraag is meegedeeld." Dan weet iedereen, wat hjj aan genoemden afgevaardigde heeften kan men zich niet meer beroepen op praatjes, die tot allerlei misverstand aanleiding geven. Volgens de Prov. Over, en Ztvolsche Courant schynt het optreden van een kabinet Tak en H. J. Smidt vast te staan. Naar men aan het Vad. meldt heeft de heer Cremers, afgevaardigde van Almeloo, zich bereid verklaard ten behoeve van dr Schaepman af stand te doen van zyn mandaat. De heer mr. H. Goeman Borgesins heeft, zooals te verwachten was, het mandaat voor Zutfen aangenomen, zoodat er te Veendam eene nieuwe verkiezing moet plaats hebben. Te Breukelen hebben de hh. M. van de Poll en dr Van Toorenenbergen, later gesteund door den heer J. Bos J.Az. te Vreeland, verzet aangeteekend tegen de verkiezing aldaar, om dat een paar bussen eerst Woensdagmorgen aankwamen. Dit verzet zal waarschjjnljjk ge grond zjjn op art. 53 der kieswet. In hoever er, met het oog op dit artikel, van informaliteiten sprake kan zyn, kunnen wy niet beooraeelen, zegt het Utr. Dbldmaar bekend is, dat de Tweede Kamer de gewoonte heeft over informaliteiten heen te stappen, als zjj niet van invloed zjjn op de uiting en den wil der kiezers. Worden er bussen te laat bezorgd, maar zyn ze met slnitingen en zegels niet geschonden, dan vicieert dat niets. De heer mr Treub heeft aan de centrale liberale kiesvereeniging in Schoterland kennis gegeven dat hjj voor zjjne benoeming tot lid der kamer bedankt. In zjjn schrjjven herinnert hy aan het vroe ger door hem gemaakte voorbehoud, dat hjj de benoeming niet zon aanvaarden, indien de uitslag van de stemming mocht zyn, dat er meer dan een radicaal, doch geen sociaal democraat gekozen zou zijn. De nitslag is nu inderdaad zoo geweest. In het district Win schoten werd gekozen de heer Tjjdens, die mr Treub zegt dat op grond van informatiën, welke hy persoonlyk by den heer Tjjdens inwon zeer zeker behoort tot de radicale party, al gaat zyn program op enkele punten, die thans van weinig belang zyn, verder dan dat van mr Trenb. Verder zegt mr Trenb: >Nu er althans éen vertegenwoordiger is gekozen, van wien mag worden vertrouwd, dat hy niet verzuimen zal, elke concessie, die door de liberale party aan hare conservatieve leden gedaan wordt, te bestrjjden, nu acht ik het nog gewenschter, dat ook de sociaal-democratische party zich in de Tweede kamer kunne doen hooren. »Niet om een plaats te maken voor den heer Domela Nieuwenhuis, stel ik mjjn mandaat weder ter beschikking van de kiezers. Of de heer Domela Nieuwenhuis al of niet lid van de Tweede kamer is, is my te eenenmale on verschillig. Ik ben geen sociaal-democraat en ik acht de innerlyke kracht vpn de soc.-dem, party met hare revolutionnaire theorien uiterst gering. Doch juist daarom meen ik, dat men er zich voor moet wachten, deze party kracht te geven door haar min of meer gegronde grieven als agitatie-middelen aan de hand te doen. Uit dien hoofde en ook omdat ik meen dat de soc.-dem. party door haar critiek op de bestaande toestanden in de volksvertegenwoor diging nut kan stichten, wil ik, nü de partjj waartoe ik my reken, een Vertegenwoordiger heeft, het voör de soc -dem. party niet onmo gelijk maken, zich ook door éen harer leden in de volksvertegenwoordiging te doen hooren. »Ik ben my zeer wel bewust, dat ik door mjjn terugtreden niet kan bewerken, dat er in uw district een sociaal-democraat wordt ge kozen, maar ik ben my ook bewust dat, indien ik niet terugtreed, er voor hetgeen ik in de gegeven omstandigheden het meest in het be lang van het land acht, niet de minste kans is. »Ik behoef u wel niet te verzekeren, dat mjjn besluit voor my in zekeren zin eene opoffering is. Immers, zoo ik niet meende, dat ik als lid van de volksvertegenwoordiging in 's lands be- lang zou kunnen werkzaam zjjn, zon ik geen candidatunr hebben aanvaard. Jnist dit even wel geeft my de vryheid de vraag te stellen of de kiezers, die hun stem op my uitbrachten, door ook hunnerzyds een opoffering te doen, niet het meeBt in 's lands belang zonden han*» delen."

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1891 | | pagina 1